Alkmaarsche Courant
De Kluizenaar van Far-End
FEUILLETON.
X
Donderdag 28 Augnstus.
Bnitenland
Gemengd Nieuws.
Ho. 20S
1924
Honderd Zes en Twlntigste Jaargang.
PAARDENMARKT.
De DIRECTEUR van het MARKTWEZEN
te ALKMAAR brengt ter algemeene kennis,
dat ter gelegenheid van de PAARDEN
MARKT op MAANDAG 1 SEPTEMBER
a.s. de aan te voeren dieren alleen naar de
markt mogen worden gebracht over de FRIE-
SCHE BRUG en de KORTE NIEUWE-
SLOOT van de HANDELSKADE af.
De dieren, die over de BOOMPOORTS-
BRUG bij het ZEGLIS de stad binnenkomen.
xnogen alleen naar de markt gebracht worden
langs de VOORMEER en de BIERKADE,
over de SCHERMERVLOTBRUG en langs
den KANNALDIJK naar de FRIESCHE
BPUG.
Alle dieren die niet over de FRIESCHE
BRUG de stad binnenkomen, moeten zooda-
nig vervoerd worden, dat zij door de KORTE
NIEUWESLOOT van de HANDELSKADE
af ter markt komen; alle overige toegangen
tot de markt worden afgezet.
Bij de KORTE NIEUWESLOOT en de
FRIESCHE BRUG zullen de aan te voeren
dieren deskundig worden onderzocht, en zal
het verschuldigde marktgeld moeten worden
voldaan.
Vo6r des morgen ZEVEN UUR mogen
geen dieren geplaatst worden op de mar
die des namiddags VIER UUR eindigt, te- .jl
na 'smorgens 10 UUR geen dieren me.r ter
markt worden toegelaten.
Voor het plaatsen der PAARDEN worden
aangewezen DE DITK, DE MARKTSTRAAT
(DOORBRAAK), HET TORENBURG en
zoo noodig DE ACHTERWEG. Voor het
plaatsen der VEULENS een gedcelte van
het TORENBURG.
L De Directeirr van het Marktwezen,
D. SCHENK.
'Alkmaar, 23 Aug. 1924.
DE WAARNEMING VAN MARS.
Het Jungfrau-observatorium, spedaal
voor de gelegenheid ingericht, bezat de
machtigste oogen die op den opponeerenden
Mars gericht waren. Wellicht zouden dt
■waarnemingen in den nacht van „dichtste na
bijheid" nog belangrijker zijn geweest als
niet een paar bewoners van de oude, nieuws
gierige aarde nog dichterbij in levensgevaar
waren geweest.
Prof Schaerer zat met zijn assistent op
den top van de Jungfrau. De felle wind joeg
de gletschersneeuw van beneden op en be-
iram het uitzicht. Toen kwam de aardsche
afleiding van het hemelgebeuren. Drie Duit-
sche officieren vochten beneden, op den
Aletschgletscher om hun leven. Zij waren
vroeg in den morgen uit het hospitum van
Jungfraujoch vertrokken. Ze konden het wel
zonder gidsen! Toen de nacht viel, moesten
alle rappe mannen erop uit, met touw en ijs-
houweel, opzoek naar hun laatste kans op
leven. Tot middernacht jodelde het in de ber-
gen, van de eene groep naar de andere
Van 't observatorium zwermde het machtige
zoeklicht over het ijs
De Duitschers werden gevonden. In dit
oogenblik gingen zij voor de Marsianen. Vlak
onder het observatorium was een ijswand,
zeshonderd voet hoog. Daartegen klommen
de gidsen op, iedere tree met hun houweelen
hakkend. En de verdoolde alpinisten sjorden
zij met zich mee.
Toen er weer aandacht kon zijn voor
Mars, om drie uur in den ochtend, was een
der Duitschers dood
Of menschen op Mars in leven waren?
De waarnemers op de Jungfrau waren
menschen van de wetenschap, streng in het
scheiden van niet-weten en van de zekerheid.
Alleen d i t stond voor hen vast.
Bij Mars' nadering tot de zon gaan de
„kanalen" op de roode schijf schuil onder
damp. De „Poolzee" krimpt in bij het warmer
worden van de planeet.
Dit is van stap tot stap gevolgd, van
Augustus af, toen Mars steeds dichter bij de
zon tolde. In dozen tragischen nacht was
het Poolgebied verdwenen, als „sneeuw voor
de zon"; alleen de witte Pool-kop was geble-
ven.
Voor prof. Schaerer is dit nog geen bewijs,
"dat er „leven" is op Mars. Hij is geen fan-
tast als Flammarion, die de menschen op on-
zen pendant-planiet bij voorbaat wil bevor-
deren tot oudere, wijzere menschen, verheven
boven stikgassen en bewapening, boven chaos
en boven politiek. Het Witte, dat sneeuw zon
kunnen zijn, is bij Schaerer wellicht bevroren
koolzuur. Maar als het waterdamp is en
als „leven" spontaan ontstaat uit stof
idan is het er! Maar de Zwitsersehe pro
fessor is voorzichtig in zijn conclusies. Mars
bewoond? La at ons zeggem: bewoonbaar
Voor astronomen zijn de feiten van den
•Jungfrau-nacht de volgende: het groote
door Margaret Pedler.
-Geautoriseerde vertaling van W. E. Pont.
16)
rarfarus-kanaal op Mars was onzichfbaar, t
geheel onder wolken verscholen. De Mare
Cimmerium ging ook achter wolken schuil,
maar het Trivium Charontes was duidelijk
zichtbaar. Prof. Schaerer gelooft niet, dat de
kanalen „water" zijn. Daarvoor zijn ze veel
te breed. Wel gelooft hij, dat ze water bevat-
ten en plantengroei mogelijk maken, in te-
genstelling tot de kleurlooze deelen van de
planeet, die kennelijk woestijnen zijn.
Een nieuw feit is het waarnemen van lkht-
flitsen, blijkbaar van denzelfden aard al3
onze aardsche bliksem. Dit heeft men nog
nooit gezien, voordat het Jungfrau-observato
rium voor de Mars-waarnemingen geopend
werd.
De correspondent van de „New York Tri
bune", die om vier uur's morgens alles eens
kwam opnemen zag niet veel van al dat
moois maar prof. Schaerer verwacht nog veel
meer in September, wanneer het kouder
wordt. Een uitspraak, die den leek zou kun
nen verbazen, want het was dezen nacht al
25 gladen onder nul Fahrenheit.
DUITSCHE EN FRANSCHE CIRCUS-
EN VAReTe-ARTISTEN.
Na den oorlog gingen in de wereld der
Fransche en Belgische circus- en variete-kun-
stenaars en kunstenmakers luide klachten op,
dat de inlandschem arkt overstroomd werd
door Duitsche concurrenten, terwijl zij zelf,
wegens den lagen stand van de mark, niet in
de gelegenheid waren om hun brood in
Duitschland te verdienen. In zekere groote
Parijsche inrichtingen trof men 15 Duitsche
nrtisten aan tegen een Franschman of een
Belg. Op aandrang van hun vakvereeniging
namen de regeeringen dan ook een besluit
om paspoorten te weigeren aan alle Duit
schers, die naar Frankriik en Belgie wilden
komen om er in circus of music-hall op te
treden. Sedert zijn de omstandigheden echter
veranderd en, betaald in rentemarken,
brengt het amusementsbedrijf thans in
Duitschland heel wat meer op dan in Frank-
rijk en Belgie; vooral daar er te Berlijn in
de laatste maanden meer dan 200 nieuwe va
riety's verrezen zijn. Een afgevaardigde der
Belgische en der Fransche artisten gingen
dan ook naar Berlijn om met de Duitsche col-
lega's te onderhandelen over de wederzijd-
sche openstelling der grenzen! Er is een
overeenkomst gesloten, want, zegt l'Oeuvre
die dit bericht publiceert, „aan beide zijden
had men gemerkt, dat, indien Franschen en
Belgen naar een middel om te leven moesten
omzien, de Duitschers zich hunnerzijds tegen
de invasie van Engelsche spelers moesten
verdedigen". Ook hier dus de grootste tegen-
ste'lingen der Londensche conference! Er is
nu een „internationale associatie voor de
circus- en variete-attracties" opgericht, die de
uitwisseling regelt'op deze basis, dat in geen
enkele inrichting meer dan de helft aan bui-
tenlandsche artisten mag optreden.
EEN PRINSES-WINKELDIEVEGGE.
De twaalfde politie-rechtbank te Parijs
heeft tot twee maanden gevangenisstraf en
200 frs boete veroordeeld prinses Eugenie
Galitzin, geboren in 1864 te Petrograd, we
gens het zich toeeigenen van goederen uit
verschillende groote winkels, zonder deze te
betalen. De prinses had op de gewone wijze
der winkeldievegges gehandeld en werd op
heeterdaad betrapt, terwijl zij bezig was een
el of wat zijde onder haar mantel te verstop-
pen. Een huiszoeking leidde daarop tot de
ontdekking van een aanzienlijken voorraad
uit verschillende winkels tijeengestolen stof-
fen en bijouterieen.
Men liet dep rinses op vrije voeten, met
het gevolg dat, toen de zaak voor kwam, zij
ergens in Zwitserland woonde. De veroordee-
ling moest derhalve bij verstek gaan.
DE OMZETTING VAN KW1K IN
GOUD.
De omzetting van een kleine hoeveelheid
kwik in goud, welke onlangs door prof. Mie-
the werd geconstateerd, geschiedde in een
kwikdamplamp. Het vermoeden was, dat on
der de langdurige werking van den electri-
schen stroom een waterstofdeeltje uit de
atoomkem was losgeraakt.
In „Nature" wijst prof Soddy er op, dat
hij reeds geruimen tijd volgens een anderen
gedachtengang tot de ccnclusie was geko-
men, dat het niet alleen mogelijk moest zijn
kwik-atomen door sterke electrische ontladin-
gen in goud om te zetten, maar dat het zelfs
onvermijdelijk zou zijn, indien de huidige
zienswijze omtrent atoombouw niet volkomen
bnjuist is.
Bij de boising van electronen op kwik-ato
men moet een klein aantal op de kern gericht
zijn. Als zij voldoende enercie bezitten om
door de buiten-banen door te dringen, moe
ten zij de positief geladen kern bereiken en
daar zij negatief electrisch zijn, door de kern
worden vastgelegd. Daar het verlies van een
electron door de kern van een element bij ra-
dioactieve ontbinding ten gevolge heeft, dat
het atoomnummer van het element met een
wordt verhoogd, heeft de vermeerdering van
de kern met een electron een verlaging van
het atoomnummer ten gevolge.
Kwik van atoomnummer 80 kan op dezee
wijze in goud van atoomnummer 79 overgaan.
Soddy Sad dus op ffiecretisdre overwegtn
gen de mogelijkheia van omzetting van kwik
in goud voorzien, maar hij betwijfelde om
twee redenen of het wel tot practische verwe-
zenlijking zou komen. In de eerete plaats
stond het bij hem niet vast hoe groat de span
ning zou moeten zijn om het electron door de
electronenbanen van het kwik-atoom te jagen
en binnen de aantrekkingssfeer van de krach-
tig geladen kern te brengen. Ten tweede ver-
wacbtte hi] een zoo uiterst gering aantal van
deze boisingen, dat het on mogelijk zou zijn
het gevormde goud aan te toonen
Over de vraag, of de onderzoekingswijze
van Miethe afdoende is geweest om de omzet
ting van kwik in goud zonder eenigen twijfel
te ccnstateeren, wil Soddy zich niet uitlaten.
Hij wil er alleen op wijzen, dat de verklaring
van het verschijnsel niet in atoomonibinding
behoeft te worden gezocht. Niet alleen door
uit de kern en deeltje weg te schieten, ook
door toevoeging van een tegen gesteld elec
trisch geladen deeltje kan het atoom in een
ander overgaan.
EEN RUSSISCHE PRINS BANK-
AM BTE TE NEW-YORK.
Prins Dimitri, een neef van wijlen den
tsaar van Rusland, werd dezer dagen herkend
in den persocci van een bediende van de Na
tional American Bank te New-York, waar hij
sinds enigen tiid werkzaam is. De jonge man
heeft afstand gedaan van zijn titcls en is be-
kend onder den eenvoudigen naam van Mr
Dimitri. Zijn safaris bedraagt 25 dollar per
week, hij woont alleen en terugegtrokken in
een bescheiden pension nabij de bank. Hij
wordt op geheel gelijken voet behandeld als
de overige employe's en volgeeis mededeelin-
gen van zijn chefs verricht hij zijn werk-
zamheden kalm en goed. Dimitri heeft den
wensch uitgesproken zich grondig op de
hoogte te stellen van de Amerikansche zaken-
orincipes. „Later, zoo zeide hij, als het
huidige regicme geeir.digd zal zijn, keer ik
naar Rusland terug om mij dan op een of an
dere wijze nuttig te maken voor het herstel
van mijn geboorteland.
AARDVERSCHUIVING.
In het Zwitsersehe kanton St. Gallen
(Rijndal), dreigt een geweldige aardver-
sciiuiving. Tengevolge van den hevigen re-
val der laatste dagen is 'n stuk boschterrein,
1500 Meter lang en 100 Meter breed, on-
dermijnd en reeds in beweging geraakt.
DE WANORDE IN CHINA.
Ondanks de censuur te Peking bestaan er
aanwijzigingen, dat er een burgeroorlog
broeit tusschen de provincies Tse Kiang en
Kingsu tengevolge van de gemelde twisten
der betrokken Toekoens over het bezit van
het arsenaal en de forten bij Shanghai. Het
gevaar van den toestand ligt in het feit, dat
Shanghai nabij het tooneei van den te ver-
wachten strijd ligt, terwijl de vijandelijkhe-
den zich kunnen ontwikkelen tot een nieuwen
oorlog tusschen Woe Pei Foe en Tsjang Tso
Lin.
De censuur en de officieele propaganda
maken den toestand te Canton onzeker De
dreigende algemeene proteststaking van d&
kooplieden is slechts flauw begonnen wegens
het militaire vertoon. De arbeiders hebben
een demonstratie tegen de kooplieden gehou-
den. Zij vormen een eigen vrijwi 11 igerseorps,
dat Soen Yat Sen's roode leger wordt ge
noemd.
DE DIKSTE MAN TER WERELD
In de Duitsche badplaats Kellenhufen is
dezer dagen op 61-jarigen ouderdom de meu-
belmaker Heinrich Feig overleden, die wegens
zijn buitengewone dikte ver over de Duitsche
granzen en bij de vele badgasten een bekende
persoonlijkheid was. Hij had het enorme ge
wicht van 500 pond.
DE ROOFMOORD TE CULEMBORG
De speciale verslaggever van „Het Volk"
schrijft in het blad van gisteravond o.m. het
volgende: »-
Wij hebben ons onderzoek voortgezet en
daarbij kwamen ons bijzonderheden ter oore,
die het begrijpelijk maken, dat de Culem-
borgsche bevolking de leiding der politie in
niet betrouwbare handen acht en zich onvei-
lig voelt.
Gedurende de laatste jaren hebben in
Culemborg herhaaldelijk inbraken plaats ge
vonden. En de politie de gewezen recher-
cheur Haveman en de kommissaris is er
in geen van deze gevallen geslaagd, de da-
ders voor het gerecht te brengen. Voor een
stadje als Culemborg, met ongeveer 10.000
inwoners, waarvan toch slechts een zeer ge
ring aantal als verdacht van het bedrijven
eener inbraak in aanmerking kan komen, is
zooiets al zeer ongewoon.
Er is ingebroken bij Wammes in de Lelie-
straat. De daders zijn nooit gevonden. Er is
ingebroken bij de wed. Helmond in de le
Hondsteeg. De daders zijn nooit gevonden.
Er is ingebroken in het station, in de metaal-
fabriek Faks, bij de Van Wiggens. De da
ders zijn nooit gevonden
De bevolking is verontrust en voelt zich
onveilig. Boeren uit den orntrek vertelden
ons, daf zij vroeper nodft eft oT ffoeve alSTo'-
ten. Maar nu hang-en overal stevige sloten
op. Huisdeuren in de stad gingen yroeger
niet op slot thans wel.
Dit gevoel van onveiligheid was fe druk-
kender, omdat, althans van drie dezer inbra
ken, de rechercheur Haveman werd verdacht.
De statianschef, die ten tijde van den in
braak in het Station in Culemborg fungeer-
de, vertelde aan het werkvolk, hoe Haveman
't onderzoek leidde. Er waren voetstapsporen
ontdekt, die van den dader afkomstig moesten
zijn. Haveman vertrapte die moedwillig,
schertsend zeggend dat ze op de zijne leken!
Ieder Culemborger kent dit verhaal en
trekt zijn konklusies.
Na de. inbraak in de metaalfabriek heeft
de melkbOer Koos Vermeulen aan ieder die
het hooren wilde ook aan Haveman
verteld, dat hij Haveman op het uur, dat de
inbraak moest zijn gepleegd, in de fabriek
had gezien.
Deze beschuldiging heeft natuurlijk ook
den kommisaris bereikt. Hij, noch Haveman,
die toen nog rechercheur was, hebben Ver
meulen hierover ondervraagd. De verklaring
werd- gewoon genegeerd. Omdat zij tegen Ha
veman gericht was, zegt men in Culemborg.
De rijkspolitie vond de beschuldiging wel
de moeite waard en door haar is Vermeulen
later gehoord.
Wij kunnen nu niet meer vaststellen, of de
ze beschuldiging juist was, maar dit geval
teekent toch wel de zeer zonderlinge wijze,
waarop in Culemborg een politioneel onder
zoek wordt geleid.
Deze ongewone wijze van werken, schijnt
methode te zijn; zij is ook gevolgd in de
moordzaak-Van Wiggen.
Vrouw Lisa Blijenberg, die een verlofzaak-
je houdt in de Molenstraat, vertelde ons een
bijzonderheid, die bovengenoemd vermoeden
grond geeft.
Men herinnert zich, dat de Culemborger
Middelkoop terzake van den roofmoord werd
gearresteerd. Vrouw Bleijenberg werd daar-
na bij den kommissaris ontboden, omdat
„Pikkie van Vuren", zooals Middelkoop
wordt genoemd, nogal eens in haar zaak
kwam. Zij vertelde den kommissaris, dat zij
van Pikkie niets wist hij was 2 Jan. het
laatst in haar zaakje geweest en had toen
geen cent.
Maar, zoo vertelde zij hem verder, ik
heb op den avond van den moord wel Ha
veman gezien
De kommissaris ging hier niet op in en,
zeggend dat zij meer van de zaak-Middel
koop afwist, dreigde hij haar voor den Offi
cier van Justitie te halen. Naar Haveman
werd door hem niet verder geinformeerd.
Wij vernemen hierover, dat vrouw Blijen
berg op den avond van den moord-dag om
negen uur Haveman tegenkwam. Zij zag
hem toen voor het eerst na zijn ontslag en
wilde hem aanspreken. Haveman liep snel,
zijn jas slingerde langs hem heen. Toen zij
vlak bij hem was, deinsde zij terug, want
Haveman was zeer bleek en had een ver-
wrongen gezicht. Haar eerste gedachte was,
dat hij dronken was; zij sprak hem niet aan
en groette alleen. Haveman beantwoordde
dien groet en liep snel in de richting van zijn
huis.
Over deze kwestie is vrouw Blijenberg
niet verhoord.
En toch is deze verklaring van groot ge-
wicht, omdat Haveman's huisgenooten ver-
klaarden dat hij omstreeks het tijdstip van
den moord thuis was en de verdenking bij
de justitie tegen Haveman ernstig genoeg
was om hem gevangen te nemen.
Vrouw Bleijenberg is niet de eenige, die
klaarblijkelijk belangrijke mededeelingen kon
doen. Er waren er meer.
Wij maakten reeds melding van de men
schen, die de vermoorde oudjes vonden en
den moord ontdekten. Wij brachten een be-
zoek aan vrouw Vugt en boer De Raad.
Hun mededeelingen komen neer op het
volgende:
De Raad woont over de hoeve, waarin de
moord is gebeurd. Hij heeft daar een flink
bedrijf en woont er met twee broers en een
zuster. Hij zoowel als de vermoorden ver-
kochten karnemelk en zoo gebeurde het, dat
een jongen uit de stad bij hem kwam en om
karnemelk vroeg, er bij voegend, dat ze aan
den overkant, bij de Van Wiggens niet open
deden. Ze waren wel thuis, want hij hoorde
geluiden, die hij echter niet begreep. 't Leek
hem niet in orde.
De Raad liep naar den overkant, klopte op
de deur, keek door het raam en hoorde kreu-
nende geluiden. Hij begreep, dat er iets mis
was en ging naar zijn eigen hoeve, vanwaar
hij een jongen naar de politie stuurde. In-
middels kwam vrouw Vugt bij hem om kar
nemelk. Ook zij zag, dat bij de Van Wiggens
alles gesloten was en er geen bedrijvigheid
heerscht. Met De Raad, die een ijzeren staaf
meenam, liep zij op de hoeve toe. Toen kwam
ook de inspekteur Dortland aan met G. Ja-
gers, die reeds eerder aan de moordhoeve
was geweest en naar de politie was geloopen.
Gezamenlijk brak mm de deur open en
vond de ongelukkige vrouw het eerst.
De vrouw werd in een stoel gezet en tegen
eagekefeig van ju^ '%t me hier.
'GeYfif rJagers zei ze: Gerfft, waar ife Tooft?
Jagers vroeg haar nog: „Gerrigje, wie
leeft je zoo geslagen?"
Op dit oogenblik kwam inspekteur Dort
land naderbij. Gerrigje schrok van de uni
form, waarvoor zij mogelijk angst had, door
de vele processenverbaal voor het weiden van
vee op andermans grond, werd bewusteloos
en is niet meer bij kennis geweest
Deze menschen, naaste buren, zijn nfet
door de politie verhoord. Ook niet de man,
die aan Gerrigje naar de daders heeft ge-
vraagd. j
Mag zulk een onderzoek niet zonderling
worden genoemd?
De Raad woont vlak fegenover de moord-
ioeve, werkt er vlak bij en kan dus iets of
iemand hebben gezien. Hij is met verhoord.
Zijn broer en zuster, die niet bij de ont
dekking warm, zijn door de justitie te Tiel
ondervraagd. De politie te Culemborg vond
ook dit blijkbaar niet noodig. i
's Morgens is een jongetje van Wijzeveld
aan de moordhoeve geweest 't Kind heeft
geklcpt, werd niet binnengelaten en ging
weg. Dit jochie is driemaal verhoord.
Wij bezochten ook den man, die door kom
missaris Blok aan de deur van zijn woning
was afgewezen. Deze bevestigde, wat ons
was medegedeeld, met dien verstande, dat
zijn aanwijzing niet Haveman gold.
Haveman was wel, in overleg met den
kommissaris Blok, bij hem geweest om in-
lichtingen.
Bijna geheel Culemborg verdacht Have
man er- van de hand in den moord te hebben
gehad. Alleen kommissaris Blok had een
eigenaardig vertrouwen in dezen man, die
wegens wangedrag uit het politiekorps was
gezet en die vrienden van verdacht allooi
had. De kommissaris negeerde blijkbaar de
beschuldigingen tegm Haveman en stond
toe, dat deze uitgeworpene zich op het ter-
rein van den moord begaf, voordat met een
speurhond was gewerkt. De hond had geen
resultaat
Kommissaris Blok aanvaardd'e of
vroeg? recherchediensten van Haveman
en stuurde hem zelfs aan huis bij den man,
dien hij niet te woord had gestaan. Om
's mans speurderskwaliteiten behoefde hij dit
niet te dcen. In de vroegere inbraakgevallen
had hij gefaald.
Hoe kwam het toch, dat de kommissaris
geen gehoor gaf aan de aanwijzingen, die
Haveman tot een verdachte maakten?
Er waren toch waarlijk wel feiten bekend,
die in andere steden onmiddellijk tot are
restatie zouden hebben geleid.
Vrouw Vugt vertelde ons, dat de vermoor
de Gerrigje van Wiggen haar een voorval
met Haveman had meegedeeld, dat een zware
verdenking op hem laadde.
Haveman was voor den moord bij van
Wiggen gekomen hij was toen nog re
chercheur en had van Wiggen toegevoegd,
dat in de stad verteld werd, dat hij zijn
pacht niet kon betalen. i
Van Wiggen was een ouderwetsche boer,
gauw in zijn eer gekrenkt en rijk bedeeld met
het vooroordeel tegen bankinstellingen. Hij
had zijn geld in huis. i
Hij ontstak in toorn door de mededeeling
van Haveman en riep Gerrigje toe het geld
te brengen. Gerrigje kwam daarna naar vo-
ren met een groote trommel vol geld, die zij
aan Haveman toonde.
Het gerucht, waarvan Haveman sprak,
liep niet in de stad. Integendeel, ieder was
ervan overtuigd, dat de van Wiggens, die
altijd gepot hadden, er warm inzaten. Tegen
vrouw Vugt had Gerrigje verklaard, dat het
vele geld in huis hen bezwaarde en dat zij
van plan waren er een groot stuk land voor
te koopen. i
Deze verklaring, naast het feit van haar
aanwezigheid bij de opening van de hoeve en
van haar bekendheid met Gerrigje, maakt
vrouw Vugt zeker tot een der belangrijkste
getuigen.
Maar vrouw Vugt is niet gehoord!
Nog meer verbazingwekkende dingen hoor-
den wij. Na de inbraak bij Van Wiggen, die
zooals men weet, den moord eenigen tijd
vooraf ging, kwam de kommissaris bij een
der omwonende boeren. Deze vertelde ons,
dat kommissaris Blok hem gezegd had, dat
hij bang was, dat de oude menschen zouden
worden vermoord! Hij zou het huisje laten
bewaken. I
Ondanks die bewaking werden D onder--
dags voor den moorddag, de kalveren los-
gesneden door drie individuen, waarvan een
die door Van Wiggen ver werd achtervolgd,
in gestalte met Haveman overeenkwam. Dit
laatste heeft de vermoorde man aan kennis.*
sen toevertrouwd.
Ondanks de bewaking geschiedde 'de
moord onopgemerkt en bleef hij geruimen tijd
onontdekt.
Ondanks de sloten en ,,'de hond" waar
men in Culemburg smalend om laclrt em
ondanks het feit, dat de beide oudjes wan-
trouwend en angstig, om de beurt sliepen en
geen onbekenden binnenlieten. zijn de moor*
denaars zonder geweld aan deuren of ven-
sters binnengekomen. De conclude, 'dat een
y - - V (Wordt vervolgd.)
f „Tim heeft a! werkkrrng genoeg aan het be*
Sieeren van het landgoed", antwoordde Elisa*
tbeth. „Hij kan tot op zekere hoogte voor zijn
vader optreden en hem een groat deel van de
noodzakelijke bezigheden uit de hand nemen".
Zij sprak met een groote beslistheid, die het
moeilijk maakte verder op het onderwerp door
te gaan, maar Sara bleef volhouden, denkend
aan Tim's jonge oogen, die plotseling zoo hard
waren geworden.
„Het is jammer, dat hij niet bij het leger kan
gaan, hij zou het zoo dolgraag willen", be*
gon zij voorzichtig tastend.
Een eigenaardige veran-dering kwam plotse*
ling over Elisabeth's gezicht. Het scheen Sara
alsof een sluier neergedaald was, waarachter de
ondoorgrondelijke oogen haar achterdochtig
gadesloegen. Maar het antwoord was luchtig
genoeg.
„0, een van de familie bij het leger is ge*
aoeg. Ik zou zoo weinig van mijn knappen Tim
ska, waoaeer hij officer word, alleen maar nu
en dan als hij verlof had".
„Hij zou een goed militair zijn, zei Sara. „Ik
vind voor mij, dat officier het mooiste beroep
is voor een man."
„Vindt je dat?" zei Elisabeth op kouden
toon. „Er zijn veel gevaren aan verbonden".
Sara kreeg een gevoel van tegenzin; zij had
niet gedacht, dat Elisabeth tot het soort vrees*
achtige vrouwen behoorde. Vrouwen met een
groote physieke kracht en levenslust zijn zei*
den laf en vreesachtig.
„Ik geloof niet, dat er veel gevaar zou zijn
voor Tim", zei ze warm. „Hij heeft veel durf".
Vol verbazing staarde zij Elisabeth aan.
Want dat gezicht had plotseling een verwilder*
de uitdrukking, en de zachtrose kleur van haar
wangen verdween, zij zag doodsbleek.
„Ja" .antwoordde ze op ijskouden toon, „Ik
geloof niet, dat Tim laf is. Maar" haar stem
werd iets minder stroef „ik geloof, dat ik
het ben. Ik ik houd niet van het leger als
beroep. Tim is mijn eenig kind", voegde zij er
verontschuldigend bij. „Ik kan hem geen ge*
vaar laten loopen op welke manier ook".
Terwijl zij sprak, kreeg Sara een vreemd
voorgevoel. Het was alsof de geheime vrees
van de moeder voor iets zij kon niet zeg*
gen wat zich ook aan haar had meegedeeld.
Zij huiverde. Maar de indnik vervaagde even
snel als hij gekomen was en ^jj sprak op uitda*
gemlen toon als om zichzelf gerust te stellen.
„Et zijn niet veel gevaren in dezen tammen
vredestijd. Officieren st erven tegenwoordig
niet op het slagveld; ze worden gepension*
neerd.
„Stervcn op het slagveld! Dacht je, dat ik
daar bang voor was?" Er lag plotseling een
diepe verachting in Elisabeth's stem, i
Verbaasd keek Sara haar aan.
„Wist je dat dan niet?" vroeg zij aarzelend.
Elisabeth scheen op het punt een hartstoch*
telijk antwoord te geven. Toen opeens be*
heerschte zij zich en weer zag Sara die eigen*
aardige, geheimzinnige uitdrukking in haar
oogen, alsof zij op haar hoede was.
„Er zijn veel dingen erger dan dc dood", zei
ze ontwijkend, en stuurde vastberadeo 't ge*
sprek in een andere richting.
Gedurende de dagen die volgden, b'espeurde
Sara een nauwelijks waarneembaar verschil in
de verbouding tusschen Elisabeth en haar Eli*
sabeth was even vriendelijk als altijd, maar zi;
scheen op de een of andere onverklaarbare
manier een grens te hebben gesteld aan hun
intimiteit, een lijn te hebben getrokkeo, die
zij niet van plan was te overschrijden.
Het was alsof zij voeMe, dat zij Sara te dacht
had laten komen bij een innerlijk heiligdom,
dat zij tot nu toe veilig tegen elken indringer
had bewaard en alsof zij zich nu haastte een
barricade op te werpen tegen een herhaling
van den aanval.
Meer dan eens had Sara den laatsten tijd het
onderwerp van haar vertrek uit Rarrow aan*
geroerd, maar steeds had majoor Durward het
idee ver weggeschoven, en verklaard, dat hij
weigerde zoo'n onaangenaam punt te bespre*
ken. Maar nu zij werkelijk het gevoel had Eli*
sabeth's vrede op de een of andere manier te
hebben verstoord, besloot zij definitieve plan
nen te maken voor haaT onmidd'ellijke toe*
komst.
Toen zij met haar idee voor den dag Kwam,
verbaasd© het haar, en niet onaangenaam,
te bemerken, dat mevrouw Durward even
weinig geneigd was van haar te scheiden als
haar echtgenoot en haar zoon. Blijkbaar was
de verandering in haar houding, haar vreemdc
teruggetrokkenheid, geen aanduiding van eeni*
ge persoonlijke antipathie, en Sara voelde zich
daardoor eenigszins verlicht, hoewel zij het
vreemd bleef vinden. i
„We zullen je alien zoo missen", betuigde
Elisabeth en haar toon was volkomen oprecht.
„Ik zie niet in, waarom je zoo'n haast zoudt
maken van ons weg te loopen". En Geoffrey en
Tim vielen haar bij.
Sara keek hen dankbaar aan met vochtige
oogen.
wilt houden", zei ze. „Maar begrijp je niet
ik moet mijn eigen bestaan hebben een
eigen dak boven mijn hoofd. Ik kan niet altijd
gemoedelijk m de schaduw van een andermans
dak zitten." i
„Wat een energiek'e jonge dame!" lachte
Geoffrey. „Maar ik zie, dat je vastbesloten
bent. Wat zijn dan nu je plannen? Laat eens
hooren".
„Ik dacht Earners te nemen voor een tljdje
bij geschikte menschen menschen van onzen
stand, die een betalende logdc willen nemen
„Arm, maar fatsocnliik dus", vulde Geoffrey
aan.
Sara knikte.
„Ja. Zie je" zij ghmlachte even „}u!lie
hebt mij bedorven voor alleen*Ieven, en ik sta
toch vrijwel alleen op de wereld, dus moet ik
ergens een thuis voor mezelf maken." Zij
vouwde een brief open, dien zij in de hand had.
„Ik zou altijd graag aan zee wonen ergens
op een klein plaatsje achteraf. En ik geloof,
dat ik juist gevonden heb, wat ik zoek. Ik zag
een advertentie voor een betalende logee; daar
heb ik op geschreven en hier is het antwoord.
Het is van een dokter een dr. Selwyn in
Monkshaven die een zieke vrouw heeft en
een dochter. Hij schrijft zoo'n origineel soort
van brief, dat ik geloof, dat ik wel met hem op
zftu spUietcp". .j;, i i