Alkmaarsche Courant
\J
Trasg m Aaxfeo4
Modapiaatjas van uo Paiisieia^
Zaterdag 5 Juli.
De legende vai de
Alkmaarsche Sehijndoode.
Prorlacia*! Mieuws
Ho. 1ST
1924
Honderd Zet en Twlntlgste Jaargang.
Onder de nagelaten papiereti van onzen ge-
achten fctadgenoot wijlen Overste Wakker
bevand zich een anvoltooid opstel, dat boven-
genoemdea titel voerde. Door vriendelijke be-
middeling van zijne dochfers daaxtoe in staat
gesteld, reken ik bet mij tot een eer dit iaatste
werk van haar vader te mogen beeincLigen en
te pubiiceeren.
Wie onze Groote Kerk van de zijde van1 de
Langestraat binnentreedt en zijn weg door de
Noordergang vervolgt tot op de hoogte van
het kleine orgel, is dan juist een blauwe zerk
gepasseerd, waarop en bas-relief een keurig
gemoddleerd vrouwenfiguur voorkomt, gievat
in een cartouche, welke zoowel naar de West-
als naar de Oostzijde door vensregels, in laat-
gothische letters uitgehouwen, wordt ingeslo-
ten. Dit gehed heeft de stof geleverd tot de
volgende, bij vele Alkmaarders bekende le
gende, waarin geen tijdsbepaling aangegeven
wordt en die ongeveer aldus luidt:
Een gehuwd scheepskapitein verliet zijn
gezin voor eene groote zeereis. Bij zijne terug-
komst bleek zijne vrouw tijdens eene epidemie
overleden en reeds in de kerk ter aardt besteld
te zijn. De kapitein liet het lijk opgraven en
de kist openen. Thans nam men waar, dat
het lichaam daarin op andere wijze lag, dan
toen het er na het overliiden in besloten werd
De vrouw moest dus schijndood geweest zijn
en om nu zijne medemenschen op het gevaar
daai-van te wij'zen, liet hij haar beeld tot af-
schri'kwekkend voorbeeld in de grafzerk uitbei-
telen. Hoe treffend een en anlder ook moge
klinken, er is tot heden geen enkel spoor te vin-
den, dat aan dit verhaal maar een zweem van
waarheid ten grondslag zoude liggen.
De sage zegt: het lijk lag omgckeerd in de
kist, toen de man het vond na opening en de
argelooze beschouwer zou er ook werkelijk
de afbeelding van een omgckeerd lijk in kun-
nen ontdekken, maar, bij nader inzien
blijikt het een gewone uitbeelding te zijn van
een vrouwenfiguur uit de overgangsperiode
van late gothiek naar renaissance.
Intusschen is de grafzerk (genummierd
290/291) niet minder merkwaardig daarom.
Bijzonder moet het opvallen. dat niemand
voor zoover bekend, in gesenrifte ooit een
woord aan haar heeft gewijd, hoewel zij minr-
stens sedert 1559 in de kerk gelegen is, en
waarschijnlijk op dezelfde in het oog vallendc
plants ligt, waarop wif haar thans nog ken-
nen, terwijl de kerkgangers van vele eeuwen
haar hebben betreden en helaas tot hare uit-
slijting aanmerkelijk hebben bijgedragen.
Aan dc hand van de in het gem. arthief al1-
hier voorhanden grafboeken en leggers van de
graven der Groote Kerk, is het mogelijk den
eigendOm der graven te eontroleeren tot om-
streeks 1599 terug. De uit 2 deelen bestaande
oudste serie geeft in haar eerste deel de
volgende aanduiding van den bovengemelden
steen in deze termen
„Twee graven gemerkt metYen 'dan
volgt in de marge het biigmnd flguurtje,
voorsteltend een kulsntprk, Vergezeld van
twee jaartallen):
19 9 9
Ii 5 6 0
„toecomende gerrit Arisz lakencooper". 't
boven weergegeven huismerk komt op den
steen tweemaal voor en de jaartallen zijn bei-
de eveneens nog op den steen terug te vinden,
al kost het ontcijferen weliswaar eenige
moeite
Het 2e deel van genoemde serie geeft den-
zelfden Gerrit Arisz als eigenaar op, maar
nu in vereniging met een ander, een zekeren
Sdjmon Gerritsz.
Het graf kwam na een reeks van andere ei-
genaars uit de familie vat; den lak'ankooper
(die ik hier kortheidshalve oversla) door eria-
nis in het bezit van Mr. Cornelis van Eijck
een burgemeester van onze stad in de 18e
eeuw, die bekend geworden is, doordat hij
bij testament een thans nog bestaande stich-
ting in het leven riep: het naar hem ge
noemde hofje in de Doelenstraat.
Daar ons verdere gegevens betreffende dten
ouden eigendom van den. steen niet ten dien-
ste staan, is ten slotte als Iaatste reserve
aan te voeren het oude memoriaal wlaarin
de kerkmeesteren behalve allerlei belaegrijk-
heden over de aan hunne zorg toevertrouwde
Sint Laurenskerk, 66k melding maakten van
degenen, die tijdens hunne dienstjaren waren
overleden en in de kerk begraven waren. Het
mtemoriaal geeft misschien een aanwijzing
1) Invent. Gem. Arch. V:18le Serie.l.
fol. XL11.
2) Zie de Grafboeken- der Groote kerk.
Inv. Gem. Arch. IV: 7 :c.
Bezoeker: „Hoe zit het met die zeesli
waar we vroeger zooveel over hoorden. Ziet
niemand er meer een?"
Ouwe zeerob: „0, we zieni er genoeg, maar
sedert den oorlog is er geen vraag meer
naar.
(Punch)
door een notitie, vermoedelijk van de hand
van den kerkmeester Jacob van Teylingen, die
in 1559 schrijft:
,^Ma Oomrn Dirck jansz van der
„put heeft gecdjt van de kerckmeeste-
,/en twee graven besijden maikanderen
Jeggende beSijden die stoel van gheerte
„claes die oude schoutinne van ses tege-
Jen breet daervtyren hij betdeU heeft
Jwee cordncxdakrs tstuck van XXXV
,^tuvers. Dee is sijn soons bird graff gelt
,jdderin gereH/ent ertde gesmolieri'.
De eenige, die voor „sijn soons kint" in
aanmerking zou kunnen komen moet m. i. zijn
„Coman Ariao op Luttic Oudorp kind"
waarvoor terstond na Paschen 1559 betaalde
geldeni worden1 verantwoord.
Een mededeeling als bovenstaande komt
spaarzaam voor in het memoriaal en client
dus opgevat te worden als een bajzondere ge-
beurtenis, door kerkmeesters speciaal ver-
meld. Er blijkt uit, dat het door den koopmam
van der Put aangekochte evenals dat, waar-
van hier sprake js, een z.g.n. „dubbel" graf
moet zijn. Maar vooral is de ligging merk
waardig: Kerkmeesters vermelden de zit-
plaats van de „oude schoutinne", d. w. z.
dus: de vrouw van den vorigen schout. Be-
d'oeldie schout was Willem Jansz Wijdeneer
een zoon uit de aanzienlijke Alkmaarsche fa
milie der van Egmond van de Nijenhurch's.
Zij zelf heette, naar Boomkamp op gez,ag van
Westphalen meedeelt0) Gheerte Claes Ryxz
en zij werd gerekend onder de meest bezitten-
de inwoners der stad, toen Koning Philips in
1558 om geld1 voor een leening „om Keden
van Oorlog" kwam aankloppen.
Het is denkbaar, en wegens hare hooge po-
sitie is het alleszins waarschijulijk, dat de
oude schoutin haar zetel in de kerk heeft ge-
had in een der Choorbanken. De Choorban-
ken, die hocwel door verf en vermimking aan-
getast, de reformatie- en revolutie-stormen
trotseerden, staan thans nog op het oude
Choor, waar zij moesten verhuizen naar de
absis- Aan de bascment-lijsten der kolommen
ter zijde van het Choor zijn nog duidelijk de
sporen te vihden van de oude plaatsing van
cfeze banken. En opmerkelijk is zeker, dat
wanneer we ons het gestoelte der schoutin op
de oude plaats denken, juist „bezijden" de
standplaats der 4 banken de steen ligt, waar-
over onze legende spreekt.
Dc gewoonte bracht mee de koorbanken
der hoofdkerken te beschilderen met wapens
of merken der bezitters. (Voorbeelden uit onze
nabijheid vindt men in de St. Nicolaaskerk
van Monnikendam of in Haarlem's oude St.
Bavo). De mogelijkheid is dus niet uitgeslo-
ten, dat wanneer eens dit oude meubilair der
Alkmaarsche kerk aan den restaurateur wordt
toevertrouwd, op een der ruggen het wapen
van Schoutinne Geerte te voorschijn. kcwnt:
een veld, gekeperd van goud en rood van 12
stukken, gebroken door een smalle roode
lijn.
Bij1 gebrek aan gegevens die afdoende zijn,
kwam ik tot de hier opgesomde vermoedens.
Mag misschien reeds uit het voorgaande
bl'ijken, dat onze overlevering niet op histori-
scne grondVesten rust de meest overtui-
gende aanwijzing in die richting geeft wel het
opschrift van den steen zelf. Dit opschrift
rept n 1 met geen woord over de versairikkin-
gen van dbi schijndood, maar het herinnert
den mensch op waarschuwenden toon aan
zijn sterfelijlcheid in een eenigszins wonderlijk
kreupel rijhx.
Dank zij aanhoudend vorschen en turen
slaagde de Heer Wakker er in de inscriptie
voor een groot deel te ontcijferen. Zij luidt
dan, voor zoover leesbaar, als volgt:
(3). EY LAES NU BEVIND ICK -
DAT MY DIE IS GESEIT.
(4) DAT TEGEN DEN DOOT
BAET RYCDOOM NOCH EDEL-
HEIT.
(5) WYSHEIT NOCH CRACHT
NOCH JONHEIT VAN JAEREN.
(6) ALS DIE DOOT OOMPT DIE
WIL NIEMANT SPAREN.
(7) OP HUDE 1ST MLICH.
IC GI DYN.
(8) O MENS TIS U. EEN GHEE&-
TELYC WYSHEIT. GROOT.
(9) AIL RE VOIR AL ULIE
LICHT DE DE DOOT.
(10) WAT IC UIT LIEFDE GAF
IS MY AL GAEBLEVE
(11) DAT ICK VAST BEHILT
HEEFT MY BEGEVE
Deze Iaatste regels stemmen vrijwel over-
een met het opschift van een gevelsteen te
Vlaardingen, afkomstig uit het voormalig
H. Geesthuis:
„Den aernten dat ick go} is mijn ghebleven
,jDat ick hielt heeft nujn begheveri'.
De karakters op den steen hebben een frap-
pante overeenkomst met die van de zerk van
een zekeren Claes Verdeel, welke uit hetzelf-
de jaar dateert en ini nonnale tijden in de
viering der Groote Kerk gelegen was.
Het type van den steen benedien en boven
'n inscriptie en in 't midden 'm figuurtje
komt overigens menigvuldig voor in de 16e
Eeuw. Er ligt b.v. in de Wester- of St. Go-
marus-kerk te Enkhuizeni een steen in de Zui-
derzijbeuk (232/233), die behoudens een
rijkere versiering eenzelfde voorstelling ver-
toont als de Alkmaarsche steen. Verder geeft
Dr. Smits 7) een afbeelding van een zerk uit
de's Bossche St. Jan, waarin ook een groo
te overeenkomst ligt en waaraan evenzeer
een legende is verbonden!
De meening ligt voor de hand, dat we bij
den steen van de sage te doen hebben met 'n
algemeen type van. uitvoering, dat in dem tijd
der vroege-renaissance gaarne nagevolgd
werd. En aan een afbeelding van een bepaald
persoon moet dus niet gedacht worden: Een
uiting van realisme gei'mporteerd door de re
naissance was hier het vervaardigen van de
vrouwenfiguur. De la/ere beschouwer zochi
een (niet bestaand) verband tusschen de per
soon der gesiorvene en het figuur op den
steen: zoo zal hieruit die sage zijn ontstaan.
Alkmaar, Juni 1924. J. BELONIJE.
4) „Coman" koopman v. d. P. pacht-
te van de kerk de appelmaat in 1560.
Boomkamp's: „Alkmaer" p. 137, 138.
Zegelver^ameling Gem. Museum 22,
23 jo. Inv. Gem. Arch. V 18 le Serie 2 fol.
33 v.s.o.
7) Dr. C. F. Xav. Smits: De gr;
i. d. Kathedr. St. Janskerk van's H<
bosch pg. 315, no. 314
rafzerlken
fertogen-
(«»M «W«tWMbte4BWMk)
't Juiste adres voor zoo goed als nieuwe of
2e handscb MEUBELEN is en blijft P.
VENN.IK, Koning&weg 30 t.o. de Lombard*
steeg. (Let op het adres.)
Wegens vertrek naar lnaie I E KUt
AANGEBODEN: STOELEN, TAFELS
verdere Hutshoudelijke artikelen.
Te zien STARI'NGSTRAAT 6a.
TE KOOP in goeden staat zijnde modeme
echt PH RIETEN WIEO, pxijs 14, en ecu
ronde TAiFEL geheel massief mahonie zoo
goed als nieuw, 20.
J. ROOM, Laat 80.
vertrek naar Indie TE
KOOP
en
RECLAMEVLAKTE TE HOUR bij
J. LAAN, Heiligland 25.
Je adres voor zoo goed als nieuwe en get-
bruikte Buffetten, Kasten, Tafels, Stoelen,
Leunstoelen, Theeka&ten, Thee-, Wasch-,
Machine- en Keukentafels, Spiegels, Schilde-
rijen, Lampen, Fornuizen enz. is J. L. Sost-
man Jz7 Laat 72. 'k Heb tevens eenig antiek
meubilair te koop.
TE KOOP een gebruikt MOTORRIJWIEL
merk F. N. Te bevragen bij J. F. BULENS,
Broek op Langendijk 308.
TE KOOP EEN GRAMOPHOON met
30 platen bij) P. WIJDENIES, Oudorp.
TE KOOIP een net onderhouden rieten
KINDERWAGEN (klein model).
MIDDENSTRAAT No. 10.
TE KOOP EENi FIETS in goeden staat.
Adres OUDEGRAOHT No. 17.
TE KOOP een groote KAST, mahonie-
hout, hoog 2.25 Meter, breed 1.70 Meter en
diep 60 c.M.
SNAARMANSLAAN 115.
Eenige 1 en 2 p. WASiHTAFELS m. mar-
meren bladen geh. conipl. met waschstellen,
enimers, zoo goed- als nieuw, 4 tedikanten.
iHotel BAiKlHiUIS, Bergen aan Zee.
TE KOOP een nog zeer goed RALEIGH
HEERENRIJWIEL. Prijs billijk. Te bezich-
tigen Sigarenmagazijn Langestraat 8.
Prima Holl. HEERENRIJWIEL met
terugtraprem, 1 maal bereden, tegen spot-
prijs. - STATIONSWEG 140.
Parijs, eind Juni.
Het is ontegenzeggelijk waar dat wij, Fran-
daises, van de Engeischen afgekeken hebben,
hoe ze hun kinderen kieeden. Van hen hebben
we geleerd, dat een kindje nooit zoo preten-
tieus gekleed moet zijn, dat het niet kan spelen
en we we ten nu ook, dat in een ruini, emvou-
dig, waschbaar jurkje de kinderlijke channe
veel meer uitkomt, dan in de damesachtige toi-
letteu, waarmee wij vroeger onze meisjes op-
dirkten.
Van de Engelsche kindertjes hebben we de
korte jurkjes afgekeken, die door de meisjes
met een pofbroekje en door de kleine jongens
heel kort, met een recht broekje van dezelfde
stof gedragen worden. Meestal zijn die jurk
jes gegarneerd met „smock"-werk. Dit geeft
.veel ruimte, omdat het op fijne plooitjes ge-
maakt wordt, die telkens twee aan twee door
een steek samengevat worden. Dit wordt met
coton perle of koordzijde gedaan en z6o geva-
rieerd, dat een geometrisch dessin ontstaat,
waarvan „le nid d'abeilles" (honingraat) het
eenvoudigste patroontje is. Maar het dessin
noemen wij het smockwerk: „md d'abeilles".
Het leent zich vooral tot het bewerken van
jongens-kiel-jurkjes. 't Is trouwens afkomstig
van de kielen van de Iersche herders. Tussor
is <ie meest geschikte stof ervoor, in naturel-
tint en met witte manchetjes en wit kraagje.
Gesmockte jurken en kieltjes hebben dikwijls
een recht plat stuk, waaronder het mime ge-
deelte fijn geplooid is; de achterkant is meest
al aan het stuk gerimpeld; ook is soma het
jurkje alleen midden vo6r, of in groepjes ge-
smockt. Een typisch kraagje bestaat uit een
linker- en rechterhelft, en als kraag en man
chetjes van de stof van het jurkje zelf zijn,
dan loopt er een vischgraat-steekje langs;
dat komt er ook bij in marine-blauw crepe
de Chine; met roode koordzij en met wit
kraagje en manchetpes aan de lange mouwen
waren een broertje en een zusje geldeed, het
meisje droeg het jurkje tot de knieen, de jon-
gen zijn kieltje er 5 centimeters boven en een
recht broekje tot de knie. Souple moeten de
stofjes zijn voor de „nid d'abeilles": linon,
mouseline, crepe de Chine, tussor.
„A la campagne" en aan het strand kunnen
de heele kleintjes ongedwongen ravotten in
een jumper" (ook in Engeland uitgevon-
den!) dat is een ruim hansopje van piqu6,
6ponge of linnen, liefst wit, uit een stuk ge-
knipt en tusschen de beentjes gesloten met
vier of vijf knoopen en knoopsgaten in een
biais, die dwars loopt binnenlangs de heel
korte pijpjes. Langs het ronde halsje en de
heel korte mouwtjes en biais en onderaan de
proekspijpjes in ,,manchelje" of een elastiek
Ook wordt dikwijls de kindertjes's morgens
al hun badbakje aangetrokken, waarin ze dan
blijven spelen, tot ze in zee gaan baden. Soms
hebben ze een korte tuniek hierbij van dezelf
de jersey. Grootere meisjes dragen (bloo
mers", dat zijn pofbroekjes van dezelfde stof
alys hun jurken. Als die stof stevig is: linnen,
cretonne, toile de Nicky, 6ponge, dan is onder-
goed niet noodig. De jurkjes hebben een een-
voudig model, zijn bijv. aan een plat stuk ge
rimpeld, grootere meisjes dragen er een smal
le ceinture bij. Tegen de zon een hoed, die te
gen wind bestaan is, bijv. een luifelhoedje of
een sl'ap hoedje van baantjes pique of'popeli-
ne, clocke-model met stormband.
Ter eere van de Olympiade hebben onze
couturiers veel werk gemaakt van sportieve
maar todh elegante kleeding, die de vrouw
van onzen tijd veel beter staat dan somp-
tueuse toiletten. Omdat het Stadion alleen per
trein of auto te bereiken is, hebben de meeste
jurkjes een bijpassende mantel, of cape. Ik',
heb een paar mooie ensembles gezien, ook
heel geschikt voor vrouwtjes, die niet naar de
Olympische spelen gaan: een japonnetje van
marineblauwe wollen stof met wit geruit. het
voorpand van boven tot onder geplooia in
smalle stolpplooien, wit leeren ceintuurtje, wit
kraagje en manchetten aan de lange blouse-
mouwen, een das van marine faille-lint. De
h>
Sarcastische klant: „Ik kocht hier onlangs dat haargroehniddel) en nu wilde ik je het
wonderbaarlijke resultaat eens lateni zien."
Bediende (die ontslag heeft gekregen): „Lieve hemel, meneer maar waarom
smeerde u het op uw kin?" (Passing Show).
mantel van effen mrie stof was driekwart
lang, had een kraag van de geruite stof en
daarvan ook een rechte bies rondom witte
voering, hoedje donketblauw met wit rips-
lint. Van een andere combinatie was het jurk
je van havana-kleurige wol met jupe-culotte,
klein kraagje en manchetjes, zwart dasje van
rips-lint en zwart-lak ceinture, niet te smal;
cape driekwart lang, klokmodel, bruin met
zwart geruit. Op allerlei jurkjes, vooral spor
tieve, worden korte en lange mantels gedra
gen van luipaard, dat een sterk bont schijnt
te zijn. Behalve tricot, wordt „kasha", effen,
gestreept, geruit, het meest gebruikt voor
sportkleeding; mode tint voor kasha is „na-
turel", d.i. he61 zacht beige; het wordt dik
wijls gecombineerd met crlpe de Chine in de
ze zelfde tint. Een nieuwtje van Bernard, den
grooten sport-couturier, is de lange casague
van witte wol, los gehaakt en in kruis- of plat-
te steek geborduurd met gekleurde wol. Deze
blouses, die bijna tot onderaan de rok reiken,
worden gedragen op een fond van fijne witte
serge of crepe de Chine, vanaf de knieen ge-
plisseerd.
De echte zomerstoffen, dje dezen zomer en
vogue zullen wezen, zijn effen en geborduur-
de organdi. De effen organdi bestaat in pas-
teltintcti, maar de nieuwste kleuren zijn bruin
en zwart, de gameering bestaat in ruches en
plisse's van dezelfde kleur of banden van af-
stekende tint. De combinatie zwart en wit is
bijzonder chic. Maar het nieuwtje van dezen
zomer is de terugkeer in de Haute Couture
van't Zwitsersche borduursel. De motieven
herineren aan de Bretonsche „fonds-de bon
net" of het zijn groote bouquetten, alleen op
de rok geborduurd, terwijl het lijfje effen is.
Soms is de stof bezaaid met kleine bloemetjes,
moezen, gaatjes of er loopen geborduurde
banden door effen organdi.
Het geborduurde organdi wordt ook veel
gebruikt als garneering: om de charmante
lingeriekraagjes en manchetjes op onze peti-
tes robes te maken; de kraagjes hebben dan
het fichu-model of't zijn cols Claudine of
chhle-kraagjes en ze worden met knoopjes
in de halsopening bevestigd.
Bij de toiletjes van organdi zullen we groo
te hoeden dragen, luchtige capelines, van
paardehaar, organdi of heel licht stroo. Ik
voel nog wel wat voor de romantiek van die
frgle, bouffante toiletjes, die een lichte demar
che en gracieuse beweginkjes vragen, en ge-
lukkig zijn nog niet alle Parisiennes halve
jongens geworden.
OOLINE,
UIT EGMOND-BINNEN.
De heer W. A. Jager, Kommies 2e kl
wordt van Amsterdam naar Egmond Binnen
overgeplaatst.
UIT HEILOO.
Meldden we het vorig jaar, dat de heer
Bakker (boerderij Ter Coulster) een norton-
put had laten slaan en electrische bemaling
Yoor zijn weiland had toegepast om het voor
uitdrogen te beShoeden, waarmede hij zulke
merkbare resultaten had, thans kent men dat
weiland er weer goed uit, daar het vanaf den
straatweg merkbaar is door den weelderigen
groei, die groote belangstelling trekt.
Ook een drietal tuinders aan den Wester-
weg, Oosterzij en Molenweg hebben een proef
genomen voor hunne tuinen en ondervmden
den goeden grooi. Voor de tuinen moet men
echter sproeien, daar het voortstuwen in grep-
pels niet is toe te passen; in de tuinen is geen
vaste bodem aanwezig.
Door de aanhoudende droogte en den
ruwen wind valt het beschot zeer tegen, ook
de prijs valt tegen, daar Duitschland minder
koopt dan vermoed werd en daardoor dalen
de prijzen De prijs ging heden zelfs beneden
de 30 per 100 K.G., daar binnenland, jam-
fabrikanten en Engeland geen lust hebben een
hoogen prijs te geven.
VAN TEXEL.
Op de 6 groote lammerenmarkten te Den
Burg alhier werden 21863 lammeren aan-
gevoerd. In het begin liepen de prijzen van
20 tot 33, later van 20 tot 22. De to-
tale ontvangsten worden op ongeveer- 6 ton
geschat.
VLEKZIEKTE BIJ VARKENS.
Sedert enkele dagen komen in Hollands
Noorden verschillende gevallen van vlek-
ziekte onder de varkens voor.
UIT't ZAND.
De melkfabriek Hollandia te Purmerend,
die veel melk uit Hollands Noorden ont-
vangt, betaalde Donderdag te Schagen over
de eerste helft van Juni 8)i cent en over de
2e helft 9 cent per K.G. uit.
UIT HOOGWOUD.
Door herhaalde weigering van de ge-
meente Hoogwoud om aan de haar opgeleg-
de bijdragen in de kosten van Midaelbaar,
Gymnasiaal en Nijverheidsondenvijs te vol-
doen is thans art. 212 van de Gemeentewet
door Ged. Staten van Noord-Holland op de
ze gemeente toegepast, dat wil zeggen, deze
kosten zijn door Ged. Staten ambtshalve op
de begrooting van de gemeente gebracht.
P
la
UIT BERGEN.
Donderdag had het jaarlijksche schoolfeest
laats van de 4 iaagste klassra der openbare
"agere school. Onder geleide van het bestuur
van „Schoolbond" en eenige dames en hee-
ren, die welwillend1 .hun blip hadden aange-
boaen, begaven de kleinen zich om 1 uur van
af de school naar de tram, die hun naar
Schoorl bracht, en een genoeglijken middag
in den speeltuin doorbrachten en waar zij
werden onthaald. De aanwezige goochelaar
vond ook buitengewonen bijval en dat maak-
te dat de middag veel te gauw om was. Om
6 uur werden de kinderen met door eenige
ingezetenen beschikbaar gestelde auto's naar
„Duinvermaak" gereden, waar de kinderen
andermaal werden onthaald en nog eenigen
tijd in den speeltuin^ zich vermaakten. Om 8
uur werd de terugtocht te voet, begeleid door
Bergens Harmomecoips, naar Bergen onder-
nomen, waar de stoet bij de school werd1 ont-
bonden. De kleinen hebben een heerlijken dag
gehad en kwamen opgetogen; bij huni oudera
terug.
In de dezcr dagen gehouden jaarverga-
dering van dte Berger Sportvereeniging wer
den in het bestuur gekozen de heeren H.
Duits (secretaris) en C. Roozendaal (pen-
ningmeester). In de plaats van den heer
Taapken die zich als voorzitter niet meer be
schikbaar stelde, werd tot voorziter gekozen
de heer E. Miarijn. Voodts werden tot be-
stuursledien gekozen de heer Blad en mej. T.
Wokke.
Aan het bestuur werden toegevoegd een
elftalcommissie en een commissie voor do
gymnastiek en athletiek.
Qevpnden en verlpfen voorWerpen.
Qevonden: Een bruin schildpadlederen da-
mestasch met inhoud, een zwart gelakt hee-
renrijwiel, een beursje met alpaccaknip, enz.,
een pet met grije groene ruiten, een huissleu-
tel, een groene botaniseertrommel, twee sleu-
tels, een autopetroleumlamp, een bruin1 strooi-
en meisjeshoed, een groen emaille zakmes,
een groen onafgewerkt kinderbroekje, een
gouoen halskettinkje, een' gekleurd stoffen
ceintuur, een lorgnet, een zakschaartje en een
wit met zwart gestreept zijden mutsje.
Verloren: Een zilveren schakelarmbandje,
een beenen ring met rammelaar, een witte da*
messtroohoed, een gouden swastika, een gou-
den damesarmbandhorloge, een donkergrijza
hoed, een double lorgnet, een grijze regen jas,
een gouden broche, een gouden dameshorioge
in dito armband, een zilveren beugeltasch,
een „Swan" vulpen, een zwart ledleren siga-
renkoker, een zwarte kinderpertemonnais
en een klein bruin' taschje.
BERGEN (Juni.)
G e b o r e n Afra Maria, d. van Jacob
Kuijs en Alida Oudhuis. Elisabeth Maria,
d. van Gerardus Stoop en Alida Slijkerman.
Adolf Anton Marie, z. van Joseph Marie
Ludolph Comelus Zeegers en Klasina Jo
hanna Aukes. Matthijs Simon, z. van
Dirk Modeler en Maartje Rootjes. Guur-
tje Trijntje, d. van Jacob Nieuwiand en Neel-
tje 'Hoogvorst. Petrus Gerardus, z. van
Gerardus Rooeloot en Catharina Rijkes.
Petrus, z. van Joannes van1 Duin en Adriana
Geertruida Burger.
Overleden: Gezina Sluiter, weduwe
van Broer Huizinga, oud1 72 jaar. Maria
Elisabeth van Beek, oud 23 jaar.
OPENLUCHTSPEL TE BERGEN (N.H.)
„De Maskerspelers (Berger dilettanten-
club) zullen in den loop der a.s. seizoen-we-
ken in het openlucht-theater opvoeren „De
Heiligenbron", een tooneelspel in drie bedrii-
ven van den overleden Ierschen schrijver J.
M. Synge, in de vertaling van L. Simons.
„De Heiligenbrcn" (Well of te Saits) is
een bijna sypijbolisch spel van twee blinde be-
delaars, die ziende gemaakt door een wonder
Gods, en dan weer tot blindheid vervallend,
die blindheid verkiezen, waarin ze zich de
wereld en zich zelven mooi kunnen droomen,
boven een nieuw herstel van hun gezicht.
Het is ijl werk en toch heel sterk. het is
een dramatiseering van innerlijks en niet van
uiterlijks; een teekening van menschen en
menschelijke passie en menschelijke droomen
en niet van uiterlijk gebeuren. Het is in een
woord al wat het drama wezen moet om ons
aan te doen als kunst, in plaats van handig
ontspanningswerk.
De vertaling van dit in een ietwat diale,
tische en eigenaardig gestyleerde taal ge-
schreven werk, bracht geen geringe moeiliiK-
heden. Synge laat zijn menschen niet „lo-
gisch" spreken, maar „impressionistisch".
Daarbij heeft hij den Ierschen zingzang ook
in het rythme van zijn zinnen doen hooren.
Gepoogd is zoo weinig mogelijk van die
eigen geur te laten verloren gaan.
Bij deze vertooningen dus zullen de lichte
zingzang, de mengeling van realisme en
volkspoetiek tot hun recht te brengen zijn,
en dient te bedenken, dat Iersch realisme
geen Hollandsch is; dat het Iersch karakter
een levendig en luchtig doen met zich brengt
en de traciek van dit spel wel mee moet
spreken, doch onder den grotesken humo*
bewaard, wier verwantschap met dien van
1*
-
u