AlKmaarsche Courant Ssliaakrnbriek. De Kluizenaar van Far-End FKIJILIBTON. flii Honderd Zes en Twinfigsfe Jaargang. Zaterdag 0 September. Alkmaarsche Hulsbond- en Industriescbool, la en om de lieotcSstad. V No. 2fl 1924 Aangifte voor de volgende OPLEIBING en WINTERCURSUSSEN uitsluitond Dhis- dag 9 en 16 Sept. 24 uur, Woensdag 10 en 17 Sept. 1012 uur en Vrijdag 12 en 19 Sept. 2—4 uur. Vaccinebewijs en schoolgeld overleggen. OPLEIDING NUTTIGE HANDWERKEN, f 50.per cursus. Knipcursus Onderkleeding 8 avondlessen f 1.50, leeftijd minstens 16 jaar, verplieh- tend voor cursus in naaien van Onderkl., 20 lessen f 4. Knipcursus Bovenkleeding 12 avondl. f 2.50, verpl. voor 30 Costuumlessen f 5. Cursus Costuumnaaien 40 lessen, f 35.— per cursus, 2 lessen per week. Cursus Costuumnaaien 40 lessen, f 35.— per cursus, 2 avondlessen per week. Cursus Koken en Voedingslessen 20 1. f 35.2 lessen per week. Vervolgcursus Fijne Keuken 201. f25.— Cursus Koken 20 avondlessen, f 6.— voor dienstboden, f 15.voor anderen. Cursus Dekken, Dienen en Yoorsnijden 6 lessen f 10.1 les per week. Cursus Linnennaaien en Verstellen 1 les per week f 5.2 lessen per week f 8.75, 3 lessen per week f 11.25 per 3 maanden. Cursus Fraaie Handwerken 1 les per week, f 6.25 per' 3 maanden. Cursus Teekenen Woensdagmiddags 1J-3J t 7.50 per 3 maanden. Verder lessen in Kantklossen, enz. enz. Prospectus op aanvrage. De Directrice, J. F. BEUMER. TOELATIttC VAN LEERLINGEN TOT HET OPENBAAR VERVOLG. ONDERWIJS. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kcnnis van be- langhebbanden, dat de INSCHRIJVING van LEERLINGEN voor den cursus van OPEN BAAR VERVOLGONDERWIJS, welke begin OCTOBER a.s. aanvangt, kan plaats hebben op MAANDAG 8, DINSDAG 9, DONDER- DAG 11 en VRIJDAG 12 SEPTEMBER as., telkens des avonds van 7 tot 8 uur, in een der lokalen van het STADHUIS. De cursus omvat de gewone vakken lager onderwijs en kati, zoo daaraan behoefte blijkt te bestaan, worden uitgebreid met een of meer ander vakken, waaronder de Fransche, Duit- sche en Engeische taal Overlegging van het vaccinatiebewiis is vereischt. Aikmaar, 2 September 1924. Burgemeester en Wethouders voornoemd, WENDELAAR, Burgemeester. A. KOELMA, Secretaris. INSCHRIJVING VAN LEERLINGEN VOOR DE GEM. AVONDSCHOOL VOOR NIJVERHEIDSONDERWIJS MET VOORTGEZETTE KLASSEN TE - v ALKMAAR. De inschrijving van leerlingen zal plaats hebben van Maandag 8 tot en met Vrijdag 12 September, des voorm. van 912, nam" van 2—4 en's avonds van 79 uur, in het gebouw der Ambachtsschool. De leerlingen moeten minstens 12 jaar oud zijn en voldoen- de lager onderwijs hebben genoten. Laatste rapportcijfers en het GEBOOR- TEBEWIJS of TROUWBOEK-JE moet door NIEUWE leerlingen worden medegebracht Leerlingen met einddiploma Ambachts school kunnen tot de 5e klasse worden toege- laten. Leerlingen met einddiploma N.' A S. kunnen toegelaten worden tot de voortgezette klassen. De school duurt 5 jaar. De voort- gezette klassen duren 2 jaar. Het schoolgeld is geregeld naar de finan- cieele draagkracht der ouders en grootte van het gezin. De leermiddelen worden door de school verstrekt. De cursus vangt aan DONDERDAG, 2 October, 's avonds 6 uur. ALLE LEERLINGEN MOETEN ZICH OPNIEUW LATEN INSCHRIJVEN. Inlichiingen bij den Directeur A. FLEDDERUS. DIENSTPLICHT. UITSLUITING VAN DEN DIENST DE BURGEMEESTER van ALKMAAR brengt ter algemeene kennis dat Cornelis Mosk, ingeschrevene voor den dienstplicht, (Iichting 1906 dezer gemeente, door den Mi nister van Oorlog voorgoed van den dienst is uitgesloten. Tegen deze beslissing kan binnen TIEN da gen, te rekenen van den dag dezer bekend- mafting bij de Konigin bezwaar worden inge- bracht. Het verzoekschrift, waarbij bezwaar wordt ingebracht, moet behoorlijk met rede- nen omkleed zijn en worden ingeleverd ter gemeente-secretarie. Bezwaarschriften, niet ingericht of niet ingeleverd op de hiervoreo aangegeven wijze, kunnen geen gevolg heb ben. Is binnen deze tien dagen geen bezwaar in gebracht of is in geval van ingebracht be zwaar de uitspraak bif de eindbeslissing ge- handhaafd, dan staM .de beslissing voorgoed vast. Aikmaar, 5 oeptember 1924. De Burgemeester voornoema, WENDELAAR. door Margaret Pedler. Geautoriseerde vertaling van W. E. Pont. 24) „0!" riiep Sara uit, alsof haar een licht op- ging. „Dan heet hij Trent. Dat heeft de kcet- sier mij verteld", vcegde zij er bij in ant- woord op Molly's verbaasden bilk. „Ja, Garth Trent. Het is een vrij grappige naam'het klinkt alsof er twee treinen hot- sen, vindt u niet? Maar de naam past wel bij 'hem op nadenkenden toon. „Heb je hem omitmoet vroeg Sara dade- lij'k. Het was dwa°s dat die korte ontmoeting haar bepaald een gevoel vrn belaugsteiSing in dien man had gegeven. „Ja, eens. Hij behandelde mij" met een gichelend lachje van verrukking „ongeveer alsof ik niet bestond! Tenmdnste dat probeer- de hij". „Het klinkt niet alsof hij daarin ge- slaagd is, wel?" vnoeg Sara, die de zaak grappig vond. Molly keek haar ernstig aan. „Hij vertelde later aan iemand r—aan Miles Herrick, de eenige man waarmee hij ooit ongedwongen spreekt, geloof ik dat ik een soort van Dalila-type was en bij mijtn gieboobte gewurgd had moeten worden." m ffio§fc ecu aaati'ekkelijk persogage BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR ROEPEN SOLLICITAN- TEN OP naar de betrekking van SECRETA RIS DER COMMISSIE VAN VOORLICH- TING BIJ DE BEROEPSKEUZE, TEVENS HOOFD VAN HET GEMEENTELIJK BU REAU VOOR BEROEPSKEUZE, op eene be- zoldiging van 1000 per jaar. Bezoeken worden niet afgewacht dan na oproeping. Sollicitatiestukken In te zenden voor of uiterlijk op 1 October a.s. Aikmaar, 3 September 1924. Burgemeester en Wethouders voornoemd, WENDELAAR, Burgemeester. A KOELMA, Secretaris. TAPVERBOD. De Burgemeester van Aikmaar brengt ter kennis van vergunning- en verlofhou- ders in deze gemeente, dat op Dinsdag 9 September a.s. de Loting zal plaats hebben voor de Iichting 1925. Men zij er aan her- innerd, dat op grond van artikel 139a der Algemeene Politieverordening (Gem. blad 890) verboden is sterken of alcoholhouden- den drank te schenken of te verkoopen aan personen, van wie men weet of redelijker- wijze moet vermoeden, dat zij dien dag aan die loting hebben deelgenomen. Aikmaar, 3 September 1924. De Burgemeester voornoemd, WENDELAAR. - XCIV. EEN KIJKJE IN ONZE BEGROOTING. Koninginnedag: voor een groot deel feest- dag voor eenige duizenden kinderen, die, dank zij de „Vereeniging tot veredeling van het Vollcsvermaak", op dien nationalcn gedenk- dag gendeten kctiden; extra-vacantiedag voor geemployeerden, werkzaam in de groote bank- en handelskantoren, en tevens de feiite- lijke sluitin'.gsdag der zomervacantie. De meeste Amsterdammers voor zoo- ver zij reeds niet vroeger, wanhopig gewor- den onder het alle-buitengenoegens-beder- vend hemelwater, naar stad teruggekeerd waren zijn weer thuis, want de scholen zullen deze week hun deuren weder voor hun kinderen geopend hebben. Het Amsterdam- sche „leven" zet zich weder geleidelijk in,* ook de vroede mannen en vrouwen werden deze week weder tot hun taak in het gemeen- te-belang tezamen geroepen en zullen, nu de avonden weder langer gaan worden, zich den tijd kunnen korten met het bestudeeren der gemeente-begrooting voor 1925, die hun thuis is gestuurd en waarover zij einde Oc tober wederom gelegenheid zullen krijgen hun wijsheid ten. gehoore te brengen tot stichting dergenen, die hen naar het Prin- senhof hebben afgevaaniigd. De gemeente-begrooting is van beteekenis genoeg om haar in deze wekelijksche cause- rie met mijn niet-Amsterdamsche vrienden aan eenige beschouwing te onderwerpen. Er zijn menschen, die altijd eenigen afkeer hebben voor de „droge cijfers" van begroo- tingen en statistieken. Naar mijn bescheiden meening ten rechte, omdat uit de cijfers, in beide opgenomen, altijd zooveel te leer en valt en zij de belangstelling dus ten voile verdie- nen. En de begrooting voor 1925, die thans voor ons ligt, doet zien, dat wij Amsterdam mers toch maar heel gelukkige menschen zijn onder het dagelijksch bestuur van een bur gemeester plus zes wethouders, die het heb ben we ten klaar te spelen, dat het eind-cijfer der begrooting niet alleen een kleine vier mil- lioen lager is dan- dat van het loopende jaar, maar dat ons niet in het vooruitzicht wordt gesteld een verhooging der inkomstenbelas- ting. Ook geen verlaging, al is het eind-cij fer lager zoo ver zijn we vermoedelijk nog lang niet, maar we zijn al blij en slaken een zijn", zei Sara ironisch. „0, hij is een vnoiuwenhafer, op en top, ik geloof dat hij een haat heeft tegen de wereld in 't algemeen, maar tegen vrouwen in het ■bijzonder. Ik denk slim veronderstellend „dat hij gedwarsbcomd is in de liefde." Op dit oogenblik kwam Selwyn de kamer weer binnen, zijn ernstig gelaat helderde even op, toen hij zijn dochter in het oog kreeg. Hallo, Molly! Ben je weer ferug?" zei hij glimlachend. „Heb je je excuses gemaakt te- genover juffnoiuw Tennant, jou verstrooide jonge dame?" „Het is een erfelijke kwaal. Pap U mioet 't mij niet verwijten!" antwoordde Molly met een leuke brutaalheid, terwijl ze zijn hoofd naar beneden trok en hem een zoeu. gaf op zijn kruin. Selwyn grinnikte. „Ik geef het op", oncrei*wterp hij zich". „En wie is er nu gedwarsboomd in de liefde?" „De Huizenaar van Far End." „0 hij wendde zich tot Sara dus u heeft ons wandelend raadsel zitten bepra- ten „Ja. Ik denk, dat ik met hem van 01dL hampton hiierheen heb gereisd. Hij scheen' een ongemakkelijk heer." „Dat zal wel. Hij houdt niet van vrouwen." „De Monniks Rots schijnt dan wel een1 passende woning voor hem te zijn", zei Sara eenigszins scherp. Allen lacluon' en nu steldc Sc-iwyn voor, zticht van verllchting, wanneei' we lezen, daf „een schepje er op" niet noodzakelijk zal ,wc- zen. Maar daarnevens hebben we nog meer re- den tot blijdsohap we worden gelukkig gemaakt met het vooruitzicht van lpger gas-, lager electrische stroom-, lager telefoonta- rieven. Ja, heusch, 't is geen1 gekheid't staat werkelij'k to de begrooting afgedrukt: „dat bij het vasts tell en van de winstuitkeering-cij- fers uit die bedrijven gerekend is op tariefs- verlaging" nog wel niet veel, maar we zijn hier al, zooals de Engelschman zegt: jjhankful'for small mercies". Bij de gemeen- telijke electriciteitswerken wordt gerekend op eenige tariefsverlaging; bij het gas o£ verlaging met een cent per kub. meter en bij de telefoon „op verlaging voor enkele cate- gorieen van geabonneerden" het laatste klinkt, gezien het belacheijlk hooge telefoon- tarief hier ter stede, waarop ik onlangs reeds wees, niet erg bemoedigend met betrekking tot het brengen van het in onze dagen schier onmisbare verspreektoestel binnen het be- reik van hen, die dit hooge tarief nu onmo- gelijk kunnen betalen. Maar al is deze gemeente-begrooting in haar eindcijfer ongeveer 334 millioen lager dan het vorig jaar, zij mag er dan toch we- zen met haar 9634 millioen, die noodig zijn om het huishouden der hoofdstad to gang te houden. Natuurlijk zouden we er zelfs met dat bedrag niet komen, als gemeenten hun budgetten opzetten zooals de voorzichtige huisvader en huismoeder dat heeft te doen. Gedurende de laatste dagen heb ik menigeen, als ik zoo eens op den Dam stond te kijken bij het overhoop halen van dit stadsplein, ten einde het weder beter in orde te kunnen krijgen, hooren zeggen: „Sjonge, sjonge, wat zal dat 'n cente koste! Waar hale ze't van- daan". Zulke bedragen halen we niet maar zoo direct uit de belastingen, we betalen ze uit leening-gelden. Amsterdam leent nog al tijd. gemakkelijker eenige millioenen, dan ve- len onzer een tientje, als we to de misere zou den zitten. Toch, rente en aflossing moeten we opbrengen en die vinden wel wel op de begrooting terug. De grootste slok-op op onze begrooting is het onderwijs Neerland's, ook Amster dam's, trots, maar als we die reusachtigc cijfers, daarvoor bestemd, zien, rijst toch ze- ker bij menigeen wel eens de vraag: of het niet wat, of een heeleboel goedkooper kon en of de pacificatie op onderwijsgebied niet war 'heel duur is gekocht? Vrees niet, lezer, ik ga me niet vertmeien op het glibberig terrein der politiek; ik zal me er ook wel voor wachten te rukken aan dat teere „onderwijsplantje", maar ik wil maar zeggen, dat de Amsterdammers wel ge- weldig knappe menschen moeten wezen, wan- neer we zien dat ze op hun begrooting voor Onderwijs om en bij de negentien millioen gulden halen; het middelbaar onderwijs vor- dert ik neem maar ronde cijfers zoo on geveer 234 millioen, het hooger onderwijs 2V4 millioen, het nijverheidsonderwijs iets meer dan negen ton en het lager onderwijs, openbaar en bijzonder tezamen, om en bij de dertien millioen, en als we die cijfers eens overpeinzen dan vragen we ons wel eens af: „waarom toch Nederlandsche kinderen, al ien van Nederlandsche ouders, verdeeld wor den over allerlei neutrale en secten-scholen en waarom ze niet over een „soort" scholen verdeeld hun onderwijs kunnen krijgen? Wat zouden we op die manier niet bezutoigen op onderwijsgebied en dan zou men hier niet op de toelichting op den begrootigspost voor hooger onderwijs behoeven te lezen, „dat men de credieten verlaagd heeft voor aan-' schaffing van hulpmiddelen voor laborato- ria, e. d." waaronder het onderzoek op wetenschappelijk gebied lijden moet. Een andere groote post op de begrooting betreft die voor de openbare veilig'heid, waar onder te rekenen zijn politie, brandweer en straatverIichting. Zij vorderen samen onge veer een bedrag van elf millioen gulden en vormen een drietal, waarop wel niet veel te bezutoigen zal wezen; ons politiecorps is in den loop der jaren veel en veel verbeterd; de brandweer is er eene, waarop Amsterdam van den aanvang af dat ze een gemeente- corps werd, steeds, en niet ten onrechte, trotsch is geweest en de openbare Verlichting .is over het algemeen ook voldoende, nog niet volmaakt in alle stadsgedeelten, doch er bestaan dan ook plannen om haar geleidelijk nog te verbeteren. Niet minder dan zestien millioen gulden wordt geraamd voor ondersteuning aan be- hoeftigen, waaronder begrepen zijn de som- men, noodig tot het in stand houden der ge- meentelijke ziekenhuizen en de subsidies aan particuliere ziekeninrichtingen, maar 't is toch opwekkend te moeten ontwaren, dat men ook op dit gebied wel genoodzaakt is ge weest te „besaoeien" sohier elke afdeeling der gemeentelijke bemoeiingen moet „een veer laten" hier en daar, om de begrooting slui- tend te krijgen. I Een verblijdend teeken voor deze stad is, dat zijn dochter naar boven zou gaan om naar haar mcieder te kijken. „Zij zal het vervelend vinden, als je niet dadelijk komt, ktodje", zei hij. „En probecr maar heel lief tegen haar te zijn zij is wat moe en zenuwachtig vandaag." Toen zij de kamer uit was, wendde hij zich tot Sara met een eigenaardige uitdrukktog van trotschen tegenzin en spijt in de oogen. „Het spijt mij zoo, juffrouw Tennant", zei hij eenvoudig, „dat u onzen slechtsten kant al zoo spioedig na uw aankomst heeft leeren kennen. U moet maar trachten het te yer- geven „0 neen1, maalct u alsuMieft geen! veront- schuldigtogen", viel Sara hem haastig to de rede. „Het spijt mij zoo, dat ik er juist bij was. Het was afschuwelijk voor u". (Hij zag haar treurig glimlachend aan. „Het is heel vriendelij'k van u, dlait u het zoo opneemt. „Wel beschouwd" zei hij openhaxtig „kon u toch niet lang bij ons wionen zonder te merken, diat ook ons buis zijn kruis heeft. De gezondheid van mijn vrquw of tiev?r de toestandi waarin zij meent, dat haar gezondheid! verkieert iis een groot verdriet voor mij. Ik heb op alle mame- ren geprobeerd tear te overtuigen dat zij niet zoo zwak is als zij zich yerbeeildt, maar ik ben er niet to geslaagd." Nu het ijs gebroken was, scheen het hem te verlichten de treurige tragedie van zijn huiselijk levea1 aan een1 ander te kunnen tboe- yertrouwen- "dat men' het bij het opmaken der aangedurfd heeft het bedrag, voor ondersteu ning aan werkloozen uitgetrokken, een mil lioen lager te ramen dan voor 1924 geschied was toch wordt er nog 1.291.000 yoor geraamd. Evenwel, B. en W. mcenen, dat vermindering der werkloosheid duidt op ver- betering in den economischen toestand en men het daarom aangedurfd heeft dezen uit- keeringspost niet onbeduidend te venninde- ren; blijkt men, onverhoopt, zich te hebben' vergist, dan zullen uit den aard der zaak later extra-credietem voor steun moeten wor den aangevraagd. Wij kunnen slechts hopen, dat het blijken zal, dat men ten stadhuize geen te optimistischen kijk op den algemeenen toestand dezer handelsstad heeft gehad zoo lang echter nog steeds vermeld wordt, dat er in onze havens „opgelegde" scbepen liggen, is het toch nog niet wat het wezen moet. Daar is op de begrooting een post, die straks zeker genoeg aanleiaing tot discussie zal geven, n.l. die betreffende de vuilver- brandings-inrichting aan gene zijde van het I J. De uitgaven daarvoor worden geraamd op ongeveer 1.075.000, tegen 925.000 over het loopende jaar; de inkomsten op f 207.000 tegeh 210.000 in 1924, waaruit blijkt, dat men op deze inrichting een lang niet onbeduidend verlies zal lijden. Zulks was in de voorgaande jaren ook reeds het geval en steeds wordt het te kort grooter. Heeft men zich omtrent het succes der vuil- verbrandings-inrichting niet schromelijk ver gist, toen men deze zaak begon? Het schijnt zoo. Voor we die verbrandingsovens over het IJ bezaten, was de vuilnisbelt door zijn kwa- lijk-riekende geuren, met name voor de omge- ving der Nassaukade, steeds een bron van aanhoudende klachten geweest en men drong steeds sterker aan op verpl aatsing van de belt en op vuilnis-verbranden. Dat gebeurde immers buitenslands ook, waarom bleef Am sterdam achter? Toen volgden onderzoekih- gen en rapporten van deskundigen, want die vuilverbrandtogs-kwestie was nog niet zoo eenvoudig als de groote men meende; de deskund'ige ingqnieurs hadden er tegenge- stelde meeningen over. Maar, om kort te gaan, de voorstanders van verbranding won- nen hun zaak de kostbare verbrandings ovens kwamen, en er werd gehoopt op flinke opbrengst uit de slakken, die men tot steenen zou verwerken, terwijl de warmte der ovens productief zou worden gemaakt tot opwek- king van electrischen stroom. Dat alles is bitter tegengevallen de vuilverbranding geeft geen voordeelen, doch groote tekorten en de onaangename geuren, die vroeger de stadsbelt verspreidde, worden nu ook wel de- gelijk verspreid uit de schoorsteenen der ver brandingsovens het eenige verschil is, dat nu niet de bewoners aan de Nassaukade, doch die aan gene zij de van h et IJ er van kunnen genieten! - En nu is dezer dagen verschenen een bro chure, waarin uit officieele stukken uit den Raad en uit artikelen door verschillende dag- bladen, en bovenal uit adressen door den heer den heer Wieberdink, die vroeger aan het hoofd van het beltbedrijf te Atnsterdam stond, wordt aangetooffd wat er over die vuilverbrandtog is te doen geweest. En die heer Wieberdink poogt duidelijk to het licht te stellen, dat die verbranding nooit ten voor- deele voor de gemeente kan zijn en dat men heel wat verstandiger zou doen het Amster- damsche vuilnis te gebruiken tot het aan- plempen van bfakwatierplassen, waartegen bij de bevoegde hygienisten geen bezwaren bestaan. De brochure draagt tot tit-el„Be- zuiniging van 'n half millioen op de jaarlijk- sche begrooting van uitgaven op de vuilver branding te Amsterdam". Het is een boekske dat vermoedelijk bij de begrooting-behande- 1'ing niet onopgemerkt zal blijven en mij mis- schien te zijner tijd aanleiding kan geven er op terug te komen. 1 Het bovenstaande is echter zeker voldoen de om te bewijzen, dat „dorre" begrootings- cijfers beteekenis genoeg hebben. SINI SANA'. NOORSCH GAMBIET. a In de correspondentie-partij werd t|t vol- gende spel gespeeld tusschen G. en N. Niel- ..,4' bewegtogsvrijheid voor zijn officleren beeft. 9. 5 Lb2 veel zetten tei» Pf6 of Lb4t of P.cC bad «wart: beter Le6 is niet Pd5 en Pd5?, L'd5 10. 11. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 26. 27. 28. 29. Zwart staan na dienste n.l. 5 of d5 of Pb6 of d6. Pf6. Pc3 Pc6. Pf3 Lb4. Dc2 d6. 000 00. Hier Lc3 kunnen spelen. 9 goed want dan speelt wit 10 wat moet zwart dan? 10 dan volgt 11 ed5 en wat dan Na 9 Le6 10 Pd5 is 10 ook al niet goed nu 11 ed5: want dan staat't Paard aangevallen en na ver- wijdering daarvan volgt II ed5 Pe7 (of bS.of a5). 12. Da4f en wint Lb4. Na 9Lg4 volgt 10. e5 Ph5 11. De4Lf3: 12. Lf7f Kf7. 13. Df3f Kg6. 14. g4! en wat dan? B.v. 14.... Dg5f 15. Kbl Pf4. 16. h4! Zwart staat zeer slecht! e5' Pg4. 1 I h4! Oim Pg5 te kunnen spelen h6. Kan Pce5 niet? Dan volgt 12. Pg5 h6. 13. Pe4 Lf5. 14. Db3 en wat dan? i 1.1. ,i i 1 - Kbl -Te8. PdS Pg5 hg5 Dh7f ed5 Dh7f Td5 Telt!' Le6. hg5: Ld5 Kf8. cd5. Ke8.' Dc8. Lei. Wel fraai offer van witl ge'dwongeti. Een T' '1 1 f - sen (wit), Dr. A. y. d. 1. Z 3. 4. 5. e4 d4 Lc4 Lb2 Linden (zwart). "v 14 rt'pr* e5 ed4: - dc3: cb2; Wit heeft drie pionnen geofferd en een gekregen. Zwart had niet zoo begee- rig behooren te zijn. Beter had hij ge speeld 4d5, 5. Ld5 cb2: 6. Lb2, Pf6. 7. Lf7f Kf7 8. Dd8 Lb4f 9. Dd2 en de kansen staan ongeveer gelijk (Dufresne). 't Doorvoeren van het Noorsch gambiet stelt zwart voor zeer moeilijke problemen daar wit hem in ontwikkeling ver vooruit is en een' groo- „Zij is betrekkelijk nog Jong, juffr. Ten nant, pas zeven er dcrtig, en zij leidt vrijwil- lig het'leven1 van een invalide. Het is lang- zamertenid erger gewordten, dat steeds zich verdiepen in haar gezondheid en tagenwoor- dig heeft praetisch genomen Molly feiitelijk geen moeder en ik geen vrouw meer." „Och dokter Dick" de bijnamen, die zijn oorspreng had in de groote liefde van zijn arme patienten voor den man, die him in alles bijstond, kwam haar onwillekeurig op de lippen. De naam scheen hoe dan ook te passen bij den grooten, vriendelij- ken man met het ernstige, verweerde gezicht en de oogen van een heilige. „Och, "dokter Dick, ik vind het zoo vreeselijk voor u „Mischieni was en* iets to het elegant, wel- verzorgde uiterlijk van de vrouw tegenover hem, dat het verwaadrosde aanzien "van de kamer nog meer deed uifkomeni to zijn oogen, want hij keek min of meer gelrriteerd roed, alsof hij zich ploteelibg alle gebreken leryan bewust werd. _„En dan nog dit", mompelde hij. „Er Is niemand, die aan het hoofd van den boel staat... De waarheid is, dlat ik u nooit hier had moeten laten komen". V 1 Sara schudde het hioofd. i „Ik ben heel blij, dat ik gekomen btte', zei zte eenvoudig. Ik denk, dat ik hier hed ge lukkig zal zijn." „U hebt durf", antwoordde hij rtstig. „U zoudt overal een succes van uw leven ma- Yken, wsji," gipg hjj ..dat Lf6 Kd7. Df7f Te7. I.e7PgeS Df6 Pc4, Ld6: Pd6,, Dd6 Ke8. Dg6f Kf8.f j v Tf5 Df5f gedwongen. Df5f Zwart geeft op. De partij is Ver* loren. g k Eindspel 24. U k Zwart: Dunje. d e f Wit: Schlosser. Hoe .wtot wit in eenige zetten?, Probleem No. 16 van F. B. H. Bottger. fsJ J* Mm i.mmmM. wm Wm p d e f Mat in 2 zetten. Wit: Ka6, Dal, La3, Pb5, pi "d6, e2, f4 Zwart: Kd5, pi d7 en f5. - c, Oplossing probleem N'o. 12 "(S. LoydL Standi Wit: Kd6 Dh4 Te8 pi e4. - Zwart: KI7 Lh8 pi e5, Dg4 (tempo 2e soort). 4 De8: 2. Dg8 mat. h Kf6 2. Tf8 mat V - Eg7 2. De6 mat Lf6 2. Dg8 mat* "I Na zijn eersten zet wacht wit slechts 'af: er is geen matdreiging. Aardig zijn' de beide blokkadezetten Lg7 en Lf6 (d. z. zetten; waarmee zwart z'n eigen vluchtvelden bezet) Probleem No. 17 (J. Berger). Wit: Kb5 Dc2 Pb4 pi f2. Zw. Kd4 Pb2 pi b6 b7 en e5. Instruct^: Zet zwart dan geefj wit mal (Tempo le soort) Na paardzetten moet Dcf mat geven. Wit moet dus dit veld bezet hou den. Hij doet dit lo. door op de 3e lijn te blijven met de D. 2o. door 1 Dc2. De laatste zet faalt op Kc3. s? s, i ;V> Molly ieits van; diezelfde eigenschap had- Zij is nog zoo'n kind... en er is geen moeder, die dte teugels in handen houdt." Dokter Dick" Sara keek hew recht to 't gezicht „zoudt u het heel brutaal vin den, w'anneer wanneer ik nu en dan; de teugels eens in handen nam?" Hij wendde zich tot haar met oogen', die siraaldcn van tiankbaarheidl „Bru!taal? Ik zou u oneindig dhnkbaat zijn. U ziet, hoe de toestand hier is ik ben gedwongen altijd uit tie zijn, mijn vrouW veriaat haar eigen kamers bijna noodf en Mol ly en het huishouden moeten; maar marchse- ren, zoo goed en zoo kwaad als het gaat." „Glim;lachend zei Sara: „Dan zal ik liet zaakje maar eois aanpakken. Ik ik heb nu niemand om voor re zorgen sindis oom Pa trick gestorven is", voegds zij! erbijl „Ik loof, dokter Dick, dat ik mijn taak heb." „Het is dnzannig!" riiep HIJ uit, haar Wet ongeveinsd'e verrukktog aanziend. „Daar komt u aamzetten, natuurlijk to de verwadi- iing hier als gast'fehanddld te worden en het eerst wat ik d o, is nrijin! zohgen op ow sehouders te laden. Het is onztonig schandelij'k!... Maar het is woniderlijk beer- lijk!" Hij stak zijn tend uit en toen- Sara's slanke vtogers in zijn groote handpabn verdwenen," mompelde hij met heeisdte stem, ,,God 2Sgene u crvoofj" 1 (Wordt veryo)g<©, 5. 6. 7. 8. 21. 22. 23. 24. 25. c3 ///////a •~jr. Hi

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1924 | | pagina 9