Alkmaarsuhe Courant De Kluizenaar van Far-End Rusland na den dood van Lenin. FEUILLETON. Woensdag 27 Augustus. Gemeng-d nieuws v (KorM 209 1924 Honderd Zes en Twintigste Jaargang, HERH A LINGSO E F E NING EN De BURGEMEESTER van ALKMAAR ROEPT den in het verlofgangersregister de- zer gemeente ingeschrcven VERLOFGAN- GER, hieronder vermeld, bij deze OP, om in 1924, op het achter zijn naam aangegeven tijdstip, krachtens artikel 31, eerste lid, b, in verband met artikel 33 der Dienstp-lichtwet (Staatsblad No. 43 van 1922), voor HER- HALINGSOEFENINGEN IN WERKE- LIJKEN DIENST TE KOMEN. J. REEK, lichting 1920, behoorende tot het Regiment Huzaren, 2de Eskadron, garnl- zoensplaats Amersfoort, tijdstip van opkomst 28 Augustus 1924. Voor nadere bijzonderheden wordt verwe- zen naar de openbare kennisgeving van 21 April j.lterwijl de afdeehng Militaire Zaken ter Gemeente-Secretarie verdere inlichtingen yerstrekt. Allanaar, 26 Augustus 1924. i De Burgemecster voornoemd, JWENDELAAR BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene ken- nis, dat in het Gemeenteblad van Alkmaar is opgenomen lo. het Besluit van den Raad dier Gemeen'te van 21 Maart 1924, waarbij is vastgesteld eene Verordening tot wijziging der Ver- ordening regelende de loonen der werk- J Iieden in dienst der gemeente Alkmaar (Gemeenteblad No. 920) 2o. het Besluit van den Raad dier gemeente van 22 Mei 1924, tot wijziging van de jaa rwedden regc 1 i n gen voor het niet- onderwijzend personed aan het Gymna- j sium en de Handelsscholen (Gemeente- - blad No. 926). Deze Besluiten zijn heden afgekondigd en ter Gemeente-Secretarie gedurende drie maan den ter lezing nedergelegd, waar ze tevens tegen betaling der kosten in afdruk verkrijg- baar zijn. Alkmaar, 25 Augustus 1924. Burgemecster en Wethouders voornoemd, WENDELAAR, Burgemecster. A. KOELMA, Secretaris. XIII. WEST-EUROPA EN RUSLAND. Er is de laatste jaren ontzettend veel ge sproken en geschreven over de politiek, die West-Europa, waaronder Nederland, tegen- over de sovjet-unie zou moeten volgen. Wan- neer men zich iets nader met deze vele en verscheidene recepten ter genezing van de open wond aan het lichaam van Europa be- zighoudt, dan val het op met welk een gc- brek aan kennis van de omstandigheden in Rusland en hoe liditvaardig men oordeelt. De elementaire regel voor den omgang van men- schen e.i volken met elkaarkennen en dan handelen, schijnt hier geheel en al buiten be- schouwing te worden gelaten. De kennis be treffende de communistische orde en haar plannen is in West-Europa ontzettend goring. Ondanks proclamaties en andere mededeelin- gen van de sovjet-leiders, die aan duidelijk- lieid en aan ondubbelzinmigheid niets te wen- schen laten, constateert men ook tlians nog overal zeer vage voorsellingen over hetgeen fcitelijk in Rusland voorvalt Men krijgt bijna den indruk, alsof men niet begrijpen w i 1, hoe het er in Rusland uitziet, dat de openbare meening van West-Europa instinctmatig een zckere vrees heeft, de geheele gevaarlijkheid en naakte waarheid te erkennen en te begrij- pn. Het is, alsof een mensch het hem bedrei- gende doodsgevaar niet wil zien, om zichzelf te misleiden. En toch, zonder n'auwkeurig kennis van de toestanden in Rusland zal Europa nooit tot een juiste houding jegens de sovjet-unie kun- nen komen en de communistische orde zal, ge- lijk tot dusver, haar grootste success-en kun nen bereiken door het beklagenswaardig ge- brek aan inzicht en de struisvogelpolitiek van West-Europa. Een ding is vooral te bctreu- ren: hot moest West-Europa duidelijk zijn, dat alle praatjes over ecu verandering van de politiek der communistische orde en over den twist ten aanzien van de competentie tuschen de derde internationale en de Ruasisehe regee- ring, waarvan de internationale naar het heet slechts de wereldrevolutie ten doel heeft, in den grond van de zaak' bedriegelijke voor- wendselen zijn, die niet met de feiten overeen- stemmen. Achter beide organisaties, achter de derde internationale en achter de regee- ring van de sovjet-unie staat als mctorische kractft de communistische orde. Wanneer er ooit verschil van inzicht bestaan heeft tus- schen de derde internationale en de Russi- sche regeering, dan is het alleen van tacti- schen aard geweest en zal het, wanneer het oogenblik van Handelen is aangebroken, te alien tijde door den opperceremoniemeester, de communistische orde worden bijgelegd. Men begaat een grove fout, wanneer mien meent, dat de politiek van de communistische orde is veranderd. Het doel, dat de communisti sche orde zich voor oogen heeft gesteld, is en blijft: de wereldrevolutie. En wanneer men mij vraagt, of er werkelijk menschen zijn, die aan dergelijke „onzin" gelooven, dan zou ik hier een gesprek willen weergeven, dat ik heb gevoerd met een financieelen autoriteit in de sovjet-unie. In een onderhoud over de En- gelsch-Russiche onderhandelingen wees iik er op, dat bij het economisch systeem, dat in de sovjet-unie worth gevolgd, bet verwachte En- gelsche geld niet productief zou worden be- legd, maar slechts aangewend tot dekking van het tekort van den staat en de staatsindu- strie; tegelijkertijd zeide ik, er aan te twijfe- len, of Engeland en het fouitenland in het algemeen geld aan de sovjet-unie zou leenen. Het antwoord, dat ik kreeg, was typisch voor de denkwijze, die men thans overal in sovjet- kringen aantreft. Het luidde: „U zul-t zien, dat wij geld zullen krijgen.' Europa is te zeer verdeeld, om eensgezind tegen ens op te tre- den. De onderlinge concurrentiezucht zal stellig een of ander land er tee brengen, ons geld te gcven, om de Russiscne rijkdommen te kunnen exploiteeren. En Hat geld zal ons in staat stellen, vol te houden tot de wereld- revclutie zal uitbreken". Ik zeide, mij er over te verwonderen, dat een eeonoom zijn geheele p-. litiek laat beheerschen door het gelcof aan de wereldrevolutie. Over mijn bedenkimg begon de sovjet-man te lachen „Dat is de typische tegenwerping van den Europeaan. Maar het gaat lieelemaal niet om een geloof. Hebt u Marx gelezen Op mijn bevestigend antwoord ging hij verder: „Nu, d'an hebt a gezien, dat de wereldre volutie een wetenschapelijk bewezen feit is. Het is heelemaal geen geloof, dat zij zal ko men, maar wij weeen het zoo zeker als twee maal twee vier is. Wij zijn het eens over de cntwikkeling, die de dinger zullen krijgen, terwijl u in Europa nog steeds angstig zijt, zich een voorstelting van de komenoe ontwik- keling te rnaken. En daarom zullen wij over- winnen: wij hebben helderder inzicht en rui- mer blik dan het afstervende Europa". Ik heb opzetelijk dit gesprek te berde ge- bracht, om den lezer een kijk te geven op de geestelijke houding van de mannen, die aan het hbofd van de beweging staan, die de we reldrevolutie ten doel heeft. De kracht en de beteekenis van hun optreden, de psychologi- sche drijfveer van hun handelingen, de kracht en de vastberadenheid van hun geestelijke ge- steldheid komen door deze uitlatingen zoo plastisch aan het licht, dat zelfs degeen, die Rusland en de communistische orde niet kent, zich kan voorstellen, wat men rhans in Euro pa niet zien wil of niet zien kan. Deze ken nis van de ware dceleinden en het werkelijke karakter van de communistische orde is eerste eisch voor elke politick en voor iedere relatie ten cpzichte van de tegenwoordige machtheb- bers in Rusland. Kan de West-Europeesche politek, kan de West-Europeesche openbare meenng van de gebeurtenissen, die aan de heerschappij van de communistische orde voorafgingen en van de ervaringen, die men tijdanjs de coxmnunis- tische heerschappij heeft opgedaan, ook iels leeren Er wordt zoo veel gesproken over een bolsjewistisch gevaar. Doch slechts weinigen is het duidelijk,1 waardoor dit gevaar ont- staat en door welke maatregelen he1! kan worden geneutraliseerd. In de eerste plaats mcest men het'er althans over eens zijn, on- dier welke omstandigheden het sovjet-regime in de verschillende landen de macht in han- den kreeg. Wanneer wij nagaan, hoe dit in Rusland en in Hcngarije is gebeurd, dan zien wij, dat het in beide landen de commu nistische orde slechts na een verloren oorlog gelukte, teen de massa gewapend was en toen vooral, tengevolge van de moreele depressie van de leidende klassen, het volk aan de agi- tatie van de derde internationale was bloot- gesteld. De oorlog is de beste voedingsbodem voor het bclschewisme. Want de oorlog brengt mede, dat de meest gezonde en beste elementen van de oorlcgvcerende partijen op de slag- velden den dcod vinden, dat de tafelschui- mers en moreel ziekelijke elementen thuis door hun optreden den eersten eisch voor iedere sociale constructie: „wie meer rechten heeft, meet ook meer plichten hebben", in het gezicht slaan en daardoor' de communisti sche propaganda door corriiptie en zwendel de beste wapenen in handen geven. Het is dan ook geen wonder, dat de uitslag van de verkiezingen in Frankrijk dit voorjaar en het begin van tcenade.ing tuschen Duitschland en Frankrijk de zwaarste slagen voor de bolschewistische politiek zijn geweest. Wan neer men zich van het grcote gevaar reken- schap geeft, dat de Europeesche beschaving bedreigt door de heerschappij van de commu nistische crde, een gevaar, dat ctilmineert in den wensch, al'les in Europa te vernietigen, dat te beschouwen is als organische construc tie van staat en samenleving, waarmede alle door Margaret Pedjer. Geautoriseerde vertaling van W. E. Pont. 14) gronclslagen voor alle cultureete ontwikkermg zoudeo vervallea, dan kan de gevolgtrek- king uit deze tegenste'ling slechts zijn: met alle middelen en in ieder geval moet Europa een oorlog voorkomen worden, zoo- lang de communistische orde nog in de gele- genneid is, de brandfakkel in Europa te slingeren. Want tenslotte zou elke oorlog den weg banen voor de organisatie, wier heer schappij den door van de Europeesche cul- tuur zou beduideni: de communistische orde. Het bolschewisme gelijkt een vergif, dat in een gezond staatslichaam stellig koorts kan veroorzaken, maar dat niet bij machte is, onder normale omstandigheden den dood van een land te veroorzaken. Zijn echter hersenen en hart de belangrijkste organen van staat en volk ziekelijk, dan heeft het bol- schewisme de uitwerking van een doodend vergif, waarvoor geen tegengif bestaat. Het bolschewisme is het middel om te onderzoe- ken, of volk en land moreel intact en in vorm zijn. En daarom dreigt West-Europa, dat door dsn wereldoorlog in een toestand is ge- bracht, waardoor in de meeste landen de or ganische bouw van de samenleving voor een groot deel is verwoest, van de zijde der derde internationale een groot gevaar. Het gaat om het leven van de Europeesche beschaving. Gelukt het niet, den organischen, trapsgewij- zen bouw van de West-Europeesche samen leving te herstellen, gelukt het niet, het be- stuur en de politiek van moreel ziekelijke ele menten te bevTijden, dan is het slechts een kwestie van tijd, wanneer die wereldrevolkitie ook in ^JCest-Europa haar roode vlag zal planten. En in hetb ijzonder geldt dit alter- natief voor de nieuwe landen in Europa, die a'is land nog geen traditie hebben. De voorstelling, die men in de sovjet-unie van West-Europa vormt, versterkt de leiders van dte communistische orde in de veronder- stelling, dat het oogenblik niet ver meer is, waarop West-Europa zoozeer moreel ten gronde zal zijn gegaan, .dat de heerschappij van het proletariaat mogelijk is. Het is ty pisch, dat de „Untergang des Abendlandes" van Spengler tot de meest gelezen boeken in de sovjet-unie behoort. En wanneer m£n dl etalages van de boekwinkels in Petersburg en in Moskou bekijkt, dan ontdekt men. dat de meest courante boeken, die over West- Europeesche toestanden en denkbeelden in- lichten Garonne" van Margueritte en „Tarzan" zijn. HISTORISCHE TENTOONSTELLING. Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het genootschap „Amstelodamum" stelt het bestuur dier vereeniging zich in verband met de omstandigheid dat het op 27 October 1924 zes en een halve eeuw zal zijn geleden dat Amsterdam van graaf Floris V zijn eerste privilege ontving, in den zomer van 1925 een historische tentootistelling betreffende Amster dam te houden. De kosten hierop vallende warden geschat opi 30 000. Men hoopt dek king van dit bedrag te vinden in de opbrengst van entreegelden en den verkoop van een ca- talogus, doch heeft voor de organisaties reeds terstend fcmdsen noodig in verband waarme de men geldelijken steun van de gemeente vraagt Volgens B. en W. ligt het wel op den weg der gemeente aan dit verzoek te voldoen Zij stellen daarom voor een subsidie te verleenen van ten hoogste 5000 voor zoover de on- kosten dezer tentooastelling niet geheel moch- ten worden gedekt door de baten daarvan. DE MOORD TE CULEMBORG. Een speciale verslaggever van „Het Volk" schrijft en citeert het volgende: De geruchtmakende roofmoordzaak in Culemborg, waar twee oude menschen, Toon en 'Gerrigje van Wiggen, omstreeks Kerst- mis van het vorig jaar, door wreede handen werden vermoord, is thans in een nieuw sta dium getreden, dat men de derde fase zou- kunnen noemen. De eerste fase volgde vlak op den moord, toen eenige ongunstig bekend staande men schen werden gearresteerd, verdacht het mis- drijf te hebben gepleegd. Na korter of langer tijd in hechtenis te hebben gezeten, zijn zij vrijgelaten, omdat er niets tegen hen viel te bewijzen. De tweede fase eindigde al zeer tragisch Men kent de geschiedenis nog wel. In Culem borg woonde een gewezen rechercheur, Have- man, die wegens wangedrag ontslagen was uit het korps. De publieke opinie wees hem als de dader aan en eerst nadat er relletjes waren geweest, waarbij het publiek hem naar de Justitie wilde brengen, werd de man gear resteerd. Hij pleegde den dag daarna zelf moord en daardoor werd de meening ge sterkt, dat Haveman bij het afschuwelijk mis- drijf betrokken was. En thans komt de derde fase, die zeker zoo opzienbarend is als de vorige. In het Gel dersch Partij-weekblad „De Arbeid" zijn n.l. eenige artikelen verschenen, waarin de schrij- ver dingen vertelt, die in Culemborg druk worden besproken en die, zoo zij waarheid bevatten, voor den commissaris Blok fnui kend moeten worden geacht. In het eerste artikel in .,De Arbeid" leest men o.m.„als Rmana met een aanwljzfng te gen Haveman bij den heer Blok kwam dan werd hij weggewerkt". Verder maakt de schrijver van het artikel de volgende bemerkingen over het onderzoek op de hoeve, waar de moord geschiedde: Haveman, een weggeworpene bij de poli tic, mocht er direkt bij- Wij zullen zien met welk doel Haveman heeft dus gezorgd bij de hand te zijn geweest. Of heeft de kommissaris hem laten ontbieden De Justitie moet maar eens probeeren Tier aan klaarheid te brengen. De mogelijkheid bestaat dat Haveman ge- rekend heeft op een verder onderzoek met po- litiehonden en door met goedvinden van den Politiekommissaris op het terrein van den moord te zijn geweest, was hij tegen den speurzin van die handen beschermd. Dat on derzoek moet ook uitmaken of de heer Blok heeft toegestaan dat Haveman voorwerpen op het terrein heeft aangeraakt. Hoe meer men over het moordplan nadenkt, des te dui delijker wordt het, dat het ingewijden zijn geweest, die hier hun ervaring hebben ge- toond en met alle scherpzinnigheid van des- kundige honderr en menschen hebben gespot. E>e arrestat 's besprekend, die na den moord zijn ged -m, verklaart de schrijver: Haveman en d? b?er Blok die stiekum heel veel conferenti n er zijn vele ge- tuigen die dat I" gezien zaten niet stil en lieten nog 'n heele troep verdachten ar- resteeren, om na verhoord te zijn weer op vrije voeten te worden gesteld- Nu is de vraag deze: Was de heer Blok een werktuig in handen van Haveman of speelden zij samen onder een hoedje? De arrestatie van Haveman eeschiedde niet op last van den kommissaris Blok, maar op last van de Justitie. ..Natuurlijk", schrijft „De Arbeid", „geschiedde die arrestaties niet op last van den heer Blok, als de kommissa ris dat had moeten doen, dan zou Haveman hier nog hebben geloopen". Nu wij begonnen zijn te citeeren, blijkt ons, hoe moeilijk het is te beslissen wat het be- langrijkst uit dit artikel is. Elke regel bijna bevat een nieuwe aanklacht. Kort voor den moord was bij de oude menschjes ingebroken en daarna waren er, op raad van de politie sloten aangebracht en hadden de oudjes een waakhond gekregen. Een verslaggever van- „De Telegraaf", die hier indertijd over schreef, vertelde, dat Ha veman niet .tegenwoordig was bij het aan- brengen der sloten, terwijl niet aangenomen mag worden, dat de hond, die tegen ieder blafte, stil zou zijn geweest toen de ex-poli- tiebeambte binnentrad. De heer Blok liegt hier opzettelijk Hoeveei getuigen wil de heer Blok hebben, dat Have man wel bij het aanbrengen dier sloten is geweest? Haveman heeft de sloten ontworpen en hij heeft ongetwijfeld den heer Blok daarin ge- kend, en daar de heer Blok het hoofd van de politie is, draagt deze dan ook de verant- woording. Wat die waakhond betreft, nou. het was er een die eerst keek of een vreemde bezoeker iets in z'n handen had, en als hij zag dat hij niets kreeg, begon hij te kef fen. Maar tegen Haveman behoefde dat hondie niet te blaffen het keffertje kende Have man! Maar nog sterker is het volgende: Omwo nende boeren vertellen, dat de kommissaris vroeger reeds uiting had gegeven aan zijn „voorgevoel", dat er wel een moord zou kun nen plaats hebben. Hij liet daarom die hoeve extra bewaken en op gezette tijden hield de politie 'n oog in het zeil. Door de vriend- schap met den heer Blok, wist Haveman hoe en wanneer die bewaking plaats had. En als men nu weet. dat de moord heeft plaats ge- vonden tusschen 6 en 8 uur's avonds en dat den volgenden dag om 3 uur namiddag de misdaad eerst door burgers werd ontdekt, hoeft men niet te vragen hoe die bewaking was!! Bedenkt nu, dat de heer Blok zoo goed als zeker wist, dat er bij de Van Wiggens „iets" zou gebeuren!! Wij vragen nu aan ieder die over 'n gezond stel hersens heeft te beschikken, of de kom missaris van politie niet de hoofdschuldige is. Heeft hij den moordenaar niet in de gele genheid gesteld om die misdaad te begaan en toen het verschrikkelijke feit eenmaal was gebeurd. heeft hij toen Haveman niet door dik en dun verdedigd? De justitie moet nu maar eens onderzoe- ken, waarom de heer Blok den moed miste Haveman te laten arrestee ren. Het artikel stelt verder de vraag. of de justitie geen reden heeft den heer Blok ver antwoordelijk te stellen voor de onopgehelder- de misdrijven, die te Culemborg zijn ge pleegd? In hetzelfde artikel van „De Arbeid" zegt de schrijver ten slotte: Wij gaan nog verder en zullen den heer Blok beschuldigen, dat hij opzettelijk het on derzoek in deze moordzaak heeft belemmerd en met opzet het dwaalspoor heeft gevolgd dat de moordenaar hem heeft gewezen. Dit wordt dus een krasse beschuldiging. (Be wij volg-en'de week zuTlen urfspreken en dan zullen wij zien of de heer Blok een aan klacht tegen ons zal indienen. Doet hij dat niet dan zullen wij hem een raad geven.' Wij gaven aan Haveman ook een raad ot bekennen of zelfmoord. Het resultaat is be kend. De heer Blok heeft te kiezen tusschen: on- middellijk ontslag vragen bekermen wat hij met Haveman heeft uitgdiaald of ook' maar een touwtje opzoeken. Andere wegen zijn er niet. In Culemborg vernamen wij nog meuwe beschuldigingen tegen den kommissaris Blok, beschuldigingen, die, indien zij juist blijken, de ernstigste aanwijzingen bevatten, dat het politieonderzoek met ongelooflijke lichtzin- nigheid of erger heeft plaats gehad. De lichamen der beide vermoorde men schen zijn gevonden door vrouw Vugt en G. Jagers. De oude vrouw Gerrigje van Wiggen leefde teen nog en heeft tegen Jagers gespro ken. Deze beide menschen zijn de eenigen, die vrouw van Wiggen nog levend hebben ge zien. En deze menschen zijn niet verhoord Nog een erger geval vertelde men ons en dit geval wordt deze week ook in „De Ar beid", behandeld: Een ingezetene van Culemborg wilde eenige da gen na den moord een mededeeling doen. Hij meende een aanwijzig te hebben te gen den ex-rechercheur Haveman. Daartoe begaf hij zich naar de parfieuliere wonitrg van kommissaris Blok, waar hij werd bir>- nengelaten. Zoodra had hij niet het doel van zijn komst verteld, of hem werd duidelijk ge- maakt, dat de kommisaris daar nu geen tijd voor had. De man moest maar op het bureau komen. De man kwam niet. Maar toen de kom missaris hem eenige dagen later op sitraat ontmoette, vroeg hij hem wat hij eigenlijk wilde. Weer zei de man, dat hij een aanwij- zing had. En weer werd hij afgepoeierd. Den volgenden dag vervoegde zich aan's mans woning de door hem verdachte Have man. De gewezen rechercheur zei, dat hij met den kommissaris had gesproken, die hem had verteld. dat hij iets van de zaak wist. Etf hij vroeg den man dit dan maar aan hem te vertellen. Hij zou de kwestie uitzoeken en dat zou hem helpen kunnen weer bij het poli- tiekorps terug te-komen. Begrijpelijkerwijzc heeft de man niets gezegd Wij hebben een bezoek gebracht aan den" burgemeester van Culemborg om over deze aan gelegenheid zijn meening te hooren. Wij vroegen dus den burgemeester of hij in deze zaak, die zijn gemeente zoo lang en zoo ernstig verontrust, stappen had gedaart naar aanleiding van de arikelen in „De Ar beid". Ja, was zijn antwoord. Direkt nadat ik het laatste artikel had gelezen, hAb ik den heer De Beus, van wien ik vermoedde dat de artikelen afkomstig waren, verzocht bij mij te komen. Ik vroeg hem toen of hij de verant- woording er voor aanvaardde en of hij van oordeel was, dat de artikelen ter kennisse zouden komen van den officier van Justitie te Tiel en den procureur-generaal te Arn- hem. Op beide vragen antwoordde De Beus bevestigend. - Als, zoo vroegen wij, De Beus had ge- meend, dat de artikelen niet in Tiel en in Arnhem werden gelezen, wat had u dan ge-- daan? Zoudt u ze hebben opgestuurd? Neen. f;** Waarom niet? Omdat ik den volgenden morgen den. kommissaris Blok bij mij heb geroepen en hem op den inhoud dier artikelen heb gewe zen. Ik zei hem, dat het nu al te erg werd en dat ik geloofde, dat hij naar aanleiding dier artikelen een aanklacht behoorde in te dienen. De kommissaris antwoordde, dat hij geen aanklacht wilde indienen Heeft u dan geen andere middelen om aan deze zaak, die u als hoofd der politie toch zeer onaangenaam moet wezen, een einde te maken? Moet ik den kommissaTis tegenover iemand uit de bevolkinghooren? Als dan blijkt, dat de een gelijk heeft, is van den an- der het prestige weg en dat wil ik als burge meester niet. Dat "moeten hoogere autoriteiten maar doen. Of voegde de burgermeester er nog aantoe, 't moet mij gelast worden. Tenslotte brachten wij een bezoek aan (teg beschuldigden kommissaris Blok. Wij tro4- fen hem op het kommissariaat en hij ontving ons in zijn werkkamer een in bijna duis- ternis gehuld vertrek met neergelaten jaloo- zien. De kommissaris zat met den rug naar het spaarzame licht, zoodat zijn gelaat, da£ ons voorkwam diep met lange rimpels door- ploegd te zijn, slechts even kregen te zien. U hebt natuurlijk de artikelen in „De Ar beid" gelezen4 Neen, was het korbe antwoord. Dan toch wel vernomen, wat er In staat, hielden wij vol. -.<-■ I. Ja, en wat wilde u nu? Deze artikelen bevatten een zoo krasse beschuldiging van medeplichtigheid Dat staat er niet, onderbrak ons <Se kommissaris, die toch blijkbaar goed wist Een deel van haar aantrekkingskracht lag ongetwijfeld in haar houding tegenover haar man en haar zoon. Zij was nog even roman* tisch verliefd op majoor Durward als 'n meisje van nog geen twintig, en zij aanbad Tim opens lijk. Misschien en dat zou niet te vetwonde* ren zijn had zij iets van bedorven vrouwtje, in zooverre, dat de beide mannen haar in elke gril haar zin gaven. Toch was het geen klein= zielige of moedwillige doorzetterij. Het was meer de statige hoogheid van een koningin, en zij was de vriendelijkheid zelf tegenover Sara. Maar dat Sara langzamerhand weer tot het normale leven terugkeerde en haar overspans nen zenuwen tot rust kwamen, was grooten* deels te danken aan Tim, die zich dadelijk tot haar aangetrokken voelde, zooals het iederen jongen man zou gaan, die onder hetzelfde dak woont met een aantrekkelijk persoontje van de andere sexe. Hij had een genOegelijke ma* met om aan de deur van Sara's zitkamer te verschijnen met een vragend: „Hallo, mag ik binnenkomen voor' een praatje?" En na het toestemmende antwoord installeer de hij zich gewoonlijk op het haardkleedje aan haar voeten en babbelde haar over zijn eigen gedoe, zooals een broer met zijn lievelingszus* ter zou doen, en met even groote zekerheid, dat zijn confidenties met sympathieke belang* stelling zouden worden beantwoord. „Wat ga je nu eigenlijk met jezelf beginnen, Tim?" vroeg Sara op zekeren dag, toen hij in zalig nietsdoen op het groote berenvel voor den ha'ard in haar kamer lag, en tevreden aan zijn geliefde oucte pijp trok. „Wat ik met mezelf ga beginnen?" herhaal* de hij. „Wat beioel je? Ik voel me juist buiten gewoon behagelijk hier", dit met een blik van voldaanhcid om zich heen. „Ik bedoel wat ga je worden? Ga je dan niet een of ander beroep kiezen?" Tim zat ineens overeind, en nam zijn pijp uit den mond. „Nee", zei hij kort. „Maar waarom niet? Je kunt hier toch niet altijd blijven rondlummelen en nietsdoen. Ik dacht, dat je in dienst zoudt zijn gegaan, net als je vader." Zijn blauwe oogen kregen een harde uitdruk* king. „Dat had ik ook gewild", zei hij knarrig, „maar moeder wou er niets van weten." Sara voelde de pijn in zijn plotseling ruw ge worden toon. „Maar waarom? Je zoudt een kranig officier, zijn, Tim". Zij keek met goedkeurend*vriende= lijken blik naar zijn hooge gestalte. „Ik zou niets liever gewild hebben," zei hi; peinzend. „Ik had het heerlijk gevonden. Maar moeder tobde er zoo vreeselijk over, wanneer ik maar even het idee opwierp, dat ik het moest opgeven. Ik moet inplaats daarvan een landeigenaar zijn; een landjonker of een dergc* lijk soort knul". „Maar dat kon toch altijd later nog". Tim haalde de schouders op. „Natuurlijk kon dat. Maar moeder weigerde absoluut mij naar de krijgsschool te laten gaan. Dus tenzij er een oorlog opduikt, en het ziet er niet naar uit alsof daar veel kans op is! kom ik gewoon niet in aanmerking. Maar wanneer er ooit oorlog komt, Sara", hij leg* de in vuur zijn hand op haar knie „dan zweer ik, dat ik een van de eersten zal zijn om mij vrijwillig op te geven. Ik was een dwaas dat ik moeder toegaf op (fit punt, maar ze maakte zich gewoon ziek erover, en dat kon ik natuurlijk niet verdragen." Sara vroeg zich verwonderd af, waarom me* vrouw Durward tusschenbeide was gekomen en haar zoon had afgehouden van wat klaar* blijkelijk zijn neiging was. Het scheen zoo heel natuurlijk, dat hij, als zoon van een officier, ook de carriere van zijn vader had gekozen en bij het leger was gegaan; inplaats daarvan zat hij zich nu hier te verbijten in dezen achter* hoek van de wereld. In haar gedachten besloot zij het onderwerp eens met Elisabeth aan te vatten, zoodra de gelegenheid zich voordeed maaT voor het oogenblik wendde zij handig het gesprek af van dit blijkbaar pijnlijke on* derwerp en stelde voor, dat Tim haar zou vergezellen naar Fallowdene, waar* zij een bood schap had aan het postkantoor. Hij stemde gre tig toe, met een ruk van zijn breede schouders alsof hij den onaangenamen last van zijn ge dachten wilde afschudd'en. Vanaf het venster van de zitkamer van zijn vrouw keek majoor Durward het tweetal na{ toen ze den weg opgingen naar het dorp. Die twee waren beste maatjes. Een tevreden glim lach trok over zijn goedig gezicht, toen zij den hoek om sloe gen en uit het gezicht verdwenen achter een perk met heesters. „Zou dat wat worden?" vroeg hije ziende dat Elisabeth's blik dezelfde rich-ting had ge: volgd. „Daar is nog niets van te zeggen',, antwoord* de ze kaim. „Tim verbeeldt zich natuurlijk, dat hij verliefd is, daar twijfel ik geen oogenblik aan; maar een jongen van twee*en*twintig u. altijd verliefd op de helft van de mcisjes, die hrj ontmoet." „Ik niet", verkfaarde Geoffrey dadelijk. „!k werd verliefd op jou, toen ik pas negentien was en dat is nooit anders geworden." Elisabeth zond hem een bekoorlijken gfirrw lach toe. „Misschien volgt Tim dan jou voetstappen", veronderstelde zij rustig. „Wel, zou je ermoe ingenomen zijn?" MeW haar echtgenoot aan, met een hoofdbeweging in de richting, waarin Sara en Tim verdwenen waren. „Ik zal altijd ingenomen zijn met die vrouw, die Tim gelukkig maakt", antwoordde zij een* vou-dig. Durward zweeg even; toen ging hij weer over tot een aanval. „Zij is een mooi, lief meisje, vindt je niet?" „Sara? Bepaald mooi zou ik haar niet noes* men. Haar gezicht is te mager, en te heftig, te scherp. Maar zij is een hee longewoon type, net een ets in wit en zwart en ze heeft iets buitengewoon aantrekkelijks". Het duurde verscheidcn dagen eer Sara het punt van Tim's beroep te pas kon brengen, maar ze slaagde erin op een mid-dag, toen zjf en Elisabeth samen met de thee zaten te wwcfa* ten op de beide mannen. i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1924 | | pagina 5