Alkmaarsche Gourant
N.V. Boek- en MelsMkeri]
v.h. Hems. COSTER ZOON,
Sebaakrnbriek.
■V.W
Bamrabrlek.
mm
a
mm
s m J
m
V
Voordam C 9. ALKMAAR.
V! m m m
Zaterdag 31 Mei.
In en om de hooidstad.
FEPILLBTON.
Zoaderllnge KamcradM.
Belast rich met:
vervaardigsa van ALLS
Drnkverken,
bet plaatsen fan advertentlfin
In alle bladen,
het leveren fan alle Blnnen-
en Bnttenlandsehe Boeken.
het leferen fan abennemen-
ten ep alle Binnen en Bntten
landsehe bladen.
j
Geneesknadlge ferievea.
H H
m iik
1
j
No. 129
Hondard Zes en Twlntlgste Jaargang.
HERHALINGSOEFEMNGEN.
De BURGEMEESTER van ALKMAAR
ROEPT de in het Verlofgangersregister dezer
Gemeente ingeschreven VEKLOFGANOERS,
hieronderi vermeld, bij deze OP, om in 1924,
ieder op het achter zijn naam aangegeven tijd-
stip, krachtens artikel 31, eerste lid, b, in. ver-
band met artikel 33 der Dienstplichtwet
(Staatsblad No. 43 van 1922), voor HERHA-
LINOSQEFENTNGEN IN WE'RKELIJKEN
DIENST TE KOMEN.
F. H. MOOIJ, lichting 1918, behoorendC
tot de 4e Compagnie Hospitaalsoldatengami-
zoensplaats Amersfoort, Infanterie-kazeme,
tijdstip van opkomst 15 September 1924
J. M KOLLMER, lichting 1919, behooren-
de tot de 4e Compagnie Hospitaalsoldaten,
gamizoenspliaata Amersfoort, Infanterie-
kazerne, tijdstip van opkomst 15 September
1924.
W. DU PONT, lichting 1919, behooren-
de tot de 4e Compagnie Hospitaalsoldaten,
gamizoensplaats-' Amersfoort, Infanterie-
kazeme, tijdstip van opkomst 15 September
1924.
W. N1. BLOKPOEL, lichting 1916, behioo-
rende tot het Regiment Vesting-Artillerie,
gamizoensplaats Gorihchem, tijdstip van op
komst 28 Juli 1924.
Voor nadere bijzonderheden wordt verwe-
zen naar de openbare kennisgeving van 23
April j.l., terwijl de afdeeling Militaire Zaken
ter Gemeente-Secretarie verdere inliehtingm
versitrelct
Al'kmaar, 30 Me 1924.
De Bunrgemeester voomoemd,
WENDELAAR.
DRANKWET.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van ALKMAAR bremgen ter algemeeme kfen-
niis diatt bi| hen to fagekouien een verzoek van
A. GEEL, transportarbeiddr alhier om ver-
lo'f tot den verkoop van alcohoivrijen drank
in de gelagkamer van peroedl HE1LIOLANID
No. 10.
Binnien twee wekera niai dlagteetoenffing dezer
kan een ieder schriftelijk beZwaretni tegen het
verb enen van idt verlof bij' hen indienen.
Allcmaar, 28 Mei 1924.
Burgemeester en Wefhoudetra wornoemd,
WENDEILAAR, Vbomziitter.
VAN DEVENTER, Loco-Secretaria.
LXXX.
Amsterdam danst.
Wie ooit den nu zeventigjarigen zanger
Orelio gehoord heeft, toen hij, nog In zijn
voile kracht zijnde, met alleen zijn bekende
baritonpartijen in zoovele opera's zong, doch
■ook optrad als liederen-zanger, zal zich zeker
zijn bekend lied van het „Dansende Kwezel-
ke" Jherinneren, waarmede hij telkena en tel-
kens weer z'ulk een groot succes wist te be-
halen. Het lied van het „Kwezelke", dat eerst
maar niet dansen wildSe. doch ten slotte be-
rcid was zich aan het dausgenot over te ge
ven, zoodra haar een man beloofd was.
Het schalksche liedeke van onzen vroeger
zoo populairen opera-zanger komt thans on-
willekeurig in herinnering, nu sedert eenige
weken Amsterdam dansen mag en de kwezel-
kens in de danslokalen, die de officieele verr
funning om dansvloeren te exploiteeren ge
regen hebben, hun mannen kunnen vinden.
Daar is heel wat over te doen geweest,
v6or het zoover gekomen is, want tot dus-
verre had de hoofdstad zien wel een beetje
bespottelijk gemaakt met dat dansverbod, vol -
gens sommigen vooral tegenover de buiten-
landers, die het hoogst belachelijk hadden ge-
vonden, dat ze in deze stad geen gelegenheid
konden vinden om zich 'b avonds met een
dansje te amuseeren. D&t argument heb ik
voor mij nooit erg steekhoudend kunnen vin
den, omdat ik niet geloof, dat de buitenlan
ders, die hier korter of langer tijd toefden, de
openbare dansvloeren zoo erg zullen hebben
gemist. Maar het dansverbod was, dunkt me,
kinderachtig tegenover de Amsterdammers
en de buiten-Amsterdamsche Nedterlanders.
Men kan de wijze en soorten van dansen van
onzen tijd leelijk vinden, onaeethetisch en wat
al met, dat de openbare danslokalen zouden
zijn de „kweekplaatsen van ongebondenheid
en onzedelijkheid", zooals ik het ergens gele-
zen heb, acht ik schromelijk overdreven, zulks
te meer, omdat de openbare dansgelegenhe-
den natuurlijk vallen onder die inrichtingen,
waar de politie het recht heeft een wakend
oo'g te houden en waar de ondernemers dier
„vermakelijkheid" uit eigenbelang wel zullen
zorgen, dat zij door hun dansende clientele
niet in opspraak en niet in moeilijkheid met
het openbaar gezag zullen worden gebracht.
Bovendien, men was hier niet consequent
ten aanzien van het dansverbod. Zoodra er
op een mooien avond te Amsterdam een
draaiorgel aan den gang ging, en de ruimte
Nlaar het Engelsch van Leonard Merrick.
Geautoriseerde venttalfalg van.1 Mej. E. H.
„Neen. Wel ea|gmaard!ijg? hfel Dikwijls hen
ik ail van plan geweest hier eenis hem te
gaam, van Zaterdiag op Miaandag, of voor
een concert, maar alfijidl is er wait tusschm-
beidfe gekomen. DLt i^nu well weer eeni eerslte
siamentreffen. Is 11 giisterm in „the Donne"
geweest?"
„Neen", antwoordldle zij. „Het speet
erg, maar ik kom niet. Ik hieb u eens ilni Lil-
verpooil1 gehoord. Mag ik u nog wel gelufc-
wenscfaien met uw succes? Ofsdhoom u alii zoo
week geldcweaschen hoort, dlait u er heusdh
niet naar meer verfllamgetni zultp
„Dat ik de uwe anders zeer op prijs site®,
fcunifl u well begrijpen nietwaar? Hleeft u hier
ail dien tijd gewoomd?"
O neeni! Met mijin h-uwelijk^ ban ik hiler
weggagaan. Eerst nai mijhi verllies keerde ik
terug."
Haar toon van sprefoen was biltfer. „Ik zae
liet het maar even toe, kon men zien hoe de
„kwezelken8" in de nabijheid een dansje op
straat begonnen en ik heb nooit gezien dat
,een dienaar der heilige Hennandad er tegen
opkwam.
En op den Zeecfiik, waar eenige lokalen
reeds sedert jaren en jaren dansvergunningen
hadden, danste Janmaat er lustig met zijn
„kwezelke" op los en zulks in lokalen, die
zoo was het althans eenige jaren geleden
dikwijls niet altiid de meest-verfijnde dansers
en danseressen kregen.
Amsterdam heeft steeds willen dansen.
Wagenaar vertelt in zijn bekende geschiede-
nis dezer stad reeds van de „dansscholen,
waar mans- en vrouwspersonen bijeen kwa
men en dikwijls groote ongeregeldheden ge
pleegd werden en die bij een keure van 28
April 1629 verboden werden", zonder dat
door dit verbod door de overbeid heel veel
werd bereikt, want het dansenminnende Am-
1 sterdam, wist zich buiten de dansscholen om
wel andere gelegenheid te verschaffen om
aan den hartstocht van ronddraaien te kun
nen voldoen. Trouwens, wanneer men op de-
zelfde pagina van zijn boek, waarin deze
Amsterdamsche historie-schrijver het boven-
staande vermeldt, leest dat dezelfde overheid,
die het dansen verbood,nffideel toestond „dat
bordeelen in twee daarvoor aangewezen ste-
gen mochten bestaan", is het begrijpelijk, dat
de burgerij het met die keure tegen de dans
scholen niet zoo serieus nam.
Wie de eigenlijke „uitvinder" van het arti
kel der Amsterdamsche Politieverordening is
geweest, waarbij aan houders van logemen-
ten, herbergen, restaurants, e. d. verboden
werd gelegenheid tot dansen te geven, weet ik
niet ik kan me niet voorstellen, dat het een
vroolijk Raadslid geweest kan zijn, maar in
elk geval was het Temand, die er anders over
;edacht moet hebben dan zijn collega van
Jezen tijd, den heer Gulden, die eenigen tijd
geleden, toen de dans-kwestie in den Raad
aan de orde kwam, het handhaven van het
dansverbod sterk afkeurde eh het volstrekt
niet eens was met zijn Bociaal-democratische
artijgenoote, mevrouw PothuisSmit, die in
_et belang der openbare zedelijkheid en in het
belang der jonge meisjes bovenal, streng
handhaven van dat dansverbod met voile
qvertuiging had aanbevolen. Men weet hoe
het hier gegaan is. De ondernemer van een
groot gebouw voor openbare vermakelijkhe-
den. waarin zich een ruime dansgelegenheid
bevindt het concertgebouw „Mille Colon-
nes" op het Rembrandtplein had ophef fing
van het dansverbod gevraagd. De Commissie
voor de Strafverordeningen had met het ge
val een beetje verlegen gezeten. Het dansver
bod opheffen zonder eenige restrictie, wilde
zij beslist niet; den Raad uitspraak laten
doen over elke aanvraag om dansvergun-
ning" durfde zij niet voorstellen, dht zou in
dat achtbaar college tot n6g meer debatten
aanleiding hebben gegeven; den burgemees
ter, die als hoofd der politie eigenlijk alle ver-
gunningen tot eenige openbare vermakelijk-
heid in handen heeft, op eenigerlei wiize aan
banden leggen, wilde zij niet. Dies meende
zij, dat de Raad maar eens door een motie
moest laten weten of hij v66r of tegen dansen
was en dan afwachten wat de burgemeester
zou doen als de Raad mocht te kennen geven
„dat hij Amsterdam wilde laten dansen'
Toen is inderdaad een dergelijke motie in
den Raad ter tafel gebracht en door dit colle
ge als zijn tneening uitgesproken, „dat gele
genheid tot dansen in het openbaar behoort te
worden gegeven." De burgemeester had die
uitspraak kalm naast zich neer kunnen leg
gen, doch de heer de Vlugt heeft zulks niet
gedaan en zich, hoewel hij krachtens zijn be-
ginselen zeker geen bewonderaar van dterge-
lijke openbare vermakelijkheden mag worden
geacht, op een breed standpunt geplaatst. Hij
heeft in den geest met de uitspraak van den
Raad overwogen hoe ver hij gaan kon met het
geven van dispensatie op net bovengenoemde
artikel der Politieverordening en eenige we
ken geleden aan eenige inrichtingen dansver
gunningen toegestaan. Sedert kunnen dus de
Amsterdammers daar hun verknochtheid aan
Terpsichore toonen en zij maken gaarne ge-
bruik van de aangeboden gelegenheid wie
dansen wil behoeft nu niet langer naar het
Gooi te gaan en b.v. dat vermaak bij Ham-
dorff te Laren te gaan zoeken.
.En in de dagbladen vestigen de met dans
vergunningen bevoordeelde groote restau
rants de aandacht op hun verkregen recht en
bevelen tn zuiver Nederlandsch (sic!) hun
„afternoon-tea dancing" en „dinner dancing
aan zulks natuurlijk uitsluitend om den bui-
tenlander-vreemdeling, ten minste als die toe-
vallig een Engelschman of Amerikaan mocht
zijn, aan te toonen, dat Amsterdam niet lan
ger zoo'n achterlijke stad is, waar men zelfs
niet mag dansen!
Dus, Amsterdam danst nu en de tijd zal
wel leeren of daarmede het zedelijk pal om-
laag gehaald zal worden vermoedelijk zal
wel blijken, diat zulks niet zoo erg zal wezen,
nu het dansen in het openbaar kan plaats
hebben en de houders der dansvergunningen
wel zorgen zullen dat de politie nooit aanlei-
ding zal kunnen vinden om den burgemees
ter te adviseeren hun vergunning in te trek-
ken.
De „kwezelkens" dansen er lustig op los
en -dliie leden van diem Raad, tie 10
het opheffen van het dansverbod verdedigen,
kunnen thans mede genieten van het dansge-
noegen en mede-„trotten" en -„steppen" op de
maat der strijkjes. Zullen zij straiks ook dan
sen naar de „pijpen" van degenen, die zich
verzetten tegen de nieuwe loonregelingen der
gemeente-werklieden, 0! zullen* zij d&t maar
over laten aan hun communistische collega's?
Wij zullen zien. Er wordt nog maar steeds
geeonfereerd en geredeneerd over deze be-
Tangrijke kwestie, maar het dreigende onweer,
waarover ik u een paar weken geleden
schreef, is nog niet bezworen, want overeen-
stemming is Wiikbaar nog niet bereikt.
Toch moet deze zaak ditmaal worden uit-
gevochten, vooral ook omdat stabiliteit in de
loanregeling en> dien arbeidsduur voor 'it gnx>-
te corps van gemeente-werklieden natuurlijk
van invloed'is op de particuliere bedrijven.
Een eerste eiscn In deze tijden vooral is, dat
de arbeid zonder telkens terugkeerende kan-
sen op conflicten kan worden verricht, en op
dit oogenblik is er al strijd genoeg in Am
sterdam. Nog steeds duuri: aan de Koninklij
ke fabriek op Kattenburg Werkspoor zoo
als men die kortweg noemt de staking van
de metaalbewerkers voort, omdat deze daar
geen loonsverlaging wilden aanvaarden,
noodzakelijb geworden Indien deze belangrij-
ke instelling van groot-industrie aan de con-
currentie van elders het hoofd zal kunnen
bieden; in het heieisbedrijf is staking omdat
men daar de werkweek van 48 uren niet heb
ben wil en die staking belemmert natuurlijk
den geregelden voorigang in het bouwbedrijf.
Kregen wij daar nu nog bij een staking onder
werklieden in de gemeente-bedrijven, dan was
„het spel compleet", maar het is nog steeds
te hopen, dat we ten slotte dten dans ont-
springen zullen, zonder dat de Raad van
Amsterdam er toe zal beslulten te dansen
naar de pijpen der werkliedenleidexs, die geen
rekening willen houden met de gewijzlgde
tijdsomstandigheden.
Wanneer zq zich wisten te stellen op het-
zelfde standpunt, dat de burgemeester der
hoofdstad gmg mnemen ten aanzien van het
tot dusverre gegolden hebbende dansverbod,
bezetten met het P., dat dan niet nmer
verdresm kan wordm.
10. KhS.
11. Pbd2 Pg6.
12. Pfl Pf4.
13. Pg9 om PIS te spelen. Maar 1 is te
laat gelijk zwart aantoont.
13c6 0m1 den 14en zet bkj-
gel® te rnakeo.
13. La4. Deze L. ia nu zoo ongeveer on-
schadelijk.
13Db6!
14. d4 ed4 :l
16. b4?l „Zie zoo", denkt wit, ^lie is gs-
zouden zij den juisten weg inslaan.
Ainusteirdlam; mag nu dansen, maar daar-
imrfe bdiOetft niiet ibesliSit fe zijn, dait belt naar
alU pijpm toe. S[M gANA
CorrespondentleadresSchaakredactear van
de Alkmaarsche Courant.
Gimoco Piano.
Wit: Horwitz. Zwart: Bleddw.
1. e4 e5.
2. PI3 Pc6.
3. Lc4 Lc5.
4. c3 Lb6. Zwart moet epoe
jK zag aan uw kleedmiei dial la u ai
lang wmuwe."
1 „Eeu jaar. 0£ woondle fa Liverpool bij
leven van mijn armen man. Maar u heeft
hem wel gekend mr. Lee! Ja zeker. Dien zo-
jnjgjr nog alls Jdindanen warned we allletni (bij-
oeni. Hoe vrmnld toch Ik weet nileit goed, of
u hem llaltier nog well, eens ontmoet heeft? _Mo-
gelijk heriinnietiit u zidhi nog Iteggy Harris?^
De Hang vergeten naaffl wekte herfaneriin^
2vol
ge-
noemd.
Hij boog plechtetatiig. Vbor hief oogenblik
gtilng er veel van het gevoelvolle van de si-
tuatie af, dbordat hij hooren1 mnesit, dat zij!
Reggy iHarriis hlad getrouiwd.
Hef looplt soma vneemd fa die wereld,
vfadlt u niS", vroeg zij met een tort liachje.
mijn trtouwen verlielt ik Brighton voor
a en nu zit ik er u hiier van te vetrtolilen,
jll ik weer fa Regency Square terug bien1,
waar ik fodh dadhlt dial i! nooit weer tomlen
zou behalve dan een enkde keer op be^-
aoelk. Naltuuriijfc kwam ik zoo nu en dian
Moeder."
,Uw moeder maafct het toeh- goed?'
jai, dianfe u. Moodier was er wel dlaidefflijk
dig toch een Looperzet doen. 't Is dlua
geen itijidlverlies.
5. d4 De7. Dit lokt dien vol-
genden foutzet uiti
6. d5? Pd8.
7. Le2? Waarom toch? Tijdverlies! Wit
moet zich ontwilkkelen. Hij wil waar-
schijnlijb c4 spellen. Beter was nog
T. d6 cd6: waarvoor zwart gedrongen
spell1 krijgt.
7. d6.
8. h3? (NPu de L op e2 staat is 8Lg4
niet erg, daarom's, die tekstzet alweer
tijdverh.es. Dit moet ziidh wrekeni!)
15. Judst! Doordat de
ill voor Lb6 open is krijgt zwart
een aanval oip 12.
Pf6.
om op 9Ie4: met Pe4: terug
te nemen en t gepende P. op 16 aan te
vallen.
1 000. Zwart staat supe-
rieur.
11Ph4. Wit heeft al niet veel goede zetten
meer.
1 1fe4:
12. Pe4. Wit meant een goede zet te doen.
Inderdaad is't een hoe® alech te.
1 2Pe4:I
13. Le7 Lf2t-
14. Kfl. Wit heeft niet anders.
14Pg3 mat!
Zoo ziet men hoe tempo-verlies tot een
catastrophe lean lieiden.
Wit: Einglander. Zw.: Charousiek.
Ginoco Piano.
1. e4 e6.
2. Pf3> Pc6.
3. Lc4' Lc5.
4. c3 Pf6.
5. d3 <3)6.
6. h3 Le6.
7. Lb5? minder goed. Hier speell men
mefestal 7. Lb3.
7OM).
8. Lg5 Pe7. Zwart geeft wit de
ilraria hem een dubbetoion te bezorgen,
ma an wil dan over de open gilijn een
aanval opbouwen.
9. Lf6: gf6:
10. g4? Wit wil1 Zwarfs 16 verhfaderen.
piaar rufaieert daarmee zijn Konings-
vieugel en geeft wit gelegenheid f4 te
zeker van, dat u de zanger moest zijn, waar-
van we daze®. Ik had het vergeteni, dial u
„EIishal" heette, maar zij rniiet; en dlait
„Elidha" gaf juist dien diooilsllag;. We stonden
echt te kiiken/'
Dalt dlactot ik wel Maar ik ben op geen
stukken na die eenige „Elisha", diaar waar
ik vandaan torn! Bijbelsche namien zijn er
Bohertilnig en faslag, wij houden er veell- van.
fa Savanna, waiar ik geboren werd, kunt u
heel wat Elisha's vfalden en Lee's zijn er
ook taWjk als het zand der zee! Daar
fcijkt u van op, hb?" 1 Ujkt u vreemdl?"
„Ja, well een Ibeeitje. Maar uw oudens wai-
ren todh ook mnziikaali?"
„Mijn oudens zijn hliieiiheeu gekomen toen
_j nog maar een ipaar maandlen was. Zb
sped&i banjo en Wee® goed"
Leven ze nog?"'
Hij sdhiuddle let hoofd: ,.Ik ben hee® al-
ilben op de wereld", antwoordde hij1, thlealtnaal
Toich hebben ze me zoo benoemd gezien, dlaar
ben ik blij om."
„Ze zulllen hee® trotsch op u zijin geweest.
„7e waren aitijd zoo goed voor mijP', en
zijn toon was nU wteer heel natunrllijfc. ,^e
trokfcen een behooriijfc honorarium fa die
de caf6<hantan)te, stuurden me naar schiobl
15Lc41!
16. bc5: Pg2t
Nu blJjkt de waardie van Le4.
17. Kd2 Db2.
18. Dc2 dc3t-
Wit geeft wijselijk op.
Oplossaing Eindspel 8.
1. Die6 Tf7. (Kh8 wordt gevolgd
door 2. Td4 dat doodldijk is).
2. Th7: De7 (op Kh7: volgt 3.
Df7 en Kd2 om Thl te kunnen spelen).
3. Td4!l De6: 4. Th8 Kh8 (of g7). 5.
Th4tt KgQ 6. Th8 mat.
Opl. Eindspel 9.
1. Te7! dreigt 2. Te8 en 3. Dg7 mat.
1. Td7 faalt op Dc7; Na de tekstzet heeft
zwart geen verdedigfagi meer.
Correspondentie.
P. O. Uw driezet odtvangen met vr, dank.
Natuurlijk stel1 ik grooten prijs op uw fazen-
dimgi en zal hem gaarne plaatsen. Mag ik zoo
uu en dan nog lets van u ontyangen?
'Eindspel T 2.
Zwart: Monphy.
Wit: 12 schijven op 24, 27/30, 33, 34, 37,
39, 41, 42, 48
s d e f g
Wit: Paulsen.
Zwart aan zet. Hoe wtat
Eindspel 13.
Zwart: Tschigorin.
I
d e
Wit: Arnold.'
Wit geeft mat fa 3 zetten.
Oplossing
2822
33 22
37—31
48—42
27—21
30-25
25: 5!
17 28
50 :36
26 :37
37 -48
36 18
48:19
Goed oplossingen ontvmgen wij van' de
heeren: w. Blokdijk, D. Gerling, D. Stam en
C. J. v "Zwanenburg te Aikmaar.
INTEHESS/^TE STANDEN.
Wij bevelen de volgende standen aan, taet
het doel, dat men eerst zal trachten de ontle-
ding te vinden, zonder de oplossing te zien.
Zwart: 10 schqven op 2, 9, 12 ,13, 18, 19,
21, 25, 31, 36.
Wit: 10 schijven op 20, 28, 32, 33, 34, 38,
39, 47, 48, 49.
Wit wint hier in acht zetten.
De tweede stand is iets ingewikkelder.
Zwart: 14 schijven op 2, 6,7,8, 11/16,17,
18, 22, 27, 32, 35.
Wit: 14 schijven op 11, 23, 29, 33, 38, 39,
40 42/45, 47, 48, 49.
Hier telt de ontleding negen zetten.
De oplossing van deze standen volgt hier-
onder (alleen zeten van wit).
No. 1. 34—29, 29—23, 33 24, 39—34,
49—44, 28—22, 32—28 en 48 10.
No. 2. 47-41, 41—37, 33—28, 39—33,
42—37, 43-39, 48-43, 440 7, 43 3.
Men verzuime niet de ontleding van deze
stukjees van den heer Kleute te zoeken.
Ter oplossing voor deze week:
PROBLEEM No. 810
van W. M. te Westdam.
(Van dezen onbekenden problemist versche-
nen indertijd verschillende problemen in het
N. v. d. Dag, die bijzonder de aandacht trok-
cen. Het hier volgende is zeer mood.)
Aan de Dammers!
Met dank voor de ontvangen oplossingen
van probleem No. 809 van C. Betlem.
Stand:
Zwart: 10 schijven op 2, 8/11, 13, 15, 17,
20, 26 en dam op 50.
en deden voor me wat ze toudien. Het was
ook op een van' hum toum6e's, diat ik bij u
flam huia gelogeerd heb. Ze zorgdlen alltijlc
diat er menscheru warm, die itoekiefcein ddt L
een prettige vacantite zou hebben. God zegene
ze."
Er vo®gde een torte pauze.
Eieo klefa medsje, m6t haar schopje achter
zich aansleependi, bleef met all haar versitand
naar hern staan kijken. Met dwiiftljg gebaar
1 joeg hij het kind weg. Mis. Harris kneieg
een kleur.
„lk gellloof, dlait ik nu wegmoeT, zei ze op-
staand „Ik gfag baby en nurse tegemoet. Als
u hier nog eens zfagt, mr. Lee, hoop ik u te
hooren."
v „Ik wil voor u zingen, wanneer u dat maar
verlangt", antwoorode hij, dadelljk bereid
Zoudt u en mrs. Tmnlett niet eens, op em
middlag, bij miji fa het hotel' wiiMen dineeren.
Ik heb een1 piano op mijn ziitkamer." r,Mioeder
gaat's avonds zdldlen uit."
„Laat ik het haar dian eens zelf, heel1 na-
dnikkelijk mogen vragen?"
„0, ja natuurlijk; als u het gedlaan fcreeg.
Maar dat zou mij1 verwomdlerenWe zullen u
infussdhen graag zien."
Hij lildhtte den hoed en nam Huildkucfaltig af-
Zwart12 schijven op 1, 2, 6, 8, 12, 13,
14, 19, 23, 24, 29, 30 en dam op 48.
Wit: 12 schijven op 11, 16, 17, 21, 32, 36,
38/41, 44, 50.
Oplossingen voor of op 4 Juni, Bureau, van
dit Bl'ad onder motto1 „Damrubriek".
LI.
Spruw en Indische spruw.
Telkens weer blij kt, dat de overeenkomsti-
ge benaming van beide bovengenoemde ziek-
ten aanleiding tot verwarring geeft; Het ver
zoek van em lezer dezer brieven om iets over
Indische spruw te vertellm, schept daarom,
em welkome gelegenheid om deze twee afwij-
kfagm, die overigens, zooals nader blijken
zal, nitet veel meer dan dm naam gemeen
hebben, toch in em opstel vereenigen.
Over spruw hoort mm de meest uitem-
loopmde opvattingen. Vele moeders schrikken
reed® als zij het woord hoorm of lezen. In
sommige sfcrekm zal men echter gemakkelijk
vrouwen, vooral oude bakers vinden, die van
oordeel zijn, idat spruw bij groeiende kinderm
evm goed noodzakelijk is als die hondenziekte
voor em hand. Dat hoort er nu eenmaal bij.
En door de apostelm der modeme zuigelfa-
gmverplegfag laten zij zich niet overtuigeo,
dat het feitelijk de schuld van de baker is,
wanneer em overigens gezond' Mod die eigen-
aardige witte plekje® in den mond krijgt.
sdheidi. Onder het sprefoen had hij niet meer
gedadht aan de tegensteilfaig die ziji vormde,
met wat ziji eens iplacht te zijn; maar slecihts
flflTi. de knappe jonge vrouw, die hij op het
oogenblik zag. Daar ze nu ook mindler be-
schaafd bleek, dan als jong meisje, was het
gemakfoeliifcer omgang voor hem. Het bun
geriijke, diat haar fa't bloed: zatf was meer
aan dm' diag getredCn. Gm op zevmitien jari^
gm leeftijd' gedisitfageerds aan dm bui-
tmkant te hebben, gaat nog wel; maar op-
tweemnieriig-jaiigen leeftijd, laat het verms
los.
Hij zag haar weer; zij hem niet torn1 hij' te-
rugging voor dm lunch. Em fclein kilnaler-
meisje em goedkoope naidloedei'ing van em
verpleegsiter, aacht hij! duwde een wagm
en de wediiwe liep er met al heel wefaig. op-
gewefetheild naast. Zoo haar weg banende
tusschen de nieuw-modische toiletten maakte
zij em armoediigm fadlmk iop hem. Ze zag er
somber en ooltievneden uit; als em vrouw, die
zich niet veremigm kan met haar Hot. Maar
zij had blauwe oogen m blond haar en Mij
had aitijd toegegeven aan zijn begeerten. Hij
nam zich voor, haar dien volgenden dag een
bezoek te bnengen.
■vl
sss?
;.y