ParSjscli© O&iierkeia. Gemengdl Nlenws Ous Kaadseilioelje. 2* door.het water. Heeft het toestel een- niaal de vercischte diepte bereikt, dan- sluit men dm gruper en haalt het, nu gevuld met de op die diepte aanwezige specie, weer op, -wat eveneens zeer gemakMIj-k gaat, aangS zien de door het -toestel in den bcdem fe- vormd-e koker door de parsing van het water naar bc-ven geheel open blijft. Het zeei groote voo-rdeel van dezmanier van werken is voorai, dat men geen zand- zui-gers n-oodig heeft om het wrak bloot te zuigen en geen duikers om henieden te wer- Vfze ,laatstc todi kimneu alleen arbeid yerricliten bij good weer en weinig zeegang terwijl de stalen grijper en duiker en zand- •zuiger vervangt en zich van vzeer en wind en zeegang n-iets aantnekt. oolraa-g het ber- ginigsvaartuig ter plaa lean zijn, wordt doorgewerkt. Met de bergingshtoot „Stortemelk" van dfe u reederij Dceksen, die voor dit doel specia-al werd gecharterd en waarop het toestel is ge- monteerd, wo-rdill nu stdoelmatig de hank waarender zich -het wralc der „Lutine" be- vindt en die Goudplaat genoemd wordt, dbor- --ploegd en hcewel in de drie dfigem, d'at nu gewerkt is, nog geen goudstaven zijn boven- gebracht, wooden toch needs enkele stukken rcest en sifukjes wrakhout gevonden, zoodat men de zefeerhSeid! heeft, ep de goede plaats te zijn. Het fregatschip „T.a Lirtine", bewapend Unfit 32 stukken en voor m-illiioenen aan goud1 en zilver aan bco-rd hebbende, strand Je tij- ktens een zwaren Noor-dwesferstorm, in den- nachit van den 9detra October 1799, op de Buitenba-nkcn, tusschen Tersdielling en V! eland, teekent de Tel. bij onderstaand be nefit aan. Aangezien toen nog geen ber- gings- en reddingsSbooten in de haven van Terschelli-ng gestationneerd Wanen, was het jkostbare schip, dat in den mongen van d-ien- zelfd'en dag Yarmioiuith Roads had verlaten. [lot ondergang«gedoenijd. De nit meer dan 400 /Jkopp-en bestaande equipage kwam jammedijk in de golven om1. Sleehts een dter opvarenden wist op een stuk wrakhout het strand te berei- jlken. - - i -s. np-i ETHERMISBRUIK IN FRANKRIJK. Door een aantal Fransche geneesheeren ,wordt er bij de Fransche regeering op aange- drongen, maatregelen te nemen tegen het ether-gebruik, dat op het oogenblik, voorai te Parijs, ernstig in omvang toeneemt. Daar de beperkeude maatregelen voor den verkoop -,van andere bedwelmende middelen zooals morphine en cocaine steeds moeilijker zijn te ontduiken, heeft de groote schare der de aan deze middelen verslaafden zich op den ether geworpen, welke een ieder in de apotheek en drogisterij tot elke hoeveelheid kan bekomen. Bovendien heeft ether nog het voordeel goedkoop te zijn. Zij ademen den etherdamp bij kleine hoeveelheden in en ondervinden dan bijna eenzdfde gewaarwording als bij het ge- bruik van de andere bedwelmingsmiddelen. 1 Anderen weer slikken er enkele druppels van in. In Montmartre is al dadelijk een handel ontstaan in kleine zak-fleschjes met ether, die in de nachtlokalen worden verkocht tegen 20 francs, een prijs waarop zeker 15 francs vinst is. Ook kan men in sommige inrichtin- ,gen reeds „ether-coktails" bcstellen, glazeu champagne met enkele druppels ether erin; De dokters wijzen thans op de groote ge- .varen welke ook aan het vrije gebruik van ether zijn verbonden en verzoeken voor deze stof ook een strengere controle bij den ver koop, DE PRINS VAN WADES.- a Tijdena de polowedstTijden te New-York drongo i de menschen zoo dicht bij deni Prins van Wales, dat hij zich tweemaa! genood- zaakt zng de spelen -te verlaten en in een auto fe. cmtsnappen. Den eersten keer sprong hij over rails, wandelde naar een hoek van het veld en zette zich daar ergens neer Een vrouw met een sterke veldkijker onfdekte hem echter. Den tweeden keer ging hij tusschen de grooms en de chauffeurs zitien. Hij zat daar zeer lan-g. Niet zoodra zag de Prins dat hij alweer ontdekt was, of hij sprong weg! -r voor h'et kruis, zooals 'de 1 oude duivel was. Hij vestigt zijn koud, hard- vochtig oog op den prediker en trekt zijn J^d m een Zondagschen plooi. Hij weet dat God Abraham beval, zijn zoon Izaak te of- teren, en dat Abraham's plicht was dit te doen. Hij is een ijverig lid van het bijbelge- nootschap, neemt zonder ophouden traktaat- jes aian en leest de godgeleerde bladen: even- als de Leviathans in het boek Job het water verzwelgt. Hij ziet geen kwaad in de slaver- niJ» zij is een aartsvaderlijke instelling, een goadelijke beschikking, om de wereld tot christenen te maken. In het pauperisme,vindt nij geen bezwaar; ook dat is goddelijk, want heeft Jezus niet gezegd: „de armen hebt gij altijd bij u"? Somwijlen schrijft hij een boek over den uoosdienst. Hij brengt dikwijls een bezoeic oij den voorganger van de schare, neemt al de voorschriften en plechtigheden van den godsdienst waar, betaalt ruim zijn plaats- geld, en al zijn kinderen worden met water gec.oopt. Hij hoort gaarne over leerstellingen pieeken tegen de Joden, de ongeloovigen en andere heidenen, over den bijbel, over de schoonheid der heiligheid, de zaligheid door net geloof (zonder werken) over alle dier- bare leerstukken, over de noodzakelijkhedea en de voordeelen van openbaringen, over de wonderen, over het geluk der rechtvaardigen, mits maar geen rechtvaardigheid worde be- tracht. Hij bezit geen waarheid, geen recht vaardigheid, geen liefde, geen geloof en is des te slechter, omdat hij deze schijnt te be- zitten; en zoo verlangt hij zedelijkheid, maar geen rechtvaardigheid; gezelligheid, maar geen liefde; een kerk zonder rechtvaardigheid van de zijde der menschen en van de zijde van God; godsdienst zonder vroomheid en goedheid; hij verlangt sleehts een predikant om een werktuig te besturen. „Er is geen hooger wet", zegt hij tot den prediker, „wij moeten de wetten van het land handhaven", behalve de wetten tegen woeker, onmatig- heid, dobbelspel en de wet, die vordert, dat gij uw bidijk aandeel in de belastingen betaalt; deze wetten werden alleen voor de armen ge- maakt, niet voor ons, en onze gehoornde dui vel vertrapt de armen en verplettert ze met zijn hoeven en verjaagt ze met zijn staart. Hij aanbidt de drie-eenheid van het geld, den gouden arend, den zilveren dollar en de ko peren cent". He, J a, 'Mien, sis. eSn poesje aan ons af. J <f&tf zleS (Amiens). Voor kleineren. Lak, Lek, lok, 1 uik, look. - Kastanje. Jas, tante, Jan, Kast.1 Gram, Bram, (ram. - Maart, en, s, dijk; Maartensdijk. 1 OM OP TE LOSSEN. Voor grooteren. Op de zigzag-kruisjeslijn komt van b'oven naar beneden gelezen de naam van een- stadje in Zeeland X X late rij een meisjesnaam. X X X X X 2de 3de X X x 4de 5de 6de 7de 8ste 9de lOde EEN BESCHRIJVING VAN DEN f DUIVEL. L. M. H. schrijft in „Het Volk": De Amerikaansche predikant Theodore Parker, die jaren lang voorganger van een yrije gemeente in Boston was, heeft de onder- staande eigenaardige beschrijving van den duivel gegeven: „De mythologische duivel van h'et verfeden is bijna van de aarde verdwenen. Wij hooren zelden meer van hem spreken. Maar wat is de wezenlijke duivel van onzen tijd? Hij is zeer verschillend van dien onzer vaderen, die bij dag voor een kerk bang was en wegsloop en schrikte bij den aanblik van een bijbel. De hedendaagsche duivel is fatsoenlijk en doet alles op een betamelijke en ordelijke wijze. Nog heeft hij hetzelfde hoofd en dezelfde ho- rens en denzelfden staart als weleer, maar bescheiden yerborgen onder een kleed, dat elk deftig man dragen mag. Hij rijdt in de stra- ten, verschijnt in openbare vergaderingen en is daar voorzitter of ten minste een der onder- voorzitters. Hij is altijd aan de zijde der meerderheid; aithans hij meent het te zijn. 'Hij boudt niet van de meerderheid, maar wel Van hare macht; hij houdt van niemand dan ,van zichzelven. Hij heeft een groot verstand, doch niet veel oordeel of verbeelding; hij be- zit geen wijsheid, maar is geslepen. Hij jspreekt een krachtige taal en redeneert u het hart uit den boezem. Hij bekommert zich niet om de waarheid maar alleen om het namaak- sel van de waarheid. Hij is welopgevoed, weet zooveel, als het voor den duivel voor- deelig kan zijn te weten, geen waarheid, maar aannemelijke leugens. Hij weet, dat de meeste menschen zelfzuchtig zijn, en gelooft, dat zij het alien zijn. Hij weet, dat de menschen in hun jeugd verzot zijn op vermaak en in den ouderdom op macht en dat de meesten bedrogen en door vleierij misleid worden. Dat is de voor- name wijsbegeerte, die de hedendaagsche dui vel kent; dat is alles, wat hij begeert te weten. Hij is wreed, sluw, bezit vrij wat macht om de.menschen te besturen en zijn last geschikt te maken voor hunne schouders. Zijn gods dienst is kerkgaanwant in onze dagen heeft de duivel een streek geleerd, die evenveel waard is als twee van zijn oude streken. Hij zit altijd op zijn plaats in de bank en heeft dan een nette bijbel met sloten voor zich en met een kruis oo een der ziiden; want hii is DRONKEMANS REKENEN VOOR HET LEVEN! Ira „Ons Eigen Blad", Tijdschrift voor Praktische Roomsche opvoeding, van 1 Sep tember haalt een inzender eenige voorbeel- den aan van sommen, on-tleend aan een Bel- gische rekenmethode, getiteld: „Rekenen voor het levera". Inderdaa-d voor het levera; zegt u da. wel! We geven de volgende voorbeelden zon der eenige commentaar. En een waarschu- wmg tegen navolging van dit fraais is ge- lulvkig overbo-dig voor ons land. Zulke som men neemt hier niemand over van Belgie. Elide Hoofdstuk som 2. Een- werkman dron-k op een-en Zondag 24 druppels jenever, me hij 0.12 fr. per druppel betaalde. Den Maandag verzuimde hij zijn- werk en ver- loor alcl^is 2.85 fr. Hij; dronk toen 15 drup pels, Door den drank verhit, geraakte hii in twist, verbrijzelde een hanglamp van 26.5-0 fr. en eenera stoel van 4.75 fr. Aan de deur der herberg gezet, keerd-e hij zijn wo-ede tot de vensterruiten en verbrijzelde er 5, ieder van 1.45 fr., maar kwetste zich daarbij erg aa-n den pols. Gedurende drie weken kon hij niet werken; zijn rekening bij den genees- heer bedroeg 12 fr. Daarenboven werd hi] door de rechtbank veroordeeld tot een maand gevangenis en 50 fr. boete voor geweldda- den, en tot een geldboete van 10 fr. voor smaad en scheldwoorden. Hij verloor nog twee werkdagen voor het verhoor op het tiT- bunaal. Reken eens uit hoe duur zijn slemp- partij h-em kost. Som 8. Een dronkaard heeft niet het min ste vooruitzicht. Geld bezitt-en is voor hem een on-geluk. Zoo was het ook met Alfred Vervrangen die een kleine erfenis trok, welke 375 fr. bedroeg. Voorzeker ha-dde hij dit geld nuttig kunn-en gebruiken in zijn huls- houd-en, dat door zijn dronkenschap in ar- moede verkeerde. Maar de gevoellooze kerel dronk en- braste „tot het op was". Op de fa- briek, waar hij 2.85 fr. per dag won, was hij in geen vier weken te zien. Eindelijk was de zak plat en ging hij w-erken. maar de deur der fabriek bleef voor hem gesloten en hij- bleef nog vijf weken zonder werk. Zoek zijn verlies. Hadde Alfred zijn erfenis tegen samen- gestelde intrest aan 4 pet. uitgezet, welke som zou hij dan 10 jaar later bezeten 'heb ben? Som 9. Een voerman heeft een kn-echt, een dronkaard van de ergste soort. Dit moesten de paarden natuurlijk het best ondervinden, Zekeren dag ging een -paard op hoi. De re den- daarvan kunn-en wij gemakkelijk gissen Gevolgen: de slotsom der rekening van den wagenmaker die de gebroken kar hersteld had, beliep 36.75 fr., het paard van 950 fr. waarde had den poot gebroken, werd ge- slacht en verkocht: de huid voor 23 fr. en het geslacht vleeseh dat 136 Kg. bedroeg, tegen 0.62 fr., een huis was beschadigd en een spiegelruit gebroken: rekening van den metselaar 7.25 fr.; aan den gla-sinzetter 65 fr.8.35 fr. schadevergoedin-g voor gebroken waren. Zoek eens het verlies door den knecht aan den voerman verobrzaakt. (Hbl.). een rivi-er in Italie. een deel van je ge- zicht. een getal. - een kleedingsfuk. r i een lichaamsdeel van- een roofd'ier. een nuttige vloeistof. een jongensnaam. een vrucht. een rivier in Noord- Hollan-d. 2. We!k dorp in- Zuid-Holla-nd kun- ie ma ken van: Bad rog vcen t 3. Mijn eerste is bitter voclit, mijn tweede een insect, dat om zijn angel gevreesd wordt en mijn geheel eveneens eens insect. 4. Ik noem een stad in Italic. Vervang mijn twee laatste letters door een andere, -dan word ik een vreemdeling. Voor kleineren. 1. -V-erborgen landbouw-productea Heb je den trog gevuld, Joris? 1 I i Wees nu eens bedaard en maak Not niet wakker. Heeft Jacob iets verloren-?, Dit boek lag er straks al. r 2. Met aa heb ik geen haar, 'k ben A Met ie ben ik aan't schip, 'k heet Met oo groei ik op't land, 'k ben- Met id ben ik soms diep, 't heet 3. Maak een lekkere vrucht van: d A d a b i e r 4. Mijn eerste deel is een woning, tweede deel is arbeid en mijn wordt op school opgegeven mijn geheel Oplossingen der raadsels uit 't vorige mnmer. Voor grooteren. 1- O i v Oldenzaal. aim z - a d d e r E m m e r i k Oldenzaal ''benzine 1 k a a rs b a s - I I 2. Willemstad. Wals, mast, Emma, distel, delta. - f t 3. Erwtensoep. - t- 4. Heb jij de tang ergens gezien? (Tatiger) Laat me dan nog even fietsen. (Medan). Je moet in bad en daarna gaan slapen. (Baden). Sprak zij it gen u an der s dan tegen mij (Genua). Een volgende afdrukmethode Is de platln- druk of platinotypie. De afdrukpapieren kar. men zelf bereiden. Als papier kan1 men alle goede teekenpa- pieren gebruiken. Speciaal ervoor bestemd is net papier van «6tembach in Malmedy. Dit papier moet eerst worden gelijmd. Daartoe lost men 10 gr. witte gelatine op in 800 cc. voen^, n S1". aluin toe en daarna £00 c.c. alcohol. Deze oplossing wordt gefit- treera door een- prop verbandwatten. De vloeistof wordt dan gegoten in een steenen scnqalj die grgot ggaqeg moet zijn^pp pjpie- dan het negatief in te leggen. In deze schaal wordt de vloeistof op liehaamstemperatuur gehouden, door haar op een waterbad te zet- ten. i -'ntidiwh# De vloeistof moet ongeveer 3 c. M. ho<^ m de schaal staan. Hienn schuift men nu een velletje papier, zoodat het geheel onder staat. Eventueele luditbelletjes worden met een propje waiten verwijderd. Na 2—3 minuten' wordt het velletje papier uit het bad genomen en aan een klem te drogen gebangen. Deze bewerking wordt nog eens herhaaid, en droogt nu zoo, dat de zijde, die de eerste maal boven was, nu onder komt. Het gelijmde pa pier is houdbaar en kan dus in -voorraad worden gemaakt. Nu moet het papier licht- gevoelig worden gemaakt met een mengsd van drie oplossingen. De eerste hiervan, de ferrioxalaatoplossing wordt als vo'lgt bereid: Los in 400 c.c. heet wafer 96 gr. ijzerhm- moniak aluin op en voeg hierbij een oplos sing van 86 gr chemisch zuivere kristalsoda in 200 cc. warm water, onder omroeren. Er ontsiaat opschuiming en1 een neerslag. Het neerslag wordt op een papierfilter ge bracht en nu met zacht stroomend water zoo- lang gewasschen, tot het afloopende water een stu-kje rood lakmoespapier, dat er 10 mi nuten in wordt gehouden, niet meer blauw maakt. Nu wrijft men in een mortiertje 49 gr. che misch zuiver oxaalzuur fijn, en roert het met een glasstaafje door het neerslag, dat in- middels van het filteerpapier moet zijn ge- schud in een bekerglas. E)eze menging moet bij kunstlicht plaats hebben; - Het neerslag lost nu op in het oxaalzuur, deze oplossing wordt gegoten in een maat- glas en met wa'ter aangevuld tot 187 c.c. Dit is een lastig werkje. Men kan dtis ook de fer rioxalaatoplossing bij den handelaar betrek- ken. In ieder geval moet de oplossing in een flesch van bruin glas in de donkere kamer word-en bewaard. De tweede oplossing bestaat uit 1 gr ka- liumplatinechlorium in 10 c.c. warm gedestil- leerd water. Nu giet men in een porceleinen schaaltje: ten eerste de 10 c.c. platinaoplossing, daar na 5 c.c. van de oplossing van ferrioxalaat en daarna 1 c. c. van de kaliumchloraatop- lossing. Met dit mengsel moei bij geel licht het pa pier worden bestreken. - Men span! het papier daartoe met punai- se-s op een plank en handelt verder geheel, zooals is gezegd bij het zelf bereiden van daglichtpapier. Hierna moet het papier snel kurkdroog worden gemaakt door het in de nabijheid van een kachel te houden. Daarna wordt nog eens met de oplossing bestreken en gedroogd. Het lichtgevoelig gemaakte papier is niet houdbaar, dus wordt het niet in voorraad ge maakt. Het papier is uiterst gevoelig yoor vocht, en moet daarom worden bewaard in een chljorcalcium blik, dat is een blikken bus met een reservoir voor chloorcateium, een stof, die gretig het water uit de omgeving op- neemt. Men lette erop, dat h- reservoir steeds naar beneden is gekeerd. Ook gedurende het afdrukken iroet het pa pier voor vocht worden beschermd; daarom bedekt men het aan de achterzijde met een stuk taft. Men kan alleen van conirastrijke negatieven goede afdrukken kriigen. Het drukken levert moeilijkheden, omdat het beeld sleehts zwak zichtbaar wordt. De kleur van het belichte papier gaat eerst van citroengeel over in Jbruin en wordt daar na weer lichter, zoodat soiiis de diepste scha- duwen lichter schijnen dan de halftinten. Wanneer de laatste zwak zichtbaar zijn, is het afdrukken beeindigd. De duur bedraagt in de voile zon ongeveer een half uur. Het verloop van de belichting wordt gecontro- leerd in de schaduw. Onmiddellijk na het afdrukken moet wor den ontwikkeld. De ontwikkelaar is als volet samengesteld: gedestilleerd water 100 c.c. neutraal kaliumoxalaat 25 gr. en zooveel oxaalzuur, dat de ontwikkelaar blauw lakmoespapier rood kleurt. Het ontwikkelen geschiedt bij een tempe- ratuur van 80—85 gr. Celsius. De ontwikkelaar wordt daartoe in een stee nen of geemailleerd ijzeren schaal op het wa terbad geplaatst. Voor afdrukken die vermoedelijk te lang zijn belicht moet de temperatuur van den ont wikkelaar 30 gr. C. bedragen, onderbelichte copieen worden met kokenden ontwikkelaar behandeld. Het papier wordt nu eenvoudig door den ontwikkelaar gehaaldi waarop het beeld on- midd-ellijk verschijnt. De kleur is fluweelzwart. Wil men bruine kleuren, dan- voegt men aan- 100 c.c. ontwikkelaar toe 20 c.c. van de volgende oplossing: i y- t water - i iqo c.c. I sublimaat J 4 Fotografie XII 3 d- Daar oxaalzuur en d-e oxalaten zware ver- giften zijn, haalt men h-et papier niet met de handen er door, maar met een hoomen pincet. Men kan ook koud ontwikkelen, maar dat duurt 1 anger. Direct na net ontwikkelen legt men den afdruk in een oplossing van 1 c.c. zoutzuur in 80 c.c. water. Hierin blijft ze 3 minuten, daarna wor-dt het bad ververscht, tot drie' maal toe. Hierop een kwartier spoelen in zwak stroomend water en te drogen hang-en. Bij't drogen worden- de afdrukken donkerder, als ze bij het ontwikkelen lijken. Bovendien maakt de foto een matten indruk, doordat de heete ontwikkelaar de lijm van het papier heeft aangetast. Men geeft ze hun vorige frischheid weei terug, door ze te laten drijven op het vol gende badl: witte gelatine J25 gr. kok-end water 1 L. aluin d 125 gr. Wanneer <te gelatine is opgelost, de ge poederde aluin toevoegen. Voor het gebruik verdunnen met twee dee- len water. De kooldrulc berust op het feit, dat gela tine lichtgevoelig wordt, wanneer ze wordt behandeld met een chromaat. Op de plaat- sen, waar de gelatine door het licht is ge- troffen, is ze onoplosbaar geworden. lftoz£-. be- 1. MODERNE ZENUW^GENEZING. (Van onzen Parijschen Correspondent.) (Nadruk verboden), i Parijs, 19 Augustus Een van de vele instellingen waar Parijs trotsch op gaan kan is het ..Dispensaire d'Hy giene Mcntale De naam is mo-eilijk te verta lcn. Een dispensaire is tegelijk een toevluchts- oord, een verpleegdnrichtin-g, een consultatie bureau, een volks«apotheck, een kliniek, een soepsuitdeeHng Het is wat de DuitscheTs noemen een Heilanstalt, een gen-eeshuis. Het Parijsche geneeshuis voor zenuwzieken staat onder leiding van den wereld'beroemden specialiteit dr. Toulouse, en het is onderges bracht in een bijgebouw (twee paviljoens) van bet ziekenhuis Sainte-Anne, Een fraaie tuin rondom staat ter beschikking van d-e verpleeg- den. In het dispensaire worden geen emstige ze* nuw*patienten opgenomen. Dit is het mooie van deze instelling: dat zij bestemd is voor die* gen-en wier geestestoestan-d niet geheel uit het evenwicht is, maar toch ook niet geheel en al normaal. In een stad als Parijs is het aantal van dergelijke gevallen ontzettend groot. Ons poo vere hersenmechaniek is uiterst d-elikaat. „Een wolkje stoom, een druppel water" heeft Pascal gezegd „is voldoende om de denken* de riethalm (d. i. den mensch) te ddoden." Nog veel minder is er nood'ig om het mysterieuse ra-deTwerk onzer hersenen te verstoren, een gewoon mensch te veranderen in een onthut* senden harlekijn en de helderste koppen geheel in de war te brengen. i Het is nog niet lang gele-den, dat in een der, gelijk geval voor de armen het krankzinnigen* gesticht, voor de rijken een min of meer weelderig ,,maison de san-te" de ee-nige oplos* sing was. Dit verloste de samenleving van een gevaarlijk indiiddu, of van ieman-d die dreigde gevaarlijk te worden. Een wet van 1838 regelt in Frankrijk de krankzinnigenverpleging. Zij schenkt aan de familie het recht om, door mid* del van een eenvoudige admi-nistratieve proce* dure, den zieke achter slot en grendel te doen zetten, ook al is zijn waanzin volmaakt zacht* moedig. Bovendien heeft de politie het recht, u zonder vorm van proces in een gekkenhuis op te sluiten, i-ndden uw toestand gevaar ople* vert voor uw omgeving. Eenmaal in de hel van het gesticht aange* land, wordt de zieke verzorgd op zulk een ma* nier dat de kans op beterschap zeer gerin-g is. Een enkelen keer geneest hij en dan is het meer geluk dan wijsheid. Meestal eindigt hij zijn dagen van diep bedroevende ellende in wat dr. Toulouse in een zijner boeken noemt: ,,la prison de cauchemar" (de nachtmerrie*ge* va-ngenis). i Doch, gelijk gezegd, tusschen den ongenees* lijk-en waanzin en de meest eenvoudige geestes* afwijking liggen honderd duizend nuances en graden van ziekte. In een stad als deze leven (en lijden) duizenden en duizenden gedepri* meerden, geobsedeerden, deperseculteerden, gehallucineerdenschuwen, vreesachtigen, verslaafden... Zij lijden, want meestal zijn zij zich hun toestand volkomen bewust, en steepen zij een afschuwelijk, beklagenswaardig bestaan. Voor hen schiep dr. Toulouse zijn dispensa* rium. Daar vinden al deze wrakken en halve wrakken de veilige haven. Met een onvermoei* bare toewijding ontvangen hen de directeur en zijn helpers, bieden hun troost, ve-rzorging, redding van het krankzinnigengesticht en vaak genezing. Twee beginselen beheorschen de organisatie dezer bewonderenswaardige instelling: le. de zieke die er binnengaat en wordt opgenomen is en blijft volkomen vrij. 2e. hoewel volkomen vrij om de inrichting te verlaten, moet hij nochtans verlan-gen er te blijven tot hij beter is. Niet een enkele patient wordt er gehouden tegen zijn wil. Allen zijn vrij in hun gaan en komen. Sleehts een enkele zaal is er waar de zieken onder eenige (trouwens zeer zachte) bewakin-g staan, en deze is bestemd voor de ergste gevallen, die welke men tracht te verbe* teren en te genezen alvorens het von-nis uit te spreken dat hen naar het gesticht zal zenden. Dr. Toulouse brengt bij alles wat hij doet steeds deze stelli-ng in toepassing: dat opslui* ting hooge uitzondering moet blijven voor geesteskranken. Hoevelen heeft men niet in het disoensarium door geneesheeren die zekerheid -wilden heb* ben dat zij zich niet vergisten alvorens het cer* tificaat tot opneming in een gesticht te onder* teekenen. Of door commissarissen van politie, die hun zedelijke verantwoordelijkheid wilden dekken Dr. Toulouse neemt al deze „veT* dachte gevallen" onder zijn hoede, bestudeert ze, verzorgt de zieken, houdt ze korter of lan* ger tijd, en geeft ze heel dikwijls, hersteld, aan de samenleving terug. Groot is het aantal der* genen die n-a een verblijf in 't dispensaire te* rugkeerden tot hu-ri familie en hun werkkring, zonder te vermoeden dat het maaT heel weinig had gescheeld of zij waren opgesloten in een gekkenhuis en voor altijd1 verloren. h< Om al deze vrije zieken ervan te weerhou* den om weg te loopen, heeft men hun een om* geving moeten scheppen die hen aantrekt en waar zij graag vertoeven. In dit opzicht is er niets verzuimd. Alles is vroolijk en mooi en gezellig. Men waant hier zich niet in een hos* pitaal, doch in een kteurig familie*pension. De wanden zijn bcschilderd1 door groote Fransche artisten: Francis Jourdain, Andre Fraye, Albert Sardin e. a. De vensters zijn breed en van spie* gelglasA met bloeiende planten omrankt. De eetzaal is als die in een sjiek hotel: men eet er aan kleine tafeltjes, fleurig, artistiek gedekt. De hall met zijn rieten fauteuils zou menig „palace" eer aan-doen. Ook de kamers der zie ken (twee bedden per kamer) zijn charmant: ik ken dure particuliere verpleeg*inrichtingen waar zij heel wat minder aantrekkelijk zijn. Herhaaldelijk gebeurt het, dat een zieke, om consult gekomen, schrikt wanneer men hem aanraadt te blijven. „Probeer het eens", Iuidt dan het antwoord. En wanneer hij er vier en twintig uur in huis is gewe-est, wil hij niet meer weg. - i Uit therapcutisch" oogpunt is de zaak ook best in orde. Een apotheek is natuurlijk aan* wezig, evenals de modernste instrumenten voor hydrotherapie en electrotherapie. De eerste specialisten van het Institut Pasteur, de medische faculteit, de hospitalen en ziekenhui* zen van het Seine*departement verteenen gere* geld hun medewerking en zijn beschikbaar voor alle mogelijke wetenschappelijke onder* zoekingen in kliniek of laboratorium. De l'arijsche kroniekschrijver interesseert zich echteT voornamelijk voor het heir der on* gelukkigen, die hier genezing komen zoeken. Elken dag melden zich, op het spreekuur, een vijftigtal zieken aan, het geestelijk afval der wereldstad. Wat u het eerst treft is hun cor* recte houding en gedrag in de wachtkamer. De* ze .blesses du cerveau leggen een bedaarde beleefdheid en welopgevoedheid aan den dag, en door niets onderscheiden zij zich van (ie bezoekers in elken anderen dokters,salon. Voor het meerendeel behooren zij tot de intellect.!* eele klassen. Zij zijn onderwijzers, boekhou ders, klerken, schrijvers, kantoorbedienden. In de gewone ziekenhuizen zijn 70 pet. der zieken die dp het spreekuur komen handwerkslieden. Hier is de verhouding juist omgekeerd. Deze menschen „werken met het hoofd". Zij heb- ben teveel gevergd van de denk*machine, waar, zonder dat ze t wisten, reeds vanaf de ge- boorte een klein barstje in zat; op een kwaden dag is het spaak gel-oopen, het barstje is een scheur geworden en eischt nu verpleging rust. Er is wat een narigheid en onvermoed teed door deze wachtkamer gegaan. Beklagenswaar* dige mannen, beklagenswaardige vrouwen voorai, wier leven vergiftigd werd door een of andere ongemotiveerde angst: angst voor hon* den, voor katten, voor vogels, voor de ruimte, enz. D-och de grootste categorie vormen de reerslachtigen. Het leven wordt steeds moei* lijker; men worstelt wat men kan, tot op* eens de moed zinkt: de veer der wilskracht is gebroken, elke inspanning wordt onmogelijk. Dit soort zieken zijn voornamelijk vrouwen, en daaronder veel oorlogsweduwen. Zij leefden geiukkig. doen ontrukte de dood haar heur ze* delijken steun: den man die ook materieel haar het bestaan verlichtte. Zij begonnen zelf te werken; doch hoeveel vrouwen kunnen le ven van haar arbeid? Zij zakten af, steeds die* per, gebroken, wanhopig, hopeloos. Tot zij werden als poppen zonder zemelen. Dan ziet men in het dispensaire de lange stoet der toxicomanen: de aan een of ander vergif verslaafden. En ook dit zijn, meestal jon ge vrouwen. Terwijl een der assistenten van dr. Toulouse mij rondleidde door het geboOw, vertelde hij mij van een jonge vrouw, die aan cocaine v-erslaafd was geweest, en die eenige dagen gcleden de inrichting geheel genezen verlaten had. Juist dienzelfden ochten-d toen hij het mij vertelde, had zij zich weer aangc meld. In haar oude omgeving was zij opnieuw gezwicht voor de verleiding. Het gift had haar weer in zijn klauwen. En hulpeloos, radeloos* ongelukkig was zij weer op het spreekuur ver* schenen. i Goed! had de dokter gezegd aan wien zij haar toestand biechtte. En hij had zijn best gedaan zijn stem hardvochtig te doen klinken. Goed! Maar dezen keer zetten we je bij de krankzinnigen. Och, heere! Ik" smeek u dokter, niet bij de krankzinnigen. Jawel! Je bent krankzinnig. Daar..., of anders ga je maar weer naar huis. En de ongelukkige, als een kind dat weet dat het straf verdiend heeft, aanvaardde de kastij* ding. Want zij was zich nog bewust, dat, een* maal weer de drempel over, ze zou afglijden naar den waanzin, onherroepelijk, daar niets of niemand haar zou beletten terug te keeren tot het sloopend gif, waarin de souteneurs en apa* chen van Montmartre zulk een misdadlgen handel drijven Wat zeker zeer merkw'aardig is: men vindt in het dispensaire geen of bijna geen slachtof* fers van de alkohol. In een maand had sleehts een enkel ziekte*geval alkoholisme als oorzaak. Men schrijft dit geiukkig verschijnsel toe aan het absinth* verbod. I LEO FAUST. i i- XII.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1924 | | pagina 6