Mmaarsche Courant
Damrnbriek.
PA'
a11®''! ftftan'. t
N.V, Boek- en Handelsdrukkerij
vl Herms. COSTER ZOON,
Parfjsche Canseriedn.
Zaterdag 15 Maart
In en om de hootdstad.
FEUILLETOK
Het pleegkind van de drie
Celibatairs.
Voordam G 9. ALKMAAR.-
het vervaardigen van ALLE
Drukwerken,
het plaatsen van advertentien
in alle bladen,
het leveren van alle Blnnen-
en Bultenlandsche Boeken.
het leveren van abonnenien-
ten op alle Binnen en Bulten
landsche bladen.
Belast zich met:
Uit onze Staatsmachine.
He. 64.
t924
Honderd Zes m Twintigste iaargang.
LXIX.
Scheepvaart en Scheepsbouw. - Dienst-
bodennood.
Het is nu een paar welcen geleden, dat ik
mij bevcnd in het gezelschap van eenige
vrienden, onder wie een commissionair in ef-
ftcteo, door wiens fegenwoard'igheid het ge-
sprek kwam op die „Beurs". Er werd de noo
dige wijsheid en laat dk maar eerlijk zeg
gen ook' de noodige waan-wijsheid ten bes-
te gegeven over den huidiigen toestand van de
mark, van de BeCgische en Fransche franken;
er werd gepraat over Indische en andere cul
tures, en al die ontboezemingen kon ik kalm
aanhooren en er het mijne van denken, zon-
der dat ik, als niet-bezitter van franken of
cultuur-aandeelen, direct-belanghebbende was
Maar mijn belangstelling nam toe, toen
men ook meeningen ging verkondigen over de
groote Nederlandsche s eheepsbou wm a at-
schappijen en scheepvaartmaatschappijen.
Niet omdat ik daarin direct belanghebbende
was, maar wel omdat de huidige toestand en
de toekomst dier ondernemingen in beduidten-
de mate de welvaart van Amsterdam raken
en dus eSk rechtgeaard Amsterdammer, ook
al is hij geen aandeelhouder of obligatiehou-
der in een enkele dier ondernemingen, of in
direct belang bij heeft of deze al dan niet in
bloeienden toestand verkeeren.
Een uit het gezelschap, die de bezitter was
van enkele aandeelen Kon. Hollandsche
Lloyd op dit oogenblik een eenigszins twij-
fetachtig gel iik! stelde onzen effectenhan
del-speciaiiteit de vraag: of hij „die aandee-
len moest bewaren met de kans dat zij wel
weer eens in de hoogte zouden -gaan, dan wel
of hij! miaiar niet bcter zou doen ze ,;op tile rub
men", aangezien hij had .hooren verluid'en,
dat de Lloyd het wel niet lang meer zou ma-
ken?"
Op die vraag was het antwoord van den ef-
fecten-makelaar, dat naar zijn overtuiging
dergelijke aandeelen bewaard moesten wor
den, omdat hij geen oogenblik geCoofde aan
het verdwijnen van een lichaam als de Kon
Lloyd. „Denk je nu werkelijk," zeide hij, „dat
Amsterdam, dat zelfs de Regeering niet alles
zullen doen om die maatschappij op de been
te helpen houden? Nonsens, bij zulk een
maatschappij zijn zddveel belangen betrok-
ken, dat men het uiterste zal doen om haar in
stand te houden".
En toen ontstond1 een geanimeerde discus-
sie zulks te meer omdat een der leden van ons
gezelschap die nog al anti-kapitalistisch was
aangelegd ging beweren, „dat het toch een
schande zou zijn als men uit de open-bare kas-
sen een maatschappij' de aandeelhouders
er van zou gaan steunen, die eenige jaren
•leden schandelijk met geld had gesmeten;
ie de rrtalste dingen had gedaan, getuige het
thians lediig staande kantoor-paleis in de
wandering het „Praalgraf" genoemd aan
den Voorburgwal, en de aankoop der reus
achtige stoomschepsn, die men weder van de
hand had moeten doen."
Tegenover al die beweringen bracht de ef-
Ifectenman in, dat in de dagen, toen iedereen
d-acbt „diat het niet op kon", niet alleen dwa-
ze dingen zijn gedaan door stoomvaartaaat-
schaopijen en andere ondernemingen, maar
ook door 1 andsregeeringen en stedelijke be-
sturene die eveneens, op sociaal gebied voor-
al, allerdoJsLmet geld hadden gesmeten, iets
waarvan/wij alien nu de aangename gevol-
gen ondbrvindeh in den vorm van niet-mal-
sche belaVingen. Maar hij hield vast aan zijn
overtuiginV ,,dat rrien de Kon. Lloyd niet zou
la-ten „doodgaah" en dat hij daarom zijn
wiend-aandeelhouder aanraadde: zijn aan
deelen vast te houden".
Of die belanghebbende zich al dan niet aan
dien raad heeft gehouden, weet ik niet, en
d-oet hier ook weinig ter zaike, maar al het bo-
venstaande kwam mij! natuuriijik in dte ge-
dachte nu wij weten dat Rijk en hoofdstad dee
rijks, vermoedtfijk voor de Lloyd zullen optre
den en mijn vriend, de commissionair, dus
bliifcbaar juist heeft gezien.
Het is u thans uit het door de Regeering
ingediende wetsontwerp en het daarop ge-
volgde voorstel van B. en W. van Amsterdam
aan d'en gemeenteraad dezer stad bekend, dat
het in hoofdzaak in de bedoeling ligt de Kon.
Holl. Lloyd van het noodige kasgeld te voor-
zien uit's Rijks schatkist zal ten hoogste
een bedrag van 5.250.000 worden besteed,
indien de gemeente Amsterdam 1.750 000
zal willen •geven. De Maatschappij zall voor
dat geld een rente moeten betalen van 6 pot.
en volgens de te sluiten overeenkomsten aan
een groot aantal voorwaarden moeten vol-
doen, die haar, zoo lang de schuld niet is
terugbetaald, zooal niet in haar expToitatie,
dan todi wel d'egelijik onder Riikstoeziidht stelM
getuige o.a. het felt, dat een Regeeringscom
missaris over haar zal worden aangesteld.
Bovendien, de aandeelhouders zullen zich be-
Geauthoriseerde verialing naar het EngeJsdh
van E. Philips—Oppenheim, dloor Mevrouw
v. d. W.
9)
HOOFDSTU'K V.
Komende van' het politiebureau, shaken wij
•de straat over en waren in een der niauwe
straten in de buurt van Convent Garden'. De'
•luioht was hier bezwangerd met de geur van
wltte en paarse seringen, die met manden vol
langs den weg stondea. Het meisje kneep,
haar oogien half dliicht.
„Heerlijik", riep zij uit. „Dat doet mij den
ken aan St. ArguellIn Louden zijn dus ook
btoemen?"
Ik koeht haar eien bos, waarvan1 zij de
heerlijike geur in verrukking opsnoof.
„Ach!" zeilde zij treurig, „ik was geheel
vergeten, dat er nog mooie dingen in de
wereld wairen. Ik dank u zeer, tnijnheer Ar
nold."
MOp uw leeftijd," zedle ik opgewekt, „«ult
g$ spotdif /sisdarvin'ritaoi, dlat da wwmeld m
langifjke opoftertegen moeten getreostra, om
dat de aandeelen ze6r belan'grijk „afgestem-
peld" zullen worden, in die mate zelfs, dat de
aandeelen der Maatschappij in verband met
die 'rijksoverdracht deze week belangrijk terug
liepen.
Hoewel het een onnatuurlijke toestand is,
dat op een dergelijke wijze een particuliere
onderneming in het Heven rnoet worden gehou
den, is het toch zeker te hopen, dat door sa-
menwerking van rijk, gemeente en aandeel
houders bovengenoemde regeling een felt zal
wordien, omdat de Amsterdamsche haven,
vooral in deze tijden, een onderneming van
be'teekenis als de Lloyd moedlijk missen kan
Niet alleen dat de Maatschappij ook aan de
Handelskade over groote gebouwen beschikt
in een er van is thans de geheele adminis
trate gevestigd doch zij heeft van de ge
meente aanmerkelijke kaderruimte in huur
en Amsterdam geniet af.le voordeelen, die
door de uitrusting, proviandeering enz. van
groote Oceaan-stoomschepen door vele ne-
ringdoenden verkregen worden en het feit,
dat zooals B. en W. in hun voorstel op-
merken niet minder dan 2700 personen bij
de Maatschappij hun hoofdbestaan vinden,
weegt zeker zwaar bij de beslissing over het
voorstel tot geldelijke hulp. De werkloosheid
zou nog igrooter omvang aannemen, bijaldien
de Kon. Holl. Lloyd door gemis aan de noo
dige kasmiddelen gedwongen zou zijn haar
dienst op Zuid-Ameiika te staken en het zou
onvergeeflijk zijn als het Amsterdamsche ge-
meentebestuur liet gaan een stoomvaart-ver-
binding op landeoi, dlie in die toekomst zeker
van steeds grooter beteekenis zullen worden
voor den Europeeschen handel.,
Het is een gelukkig verschijnsel, dat op de
scheepsbouwwerf van Kattenburg en op die
aan dien' overkant van het IJ geregeCd werk
gedaan kan worden een nieuw tankschip
is besteld, zoo ook een belangrijk schip voor
de Java—China—Japan-lijn—zoodat al-
thans voor honderden, wonendle n dat haven-
centrum van Amsterdam geregeld werk te
vinden is. Bedriivigheid op Kattenburg, Wit-
tenlburg, O'osterbnrg is altijd een duidelijfce
afspiegeling voor de welvaart van Amster
dam, maar de bedrijvigheid da&r houdt na-
tuurlijk nauw verband1 met den bloei der
scheepvaartmaarschappijen aan de handels-
kaden gaat het die goed1, dan beduidl
zulks telkens weder aanbouw van nieuwe
schepen of herstel van oudere vaartuigen en
daarom alweer. beter een Maatschappij als
de Lloyd in moeilijke omstandigheden gehol-
pra, dan' toe te laten' dat zij! deni strijd toim
het bestaan zou moeten opgeven en het aan
tal werkzoekenden zou vermeerderen.
Het aantal van werkzoekenden in tal van
bedirijven overtreft nog maar al te veel de
voor hen beschikbare pllaatsen, doch er is den
uitzondering, t.w. waar het geldt het ver-
richten van huishoudelijken arbeid.
Een paar jaren geleden scheen het, dat aan
den „dienstboden-nood" een einde zou komen
door den stroom van Duitsche „juffers", die,
in ons land gekomen, gaarne de plaatsen wi
den innemen, die door Hollandsche meisjes
werden versmaad, en zulks vaak tegen aan-
merkelijk lager loonen dan die, weSke door de
Hollandbche gedienstigen gevraagd werden.
Thans schijnt de toestand heel anders ge-
worden. Hoe het met het dienstboden-vraag-
stuk in onze provincie-steden is gesteld, zou
ik niet durven zeggen, doch wel weet ik, dat
men in Amsterdam en de forenseri-„steden" in
de omgeying ernstig klaagt over gebrek aan
goed 'huishoudi-personeel. Wanneer men eens
een blik si a at in die bladen, waarin huismoe-
ders gewoonlijk heur dienstpersoneel vragen,
dan merkt men, dat er groot gebrek is en wei
nig aahbod. Dat gebrek is belangrijk toegeno-
men, omdat onder de huidige toestanden in
Duitschland1 blijkbaar honderden Gretchens
en Katchens naar heur „HeimaF' zijn terug-
gekeerd en geen Hollandsche meisjes gereed
staan de ledige plaatsen aan te vullen.
Waarom niet? Het is een vraag, die men in
menig gezin hooren kan. Zoovele meisjes zijn
werkeloos geworden door inkrimpen van per-
soneel op kantoren, in winkels waar zijn
die gebleven; waarom willen zij zich niet be-
schikbaar stellen voor huishoudOlijke dien-
sten? Waarom het antwoord op de vraag
is moeilijk te geven en daarom zal met be
langstelling worden afgewacht of inderdaad
het antwoord gegeven- zal kunnen worden
door een oommissie samengesteld uit afge-
vaardigden van tal van vrouwenvereenigin-
gen, op initiatief van de Amsterdamsche Ar-
beidsbeurs aangezocht om het dienstboden-
vraagstuk te bestudeeren. Dat kan een merk-
waardig rapport worden, ook al lijkt het wel1
wat v&r-gezocht, dat men uit vrees ook
maar een vrouwen-vereeniging te hebben bui-
tengeslcten niet minder dan achttien ver-
een'igingen, zoowel van werkgeefsters als
werkneemsters, bij het onderzoek bettokken
heeft. Dat in zulk een commissi^ de „Ned.
Ver. van Huisvrouwen", de „Alg. Ned. Bond
van Huispersoneel", de „Rond van Leerares-
sen bij het Huishoudonderwijs", e.d. een
plaats hebben, is duidelijk genoeg, maar
waarom b.v. een „Commu.nistische Vrouwen-
centrale", een „Ver. van Staatsburgeressen",
een „Soc.-dem. Vrouwenclub" ook mede zul
len praten over het dienstbodenvraagstuk,
zelfs Lonidten een schatkaeier is vain thooie
dingen."
Zij keek door de vuile, smalle straat, die
bezaaid was met afval van groentewagens,
die den' weg versperden en afiie verkeer, be-
halve voor voetgangers onmogelijik maakten,
naar de opeengehoopte manden in die stiraat-
goot en naar die haveloos gekleede lieegloo-
pers.
„Lon'dien is dus niet overal zoo?" vroeg zij.
Ik schudde mijn hoofd.
„Dit is- een achteretraat, bijna een sl'o]
zeide ik. „U is altijd buiten geweest en
lijkt het op het eerste gezicht niiet mogeliijik,
dat *er in1 een groote stad iets moois kan zijn.
De schoonheid van een groote stad vol man-
nen en vrouwen is iets geheel andler®, dani
de rustige ipracht van weiid'en en heuvel® en'
landwegen maar die bestaat toch. En
nu", vervolgde ik, even stitetaande, „moet ik
u naar uw vrienden1 hrengen. Vertel mij
een®, waar die women. U weet hun adre® na-
tuurlijk."
„Welke vri'en'den?" vroeg zij met groote
oogen.
,„U vertelde aan' den hoof dcommissairi® van
pol'itie, dat u vrienden heeft in Londem."
Toen keek zij mij lachend aan en1 liet daar-
bij haar mooie witte tanden ziem. Haar lach
werd weerspieigeld in haar donkera Mauwe
aeWJnt fflfrrder begT^pellJk' of te Eton 9ega*>
woordig zoo „ver-politidct", dat men de poli
tiek ook onafScheidelijk acht van het bewijzen
van huishoudelijke diensten? 't Heeft er iets
van. Niettemin, men wachtte het rapport over
het dienstbodenvraagstuk af, wie weet hoe het
den dienstbodenaood zal weten te verminde-
ren of niet.
SINI SANA.
Aan de Dammere!
Met dank voor die ontvangen oploselingien
van probleeem No. 796.
S tanid
Zwart: 12 schijvn op 2, 5, 7/11, 13, 15,
16, 21, 26.
Wit: 12 schijven op 20, 22, 23, 24, 27, 30,
32, 34, 37, 42, 43, 44.
O p 1 o s s i m g
1. 37—31 1. 26:50
2. 3025 2. 50 17
3. 32—28 3. 17 10
4. 23 1 4 21 32
5. 1— 6 5. 15 24
6. 6 27
Goedle oplossingen ontvingen wij van de
heeivn: H. Ansiink, W. Blokdijk, P. Dekker,
D. Gerling te Alkmaar.
De wedistrijd om den Meestfertitel duurt d'it
jaar wel lang. Drie deelrtem'ers, v. Dartelen,
Groenteman en Mahn, kwamen met een gelijk
aantal pun-ten uit en stredien opnieuw elk met
3 p-artij-en. Het resultaa-t daarvan was: van
Dartelen en Mahn 7 puniten, Groenteman 4
puntee. De twee eersten spelen nu nog een
match van 3 partijen.
EENVOUDIGE, MAAR MOOIE
COMBINATIDS.
In den volgen-d-en stand:
Zwart: 10 schijven op 3,10 13j 14,16,18,
19*21 23 24.
Wit: 10 schijven op 22, 28, 32, 33, 38, 40,
42, 43, 45, 48.
wimti wi-t door:
1.
2.
3.
4.
5.
6
22—17
28—22
32 21
33—28
43—39
x40 7!
1.
2.
3.
4.
5.
21 12
18 27
16 :27
23 32
32:34
In den- tweedten sittand
Zwart: 8 schijven op 3, 11, 13, 14, 17, 18,
19. 21.
wit: 8 schijven op 15, 22, 28, 30, 32, 36,
38, 47.
is zwart door 1218- achter schijf 22 geloo-
pen. Menig beginnend dammer zou nu de vol-
gende comlbinatie verzuimen:
1. 30—25! 1. 18:27
2. 36—31 2. 27 36
3. 47—41 3. 36 47
4. 25—20 4. 47 22
5. 20 7!
Ter oplossing voor deze week:
PROBLEEM No. 799
van J. M CARTET, Lyon.
Zwart: 14 schijven op 5, 7/10, 12, 17, 19,
20, 23, 24, 26, 29, 30
Wit12 schijven op 21, 28, 32, 35, 36, 38,
40, 42, 43, 44, 47, 49.
Oplossingen voor of op 19 Maiart, Bu
reau van dit BladL
oogen.
„Maar ilk bedoeldle u!" riep zij uit. „Ik
dacht, dat u dat wel wist. Ik heb niemiand
anders. U is mijn vriend, dat weet ik zeker,
want u sprak mij' zoo vriendelijk toen, toen
ik zoo bang was, zoo doodsbamg."
S'lechts een oogenblk keek ziji ernstig, dlaar-
na lachte zij hartelijik over mijn ontsteltenis.
„Waar moet ik u dan heenbrengen?"
„Ik ga natuuriijik met u mee. Waarom
waarom> dat vindlt u toch goed?" vroeg zij
met een brok in- de keel1.
Ik vond miji zelf een lammen kerel en ik
iik haastte mij allte mogelijke verontschuldi-
gingen te maken. Ik ladite haar bemoedigend
toe.
„Naituurlijk vinid iik dat goed, maar ziet u
eens, wij- zijn met z'n drieen alien mannen
en ik was bang
„Dat kan mij niets schelen," zeide zij! vrien
delijk. „Als ze alien zoo vriendelijlk zijn als
u, dan denk ik, dat het heerlijik zal zijn. In
het klooster waren alleen meisjes, ziet' u en
die zusters en een1 paar onderwijizers, die ons
onderwijs gaiven, maar die mochten alleen
met ons spreken bij het lesgeven en zij- waren
erg vervel-end. Ik gel-oof niet, dat iik het u erg
Tastig zal maken, daarvoor zal ik mijn best
doen."
Ik keek haar een baatje vreemd aan. Hoe-
OORRE9PONDE?f!TE.
P. K. Jr.; den Haag. Denkt gij wel om
ons achthonderdste probleem
DE TW'EE-TIENDE PENNING.
(Van onzen Parijschen Correspondent.)
(Nladruk vexbodem.)
Parijs 3 Maart.
De orateurs die hebben' bewetrd, dat het
verhoogen van de belastingen met een vij'f de
ook een verhooging van de iprijzen der le-
vensmiddelen moet met zich brengen, begin-
nen, lang voor de wet is aangenoinen, gelijk
te Jcrijgen. „Se ratrapper" is het dlevies: bij
voorbaat reeds zooveel mogelijk binnen-ha-
len door extra-prijsverhoogingen, om
eenigszins gedekt te zijn, wanneer't voorstel
misschien niocht worden gevoteerd. Daar-
oa kan men dan veil ig inogeens opnieu w vcr-
hoogen. De twee-tiende penning, nietwa.ir?...
Wij kumnen -het toch niet uit onze z-aik bij-
ipassen...
Aan prijs-verhoogingen zijn we sedert
tiien jaar giewend. Maar dat diverse artikelen
per dag, per u-ur dhurder warden, dat is een
„nieuwtje waar over men rummer is uitge-
praat.
Dat feit, dat de Fransche huismoeders
niet er over uitgepraat raken, wijst er op dat
zij zich niet er over heen kunnien zetten. De
,,strugle for life", -eerunaal de edtelste sport,
is ontaard in' een ordinaire knok-partij. De
eerbaarste aller eerbare winkeliers is een
woekeraar gewordten, en de lanlonoedigste
zijmer klanten een centen- en grammetjes-
piingelende vrek. Er was een tijd dat men de
,.sous" los in zijn vastjeszak droeg. 's Avonds
het. vest je over een; stoel, en dlan op £er*
oor:.... wie morgen 1-eeft, wie morgan zorgt.
Thans worden de sous zorgvuldig en zuinig
opgeborgen- in een portemonnaie, die veilig-
heidshalve in een geheime achterzak gaat.
En des avonds worden ze uit- en n-ageteld
op een rand van de tafel. en er volgt een
slapelooze nacht, of een van booze dkoomen.
De bestellingen worden nauwkeurig om-
schreven. De cotelette mag geen vet hebben,
feen been, en precies 1 -franc 30 kostcn....
linder is ook goed. Maar als ze d'ikker en
zwaarder ui-tvalt desnoo'ds voor e£n sou
dlan moet er maar voor een sou wordm
afgesneden. De cotelette valt zwaarder uit
Niee, geeft u me dan maar voor 75 centimes
saucijzen. Die dialoog uit een slagers-
winkel typeert precies den waren toestand.
De Pairijzenaar toont zich, in deze bittere
tijden, zoo rijp als „une poire" betaamt.
Niemand kan zoo heerlij'k mopperen' en zoo
in-verontwaardigdi doen, zoo leep zijn (of
liiever: dhen alsof) en zoo goed'ig al 'die non-
sons-praatjes van leveranciers en koekebak-
kers aanhooren, oih dlan met eeni: „Qui, c'est
comme ?a; mais c'est malheureux 'tout de
meme!" den grijnzenderi winkelier achter
zich te laten. Vandaag heet't, dat dC koffie
duurdler is geworden, omdat de „Angl'iches"
"(bedoeld is; de Engelschen) alles opkooi
met hun pondenmorgen heet het:
is opgeslagen, omdat ,wij ze met
moeten betalen1; overanorgen vertelt
denier, dat de tramsport'kosten het
ijzen hebbt
koffie
onden
te krui-
gen van de prijzen hebben niieegebrach't een
dag later vriest het, en u. begrijpt dat de
koffie duurder is geworden; maar o, -te-
gens-poed! den daaropvolgenden dag bre-
kern er onlusten in die Paltz uit, redten om de
koffieprijzen te herzi-en... En als er den dag
daarna nitet een motie van vertrouwen in de
regeering was aangeno-men, 'dan- zou dte kof
fie niet drie, doch zeker vier sous -per kilo zijn'
len oogenblik kwaim den kooper al die
nonsens toch wat verdacht voor. Maar als
de komenijs-baas dan met ten -hemel1 gestagen-
oogen- meewarig gezucht heeft: Waar gaan
we naar toe? Waar -gaan we naar toe?
dan denkt die -leepe Parijzena-ar: Annie man!
die heeft ook wat ellende te verdlragen, die
verhooigt zijn prijzen ook niet voor zijn ple-
zi-er. En— de sous warden in't winkellaadj-e
geschoven.
•Er zijn ongetwijfeld voldoenide redenen'
om de prijzen van versdhillenidte artikelen te
verhoogen. Met echter in- dusdanige proper
ties. Het befaamdte wetsontwierp om op al'lle
belastingen twintig procent te leggen, heeft
den -grooten stoot gegeven?. Toch blijven de
voorstanders nog maar hardlnekkig ontken-
nien, dat het leven duur-dter er door zal wor
den. Volgens hen is het alleen de buifen-
l-andsche speculate; geen- Franschman zou
zoo onfatsoenlijk zijn om op een hausse van
de levensimiddelen te speculeeereu en ervan
te profit'eeren.
In een straat bij mij in de buurt: de rue
Caulaincourt, kan men suiker voor een vrij
redtelijiken prijs krijgen, ondar conditie dat
men ook een liter rbum koopt! Eldters, in die
rue des Martyrs, is een groote kruideniers-
zaak, waar men aankondigt: striker 75 senti-
mes goedko-oper voor elken kooper van min-
stens 10 francs kruidenierswaren... Het is
geen overtuigend bewijs dat de booge sui-
kerpr'ijs gerechtvaardigd is.
De koffie k-ostte 6 francs 60, omdat het
een import-artikel is. De franc daalt en de-
wel zij vrij, groot yas voor haair leeftijd,"was
zij een kind. Haar kleeren waren een beetje
ikort, haar ponny en vliechten als die van alle
schoolmeisjes. 't Meest verwonderlijke bij
haar was, dat zij zich niets aantrok van het
drama, dat zich zoo juist had afgespeield.
Haar oogen- 'keken niet meer angstig; er
was. weer kleur op haar wamgem.
„Ga dan mee!" zeidte Be. „Wij zullen in
Strand een taxi nemien."
Zij wandtelde opgewekt naast mij;, ziji was
bijna zoo groot als ik en had1 een zekere be-
valligheid in- -haar gang, die ni-et in overeen-
stemming was- met haar leeftijd. Voortdu-
rend keek zij1 vol -belangstelling en met
nieuwsgierige blilkken rood.
„W-ij gingen's- a-vonidls door Parijs", zeidte
zij, een weinig -bevend, alsof elke gedhchte in-
verband met haar rei® een Jewelling was, en
ik ben vroeger nooit ini een groote stad ge
weest. Ik hoop, dat u meende, wat u zeilde,"
vervolgde zij, mij' lachend aankijfcend, „dlat
er in Londen mooi-ere gedeelten1 zijn dan
hier."
„Zeer vele," verzekerde ik, „U zult de par-
ken zien. De rhododendrons zullen spoediig
in bloei staan. en ik denk, d'at u ze hed irijCHoi'
zult vinden., hoewel het natuuriijik in een
stad nooit zoo mooi is als buiten. Daar is een
taxi. Staipt u in".
zelfde koffie kos-t 7 francs. Niu is er wel een
handige commissie, die door, de -heeren
Sauerweim of Stephane Lauzanne aan de
goe-gemeente laat vertellen, dat alles -naar
verhouding met den dag goedikooper word-t.
Daar staat een huishoudboekje tegenover,
dat vertelt: 15 Jan. 1924, sla 0.80, bloem-
kool 3.50, princesseboonen 1.40, terwiijl m-en
dei-tig bladzijden verder vermeldt vindt: 15
Febr. 1924, sla 1.25, bloeinkool- 4.50, prin
cesseboonen 2.25. Zet daarnaast nu eens die
prijzen voor diezelfdle artikelen to 1914
0.20, 0.5-0 en 0.40 en ge kunt er u eenigs
zins een beeld van vormen hoe -populair de
offiirieele voorspoed-brengers van den 1-ainde
zijn.
-Nog eeni paar prijzen, in wonderlijken' te-
genstrijd met de (gedikteerde) Martto-artike-
len: suiker, to een maand tijd van 4 francs
10 naar 5 francs 10 spiritus 3 francs 50 per
liter duurdter.
Met een verhooging van 20 pet. der belas
tingen to bet voorui'tzicht, begint mien nu
reeds in Frankrijk algem-een die prij,zen met
30 en 40 pet. te verhoogen-. Wat zal het zijn.
wanneer m-en „dtem Vaderlandt getrouwe"
de tweetiemdle penning sternit?
Spant den boog, of laat het kruiikje te wa
ter gaan...
„Gaan we zoo vraa-gt L'Oeuvre* zeer
terech t een periodte van1 stakingen tege-
moet?... Daaraan hadden' zelfs dte grijnzen-
de kruidenier en de voor-stemmende dtepute
niet gedacht. Het heerlijike voor-oorlogsche
optimisime heeft hen weer te pakken: wie
morgen leeft, wie morgen zorgt.
Weet ge wat we to dat geval doen? Dan
zeggen we: „Ah, die koffie is- weer opgesla
gen, tengevolge van de stakingen'! C'est
malheureux tout-de-mSme!"
Maar niemand komt op den toch zoo voor
de hand liggenden imval, dat een land, dat
in de* beren zit, d'at geld geleenid heeft van
binnen en van- buiten, meer dlan 't eigenlijk
wel goed verantwoorden kon, eenvoudig, om
dat net moest, otndat zdjin frauduleuze debi-
teurs hem niet befcaalden, een land dat een
verwoest jgebied heeft op te bouwen, en dat
met zijn inkomsten zijn uitgaven niet meer
dtekken kan, maar teten midefel heeft om weer
tot een gezondten toestand te komen-: mteter
werkeh, mteter produceereni, mteter verko-open
en exporteeren'. Den adht-urigen arbciidsdag
afschaffen', dten vrijen Zaterdag-mi^'dag af-
sch-affen, werfcen' en niet naar de bioscoop
gaan dat is -hoe zuur het ook moge zijn
dte eenige manier om uit de mistere te k-o-
mlen en -niet ten slotte gesteld te worden voor
de bittere keuze: of toflatie of bankroeh
Het gaat met een land als met -een zaak,
als met een particulier. De handelsbalans
wijst uit, dat Frankrijk -meer koopt dan het
ver koopt. Daarom daalt dte fraijjc: men heeft
dollars en 'guldens -en ponden noodfig om het
versohil te betalen: feniand1 die meer koopt
dan hij geld verdient, moet of wel minder
-koopen, of wel harder werkted, anders loopt
het mis.
Maar... werken daarvan wil niemand
meer hooren! Liever... staken ze!
LEO FAUST.
ONZE WEST-INDISCHE KO'LONleN.
Hebben wij onlangs -het een -en ander mee-
gedeeld over bet bestuur van' Nedierlandsch
Oost-Indite, wij willen nu op verzoek hetzelf-
dte doen omtrent dat van Suriname en Cura
cao c.a.
Wij. begimmen miet onze venomtBcbuldiging
aan1 te biteden voor het gehruik van het
woord Kolonien-, dlat onze Grondwet sedert
de laatste herziening niet meer erken,t al
hebben wij dten dan ook nog een Minister
van K-oloniten, al is er een Koloniale reserve
en al heeft Suriname Koloniale State®.
Het grondgebied van Suriname is bekend
als Nederl. Guyana ter ondlerscheidtog van
Britsch en Fransch Guyana, waartussehen
het ingesloten- ligt. Suriname is omgevear
3H maal! zoo groot als Nederland, maar
Onze komst op Earls' Crescent no. 4 ver-
wekte, geloof ik evenveel -opzien,, als ik had
verwacht. Toen ik de dteur opende van1 -de
groote, spaarzaam gemeubilteer.de kamer, die
wij onze werkkamer noemden', sprong Ar
thur van de tafel, waarop hiji had gelegen en
Mabane, die nog seeds aan het werk was,
liet to stomme verbaztog zijn penseel vallen.
Ik wend'de mij tot het meisje.
„Dit zijn mijn vrienden, Isohel, van wie ik
u verteldi heb," zeide ik. „Dit is mijnheer
Arthur Fielding, -het sieraad van ons huis en
dat is mijmbeer Allan Mabane, die zeer sleeh
te schilldterijen; maakt/maar die andere men-
schem probeert wijs te maken; dat ze het koo
pen waard zijn. Allan', deze jongedame, juf-
frouw Isobel de Sorrens, en ik, hadden te
zamen een klein avontuur. Dit zal ik later
wel eens- uitleggen.
Bei'den kwamen met uitgestrekte handten
nader. Het meisje, dat zich- weer plotseltog
van h-airen toestand bewust was, gaf elk een
-hand en keek hen bijna medtelijidtend aan.
„Ik hoop, dat u ttegen mijn komst hier geen
bezwaar zult -hebben", vroeg zij, met iets
smeekends in haar stem. „Ik schijn geen
vrienden te hebben en mijmbeer Arnold is zoo
vriendelijlk voor mij, geweest. A1S i'k hier een
poosje mag blijven, zal -ik trachten- o, ik
ben er zeker van, dat ik -het niemand lastig
zal maken."
(Wordt vervolgd:)