DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
abonnementen
op Tqdschriften
N.V, Boek- en HandelsMkerij
v.h. Herms. COSTER ZOON,
E
Voordam C 9, ALKMAAR,
No 67.
Honderd zres en twmtigstto Jaargani;
1924
Abonnementsprijs bij vooruitbetaling per 3 maanden f2.-, fr. per post f2.50. Bewijsn. 5 ct. Adrertcntiepr. 25 ct. p. regel, grootere letters naar plaatsruimtc.
Brieven franco N.Y. Boek- en Handelsdr. y.h. Hcrms. Coster Zoon, Yoordam C9, Tel. Administr. No. 3. Redactie No. 33.
WOENSDAB HoofdredacteurTj. N. ADEMA. Directeur: 0. H. KRAK.
19 MAART
Stadsnieuws.
FEUILLETON.
Het pleegkind van de drie
Gelibatairs.
is HET ndres voor
zoowel Binnen- als Buitenlandscbe.
MEMORIE VAN ANTWOORD
van Burgemeester en Wethouders.
(Vervolg).
VIII. ONDERWIJS.
Meerdere leden toond'cn verwoodiering dlait
voor e«i bdangrijke zaak als het onderwijs
geen commissie van bijsitand bestaat. Zij
vroegen of Burg, en Weth. bereid waren te
bcvorderen1, d'at een dusdanige commissie
werd ingesteld.
Burg, en Weth. antwoorden:
De behoefle aan de instelling van een com
missie van bijstandi voor het Ondjcrwijs wordt
door ons College niet gevoeld.
Meerdere ledlen wilden gaarne vernemen,
welke maatregelen Burg, en Weth. denken te
nemen ten aanzien van de Regecringsmaatre-
ekn betreffende den toelatingsleeftijd van
feerlingen voor de lagere scholen en de af-
schaffing van het zevende leerjaar. Gevraagd
werd of Burg, en Weth. bered1 zijn over deze
pun ten over leg teplegen met de besturen der
bijzondere scholen.
Burg, en Weth. antwoordten':
Omtrout het nemen van maatregelen in ver-
band' met den gewijzigden toelatingsleeftijd
van leerlingen tot de lagere schoilen is van
verachilknde zijden,, o. a. ook van de besturen
der bijzondere scholen, advies ingewonnen.
De afacliaffing van het zevende leerjaar is
thans nog niet urgent. N-u het Kominklijk Be-
sluit van 19 Januari 1924 eerst op 1 Septem
ber a.s. in werking zal treden, is het treffen
van voorzieningen met het oog op de verhoo-
ging van den toelatingsleeftijd niet meer in
die mate diringend als aanvankelijik scheen.
Meerdere leden verklaiarden met bel'angstel-
ling kennis gen omen te hebben van die plan-
nen van Burg, en Weth. om den verderen te-
ruggang; van het Handelsonderwijs tegen te
gaan. Gaarne zouden deze leden verne
men, welke groote lijnen1 Burg, en Weth. hier-
bij zoudtn willen volgen. Een der leden vroeg
waarom de gemeente van de buitengemeen-
ten een hooger percentage boven de school-
geldcn vraagt dan bet Rijk voor de Hoogere
Burgerschool en voorts gevraagd wordt
voor het Gymnasium, de Ambachtssehool en
Huishoudschool. Door den voortdurenden
achteruitgang van het Handelsonderwijs
aehtte dit lid' het noodig, dat de rcgel!ing met
de buitengemeenten zoo soepel mogelijk zou
worden. Vprwezen werd1 o. a naar de rage-
ling te Haarlem, waar leerlingen, die een ge-
heele week in de stad blijyen als inwoners be-
handeld worden. Nu de Minister van Onder
wijs heeft verklaard, dat voorloopig geen
wetsomtwerp tot rcgcling van het Handels
onderwijs te waciifen is. zou een der Men
gaarne willen weten of Burg, en Weth. niet
bereid zijn te tra-chten om een provinciate re
galing te verkrijgen, welke het vraagstuk met
de buitengemeenten, in verband1 met de beta-
ling d'er schoolgelden op lost. Gevraagd werd
voorts of Burg, en Weth. niet van meening
zijn, dat zooveel mogelijk bevoegde lecrkrach-
ten bij het mderwijis werkzaam moeten zijn
en of niet een einde dient te komen aan het
voortdurend aanstellen van tijdelijke leeraren,
waar zeer zeker vaste leericrachiten te vind'en
zijn. terwij'l meerdere vakken door een per-
soon kunnen gegeven worden. waar nu drie
teerkrachten voor werkzaam zijn.
Burg, en Weth. antwoorden:
Omfren-t het Handelsonderwijs zullen wij
U wellicht binnenkort een voorstel doen.
Afgezien hiervan zal onderzocht worden of
Geauthoriseerde ventaling naar het Engelsdh
van E. PhilipsGppenheim, door Mevrouw
v. d W.
12)
„Ik geloof," zeide ik beslist, „dat het niets
voor haar zou zijn."
Mabane wandelde naar znij doek en keer-
dte weer terug.
„Hoe is het met majoor Delahye?"
„Hij ligt nog steeds buiten bewustzijn in
het hospitaal."
Mabane aarzelde.
„Ik wil niet onbesoheideo schijnen, Ar
nold," zeide hij, „maar het wil miji niet uit
d'e gedachte, dat eeni zekere dame, met wie jij
zeer vri-endsdiappelijik omging, trouwde met
een Delahaye!"
Ik knikte toestemmend.
„Ik zou je dat in ieder geval verteld heb
ben," zeide ik. „Dit is de man majoor sir
William Delahaye, die trouwde met Eileen
Marigold."
„Dan heb je hem zeker in het restaurant
hekend?"
„Ik ontmoette hem nooit," amtwoorddle ik.
„Dit huwelijk was1 vrij spoedig gesloten, zoo-
als je weet en ik was buitenslands. Ik bracht
lady Delahave tweemaal een bezoek, maar ik
heb haar echtgenoot hij geen dier gelegen-
heden ontmoet.
Mabane Met de bladten van mijm manus
cript gedach'teloos door zijn hancten gaan1.
„In de oorspromg van de geschiedenis moet
iete tragisch zijn." zeide hij. „Denk je, dat
Belahave werkelijk zal stervea?"
h»bhm aid; varii haap.
een nieuwe regeling van de bijdragen der
buitengemeenten den teruggang van het aan-
tal leerlingen kan stuiten. Deze bijdragen
worden thans, evenals die voor die Nijver-
heidsscliolen, berekend naar twee derde van
de ten teste der gemeente blijvende netto-
kostendie voor gymnasium en hoogere bur-
ferschool bedragen 50 pet. van die kosten.
ooals U bekend is, hebben de schoolgeldre-
gelingen onlangs een herziening ondergaan.
Voor het uitlokken van een Provinciate rege
ling met betrekking tot de betaling der school
gelden, zoo die al wettelijk mogelijk ware, ge-
voelen wij weinig. Naar de aamstelling van
bevoegde leeraren is steeds gestreefd'. Zij zijn
echter niet altijd beschikbaar. In dat geval
worden de benoemden van een tijdelijke aan-
stelling voorzien. Ook zijn er een tweetal
tijdelijke leeraren1 die op een vaste bervoeming
geen prijs stellen. Tegen den volgenden our-
sus zal de formatie opnieuw onder de oogen
worden gezien.
Enlkele leden zouden gaarne willen verne
men of da openbare lagere school thans aan-
sluit bij het Gymnasium, hetgeen verteden
jaar blijkbaar niet het geval was.
Burg, en Weth.. antwoorden:
De eerste, zevende en achtste gemeamte-
scholen teid'en op voor toelatrng tot het gym
nasium, de hoogere burgerschool en die han-
delsscholen1; de teerplannen sluiten bij die
van deze inrichtingen aan.
Opgave werd gevraagd van het aantal leer
lingen, waarmede de cursussen voor vervolg-
cmiderwijs bij1 de openbare en bijzondere scho
len zijn begonnen en de aantallen, welke thans
nog aanwezig zijn.
Burg, en Weth. antwoordlen:
De openbare en R. K. vervolgcursussen be-
gennen respcetieveliik met 18 en 16 leerlin
gen; op 21 Februari j.l. bedroeg het aantal
respectievelijik 14 en 15.
Enkele leden verklaardien het vak handlen-
arbeid naame op de lagere scholen ingevoerd
k. «uidi zienanderen achtten dat overbodig.
Burg, en Weth. antwoorden:
Het onderwijs in handenarbeid zou, ind'ien
het binnen den gewonen schocitijd1 viel, gege
ven moeten worden ten koste vrn het ondler-
wijls in d'e overige vakken hetgeen ons niet
gewenscht voorkomt. Evenmin achten wij het
raadzaam het aantal schoolurcn speciaal ten
behoeve van' dit vak uit te breiden.
Ten aanzien van den in het werkplan van
Burg, en Weth. voorgestelden nicuwbouw
van scholen, raadden meerdere leden tot
voorzichitigheid aan. aangezien het hun be-
koid was, dat een der R K. Jongensscholen
in nog slechteren staat verkeerde dan de ge-
mecntescbolen, waarover in den' aanbiedings-
brief van Burg, en Weth. wordt gesproken;
een an der lid verkl'aarde echter een warm
voorstander te zijn van den- voorgestelden
nieuwbouw.
Burg, en Weth antwoorden
Bij de verbetering van de openbare scholen
zal, zooals vanzelf spreekt, voorzichtigheid
en zuinigheid worden be'jracht.
Zeer vele leden achtten de schoolbioscoop,
zooals deze tot dusverre gebruikt wordt, meer
dan voldoende en wilden liever tot inkrim-
ping dan tot uitbreiding overgaan.
Burg, en Weth. antwoordem:
De ged'ach'te om te onderzoeken1 of het mo
gelijk en gewenscht is het filmonderwijs te
wijkigen en uit te breiden, werd ingegeven
door de omstandigheid, dat vele ouders er be-
wond op zich zelf is niet doodelijk, -maar de
schok schijnt hem erg te hebben aangegre-
pen. Hij is diet joog meer en hij heeft goed
geleefd."
„Ais hij sterft," zeide Mabane ernstig,
„zal je vriend Grooteni ik geloof, dat je
hern zoo noemde geheel van 'het tooneel
moeten verdwijnen. In dat geval, geloof ik
dat wij verplicht zullen zijn het kind terug
te zenden naar het klooster."
„Tenzij
„Tenzij wat?"
„Tenzij wij zelf voor haar zorgen," ant-
woordde ik.
Mabane rookte heftig gedurig eenige
oogenblikken. Zijne handen had hiji diep in
zijn broekzakken. Hij keek uit 'het raam.
Arnold," zeide hij plotseling, „geloof jij
in voorgevoelens?"
„Het hamgt er van af of zij' al dlan: niet
aangenaam zijn", zeide ik bedachtzaam.
„Jullie SchoPen zijn alien zoo bijgeloovig."
,,Jij noemt dat bij'geloof," ging Mabane
voort. „Alles wat een onwetend mensch niet
kan begrijpem, noemt hij bijgeloof. Als je 't
goed vindt, zal ik je vertellen, wat zeker gaat
gebeuren. Ik zal je vertellen wat ik gezien
heb."
Ik teunfde in mijn stoel voorover en keek
Allan nieuwsgierig in zijn gezicht. Zijn har-
de, eenigsziins gewone trek-ken sohenen op dit
oogenblik door iets bijzon-ders bezield te zijn.
Zijn doordringende blauwgrijze oo-gen, wa
ren zoo zacht en glinsterend als die van een
meisje. Hij -had feitelijk het uiterldjk van
iemand, die in' een -droomland leeft. Toch kon
ik hem niet in ernst nemen.
„Spreek, mijnheer de profeet!" riep ik
lachend uit. „Laat mijn oogen ook zien, het
geen gij1 ziet."
Mabane t-oonde geen teeken- van' ergerais.
Hij keek mij rustig aan.
„Ww nidi AixmiM. Je kd ®»-
zwaar tegen hebben dat hun kinderen naar de
bioscoop wordfen gebracht. De Vereeniging
van Ncderlandsche gemeentcn heeft een fiilm-
centrale gesticht, die't verstrekken van goed-
koope onderwijsfiltos aan de gemeenten ten
doel heeft. Het uitgetrokken bedrag is slechts
toereikend voor de vertooning van r.a vijf
bioscoopfilms. Vermindering van dat bed'rag
meenen wij daarom te m-oeten omitraden.
Ten aanzien van de schoolkleeding en voe-
d'ing wilden meerdere leden ga-ame een op-
gave hebben van het gebruiik, dat him van
wordt gemaakt, verdeeld1 over de verschillenr
de scholen. Meerdere leden verklaarden zich
met dczen post niet te kunnen vereenigen,
aangezien dit een' plicht der ouders is; deze
leden zouden gaarne tot inkrimping, zoo
mogelijk opheffing hiervan willen overgatan;
andiere leden verkliaaren deze meening in gee-
nen dfeele tot de hunne te kunnen maken en
wild'en. het blijven handhaven, anderen wilden
slechts medewerken tot bezuiniging op dit
punt.
Burg- on Weth, antwoordien
Omtrent het gebruik van de schoolkleeding
en -voeding doen wij1 hieronder de laatst be-
kende gegevens .volgen
Heeding voed'sel
le gemcenteschool 26 leerl. 12 leerl
2e 52 29
4° i n
5e 24 14
R. K. Jongensschool 39 15
R. K. Meisjesschool 49 11
School v. Buit. L. O. 7 3
Het prineipieele bezwaar tegen schoolvoe-
ding en -Heeding eerbiedigende, -merken wij
nieltemin op, dat dit in-stituut geen oorlogs-
produlct is, dat langzamerha-nd behoort te
verdwijnen', maar een ui-tvloeisel van de Leer-
ilichtwet. Sinds 1906 heeft de gemeente
iervoor subsidie verleend. Reeds in meer
normale tijden weerden deze maatregelen dus
noodig geacht. Des te mindler bestaat er thans
redbn tot afschaffing ervan. Dit sluit niet uit,
dat wij zullen trach-ten de kosten- te vermin-
deren.
Meerdere leden stelden de vraag wat Burg,
en Wethouders denken te doen in-zake het
voorbereidend lager onderwijs, daar de wijze
waarop d!at tot nu wordt gegeven, naar hun
meening in strijd is met de eischen des tijds.
Deze leden vroegen of voorstellen te wachtcn
zijn inzake de overname der tegenwoord'ige
oprichting van een tweede school.
Burg, en Weth. antwoorden:
Overl-eg dienaangaande wordt reeds met die
vereenigingen gepleegd. Maatregelen inzake
verbetering van het bewaarschcolonderwijs
zijn in overweging.
Gevraagd werd1 hoe Burg, en Weth denken
over de oprichting van een Lyceum, o-mvat-
tende Gymnasium, H B. S. en Handels-
school, wanneer atthans de gelegenheid1 zich
daartoe voordoet.
Burg, en Weth. antwoorden:
Ten aanzien van de oprichting van een ly-
oeum hebben- wij onlangs een hriefwisseling
gevqerd met de Commissie van toezieht op het
midddbaar onderwijs. Wij! zijn daarbij tot de
overtuiging gckomen dat aan zulk een inrich-
ting geen behoefte bestaat. Niet alleen is
sinds de oprichting dter eerste lycea de gele
genheid' voor teerlingen met einddiploma
H. B S met vijf-jarigen cursus om universii-
teits-examens af te leggen veel verruimd,
maar ook is het leerplan der gymnasia inmid-
looven of niet, maar den een of anderen dag
zult ge bemerken, dat de dingen, die ik in
mijn geest heb, waar zijn."
Ik was een weinig verbijsterd. Ik begreep
nu, waaraan ik geneigd was te twijfelen
dat Mabane volmaakt ernstig was. Onbewust
veranderde mijn houdi-ng tegenover hem.
Het is hard om te spotten met een man, die
in zich zelf geloof-t.
„Vooruit dan, Allan. Bedenk wel, dat je
-miji nog niets verteld debt."
Mabane draaide zich naar mij om. Hij
sprak langza-am. Zijn gezicht was ernstig
bijna plechtig.
De -man Delahaye zal het kind nitmmer op-
eische-n," zeide hij. „Ik veronderstel1, dat hij
zal sterven. De man, die hem doodde, is
weggegaan. Wij zullen in vele jaren, mis-
schien wel nooit meer iets van hem hoor-en.
Hij is verdwenen ate een steen in een bodem-
loos vat. Wij zullen het kind niet naar het
klooster terugzenden. Zij zal hier blijven."
Hij zweeg, alsof hij' verwachtte, dat ik
zou sprek-en. Ik haalde mijne sehoudlers op.
„Kom, ik zal niet redetwisten over je yoor-
spelling, Arnold. Het brengen; van een vrou-
welijk element hier schijnt een beetje onge-
rijmd, maar ze is jomg."
Mabane Met zijn gekruis-te armen vallert en
keek de kamer bedachtzaam' rond. Er was
sinds een paar dagen reeds eenige verande-
ring merkbaar. De omamenten en het rneubi-
tair waren .stofvrij. Er waren twee groote va-
zen met bloemen op de tafel. Eenige stud-iaL,
die aan den muur -hadden geh-angen., war-en
vervangen door eenige die welvoegeHjker
waren. De atmosfeer Was veranderd1. Groote
slordigheid had plaafs gemaakt voor eertige
ordelijkheid Uit alles sprak een groote inge-
togenheid.
Mabane sloeg de asHi nit ziin pijp.
'•^ditrende vijf jaren," zeide hij afgetre'-
jjji &a Arthur ant ilk hur f-.——
dels zoodanig gewijzigd', dat zij thans veel
minder dan vroeger uitsluitend in de rich-
ting d'er klassieke talen zijn georienteerd en
derhalve op zich zelf in vele opzichten reeds
zijn, wat een lyceum bedoelt te wezen Uit
paedagogisch ogpunt is er derhalve geen en
kele reden om het gymnasium zooals het
thans is in een lyceum te veranderen. Bcvem-
dien is het zeer de vraag, of 'het Rijk de ge
meente financ ed voldoende tegemoct zou wil
len komen. Waar er geen aanleidling bestaat
in dit opzicht te optimistisch te zijn en de mo-
gelijkheid derhalve groot is, dat de gemeente
voor hoogere uitgaven- zou komen te staan,
kunnen wij geen pogingen in het werk stellen
om tot oprichting van een lyceum (waamede
opheffing der R. H. B. S. al'hier gepaard zou
moelm gaan) te geraken.
De samenvoeging van gymnasium en ban
delsseholen tot een lyceum is, zoo al moge-
lijk, bij ons geen punt van overweging, aan
gezien wij aanvankdijk van meen'ng- zijn, dat
een evenmeele reorganisatie van het
meentelijik handesonderwijs moet geschieden
met behoud van de zelfstandigheid van de
daarvoor bestemde onderwijsinrichtingen,.
Een der tedien stelde de vraag, of het Col
lege wilde nagaan in hoeverrfr de verh-ooging
van den leeftijd voor toela-ting tot de la,gere
school van invl-oed kan zijn op het voorne
men tot verbouwing en,' bouw van nieuwe
scholen ate onder 10 van het werkp-rogram
sub VII bedoeld.
Burg, en Weth- antwoorden:
In hoever de verhooging van den toelatings
leeftijd van kinderen tot de lagere scholen, in-
vloed zal hebben op onze voomemens met
betrekking tot den verbouw en nieuwbo-uw
van scholen, staat nog niet vast.
Door een der leden werd gevraagd hoe
Bu-rg en Weth. in de toek-omst zullen- staan
tegenover de bel-ooning van de wijkverpleeg-
sters, die den schoolarts bijstaan.
Burg, en Weth. an'twoorden1:
De hulp der whkverpl-eegsters kost 'aan de
gemeente niets. De verpleegsters zijn in
dienst van de vereeniging voor gezinsverpie-
ging. Hare beloonin-g val-t derhalve buiten de
bemoeiingen der gemeente.
VOLGNiR. 210. KOSTEN' I'NSTAND-
HOUDING SCHOOLGEBOUWEN.
Een- der leden maakte de O'pmerking, dat
in de Memorie van Toelichting niet zijn ver-
meld de 5e en 7e Gemeenteschool.
Een onder lid vesfigde er 'die aandacht op,
dat telkens 600.voor gewoon onderhoud
is uitgetrokken. Dit lid- wemschte te vernemen,
wat daaronder wordt verstaan hoeveel in
1922 ervoor is uitgegeven, wat d'aarvan werd
gedaam en of het bedrag niet wat al te veel
speling laat.
B. en W. antwoorden:
De kosten van instandhouding, verlichting,
verwarming en schoonhouden van de 5e en
7e gemeenteschool waren ten onrechte onder
de ramingen van paragraaf 4, H-oofdstuk
VIII, opgeno-mien. Zij zullen derhalve naar
paragraaf 2 worden overgebracht.
Het voor elke school uitgetrokken bedrag
van 600 is noodig voor het doen van her-
stelling-en, en-z., -die niet te voorzien zijn en
toch i-n den loop van het jaar voortdurend
noodig zijn, b.v. in de loicalen en closets
(stucadoors- en witterswerk), aan, goten, rui-
t-en en waterleiding. In- 1922 is in totaal uit
gegeven 9308.04. Hierrn waren -evenwel de
kosten begrepen van extra-buitenverfwer-k
aan de le gemeenteschool, het maken van
geleefd. Ben jij tevreden over die vijf jaren?
Wat vi-nd je?"
Ik -keek van mijn schrijftafel het raam uit
over de daken h-een in den zonneschijn en
ook ik was ernstig.
„Tevreden! Is iemand ooit tevreden? N-een,
-dat ben ik niet," gaf ik een weinig bitter toe.
„Zeg -mij eems, wat denk jij over die vijf
jaren, Arnold Zeg mij de waarheid. Laat
miji eens weten- of jouw gedachten dezelfde
zijn als de m-ijne."
„Wij hebben ons laten gaan," antwoordde
ik, „wij hebben een weinig gewerkt en een
weinig gedacht -maar onze voeten- zijn veel
meer o-p de aarde geweest, da-n onze hoof den
in de wolken."
„Ons laten gaan," herhaalde Mabane.
„Dat is een waar woord. Wij- hebben -eenige
ondervinding opgedaan van een minder
soort; wij hebben- geleerd, 'hoe wij onze ar-
me, Heine b-egaafdheden moeten aanpassen
aan de grilten van het oo-genblik. Zooals ons
talent is geweest, hebben wij' er een knecht
van gemaakt om het t-e gebruiken voor onze
materieele behoeften. Wij hebben Heine 1-e-
vens geleefd. Arnold zeer -Heine 1-evens."
„Ga voort," mompelde ik. „Dat is tenmin-
ste waarheid."
Malbane hield op. Hij keek naar zijn pijp,
maa-r hij stak haar niet aan.
,,Er kooit verandering", zeide hij zacht,
wij zullen ons niet meer laten gaan. Wij
zijn op weg om meegesleept te worden in- den
maalstroom van het levee. Wat d'it moet be-
teekemen voor jou, voor mij: en voor den jon-
gen, weet ik niet. Het zal ons veranderen
h-et moet wijzi-ging -brengen in ons werk. Ik
zal niet langer schilderij-en maken, die rea-
listisch bedoeld zijn m-aar niet -mijn eigen
impressie weergeven -en jij zult niet meer
schrijven over prinsessen of trekk-en aan de
touwtj-es van' m-et klatexgoud bedekte popp-en,
mi ae kiut •vug to lata* daasea dmr da Wad-
een afsluithek bij den- -hoofdingang van de.
3-e gemeenteschool, zoomede-het teren van
-het schoolpl-ein; het maken van cen rijiwiel-
bergplaats en teren van -de speelplaats bij de
6-e gem-eenteschoo'l en het extra-schilderen
van lo-kalen van de Burgerschool. De mee
ning, alsof de geraamde f 600.zelfs nog
speling toelaat, is derhalve niet juist.
VON. 239. AANSCHAFFEN SCHOOL-
BOEKEN.
Een lid sprak twijfel uit of deze post w-el
hoog genoeg was geraamd.
B. enW. antwoorden:
Ate maa-tstaf is genomen 5.— -per leer-
ling. Naar 150 leerlingen is derhalve ge
raamd 750.Het aantal leerlingen dat
eenigszins ruim genomen is, bedroeg op 1
Janari j.l. 118. Het uitgetrokken bedrag zal
derhalve wel voldoende zijn. Mocht over-
schrijding -daaTvan onverhoopt noodzakelijlk
zijn, da-n is daarin tezijnertijd bij de af- en
overschrijving te voorzien.
VGNS. 337 en 342. STEDELIJK MUZIEK-
KORPS r?N MUZIEKSCHOOL.
Meerdere leden wilden Burgemeester en
Wethouders de vraag stellen of zij niet van
meening zijn, dat tot geleidelij-ke opheffing
van Stedelijk Muziekkorps en Muzi-eksohoo'l
kan wo-rden overgiegaan. De omstandigheden
zijn de laiatste jaren m-et het oprichten van
tatlooze muziekkorpsen- dusdanig gewijzigd,
naar het oordeel van deze leden, dat gevoe-
gelijk hiertoe kan worden overgegaan, ter-
wijl evengoed een zeker bedrag voor het ge-
ven van vo-lksco-ncerten zo-u kunnen worden
beschikbaar gesteld. Andere leden vebklaar-
den hiermede -niet te kunnen instemmen en
het stedelijk m-uzi-ekkorps te willen beho-udlen.
Een van dez-e leden maakte evenwel de op-
m-erkiftg, -dat verjonging van het korps zeer
gewenscht zou zijn, terwij'l nog een ander lid
de vraag gesteld zou willen zien of de geest
in het korps den laatsten tijd wel goed is te
noemen.
Meerdere leden stelden de vraag of -het
Burgemeester en Wethouders wel bekend
was, dlat door het korps in 1923 slechts 19
van de 22 (waartoe het verplicht is) uitvoe-
ringen zijn g-egev-en.
B. en W. antwoorden:
De vraag, of opheffing van het Stedelijk
Muziekkorps en de Muzickschool gewenscht
zou zijn, hebben wij voorgelegd aan die Com
missie van Toezieht. Deze antwoordt daarop
o-ntkennend, op grondl:
a. dat, ingevolge het met de exploitanten van
het Muziekpark tot 30 April 1928 aan-
gegaan- contract, de verplic-hte concert-en
van het Stedelijk Muzikkorps aldaar moe
ten word-en gegeven.
zijden van je vrool-ijik aangekleede verhalen.
En er is -een eind gekomen aan deze dingen,
Arnold. N-een, ik raaskal niet; ook is het
geen grap. Wacht maar eens af."
Jij spreekt ate een profeet. Sindis wanneer
heb jij de gave om die toekomst zoo goed te
voorspellen, vriend?"
Mabana keek mij ernstig aan. Er was geen
schij-n van wispelturigheid in zijn optreden.
„Ik ben niet bijgeloovig, Arnold, toch ge
loof ik, dat er oogenblikken zijn, dat men die
schaduw van komende -dingen kan, zien en
vo-elen. Mijn grootvader wist den dag van
zijn sterven en deel'de ons -dien roede; -mijn
vader maakte zijn laatsten wil, voordat hij
aan boord' ging van den. stoomer, die tusschen
Dover en Ostende op een kalmeni dag ver
ging. Jij zelf h-ebt m-ij te verstandig, te veel
mat-erialistisch genoem-d voor een kunste-
naar. Dat h-eb ik tot op -diezen dag ook st-ee-ds
van mij zelf gedacht. Vandiaag voel ik an-
ders."
„Is 'het dan -di-t kind, dat de poorten van
de wereld voor ons moet openen?"
„Bedenk, Am-ol-d, dat zij binnen eenige
maaniden een vrouw zal zijn."
Ik bewoog mij een weinig onrustig in mijn
stoel heen en weer.
„Ik zou wel eens willen, weten," zeidie ik,
edleeltelijk tot mij zelf, „o-f ik goed deed met
aar -hier te brengen."
Mabane lachte even.
Jij was het. niet. die haar hier bracht,"
zeide hij, „zij werd gezondbn."
„Gezonden?"
„Ja, wij hebben deze dingen' niet voor het
kiezen, Arnold. Er is iets geheimzinn-igs, dat
de groote wereld doet draaien. Je kr-nt het
noodlot of God noemen, al naar je philosofie
is. Zij is er altijd, die eene, eeuwig-e kracht."
Ik keek Mabane flink aan. Hij was onver-
s-toord.
„Psychologisch, mijn waande Allan, sch-ijn
je nu in een zeer eigenaardigen toestand te
ALRMAARSCHE CODRANT.
7 rt
urn iiiii'hui'iiihiiihh