Alkmaarsuhe Courant
De Kluizenaar van Far-End
Rusland na den dood van Lenin.
FEUILLETON.
Woensdag 27 Augustus.
Gemeng-d nieuws
v (KorM
209
1924
Honderd Zes en Twintigste Jaargang,
HERH A LINGSO E F E NING EN
De BURGEMEESTER van ALKMAAR
ROEPT den in het verlofgangersregister de-
zer gemeente ingeschrcven VERLOFGAN-
GER, hieronder vermeld, bij deze OP, om in
1924, op het achter zijn naam aangegeven
tijdstip, krachtens artikel 31, eerste lid, b, in
verband met artikel 33 der Dienstp-lichtwet
(Staatsblad No. 43 van 1922), voor HER-
HALINGSOEFENINGEN IN WERKE-
LIJKEN DIENST TE KOMEN.
J. REEK, lichting 1920, behoorende tot het
Regiment Huzaren, 2de Eskadron, garnl-
zoensplaats Amersfoort, tijdstip van opkomst
28 Augustus 1924.
Voor nadere bijzonderheden wordt verwe-
zen naar de openbare kennisgeving van 21
April j.lterwijl de afdeehng Militaire Zaken
ter Gemeente-Secretarie verdere inlichtingen
yerstrekt.
Allanaar, 26 Augustus 1924.
i De Burgemecster voornoemd,
JWENDELAAR
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van ALKMAAR brengen ter algemeene ken-
nis, dat in het Gemeenteblad van Alkmaar is
opgenomen
lo. het Besluit van den Raad dier Gemeen'te
van 21 Maart 1924, waarbij is vastgesteld
eene Verordening tot wijziging der Ver-
ordening regelende de loonen der werk-
J Iieden in dienst der gemeente Alkmaar
(Gemeenteblad No. 920)
2o. het Besluit van den Raad dier gemeente
van 22 Mei 1924, tot wijziging van de
jaa rwedden regc 1 i n gen voor het niet-
onderwijzend personed aan het Gymna-
j sium en de Handelsscholen (Gemeente-
- blad No. 926).
Deze Besluiten zijn heden afgekondigd en
ter Gemeente-Secretarie gedurende drie maan
den ter lezing nedergelegd, waar ze tevens
tegen betaling der kosten in afdruk verkrijg-
baar zijn.
Alkmaar, 25 Augustus 1924.
Burgemecster en Wethouders voornoemd,
WENDELAAR, Burgemecster.
A. KOELMA, Secretaris.
XIII.
WEST-EUROPA EN RUSLAND.
Er is de laatste jaren ontzettend veel ge
sproken en geschreven over de politiek, die
West-Europa, waaronder Nederland, tegen-
over de sovjet-unie zou moeten volgen. Wan-
neer men zich iets nader met deze vele en
verscheidene recepten ter genezing van de
open wond aan het lichaam van Europa be-
zighoudt, dan val het op met welk een gc-
brek aan kennis van de omstandigheden in
Rusland en hoe liditvaardig men oordeelt. De
elementaire regel voor den omgang van men-
schen e.i volken met elkaarkennen en dan
handelen, schijnt hier geheel en al buiten be-
schouwing te worden gelaten. De kennis be
treffende de communistische orde en haar
plannen is in West-Europa ontzettend goring.
Ondanks proclamaties en andere mededeelin-
gen van de sovjet-leiders, die aan duidelijk-
lieid en aan ondubbelzinmigheid niets te wen-
schen laten, constateert men ook tlians nog
overal zeer vage voorsellingen over hetgeen
fcitelijk in Rusland voorvalt Men krijgt bijna
den indruk, alsof men niet begrijpen w i 1, hoe
het er in Rusland uitziet, dat de openbare
meening van West-Europa instinctmatig een
zckere vrees heeft, de geheele gevaarlijkheid
en naakte waarheid te erkennen en te begrij-
pn. Het is, alsof een mensch het hem bedrei-
gende doodsgevaar niet wil zien, om zichzelf
te misleiden.
En toch, zonder n'auwkeurig kennis van de
toestanden in Rusland zal Europa nooit tot
een juiste houding jegens de sovjet-unie kun-
nen komen en de communistische orde zal, ge-
lijk tot dusver, haar grootste success-en kun
nen bereiken door het beklagenswaardig ge-
brek aan inzicht en de struisvogelpolitiek van
West-Europa. Een ding is vooral te bctreu-
ren: hot moest West-Europa duidelijk zijn,
dat alle praatjes over ecu verandering van de
politiek der communistische orde en over den
twist ten aanzien van de competentie tuschen
de derde internationale en de Ruasisehe regee-
ring, waarvan de internationale naar het heet
slechts de wereldrevolutie ten doel heeft, in
den grond van de zaak' bedriegelijke voor-
wendselen zijn, die niet met de feiten overeen-
stemmen. Achter beide organisaties, achter
de derde internationale en achter de regee-
ring van de sovjet-unie staat als mctorische
kractft de communistische orde. Wanneer er
ooit verschil van inzicht bestaan heeft tus-
schen de derde internationale en de Russi-
sche regeering, dan is het alleen van tacti-
schen aard geweest en zal het, wanneer het
oogenblik van Handelen is aangebroken, te
alien tijde door den opperceremoniemeester, de
communistische orde worden bijgelegd. Men
begaat een grove fout, wanneer mien meent,
dat de politiek van de communistische orde
is veranderd. Het doel, dat de communisti
sche orde zich voor oogen heeft gesteld, is en
blijft: de wereldrevolutie. En wanneer men
mij vraagt, of er werkelijk menschen zijn, die
aan dergelijke „onzin" gelooven, dan zou ik
hier een gesprek willen weergeven, dat ik heb
gevoerd met een financieelen autoriteit in de
sovjet-unie. In een onderhoud over de En-
gelsch-Russiche onderhandelingen wees iik er
op, dat bij het economisch systeem, dat in de
sovjet-unie worth gevolgd, bet verwachte En-
gelsche geld niet productief zou worden be-
legd, maar slechts aangewend tot dekking van
het tekort van den staat en de staatsindu-
strie; tegelijkertijd zeide ik, er aan te twijfe-
len, of Engeland en het fouitenland in het
algemeen geld aan de sovjet-unie zou leenen.
Het antwoord, dat ik kreeg, was typisch voor
de denkwijze, die men thans overal in sovjet-
kringen aantreft. Het luidde: „U zul-t zien,
dat wij geld zullen krijgen.' Europa is te zeer
verdeeld, om eensgezind tegen ens op te tre-
den. De onderlinge concurrentiezucht zal
stellig een of ander land er tee brengen, ons
geld te gcven, om de Russiscne rijkdommen
te kunnen exploiteeren. En Hat geld zal ons
in staat stellen, vol te houden tot de wereld-
revclutie zal uitbreken".
Ik zeide, mij er over te verwonderen, dat een
eeonoom zijn geheele p-. litiek laat beheerschen
door het gelcof aan de wereldrevolutie.
Over mijn bedenkimg begon de sovjet-man
te lachen
„Dat is de typische tegenwerping van den
Europeaan. Maar het gaat lieelemaal niet om
een geloof. Hebt u Marx gelezen
Op mijn bevestigend antwoord ging hij
verder:
„Nu, d'an hebt a gezien, dat de wereldre
volutie een wetenschapelijk bewezen feit is.
Het is heelemaal geen geloof, dat zij zal ko
men, maar wij weeen het zoo zeker als twee
maal twee vier is. Wij zijn het eens over de
cntwikkeling, die de dinger zullen krijgen,
terwijl u in Europa nog steeds angstig zijt,
zich een voorstelting van de komenoe ontwik-
keling te rnaken. En daarom zullen wij over-
winnen: wij hebben helderder inzicht en rui-
mer blik dan het afstervende Europa".
Ik heb opzetelijk dit gesprek te berde ge-
bracht, om den lezer een kijk te geven op de
geestelijke houding van de mannen, die aan
het hbofd van de beweging staan, die de we
reldrevolutie ten doel heeft. De kracht en de
beteekenis van hun optreden, de psychologi-
sche drijfveer van hun handelingen, de kracht
en de vastberadenheid van hun geestelijke ge-
steldheid komen door deze uitlatingen zoo
plastisch aan het licht, dat zelfs degeen, die
Rusland en de communistische orde niet kent,
zich kan voorstellen, wat men rhans in Euro
pa niet zien wil of niet zien kan. Deze ken
nis van de ware dceleinden en het werkelijke
karakter van de communistische orde is eerste
eisch voor elke politick en voor iedere relatie
ten cpzichte van de tegenwoordige machtheb-
bers in Rusland.
Kan de West-Europeesche politek, kan de
West-Europeesche openbare meenng van de
gebeurtenissen, die aan de heerschappij van
de communistische orde voorafgingen en van
de ervaringen, die men tijdanjs de coxmnunis-
tische heerschappij heeft opgedaan, ook iels
leeren Er wordt zoo veel gesproken over een
bolsjewistisch gevaar. Doch slechts weinigen
is het duidelijk,1 waardoor dit gevaar ont-
staat en door welke maatregelen he1! kan
worden geneutraliseerd. In de eerste plaats
mcest men het'er althans over eens zijn, on-
dier welke omstandigheden het sovjet-regime
in de verschillende landen de macht in han-
den kreeg. Wanneer wij nagaan, hoe dit in
Rusland en in Hcngarije is gebeurd, dan
zien wij, dat het in beide landen de commu
nistische orde slechts na een verloren oorlog
gelukte, teen de massa gewapend was en toen
vooral, tengevolge van de moreele depressie
van de leidende klassen, het volk aan de agi-
tatie van de derde internationale was bloot-
gesteld.
De oorlog is de beste voedingsbodem voor
het bclschewisme. Want de oorlog brengt
mede, dat de meest gezonde en beste elementen
van de oorlcgvcerende partijen op de slag-
velden den dcod vinden, dat de tafelschui-
mers en moreel ziekelijke elementen thuis
door hun optreden den eersten eisch voor
iedere sociale constructie: „wie meer rechten
heeft, meet ook meer plichten hebben", in het
gezicht slaan en daardoor' de communisti
sche propaganda door corriiptie en zwendel
de beste wapenen in handen geven. Het is
dan ook geen wonder, dat de uitslag van de
verkiezingen in Frankrijk dit voorjaar en het
begin van tcenade.ing tuschen Duitschland
en Frankrijk de zwaarste slagen voor de
bolschewistische politiek zijn geweest. Wan
neer men zich van het grcote gevaar reken-
schap geeft, dat de Europeesche beschaving
bedreigt door de heerschappij van de commu
nistische crde, een gevaar, dat ctilmineert in
den wensch, al'les in Europa te vernietigen,
dat te beschouwen is als organische construc
tie van staat en samenleving, waarmede alle
door Margaret Pedjer.
Geautoriseerde vertaling van W. E. Pont.
14)
gronclslagen voor alle cultureete ontwikkermg
zoudeo vervallea, dan kan de gevolgtrek-
king uit deze tegenste'ling slechts zijn: met
alle middelen en in ieder geval moet
Europa een oorlog voorkomen worden, zoo-
lang de communistische orde nog in de gele-
genneid is, de brandfakkel in Europa te
slingeren. Want tenslotte zou elke oorlog den
weg banen voor de organisatie, wier heer
schappij den door van de Europeesche cul-
tuur zou beduideni: de communistische orde.
Het bolschewisme gelijkt een vergif, dat
in een gezond staatslichaam stellig koorts
kan veroorzaken, maar dat niet bij machte is,
onder normale omstandigheden den dood van
een land te veroorzaken. Zijn echter hersenen
en hart de belangrijkste organen van
staat en volk ziekelijk, dan heeft het bol-
schewisme de uitwerking van een doodend
vergif, waarvoor geen tegengif bestaat. Het
bolschewisme is het middel om te onderzoe-
ken, of volk en land moreel intact en in vorm
zijn. En daarom dreigt West-Europa, dat
door dsn wereldoorlog in een toestand is ge-
bracht, waardoor in de meeste landen de or
ganische bouw van de samenleving voor een
groot deel is verwoest, van de zijde der derde
internationale een groot gevaar. Het gaat
om het leven van de Europeesche beschaving.
Gelukt het niet, den organischen, trapsgewij-
zen bouw van de West-Europeesche samen
leving te herstellen, gelukt het niet, het be-
stuur en de politiek van moreel ziekelijke ele
menten te bevTijden, dan is het slechts een
kwestie van tijd, wanneer die wereldrevolkitie
ook in ^JCest-Europa haar roode vlag zal
planten. En in hetb ijzonder geldt dit alter-
natief voor de nieuwe landen in Europa, die
a'is land nog geen traditie hebben.
De voorstelling, die men in de sovjet-unie
van West-Europa vormt, versterkt de leiders
van dte communistische orde in de veronder-
stelling, dat het oogenblik niet ver meer is,
waarop West-Europa zoozeer moreel ten
gronde zal zijn gegaan, .dat de heerschappij
van het proletariaat mogelijk is. Het is ty
pisch, dat de „Untergang des Abendlandes"
van Spengler tot de meest gelezen boeken in
de sovjet-unie behoort. En wanneer m£n dl
etalages van de boekwinkels in Petersburg
en in Moskou bekijkt, dan ontdekt men. dat
de meest courante boeken, die over West-
Europeesche toestanden en denkbeelden in-
lichten Garonne" van Margueritte en
„Tarzan" zijn.
HISTORISCHE TENTOONSTELLING.
Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan
van het genootschap „Amstelodamum" stelt
het bestuur dier vereeniging zich in verband
met de omstandigheid dat het op 27 October
1924 zes en een halve eeuw zal zijn geleden
dat Amsterdam van graaf Floris V zijn eerste
privilege ontving, in den zomer van 1925 een
historische tentootistelling betreffende Amster
dam te houden. De kosten hierop vallende
warden geschat opi 30 000. Men hoopt dek
king van dit bedrag te vinden in de opbrengst
van entreegelden en den verkoop van een ca-
talogus, doch heeft voor de organisaties reeds
terstend fcmdsen noodig in verband waarme
de men geldelijken steun van de gemeente
vraagt
Volgens B. en W. ligt het wel op den weg
der gemeente aan dit verzoek te voldoen Zij
stellen daarom voor een subsidie te verleenen
van ten hoogste 5000 voor zoover de on-
kosten dezer tentooastelling niet geheel moch-
ten worden gedekt door de baten daarvan.
DE MOORD TE CULEMBORG.
Een speciale verslaggever van „Het Volk"
schrijft en citeert het volgende:
De geruchtmakende roofmoordzaak in
Culemborg, waar twee oude menschen, Toon
en 'Gerrigje van Wiggen, omstreeks Kerst-
mis van het vorig jaar, door wreede handen
werden vermoord, is thans in een nieuw sta
dium getreden, dat men de derde fase zou-
kunnen noemen.
De eerste fase volgde vlak op den moord,
toen eenige ongunstig bekend staande men
schen werden gearresteerd, verdacht het mis-
drijf te hebben gepleegd. Na korter of langer
tijd in hechtenis te hebben gezeten, zijn zij
vrijgelaten, omdat er niets tegen hen viel te
bewijzen.
De tweede fase eindigde al zeer tragisch
Men kent de geschiedenis nog wel. In Culem
borg woonde een gewezen rechercheur, Have-
man, die wegens wangedrag ontslagen was
uit het korps. De publieke opinie wees hem
als de dader aan en eerst nadat er relletjes
waren geweest, waarbij het publiek hem naar
de Justitie wilde brengen, werd de man gear
resteerd. Hij pleegde den dag daarna zelf
moord en daardoor werd de meening ge
sterkt, dat Haveman bij het afschuwelijk mis-
drijf betrokken was.
En thans komt de derde fase, die zeker zoo
opzienbarend is als de vorige. In het Gel
dersch Partij-weekblad „De Arbeid" zijn n.l.
eenige artikelen verschenen, waarin de schrij-
ver dingen vertelt, die in Culemborg druk
worden besproken en die, zoo zij waarheid
bevatten, voor den commissaris Blok fnui
kend moeten worden geacht.
In het eerste artikel in .,De Arbeid" leest
men o.m.„als Rmana met een aanwljzfng te
gen Haveman bij den heer Blok kwam dan
werd hij weggewerkt".
Verder maakt de schrijver van het artikel
de volgende bemerkingen over het onderzoek
op de hoeve, waar de moord geschiedde:
Haveman, een weggeworpene bij de poli
tic, mocht er direkt bij-
Wij zullen zien met welk doel
Haveman heeft dus gezorgd bij de hand
te zijn geweest. Of heeft de kommissaris
hem laten ontbieden
De Justitie moet maar eens probeeren
Tier aan klaarheid te brengen.
De mogelijkheid bestaat dat Haveman ge-
rekend heeft op een verder onderzoek met po-
litiehonden en door met goedvinden van den
Politiekommissaris op het terrein van den
moord te zijn geweest, was hij tegen den
speurzin van die handen beschermd. Dat on
derzoek moet ook uitmaken of de heer Blok
heeft toegestaan dat Haveman voorwerpen
op het terrein heeft aangeraakt. Hoe meer
men over het moordplan nadenkt, des te dui
delijker wordt het, dat het ingewijden zijn
geweest, die hier hun ervaring hebben ge-
toond en met alle scherpzinnigheid van des-
kundige honderr en menschen hebben gespot.
E>e arrestat 's besprekend, die na den
moord zijn ged -m, verklaart de schrijver:
Haveman en d? b?er Blok die stiekum heel
veel conferenti n er zijn vele ge-
tuigen die dat I" gezien zaten niet
stil en lieten nog 'n heele troep verdachten ar-
resteeren, om na verhoord te zijn weer op
vrije voeten te worden gesteld-
Nu is de vraag deze: Was de heer Blok
een werktuig in handen van Haveman of
speelden zij samen onder een hoedje?
De arrestatie van Haveman eeschiedde
niet op last van den kommissaris Blok, maar
op last van de Justitie. ..Natuurlijk", schrijft
„De Arbeid", „geschiedde die arrestaties niet
op last van den heer Blok, als de kommissa
ris dat had moeten doen, dan zou Haveman
hier nog hebben geloopen".
Nu wij begonnen zijn te citeeren, blijkt ons,
hoe moeilijk het is te beslissen wat het be-
langrijkst uit dit artikel is. Elke regel bijna
bevat een nieuwe aanklacht.
Kort voor den moord was bij de oude
menschjes ingebroken en daarna waren er,
op raad van de politie sloten aangebracht en
hadden de oudjes een waakhond gekregen.
Een verslaggever van- „De Telegraaf", die
hier indertijd over schreef, vertelde, dat Ha
veman niet .tegenwoordig was bij het aan-
brengen der sloten, terwijl niet aangenomen
mag worden, dat de hond, die tegen ieder
blafte, stil zou zijn geweest toen de ex-poli-
tiebeambte binnentrad.
De heer Blok liegt hier opzettelijk Hoeveei
getuigen wil de heer Blok hebben, dat Have
man wel bij het aanbrengen dier sloten is
geweest?
Haveman heeft de sloten ontworpen en hij
heeft ongetwijfeld den heer Blok daarin ge-
kend, en daar de heer Blok het hoofd van de
politie is, draagt deze dan ook de verant-
woording.
Wat die waakhond betreft, nou. het was er
een die eerst keek of een vreemde bezoeker
iets in z'n handen had, en als hij zag dat
hij niets kreeg, begon hij te kef fen.
Maar tegen Haveman behoefde dat hondie
niet te blaffen het keffertje kende Have
man!
Maar nog sterker is het volgende: Omwo
nende boeren vertellen, dat de kommissaris
vroeger reeds uiting had gegeven aan zijn
„voorgevoel", dat er wel een moord zou kun
nen plaats hebben. Hij liet daarom die hoeve
extra bewaken en op gezette tijden hield de
politie 'n oog in het zeil. Door de vriend-
schap met den heer Blok, wist Haveman hoe
en wanneer die bewaking plaats had. En als
men nu weet. dat de moord heeft plaats ge-
vonden tusschen 6 en 8 uur's avonds en dat
den volgenden dag om 3 uur namiddag de
misdaad eerst door burgers werd ontdekt,
hoeft men niet te vragen hoe die bewaking
was!!
Bedenkt nu, dat de heer Blok zoo goed
als zeker wist, dat er bij de Van Wiggens
„iets" zou gebeuren!!
Wij vragen nu aan ieder die over 'n gezond
stel hersens heeft te beschikken, of de kom
missaris van politie niet de hoofdschuldige
is. Heeft hij den moordenaar niet in de gele
genheid gesteld om die misdaad te begaan
en toen het verschrikkelijke feit eenmaal was
gebeurd. heeft hij toen Haveman niet door
dik en dun verdedigd?
De justitie moet nu maar eens onderzoe-
ken, waarom de heer Blok den moed miste
Haveman te laten arrestee ren.
Het artikel stelt verder de vraag. of de
justitie geen reden heeft den heer Blok ver
antwoordelijk te stellen voor de onopgehelder-
de misdrijven, die te Culemborg zijn ge
pleegd?
In hetzelfde artikel van „De Arbeid" zegt
de schrijver ten slotte:
Wij gaan nog verder en zullen den heer
Blok beschuldigen, dat hij opzettelijk het on
derzoek in deze moordzaak heeft belemmerd
en met opzet het dwaalspoor heeft gevolgd
dat de moordenaar hem heeft gewezen.
Dit wordt dus een krasse beschuldiging.
(Be wij volg-en'de week zuTlen urfspreken en
dan zullen wij zien of de heer Blok een aan
klacht tegen ons zal indienen.
Doet hij dat niet dan zullen wij hem een
raad geven.'
Wij gaven aan Haveman ook een raad ot
bekennen of zelfmoord. Het resultaat is be
kend.
De heer Blok heeft te kiezen tusschen: on-
middellijk ontslag vragen bekermen wat
hij met Haveman heeft uitgdiaald of ook'
maar een touwtje opzoeken. Andere wegen
zijn er niet.
In Culemborg vernamen wij nog meuwe
beschuldigingen tegen den kommissaris Blok,
beschuldigingen, die, indien zij juist blijken,
de ernstigste aanwijzingen bevatten, dat het
politieonderzoek met ongelooflijke lichtzin-
nigheid of erger heeft plaats gehad.
De lichamen der beide vermoorde men
schen zijn gevonden door vrouw Vugt en G.
Jagers. De oude vrouw Gerrigje van Wiggen
leefde teen nog en heeft tegen Jagers gespro
ken. Deze beide menschen zijn de eenigen, die
vrouw van Wiggen nog levend hebben ge
zien. En deze menschen zijn niet verhoord
Nog een erger geval vertelde men ons
en dit geval wordt deze week ook in „De Ar
beid", behandeld:
Een ingezetene van Culemborg wilde
eenige da gen na den moord een mededeeling
doen. Hij meende een aanwijzig te hebben te
gen den ex-rechercheur Haveman. Daartoe
begaf hij zich naar de parfieuliere wonitrg
van kommissaris Blok, waar hij werd bir>-
nengelaten. Zoodra had hij niet het doel van
zijn komst verteld, of hem werd duidelijk ge-
maakt, dat de kommisaris daar nu geen tijd
voor had. De man moest maar op het bureau
komen.
De man kwam niet. Maar toen de kom
missaris hem eenige dagen later op sitraat
ontmoette, vroeg hij hem wat hij eigenlijk
wilde. Weer zei de man, dat hij een aanwij-
zing had. En weer werd hij afgepoeierd.
Den volgenden dag vervoegde zich aan's
mans woning de door hem verdachte Have
man. De gewezen rechercheur zei, dat hij
met den kommissaris had gesproken, die hem
had verteld. dat hij iets van de zaak wist. Etf
hij vroeg den man dit dan maar aan hem
te vertellen. Hij zou de kwestie uitzoeken en
dat zou hem helpen kunnen weer bij het poli-
tiekorps terug te-komen. Begrijpelijkerwijzc
heeft de man niets gezegd
Wij hebben een bezoek gebracht aan den"
burgemeester van Culemborg om over deze
aan gelegenheid zijn meening te hooren.
Wij vroegen dus den burgemeester of hij
in deze zaak, die zijn gemeente zoo lang en
zoo ernstig verontrust, stappen had gedaart
naar aanleiding van de arikelen in „De Ar
beid".
Ja, was zijn antwoord. Direkt nadat ik
het laatste artikel had gelezen, hAb ik den
heer De Beus, van wien ik vermoedde dat de
artikelen afkomstig waren, verzocht bij mij te
komen. Ik vroeg hem toen of hij de verant-
woording er voor aanvaardde en of hij van
oordeel was, dat de artikelen ter kennisse
zouden komen van den officier van Justitie
te Tiel en den procureur-generaal te Arn-
hem. Op beide vragen antwoordde De Beus
bevestigend. -
Als, zoo vroegen wij, De Beus had ge-
meend, dat de artikelen niet in Tiel en in
Arnhem werden gelezen, wat had u dan ge--
daan? Zoudt u ze hebben opgestuurd?
Neen. f;**
Waarom niet?
Omdat ik den volgenden morgen den.
kommissaris Blok bij mij heb geroepen en
hem op den inhoud dier artikelen heb gewe
zen. Ik zei hem, dat het nu al te erg werd en
dat ik geloofde, dat hij naar aanleiding dier
artikelen een aanklacht behoorde in te dienen.
De kommissaris antwoordde, dat hij geen
aanklacht wilde indienen
Heeft u dan geen andere middelen om
aan deze zaak, die u als hoofd der politie toch
zeer onaangenaam moet wezen, een einde te
maken?
Moet ik den kommissaTis tegenover
iemand uit de bevolkinghooren? Als dan
blijkt, dat de een gelijk heeft, is van den an-
der het prestige weg en dat wil ik als burge
meester niet.
Dat "moeten hoogere autoriteiten maar
doen. Of voegde de burgermeester er nog
aantoe, 't moet mij gelast worden.
Tenslotte brachten wij een bezoek aan (teg
beschuldigden kommissaris Blok. Wij tro4-
fen hem op het kommissariaat en hij ontving
ons in zijn werkkamer een in bijna duis-
ternis gehuld vertrek met neergelaten jaloo-
zien. De kommissaris zat met den rug naar
het spaarzame licht, zoodat zijn gelaat, da£
ons voorkwam diep met lange rimpels door-
ploegd te zijn, slechts even kregen te zien.
U hebt natuurlijk de artikelen in „De Ar
beid" gelezen4
Neen, was het korbe antwoord.
Dan toch wel vernomen, wat er In
staat, hielden wij vol. -.<-■ I.
Ja, en wat wilde u nu?
Deze artikelen bevatten een zoo krasse
beschuldiging van medeplichtigheid
Dat staat er niet, onderbrak ons <Se
kommissaris, die toch blijkbaar goed wist
Een deel van haar aantrekkingskracht lag
ongetwijfeld in haar houding tegenover haar
man en haar zoon. Zij was nog even roman*
tisch verliefd op majoor Durward als 'n meisje
van nog geen twintig, en zij aanbad Tim opens
lijk.
Misschien en dat zou niet te vetwonde*
ren zijn had zij iets van bedorven vrouwtje,
in zooverre, dat de beide mannen haar in elke
gril haar zin gaven. Toch was het geen klein=
zielige of moedwillige doorzetterij. Het was
meer de statige hoogheid van een koningin, en
zij was de vriendelijkheid zelf tegenover Sara.
Maar dat Sara langzamerhand weer tot het
normale leven terugkeerde en haar overspans
nen zenuwen tot rust kwamen, was grooten*
deels te danken aan Tim, die zich dadelijk tot
haar aangetrokken voelde, zooals het iederen
jongen man zou gaan, die onder hetzelfde dak
woont met een aantrekkelijk persoontje van
de andere sexe. Hij had een genOegelijke ma*
met om aan de deur van Sara's zitkamer te
verschijnen met een vragend: „Hallo, mag ik
binnenkomen voor' een praatje?"
En na het toestemmende antwoord installeer
de hij zich gewoonlijk op het haardkleedje aan
haar voeten en babbelde haar over zijn eigen
gedoe, zooals een broer met zijn lievelingszus*
ter zou doen, en met even groote zekerheid,
dat zijn confidenties met sympathieke belang*
stelling zouden worden beantwoord.
„Wat ga je nu eigenlijk met jezelf beginnen,
Tim?" vroeg Sara op zekeren dag, toen hij in
zalig nietsdoen op het groote berenvel voor
den ha'ard in haar kamer lag, en tevreden aan
zijn geliefde oucte pijp trok.
„Wat ik met mezelf ga beginnen?" herhaal*
de hij. „Wat beioel je? Ik voel me juist buiten
gewoon behagelijk hier", dit met een blik van
voldaanhcid om zich heen.
„Ik bedoel wat ga je worden? Ga je dan
niet een of ander beroep kiezen?"
Tim zat ineens overeind, en nam zijn pijp uit
den mond.
„Nee", zei hij kort.
„Maar waarom niet? Je kunt hier toch niet
altijd blijven rondlummelen en nietsdoen. Ik
dacht, dat je in dienst zoudt zijn gegaan, net
als je vader."
Zijn blauwe oogen kregen een harde uitdruk*
king.
„Dat had ik ook gewild", zei hij knarrig,
„maar moeder wou er niets van weten."
Sara voelde de pijn in zijn plotseling ruw ge
worden toon.
„Maar waarom? Je zoudt een kranig officier,
zijn, Tim". Zij keek met goedkeurend*vriende=
lijken blik naar zijn hooge gestalte.
„Ik zou niets liever gewild hebben," zei hi;
peinzend. „Ik had het heerlijk gevonden. Maar
moeder tobde er zoo vreeselijk over, wanneer
ik maar even het idee opwierp, dat ik het
moest opgeven. Ik moet inplaats daarvan een
landeigenaar zijn; een landjonker of een dergc*
lijk soort knul".
„Maar dat kon toch altijd later nog".
Tim haalde de schouders op.
„Natuurlijk kon dat. Maar moeder weigerde
absoluut mij naar de krijgsschool te laten gaan.
Dus tenzij er een oorlog opduikt, en het
ziet er niet naar uit alsof daar veel kans op is!
kom ik gewoon niet in aanmerking. Maar
wanneer er ooit oorlog komt, Sara", hij leg*
de in vuur zijn hand op haar knie „dan
zweer ik, dat ik een van de eersten zal zijn om
mij vrijwillig op te geven. Ik was een dwaas
dat ik moeder toegaf op (fit punt, maar ze
maakte zich gewoon ziek erover, en dat kon ik
natuurlijk niet verdragen."
Sara vroeg zich verwonderd af, waarom me*
vrouw Durward tusschenbeide was gekomen
en haar zoon had afgehouden van wat klaar*
blijkelijk zijn neiging was. Het scheen zoo heel
natuurlijk, dat hij, als zoon van een officier,
ook de carriere van zijn vader had gekozen en
bij het leger was gegaan; inplaats daarvan zat
hij zich nu hier te verbijten in dezen achter*
hoek van de wereld. In haar gedachten besloot
zij het onderwerp eens met Elisabeth aan te
vatten, zoodra de gelegenheid zich voordeed
maaT voor het oogenblik wendde zij handig
het gesprek af van dit blijkbaar pijnlijke on*
derwerp en stelde voor, dat Tim haar zou
vergezellen naar Fallowdene, waar* zij een bood
schap had aan het postkantoor. Hij stemde gre
tig toe, met een ruk van zijn breede schouders
alsof hij den onaangenamen last van zijn ge
dachten wilde afschudd'en.
Vanaf het venster van de zitkamer van zijn
vrouw keek majoor Durward het tweetal na{
toen ze den weg opgingen naar het dorp. Die
twee waren beste maatjes. Een tevreden glim
lach trok over zijn goedig gezicht, toen zij den
hoek om sloe gen en uit het gezicht verdwenen
achter een perk met heesters.
„Zou dat wat worden?" vroeg hije ziende
dat Elisabeth's blik dezelfde rich-ting had ge:
volgd.
„Daar is nog niets van te zeggen',, antwoord*
de ze kaim. „Tim verbeeldt zich natuurlijk, dat
hij verliefd is, daar twijfel ik geen oogenblik
aan; maar een jongen van twee*en*twintig u.
altijd verliefd op de helft van de mcisjes, die
hrj ontmoet."
„Ik niet", verkfaarde Geoffrey dadelijk. „!k
werd verliefd op jou, toen ik pas negentien
was en dat is nooit anders geworden."
Elisabeth zond hem een bekoorlijken gfirrw
lach toe.
„Misschien volgt Tim dan jou voetstappen",
veronderstelde zij rustig.
„Wel, zou je ermoe ingenomen zijn?" MeW
haar echtgenoot aan, met een hoofdbeweging
in de richting, waarin Sara en Tim verdwenen
waren.
„Ik zal altijd ingenomen zijn met die vrouw,
die Tim gelukkig maakt", antwoordde zij een*
vou-dig.
Durward zweeg even; toen ging hij weer
over tot een aanval.
„Zij is een mooi, lief meisje, vindt je niet?"
„Sara? Bepaald mooi zou ik haar niet noes*
men. Haar gezicht is te mager, en te heftig, te
scherp. Maar zij is een hee longewoon type,
net een ets in wit en zwart en ze heeft iets
buitengewoon aantrekkelijks".
Het duurde verscheidcn dagen eer Sara het
punt van Tim's beroep te pas kon brengen,
maar ze slaagde erin op een mid-dag, toen zjf
en Elisabeth samen met de thee zaten te wwcfa*
ten op de beide mannen.
i