Ilkmaarsche Courant
Bamrubrieb.
5W
WW
FEUILLETOy.
ZoHderlinge Kameradeu.
In en om de iooldstal
Hondard Zes en Twlntlgste Jaargaig,
JgHi.
Handelsonderwijs te alkmaar!
Eon kind Noordhollanda ovor
klnderen Noovdkollands.
Ji®. IS#. 1914,
AANGIFTE van1 nieuwe leexlingien toot:
a de HANDELSDAGSCHOOL;
b. de HOOGEiRE HANDELSSCHOOL
kan geschieden v66r 27 JUNI a.s. bi) dien
Directeux, schrijtelijk omdier cpgave van vol-
ledigen naam en voornamen, geboortedatum,
alsmede adres van dle(a) leerling en van de
ouders of verzorgera en met vermeldimg van
de laatst bezochte school en van die kinase
waarvoor Delating gewenscht wordt, en
mondeling elkem scnooMag van 10 tot 11 uur
of van 3 tot 4 uur in het schoolgebouw aan
de Doelenstraat faoek Nieuwesloot.
BdJ Burgemeester en Wethouidlera is ten
voorstel in overwegtog om de vooxwaaxden,
waarop leerlingen uit andiexe gemeenten wor
den toegelaten, te wijzigem in dien zimi dat <fe
voor die gemeenten,' aan het schoolbezoek dder
leerlingen verbonden Hasten aanmexkelijk
worden verlicht.
Nadere faHchttogen bdj den Dixecetur der
scholen, den' heer J. Postma.
i.
Dit stuk begint met een ontboezeming: ik
houd veel van de NoordhoHandera.
Vriendelijke lezeresaen en lezers zoo
ze in Noordhollaed vxijwel zonder uitzoni
ring zullen de vriendelijkbedd willqn heb
ben van te zeggen, dat deze ontboezieming
overbodig is, omdlat ik van de Noordhollan-
ders tot :.u toe weimig verkeerda en wel veel
goeda heb gezegd. Anderen zullen misschien
Eeweren, dat het ou eenmaal niet anders kan
wezeu dan diat je van die NoordhollanderB
houUt als je er bent gewomnen en geboren.
Weinu, dat zij; dan zoo. Ik heb an eenmaal
behoefte tot het afleggen van dit getuigenis
ma de lezing van mi enkele inaandien geleden
verscbenen boek. Dat book heet „Kimdereai
Noordho Hands". Het is in voorfcreffelijken
verhaaltraut geschxeven door Lamdsmeexa
Ned. hervormden predlikant H. J. Hejfaes. De
schrijver zal het niet z6A hebben bedloeld,
maar naar mifai mecmog zal dit bode op zijn
lezeresaen en 1 ozena de wtwexkfag imoeten
hebben, dat zij niet van de Noordhollanriers
gaan houden om het nu maar eens zachi
Uit -Hi -
En nu zou daar nog wdnig of Diets op
aan te mertken zijn, alls die Noordhol'landera
het ook iiiiderdaad verdienden. Maar naar
mijfl eerlijike overfcuiging docn zij dat niet. Die
overtuigiag' is gegroad op ervaring. Ilk ken
de Noordhollandera in hun karaktera, zedea
(en gewoonten. Tot verxe geslachten terug
kwaiu ik uit hen voort Mijn witg stond in
Noordholland. Ik ben er oggevoed. Ik woon-
de en wexkte een half dozijn jaren in een an-
der gewest en had dus ook de gelegenheid om
vergeliikingen te maken.
In Noordholland zelf verrtchtte "ik mfjn
tank op het plattefand en in de stad, gedu-
xernde una *20 jaar., ia-wijden kring; in ge-
iiieuitelijke, provinciate. waterschaps- en ker-
ielijke lunettes en in net landbouwvereeoi-
gingsleven.
Vooral in mijin dertien burgemeestensjaren
waaromder de crisisjaren had ik wel
zeer in het bijzomder de gelegenhieid de goede
en minder goede hoedanigheden van veie
Noordhollanders te leeren kemnen. Maar Dim
mer vond ik redan om van het Nioordholland-
eclie vgll skarakter, van de Noordhollandsdie
(tee on niet te gaan houden
Maar nu kom ik tot het boek van den heer
Heijnes.
Allereerst tracht die heer Heijnes diaarin een
kijk te geven1 op het vereenigingsleven in een
Noordhollandsch dorp. Op schilderachtige
■wijze beschrijft bij: de oprii h ting eener too-
neelvereeniging. Met lkhten spot stelt de
schrijver ons voor oogen hoe in heel de op-
richtiugsvergadering de bestuursveridezing
het eetiige is, dat der aamwezagen belangstel-
Jing wekt, en hoe overigens de achterlijke
dorpelingen alles' goed vinden en meer dan
goed, zooals hij het uitdrukt, omdat het „tot
vooruitstreving dient".
„De comediiedub aldus verkondt M om
na het doen van het oprichtingsverhaal
vereerde van stonde aan het jonge geslacht,
belust op jool, met zijn bewegelijke aandacht.
Die omstaiidighekl was noodtottig voor het
gebruikeUjke indommelingsproces.
In het oprich tirigsvexhaal lezen we over
dat gebruikelijke indommelingsproces bijv.
het volgende:
„Welk doel elk er van beoogde, maakte
ons tot dtusver niet zoozeer warm als wel; wie
in het bestuur zouden komen.
„Want het is de bestuursveridezing, die
aardigheid geeft aan het vereenigingswezen.
Zoodi-a den verkoranen die zetels dier eer toe-
bedeeld zijn, pleegt de sensatie, welke de ge-
boorte eener nieuwe dorpsinstelliiig onder ona
Naar het Emgelsch van Leonard Merrick.
Oeautorisaerdie vierMing van Mej. E. H.
14)
HOOFDSTUK VI.
Maar het lag niet in hiaiar natuur,, om de
oplettendlhedlen, die haar bewezen werdien,
niet aan te nemen en' dan niet bgelijk te -too-
nen, dat ze het wefli aar(% voncC en het lag
niet in de naltuur van deni man, die haar zoo
lief had, om1 zidh aan zijn woord te houden
en verdraagzaam te zijn. Eer het een half
jaar vender was, waxen er al een half dozijn
van die scfenes voorgevallen.
Lee voer nog heftiger uit; de verzoening
volgdie ndlet zoo gauw; maar het verloop van
zaken was steeds hetzdlfde, zij flixte, hlj'
schold 'haar uit, en dan kxoop hij voor haar
tot haar wxok bedlaardl was. Eta die gewaar-
wording van hoe vex ze hem wel kon doen
'kruipan, wekte in haar een barbaansch in
stinct. Ofschoon haar fouten1 het gevolg wa-
ren van zwlaldheid en niet van kracht hadkien
dergelijke miachtsproeven ieta opwitadletads
voor haar, en dflcwtjlS hield ze zich maar
wekt, van het kiook- tot het vxiespunt te da-
len.
„Het was dan ook, toen Gzoon de tooneel-
club ontwierp, twijfelachtig, of de vxoegere
stiditingcii van zijn werkzamen geest al dan
niet nog bestonden. Alleen de kiesvereeniiging
gunstig uitgezonderd. De kiesvexeeniging
heeft het voortduren van de verknochtiieid
barer leden weten te bewerken door haar
tactiek, in de vergadieringen, na afdoening
van hetgeen eener Mesvereendging is, een ko-
aniek te doen optreden. Zulks wil niet zeggen,
dat onze ovenge vereendgingen gcen mkele
vrucht zouden hebben gedragen, al blijfct
stands haar geboorte uit niets, of zij er nog
izijn. Zij hebben dit tot stand gebracht; dat
de burgerdeugd van etteilijken omzer is ge-
eexd, voor sommdgen met een voorzitbers-,
voor andexen met een secretaris-, voor eenigen
met een ipenningmeestexs-ambt. En van der
gelijke ondexacheddingen pleegt onder ons
noch door hen, die ze ontvatagen, noch door
hei^ die ze verleenen, het gemdht te worden
Zoo, zoo I Dat is well heel aardSg gieacfare-
ven. Maar, van miskennen gesproken, de
.schrijver rnMent hier toch' wel zeer den nut-
tigen arbeid van de vele vereenigingien in
onze Ntwrdhollandsche dorpen. Hij miskent
dien en hij: niaakt hem belachelijk.
Nu late men zich er niet toe verleiden om
te zeggen; dat de schrijver dan toch wel voor
oen dleel gelijk heeft; afgaande op de kltacht,
dat de vergadeiingen van vele vereenigtaigen
imeestal slecht bezocht worden. Want net is,
op den keper beschouwd, eigenlijk voor nie-
mandl mogelijk in dto arbeid van elke plaatse-
ilijke vereeniging een- meer of minder belang-
njk aandeel te nemen, of zelfs om haar vot»
I to' en trouw te bezoeken. Daarvoor ont-
meesten de tijd.
Maar wel heeft bijnia elke vereeniging een
ikern, die getrouw haar vergadeiingen be-
zoekt en van de bestuuxsledleo kan men waar-
lijJc als regel niet zeggen,, dat zij alleen of in
hoofdzaak bestuurslid ziin uit ijkMheid. In
ibdjtaa iedere vereeniging is zoo'n goede kern
van bestuuxBleden en eeoige andexe trouwe
werkera aantvezig. Dezen zorgen dat de ver
eeniging de bereiking van haar doel zooveel
piogelijk nabiji komt. Eta het is maar geluk-
ikig, dat de andexen er ook nog zijn, al doen
iziji meestal niet veel anders aan net betalen
van de contributie. Die moet er toch- ook we-
zen en het totaal van hetgeen aldus aan aller-
ld nuttdge vereendgingen wordt Mjgedragen
is heuBch voor mendgesen niet gering.
Doet de goede kern van wiexkexs het In het
oog van de andexen soma eens minder goed,
dan komen deze llaatsten wel voor den dlag en
taelpen zij mede de zaken, zooals zl| viexmee-
nen dat net behoort, xedht te zetten
Zoo geeft dit groepje zich aan de eene ver
eeniging, een ander beijvert zich weer voor
een andexe organisaiie. Alle imtellingen te
zamen vaxen ex ten slotte wel bit.
In de stad en op het plattelandf is aldus het
vereenigingsleven op een naar mijn meening
juist hoogen trap van ontwikkeling gekotaicn
Zeker zijn er nu ook van die vereenigkigeo;
.welke slechts schijnen te zijn geboren om da-
delijk weder te sterven, maar in vergelijiking
mef de andexe. die haar nuttige wenoing, tot
menigmaal zelfs in de kleinste doxpen, aan-
houdend doen gevoelen, zijn die ingeslapen of
ontslapen vereenigingen todh beSlist uttzonde-
ringen.
Moet ik ze nu nog melt name noemen?
.Good dan, ik zal het doen.
Ik wijs op de vereenigitagen in het belang
van de opetabare gezondhdd: het witte kruis,
het roode kruis, het wit-gele kruis; de vereeiii-
voor uitzending van kindexen naar
tellings- en vacantiekolonies, de vereeni
gingen voor tubexculose-bestrijdtaig.
Ik berinner aan de ijlvexige en liefdevolle
werkzaamheden in zoo menige plaats van een
of meer dranlkbeBtrijdersvereenigingeri:.
Ik will niet veargeten de vereenigingen voor
volksontwikkeling en bevordexing van goed
onderwijs; evenmin ala.de vele afdleelingen
van den bond voor staatspensionneering. Ik
denk aan de vexeenigin>gen op het gebiied van
de kunst: zang, muziiek, tooneel.
En aan de schittexende natuurlijk nog
steeds voor verbetering vatbare organisa-
ties in- het Ibedirijifsleven van den Noordtaol-
landschen veeboer. landbouwer of tuinder:
cooperatieve aaniKoopvereenigingen, graan-
malerijen, vereenigingen' tot afzet van land-
en tuinbouwproducten, vedlingsvereendgingen,
zuivelfabrieken, vereendgingen tot veredeling
van het rundvee en voor melkondexzic-ek en
nog zoovele andexe.
Ik wil ook wiizen o«p de onderiinge veever-
zekeringen, de boerenleenbanken, de onder
iinge brandwaarborgmaatschappijen, de wo-
ningbouwvexeenigitagen.
Ik zou de lijst nog heel wat kunnen uitbxei-
den. Maar men' zal mij daarvan nu wel wil-
len ontslaan. De erkenning van de nut
steun uit de kassen van die overheid.
Ik zal het wat hiet vereenigingsleven be-
trieft hierbij laten.
De bewoners van Noordholland, die oogen
en ooxen den kost gaven en gelegenheid had-
den om te zien en te hooxen, zullen het onge-
zoo hard enkel om het gemot er van te heb
ben, hem vernedexd te zien. Eens grieifde ze
hem zelfs diep om geen andiexe xeden dan
am haar lust te vdldoen. Ze waxen texugge-
keerd van een concert en' om den man, die
zoo fcersversch van zijn trionlf kwani, zich
voor haar zoo schandelijk te zien verwediexen;
bezoxgde haax al een imim sooxt gemot.
Ze hadddn een huis genomen ita Hamp-
stead, een huis, met een ruimen tuin en die
noodige stalling. Behaflve aan de studeecrica-
mer miet den kaleni paXkeMoer en de onge-
stoffeerde venstexs en dlie nicbs bevatte dan die
piano en twee stoelcn, had ze haar hart op>-
geihaald aan die overige vertrtekken, waar ze
iieder hoekje wlpxopte. Ze sohxeef aan haar
moeder vol trots dat „er geen' goedkoop ditag
te vinden was in heel het huSs." Evenzeer
naar wiaarheid had ze er kunnen bijlvoegen
dlat er geen stuk mood! was. Zij en Lee hadden
een punt gemeen, bedden waxen ze zeer pxaal-
ziek en hij vond1 zijn omgeving nog maar niet
vextoonmakenid gernoeg, om fe kunnen zien,
den sichat van geld, die er aan hesteed wexd.
En ze had een zestal gedlienstigen; het
stiefkind van den tetaorzanger weXdl nu naar
„the Heath" gexedta ita1 den fijnsten opsdhik,
door een volslagen ^nurse". BSJ haar bediten-
den wekte mrs Lee minder sympathie, dlarn
twijfeld met ml} eens zfjn, dat de schets van
het vereenigingsleven door Ds. Heijnes gege-
ven, die Jdnderen NoordholLaindls miakent en
zonder xeden rkHculiseerf
Purmexend. D. KOOIMAN.
LXXXII,
Van een spoorweg-jubUetm en vacantie.
De twee zomer-vacantie-dagen t# uitne-
mendheid, de Pinksterdagen, liggen wederom
achter ons en hoewel het weer, althans in dit
gedeelte van ons vaderland, mooier was ver-
.langd, heeft het toch niet kunnen verhinde-
ren, dat degenen, die het er nu eenmaal op ge-
zet hadden uit te gaan, zich niet hebben laten
weerhouden Amsterdam te ontvlieden om ia
de omgeving der hoofdstad van de natuur te
kunnen genieten.
De echte Amsterdamsche „Pink8terblom-
men" hebben zich trouwens nooit aan de gril-
len van ens Idtamaat gestoord en zijn jaar in,
jaar uit, der tradltie getrouw, gaan dauw-
trappen in de Meer en hebben vaak de blom-
metjes terdege buiten gezet", di'kwerf op wat
al te ruwe oud-Amsterdamsche wijze, omdat
de jeneverflesch er veelal zulk een Hroevige
rol bij speelda
De traditie van uitgaan op Pinkster is na
tuurlijk blijven bestaan, doch de toestanden
zijn anders geworden. Een twinig; dertig jaar
geleden was het in de Meer, waannede dan de
Watergraafsmeer en het aangrenzendo Die-
men bedoeld werden, op deze vacantiedagen
dikwerf echte Amsterdamsche hrooddronkn-
heid en kon het er vaak ruw en onbeschaafd
toegaan onder de massa's, (he uit de Amster
damsche volksbuurten getrokken waren naar
al die buitea-tuinen. welke de Meer en Diemen
toen telden en wera de boel er vaak danig op-
gesdhept, vooral als de drankflesch lustig
was rondgegaan.-
Gelukkig, de zeden zfjn te dien aanzien wel
verfijnder geworden. De Meer en Diemen heb
ben niet meer die groote aantrekkelijkheid
van vroeger, omdat ae toestanden er danig
veranderd zfjn. De Meer is niet meer een bub
tengemeente, dbch ten offer gevallen aan de
;mnexatie-gulzighdd der groote stad, en de
bouwwoede van onzen tijd neeft een heel groot
gedeelte van hetgeen eens well and en buiten-
tuin was, van aanzien doen veranderen, zoo-
dat de Meer niet meer het fechte buiten van
vroeger is. Maar bovenal, de tijden zijn voor-
bij, waarin op dergelijke vacantie-dagen de
drank aunleiding gaf tot vaak ruwe en walge-
Hjke tooneelen. Natuurlijk, 't gaat er nog met
dltijd even beschaafd toe, maar men mag ze
ker met vreugde opmerken, dat het drankmis-
bruik op deze zomer-vacaniic-dagen veel ver-
mindferd is. lDe drankbestrtadings-propagan-
da, maar meer nog vermoedelijk de hooge
drankaccfjnB en bovenal de invloed van de
sport, die niet samen kan gaan met gebruik
van alcohol-houdendo drankm, hebben hun
goede gcvolgen gdhad.
Door die sport; door het In die latere jaren
zoo door en door populair geworden rqwiel,
gepaard aan de bovengenoemde plaatsel^ke
veranderingen, hebben de Meer en Diemen, en
meer nog, ook Statendijk eveneens door den
Sooten slok-op Amsterdam ingepalmd
ig niet meer het monopolie van de Pinkster-
vacantie-menschen. Zelfs de Haarlemmer-
hout, in Hildebrandfs dagen en nog lang
daarna zoo'n groote aantrekkeijkheia voor
'den uitgaanden Amsterdammer. telt voor hem
niet meer mede in de eerste plaats De Am-
sterdammers, (He naar buiten willen, trekken
verder heen dan Haarlem, kunnen dank zij
het rijwie] gemakkelijk het zee-strand berei-
ken: de Hout is niet voor hen wat hi] voor
hun orders en grootoudere is geweest. Be-
halve dan in de eerste lentedagen, wanneer
aan gene zijde van Haarlem de onvolprezen
bollenvelden hun schitterende kleurenpracht
toonen en de Amsterdammers in htm duizen-
den lokken, is in de latere jaren de trek naar
buiten voor den Amsterdammer meer oost-
waarts, naar het Gooi en Baarn, gericht, d an
naar Haarlem en omstreken de verbeterdc
middelen van vervoer zijn daar de schuld
van geweest. AHereexst natuurlijk de aanleg
van den spoorweg Amsterdam—Amerafoort,
de Oosterspoor, zooals deze lijn jaren lang
genoemd werd. Het is in deze Ptaiksterweek
juist een halve eeuw geleden, dat deze door de
H. I.I S M nangeegde spoorweg geopend
werd, n.l. op 10 Junl 1874. Die opening is
ook de ooxsprong geworden van de opening
van het Gooi voor de Amsterdammers en heeft
ontzaglijk veel bijgedragen tot de opkomst der
gemeenten Bussum, Htlversum en Baarn;
van Bussum vooral, dat volgens het geschied-
boek, in 1917 door wijlen den heer A. N. J.
Fabius ter herinnering aan het toen bonderd-
jarig bestaan dezer gemeente uitgegeven, in
1870 nog
oogenblik
heeft
1200 zielen telde en op dit
20.000 reeds veroe overschreden
von
Bfj de opening van den
d zich het slatii
be-
;on te Amsterdam tijdeOjk
in een loods aan het Oosterdok het Cen-
traal-Station was toen nog in aatabouw en
het spoorwegstation van Nlaardem—Bus-
sum was een klein, eenvoudig gebouwtje, met
een overweg naar het boschrijke gedeelte aan
den Spiegelkant, waarvan de afsluitboomen
nota-bene bediend werd door personeel van
den heer P J. Loman, den ondernemenden
bij: de mannen, die haar edhtgenioot zijta
„vrienden" noemldle; ze. keken op haar neer
omldlat ze dien1 zwatate getrouwd haid, terwijl
ze hem, ails faun heer veel meer ontzagem, dlan
haar als hun ^nevrouw". Instiinctlief begreep
ze dit en niilet zelldieta Ikwam het voor op „the
Woodland" dat een' van die meisjes onitsllaigen
werd, omdlat ze „niiet eeXbSediig genoeg was
geweest in haar optreden''. Het was imimexs
ook niet waaradhijmlijk dat zij het' noodig
Trouidlen adtten veefll eertaed te toonen voor de
dochter van' een hospiita en de vxouw van een
neger. Een paar vrouwen die zij ontmoette
schenen een andiexe opvattdng van haar posi-
tlie te hebben dan de tnannen er nu eenmaal
op nahidlden. Ze vond het gezelschap van
vrouwen veelal' ergexlijk, na haar huweflijk. Er
waxen van den begiinne af al diadelijk enkele
pijtalSjke voorvallen; maar ze wist, dat jar
loexscfae mensdhen altijd minaidhting toonen;
en de voordieelen waxen talloos, hield ze zich
dan maar weer voor.
Het was dus enkel, dat zfj er .ipgen opzag,
wat haar nog boven het hoofd hing; anders
zou ze zich die bonding van de vrouwen
wel gesdhikt h'ebben met die gedlachte, dat zij!
pxecies hetzelfde zouden gqpaan hebben als
ze maar fa de gelegenheid waxen geweest.
Haar werkelijlkc vernediexfag kwam fa den
Amsfexdamtaier, die binnen een jaar na de
opening van den Gosterspoonveg hi d>: on-
mid'dellijke nabijheid van het station het nog
steeds bestaande hotel „NieuwiBussum'' ver-
rijzen deed. Later is de spoorwegmaatsdhap-
pij wel zoo goed geweest de bediening van
dien afsiuitboom tegen vergoeding van 250
per jaar op zich te nemen, totdat dndeiijk.
maar eeret fa 1908, door een overeenkomst
tusschen gemeente en maatschappij die ver
goeding verviel. Tegen spoorwegovergangen
afsluiten hebben onze spoorweg-maatschap-
pijen blijkbaar steeds eenig bezwaar gehad
leven wij ook thans niet in een tijd, waarin,
dank zij de bezuinigfagswoede, overal in den
lande een aantal spoorweg-overgangen, die
vroeger bewaakt werden en afgesloten konden
warden bij het naderen van een trein, eenvou-
dig 6n-afgeslpten blijven?
Niettemin, fa de verloopen halve eeuw is het
Gooi door de spoorwegverbfading nader tot
de Amsterdammers gebracht en zijn allengs
allereerst Bussum en Hilversum forensen-
aatsen van beteekenis geworden. Het ver-
op die spoorlijn is hoe 1 anger hoe meer
toegenomen en het noodzakelijk gevolg is ge
weest, dat het oude station te Bussum voor-
een nieuw moest plaats maken. Gedeeltel^k is
dat reeds eenige jaren In gebruik er be
staan lange, ruime perrons en wachtkamera
en er zijn tunnels, die van den- openbaren weg
naar die perrons leiden. En tbch is de toe-
stand van het Bussumsche station aller-droe-
vigst. Door den oorlogstoestand is het bouwen
van het eigenlijk hoofdgebouw van het sta
tion, waar het publiek zijn plaatsbiljetten
moet nemen en goederen ter verzending bren-
gen, vertraagd. Na het einde van den oorlog
ziin de bewoners van Bussum elk jaar weder
blijde gemaakt met de belofte, dat net nieuwe
station nu heusch spoedig de onooglijke ba-
rak, waar men thans zfln bilijetten moet ne
men, zou vervangen, doch tot heden blijft het
bij beloven. Erger nog is het, dat de spoor-
weg-directie het publiek is gaan behandelen
alsof de reizigers er zijn ter wille der spoor-
wegen, fa plaats van de spoorwegen in het be
lang van net publiek. Er bestaat daar name-
lijk sedert een paar jaren een toestand, die
misschien eenig is in Nederland en die dan
ook heel ..meriiwaardig" werd genoemd door
tal van Pinkstervacantie houdende Amster
dammers, die niet dagelflks het Gooi bezoe
ken. Want, men heeft te Bussum de eigenaar-
digheid, dat het publiek, nadat het in boven
genoemde barak zfjn plaatskaartje heeft ge-
kocht, de straat over moet gaan om dlan door
een der op een goede ho^derd passen verder
zich bevfadende tunnels de perrons te kunnen
beretken. Een en ander is natuurlijk buiten-
gewoon „aangenaam" voor rdzigers, die niet
bijster goed ter been zl|n, of veel baga
zich heifaen en edgenaardlg is, dat bl
nog geen enkele spoorwegman zich heeft af-
gevraagd of men den xeizigexB ook zou kus
nen gcrieven door fa, de tunnels van dat
delijke" station een naar plaatskaartcnlol
ton neer te zetten. Blijkbaar zfjn we in die vijf-
tig jaren, verloopen sedert een particulier
moest bijdragen voor het bedienen van afsluit
boomen, nog niet in Mle oprichten er op voor
uitgegaanl
Doch, vacantle-reizigera moeten nu eenmaal
voor hun vacantie-genot ieta over hebben en
maar denken: „als iemand verre reizen doet,
dan weet hij te verhalen", en als zij dan be-
hooren tot degenen, die nog vacanne-toeslag
van de gemeente Amsterdam op den koop toe
krijgen, zullen de ongerieflijkneden van een
Gooiscn spoorwegstation hen vermoedeiijk
niet erg deren.
Ik schreef u onlanga reeds, dat die vacantie-
toeslag-kwestie in den Amsteidamschcn Raad
tot onverkwikkelijke debatten aanleiding had
gegeven. Sedert is die geschiedenis in verband
met de onderhandelipgen, die thans tusschen
gemcentebestuur en vertegenwoordigers der
werklieden-organisaties over de nieuwe loon-
regelfag gevoerd worden, weer aan de orde
geweest.
De wethouder voor de arbeidiszaken, de heer
Wierdels, heeft in den Raad beweerd, dat men
over den .vacantie-toeslag reeds tot een be-
slissing was gekomen en deze fa de orderhan-
(ielingscoimnissie op /20 fa plaats van /30,
zooals die vroeger was, was vastgesteld. De
communistische raadsleden hebben op wefaig
parlementaire manier gezegd, dat de wet
houder „dat gelogen heeft", want dat de werk
lieden-organisaties met aien verminderden
toeslag heelemaal niet accoord gingen. Ge
volg is natuurlijk geweest nieuwe onverkwik
kelijke debatten en tevens debatten, die aan
duidelijkheid te wenschen lieten, zoodat we nu
feitelijk nbg niet precies weten hoe de vork in
den steel zit. Maar dat komen we wel nader te
weten als de Raad opnieuw over die netelige
loonregelingen aan het debatteeren slaat De
wethouders, vooral wethouder Wierdels, zul
len nog kwade uren hebben te doorworstelen
v66r ook voor hen de vacantie-dagen zullen
zijn aangebrokenzdnder vacantie-toe
slag!
SIM SANA.
Aan de Dammers!
Met dank voor de ontvangen
van probleem No. 811.
votan van en baby. Het was een toleine, geel-
getinte baby, die fa het eenst geen levensvait-
baarhletEd scheen te hebben. Diit hoarse ziji pas
enkefle dagen later en toen het 'haar verteld
wexd sfloot ze de oogen uit vxees dlat die haar
gedachten zouden verraden. Het was een
fcletaifi ged-getfate baby, dien ze met afkeCr als
den Imre beschouwde, en toen ze hem haar fa
de armen legden ging er een rilling over h aar
llichaam bij die aanxakfag.
De vxeugdte van Lee wekte haar toorn. Ze
haatite hem) als hif glilmllaichend! over het bus-
sen faifag, werdi woeaend dioor Wat zij voor on-
gelvoelligheiid hield, als zij dacht, cM zif blif
zou zijta. Hij was vexrubt, het bind was van
haar en van hem.
Ma verloop van enkele nmandlen had hij
meer van' haar verlangd dan alleen ;naar als
haar edhtgenoot aangenonien te zfjn. en nu
voortaan moesten ze eens zijn, vend hij. Zif
was nielt langer meer die souvexefaa, die goed-
keurde, zij was de moeder van zijn zoon. Die
misvaiting duurde edhter slechts bort en het
was zfjn eigen kiindi, dlait den man^opetnbaax-
de,^hoe zijn huwelfjk een dwaasheid was ge
weest. Toen hfj zag, dlait zff zich schaamde
over haar moederschap sdraamde hif zich
over zijta hartstodht; het was haar verach-
'ting voor haar baby, waaruit hem bleek hoe-
Stand
Zwart: 15 schijven op 1, 4, 6, 7, 8; 12,
13, 16/19, 21, 23, 28, 2Q.
Wit: 15 schijven op 15, 25, 27, 30, 32, 35,
37, 38, 40, 42, 44, 47/50
De winneode combinatie, die ,wit maabt, is
als volgt:
1. 15—10 1. 4:15
2. 25-20 2. 15:24
3. 40-34 3. 29:40
4. 49—43 4. 40 49
5. 50-44 5. 49 40
6. 35 44 6. 24 35
7. 4440 7. 35 44
8. 27—22 8. 18 27
9. 43—39 9. 44 33
10 ^8 9 10. 27 38
11. 42:241
Goede -oploesfagen ontvingen wij van de
heeren: W. Blokdijk, C. Betlem, G. J. C. De-
nije, P. Dekker, D Gerling, G. J. v. d. Ploeg
en A. List te Alkmaar.
De volgende stand, samengesteld voor be
ginners, is interessant om de combinatie (au»
teuT P. Kleute).
Zwart: 10 schijVen op 5, 8, 11/14, 21, 24,
35, 41.
Wit10 schijven- op 15, 22, 23, 25, 33, 42,
43, 45, 49, 50.
Wit wiut door:
1/ 25-20 1. 14 25
2 15—10 2. 5:14
3. 23—19 3. 14 23
4. 42—37 4. 41 32
5. 22—18 5. 13 22
6. 33—28 6. 22:33
7. 45—40 7. 35 44
8. 50: 30 8. 25:34
9. 43—39 9. 34 43
10. 49:18
Vanuit dfe .positie, hieronder op diagram
aangegeven, werden de volgende zettec ge-
speeld:
Zwart: 13 schijven op 2, 4, 6/10, 13, 14,
15, 18, 19, 23.
Wit: 13 schijven op 26, 27, 28,-32;33, 38,
43. 44, 45, 47, 48, 50.
39,
1. 48—42
2. 42—37
3. 47—42
4. 44-40
5. 4035
6. 45—40
1. 7-12
2 6—11
3. 11-17
4. 15—20
5. 20—24
6. 14—20?
Wit speejde nu 5045? doch had als volgt
kunnen winnen:
7. 35-30 7. 24:44
8. 27—22 8. 18 27
9. 32:21 9.' 23:41
10. 33—28 10. 44 32
11. '42-37 11 41 32
12. 18:7 12. 2 11
13. 21 5! en wint.
Ter oploesing voor deze yeek:
PROBLEEM No 812
van A. MEAUDRE (Fr.)
Zwart5 schijven op 13, 24, 25, 29, 34 en
dam op 12.-
Wit: 7 schijVen op 26, 31. 35, 40, 42, 43,
44.
Een mooi en eenvoudig probleempje.
zeer hijzelf wexd' veracht.
Want haar vexnedexfag sleet miet ui't en
otfecfaooo ze haar best (feed het gevoelen te
vertoexgen, wist heel het huishouden toch, dat
het haar aftijd overwintaing kostte het kind
aan te raken. Ze was vernederd, met iiedlexen
keer, dat ze hem zag. Al die versierfagen
van kantjes en linltjes waxen haar pdjmlijk.
Als de baby naar buiten gedragen wexd,
konnp ze faeen bij die opmerfcingen, die ze
wist, dat de buxen' aan faun venstexs zouden
maken. Telikens als ze zich over de kamer-
wieg heenboog, leek het gezichltje haax zwax-
ter en' belachdijker.
Hij wexd' David' gedloopt. Dit had Lee zoo
gewenscht en haar icon het niet schelen.
Lee bracht hem zijn eexste stuk speelgoed
en gfag altijd ma of 1 niet tochtte fa de ka-
mexs waar het kind1 vecbleef. Tot hem wenddle
ook de zuster ziidh, als ze dure uitgavea had
voor te slaan.
Ownie's liefde -voor den andlexen kleinen
jongem was tot nog toe heel kalm geweest,
maar gepniikeld dbor jalouzie- als ze nu
werd fcneeg zij buiien van groote teeder-
heid, niet anders dan uiitfagen van: wrok. Of
schoon hij altijd even vriendlelSjb en gul bleef
tegenover haar zoontje, noemde zN hem in
zich zelveni, dien axmen blefaien Vivian, en
een gichelemde dienstbode, die juist gesnapt
toen zif de opmerking liiet hooren, dat