AlKmaarsche Courant
Ssliaakrnbriek.
De Kluizenaar van Far-End
FKIJILIBTON.
flii
Honderd Zes en Twinfigsfe Jaargang.
Zaterdag 0 September.
Alkmaarsche
Hulsbond- en Industriescbool,
la en om de lieotcSstad.
V
No. 2fl
1924
Aangifte voor de volgende OPLEIBING
en WINTERCURSUSSEN uitsluitond Dhis-
dag 9 en 16 Sept. 24 uur, Woensdag 10
en 17 Sept. 1012 uur en Vrijdag 12 en 19
Sept. 2—4 uur.
Vaccinebewijs en schoolgeld overleggen.
OPLEIDING NUTTIGE HANDWERKEN,
f 50.per cursus.
Knipcursus Onderkleeding 8 avondlessen
f 1.50, leeftijd minstens 16 jaar, verplieh-
tend voor cursus in naaien van Onderkl.,
20 lessen f 4.
Knipcursus Bovenkleeding 12 avondl.
f 2.50, verpl. voor 30 Costuumlessen f 5.
Cursus Costuumnaaien 40 lessen, f 35.—
per cursus, 2 lessen per week.
Cursus Costuumnaaien 40 lessen, f 35.—
per cursus, 2 avondlessen per week.
Cursus Koken en Voedingslessen 20 1.
f 35.2 lessen per week.
Vervolgcursus Fijne Keuken 201. f25.—
Cursus Koken 20 avondlessen, f 6.— voor
dienstboden, f 15.voor anderen.
Cursus Dekken, Dienen en Yoorsnijden
6 lessen f 10.1 les per week.
Cursus Linnennaaien en Verstellen 1 les
per week f 5.2 lessen per week f 8.75,
3 lessen per week f 11.25 per 3 maanden.
Cursus Fraaie Handwerken 1 les per
week, f 6.25 per' 3 maanden.
Cursus Teekenen Woensdagmiddags 1J-3J
t 7.50 per 3 maanden.
Verder lessen in Kantklossen, enz. enz.
Prospectus op aanvrage.
De Directrice, J. F. BEUMER.
TOELATIttC VAN LEERLINGEN
TOT HET OPENBAAR VERVOLG.
ONDERWIJS.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van ALKMAAR brengen ter kcnnis van be-
langhebbanden, dat de INSCHRIJVING van
LEERLINGEN voor den cursus van OPEN
BAAR VERVOLGONDERWIJS, welke begin
OCTOBER a.s. aanvangt, kan plaats hebben
op MAANDAG 8, DINSDAG 9, DONDER-
DAG 11 en VRIJDAG 12 SEPTEMBER as.,
telkens des avonds van 7 tot 8 uur, in een der
lokalen van het STADHUIS.
De cursus omvat de gewone vakken lager
onderwijs en kati, zoo daaraan behoefte blijkt
te bestaan, worden uitgebreid met een of meer
ander vakken, waaronder de Fransche, Duit-
sche en Engeische taal
Overlegging van het vaccinatiebewiis is
vereischt.
Aikmaar, 2 September 1924.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
WENDELAAR, Burgemeester.
A. KOELMA, Secretaris.
INSCHRIJVING VAN LEERLINGEN
VOOR DE GEM. AVONDSCHOOL VOOR
NIJVERHEIDSONDERWIJS MET
VOORTGEZETTE KLASSEN TE
- v ALKMAAR.
De inschrijving van leerlingen zal plaats
hebben van Maandag 8 tot en met Vrijdag
12 September, des voorm. van 912, nam"
van 2—4 en's avonds van 79 uur, in het
gebouw der Ambachtsschool. De leerlingen
moeten minstens 12 jaar oud zijn en voldoen-
de lager onderwijs hebben genoten.
Laatste rapportcijfers en het GEBOOR-
TEBEWIJS of TROUWBOEK-JE moet door
NIEUWE leerlingen worden medegebracht
Leerlingen met einddiploma Ambachts
school kunnen tot de 5e klasse worden toege-
laten. Leerlingen met einddiploma N.' A S.
kunnen toegelaten worden tot de voortgezette
klassen. De school duurt 5 jaar. De voort-
gezette klassen duren 2 jaar.
Het schoolgeld is geregeld naar de finan-
cieele draagkracht der ouders en grootte van
het gezin.
De leermiddelen worden door de school
verstrekt.
De cursus vangt aan DONDERDAG, 2
October, 's avonds 6 uur.
ALLE LEERLINGEN MOETEN ZICH
OPNIEUW LATEN INSCHRIJVEN.
Inlichiingen bij den Directeur
A. FLEDDERUS.
DIENSTPLICHT.
UITSLUITING VAN DEN DIENST
DE BURGEMEESTER van ALKMAAR
brengt ter algemeene kennis dat Cornelis
Mosk, ingeschrevene voor den dienstplicht,
(Iichting 1906 dezer gemeente, door den Mi
nister van Oorlog voorgoed van den dienst is
uitgesloten.
Tegen deze beslissing kan binnen TIEN
da gen, te rekenen van den dag dezer bekend-
mafting bij de Konigin bezwaar worden inge-
bracht. Het verzoekschrift, waarbij bezwaar
wordt ingebracht, moet behoorlijk met rede-
nen omkleed zijn en worden ingeleverd ter
gemeente-secretarie. Bezwaarschriften, niet
ingericht of niet ingeleverd op de hiervoreo
aangegeven wijze, kunnen geen gevolg heb
ben.
Is binnen deze tien dagen geen bezwaar in
gebracht of is in geval van ingebracht be
zwaar de uitspraak bif de eindbeslissing ge-
handhaafd, dan staM .de beslissing voorgoed
vast.
Aikmaar, 5 oeptember 1924.
De Burgemeester voornoema,
WENDELAAR.
door Margaret Pedler.
Geautoriseerde vertaling van W. E. Pont.
24)
„0!" riiep Sara uit, alsof haar een licht op-
ging. „Dan heet hij Trent. Dat heeft de kcet-
sier mij verteld", vcegde zij er bij in ant-
woord op Molly's verbaasden bilk.
„Ja, Garth Trent. Het is een vrij grappige
naam'het klinkt alsof er twee treinen hot-
sen, vindt u niet? Maar de naam past wel
bij 'hem op nadenkenden toon.
„Heb je hem omitmoet vroeg Sara dade-
lij'k. Het was dwa°s dat die korte ontmoeting
haar bepaald een gevoel vrn belaugsteiSing
in dien man had gegeven.
„Ja, eens. Hij behandelde mij" met een
gichelend lachje van verrukking „ongeveer
alsof ik niet bestond! Tenmdnste dat probeer-
de hij". „Het klinkt niet alsof hij daarin ge-
slaagd is, wel?" vnoeg Sara, die de zaak
grappig vond.
Molly keek haar ernstig aan.
„Hij vertelde later aan iemand r—aan
Miles Herrick, de eenige man waarmee hij
ooit ongedwongen spreekt, geloof ik dat
ik een soort van Dalila-type was en bij mijtn
gieboobte gewurgd had moeten worden."
m ffio§fc ecu aaati'ekkelijk persogage
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van ALKMAAR ROEPEN SOLLICITAN-
TEN OP naar de betrekking van SECRETA
RIS DER COMMISSIE VAN VOORLICH-
TING BIJ DE BEROEPSKEUZE, TEVENS
HOOFD VAN HET GEMEENTELIJK BU
REAU VOOR BEROEPSKEUZE, op eene be-
zoldiging van 1000 per jaar.
Bezoeken worden niet afgewacht dan na
oproeping.
Sollicitatiestukken In te zenden voor of
uiterlijk op 1 October a.s.
Aikmaar, 3 September 1924.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
WENDELAAR, Burgemeester.
A KOELMA, Secretaris.
TAPVERBOD.
De Burgemeester van Aikmaar brengt
ter kennis van vergunning- en verlofhou-
ders in deze gemeente, dat op Dinsdag 9
September a.s. de Loting zal plaats hebben
voor de Iichting 1925. Men zij er aan her-
innerd, dat op grond van artikel 139a der
Algemeene Politieverordening (Gem. blad
890) verboden is sterken of alcoholhouden-
den drank te schenken of te verkoopen aan
personen, van wie men weet of redelijker-
wijze moet vermoeden, dat zij dien dag
aan die loting hebben deelgenomen.
Aikmaar, 3 September 1924.
De Burgemeester voornoemd,
WENDELAAR. -
XCIV.
EEN KIJKJE IN ONZE BEGROOTING.
Koninginnedag: voor een groot deel feest-
dag voor eenige duizenden kinderen, die, dank
zij de „Vereeniging tot veredeling van het
Vollcsvermaak", op dien nationalcn gedenk-
dag gendeten kctiden; extra-vacantiedag voor
geemployeerden, werkzaam in de groote
bank- en handelskantoren, en tevens de feiite-
lijke sluitin'.gsdag der zomervacantie.
De meeste Amsterdammers voor zoo-
ver zij reeds niet vroeger, wanhopig gewor-
den onder het alle-buitengenoegens-beder-
vend hemelwater, naar stad teruggekeerd
waren zijn weer thuis, want de scholen
zullen deze week hun deuren weder voor hun
kinderen geopend hebben. Het Amsterdam-
sche „leven" zet zich weder geleidelijk in,*
ook de vroede mannen en vrouwen werden
deze week weder tot hun taak in het gemeen-
te-belang tezamen geroepen en zullen, nu de
avonden weder langer gaan worden, zich
den tijd kunnen korten met het bestudeeren
der gemeente-begrooting voor 1925, die hun
thuis is gestuurd en waarover zij einde Oc
tober wederom gelegenheid zullen krijgen
hun wijsheid ten. gehoore te brengen tot
stichting dergenen, die hen naar het Prin-
senhof hebben afgevaaniigd.
De gemeente-begrooting is van beteekenis
genoeg om haar in deze wekelijksche cause-
rie met mijn niet-Amsterdamsche vrienden
aan eenige beschouwing te onderwerpen.
Er zijn menschen, die altijd eenigen afkeer
hebben voor de „droge cijfers" van begroo-
tingen en statistieken. Naar mijn bescheiden
meening ten rechte, omdat uit de cijfers, in
beide opgenomen, altijd zooveel te leer en valt
en zij de belangstelling dus ten voile verdie-
nen.
En de begrooting voor 1925, die thans
voor ons ligt, doet zien, dat wij Amsterdam
mers toch maar heel gelukkige menschen zijn
onder het dagelijksch bestuur van een bur
gemeester plus zes wethouders, die het heb
ben we ten klaar te spelen, dat het eind-cijfer
der begrooting niet alleen een kleine vier mil-
lioen lager is dan- dat van het loopende jaar,
maar dat ons niet in het vooruitzicht wordt
gesteld een verhooging der inkomstenbelas-
ting. Ook geen verlaging, al is het eind-cij
fer lager zoo ver zijn we vermoedelijk nog
lang niet, maar we zijn al blij en slaken een
zijn", zei Sara ironisch.
„0, hij is een vnoiuwenhafer, op en top, ik
geloof dat hij een haat heeft tegen de wereld
in 't algemeen, maar tegen vrouwen in het
■bijzonder. Ik denk slim veronderstellend
„dat hij gedwarsbcomd is in de liefde."
Op dit oogenblik kwam Selwyn de kamer
weer binnen, zijn ernstig gelaat helderde
even op, toen hij zijn dochter in het oog
kreeg.
Hallo, Molly! Ben je weer ferug?" zei hij
glimlachend. „Heb je je excuses gemaakt te-
genover juffnoiuw Tennant, jou verstrooide
jonge dame?"
„Het is een erfelijke kwaal. Pap U mioet
't mij niet verwijten!" antwoordde Molly
met een leuke brutaalheid, terwijl ze zijn
hoofd naar beneden trok en hem een zoeu.
gaf op zijn kruin.
Selwyn grinnikte.
„Ik geef het op", oncrei*wterp hij zich". „En
wie is er nu gedwarsboomd in de liefde?"
„De Huizenaar van Far End."
„0 hij wendde zich tot Sara dus
u heeft ons wandelend raadsel zitten bepra-
ten
„Ja. Ik denk, dat ik met hem van 01dL
hampton hiierheen heb gereisd. Hij scheen'
een ongemakkelijk heer."
„Dat zal wel. Hij houdt niet van vrouwen."
„De Monniks Rots schijnt dan wel een1
passende woning voor hem te zijn", zei Sara
eenigszins scherp.
Allen lacluon' en nu steldc Sc-iwyn voor,
zticht van verllchting, wanneei' we lezen, daf
„een schepje er op" niet noodzakelijk zal ,wc-
zen.
Maar daarnevens hebben we nog meer re-
den tot blijdsohap we worden gelukkig
gemaakt met het vooruitzicht van lpger gas-,
lager electrische stroom-, lager telefoonta-
rieven. Ja, heusch, 't is geen1 gekheid't staat
werkelij'k to de begrooting afgedrukt: „dat
bij het vasts tell en van de winstuitkeering-cij-
fers uit die bedrijven gerekend is op tariefs-
verlaging" nog wel niet veel, maar we
zijn hier al, zooals de Engelschman zegt:
jjhankful'for small mercies". Bij de gemeen-
telijke electriciteitswerken wordt gerekend op
eenige tariefsverlaging; bij het gas o£
verlaging met een cent per kub. meter en bij
de telefoon „op verlaging voor enkele cate-
gorieen van geabonneerden" het laatste
klinkt, gezien het belacheijlk hooge telefoon-
tarief hier ter stede, waarop ik onlangs reeds
wees, niet erg bemoedigend met betrekking
tot het brengen van het in onze dagen schier
onmisbare verspreektoestel binnen het be-
reik van hen, die dit hooge tarief nu onmo-
gelijk kunnen betalen.
Maar al is deze gemeente-begrooting in
haar eindcijfer ongeveer 334 millioen lager
dan het vorig jaar, zij mag er dan toch we-
zen met haar 9634 millioen, die noodig zijn
om het huishouden der hoofdstad to gang te
houden. Natuurlijk zouden we er zelfs met
dat bedrag niet komen, als gemeenten hun
budgetten opzetten zooals de voorzichtige
huisvader en huismoeder dat heeft te doen.
Gedurende de laatste dagen heb ik menigeen,
als ik zoo eens op den Dam stond te kijken
bij het overhoop halen van dit stadsplein,
ten einde het weder beter in orde te kunnen
krijgen, hooren zeggen: „Sjonge, sjonge, wat
zal dat 'n cente koste! Waar hale ze't van-
daan". Zulke bedragen halen we niet maar
zoo direct uit de belastingen, we betalen ze
uit leening-gelden. Amsterdam leent nog al
tijd. gemakkelijker eenige millioenen, dan ve-
len onzer een tientje, als we to de misere zou
den zitten. Toch, rente en aflossing moeten
we opbrengen en die vinden wel wel op de
begrooting terug.
De grootste slok-op op onze begrooting
is het onderwijs Neerland's, ook Amster
dam's, trots, maar als we die reusachtigc
cijfers, daarvoor bestemd, zien, rijst toch ze-
ker bij menigeen wel eens de vraag: of het
niet wat, of een heeleboel goedkooper kon en
of de pacificatie op onderwijsgebied niet war
'heel duur is gekocht?
Vrees niet, lezer, ik ga me niet vertmeien
op het glibberig terrein der politiek; ik zal
me er ook wel voor wachten te rukken aan
dat teere „onderwijsplantje", maar ik wil
maar zeggen, dat de Amsterdammers wel ge-
weldig knappe menschen moeten wezen, wan-
neer we zien dat ze op hun begrooting voor
Onderwijs om en bij de negentien millioen
gulden halen; het middelbaar onderwijs vor-
dert ik neem maar ronde cijfers zoo on
geveer 234 millioen, het hooger onderwijs
2V4 millioen, het nijverheidsonderwijs iets
meer dan negen ton en het lager onderwijs,
openbaar en bijzonder tezamen, om en bij de
dertien millioen, en als we die cijfers eens
overpeinzen dan vragen we ons wel eens af:
„waarom toch Nederlandsche kinderen, al
ien van Nederlandsche ouders, verdeeld wor
den over allerlei neutrale en secten-scholen
en waarom ze niet over een „soort" scholen
verdeeld hun onderwijs kunnen krijgen? Wat
zouden we op die manier niet bezutoigen op
onderwijsgebied en dan zou men hier niet op
de toelichting op den begrootigspost voor
hooger onderwijs behoeven te lezen, „dat
men de credieten verlaagd heeft voor aan-'
schaffing van hulpmiddelen voor laborato-
ria, e. d." waaronder het onderzoek op
wetenschappelijk gebied lijden moet.
Een andere groote post op de begrooting
betreft die voor de openbare veilig'heid, waar
onder te rekenen zijn politie, brandweer en
straatverIichting. Zij vorderen samen onge
veer een bedrag van elf millioen gulden en
vormen een drietal, waarop wel niet veel te
bezutoigen zal wezen; ons politiecorps is in
den loop der jaren veel en veel verbeterd; de
brandweer is er eene, waarop Amsterdam
van den aanvang af dat ze een gemeente-
corps werd, steeds, en niet ten onrechte,
trotsch is geweest en de openbare Verlichting
.is over het algemeen ook voldoende, nog
niet volmaakt in alle stadsgedeelten, doch er
bestaan dan ook plannen om haar geleidelijk
nog te verbeteren.
Niet minder dan zestien millioen gulden
wordt geraamd voor ondersteuning aan be-
hoeftigen, waaronder begrepen zijn de som-
men, noodig tot het in stand houden der ge-
meentelijke ziekenhuizen en de subsidies aan
particuliere ziekeninrichtingen, maar 't is
toch opwekkend te moeten ontwaren, dat men
ook op dit gebied wel genoodzaakt is ge
weest te „besaoeien" sohier elke afdeeling
der gemeentelijke bemoeiingen moet „een veer
laten" hier en daar, om de begrooting slui-
tend te krijgen. I
Een verblijdend teeken voor deze stad is,
dat zijn dochter naar boven zou gaan om
naar haar mcieder te kijken.
„Zij zal het vervelend vinden, als je niet
dadelijk komt, ktodje", zei hij. „En probecr
maar heel lief tegen haar te zijn zij is
wat moe en zenuwachtig vandaag."
Toen zij de kamer uit was, wendde hij zich
tot Sara met een eigenaardige uitdrukktog
van trotschen tegenzin en spijt in de oogen.
„Het spijt mij zoo, juffrouw Tennant", zei
hij eenvoudig, „dat u onzen slechtsten kant
al zoo spioedig na uw aankomst heeft leeren
kennen. U moet maar trachten het te yer-
geven
„0 neen1, maalct u alsuMieft geen! veront-
schuldigtogen", viel Sara hem haastig to de
rede. „Het spijt mij zoo, dat ik er juist bij
was. Het was afschuwelijk voor u".
(Hij zag haar treurig glimlachend aan.
„Het is heel vriendelij'k van u, dlait u het
zoo opneemt. „Wel beschouwd" zei hij
openhaxtig „kon u toch niet lang bij ons
wionen zonder te merken, diat ook ons buis
zijn kruis heeft. De gezondheid van mijn
vrquw of tiev?r de toestandi waarin zij
meent, dat haar gezondheid! verkieert iis een
groot verdriet voor mij. Ik heb op alle mame-
ren geprobeerd tear te overtuigen dat zij
niet zoo zwak is als zij zich yerbeeildt, maar
ik ben er niet to geslaagd."
Nu het ijs gebroken was, scheen het hem
te verlichten de treurige tragedie van zijn
huiselijk levea1 aan een1 ander te kunnen tboe-
yertrouwen-
"dat men' het bij het opmaken der
aangedurfd heeft het bedrag, voor ondersteu
ning aan werkloozen uitgetrokken, een mil
lioen lager te ramen dan voor 1924 geschied
was toch wordt er nog 1.291.000 yoor
geraamd. Evenwel, B. en W. mcenen, dat
vermindering der werkloosheid duidt op ver-
betering in den economischen toestand en
men het daarom aangedurfd heeft dezen uit-
keeringspost niet onbeduidend te venninde-
ren; blijkt men, onverhoopt, zich te hebben'
vergist, dan zullen uit den aard der zaak
later extra-credietem voor steun moeten wor
den aangevraagd. Wij kunnen slechts hopen,
dat het blijken zal, dat men ten stadhuize
geen te optimistischen kijk op den algemeenen
toestand dezer handelsstad heeft gehad
zoo lang echter nog steeds vermeld wordt,
dat er in onze havens „opgelegde" scbepen
liggen, is het toch nog niet wat het wezen
moet.
Daar is op de begrooting een post, die
straks zeker genoeg aanleiaing tot discussie
zal geven, n.l. die betreffende de vuilver-
brandings-inrichting aan gene zijde van het
I J. De uitgaven daarvoor worden geraamd
op ongeveer 1.075.000, tegen 925.000
over het loopende jaar; de inkomsten op
f 207.000 tegeh 210.000 in 1924, waaruit
blijkt, dat men op deze inrichting een lang
niet onbeduidend verlies zal lijden. Zulks
was in de voorgaande jaren ook reeds het
geval en steeds wordt het te kort grooter.
Heeft men zich omtrent het succes der vuil-
verbrandings-inrichting niet schromelijk ver
gist, toen men deze zaak begon? Het schijnt
zoo.
Voor we die verbrandingsovens over het
IJ bezaten, was de vuilnisbelt door zijn kwa-
lijk-riekende geuren, met name voor de omge-
ving der Nassaukade, steeds een bron van
aanhoudende klachten geweest en men drong
steeds sterker aan op verpl aatsing van de
belt en op vuilnis-verbranden. Dat gebeurde
immers buitenslands ook, waarom bleef Am
sterdam achter? Toen volgden onderzoekih-
gen en rapporten van deskundigen, want die
vuilverbrandtogs-kwestie was nog niet zoo
eenvoudig als de groote men meende; de
deskund'ige ingqnieurs hadden er tegenge-
stelde meeningen over. Maar, om kort te
gaan, de voorstanders van verbranding won-
nen hun zaak de kostbare verbrandings
ovens kwamen, en er werd gehoopt op flinke
opbrengst uit de slakken, die men tot steenen
zou verwerken, terwijl de warmte der ovens
productief zou worden gemaakt tot opwek-
king van electrischen stroom. Dat alles is
bitter tegengevallen de vuilverbranding
geeft geen voordeelen, doch groote tekorten
en de onaangename geuren, die vroeger de
stadsbelt verspreidde, worden nu ook wel de-
gelijk verspreid uit de schoorsteenen der ver
brandingsovens het eenige verschil is, dat
nu niet de bewoners aan de Nassaukade,
doch die aan gene zij de van h et IJ er van
kunnen genieten! -
En nu is dezer dagen verschenen een bro
chure, waarin uit officieele stukken uit den
Raad en uit artikelen door verschillende dag-
bladen, en bovenal uit adressen door den heer
den heer Wieberdink, die vroeger aan het
hoofd van het beltbedrijf te Atnsterdam
stond, wordt aangetooffd wat er over die
vuilverbrandtog is te doen geweest. En die
heer Wieberdink poogt duidelijk to het licht
te stellen, dat die verbranding nooit ten voor-
deele voor de gemeente kan zijn en dat men
heel wat verstandiger zou doen het Amster-
damsche vuilnis te gebruiken tot het aan-
plempen van bfakwatierplassen, waartegen
bij de bevoegde hygienisten geen bezwaren
bestaan. De brochure draagt tot tit-el„Be-
zuiniging van 'n half millioen op de jaarlijk-
sche begrooting van uitgaven op de vuilver
branding te Amsterdam". Het is een boekske
dat vermoedelijk bij de begrooting-behande-
1'ing niet onopgemerkt zal blijven en mij mis-
schien te zijner tijd aanleiding kan geven
er op terug te komen. 1
Het bovenstaande is echter zeker voldoen
de om te bewijzen, dat „dorre" begrootings-
cijfers beteekenis genoeg hebben.
SINI SANA'.
NOORSCH GAMBIET. a
In de correspondentie-partij werd t|t vol-
gende spel gespeeld tusschen G. en N. Niel-
..,4'
bewegtogsvrijheid voor zijn officleren
beeft.
9.
5 Lb2 veel zetten tei»
Pf6 of Lb4t of P.cC
bad «wart: beter
Le6 is niet
Pd5 en
Pd5?,
L'd5
10.
11.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
26.
27.
28.
29.
Zwart staan na
dienste n.l. 5
of d5 of Pb6 of d6.
Pf6.
Pc3 Pc6.
Pf3 Lb4.
Dc2 d6.
000 00. Hier
Lc3 kunnen spelen. 9
goed want dan speelt wit 10
wat moet zwart dan? 10
dan volgt 11 ed5 en wat dan
Na 9 Le6 10 Pd5 is 10
ook al niet goed nu 11 ed5: want dan
staat't Paard aangevallen en na ver-
wijdering daarvan volgt II ed5 Pe7
(of bS.of a5). 12. Da4f en wint Lb4.
Na 9Lg4 volgt 10. e5 Ph5 11.
De4Lf3: 12. Lf7f Kf7. 13. Df3f
Kg6. 14. g4! en wat dan?
B.v. 14.... Dg5f 15. Kbl Pf4. 16.
h4! Zwart staat zeer slecht!
e5' Pg4. 1 I
h4! Oim Pg5 te kunnen spelen
h6. Kan Pce5 niet? Dan volgt
12. Pg5 h6. 13. Pe4 Lf5. 14. Db3 en
wat dan? i 1.1. ,i i 1 -
Kbl -Te8.
PdS
Pg5
hg5
Dh7f
ed5
Dh7f
Td5
Telt!'
Le6.
hg5:
Ld5
Kf8.
cd5.
Ke8.'
Dc8.
Lei.
Wel
fraai offer van witl
ge'dwongeti. Een
T' '1 1 f -
sen (wit), Dr. A. y. d.
1.
Z
3.
4.
5.
e4
d4
Lc4
Lb2
Linden (zwart).
"v 14 rt'pr*
e5
ed4:
- dc3:
cb2;
Wit heeft drie pionnen geofferd en
een gekregen. Zwart had niet zoo begee-
rig behooren te zijn. Beter had hij ge
speeld 4d5, 5. Ld5 cb2: 6. Lb2,
Pf6. 7. Lf7f Kf7 8. Dd8 Lb4f 9. Dd2
en de kansen staan ongeveer gelijk
(Dufresne). 't Doorvoeren van het
Noorsch gambiet stelt zwart voor zeer
moeilijke problemen daar wit hem in
ontwikkeling ver vooruit is en een' groo-
„Zij is betrekkelijk nog Jong, juffr. Ten
nant, pas zeven er dcrtig, en zij leidt vrijwil-
lig het'leven1 van een invalide. Het is lang-
zamertenid erger gewordten, dat steeds zich
verdiepen in haar gezondheid en tagenwoor-
dig heeft praetisch genomen Molly
feiitelijk geen moeder en ik geen vrouw meer."
„Och dokter Dick" de bijnamen, die
zijn oorspreng had in de groote liefde van
zijn arme patienten voor den man, die him
in alles bijstond, kwam haar onwillekeurig
op de lippen. De naam scheen hoe dan
ook te passen bij den grooten, vriendelij-
ken man met het ernstige, verweerde gezicht
en de oogen van een heilige. „Och, "dokter
Dick, ik vind het zoo vreeselijk voor u
„Mischieni was en* iets to het elegant, wel-
verzorgde uiterlijk van de vrouw tegenover
hem, dat het verwaadrosde aanzien "van de
kamer nog meer deed uifkomeni to zijn oogen,
want hij keek min of meer gelrriteerd roed,
alsof hij zich ploteelibg alle gebreken leryan
bewust werd.
_„En dan nog dit", mompelde hij. „Er Is
niemand, die aan het hoofd van den boel
staat... De waarheid is, dlat ik u nooit hier
had moeten laten komen". V 1
Sara schudde het hioofd. i
„Ik ben heel blij, dat ik gekomen btte', zei
zte eenvoudig. Ik denk, dat ik hier hed ge
lukkig zal zijn."
„U hebt durf", antwoordde hij rtstig. „U
zoudt overal een succes van uw leven ma-
Yken, wsji," gipg hjj ..dat
Lf6 Kd7.
Df7f Te7.
I.e7PgeS
Df6 Pc4,
Ld6: Pd6,,
Dd6 Ke8.
Dg6f Kf8.f j v
Tf5 Df5f gedwongen.
Df5f Zwart geeft op. De partij is Ver*
loren. g k
Eindspel 24. U k
Zwart: Dunje.
d e f
Wit: Schlosser.
Hoe .wtot wit in eenige zetten?,
Probleem No. 16
van F. B. H. Bottger.
fsJ J* Mm
i.mmmM.
wm Wm p
d e f
Mat in 2 zetten.
Wit: Ka6, Dal, La3, Pb5, pi "d6, e2, f4
Zwart: Kd5, pi d7 en f5. - c,
Oplossing probleem N'o. 12 "(S. LoydL
Standi Wit: Kd6 Dh4 Te8 pi e4. -
Zwart: KI7 Lh8 pi e5,
Dg4 (tempo 2e soort). 4
De8: 2. Dg8 mat. h
Kf6 2. Tf8 mat V -
Eg7 2. De6 mat
Lf6 2. Dg8 mat* "I
Na zijn eersten zet wacht wit slechts 'af:
er is geen matdreiging. Aardig zijn' de beide
blokkadezetten Lg7 en Lf6 (d. z. zetten;
waarmee zwart z'n eigen vluchtvelden bezet)
Probleem No. 17 (J. Berger).
Wit: Kb5 Dc2 Pb4 pi f2.
Zw. Kd4 Pb2 pi b6 b7 en e5.
Instruct^: Zet zwart dan geefj wit mal
(Tempo le soort) Na paardzetten moet Dcf
mat geven. Wit moet dus dit veld bezet hou
den. Hij doet dit lo. door op de 3e lijn te
blijven met de D. 2o. door 1 Dc2. De laatste
zet faalt op Kc3. s? s, i ;V>
Molly ieits van; diezelfde eigenschap had- Zij
is nog zoo'n kind... en er is geen moeder, die
dte teugels in handen houdt."
Dokter Dick" Sara keek hew recht to
't gezicht „zoudt u het heel brutaal vin
den, w'anneer wanneer ik nu en dan; de
teugels eens in handen nam?"
Hij wendde zich tot haar met oogen', die
siraaldcn van tiankbaarheidl
„Bru!taal? Ik zou u oneindig dhnkbaat
zijn. U ziet, hoe de toestand hier is ik ben
gedwongen altijd uit tie zijn, mijn vrouW
veriaat haar eigen kamers bijna noodf en Mol
ly en het huishouden moeten; maar marchse-
ren, zoo goed en zoo kwaad als het gaat."
„Glim;lachend zei Sara: „Dan zal ik liet
zaakje maar eois aanpakken. Ik ik heb nu
niemand om voor re zorgen sindis oom Pa
trick gestorven is", voegds zij! erbijl „Ik
loof, dokter Dick, dat ik mijn taak
heb."
„Het is dnzannig!" riiep HIJ uit, haar Wet
ongeveinsd'e verrukktog aanziend. „Daar
komt u aamzetten, natuurlijk to de verwadi-
iing hier als gast'fehanddld te worden en het
eerst wat ik d o, is nrijin! zohgen op ow
sehouders te laden. Het is onztonig
schandelij'k!... Maar het is woniderlijk beer-
lijk!" Hij stak zijn tend uit en toen- Sara's
slanke vtogers in zijn groote handpabn
verdwenen," mompelde hij met heeisdte stem,
,,God 2Sgene u crvoofj" 1
(Wordt veryo)g<©,
5.
6.
7.
8.
21.
22.
23.
24.
25.
c3
///////a
•~jr.
Hi