Alkmaarsche Courant De Kluizenaar van Far-End FEUILLETON. X Donderdag 28 Augnstus. Bnitenland Gemengd Nieuws. Ho. 20S 1924 Honderd Zes en Twlntigste Jaargang. PAARDENMARKT. De DIRECTEUR van het MARKTWEZEN te ALKMAAR brengt ter algemeene kennis, dat ter gelegenheid van de PAARDEN MARKT op MAANDAG 1 SEPTEMBER a.s. de aan te voeren dieren alleen naar de markt mogen worden gebracht over de FRIE- SCHE BRUG en de KORTE NIEUWE- SLOOT van de HANDELSKADE af. De dieren, die over de BOOMPOORTS- BRUG bij het ZEGLIS de stad binnenkomen. xnogen alleen naar de markt gebracht worden langs de VOORMEER en de BIERKADE, over de SCHERMERVLOTBRUG en langs den KANNALDIJK naar de FRIESCHE BPUG. Alle dieren die niet over de FRIESCHE BRUG de stad binnenkomen, moeten zooda- nig vervoerd worden, dat zij door de KORTE NIEUWESLOOT van de HANDELSKADE af ter markt komen; alle overige toegangen tot de markt worden afgezet. Bij de KORTE NIEUWESLOOT en de FRIESCHE BRUG zullen de aan te voeren dieren deskundig worden onderzocht, en zal het verschuldigde marktgeld moeten worden voldaan. Vo6r des morgen ZEVEN UUR mogen geen dieren geplaatst worden op de mar die des namiddags VIER UUR eindigt, te- .jl na 'smorgens 10 UUR geen dieren me.r ter markt worden toegelaten. Voor het plaatsen der PAARDEN worden aangewezen DE DITK, DE MARKTSTRAAT (DOORBRAAK), HET TORENBURG en zoo noodig DE ACHTERWEG. Voor het plaatsen der VEULENS een gedcelte van het TORENBURG. L De Directeirr van het Marktwezen, D. SCHENK. 'Alkmaar, 23 Aug. 1924. DE WAARNEMING VAN MARS. Het Jungfrau-observatorium, spedaal voor de gelegenheid ingericht, bezat de machtigste oogen die op den opponeerenden Mars gericht waren. Wellicht zouden dt ■waarnemingen in den nacht van „dichtste na bijheid" nog belangrijker zijn geweest als niet een paar bewoners van de oude, nieuws gierige aarde nog dichterbij in levensgevaar waren geweest. Prof Schaerer zat met zijn assistent op den top van de Jungfrau. De felle wind joeg de gletschersneeuw van beneden op en be- iram het uitzicht. Toen kwam de aardsche afleiding van het hemelgebeuren. Drie Duit- sche officieren vochten beneden, op den Aletschgletscher om hun leven. Zij waren vroeg in den morgen uit het hospitum van Jungfraujoch vertrokken. Ze konden het wel zonder gidsen! Toen de nacht viel, moesten alle rappe mannen erop uit, met touw en ijs- houweel, opzoek naar hun laatste kans op leven. Tot middernacht jodelde het in de ber- gen, van de eene groep naar de andere Van 't observatorium zwermde het machtige zoeklicht over het ijs De Duitschers werden gevonden. In dit oogenblik gingen zij voor de Marsianen. Vlak onder het observatorium was een ijswand, zeshonderd voet hoog. Daartegen klommen de gidsen op, iedere tree met hun houweelen hakkend. En de verdoolde alpinisten sjorden zij met zich mee. Toen er weer aandacht kon zijn voor Mars, om drie uur in den ochtend, was een der Duitschers dood Of menschen op Mars in leven waren? De waarnemers op de Jungfrau waren menschen van de wetenschap, streng in het scheiden van niet-weten en van de zekerheid. Alleen d i t stond voor hen vast. Bij Mars' nadering tot de zon gaan de „kanalen" op de roode schijf schuil onder damp. De „Poolzee" krimpt in bij het warmer worden van de planeet. Dit is van stap tot stap gevolgd, van Augustus af, toen Mars steeds dichter bij de zon tolde. In dozen tragischen nacht was het Poolgebied verdwenen, als „sneeuw voor de zon"; alleen de witte Pool-kop was geble- ven. Voor prof. Schaerer is dit nog geen bewijs, "dat er „leven" is op Mars. Hij is geen fan- tast als Flammarion, die de menschen op on- zen pendant-planiet bij voorbaat wil bevor- deren tot oudere, wijzere menschen, verheven boven stikgassen en bewapening, boven chaos en boven politiek. Het Witte, dat sneeuw zon kunnen zijn, is bij Schaerer wellicht bevroren koolzuur. Maar als het waterdamp is en als „leven" spontaan ontstaat uit stof idan is het er! Maar de Zwitsersehe pro fessor is voorzichtig in zijn conclusies. Mars bewoond? La at ons zeggem: bewoonbaar Voor astronomen zijn de feiten van den •Jungfrau-nacht de volgende: het groote door Margaret Pedler. -Geautoriseerde vertaling van W. E. Pont. 16) rarfarus-kanaal op Mars was onzichfbaar, t geheel onder wolken verscholen. De Mare Cimmerium ging ook achter wolken schuil, maar het Trivium Charontes was duidelijk zichtbaar. Prof. Schaerer gelooft niet, dat de kanalen „water" zijn. Daarvoor zijn ze veel te breed. Wel gelooft hij, dat ze water bevat- ten en plantengroei mogelijk maken, in te- genstelling tot de kleurlooze deelen van de planeet, die kennelijk woestijnen zijn. Een nieuw feit is het waarnemen van lkht- flitsen, blijkbaar van denzelfden aard al3 onze aardsche bliksem. Dit heeft men nog nooit gezien, voordat het Jungfrau-observato rium voor de Mars-waarnemingen geopend werd. De correspondent van de „New York Tri bune", die om vier uur's morgens alles eens kwam opnemen zag niet veel van al dat moois maar prof. Schaerer verwacht nog veel meer in September, wanneer het kouder wordt. Een uitspraak, die den leek zou kun nen verbazen, want het was dezen nacht al 25 gladen onder nul Fahrenheit. DUITSCHE EN FRANSCHE CIRCUS- EN VAReTe-ARTISTEN. Na den oorlog gingen in de wereld der Fransche en Belgische circus- en variete-kun- stenaars en kunstenmakers luide klachten op, dat de inlandschem arkt overstroomd werd door Duitsche concurrenten, terwijl zij zelf, wegens den lagen stand van de mark, niet in de gelegenheid waren om hun brood in Duitschland te verdienen. In zekere groote Parijsche inrichtingen trof men 15 Duitsche nrtisten aan tegen een Franschman of een Belg. Op aandrang van hun vakvereeniging namen de regeeringen dan ook een besluit om paspoorten te weigeren aan alle Duit schers, die naar Frankriik en Belgie wilden komen om er in circus of music-hall op te treden. Sedert zijn de omstandigheden echter veranderd en, betaald in rentemarken, brengt het amusementsbedrijf thans in Duitschland heel wat meer op dan in Frank- rijk en Belgie; vooral daar er te Berlijn in de laatste maanden meer dan 200 nieuwe va riety's verrezen zijn. Een afgevaardigde der Belgische en der Fransche artisten gingen dan ook naar Berlijn om met de Duitsche col- lega's te onderhandelen over de wederzijd- sche openstelling der grenzen! Er is een overeenkomst gesloten, want, zegt l'Oeuvre die dit bericht publiceert, „aan beide zijden had men gemerkt, dat, indien Franschen en Belgen naar een middel om te leven moesten omzien, de Duitschers zich hunnerzijds tegen de invasie van Engelsche spelers moesten verdedigen". Ook hier dus de grootste tegen- ste'lingen der Londensche conference! Er is nu een „internationale associatie voor de circus- en variete-attracties" opgericht, die de uitwisseling regelt'op deze basis, dat in geen enkele inrichting meer dan de helft aan bui- tenlandsche artisten mag optreden. EEN PRINSES-WINKELDIEVEGGE. De twaalfde politie-rechtbank te Parijs heeft tot twee maanden gevangenisstraf en 200 frs boete veroordeeld prinses Eugenie Galitzin, geboren in 1864 te Petrograd, we gens het zich toeeigenen van goederen uit verschillende groote winkels, zonder deze te betalen. De prinses had op de gewone wijze der winkeldievegges gehandeld en werd op heeterdaad betrapt, terwijl zij bezig was een el of wat zijde onder haar mantel te verstop- pen. Een huiszoeking leidde daarop tot de ontdekking van een aanzienlijken voorraad uit verschillende winkels tijeengestolen stof- fen en bijouterieen. Men liet dep rinses op vrije voeten, met het gevolg dat, toen de zaak voor kwam, zij ergens in Zwitserland woonde. De veroordee- ling moest derhalve bij verstek gaan. DE OMZETTING VAN KW1K IN GOUD. De omzetting van een kleine hoeveelheid kwik in goud, welke onlangs door prof. Mie- the werd geconstateerd, geschiedde in een kwikdamplamp. Het vermoeden was, dat on der de langdurige werking van den electri- schen stroom een waterstofdeeltje uit de atoomkem was losgeraakt. In „Nature" wijst prof Soddy er op, dat hij reeds geruimen tijd volgens een anderen gedachtengang tot de ccnclusie was geko- men, dat het niet alleen mogelijk moest zijn kwik-atomen door sterke electrische ontladin- gen in goud om te zetten, maar dat het zelfs onvermijdelijk zou zijn, indien de huidige zienswijze omtrent atoombouw niet volkomen bnjuist is. Bij de boising van electronen op kwik-ato men moet een klein aantal op de kern gericht zijn. Als zij voldoende enercie bezitten om door de buiten-banen door te dringen, moe ten zij de positief geladen kern bereiken en daar zij negatief electrisch zijn, door de kern worden vastgelegd. Daar het verlies van een electron door de kern van een element bij ra- dioactieve ontbinding ten gevolge heeft, dat het atoomnummer van het element met een wordt verhoogd, heeft de vermeerdering van de kern met een electron een verlaging van het atoomnummer ten gevolge. Kwik van atoomnummer 80 kan op dezee wijze in goud van atoomnummer 79 overgaan. Soddy Sad dus op ffiecretisdre overwegtn gen de mogelijkheia van omzetting van kwik in goud voorzien, maar hij betwijfelde om twee redenen of het wel tot practische verwe- zenlijking zou komen. In de eerete plaats stond het bij hem niet vast hoe groat de span ning zou moeten zijn om het electron door de electronenbanen van het kwik-atoom te jagen en binnen de aantrekkingssfeer van de krach- tig geladen kern te brengen. Ten tweede ver- wacbtte hi] een zoo uiterst gering aantal van deze boisingen, dat het on mogelijk zou zijn het gevormde goud aan te toonen Over de vraag, of de onderzoekingswijze van Miethe afdoende is geweest om de omzet ting van kwik in goud zonder eenigen twijfel te ccnstateeren, wil Soddy zich niet uitlaten. Hij wil er alleen op wijzen, dat de verklaring van het verschijnsel niet in atoomonibinding behoeft te worden gezocht. Niet alleen door uit de kern en deeltje weg te schieten, ook door toevoeging van een tegen gesteld elec trisch geladen deeltje kan het atoom in een ander overgaan. EEN RUSSISCHE PRINS BANK- AM BTE TE NEW-YORK. Prins Dimitri, een neef van wijlen den tsaar van Rusland, werd dezer dagen herkend in den persocci van een bediende van de Na tional American Bank te New-York, waar hij sinds enigen tiid werkzaam is. De jonge man heeft afstand gedaan van zijn titcls en is be- kend onder den eenvoudigen naam van Mr Dimitri. Zijn safaris bedraagt 25 dollar per week, hij woont alleen en terugegtrokken in een bescheiden pension nabij de bank. Hij wordt op geheel gelijken voet behandeld als de overige employe's en volgeeis mededeelin- gen van zijn chefs verricht hij zijn werk- zamheden kalm en goed. Dimitri heeft den wensch uitgesproken zich grondig op de hoogte te stellen van de Amerikansche zaken- orincipes. „Later, zoo zeide hij, als het huidige regicme geeir.digd zal zijn, keer ik naar Rusland terug om mij dan op een of an dere wijze nuttig te maken voor het herstel van mijn geboorteland. AARDVERSCHUIVING. In het Zwitsersehe kanton St. Gallen (Rijndal), dreigt een geweldige aardver- sciiuiving. Tengevolge van den hevigen re- val der laatste dagen is 'n stuk boschterrein, 1500 Meter lang en 100 Meter breed, on- dermijnd en reeds in beweging geraakt. DE WANORDE IN CHINA. Ondanks de censuur te Peking bestaan er aanwijzigingen, dat er een burgeroorlog broeit tusschen de provincies Tse Kiang en Kingsu tengevolge van de gemelde twisten der betrokken Toekoens over het bezit van het arsenaal en de forten bij Shanghai. Het gevaar van den toestand ligt in het feit, dat Shanghai nabij het tooneei van den te ver- wachten strijd ligt, terwijl de vijandelijkhe- den zich kunnen ontwikkelen tot een nieuwen oorlog tusschen Woe Pei Foe en Tsjang Tso Lin. De censuur en de officieele propaganda maken den toestand te Canton onzeker De dreigende algemeene proteststaking van d& kooplieden is slechts flauw begonnen wegens het militaire vertoon. De arbeiders hebben een demonstratie tegen de kooplieden gehou- den. Zij vormen een eigen vrijwi 11 igerseorps, dat Soen Yat Sen's roode leger wordt ge noemd. DE DIKSTE MAN TER WERELD In de Duitsche badplaats Kellenhufen is dezer dagen op 61-jarigen ouderdom de meu- belmaker Heinrich Feig overleden, die wegens zijn buitengewone dikte ver over de Duitsche granzen en bij de vele badgasten een bekende persoonlijkheid was. Hij had het enorme ge wicht van 500 pond. DE ROOFMOORD TE CULEMBORG De speciale verslaggever van „Het Volk" schrijft in het blad van gisteravond o.m. het volgende: »- Wij hebben ons onderzoek voortgezet en daarbij kwamen ons bijzonderheden ter oore, die het begrijpelijk maken, dat de Culem- borgsche bevolking de leiding der politie in niet betrouwbare handen acht en zich onvei- lig voelt. Gedurende de laatste jaren hebben in Culemborg herhaaldelijk inbraken plaats ge vonden. En de politie de gewezen recher- cheur Haveman en de kommissaris is er in geen van deze gevallen geslaagd, de da- ders voor het gerecht te brengen. Voor een stadje als Culemborg, met ongeveer 10.000 inwoners, waarvan toch slechts een zeer ge ring aantal als verdacht van het bedrijven eener inbraak in aanmerking kan komen, is zooiets al zeer ongewoon. Er is ingebroken bij Wammes in de Lelie- straat. De daders zijn nooit gevonden. Er is ingebroken bij de wed. Helmond in de le Hondsteeg. De daders zijn nooit gevonden. Er is ingebroken in het station, in de metaal- fabriek Faks, bij de Van Wiggens. De da ders zijn nooit gevonden De bevolking is verontrust en voelt zich onveilig. Boeren uit den orntrek vertelden ons, daf zij vroeper nodft eft oT ffoeve alSTo'- ten. Maar nu hang-en overal stevige sloten op. Huisdeuren in de stad gingen yroeger niet op slot thans wel. Dit gevoel van onveiligheid was fe druk- kender, omdat, althans van drie dezer inbra ken, de rechercheur Haveman werd verdacht. De statianschef, die ten tijde van den in braak in het Station in Culemborg fungeer- de, vertelde aan het werkvolk, hoe Haveman 't onderzoek leidde. Er waren voetstapsporen ontdekt, die van den dader afkomstig moesten zijn. Haveman vertrapte die moedwillig, schertsend zeggend dat ze op de zijne leken! Ieder Culemborger kent dit verhaal en trekt zijn konklusies. Na de. inbraak in de metaalfabriek heeft de melkbOer Koos Vermeulen aan ieder die het hooren wilde ook aan Haveman verteld, dat hij Haveman op het uur, dat de inbraak moest zijn gepleegd, in de fabriek had gezien. Deze beschuldiging heeft natuurlijk ook den kommisaris bereikt. Hij, noch Haveman, die toen nog rechercheur was, hebben Ver meulen hierover ondervraagd. De verklaring werd- gewoon genegeerd. Omdat zij tegen Ha veman gericht was, zegt men in Culemborg. De rijkspolitie vond de beschuldiging wel de moeite waard en door haar is Vermeulen later gehoord. Wij kunnen nu niet meer vaststellen, of de ze beschuldiging juist was, maar dit geval teekent toch wel de zeer zonderlinge wijze, waarop in Culemborg een politioneel onder zoek wordt geleid. Deze ongewone wijze van werken, schijnt methode te zijn; zij is ook gevolgd in de moordzaak-Van Wiggen. Vrouw Lisa Blijenberg, die een verlofzaak- je houdt in de Molenstraat, vertelde ons een bijzonderheid, die bovengenoemd vermoeden grond geeft. Men herinnert zich, dat de Culemborger Middelkoop terzake van den roofmoord werd gearresteerd. Vrouw Bleijenberg werd daar- na bij den kommissaris ontboden, omdat „Pikkie van Vuren", zooals Middelkoop wordt genoemd, nogal eens in haar zaak kwam. Zij vertelde den kommissaris, dat zij van Pikkie niets wist hij was 2 Jan. het laatst in haar zaakje geweest en had toen geen cent. Maar, zoo vertelde zij hem verder, ik heb op den avond van den moord wel Ha veman gezien De kommissaris ging hier niet op in en, zeggend dat zij meer van de zaak-Middel koop afwist, dreigde hij haar voor den Offi cier van Justitie te halen. Naar Haveman werd door hem niet verder geinformeerd. Wij vernemen hierover, dat vrouw Blijen berg op den avond van den moord-dag om negen uur Haveman tegenkwam. Zij zag hem toen voor het eerst na zijn ontslag en wilde hem aanspreken. Haveman liep snel, zijn jas slingerde langs hem heen. Toen zij vlak bij hem was, deinsde zij terug, want Haveman was zeer bleek en had een ver- wrongen gezicht. Haar eerste gedachte was, dat hij dronken was; zij sprak hem niet aan en groette alleen. Haveman beantwoordde dien groet en liep snel in de richting van zijn huis. Over deze kwestie is vrouw Blijenberg niet verhoord. En toch is deze verklaring van groot ge- wicht, omdat Haveman's huisgenooten ver- klaarden dat hij omstreeks het tijdstip van den moord thuis was en de verdenking bij de justitie tegen Haveman ernstig genoeg was om hem gevangen te nemen. Vrouw Bleijenberg is niet de eenige, die klaarblijkelijk belangrijke mededeelingen kon doen. Er waren er meer. Wij maakten reeds melding van de men schen, die de vermoorde oudjes vonden en den moord ontdekten. Wij brachten een be- zoek aan vrouw Vugt en boer De Raad. Hun mededeelingen komen neer op het volgende: De Raad woont over de hoeve, waarin de moord is gebeurd. Hij heeft daar een flink bedrijf en woont er met twee broers en een zuster. Hij zoowel als de vermoorden ver- kochten karnemelk en zoo gebeurde het, dat een jongen uit de stad bij hem kwam en om karnemelk vroeg, er bij voegend, dat ze aan den overkant, bij de Van Wiggens niet open deden. Ze waren wel thuis, want hij hoorde geluiden, die hij echter niet begreep. 't Leek hem niet in orde. De Raad liep naar den overkant, klopte op de deur, keek door het raam en hoorde kreu- nende geluiden. Hij begreep, dat er iets mis was en ging naar zijn eigen hoeve, vanwaar hij een jongen naar de politie stuurde. In- middels kwam vrouw Vugt bij hem om kar nemelk. Ook zij zag, dat bij de Van Wiggens alles gesloten was en er geen bedrijvigheid heerscht. Met De Raad, die een ijzeren staaf meenam, liep zij op de hoeve toe. Toen kwam ook de inspekteur Dortland aan met G. Ja- gers, die reeds eerder aan de moordhoeve was geweest en naar de politie was geloopen. Gezamenlijk brak mm de deur open en vond de ongelukkige vrouw het eerst. De vrouw werd in een stoel gezet en tegen eagekefeig van ju^ '%t me hier. 'GeYfif rJagers zei ze: Gerfft, waar ife Tooft? Jagers vroeg haar nog: „Gerrigje, wie leeft je zoo geslagen?" Op dit oogenblik kwam inspekteur Dort land naderbij. Gerrigje schrok van de uni form, waarvoor zij mogelijk angst had, door de vele processenverbaal voor het weiden van vee op andermans grond, werd bewusteloos en is niet meer bij kennis geweest Deze menschen, naaste buren, zijn nfet door de politie verhoord. Ook niet de man, die aan Gerrigje naar de daders heeft ge- vraagd. j Mag zulk een onderzoek niet zonderling worden genoemd? De Raad woont vlak fegenover de moord- ioeve, werkt er vlak bij en kan dus iets of iemand hebben gezien. Hij is met verhoord. Zijn broer en zuster, die niet bij de ont dekking warm, zijn door de justitie te Tiel ondervraagd. De politie te Culemborg vond ook dit blijkbaar niet noodig. i 's Morgens is een jongetje van Wijzeveld aan de moordhoeve geweest 't Kind heeft geklcpt, werd niet binnengelaten en ging weg. Dit jochie is driemaal verhoord. Wij bezochten ook den man, die door kom missaris Blok aan de deur van zijn woning was afgewezen. Deze bevestigde, wat ons was medegedeeld, met dien verstande, dat zijn aanwijzing niet Haveman gold. Haveman was wel, in overleg met den kommissaris Blok, bij hem geweest om in- lichtingen. Bijna geheel Culemborg verdacht Have man er- van de hand in den moord te hebben gehad. Alleen kommissaris Blok had een eigenaardig vertrouwen in dezen man, die wegens wangedrag uit het politiekorps was gezet en die vrienden van verdacht allooi had. De kommissaris negeerde blijkbaar de beschuldigingen tegm Haveman en stond toe, dat deze uitgeworpene zich op het ter- rein van den moord begaf, voordat met een speurhond was gewerkt. De hond had geen resultaat Kommissaris Blok aanvaardd'e of vroeg? recherchediensten van Haveman en stuurde hem zelfs aan huis bij den man, dien hij niet te woord had gestaan. Om 's mans speurderskwaliteiten behoefde hij dit niet te dcen. In de vroegere inbraakgevallen had hij gefaald. Hoe kwam het toch, dat de kommissaris geen gehoor gaf aan de aanwijzingen, die Haveman tot een verdachte maakten? Er waren toch waarlijk wel feiten bekend, die in andere steden onmiddellijk tot are restatie zouden hebben geleid. Vrouw Vugt vertelde ons, dat de vermoor de Gerrigje van Wiggen haar een voorval met Haveman had meegedeeld, dat een zware verdenking op hem laadde. Haveman was voor den moord bij van Wiggen gekomen hij was toen nog re chercheur en had van Wiggen toegevoegd, dat in de stad verteld werd, dat hij zijn pacht niet kon betalen. i Van Wiggen was een ouderwetsche boer, gauw in zijn eer gekrenkt en rijk bedeeld met het vooroordeel tegen bankinstellingen. Hij had zijn geld in huis. i Hij ontstak in toorn door de mededeeling van Haveman en riep Gerrigje toe het geld te brengen. Gerrigje kwam daarna naar vo- ren met een groote trommel vol geld, die zij aan Haveman toonde. Het gerucht, waarvan Haveman sprak, liep niet in de stad. Integendeel, ieder was ervan overtuigd, dat de van Wiggens, die altijd gepot hadden, er warm inzaten. Tegen vrouw Vugt had Gerrigje verklaard, dat het vele geld in huis hen bezwaarde en dat zij van plan waren er een groot stuk land voor te koopen. i Deze verklaring, naast het feit van haar aanwezigheid bij de opening van de hoeve en van haar bekendheid met Gerrigje, maakt vrouw Vugt zeker tot een der belangrijkste getuigen. Maar vrouw Vugt is niet gehoord! Nog meer verbazingwekkende dingen hoor- den wij. Na de inbraak bij Van Wiggen, die zooals men weet, den moord eenigen tijd vooraf ging, kwam de kommissaris bij een der omwonende boeren. Deze vertelde ons, dat kommissaris Blok hem gezegd had, dat hij bang was, dat de oude menschen zouden worden vermoord! Hij zou het huisje laten bewaken. I Ondanks die bewaking werden D onder-- dags voor den moorddag, de kalveren los- gesneden door drie individuen, waarvan een die door Van Wiggen ver werd achtervolgd, in gestalte met Haveman overeenkwam. Dit laatste heeft de vermoorde man aan kennis.* sen toevertrouwd. Ondanks de bewaking geschiedde 'de moord onopgemerkt en bleef hij geruimen tijd onontdekt. Ondanks de sloten en ,,'de hond" waar men in Culemburg smalend om laclrt em ondanks het feit, dat de beide oudjes wan- trouwend en angstig, om de beurt sliepen en geen onbekenden binnenlieten. zijn de moor* denaars zonder geweld aan deuren of ven- sters binnengekomen. De conclude, 'dat een y - - V (Wordt vervolgd.) f „Tim heeft a! werkkrrng genoeg aan het be* Sieeren van het landgoed", antwoordde Elisa* tbeth. „Hij kan tot op zekere hoogte voor zijn vader optreden en hem een groat deel van de noodzakelijke bezigheden uit de hand nemen". Zij sprak met een groote beslistheid, die het moeilijk maakte verder op het onderwerp door te gaan, maar Sara bleef volhouden, denkend aan Tim's jonge oogen, die plotseling zoo hard waren geworden. „Het is jammer, dat hij niet bij het leger kan gaan, hij zou het zoo dolgraag willen", be* gon zij voorzichtig tastend. Een eigenaardige veran-dering kwam plotse* ling over Elisabeth's gezicht. Het scheen Sara alsof een sluier neergedaald was, waarachter de ondoorgrondelijke oogen haar achterdochtig gadesloegen. Maar het antwoord was luchtig genoeg. „0, een van de familie bij het leger is ge* aoeg. Ik zou zoo weinig van mijn knappen Tim ska, waoaeer hij officer word, alleen maar nu en dan als hij verlof had". „Hij zou een goed militair zijn, zei Sara. „Ik vind voor mij, dat officier het mooiste beroep is voor een man." „Vindt je dat?" zei Elisabeth op kouden toon. „Er zijn veel gevaren aan verbonden". Sara kreeg een gevoel van tegenzin; zij had niet gedacht, dat Elisabeth tot het soort vrees* achtige vrouwen behoorde. Vrouwen met een groote physieke kracht en levenslust zijn zei* den laf en vreesachtig. „Ik geloof niet, dat er veel gevaar zou zijn voor Tim", zei ze warm. „Hij heeft veel durf". Vol verbazing staarde zij Elisabeth aan. Want dat gezicht had plotseling een verwilder* de uitdrukking, en de zachtrose kleur van haar wangen verdween, zij zag doodsbleek. „Ja" .antwoordde ze op ijskouden toon, „Ik geloof niet, dat Tim laf is. Maar" haar stem werd iets minder stroef „ik geloof, dat ik het ben. Ik ik houd niet van het leger als beroep. Tim is mijn eenig kind", voegde zij er verontschuldigend bij. „Ik kan hem geen ge* vaar laten loopen op welke manier ook". Terwijl zij sprak, kreeg Sara een vreemd voorgevoel. Het was alsof de geheime vrees van de moeder voor iets zij kon niet zeg* gen wat zich ook aan haar had meegedeeld. Zij huiverde. Maar de indnik vervaagde even snel als hij gekomen was en ^jj sprak op uitda* gemlen toon als om zichzelf gerust te stellen. „Et zijn niet veel gevaren in dezen tammen vredestijd. Officieren st erven tegenwoordig niet op het slagveld; ze worden gepension* neerd. „Stervcn op het slagveld! Dacht je, dat ik daar bang voor was?" Er lag plotseling een diepe verachting in Elisabeth's stem, i Verbaasd keek Sara haar aan. „Wist je dat dan niet?" vroeg zij aarzelend. Elisabeth scheen op het punt een hartstoch* telijk antwoord te geven. Toen opeens be* heerschte zij zich en weer zag Sara die eigen* aardige, geheimzinnige uitdrukking in haar oogen, alsof zij op haar hoede was. „Er zijn veel dingen erger dan dc dood", zei ze ontwijkend, en stuurde vastberadeo 't ge* sprek in een andere richting. Gedurende de dagen die volgden, b'espeurde Sara een nauwelijks waarneembaar verschil in de verbouding tusschen Elisabeth en haar Eli* sabeth was even vriendelijk als altijd, maar zi; scheen op de een of andere onverklaarbare manier een grens te hebben gesteld aan hun intimiteit, een lijn te hebben getrokkeo, die zij niet van plan was te overschrijden. Het was alsof zij voeMe, dat zij Sara te dacht had laten komen bij een innerlijk heiligdom, dat zij tot nu toe veilig tegen elken indringer had bewaard en alsof zij zich nu haastte een barricade op te werpen tegen een herhaling van den aanval. Meer dan eens had Sara den laatsten tijd het onderwerp van haar vertrek uit Rarrow aan* geroerd, maar steeds had majoor Durward het idee ver weggeschoven, en verklaard, dat hij weigerde zoo'n onaangenaam punt te bespre* ken. Maar nu zij werkelijk het gevoel had Eli* sabeth's vrede op de een of andere manier te hebben verstoord, besloot zij definitieve plan nen te maken voor haaT onmidd'ellijke toe* komst. Toen zij met haar idee voor den dag Kwam, verbaasd© het haar, en niet onaangenaam, te bemerken, dat mevrouw Durward even weinig geneigd was van haar te scheiden als haar echtgenoot en haar zoon. Blijkbaar was de verandering in haar houding, haar vreemdc teruggetrokkenheid, geen aanduiding van eeni* ge persoonlijke antipathie, en Sara voelde zich daardoor eenigszins verlicht, hoewel zij het vreemd bleef vinden. i „We zullen je alien zoo missen", betuigde Elisabeth en haar toon was volkomen oprecht. „Ik zie niet in, waarom je zoo'n haast zoudt maken van ons weg te loopen". En Geoffrey en Tim vielen haar bij. Sara keek hen dankbaar aan met vochtige oogen. wilt houden", zei ze. „Maar begrijp je niet ik moet mijn eigen bestaan hebben een eigen dak boven mijn hoofd. Ik kan niet altijd gemoedelijk m de schaduw van een andermans dak zitten." i „Wat een energiek'e jonge dame!" lachte Geoffrey. „Maar ik zie, dat je vastbesloten bent. Wat zijn dan nu je plannen? Laat eens hooren". „Ik dacht Earners te nemen voor een tljdje bij geschikte menschen menschen van onzen stand, die een betalende logdc willen nemen „Arm, maar fatsocnliik dus", vulde Geoffrey aan. Sara knikte. „Ja. Zie je" zij ghmlachte even „}u!lie hebt mij bedorven voor alleen*Ieven, en ik sta toch vrijwel alleen op de wereld, dus moet ik ergens een thuis voor mezelf maken." Zij vouwde een brief open, dien zij in de hand had. „Ik zou altijd graag aan zee wonen ergens op een klein plaatsje achteraf. En ik geloof, dat ik juist gevonden heb, wat ik zoek. Ik zag een advertentie voor een betalende logee; daar heb ik op geschreven en hier is het antwoord. Het is van een dokter een dr. Selwyn in Monkshaven die een zieke vrouw heeft en een dochter. Hij schrijft zoo'n origineel soort van brief, dat ik geloof, dat ik wel met hem op zftu spUietcp". .j;, i i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1924 | | pagina 5