Alkmaarsche Courant \J Trasg m Aaxfeo4 Modapiaatjas van uo Paiisieia^ Zaterdag 5 Juli. De legende vai de Alkmaarsche Sehijndoode. Prorlacia*! Mieuws Ho. 1ST 1924 Honderd Zet en Twlntlgste Jaargang. Onder de nagelaten papiereti van onzen ge- achten fctadgenoot wijlen Overste Wakker bevand zich een anvoltooid opstel, dat boven- genoemdea titel voerde. Door vriendelijke be- middeling van zijne dochfers daaxtoe in staat gesteld, reken ik bet mij tot een eer dit iaatste werk van haar vader te mogen beeincLigen en te pubiiceeren. Wie onze Groote Kerk van de zijde van1 de Langestraat binnentreedt en zijn weg door de Noordergang vervolgt tot op de hoogte van het kleine orgel, is dan juist een blauwe zerk gepasseerd, waarop en bas-relief een keurig gemoddleerd vrouwenfiguur voorkomt, gievat in een cartouche, welke zoowel naar de West- als naar de Oostzijde door vensregels, in laat- gothische letters uitgehouwen, wordt ingeslo- ten. Dit gehed heeft de stof geleverd tot de volgende, bij vele Alkmaarders bekende le gende, waarin geen tijdsbepaling aangegeven wordt en die ongeveer aldus luidt: Een gehuwd scheepskapitein verliet zijn gezin voor eene groote zeereis. Bij zijne terug- komst bleek zijne vrouw tijdens eene epidemie overleden en reeds in de kerk ter aardt besteld te zijn. De kapitein liet het lijk opgraven en de kist openen. Thans nam men waar, dat het lichaam daarin op andere wijze lag, dan toen het er na het overliiden in besloten werd De vrouw moest dus schijndood geweest zijn en om nu zijne medemenschen op het gevaar daai-van te wij'zen, liet hij haar beeld tot af- schri'kwekkend voorbeeld in de grafzerk uitbei- telen. Hoe treffend een en anlder ook moge klinken, er is tot heden geen enkel spoor te vin- den, dat aan dit verhaal maar een zweem van waarheid ten grondslag zoude liggen. De sage zegt: het lijk lag omgckeerd in de kist, toen de man het vond na opening en de argelooze beschouwer zou er ook werkelijk de afbeelding van een omgckeerd lijk in kun- nen ontdekken, maar, bij nader inzien blijikt het een gewone uitbeelding te zijn van een vrouwenfiguur uit de overgangsperiode van late gothiek naar renaissance. Intusschen is de grafzerk (genummierd 290/291) niet minder merkwaardig daarom. Bijzonder moet het opvallen. dat niemand voor zoover bekend, in gesenrifte ooit een woord aan haar heeft gewijd, hoewel zij minr- stens sedert 1559 in de kerk gelegen is, en waarschijnlijk op dezelfde in het oog vallendc plants ligt, waarop wif haar thans nog ken- nen, terwijl de kerkgangers van vele eeuwen haar hebben betreden en helaas tot hare uit- slijting aanmerkelijk hebben bijgedragen. Aan dc hand van de in het gem. arthief al1- hier voorhanden grafboeken en leggers van de graven der Groote Kerk, is het mogelijk den eigendOm der graven te eontroleeren tot om- streeks 1599 terug. De uit 2 deelen bestaande oudste serie geeft in haar eerste deel de volgende aanduiding van den bovengemelden steen in deze termen „Twee graven gemerkt metYen 'dan volgt in de marge het biigmnd flguurtje, voorsteltend een kulsntprk, Vergezeld van twee jaartallen): 19 9 9 Ii 5 6 0 „toecomende gerrit Arisz lakencooper". 't boven weergegeven huismerk komt op den steen tweemaal voor en de jaartallen zijn bei- de eveneens nog op den steen terug te vinden, al kost het ontcijferen weliswaar eenige moeite Het 2e deel van genoemde serie geeft den- zelfden Gerrit Arisz als eigenaar op, maar nu in vereniging met een ander, een zekeren Sdjmon Gerritsz. Het graf kwam na een reeks van andere ei- genaars uit de familie vat; den lak'ankooper (die ik hier kortheidshalve oversla) door eria- nis in het bezit van Mr. Cornelis van Eijck een burgemeester van onze stad in de 18e eeuw, die bekend geworden is, doordat hij bij testament een thans nog bestaande stich- ting in het leven riep: het naar hem ge noemde hofje in de Doelenstraat. Daar ons verdere gegevens betreffende dten ouden eigendom van den. steen niet ten dien- ste staan, is ten slotte als Iaatste reserve aan te voeren het oude memoriaal wlaarin de kerkmeesteren behalve allerlei belaegrijk- heden over de aan hunne zorg toevertrouwde Sint Laurenskerk, 66k melding maakten van degenen, die tijdens hunne dienstjaren waren overleden en in de kerk begraven waren. Het mtemoriaal geeft misschien een aanwijzing 1) Invent. Gem. Arch. V:18le Serie.l. fol. XL11. 2) Zie de Grafboeken- der Groote kerk. Inv. Gem. Arch. IV: 7 :c. Bezoeker: „Hoe zit het met die zeesli waar we vroeger zooveel over hoorden. Ziet niemand er meer een?" Ouwe zeerob: „0, we zieni er genoeg, maar sedert den oorlog is er geen vraag meer naar. (Punch) door een notitie, vermoedelijk van de hand van den kerkmeester Jacob van Teylingen, die in 1559 schrijft: ,^Ma Oomrn Dirck jansz van der „put heeft gecdjt van de kerckmeeste- ,/en twee graven besijden maikanderen Jeggende beSijden die stoel van gheerte „claes die oude schoutinne van ses tege- Jen breet daervtyren hij betdeU heeft Jwee cordncxdakrs tstuck van XXXV ,^tuvers. Dee is sijn soons bird graff gelt ,jdderin gereH/ent ertde gesmolieri'. De eenige, die voor „sijn soons kint" in aanmerking zou kunnen komen moet m. i. zijn „Coman Ariao op Luttic Oudorp kind" waarvoor terstond na Paschen 1559 betaalde geldeni worden1 verantwoord. Een mededeeling als bovenstaande komt spaarzaam voor in het memoriaal en client dus opgevat te worden als een bajzondere ge- beurtenis, door kerkmeesters speciaal ver- meld. Er blijkt uit, dat het door den koopmam van der Put aangekochte evenals dat, waar- van hier sprake js, een z.g.n. „dubbel" graf moet zijn. Maar vooral is de ligging merk waardig: Kerkmeesters vermelden de zit- plaats van de „oude schoutinne", d. w. z. dus: de vrouw van den vorigen schout. Be- d'oeldie schout was Willem Jansz Wijdeneer een zoon uit de aanzienlijke Alkmaarsche fa milie der van Egmond van de Nijenhurch's. Zij zelf heette, naar Boomkamp op gez,ag van Westphalen meedeelt0) Gheerte Claes Ryxz en zij werd gerekend onder de meest bezitten- de inwoners der stad, toen Koning Philips in 1558 om geld1 voor een leening „om Keden van Oorlog" kwam aankloppen. Het is denkbaar, en wegens hare hooge po- sitie is het alleszins waarschijulijk, dat de oude schoutin haar zetel in de kerk heeft ge- had in een der Choorbanken. De Choorban- ken, die hocwel door verf en vermimking aan- getast, de reformatie- en revolutie-stormen trotseerden, staan thans nog op het oude Choor, waar zij moesten verhuizen naar de absis- Aan de bascment-lijsten der kolommen ter zijde van het Choor zijn nog duidelijk de sporen te vihden van de oude plaatsing van cfeze banken. En opmerkelijk is zeker, dat wanneer we ons het gestoelte der schoutin op de oude plaats denken, juist „bezijden" de standplaats der 4 banken de steen ligt, waar- over onze legende spreekt. Dc gewoonte bracht mee de koorbanken der hoofdkerken te beschilderen met wapens of merken der bezitters. (Voorbeelden uit onze nabijheid vindt men in de St. Nicolaaskerk van Monnikendam of in Haarlem's oude St. Bavo). De mogelijkheid is dus niet uitgeslo- ten, dat wanneer eens dit oude meubilair der Alkmaarsche kerk aan den restaurateur wordt toevertrouwd, op een der ruggen het wapen van Schoutinne Geerte te voorschijn. kcwnt: een veld, gekeperd van goud en rood van 12 stukken, gebroken door een smalle roode lijn. Bij1 gebrek aan gegevens die afdoende zijn, kwam ik tot de hier opgesomde vermoedens. Mag misschien reeds uit het voorgaande bl'ijken, dat onze overlevering niet op histori- scne grondVesten rust de meest overtui- gende aanwijzing in die richting geeft wel het opschrift van den steen zelf. Dit opschrift rept n 1 met geen woord over de versairikkin- gen van dbi schijndood, maar het herinnert den mensch op waarschuwenden toon aan zijn sterfelijlcheid in een eenigszins wonderlijk kreupel rijhx. Dank zij aanhoudend vorschen en turen slaagde de Heer Wakker er in de inscriptie voor een groot deel te ontcijferen. Zij luidt dan, voor zoover leesbaar, als volgt: (3). EY LAES NU BEVIND ICK - DAT MY DIE IS GESEIT. (4) DAT TEGEN DEN DOOT BAET RYCDOOM NOCH EDEL- HEIT. (5) WYSHEIT NOCH CRACHT NOCH JONHEIT VAN JAEREN. (6) ALS DIE DOOT OOMPT DIE WIL NIEMANT SPAREN. (7) OP HUDE 1ST MLICH. IC GI DYN. (8) O MENS TIS U. EEN GHEE&- TELYC WYSHEIT. GROOT. (9) AIL RE VOIR AL ULIE LICHT DE DE DOOT. (10) WAT IC UIT LIEFDE GAF IS MY AL GAEBLEVE (11) DAT ICK VAST BEHILT HEEFT MY BEGEVE Deze Iaatste regels stemmen vrijwel over- een met het opschift van een gevelsteen te Vlaardingen, afkomstig uit het voormalig H. Geesthuis: „Den aernten dat ick go} is mijn ghebleven ,jDat ick hielt heeft nujn begheveri'. De karakters op den steen hebben een frap- pante overeenkomst met die van de zerk van een zekeren Claes Verdeel, welke uit hetzelf- de jaar dateert en ini nonnale tijden in de viering der Groote Kerk gelegen was. Het type van den steen benedien en boven 'n inscriptie en in 't midden 'm figuurtje komt overigens menigvuldig voor in de 16e Eeuw. Er ligt b.v. in de Wester- of St. Go- marus-kerk te Enkhuizeni een steen in de Zui- derzijbeuk (232/233), die behoudens een rijkere versiering eenzelfde voorstelling ver- toont als de Alkmaarsche steen. Verder geeft Dr. Smits 7) een afbeelding van een zerk uit de's Bossche St. Jan, waarin ook een groo te overeenkomst ligt en waaraan evenzeer een legende is verbonden! De meening ligt voor de hand, dat we bij den steen van de sage te doen hebben met 'n algemeen type van. uitvoering, dat in dem tijd der vroege-renaissance gaarne nagevolgd werd. En aan een afbeelding van een bepaald persoon moet dus niet gedacht worden: Een uiting van realisme gei'mporteerd door de re naissance was hier het vervaardigen van de vrouwenfiguur. De la/ere beschouwer zochi een (niet bestaand) verband tusschen de per soon der gesiorvene en het figuur op den steen: zoo zal hieruit die sage zijn ontstaan. Alkmaar, Juni 1924. J. BELONIJE. 4) „Coman" koopman v. d. P. pacht- te van de kerk de appelmaat in 1560. Boomkamp's: „Alkmaer" p. 137, 138. Zegelver^ameling Gem. Museum 22, 23 jo. Inv. Gem. Arch. V 18 le Serie 2 fol. 33 v.s.o. 7) Dr. C. F. Xav. Smits: De gr; i. d. Kathedr. St. Janskerk van's H< bosch pg. 315, no. 314 rafzerlken fertogen- («»M «W«tWMbte4BWMk) 't Juiste adres voor zoo goed als nieuwe of 2e handscb MEUBELEN is en blijft P. VENN.IK, Koning&weg 30 t.o. de Lombard* steeg. (Let op het adres.) Wegens vertrek naar lnaie I E KUt AANGEBODEN: STOELEN, TAFELS verdere Hutshoudelijke artikelen. Te zien STARI'NGSTRAAT 6a. TE KOOP in goeden staat zijnde modeme echt PH RIETEN WIEO, pxijs 14, en ecu ronde TAiFEL geheel massief mahonie zoo goed als nieuw, 20. J. ROOM, Laat 80. vertrek naar Indie TE KOOP en RECLAMEVLAKTE TE HOUR bij J. LAAN, Heiligland 25. Je adres voor zoo goed als nieuwe en get- bruikte Buffetten, Kasten, Tafels, Stoelen, Leunstoelen, Theeka&ten, Thee-, Wasch-, Machine- en Keukentafels, Spiegels, Schilde- rijen, Lampen, Fornuizen enz. is J. L. Sost- man Jz7 Laat 72. 'k Heb tevens eenig antiek meubilair te koop. TE KOOP een gebruikt MOTORRIJWIEL merk F. N. Te bevragen bij J. F. BULENS, Broek op Langendijk 308. TE KOOP EEN GRAMOPHOON met 30 platen bij) P. WIJDENIES, Oudorp. TE KOOIP een net onderhouden rieten KINDERWAGEN (klein model). MIDDENSTRAAT No. 10. TE KOOP EENi FIETS in goeden staat. Adres OUDEGRAOHT No. 17. TE KOOP een groote KAST, mahonie- hout, hoog 2.25 Meter, breed 1.70 Meter en diep 60 c.M. SNAARMANSLAAN 115. Eenige 1 en 2 p. WASiHTAFELS m. mar- meren bladen geh. conipl. met waschstellen, enimers, zoo goed- als nieuw, 4 tedikanten. iHotel BAiKlHiUIS, Bergen aan Zee. TE KOOP een nog zeer goed RALEIGH HEERENRIJWIEL. Prijs billijk. Te bezich- tigen Sigarenmagazijn Langestraat 8. Prima Holl. HEERENRIJWIEL met terugtraprem, 1 maal bereden, tegen spot- prijs. - STATIONSWEG 140. Parijs, eind Juni. Het is ontegenzeggelijk waar dat wij, Fran- daises, van de Engeischen afgekeken hebben, hoe ze hun kinderen kieeden. Van hen hebben we geleerd, dat een kindje nooit zoo preten- tieus gekleed moet zijn, dat het niet kan spelen en we we ten nu ook, dat in een ruini, emvou- dig, waschbaar jurkje de kinderlijke channe veel meer uitkomt, dan in de damesachtige toi- letteu, waarmee wij vroeger onze meisjes op- dirkten. Van de Engelsche kindertjes hebben we de korte jurkjes afgekeken, die door de meisjes met een pofbroekje en door de kleine jongens heel kort, met een recht broekje van dezelfde stof gedragen worden. Meestal zijn die jurk jes gegarneerd met „smock"-werk. Dit geeft .veel ruimte, omdat het op fijne plooitjes ge- maakt wordt, die telkens twee aan twee door een steek samengevat worden. Dit wordt met coton perle of koordzijde gedaan en z6o geva- rieerd, dat een geometrisch dessin ontstaat, waarvan „le nid d'abeilles" (honingraat) het eenvoudigste patroontje is. Maar het dessin noemen wij het smockwerk: „md d'abeilles". Het leent zich vooral tot het bewerken van jongens-kiel-jurkjes. 't Is trouwens afkomstig van de kielen van de Iersche herders. Tussor is <ie meest geschikte stof ervoor, in naturel- tint en met witte manchetjes en wit kraagje. Gesmockte jurken en kieltjes hebben dikwijls een recht plat stuk, waaronder het mime ge- deelte fijn geplooid is; de achterkant is meest al aan het stuk gerimpeld; ook is soma het jurkje alleen midden vo6r, of in groepjes ge- smockt. Een typisch kraagje bestaat uit een linker- en rechterhelft, en als kraag en man chetjes van de stof van het jurkje zelf zijn, dan loopt er een vischgraat-steekje langs; dat komt er ook bij in marine-blauw crepe de Chine; met roode koordzij en met wit kraagje en manchetpes aan de lange mouwen waren een broertje en een zusje geldeed, het meisje droeg het jurkje tot de knieen, de jon- gen zijn kieltje er 5 centimeters boven en een recht broekje tot de knie. Souple moeten de stofjes zijn voor de „nid d'abeilles": linon, mouseline, crepe de Chine, tussor. „A la campagne" en aan het strand kunnen de heele kleintjes ongedwongen ravotten in een jumper" (ook in Engeland uitgevon- den!) dat is een ruim hansopje van piqu6, 6ponge of linnen, liefst wit, uit een stuk ge- knipt en tusschen de beentjes gesloten met vier of vijf knoopen en knoopsgaten in een biais, die dwars loopt binnenlangs de heel korte pijpjes. Langs het ronde halsje en de heel korte mouwtjes en biais en onderaan de proekspijpjes in ,,manchelje" of een elastiek Ook wordt dikwijls de kindertjes's morgens al hun badbakje aangetrokken, waarin ze dan blijven spelen, tot ze in zee gaan baden. Soms hebben ze een korte tuniek hierbij van dezelf de jersey. Grootere meisjes dragen (bloo mers", dat zijn pofbroekjes van dezelfde stof alys hun jurken. Als die stof stevig is: linnen, cretonne, toile de Nicky, 6ponge, dan is onder- goed niet noodig. De jurkjes hebben een een- voudig model, zijn bijv. aan een plat stuk ge rimpeld, grootere meisjes dragen er een smal le ceinture bij. Tegen de zon een hoed, die te gen wind bestaan is, bijv. een luifelhoedje of een sl'ap hoedje van baantjes pique of'popeli- ne, clocke-model met stormband. Ter eere van de Olympiade hebben onze couturiers veel werk gemaakt van sportieve maar todh elegante kleeding, die de vrouw van onzen tijd veel beter staat dan somp- tueuse toiletten. Omdat het Stadion alleen per trein of auto te bereiken is, hebben de meeste jurkjes een bijpassende mantel, of cape. Ik', heb een paar mooie ensembles gezien, ook heel geschikt voor vrouwtjes, die niet naar de Olympische spelen gaan: een japonnetje van marineblauwe wollen stof met wit geruit. het voorpand van boven tot onder geplooia in smalle stolpplooien, wit leeren ceintuurtje, wit kraagje en manchetten aan de lange blouse- mouwen, een das van marine faille-lint. De h> Sarcastische klant: „Ik kocht hier onlangs dat haargroehniddel) en nu wilde ik je het wonderbaarlijke resultaat eens lateni zien." Bediende (die ontslag heeft gekregen): „Lieve hemel, meneer maar waarom smeerde u het op uw kin?" (Passing Show). mantel van effen mrie stof was driekwart lang, had een kraag van de geruite stof en daarvan ook een rechte bies rondom witte voering, hoedje donketblauw met wit rips- lint. Van een andere combinatie was het jurk je van havana-kleurige wol met jupe-culotte, klein kraagje en manchetjes, zwart dasje van rips-lint en zwart-lak ceinture, niet te smal; cape driekwart lang, klokmodel, bruin met zwart geruit. Op allerlei jurkjes, vooral spor tieve, worden korte en lange mantels gedra gen van luipaard, dat een sterk bont schijnt te zijn. Behalve tricot, wordt „kasha", effen, gestreept, geruit, het meest gebruikt voor sportkleeding; mode tint voor kasha is „na- turel", d.i. he61 zacht beige; het wordt dik wijls gecombineerd met crlpe de Chine in de ze zelfde tint. Een nieuwtje van Bernard, den grooten sport-couturier, is de lange casague van witte wol, los gehaakt en in kruis- of plat- te steek geborduurd met gekleurde wol. Deze blouses, die bijna tot onderaan de rok reiken, worden gedragen op een fond van fijne witte serge of crepe de Chine, vanaf de knieen ge- plisseerd. De echte zomerstoffen, dje dezen zomer en vogue zullen wezen, zijn effen en geborduur- de organdi. De effen organdi bestaat in pas- teltintcti, maar de nieuwste kleuren zijn bruin en zwart, de gameering bestaat in ruches en plisse's van dezelfde kleur of banden van af- stekende tint. De combinatie zwart en wit is bijzonder chic. Maar het nieuwtje van dezen zomer is de terugkeer in de Haute Couture van't Zwitsersche borduursel. De motieven herineren aan de Bretonsche „fonds-de bon net" of het zijn groote bouquetten, alleen op de rok geborduurd, terwijl het lijfje effen is. Soms is de stof bezaaid met kleine bloemetjes, moezen, gaatjes of er loopen geborduurde banden door effen organdi. Het geborduurde organdi wordt ook veel gebruikt als garneering: om de charmante lingeriekraagjes en manchetjes op onze peti- tes robes te maken; de kraagjes hebben dan het fichu-model of't zijn cols Claudine of chhle-kraagjes en ze worden met knoopjes in de halsopening bevestigd. Bij de toiletjes van organdi zullen we groo te hoeden dragen, luchtige capelines, van paardehaar, organdi of heel licht stroo. Ik voel nog wel wat voor de romantiek van die frgle, bouffante toiletjes, die een lichte demar che en gracieuse beweginkjes vragen, en ge- lukkig zijn nog niet alle Parisiennes halve jongens geworden. OOLINE, UIT EGMOND-BINNEN. De heer W. A. Jager, Kommies 2e kl wordt van Amsterdam naar Egmond Binnen overgeplaatst. UIT HEILOO. Meldden we het vorig jaar, dat de heer Bakker (boerderij Ter Coulster) een norton- put had laten slaan en electrische bemaling Yoor zijn weiland had toegepast om het voor uitdrogen te beShoeden, waarmede hij zulke merkbare resultaten had, thans kent men dat weiland er weer goed uit, daar het vanaf den straatweg merkbaar is door den weelderigen groei, die groote belangstelling trekt. Ook een drietal tuinders aan den Wester- weg, Oosterzij en Molenweg hebben een proef genomen voor hunne tuinen en ondervmden den goeden grooi. Voor de tuinen moet men echter sproeien, daar het voortstuwen in grep- pels niet is toe te passen; in de tuinen is geen vaste bodem aanwezig. Door de aanhoudende droogte en den ruwen wind valt het beschot zeer tegen, ook de prijs valt tegen, daar Duitschland minder koopt dan vermoed werd en daardoor dalen de prijzen De prijs ging heden zelfs beneden de 30 per 100 K.G., daar binnenland, jam- fabrikanten en Engeland geen lust hebben een hoogen prijs te geven. VAN TEXEL. Op de 6 groote lammerenmarkten te Den Burg alhier werden 21863 lammeren aan- gevoerd. In het begin liepen de prijzen van 20 tot 33, later van 20 tot 22. De to- tale ontvangsten worden op ongeveer- 6 ton geschat. VLEKZIEKTE BIJ VARKENS. Sedert enkele dagen komen in Hollands Noorden verschillende gevallen van vlek- ziekte onder de varkens voor. UIT't ZAND. De melkfabriek Hollandia te Purmerend, die veel melk uit Hollands Noorden ont- vangt, betaalde Donderdag te Schagen over de eerste helft van Juni 8)i cent en over de 2e helft 9 cent per K.G. uit. UIT HOOGWOUD. Door herhaalde weigering van de ge- meente Hoogwoud om aan de haar opgeleg- de bijdragen in de kosten van Midaelbaar, Gymnasiaal en Nijverheidsondenvijs te vol- doen is thans art. 212 van de Gemeentewet door Ged. Staten van Noord-Holland op de ze gemeente toegepast, dat wil zeggen, deze kosten zijn door Ged. Staten ambtshalve op de begrooting van de gemeente gebracht. P la UIT BERGEN. Donderdag had het jaarlijksche schoolfeest laats van de 4 iaagste klassra der openbare "agere school. Onder geleide van het bestuur van „Schoolbond" en eenige dames en hee- ren, die welwillend1 .hun blip hadden aange- boaen, begaven de kleinen zich om 1 uur van af de school naar de tram, die hun naar Schoorl bracht, en een genoeglijken middag in den speeltuin doorbrachten en waar zij werden onthaald. De aanwezige goochelaar vond ook buitengewonen bijval en dat maak- te dat de middag veel te gauw om was. Om 6 uur werden de kinderen met door eenige ingezetenen beschikbaar gestelde auto's naar „Duinvermaak" gereden, waar de kinderen andermaal werden onthaald en nog eenigen tijd in den speeltuin^ zich vermaakten. Om 8 uur werd de terugtocht te voet, begeleid door Bergens Harmomecoips, naar Bergen onder- nomen, waar de stoet bij de school werd1 ont- bonden. De kleinen hebben een heerlijken dag gehad en kwamen opgetogen; bij huni oudera terug. In de dezcr dagen gehouden jaarverga- dering van dte Berger Sportvereeniging wer den in het bestuur gekozen de heeren H. Duits (secretaris) en C. Roozendaal (pen- ningmeester). In de plaats van den heer Taapken die zich als voorzitter niet meer be schikbaar stelde, werd tot voorziter gekozen de heer E. Miarijn. Voodts werden tot be- stuursledien gekozen de heer Blad en mej. T. Wokke. Aan het bestuur werden toegevoegd een elftalcommissie en een commissie voor do gymnastiek en athletiek. Qevpnden en verlpfen voorWerpen. Qevonden: Een bruin schildpadlederen da- mestasch met inhoud, een zwart gelakt hee- renrijwiel, een beursje met alpaccaknip, enz., een pet met grije groene ruiten, een huissleu- tel, een groene botaniseertrommel, twee sleu- tels, een autopetroleumlamp, een bruin1 strooi- en meisjeshoed, een groen emaille zakmes, een groen onafgewerkt kinderbroekje, een gouoen halskettinkje, een' gekleurd stoffen ceintuur, een lorgnet, een zakschaartje en een wit met zwart gestreept zijden mutsje. Verloren: Een zilveren schakelarmbandje, een beenen ring met rammelaar, een witte da* messtroohoed, een gouden swastika, een gou- den damesarmbandhorloge, een donkergrijza hoed, een double lorgnet, een grijze regen jas, een gouden broche, een gouden dameshorioge in dito armband, een zilveren beugeltasch, een „Swan" vulpen, een zwart ledleren siga- renkoker, een zwarte kinderpertemonnais en een klein bruin' taschje. BERGEN (Juni.) G e b o r e n Afra Maria, d. van Jacob Kuijs en Alida Oudhuis. Elisabeth Maria, d. van Gerardus Stoop en Alida Slijkerman. Adolf Anton Marie, z. van Joseph Marie Ludolph Comelus Zeegers en Klasina Jo hanna Aukes. Matthijs Simon, z. van Dirk Modeler en Maartje Rootjes. Guur- tje Trijntje, d. van Jacob Nieuwiand en Neel- tje 'Hoogvorst. Petrus Gerardus, z. van Gerardus Rooeloot en Catharina Rijkes. Petrus, z. van Joannes van1 Duin en Adriana Geertruida Burger. Overleden: Gezina Sluiter, weduwe van Broer Huizinga, oud1 72 jaar. Maria Elisabeth van Beek, oud 23 jaar. OPENLUCHTSPEL TE BERGEN (N.H.) „De Maskerspelers (Berger dilettanten- club) zullen in den loop der a.s. seizoen-we- ken in het openlucht-theater opvoeren „De Heiligenbron", een tooneelspel in drie bedrii- ven van den overleden Ierschen schrijver J. M. Synge, in de vertaling van L. Simons. „De Heiligenbrcn" (Well of te Saits) is een bijna sypijbolisch spel van twee blinde be- delaars, die ziende gemaakt door een wonder Gods, en dan weer tot blindheid vervallend, die blindheid verkiezen, waarin ze zich de wereld en zich zelven mooi kunnen droomen, boven een nieuw herstel van hun gezicht. Het is ijl werk en toch heel sterk. het is een dramatiseering van innerlijks en niet van uiterlijks; een teekening van menschen en menschelijke passie en menschelijke droomen en niet van uiterlijk gebeuren. Het is in een woord al wat het drama wezen moet om ons aan te doen als kunst, in plaats van handig ontspanningswerk. De vertaling van dit in een ietwat diale, tische en eigenaardig gestyleerde taal ge- schreven werk, bracht geen geringe moeiliiK- heden. Synge laat zijn menschen niet „lo- gisch" spreken, maar „impressionistisch". Daarbij heeft hij den Ierschen zingzang ook in het rythme van zijn zinnen doen hooren. Gepoogd is zoo weinig mogelijk van die eigen geur te laten verloren gaan. Bij deze vertooningen dus zullen de lichte zingzang, de mengeling van realisme en volkspoetiek tot hun recht te brengen zijn, en dient te bedenken, dat Iersch realisme geen Hollandsch is; dat het Iersch karakter een levendig en luchtig doen met zich brengt en de traciek van dit spel wel mee moet spreken, doch onder den grotesken humo* bewaard, wier verwantschap met dien van 1* - u

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1924 | | pagina 9