DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. abonnementen op Tqdschriften N.V, Boek- en HandelsMkerij v.h. Herms. COSTER ZOON, E Voordam C 9, ALKMAAR, No 67. Honderd zres en twmtigstto Jaargani; 1924 Abonnementsprijs bij vooruitbetaling per 3 maanden f2.-, fr. per post f2.50. Bewijsn. 5 ct. Adrertcntiepr. 25 ct. p. regel, grootere letters naar plaatsruimtc. Brieven franco N.Y. Boek- en Handelsdr. y.h. Hcrms. Coster Zoon, Yoordam C9, Tel. Administr. No. 3. Redactie No. 33. WOENSDAB HoofdredacteurTj. N. ADEMA. Directeur: 0. H. KRAK. 19 MAART Stadsnieuws. FEUILLETON. Het pleegkind van de drie Gelibatairs. is HET ndres voor zoowel Binnen- als Buitenlandscbe. MEMORIE VAN ANTWOORD van Burgemeester en Wethouders. (Vervolg). VIII. ONDERWIJS. Meerdere leden toond'cn verwoodiering dlait voor e«i bdangrijke zaak als het onderwijs geen commissie van bijsitand bestaat. Zij vroegen of Burg, en Weth. bereid waren te bcvorderen1, d'at een dusdanige commissie werd ingesteld. Burg, en Weth. antwoorden: De behoefle aan de instelling van een com missie van bijstandi voor het Ondjcrwijs wordt door ons College niet gevoeld. Meerdere ledlen wilden gaarne vernemen, welke maatregelen Burg, en Weth. denken te nemen ten aanzien van de Regecringsmaatre- ekn betreffende den toelatingsleeftijd van feerlingen voor de lagere scholen en de af- schaffing van het zevende leerjaar. Gevraagd werd of Burg, en Weth. bered1 zijn over deze pun ten over leg teplegen met de besturen der bijzondere scholen. Burg, en Weth. antwoordten': Omtrout het nemen van maatregelen in ver- band' met den gewijzigden toelatingsleeftijd van leerlingen tot de lagere schoilen is van verachilknde zijden,, o. a. ook van de besturen der bijzondere scholen, advies ingewonnen. De afacliaffing van het zevende leerjaar is thans nog niet urgent. N-u het Kominklijk Be- sluit van 19 Januari 1924 eerst op 1 Septem ber a.s. in werking zal treden, is het treffen van voorzieningen met het oog op de verhoo- ging van den toelatingsleeftijd niet meer in die mate diringend als aanvankelijik scheen. Meerdere leden verklaiarden met bel'angstel- ling kennis gen omen te hebben van die plan- nen van Burg, en Weth. om den verderen te- ruggang; van het Handelsonderwijs tegen te gaan. Gaarne zouden deze leden verne men, welke groote lijnen1 Burg, en Weth. hier- bij zoudtn willen volgen. Een der leden vroeg waarom de gemeente van de buitengemeen- ten een hooger percentage boven de school- geldcn vraagt dan bet Rijk voor de Hoogere Burgerschool en voorts gevraagd wordt voor het Gymnasium, de Ambachtssehool en Huishoudschool. Door den voortdurenden achteruitgang van het Handelsonderwijs aehtte dit lid' het noodig, dat de rcgel!ing met de buitengemeenten zoo soepel mogelijk zou worden. Vprwezen werd1 o. a naar de rage- ling te Haarlem, waar leerlingen, die een ge- heele week in de stad blijyen als inwoners be- handeld worden. Nu de Minister van Onder wijs heeft verklaard, dat voorloopig geen wetsomtwerp tot rcgcling van het Handels onderwijs te waciifen is. zou een der Men gaarne willen weten of Burg, en Weth. niet bereid zijn te tra-chten om een provinciate re galing te verkrijgen, welke het vraagstuk met de buitengemeenten, in verband1 met de beta- ling d'er schoolgelden op lost. Gevraagd werd voorts of Burg, en Weth. niet van meening zijn, dat zooveel mogelijk bevoegde lecrkrach- ten bij het mderwijis werkzaam moeten zijn en of niet een einde dient te komen aan het voortdurend aanstellen van tijdelijke leeraren, waar zeer zeker vaste leericrachiten te vind'en zijn. terwij'l meerdere vakken door een per- soon kunnen gegeven worden. waar nu drie teerkrachten voor werkzaam zijn. Burg, en Weth. antwoorden: Omfren-t het Handelsonderwijs zullen wij U wellicht binnenkort een voorstel doen. Afgezien hiervan zal onderzocht worden of Geauthoriseerde ventaling naar het Engelsdh van E. PhilipsGppenheim, door Mevrouw v. d W. 12) „Ik geloof," zeide ik beslist, „dat het niets voor haar zou zijn." Mabane wandelde naar znij doek en keer- dte weer terug. „Hoe is het met majoor Delahye?" „Hij ligt nog steeds buiten bewustzijn in het hospitaal." Mabane aarzelde. „Ik wil niet onbesoheideo schijnen, Ar nold," zeide hij, „maar het wil miji niet uit d'e gedachte, dat eeni zekere dame, met wie jij zeer vri-endsdiappelijik omging, trouwde met een Delahaye!" Ik knikte toestemmend. „Ik zou je dat in ieder geval verteld heb ben," zeide ik. „Dit is de man majoor sir William Delahaye, die trouwde met Eileen Marigold." „Dan heb je hem zeker in het restaurant hekend?" „Ik ontmoette hem nooit," amtwoorddle ik. „Dit huwelijk was1 vrij spoedig gesloten, zoo- als je weet en ik was buitenslands. Ik bracht lady Delahave tweemaal een bezoek, maar ik heb haar echtgenoot hij geen dier gelegen- heden ontmoet. Mabane Met de bladten van mijm manus cript gedach'teloos door zijn hancten gaan1. „In de oorspromg van de geschiedenis moet iete tragisch zijn." zeide hij. „Denk je, dat Belahave werkelijk zal stervea?" h»bhm aid; varii haap. een nieuwe regeling van de bijdragen der buitengemeenten den teruggang van het aan- tal leerlingen kan stuiten. Deze bijdragen worden thans, evenals die voor die Nijver- heidsscliolen, berekend naar twee derde van de ten teste der gemeente blijvende netto- kostendie voor gymnasium en hoogere bur- ferschool bedragen 50 pet. van die kosten. ooals U bekend is, hebben de schoolgeldre- gelingen onlangs een herziening ondergaan. Voor het uitlokken van een Provinciate rege ling met betrekking tot de betaling der school gelden, zoo die al wettelijk mogelijk ware, ge- voelen wij weinig. Naar de aamstelling van bevoegde leeraren is steeds gestreefd'. Zij zijn echter niet altijd beschikbaar. In dat geval worden de benoemden van een tijdelijke aan- stelling voorzien. Ook zijn er een tweetal tijdelijke leeraren1 die op een vaste bervoeming geen prijs stellen. Tegen den volgenden our- sus zal de formatie opnieuw onder de oogen worden gezien. Enlkele leden zouden gaarne willen verne men of da openbare lagere school thans aan- sluit bij het Gymnasium, hetgeen verteden jaar blijkbaar niet het geval was. Burg, en Weth.. antwoorden: De eerste, zevende en achtste gemeamte- scholen teid'en op voor toelatrng tot het gym nasium, de hoogere burgerschool en die han- delsscholen1; de teerplannen sluiten bij die van deze inrichtingen aan. Opgave werd gevraagd van het aantal leer lingen, waarmede de cursussen voor vervolg- cmiderwijs bij1 de openbare en bijzondere scho len zijn begonnen en de aantallen, welke thans nog aanwezig zijn. Burg, en Weth. antwoordlen: De openbare en R. K. vervolgcursussen be- gennen respcetieveliik met 18 en 16 leerlin gen; op 21 Februari j.l. bedroeg het aantal respectievelijik 14 en 15. Enkele leden verklaardien het vak handlen- arbeid naame op de lagere scholen ingevoerd k. «uidi zienanderen achtten dat overbodig. Burg, en Weth. antwoorden: Het onderwijs in handenarbeid zou, ind'ien het binnen den gewonen schocitijd1 viel, gege ven moeten worden ten koste vrn het ondler- wijls in d'e overige vakken hetgeen ons niet gewenscht voorkomt. Evenmin achten wij het raadzaam het aantal schoolurcn speciaal ten behoeve van' dit vak uit te breiden. Ten aanzien van den in het werkplan van Burg, en Weth. voorgestelden nicuwbouw van scholen, raadden meerdere leden tot voorzichitigheid aan. aangezien het hun be- koid was, dat een der R K. Jongensscholen in nog slechteren staat verkeerde dan de ge- mecntescbolen, waarover in den' aanbiedings- brief van Burg, en Weth. wordt gesproken; een an der lid verkl'aarde echter een warm voorstander te zijn van den- voorgestelden nieuwbouw. Burg, en Weth antwoorden Bij de verbetering van de openbare scholen zal, zooals vanzelf spreekt, voorzichtigheid en zuinigheid worden be'jracht. Zeer vele leden achtten de schoolbioscoop, zooals deze tot dusverre gebruikt wordt, meer dan voldoende en wilden liever tot inkrim- ping dan tot uitbreiding overgaan. Burg, en Weth. antwoordem: De ged'ach'te om te onderzoeken1 of het mo gelijk en gewenscht is het filmonderwijs te wijkigen en uit te breiden, werd ingegeven door de omstandigheid, dat vele ouders er be- wond op zich zelf is niet doodelijk, -maar de schok schijnt hem erg te hebben aangegre- pen. Hij is diet joog meer en hij heeft goed geleefd." „Ais hij sterft," zeide Mabane ernstig, „zal je vriend Grooteni ik geloof, dat je hern zoo noemde geheel van 'het tooneel moeten verdwijnen. In dat geval, geloof ik dat wij verplicht zullen zijn het kind terug te zenden naar het klooster." „Tenzij „Tenzij wat?" „Tenzij wij zelf voor haar zorgen," ant- woordde ik. Mabane rookte heftig gedurig eenige oogenblikken. Zijne handen had hiji diep in zijn broekzakken. Hij keek uit 'het raam. Arnold," zeide hij plotseling, „geloof jij in voorgevoelens?" „Het hamgt er van af of zij' al dlan: niet aangenaam zijn", zeide ik bedachtzaam. „Jullie SchoPen zijn alien zoo bijgeloovig." ,,Jij noemt dat bij'geloof," ging Mabane voort. „Alles wat een onwetend mensch niet kan begrijpem, noemt hij bijgeloof. Als je 't goed vindt, zal ik je vertellen, wat zeker gaat gebeuren. Ik zal je vertellen wat ik gezien heb." Ik teunfde in mijn stoel voorover en keek Allan nieuwsgierig in zijn gezicht. Zijn har- de, eenigsziins gewone trek-ken sohenen op dit oogenblik door iets bijzon-ders bezield te zijn. Zijn doordringende blauwgrijze oo-gen, wa ren zoo zacht en glinsterend als die van een meisje. Hij -had feitelijk het uiterldjk van iemand, die in' een -droomland leeft. Toch kon ik hem niet in ernst nemen. „Spreek, mijnheer de profeet!" riep ik lachend uit. „Laat mijn oogen ook zien, het geen gij1 ziet." Mabane t-oonde geen teeken- van' ergerais. Hij keek mij rustig aan. „Ww nidi AixmiM. Je kd ®»- zwaar tegen hebben dat hun kinderen naar de bioscoop wordfen gebracht. De Vereeniging van Ncderlandsche gemeentcn heeft een fiilm- centrale gesticht, die't verstrekken van goed- koope onderwijsfiltos aan de gemeenten ten doel heeft. Het uitgetrokken bedrag is slechts toereikend voor de vertooning van r.a vijf bioscoopfilms. Vermindering van dat bed'rag meenen wij daarom te m-oeten omitraden. Ten aanzien van de schoolkleeding en voe- d'ing wilden meerdere leden ga-ame een op- gave hebben van het gebruiik, dat him van wordt gemaakt, verdeeld1 over de verschillenr de scholen. Meerdere leden verklaarden zich met dczen post niet te kunnen vereenigen, aangezien dit een' plicht der ouders is; deze leden zouden gaarne tot inkrimping, zoo mogelijk opheffing hiervan willen overgatan; andiere leden verkliaaren deze meening in gee- nen dfeele tot de hunne te kunnen maken en wild'en. het blijven handhaven, anderen wilden slechts medewerken tot bezuiniging op dit punt. Burg- on Weth, antwoordien Omtrent het gebruik van de schoolkleeding en -voeding doen wij1 hieronder de laatst be- kende gegevens .volgen Heeding voed'sel le gemcenteschool 26 leerl. 12 leerl 2e 52 29 4° i n 5e 24 14 R. K. Jongensschool 39 15 R. K. Meisjesschool 49 11 School v. Buit. L. O. 7 3 Het prineipieele bezwaar tegen schoolvoe- ding en -Heeding eerbiedigende, -merken wij nieltemin op, dat dit in-stituut geen oorlogs- produlct is, dat langzamerha-nd behoort te verdwijnen', maar een ui-tvloeisel van de Leer- ilichtwet. Sinds 1906 heeft de gemeente iervoor subsidie verleend. Reeds in meer normale tijden weerden deze maatregelen dus noodig geacht. Des te mindler bestaat er thans redbn tot afschaffing ervan. Dit sluit niet uit, dat wij zullen trach-ten de kosten- te vermin- deren. Meerdere leden stelden de vraag wat Burg, en Wethouders denken te doen in-zake het voorbereidend lager onderwijs, daar de wijze waarop d!at tot nu wordt gegeven, naar hun meening in strijd is met de eischen des tijds. Deze leden vroegen of voorstellen te wachtcn zijn inzake de overname der tegenwoord'ige oprichting van een tweede school. Burg, en Weth. antwoorden: Overl-eg dienaangaande wordt reeds met die vereenigingen gepleegd. Maatregelen inzake verbetering van het bewaarschcolonderwijs zijn in overweging. Gevraagd werd1 hoe Burg, en Weth denken over de oprichting van een Lyceum, o-mvat- tende Gymnasium, H B. S. en Handels- school, wanneer atthans de gelegenheid1 zich daartoe voordoet. Burg, en Weth. antwoorden: Ten aanzien van de oprichting van een ly- oeum hebben- wij onlangs een hriefwisseling gevqerd met de Commissie van toezieht op het midddbaar onderwijs. Wij! zijn daarbij tot de overtuiging gckomen dat aan zulk een inrich- ting geen behoefte bestaat. Niet alleen is sinds de oprichting dter eerste lycea de gele genheid' voor teerlingen met einddiploma H. B S met vijf-jarigen cursus om universii- teits-examens af te leggen veel verruimd, maar ook is het leerplan der gymnasia inmid- looven of niet, maar den een of anderen dag zult ge bemerken, dat de dingen, die ik in mijn geest heb, waar zijn." Ik was een weinig verbijsterd. Ik begreep nu, waaraan ik geneigd was te twijfelen dat Mabane volmaakt ernstig was. Onbewust veranderde mijn houdi-ng tegenover hem. Het is hard om te spotten met een man, die in zich zelf geloof-t. „Vooruit dan, Allan. Bedenk wel, dat je -miji nog niets verteld debt." Mabane draaide zich naar mij om. Hij sprak langza-am. Zijn gezicht was ernstig bijna plechtig. De -man Delahaye zal het kind nitmmer op- eische-n," zeide hij. „Ik veronderstel1, dat hij zal sterven. De man, die hem doodde, is weggegaan. Wij zullen in vele jaren, mis- schien wel nooit meer iets van hem hoor-en. Hij is verdwenen ate een steen in een bodem- loos vat. Wij zullen het kind niet naar het klooster terugzenden. Zij zal hier blijven." Hij zweeg, alsof hij' verwachtte, dat ik zou sprek-en. Ik haalde mijne sehoudlers op. „Kom, ik zal niet redetwisten over je yoor- spelling, Arnold. Het brengen; van een vrou- welijk element hier schijnt een beetje onge- rijmd, maar ze is jomg." Mabane Met zijn gekruis-te armen vallert en keek de kamer bedachtzaam' rond. Er was sinds een paar dagen reeds eenige verande- ring merkbaar. De omamenten en het rneubi- tair waren .stofvrij. Er waren twee groote va- zen met bloemen op de tafel. Eenige stud-iaL, die aan den muur -hadden geh-angen., war-en vervangen door eenige die welvoegeHjker waren. De atmosfeer Was veranderd1. Groote slordigheid had plaafs gemaakt voor eertige ordelijkheid Uit alles sprak een groote inge- togenheid. Mabane sloeg de asHi nit ziin pijp. '•^ditrende vijf jaren," zeide hij afgetre'- jjji &a Arthur ant ilk hur f-.—— dels zoodanig gewijzigd', dat zij thans veel minder dan vroeger uitsluitend in de rich- ting d'er klassieke talen zijn georienteerd en derhalve op zich zelf in vele opzichten reeds zijn, wat een lyceum bedoelt te wezen Uit paedagogisch ogpunt is er derhalve geen en kele reden om het gymnasium zooals het thans is in een lyceum te veranderen. Bcvem- dien is het zeer de vraag, of 'het Rijk de ge meente financ ed voldoende tegemoct zou wil len komen. Waar er geen aanleidling bestaat in dit opzicht te optimistisch te zijn en de mo- gelijkheid derhalve groot is, dat de gemeente voor hoogere uitgaven- zou komen te staan, kunnen wij geen pogingen in het werk stellen om tot oprichting van een lyceum (waamede opheffing der R. H. B. S. al'hier gepaard zou moelm gaan) te geraken. De samenvoeging van gymnasium en ban delsseholen tot een lyceum is, zoo al moge- lijk, bij ons geen punt van overweging, aan gezien wij aanvankdijk van meen'ng- zijn, dat een evenmeele reorganisatie van het meentelijik handesonderwijs moet geschieden met behoud van de zelfstandigheid van de daarvoor bestemde onderwijsinrichtingen,. Een der tedien stelde de vraag, of het Col lege wilde nagaan in hoeverrfr de verh-ooging van den leeftijd voor toela-ting tot de la,gere school van invl-oed kan zijn op het voorne men tot verbouwing en,' bouw van nieuwe scholen ate onder 10 van het werkp-rogram sub VII bedoeld. Burg, en Weth- antwoorden: In hoever de verhooging van den toelatings leeftijd van kinderen tot de lagere scholen, in- vloed zal hebben op onze voomemens met betrekking tot den verbouw en nieuwbo-uw van scholen, staat nog niet vast. Door een der leden werd gevraagd hoe Bu-rg en Weth. in de toek-omst zullen- staan tegenover de bel-ooning van de wijkverpleeg- sters, die den schoolarts bijstaan. Burg, en Weth. an'twoorden1: De hulp der whkverpl-eegsters kost 'aan de gemeente niets. De verpleegsters zijn in dienst van de vereeniging voor gezinsverpie- ging. Hare beloonin-g val-t derhalve buiten de bemoeiingen der gemeente. VOLGNiR. 210. KOSTEN' I'NSTAND- HOUDING SCHOOLGEBOUWEN. Een- der leden maakte de O'pmerking, dat in de Memorie van Toelichting niet zijn ver- meld de 5e en 7e Gemeenteschool. Een onder lid vesfigde er 'die aandacht op, dat telkens 600.voor gewoon onderhoud is uitgetrokken. Dit lid- wemschte te vernemen, wat daaronder wordt verstaan hoeveel in 1922 ervoor is uitgegeven, wat d'aarvan werd gedaam en of het bedrag niet wat al te veel speling laat. B. en W. antwoorden: De kosten van instandhouding, verlichting, verwarming en schoonhouden van de 5e en 7e gemeenteschool waren ten onrechte onder de ramingen van paragraaf 4, H-oofdstuk VIII, opgeno-mien. Zij zullen derhalve naar paragraaf 2 worden overgebracht. Het voor elke school uitgetrokken bedrag van 600 is noodig voor het doen van her- stelling-en, en-z., -die niet te voorzien zijn en toch i-n den loop van het jaar voortdurend noodig zijn, b.v. in de loicalen en closets (stucadoors- en witterswerk), aan, goten, rui- t-en en waterleiding. In- 1922 is in totaal uit gegeven 9308.04. Hierrn waren -evenwel de kosten begrepen van extra-buitenverfwer-k aan de le gemeenteschool, het maken van geleefd. Ben jij tevreden over die vijf jaren? Wat vi-nd je?" Ik -keek van mijn schrijftafel het raam uit over de daken h-een in den zonneschijn en ook ik was ernstig. „Tevreden! Is iemand ooit tevreden? N-een, -dat ben ik niet," gaf ik een weinig bitter toe. „Zeg -mij eems, wat denk jij over die vijf jaren, Arnold Zeg mij de waarheid. Laat miji eens weten- of jouw gedachten dezelfde zijn als de m-ijne." „Wij hebben ons laten gaan," antwoordde ik, „wij hebben een weinig gewerkt en een weinig gedacht -maar onze voeten- zijn veel meer o-p de aarde geweest, da-n onze hoof den in de wolken." „Ons laten gaan," herhaalde Mabane. „Dat is een waar woord. Wij- hebben -eenige ondervinding opgedaan van een minder soort; wij hebben- geleerd, 'hoe wij onze ar- me, Heine b-egaafdheden moeten aanpassen aan de grilten van het oo-genblik. Zooals ons talent is geweest, hebben wij' er een knecht van gemaakt om het t-e gebruiken voor onze materieele behoeften. Wij hebben Heine 1-e- vens geleefd. Arnold zeer -Heine 1-evens." „Ga voort," mompelde ik. „Dat is tenmin- ste waarheid." Malbane hield op. Hij keek naar zijn pijp, maa-r hij stak haar niet aan. ,,Er kooit verandering", zeide hij zacht, wij zullen ons niet meer laten gaan. Wij zijn op weg om meegesleept te worden in- den maalstroom van het levee. Wat d'it moet be- teekemen voor jou, voor mij: en voor den jon- gen, weet ik niet. Het zal ons veranderen h-et moet wijzi-ging -brengen in ons werk. Ik zal niet langer schilderij-en maken, die rea- listisch bedoeld zijn m-aar niet -mijn eigen impressie weergeven -en jij zult niet meer schrijven over prinsessen of trekk-en aan de touwtj-es van' m-et klatexgoud bedekte popp-en, mi ae kiut •vug to lata* daasea dmr da Wad- een afsluithek bij den- -hoofdingang van de. 3-e gemeenteschool, zoomede-het teren van -het schoolpl-ein; het maken van cen rijiwiel- bergplaats en teren van -de speelplaats bij de 6-e gem-eenteschoo'l en het extra-schilderen van lo-kalen van de Burgerschool. De mee ning, alsof de geraamde f 600.zelfs nog speling toelaat, is derhalve niet juist. VON. 239. AANSCHAFFEN SCHOOL- BOEKEN. Een lid sprak twijfel uit of deze post w-el hoog genoeg was geraamd. B. enW. antwoorden: Ate maa-tstaf is genomen 5.— -per leer- ling. Naar 150 leerlingen is derhalve ge raamd 750.Het aantal leerlingen dat eenigszins ruim genomen is, bedroeg op 1 Janari j.l. 118. Het uitgetrokken bedrag zal derhalve wel voldoende zijn. Mocht over- schrijding -daaTvan onverhoopt noodzakelijlk zijn, da-n is daarin tezijnertijd bij de af- en overschrijving te voorzien. VGNS. 337 en 342. STEDELIJK MUZIEK- KORPS r?N MUZIEKSCHOOL. Meerdere leden wilden Burgemeester en Wethouders de vraag stellen of zij niet van meening zijn, dat tot geleidelij-ke opheffing van Stedelijk Muziekkorps en Muzi-eksohoo'l kan wo-rden overgiegaan. De omstandigheden zijn de laiatste jaren m-et het oprichten van tatlooze muziekkorpsen- dusdanig gewijzigd, naar het oordeel van deze leden, dat gevoe- gelijk hiertoe kan worden overgegaan, ter- wijl evengoed een zeker bedrag voor het ge- ven van vo-lksco-ncerten zo-u kunnen worden beschikbaar gesteld. Andere leden vebklaar- den hiermede -niet te kunnen instemmen en het stedelijk m-uzi-ekkorps te willen beho-udlen. Een van dez-e leden maakte evenwel de op- m-erkiftg, -dat verjonging van het korps zeer gewenscht zou zijn, terwij'l nog een ander lid de vraag gesteld zou willen zien of de geest in het korps den laatsten tijd wel goed is te noemen. Meerdere leden stelden de vraag of -het Burgemeester en Wethouders wel bekend was, dlat door het korps in 1923 slechts 19 van de 22 (waartoe het verplicht is) uitvoe- ringen zijn g-egev-en. B. en W. antwoorden: De vraag, of opheffing van het Stedelijk Muziekkorps en de Muzickschool gewenscht zou zijn, hebben wij voorgelegd aan die Com missie van Toezieht. Deze antwoordt daarop o-ntkennend, op grondl: a. dat, ingevolge het met de exploitanten van het Muziekpark tot 30 April 1928 aan- gegaan- contract, de verplic-hte concert-en van het Stedelijk Muzikkorps aldaar moe ten word-en gegeven. zijden van je vrool-ijik aangekleede verhalen. En er is -een eind gekomen aan deze dingen, Arnold. N-een, ik raaskal niet; ook is het geen grap. Wacht maar eens af." Jij spreekt ate een profeet. Sindis wanneer heb jij de gave om die toekomst zoo goed te voorspellen, vriend?" Mabana keek mij ernstig aan. Er was geen schij-n van wispelturigheid in zijn optreden. „Ik ben niet bijgeloovig, Arnold, toch ge loof ik, dat er oogenblikken zijn, dat men die schaduw van komende -dingen kan, zien en vo-elen. Mijn grootvader wist den dag van zijn sterven en deel'de ons -dien roede; -mijn vader maakte zijn laatsten wil, voordat hij aan boord' ging van den. stoomer, die tusschen Dover en Ostende op een kalmeni dag ver ging. Jij zelf h-ebt m-ij te verstandig, te veel mat-erialistisch genoem-d voor een kunste- naar. Dat h-eb ik tot op -diezen dag ook st-ee-ds van mij zelf gedacht. Vandiaag voel ik an- ders." „Is 'het dan -di-t kind, dat de poorten van de wereld voor ons moet openen?" „Bedenk, Am-ol-d, dat zij binnen eenige maaniden een vrouw zal zijn." Ik bewoog mij een weinig onrustig in mijn stoel heen en weer. „Ik zou wel eens willen, weten," zeidie ik, edleeltelijk tot mij zelf, „o-f ik goed deed met aar -hier te brengen." Mabane lachte even. Jij was het. niet. die haar hier bracht," zeide hij, „zij werd gezondbn." „Gezonden?" „Ja, wij hebben deze dingen' niet voor het kiezen, Arnold. Er is iets geheimzinn-igs, dat de groote wereld doet draaien. Je kr-nt het noodlot of God noemen, al naar je philosofie is. Zij is er altijd, die eene, eeuwig-e kracht." Ik keek Mabane flink aan. Hij was onver- s-toord. „Psychologisch, mijn waande Allan, sch-ijn je nu in een zeer eigenaardigen toestand te ALRMAARSCHE CODRANT. 7 rt urn iiiii'hui'iiihiiihh

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1924 | | pagina 5