ParSjscli© O&iierkeia.
Gemengdl Nlenws
Ous Kaadseilioelje.
2* door.het water. Heeft het toestel een-
niaal de vercischte diepte bereikt, dan- sluit
men dm gruper en haalt het, nu gevuld met
de op die diepte aanwezige specie, weer op,
-wat eveneens zeer gemakMIj-k gaat, aangS
zien de door het -toestel in den bcdem fe-
vormd-e koker door de parsing van het water
naar bc-ven geheel open blijft.
Het zeei groote voo-rdeel van dezmanier
van werken is voorai, dat men geen zand-
zui-gers n-oodig heeft om het wrak bloot te
zuigen en geen duikers om henieden te wer-
Vfze ,laatstc todi kimneu alleen arbeid
yerricliten bij good weer en weinig zeegang
terwijl de stalen grijper en duiker en zand-
•zuiger vervangt en zich van vzeer en wind en
zeegang n-iets aantnekt. oolraa-g het ber-
ginigsvaartuig ter plaa lean zijn, wordt
doorgewerkt.
Met de bergingshtoot „Stortemelk" van dfe
u reederij Dceksen, die voor dit doel specia-al
werd gecharterd en waarop het toestel is ge-
monteerd, wo-rdill nu stdoelmatig de hank
waarender zich -het wralc der „Lutine" be-
vindt en die Goudplaat genoemd wordt, dbor-
--ploegd en hcewel in de drie dfigem, d'at nu
gewerkt is, nog geen goudstaven zijn boven-
gebracht, wooden toch needs enkele stukken
rcest en sifukjes wrakhout gevonden, zoodat
men de zefeerhSeid! heeft, ep de goede plaats te
zijn.
Het fregatschip „T.a Lirtine", bewapend
Unfit 32 stukken en voor m-illiioenen aan goud1
en zilver aan bco-rd hebbende, strand Je tij-
ktens een zwaren Noor-dwesferstorm, in den-
nachit van den 9detra October 1799, op de
Buitenba-nkcn, tusschen Tersdielling en
V! eland, teekent de Tel. bij onderstaand be
nefit aan. Aangezien toen nog geen ber-
gings- en reddingsSbooten in de haven van
Terschelli-ng gestationneerd Wanen, was het
jkostbare schip, dat in den mongen van d-ien-
zelfd'en dag Yarmioiuith Roads had verlaten.
[lot ondergang«gedoenijd. De nit meer dan 400
/Jkopp-en bestaande equipage kwam jammedijk
in de golven om1. Sleehts een dter opvarenden
wist op een stuk wrakhout het strand te berei-
jlken. - - i -s. np-i
ETHERMISBRUIK IN FRANKRIJK.
Door een aantal Fransche geneesheeren
,wordt er bij de Fransche regeering op aange-
drongen, maatregelen te nemen tegen het
ether-gebruik, dat op het oogenblik, voorai te
Parijs, ernstig in omvang toeneemt. Daar de
beperkeude maatregelen voor den verkoop
-,van andere bedwelmende middelen zooals
morphine en cocaine steeds moeilijker zijn te
ontduiken, heeft de groote schare der de aan
deze middelen verslaafden zich op den ether
geworpen, welke een ieder in de apotheek en
drogisterij tot elke hoeveelheid kan bekomen.
Bovendien heeft ether nog het voordeel
goedkoop te zijn. Zij ademen den etherdamp
bij kleine hoeveelheden in en ondervinden dan
bijna eenzdfde gewaarwording als bij het ge-
bruik van de andere bedwelmingsmiddelen.
1 Anderen weer slikken er enkele druppels van
in. In Montmartre is al dadelijk een handel
ontstaan in kleine zak-fleschjes met ether, die
in de nachtlokalen worden verkocht tegen 20
francs, een prijs waarop zeker 15 francs
vinst is. Ook kan men in sommige inrichtin-
,gen reeds „ether-coktails" bcstellen, glazeu
champagne met enkele druppels ether erin;
De dokters wijzen thans op de groote ge-
.varen welke ook aan het vrije gebruik van
ether zijn verbonden en verzoeken voor deze
stof ook een strengere controle bij den ver
koop,
DE PRINS VAN WADES.- a
Tijdena de polowedstTijden te New-York
drongo i de menschen zoo dicht bij deni Prins
van Wales, dat hij zich tweemaa! genood-
zaakt zng de spelen -te verlaten en in een auto
fe. cmtsnappen. Den eersten keer sprong hij
over rails, wandelde naar een hoek van het
veld en zette zich daar ergens neer Een
vrouw met een sterke veldkijker onfdekte hem
echter. Den tweeden keer ging hij tusschen de
grooms en de chauffeurs zitien. Hij zat daar
zeer lan-g. Niet zoodra zag de Prins dat hij
alweer ontdekt was, of hij sprong weg!
-r
voor h'et kruis, zooals 'de 1
oude duivel was. Hij vestigt zijn koud, hard-
vochtig oog op den prediker en trekt zijn
J^d m een Zondagschen plooi. Hij weet dat
God Abraham beval, zijn zoon Izaak te of-
teren, en dat Abraham's plicht was dit te
doen. Hij is een ijverig lid van het bijbelge-
nootschap, neemt zonder ophouden traktaat-
jes aian en leest de godgeleerde bladen: even-
als de Leviathans in het boek Job het water
verzwelgt. Hij ziet geen kwaad in de slaver-
niJ» zij is een aartsvaderlijke instelling, een
goadelijke beschikking, om de wereld tot
christenen te maken. In het pauperisme,vindt
nij geen bezwaar; ook dat is goddelijk,
want heeft Jezus niet gezegd: „de armen
hebt gij altijd bij u"?
Somwijlen schrijft hij een boek over den
uoosdienst. Hij brengt dikwijls een bezoeic
oij den voorganger van de schare, neemt al
de voorschriften en plechtigheden van den
godsdienst waar, betaalt ruim zijn plaats-
geld, en al zijn kinderen worden met water
gec.oopt. Hij hoort gaarne over leerstellingen
pieeken tegen de Joden, de ongeloovigen en
andere heidenen, over den bijbel, over de
schoonheid der heiligheid, de zaligheid door
net geloof (zonder werken) over alle dier-
bare leerstukken, over de noodzakelijkhedea
en de voordeelen van openbaringen, over de
wonderen, over het geluk der rechtvaardigen,
mits maar geen rechtvaardigheid worde be-
tracht. Hij bezit geen waarheid, geen recht
vaardigheid, geen liefde, geen geloof en is
des te slechter, omdat hij deze schijnt te be-
zitten; en zoo verlangt hij zedelijkheid, maar
geen rechtvaardigheid; gezelligheid, maar
geen liefde; een kerk zonder rechtvaardigheid
van de zijde der menschen en van de zijde
van God; godsdienst zonder vroomheid en
goedheid; hij verlangt sleehts een predikant
om een werktuig te besturen. „Er is geen
hooger wet", zegt hij tot den prediker, „wij
moeten de wetten van het land handhaven",
behalve de wetten tegen woeker, onmatig-
heid, dobbelspel en de wet, die vordert, dat gij
uw bidijk aandeel in de belastingen betaalt;
deze wetten werden alleen voor de armen ge-
maakt, niet voor ons, en onze gehoornde dui
vel vertrapt de armen en verplettert ze met
zijn hoeven en verjaagt ze met zijn staart.
Hij aanbidt de drie-eenheid van het geld, den
gouden arend, den zilveren dollar en de ko
peren cent".
He, J a, 'Mien, sis. eSn poesje aan ons af. J <f&tf zleS
(Amiens).
Voor kleineren.
Lak, Lek, lok, 1 uik, look. -
Kastanje. Jas, tante, Jan, Kast.1
Gram, Bram, (ram. -
Maart, en, s, dijk; Maartensdijk. 1
OM OP TE LOSSEN.
Voor grooteren.
Op de zigzag-kruisjeslijn komt van b'oven
naar beneden gelezen de naam van een-
stadje in Zeeland
X
X
late rij een meisjesnaam.
X
X
X
X
X
2de
3de
X
X
x
4de
5de
6de
7de
8ste
9de
lOde
EEN BESCHRIJVING VAN DEN
f DUIVEL.
L. M. H. schrijft in „Het Volk":
De Amerikaansche predikant Theodore
Parker, die jaren lang voorganger van een
yrije gemeente in Boston was, heeft de onder-
staande eigenaardige beschrijving van den
duivel gegeven:
„De mythologische duivel van h'et verfeden
is bijna van de aarde verdwenen. Wij hooren
zelden meer van hem spreken. Maar wat is
de wezenlijke duivel van onzen tijd? Hij is
zeer verschillend van dien onzer vaderen, die
bij dag voor een kerk bang was en wegsloop
en schrikte bij den aanblik van een bijbel. De
hedendaagsche duivel is fatsoenlijk en doet
alles op een betamelijke en ordelijke wijze.
Nog heeft hij hetzelfde hoofd en dezelfde ho-
rens en denzelfden staart als weleer, maar
bescheiden yerborgen onder een kleed, dat elk
deftig man dragen mag. Hij rijdt in de stra-
ten, verschijnt in openbare vergaderingen en
is daar voorzitter of ten minste een der onder-
voorzitters. Hij is altijd aan de zijde der
meerderheid; aithans hij meent het te zijn.
'Hij boudt niet van de meerderheid, maar wel
Van hare macht; hij houdt van niemand dan
,van zichzelven. Hij heeft een groot verstand,
doch niet veel oordeel of verbeelding; hij be-
zit geen wijsheid, maar is geslepen. Hij
jspreekt een krachtige taal en redeneert u het
hart uit den boezem. Hij bekommert zich niet
om de waarheid maar alleen om het namaak-
sel van de waarheid. Hij is welopgevoed,
weet zooveel, als het voor den duivel voor-
deelig kan zijn te weten, geen waarheid, maar
aannemelijke leugens. Hij weet, dat de meeste
menschen zelfzuchtig zijn, en gelooft, dat zij
het alien zijn.
Hij weet, dat de menschen in hun jeugd
verzot zijn op vermaak en in den ouderdom
op macht en dat de meesten bedrogen en
door vleierij misleid worden. Dat is de voor-
name wijsbegeerte, die de hedendaagsche dui
vel kent; dat is alles, wat hij begeert te weten.
Hij is wreed, sluw, bezit vrij wat macht om
de.menschen te besturen en zijn last geschikt
te maken voor hunne schouders. Zijn gods
dienst is kerkgaanwant in onze dagen heeft
de duivel een streek geleerd, die evenveel
waard is als twee van zijn oude streken. Hij
zit altijd op zijn plaats in de bank en heeft
dan een nette bijbel met sloten voor zich en
met een kruis oo een der ziiden; want hii is
DRONKEMANS REKENEN VOOR
HET LEVEN!
Ira „Ons Eigen Blad", Tijdschrift voor
Praktische Roomsche opvoeding, van 1 Sep
tember haalt een inzender eenige voorbeel-
den aan van sommen, on-tleend aan een Bel-
gische rekenmethode, getiteld: „Rekenen voor
het levera".
Inderdaa-d voor het levera; zegt u da.
wel! We geven de volgende voorbeelden zon
der eenige commentaar. En een waarschu-
wmg tegen navolging van dit fraais is ge-
lulvkig overbo-dig voor ons land. Zulke som
men neemt hier niemand over van Belgie.
Elide Hoofdstuk som 2. Een- werkman
dron-k op een-en Zondag 24 druppels jenever,
me hij 0.12 fr. per druppel betaalde. Den
Maandag verzuimde hij zijn- werk en ver-
loor alcl^is 2.85 fr. Hij; dronk toen 15 drup
pels, Door den drank verhit, geraakte hii in
twist, verbrijzelde een hanglamp van 26.5-0
fr. en eenera stoel van 4.75 fr. Aan de deur
der herberg gezet, keerd-e hij zijn wo-ede tot
de vensterruiten en verbrijzelde er 5, ieder
van 1.45 fr., maar kwetste zich daarbij erg
aa-n den pols. Gedurende drie weken kon hij
niet werken; zijn rekening bij den genees-
heer bedroeg 12 fr. Daarenboven werd hi]
door de rechtbank veroordeeld tot een maand
gevangenis en 50 fr. boete voor geweldda-
den, en tot een geldboete van 10 fr. voor
smaad en scheldwoorden. Hij verloor nog
twee werkdagen voor het verhoor op het tiT-
bunaal. Reken eens uit hoe duur zijn slemp-
partij h-em kost.
Som 8. Een dronkaard heeft niet het min
ste vooruitzicht. Geld bezitt-en is voor hem
een on-geluk. Zoo was het ook met Alfred
Vervrangen die een kleine erfenis trok, welke
375 fr. bedroeg. Voorzeker ha-dde hij dit
geld nuttig kunn-en gebruiken in zijn huls-
houd-en, dat door zijn dronkenschap in ar-
moede verkeerde. Maar de gevoellooze kerel
dronk en- braste „tot het op was". Op de fa-
briek, waar hij 2.85 fr. per dag won, was hij
in geen vier weken te zien. Eindelijk was de
zak plat en ging hij w-erken. maar de
deur der fabriek bleef voor hem gesloten en
hij- bleef nog vijf weken zonder werk. Zoek
zijn verlies.
Hadde Alfred zijn erfenis tegen samen-
gestelde intrest aan 4 pet. uitgezet, welke
som zou hij dan 10 jaar later bezeten 'heb
ben?
Som 9. Een voerman heeft een kn-echt, een
dronkaard van de ergste soort. Dit moesten
de paarden natuurlijk het best ondervinden,
Zekeren dag ging een -paard op hoi. De re
den- daarvan kunn-en wij gemakkelijk gissen
Gevolgen: de slotsom der rekening van den
wagenmaker die de gebroken kar hersteld
had, beliep 36.75 fr., het paard van 950 fr.
waarde had den poot gebroken, werd ge-
slacht en verkocht: de huid voor 23 fr. en
het geslacht vleeseh dat 136 Kg. bedroeg,
tegen 0.62 fr., een huis was beschadigd en
een spiegelruit gebroken: rekening van den
metselaar 7.25 fr.; aan den gla-sinzetter 65
fr.8.35 fr. schadevergoedin-g voor gebroken
waren.
Zoek eens het verlies door den knecht aan
den voerman verobrzaakt. (Hbl.).
een rivi-er in Italie.
een deel van je ge-
zicht.
een getal. -
een kleedingsfuk. r i
een lichaamsdeel van-
een roofd'ier.
een nuttige vloeistof.
een jongensnaam.
een vrucht.
een rivier in Noord-
Hollan-d.
2. We!k dorp in- Zuid-Holla-nd kun- ie ma
ken van:
Bad rog vcen t
3. Mijn eerste is bitter voclit, mijn tweede
een insect, dat om zijn angel gevreesd
wordt en mijn geheel eveneens eens
insect.
4. Ik noem een stad in Italic. Vervang mijn
twee laatste letters door een andere,
-dan word ik een vreemdeling.
Voor kleineren.
1. -V-erborgen landbouw-productea
Heb je den trog gevuld, Joris? 1 I i
Wees nu eens bedaard en maak Not niet
wakker.
Heeft Jacob iets verloren-?,
Dit boek lag er straks al. r
2. Met aa heb ik geen haar, 'k ben A
Met ie ben ik aan't schip, 'k heet
Met oo groei ik op't land, 'k ben-
Met id ben ik soms diep, 't heet
3. Maak een lekkere vrucht van: d
A d a b i e r
4. Mijn eerste deel is een woning,
tweede deel is arbeid en mijn
wordt op school opgegeven
mijn
geheel
Oplossingen der raadsels uit 't vorige
mnmer.
Voor grooteren.
1- O i v Oldenzaal.
aim
z - a d d e r
E m m e r i k
Oldenzaal
''benzine 1
k a a rs
b a s - I
I
2. Willemstad. Wals, mast, Emma, distel,
delta. - f t
3. Erwtensoep. - t-
4. Heb jij de tang ergens gezien? (Tatiger)
Laat me dan nog even fietsen. (Medan).
Je moet in bad en daarna gaan slapen.
(Baden).
Sprak zij it gen u an der s dan tegen mij
(Genua).
Een volgende afdrukmethode Is de platln-
druk of platinotypie. De afdrukpapieren kar.
men zelf bereiden.
Als papier kan1 men alle goede teekenpa-
pieren gebruiken. Speciaal ervoor bestemd is
net papier van «6tembach in Malmedy. Dit
papier moet eerst worden gelijmd. Daartoe
lost men 10 gr. witte gelatine op in 800 cc.
voen^, n S1". aluin toe en daarna
£00 c.c. alcohol. Deze oplossing wordt gefit-
treera door een- prop verbandwatten. De
vloeistof wordt dan gegoten in een steenen
scnqalj die grgot ggaqeg moet zijn^pp pjpie-
dan het negatief in te leggen. In deze schaal
wordt de vloeistof op liehaamstemperatuur
gehouden, door haar op een waterbad te zet-
ten. i -'ntidiwh#
De vloeistof moet ongeveer 3 c. M. ho<^ m
de schaal staan. Hienn schuift men nu een
velletje papier, zoodat het geheel onder staat.
Eventueele luditbelletjes worden met een
propje waiten verwijderd. Na 2—3 minuten'
wordt het velletje papier uit het bad genomen
en aan een klem te drogen gebangen. Deze
bewerking wordt nog eens herhaaid, en
droogt nu zoo, dat de zijde, die de eerste maal
boven was, nu onder komt. Het gelijmde pa
pier is houdbaar en kan dus in -voorraad
worden gemaakt. Nu moet het papier licht-
gevoelig worden gemaakt met een mengsd
van drie oplossingen.
De eerste hiervan, de ferrioxalaatoplossing
wordt als vo'lgt bereid:
Los in 400 c.c. heet wafer 96 gr. ijzerhm-
moniak aluin op en voeg hierbij een oplos
sing van 86 gr chemisch zuivere kristalsoda
in 200 cc. warm water, onder omroeren.
Er ontsiaat opschuiming en1 een neerslag.
Het neerslag wordt op een papierfilter ge
bracht en nu met zacht stroomend water zoo-
lang gewasschen, tot het afloopende water
een stu-kje rood lakmoespapier, dat er 10 mi
nuten in wordt gehouden, niet meer blauw
maakt.
Nu wrijft men in een mortiertje 49 gr. che
misch zuiver oxaalzuur fijn, en roert het met
een glasstaafje door het neerslag, dat in-
middels van het filteerpapier moet zijn ge-
schud in een bekerglas. E)eze menging moet
bij kunstlicht plaats hebben; -
Het neerslag lost nu op in het oxaalzuur,
deze oplossing wordt gegoten in een maat-
glas en met wa'ter aangevuld tot 187 c.c. Dit
is een lastig werkje. Men kan dtis ook de fer
rioxalaatoplossing bij den handelaar betrek-
ken.
In ieder geval moet de oplossing in een
flesch van bruin glas in de donkere kamer
word-en bewaard.
De tweede oplossing bestaat uit 1 gr ka-
liumplatinechlorium in 10 c.c. warm gedestil-
leerd water.
Nu giet men in een porceleinen schaaltje:
ten eerste de 10 c.c. platinaoplossing, daar
na 5 c.c. van de oplossing van ferrioxalaat
en daarna 1 c. c. van de kaliumchloraatop-
lossing.
Met dit mengsel moei bij geel licht het pa
pier worden bestreken. -
Men span! het papier daartoe met punai-
se-s op een plank en handelt verder geheel,
zooals is gezegd bij het zelf bereiden van
daglichtpapier.
Hierna moet het papier snel kurkdroog
worden gemaakt door het in de nabijheid van
een kachel te houden.
Daarna wordt nog eens met de oplossing
bestreken en gedroogd.
Het lichtgevoelig gemaakte papier is niet
houdbaar, dus wordt het niet in voorraad ge
maakt. Het papier is uiterst gevoelig yoor
vocht, en moet daarom worden bewaard in
een chljorcalcium blik, dat is een blikken bus
met een reservoir voor chloorcateium, een
stof, die gretig het water uit de omgeving op-
neemt. Men lette erop, dat h- reservoir
steeds naar beneden is gekeerd.
Ook gedurende het afdrukken iroet het pa
pier voor vocht worden beschermd; daarom
bedekt men het aan de achterzijde met een
stuk taft. Men kan alleen van conirastrijke
negatieven goede afdrukken kriigen.
Het drukken levert moeilijkheden, omdat
het beeld sleehts zwak zichtbaar wordt.
De kleur van het belichte papier gaat eerst
van citroengeel over in Jbruin en wordt daar
na weer lichter, zoodat soiiis de diepste scha-
duwen lichter schijnen dan de halftinten.
Wanneer de laatste zwak zichtbaar zijn, is
het afdrukken beeindigd. De duur bedraagt
in de voile zon ongeveer een half uur. Het
verloop van de belichting wordt gecontro-
leerd in de schaduw.
Onmiddellijk na het afdrukken moet wor
den ontwikkeld.
De ontwikkelaar is als volet samengesteld:
gedestilleerd water 100 c.c.
neutraal kaliumoxalaat 25 gr.
en zooveel oxaalzuur, dat de ontwikkelaar
blauw lakmoespapier rood kleurt.
Het ontwikkelen geschiedt bij een tempe-
ratuur van 80—85 gr. Celsius.
De ontwikkelaar wordt daartoe in een stee
nen of geemailleerd ijzeren schaal op het wa
terbad geplaatst.
Voor afdrukken die vermoedelijk te lang
zijn belicht moet de temperatuur van den ont
wikkelaar 30 gr. C. bedragen, onderbelichte
copieen worden met kokenden ontwikkelaar
behandeld.
Het papier wordt nu eenvoudig door den
ontwikkelaar gehaaldi waarop het beeld on-
midd-ellijk verschijnt.
De kleur is fluweelzwart.
Wil men bruine kleuren, dan- voegt men
aan- 100 c.c. ontwikkelaar toe 20 c.c. van de
volgende oplossing: i y- t
water - i iqo c.c. I
sublimaat J 4
Fotografie XII 3 d-
Daar oxaalzuur en d-e oxalaten zware ver-
giften zijn, haalt men h-et papier niet met de
handen er door, maar met een hoomen pincet.
Men kan ook koud ontwikkelen, maar dat
duurt 1 anger.
Direct na net ontwikkelen legt men den
afdruk in een oplossing van 1 c.c. zoutzuur
in 80 c.c. water. Hierin blijft ze 3 minuten,
daarna wor-dt het bad ververscht, tot drie'
maal toe.
Hierop een kwartier spoelen in zwak
stroomend water en te drogen hang-en. Bij't
drogen worden- de afdrukken donkerder, als
ze bij het ontwikkelen lijken. Bovendien
maakt de foto een matten indruk, doordat de
heete ontwikkelaar de lijm van het papier
heeft aangetast.
Men geeft ze hun vorige frischheid weei
terug, door ze te laten drijven op het vol
gende badl:
witte gelatine J25 gr.
kok-end water 1 L.
aluin d 125 gr.
Wanneer <te gelatine is opgelost, de ge
poederde aluin toevoegen.
Voor het gebruik verdunnen met twee dee-
len water.
De kooldrulc berust op het feit, dat gela
tine lichtgevoelig wordt, wanneer ze wordt
behandeld met een chromaat. Op de plaat-
sen, waar de gelatine door het licht is ge-
troffen, is ze onoplosbaar geworden.
lftoz£-. be-
1.
MODERNE ZENUW^GENEZING.
(Van onzen Parijschen Correspondent.)
(Nadruk verboden), i
Parijs, 19 Augustus
Een van de vele instellingen waar Parijs
trotsch op gaan kan is het ..Dispensaire d'Hy
giene Mcntale De naam is mo-eilijk te verta
lcn. Een dispensaire is tegelijk een toevluchts-
oord, een verpleegdnrichtin-g, een consultatie
bureau, een volks«apotheck, een kliniek, een
soepsuitdeeHng Het is wat de DuitscheTs
noemen een Heilanstalt, een gen-eeshuis.
Het Parijsche geneeshuis voor zenuwzieken
staat onder leiding van den wereld'beroemden
specialiteit dr. Toulouse, en het is onderges
bracht in een bijgebouw (twee paviljoens) van
bet ziekenhuis Sainte-Anne, Een fraaie tuin
rondom staat ter beschikking van d-e verpleeg-
den.
In het dispensaire worden geen emstige ze*
nuw*patienten opgenomen. Dit is het mooie
van deze instelling: dat zij bestemd is voor die*
gen-en wier geestestoestan-d niet geheel uit het
evenwicht is, maar toch ook niet geheel en al
normaal. In een stad als Parijs is het aantal van
dergelijke gevallen ontzettend groot. Ons poo
vere hersenmechaniek is uiterst d-elikaat. „Een
wolkje stoom, een druppel water" heeft
Pascal gezegd „is voldoende om de denken*
de riethalm (d. i. den mensch) te ddoden." Nog
veel minder is er nood'ig om het mysterieuse
ra-deTwerk onzer hersenen te verstoren, een
gewoon mensch te veranderen in een onthut*
senden harlekijn en de helderste koppen geheel
in de war te brengen. i
Het is nog niet lang gele-den, dat in een der,
gelijk geval voor de armen het krankzinnigen*
gesticht, voor de rijken een min of meer
weelderig ,,maison de san-te" de ee-nige oplos*
sing was. Dit verloste de samenleving van een
gevaarlijk indiiddu, of van ieman-d die dreigde
gevaarlijk te worden. Een wet van 1838 regelt
in Frankrijk de krankzinnigenverpleging. Zij
schenkt aan de familie het recht om, door mid*
del van een eenvoudige admi-nistratieve proce*
dure, den zieke achter slot en grendel te doen
zetten, ook al is zijn waanzin volmaakt zacht*
moedig. Bovendien heeft de politie het recht,
u zonder vorm van proces in een gekkenhuis
op te sluiten, i-ndden uw toestand gevaar ople*
vert voor uw omgeving.
Eenmaal in de hel van het gesticht aange*
land, wordt de zieke verzorgd op zulk een ma*
nier dat de kans op beterschap zeer gerin-g is.
Een enkelen keer geneest hij en dan is het
meer geluk dan wijsheid. Meestal eindigt hij
zijn dagen van diep bedroevende ellende in
wat dr. Toulouse in een zijner boeken noemt:
,,la prison de cauchemar" (de nachtmerrie*ge*
va-ngenis). i
Doch, gelijk gezegd, tusschen den ongenees*
lijk-en waanzin en de meest eenvoudige geestes*
afwijking liggen honderd duizend nuances en
graden van ziekte. In een stad als deze leven
(en lijden) duizenden en duizenden gedepri*
meerden, geobsedeerden, deperseculteerden,
gehallucineerdenschuwen, vreesachtigen,
verslaafden... Zij lijden, want meestal zijn zij
zich hun toestand volkomen bewust, en steepen
zij een afschuwelijk, beklagenswaardig bestaan.
Voor hen schiep dr. Toulouse zijn dispensa*
rium. Daar vinden al deze wrakken en halve
wrakken de veilige haven. Met een onvermoei*
bare toewijding ontvangen hen de directeur en
zijn helpers, bieden hun troost, ve-rzorging,
redding van het krankzinnigengesticht en vaak
genezing.
Twee beginselen beheorschen de organisatie
dezer bewonderenswaardige instelling:
le. de zieke die er binnengaat en wordt
opgenomen is en blijft volkomen vrij.
2e. hoewel volkomen vrij om de inrichting
te verlaten, moet hij nochtans verlan-gen er te
blijven tot hij beter is.
Niet een enkele patient wordt er gehouden
tegen zijn wil. Allen zijn vrij in hun gaan en
komen. Sleehts een enkele zaal is er waar de
zieken onder eenige (trouwens zeer zachte)
bewakin-g staan, en deze is bestemd voor de
ergste gevallen, die welke men tracht te verbe*
teren en te genezen alvorens het von-nis uit te
spreken dat hen naar het gesticht zal zenden.
Dr. Toulouse brengt bij alles wat hij doet
steeds deze stelli-ng in toepassing: dat opslui*
ting hooge uitzondering moet blijven voor
geesteskranken.
Hoevelen heeft men niet in het disoensarium
door geneesheeren die zekerheid -wilden heb*
ben dat zij zich niet vergisten alvorens het cer*
tificaat tot opneming in een gesticht te onder*
teekenen. Of door commissarissen van politie,
die hun zedelijke verantwoordelijkheid wilden
dekken Dr. Toulouse neemt al deze „veT*
dachte gevallen" onder zijn hoede, bestudeert
ze, verzorgt de zieken, houdt ze korter of lan*
ger tijd, en geeft ze heel dikwijls, hersteld, aan
de samenleving terug. Groot is het aantal der*
genen die n-a een verblijf in 't dispensaire te*
rugkeerden tot hu-ri familie en hun werkkring,
zonder te vermoeden dat het maaT heel weinig
had gescheeld of zij waren opgesloten in een
gekkenhuis en voor altijd1 verloren. h<
Om al deze vrije zieken ervan te weerhou*
den om weg te loopen, heeft men hun een om*
geving moeten scheppen die hen aantrekt en
waar zij graag vertoeven. In dit opzicht is er
niets verzuimd. Alles is vroolijk en mooi en
gezellig. Men waant hier zich niet in een hos*
pitaal, doch in een kteurig familie*pension. De
wanden zijn bcschilderd1 door groote Fransche
artisten: Francis Jourdain, Andre Fraye, Albert
Sardin e. a. De vensters zijn breed en van spie*
gelglasA met bloeiende planten omrankt. De
eetzaal is als die in een sjiek hotel: men eet er
aan kleine tafeltjes, fleurig, artistiek gedekt.
De hall met zijn rieten fauteuils zou menig
„palace" eer aan-doen. Ook de kamers der zie
ken (twee bedden per kamer) zijn charmant:
ik ken dure particuliere verpleeg*inrichtingen
waar zij heel wat minder aantrekkelijk zijn.
Herhaaldelijk gebeurt het, dat een zieke, om
consult gekomen, schrikt wanneer men hem
aanraadt te blijven. „Probeer het eens", Iuidt
dan het antwoord. En wanneer hij er vier en
twintig uur in huis is gewe-est, wil hij niet meer
weg. - i
Uit therapcutisch" oogpunt is de zaak ook
best in orde. Een apotheek is natuurlijk aan*
wezig, evenals de modernste instrumenten
voor hydrotherapie en electrotherapie. De
eerste specialisten van het Institut Pasteur, de
medische faculteit, de hospitalen en ziekenhui*
zen van het Seine*departement verteenen gere*
geld hun medewerking en zijn beschikbaar
voor alle mogelijke wetenschappelijke onder*
zoekingen in kliniek of laboratorium.
De l'arijsche kroniekschrijver interesseert
zich echteT voornamelijk voor het heir der on*
gelukkigen, die hier genezing komen zoeken.
Elken dag melden zich, op het spreekuur, een
vijftigtal zieken aan, het geestelijk afval der
wereldstad. Wat u het eerst treft is hun cor*
recte houding en gedrag in de wachtkamer. De*
ze .blesses du cerveau leggen een bedaarde
beleefdheid en welopgevoedheid aan den dag,
en door niets onderscheiden zij zich van (ie
bezoekers in elken anderen dokters,salon. Voor
het meerendeel behooren zij tot de intellect.!*
eele klassen. Zij zijn onderwijzers, boekhou
ders, klerken, schrijvers, kantoorbedienden. In
de gewone ziekenhuizen zijn 70 pet. der zieken
die dp het spreekuur komen handwerkslieden.
Hier is de verhouding juist omgekeerd. Deze
menschen „werken met het hoofd". Zij heb-
ben teveel gevergd van de denk*machine, waar,
zonder dat ze t wisten, reeds vanaf de ge-
boorte een klein barstje in zat; op een kwaden
dag is het spaak gel-oopen, het barstje is een
scheur geworden en eischt nu verpleging
rust.
Er is wat een narigheid en onvermoed teed
door deze wachtkamer gegaan. Beklagenswaar*
dige mannen, beklagenswaardige vrouwen
voorai, wier leven vergiftigd werd door een of
andere ongemotiveerde angst: angst voor hon*
den, voor katten, voor vogels, voor de ruimte,
enz. D-och de grootste categorie vormen de
reerslachtigen. Het leven wordt steeds moei*
lijker; men worstelt wat men kan, tot op*
eens de moed zinkt: de veer der wilskracht
is gebroken, elke inspanning wordt onmogelijk.
Dit soort zieken zijn voornamelijk vrouwen,
en daaronder veel oorlogsweduwen. Zij leefden
geiukkig. doen ontrukte de dood haar heur ze*
delijken steun: den man die ook materieel haar
het bestaan verlichtte. Zij begonnen zelf te
werken; doch hoeveel vrouwen kunnen le
ven van haar arbeid? Zij zakten af, steeds die*
per, gebroken, wanhopig, hopeloos. Tot zij
werden als poppen zonder zemelen.
Dan ziet men in het dispensaire de lange
stoet der toxicomanen: de aan een of ander
vergif verslaafden. En ook dit zijn, meestal jon
ge vrouwen. Terwijl een der assistenten van dr.
Toulouse mij rondleidde door het geboOw,
vertelde hij mij van een jonge vrouw, die aan
cocaine v-erslaafd was geweest, en die eenige
dagen gcleden de inrichting geheel genezen
verlaten had. Juist dienzelfden ochten-d toen
hij het mij vertelde, had zij zich weer aangc
meld. In haar oude omgeving was zij opnieuw
gezwicht voor de verleiding. Het gift had haar
weer in zijn klauwen. En hulpeloos, radeloos*
ongelukkig was zij weer op het spreekuur ver*
schenen. i
Goed! had de dokter gezegd aan wien zij
haar toestand biechtte. En hij had zijn best
gedaan zijn stem hardvochtig te doen klinken.
Goed! Maar dezen keer zetten we je bij de
krankzinnigen.
Och, heere! Ik" smeek u dokter, niet bij de
krankzinnigen.
Jawel! Je bent krankzinnig. Daar..., of
anders ga je maar weer naar huis.
En de ongelukkige, als een kind dat weet dat
het straf verdiend heeft, aanvaardde de kastij*
ding. Want zij was zich nog bewust, dat, een*
maal weer de drempel over, ze zou afglijden
naar den waanzin, onherroepelijk, daar niets of
niemand haar zou beletten terug te keeren tot
het sloopend gif, waarin de souteneurs en apa*
chen van Montmartre zulk een misdadlgen
handel drijven
Wat zeker zeer merkw'aardig is: men vindt
in het dispensaire geen of bijna geen slachtof*
fers van de alkohol. In een maand had sleehts
een enkel ziekte*geval alkoholisme als oorzaak.
Men schrijft dit geiukkig verschijnsel toe aan
het absinth* verbod. I
LEO FAUST.
i i- XII.