Alkmaarsoiie Courant
De Kluizenaar van Far-End.
Honderd Zes en Twlntigsfe Jaargang,
Maandag 20 October.
FEUILLETOHT.
SW. 248 1904
Stadsnieuws
VOORSTEL EERVOL ONTSLAG J. B
VAN AMERONGEN.
Burg, en Weth. schrijven in biilage nr
189:
In Uwe vergadering van 25 September j.l.
namen wij op verzoek van deo heer J B. van
Amerongen ons in bijlage 154 opgenomen
voorstel om ook aan hem wegens opheffing
zijner betrekking aan de handelsdagschool
eervol ontslag te verleenen, terug, om hem in
de gelegenheid te stellen, zijn bezwaren tegen
dat voorstel uiteen te zetten, bezwaren welke
de heer van Amerongen ontleende aan de re-
geling zijner rechtspositie in de desbetreffen-
de verordeningen, die naar het oordee! het
nemen van den door ons voorgesteldeu maat-
regel niet mogelijk zouden maken.
Wij hebben den heer van Amerongen in
de geliegenhekl gesteld, zijn bezwaren tee te
lichten in een onderhoud, waarin zijn stand
punt nader werd verdedigd door een lid van
het hoofdbestuur ddr Algemeenc vereeniging
van leeraren bij het middelbaar onderwijs.
Ook na kennisneming van die bezwaren zijn
wij niet tot de overtuiging gekomen dat ons
voorstel om aan den heer Van Amerongen
eervol ontslag te verleenen, strijd zou oproe-
pen met een gemeente-verordtening.
De volgende twee vragen eischen beant-
woording:
a. kan de heer Van Amerongen aan de
handelsdagschool worden ontslagen;
b. zoo ja, moet hem niettemin ook na ont
slag aan de handelsdagschool het salaris
worden uitgekeerd, dat hij tot dusver voor het
onderwijs aan handdsdagschool en gymna
sium ontving?
Over de eerste vraag is geen verschil van
meening. Het lid van het hoofdbestuur, aan
wien de heer van Amerongen de behartigiog
zijner belangen heeft toevertrouwd, erkent in
zijn voor U ter inzage liggende uiteenzetting,
dat de gemeente bevoegd is, den heer van
Amerongen te ontslaan, een bevcegdheid wd-
ke ook naar onze meening zonder twijfe! aan
de gemeente toebehoort, bij*gebreke van eeni-
ge bepaling die erop zou wijzen dat de ge
meente zichzelf heeft beperkt in de haar los
van elk verordening toekomende macht om
het dienstverband van hare ambtenaren te
ontbinden wanneer zij dat noodig oordeelt.
Het verschil van inzicht loopt dan ook en-
kel over de tweede vraag.
De heer Van Amerongen is de meening toe-
ged'aan, nader door zijn vertegenwoordiger
toegelicht, dat de gemeente de totale wedde
moet blijven uitkeeren ook al wordt hem aan
een der beide inrichtingen, waaraan de heer
Van Amerongen verbonden is, ontslag ver-
leend. Deze meening is hierop gegrond, dat
de heer Van Amerongen een totale wedde ont-
vangt voor de beide inrichtingen, zoodat de
voorschriften, welke hem een bepaalde v/edde
garandeeren, moeten gelden voor deze totale
wedde, in dien zin, dat, hoe zijn taak bij het
onderwijs wordt beperkt (hetzij aan een hetzij
aan beide inrichtingen, desnoods zelfs in die
mate, dat zijn diensten aan een der beide in
richtingen geheel overbodig worden) de be-
zoldiging krachtens de garantiebepalingen
op den tegenwoordigen voet blijft uitbetaald,
zoolang de gemeente hem niet van zijn taak
bij het gemeentelijk onderwijs geheel en al
ontheft. De wijze van berekening der wedde
en derhalve van de garantie zou er n.l. op
wijzen, dat de heer Van Amerongen een vast
gewaarborgde bezoldiging ontvangt voor zijn
diensten bij het onderwijs, aan welke der bei
de inrichtingen die dan ook worden bewezen.
Deze redeneering kunnen wij niet tot de
onze maken. Integendeel. Naar ons oordee!
geven de verordeningen geen recht, haar een
dergelijke strekking toe te kennen.
De laatstelijk vastgestelde verordening voor
de bezoldigingen van de leeraren aan de han-
delsscholen (gemeenteblad 892) bevat in de
eerste alinea der overgangsbepaling het
voorschrift dat die verordening niet van toe-
passing is op leeraren, die ingevolge de toen
ingetrokken verordening (d. w. z. die van
gemeenteblad 753) een hoogere wedde zou
ontvangen dan volgens de nieuwe verorde.
ning. Voor hen blijft de ingetrokken verorde-
nn cr van kracht. De heer Van Amerongen
verkeert in dat geval.
De gestelde vraag moet derhalve worden
beantwoord aan de hand van de verordening,
opgenomen in gemeenteblad 753.
De vijfde alinea van artikel 4 dier verorde
ning geeft aan, op welke wijze de jaarwedde
wordt berekend van leeraren, die zoowel aan
het gymnasium als aan de handelsscholen
verbonden zijn.
De zin van deze alinea is, dat, om te ko-
men tot de wedde voor elke inrichting, men
begint met de uren aan gymnasium en han
delsscholen op te tellen en daamaar een to-
door Margaret Pedler.
Geautoriseerde vertaling van W. E.: Pont.
61)
Zij vouwde en verzegelde' den brief en
idacht toen kallm na over al'les wat er het ge-
volg van kon zijn. Bijma onvermijdelijik moest
het een vclkomen verwijdfering tusschen haar
en de Durwards geven. Elisabeth zou haar
boogstwaarsehijtnlijk nooit de wijze waarop
zij Tim behandeld had1, vergeven; zelfs die
zachtmoedige majoor Durward zou wd gepi-
queerd zijn en nu Garth haar niet ten huwe-
lijik gevraagd had en niet gendgrf scheen
<mt te doen was het bijna zefcer dat zij
haar standpunt niet zouden begrijpen en aller-
minst het met haar eens zouden zijn.
Sara zuchtte, toen zij haar brief in de
bus deed. Dat bdteekende het einde van de
prettige, miooie vriendsfhap, die in haar le-
vetn was gekomen juist in den tijd, dat het
dtoor Patrick LovdPs dood zoo eenzaam en
leeg was geworden.
Twee dagen van spanning volgden, waar-
jo zij rusteloos Tim's antwoord afwachtte.
fUe dso dag kwam hij zejf, zijn gc-
laal-bedrag te Berelcenen om fe zlen fioeveel
het salaris zou bedragen, wanneer alle les-
uren aan een inrichting werden gegeven.
Naar evenredigheid van het aantal uren dat
werkelijk gegeven wordt, geschiedt dan de
bepaling van het salaris voor elke inrichting
afzonderlijk. Een gelijkluidende bepaling
komt voor in de voor den heer Van Ameron
gen eveneens geldende verordening voor het
Gymnasium (gemeenteblad 766, artikel 4, 6e
alinea). Voor de berekening der wedde wordt
derhalve wel verband gelegd met de uren die
de leeraar aan andere inrichtingen geeft,
maar dit geschiedt alleen om te kunnen bepa-
len hoeveel de leeraar in totaal moet ontvan
gen zoolang hij aan twee of meer inrichtingen
verbonden is, een bepaling dus, die naar wij
meenen van zclf haar kracht veirlicst, zoodra,
om het geval te nemen dat thans aan de orde
is, de heer v. Amerongen niet meer is leeraar
aan het gymnasium en de handelsdagschool
Van meer belang zijn de 8e en de 9e alinea
van artikel 4 der hier van toepassing zijnde
verordening Gemeenteblad 753.
Deze alinea's luiden als volgt:
„Lesuren, welke aan een leeraar met vaste
„aanstelling tengevolge van klassesplitsing,
„gedurende vier achtereenvolgende jaren zijn
„opgedragen, worden als definitieve uren
„aangemerkt.
„Vermindering van het aantal eenmaal de-
„finitief opgedragen lesuren heeft geen ver-
mindering van bezoldiging tengevolge, tenzij
„de verminderin.g is geschied op verzoek van
„den betrokken leeraar".
Over deze garantiebepalingen vooral be-
staat verschil van opvatting.
Uit het feit, dat ook deze bepalingen gelijk-
luidend voorkomen in' de verordening voor
het gymnasium (gemeenteblad 766, 9e en lOe
alinea van artikef 4) leidt de heer Van Ame-
rcr"~— ef, dat deze waarborgbepalingen een
en grondslag geven aan zijn sala-
i wor beide inrichtingen, dat zij het totale
salaris gehandhaafd willen zien bij elke be-
perking van zijn taak, zelfs zoo die beperking
mocht leiden tot opheffing van zijn functie
aan een der beide inrichtingen.
Aldus redeneerende, ziet de heer Van Ame
rongen twee factoren die hierbij van belang
zijn, voorbij.
In de eerste plaats hecht hij naar onze
meening ten onrechte geen waarde aan het
feit, dat hij voor elke inrichting een afzonder-
lijke aanstelling heeft van den Raad. Gerui-
men tijd (van 1911 tot 1916) had hij een
aanstelling enkel voor het gymnasium. Eerst
sedert 1916 is hij mede werkzaam als leeraar
aan de handelsdagschool, eveneens krachtens
afzonderlijke aanstelling van den Raad. Er
is van de zijde van den heer Van Amerongen
op gewezen, dat krachtens de verordening de
verplichting bestaat om een benoeming aan
een andere inrichting te aanvaarden en dat
die benoeming dus feitelijk is een detachee-
ring, zooals men die ook elders kent, een for-
matiteit derhalve, waaraan men overigens
geen beteelcenis moet hechten. Wij achten dit
standpunt niet juist. Het moge zijn, dat die
verplichting aan het leggen van het dienst
verband aan de andere inrichting wel een
eigenaardig karakter geeft, in het geheel der
verordening is zij volkomen logisch.
Wij willen hierbij nog opmerken, dat de
heer Van Amerongen niet krachtens deze
verplichting zijn taak aan de handelsdag
school op zich genomen heeft. Immers op 1
September 1916 bestond die verplichting nog
niet; zij werd eerst op 1 Januari 1917 van
kracht. Maar afgescheiden hiervan kan ook
die verplichting niet te niet doen het feit,
dat gesproken wordt van het verplichte aan-
nemen van een benoeming. Er wordt dan ook
telkens een afzonderlijke aanstelling voor el
ke inrichting uitgereikt, zonder welke een
leeraar niet aan die inrichting kan werkzaam
zijn. Wij hechten inderdaad groote beteekenis
aan de afzonderlijke aanstelling. Wat zou die
aanstelling moeten beteekenen als het niet
juist dit was, dat met die aanstelling een af
zonderlijk, nieuw dienstverband in het leven
wordt geroepen, dat geheel en al, ook wat de
financieele gevolgen bij ontslag betrejt, een
eigen bestaan heeft?
De heer Van Amerongen wi'l de rechtma-
tigheid van deze vraag erkennen, even wel zon
der de cursief gedrukte woorden.
Hij betwist, dat ontslag aan een der inrich
tingen financieele gevolgen kan hebben in
dien zin, dat het voor die inrichting bereken-
de tractement geheel zou vervallen. Hij be-
roept zich daarvoor op de boven afgeschreven
garantiebepalingen.
Dit beroep zou gegrond zijn (en daarbij ko
men wij aap den tweeden factor, dien de hr.
Van Amerongen uit het oog verliest) indien
de bepaling van de 9e alinea van artikel 4 der
verordening gemeenteblad 753 b.v. aldus had
geluid:
„Vermindering van het aantal eenmaal aan
„de handelsscholen of aan de handelsscholen
„en het gymnasium definitief opgedragen les-
„uren heeft geen vermindering van bezoldi-
„ging ten gevolge", enz., welke bepaling
„dan eveneens in de lOe alinea van artikel 4
„der verordening nr. 766 had moeten voor-
„komen.
Noch het een, noch het ander is het geval,
laat droeg die sporen van dee slapeloozen
nacht, dien haar brief hem gekosit had' en
zijn oogen hadden een uifdrirkking van het
niet te Jmnnen gelooven.
Hij was heel zacht met haar. Geen bitter-
heid of verwijten, hij Iw orde haar verk faring
aan met een emstig geduld, dlat haar meer
smarfcte dan alle verwijten, die hij: haar voor
de voeten had kunnen gooien.
„Ik dacht dat het alleen van mijn kant
kwam, Tim vertelde ze hem. „En daarom
vcelde ik mij vrij jou te geven, wat je ver-
langde...., om je vrouw te zijn, wanneer je
mij todi nemen wilde, hoewel je wist, dat ik
je geen liefde geven kon. Ik dacht" haar
woorden stekten even- dlat ik evengoed
iemand gelukkig kon maken. Maar nu jk
.weet, dat hij mij liefheeft zooals ik hem, kan
ik toch niet met een ander tromven; is het
wel1?"
„En zul je hem trouwen dibn1 m;an, dien
je liefliebt?
„Dat weet ik niet. Hij1 heeft fad! mij niet
gevraagd."
„Hij is misschien al getrouwd?'1 Sod
kwam deze vraag.
Sara keek hem open aan. -
„Dat weet ik zdfs niet."
Tim maakte een driftige bewCging vain: on-
geduld.
„Is dat goed en ridderlij^ am' je zoo in
wai dadrom zoo van beteekenis is, omdaf
overal waar de verordeningen bepalingen be-
vatten omtrent gccombineerde betreklangen,
zij daarvan uitdrukkelijk melding maken.
Men moet dus aannemen dat voor de boven-
aangehaalde bepaling van verordening 753
de regel geldt, dat zij enkel geschreven is
voor de inrichtingen waarvoor die verorde
ning in het leven geroepen is, t.w. voor de
handelsscholen en niet tevens voor het gym
nasium, zooals ook, op denzelfden grond, de
lOe alinea van artikel 4 der verordcaing ge
meenteblad 766 enkel geldt voor het gymna
sium en niet tevens voor de handelsscholen.
De geldende bepalingen geven derhalve
naar wij meenen geen recht op de aanspraken
die de heer Van Amerongen daaraan wenscht
te ontleenen- Maar ook uit bil 1 ijkheidsoogpunt
kunnen wij zijn verlangen niet juist acnten,
nu zijn aanspraken op een jaarlijksche uit-
keering krachtens de onlangs door U vastge
stelde wachtgeldverordening op redelijke wij
ze zijn geregeld.
Wij hebben dan ook geen aanleiding, in
eenig opzicht terug te komen op ons voor
stel, opgenomen in bijlage 154, om aan den
heer van Amerongen eervol ontslag te ver
leenen als leeraar aan de handelsdagschool
VERKOOP VAN GROND ACHTER DE
U. L. SCHOOL VOOR JONGENS
EN MEISJES.
Burg, en Weth. stellen den Raad voor, ge-
zien een verzoek van J. J. Velfhuijs, alhier,
d.d. 6 October 1924, om aan hem te verkoo-
pen een perceel bouwterrein gelegen achter
de U. L. school voor jongens en meisjes, ka-
dastraai bekend gemeente Alkmaar, Sectie E
nr. 3465 gedeeltelijk, ter grootte van onge-
veer 1400 M2, voor den prijs van 7.
per M2.
Het omsohreven bouwterrein te verkoopen-
voor dien prijs en onder nader aangegeven
voorwaarden.
VERKOOP VAN GROND LANGS DEN
KENNEMERSTRAATWEG.
Burgemeester en Weth. stellen den Raad
voor te besluiten:
i. zijn besluit van 25 September 1924,
Nr. 16, Sub I in te trekken
II. aan de Maatschappij „Nooitgedacht",
gevestigd te Alkmaar, te verkoopen een stuk
grond, liggende langs den Kennemerstraat-
weg, groot pl.m. 750 M2, kadstraal bekend
Sectie F, Nr. 1904 en op de aan dit besluit
gehechte situatieschets aangegeven in paarse
kleur, onder bepailing o.a. dat de koopprijs
voor het geheele perceel bedraagt 11000.
ROCHDALE. OVERNAME BESTRATIN-
GEN ENZ. 120 WONINGEN.
Burg, en Weth. stellen den Raad voor kos-
teloos voor de gemeente in eigendom en be-
heer over te nemen de straten, aangetegd in
en om 't complex der 120 door de Arbeiders-
woningbouwvereeniging „Rochdale" gebouw-
de woningen, met hare volledige meubilee-
ring, zooals rioleering, brandfcranen, leidin-
gen, enz., onder vo^rwaarde:
a. dat de kosten dezer overdracht, geene uit
gezonderd, komen voor rekening van de
Vereeniging
b. dat de Verordening zich verbindt alsnog
binnen een door Burgemeester en Wethou-
ders vast te stellen termijn onder goed'-
keuring van dat College trottoirbanden
aan te brengen in de Bleekerskade;
en overigens op de door Burgemeester en
Wethouders nader vast te stellen bedingen.
BENOEMING HOOFDOPZICHTER
GEMEENTE-WERKEN.
Burg, en Weth. hebben de volgende aan
beveling opgemaakt:
1. C. Kirkenier, bouwkundige te 's-Graven-
hage.
2. C. A. de Groot, technisch ambtenaar bij
Gemeenfe-werken te Wageningen.
3. P. Rezelman, gemeente-opzichter te Scha-
gen.
De datum der infimctietreding willen
Burg, en Weth. door het college laten vast-
stdlen.
VERDEELING LESUREN HANDELS
SCHOLEN.
Burg, en Weth. stellen in bijlage no. 180,
na uitvoerige motiveering, voor:
I. het college te maohtigen met ingang van
1 Januri a.s. de aan de Handelsscholen
gedurende 't dan nog overblijvende deel
van den cursus 1924/1925 te geven les
uren in .natuurwetensehappen aldus te
verdeelen, dat de heer Ir. D. de Miranda
8 en de heer Ir. D. A. Wittop Koning 6
lesuren per week aan die scholen zal
geven;
II. af te wijzen het bij adres did. 26 Augus-
stus j.l. door den heer D. A. Wittop Ko
ning gedaan verzoek om hem financieel
schadeloos te stellen voor het gemis van
lesuren, wdke ingevolge raadsbesluit aan
den heer Ir. D. de Miranda' zijn opge
dragen.
ONTBINDING HUUROVEREEN-
KOMST MET VOOGDIJRAAD
INZAKE PERCEEL LANGESTRAAT 85.
Burg, en Weth. sellen voor de krachtens
Raadsbesluit met den Voogdijraadl in het Ar-
onwetendheid te laten?" vroeg hij.
Sara lachte plotseiing.
Misschien niet. Maar in zekereai1 zin geef
ik daar niet om. Ik ben er zekier van, dat
hij een goode reden moet hebben, of anders",
met een tikje humor, „een reddi of anders
een dwaze mannenrcden, die heelemaal geen
beletsel is."
„Stel eens" Tim boog zich over haar
heen, zijn gelaat was heel bleek „stett eens,
dat je merkt, later, dat er werkelijk een be
letsel is, dat hij je niet trouwen' kan, zou je
dan naar mij komen, Sara?"
Zij schuddfe het hoofdi.
.„Neen, Tim, nu niet. Begrijp je niet, dat,
nu ik weet, dat hij mij liefheeft1, al'les veran-
dcrd is? Ik ben nu niet vrij meer. In zekeren
zin behoor ik hem toe. O! Hoe moet ik het
je uitleggen? Ook al zouden we nooit door
het huwelijk verbonden' worden, er is toch
een soort trouw, die van den geest, dien men
niet verbreken kan, Tim. Dat is dat is die
hoofdzaa'k van liefde werkelijk..." Zij kon
niet verdier spreken1, maar voelde Tim's hanL
dien op haar schouders.
„Ik geloof, dat ik het begrijp, Sara", zei hij
zacht. „Het is juist, wat ik van je verwach-
ten zou. Het beteekent het eiinde voor mij
het einde van allies, wat beteekenis voor mij
heeft. Maar toch z,c»u ik niet willen dat je
adders was,'* t
ronclfifelfment Alkmaar, aTfrfer, aarfgeprie^
huurovereenkomst d d. 28 Augustus 1924 met
ingang van 1 Januari 1925 te ontbinden.
VERHAAL VAN PENSIOENSBIJDRAGEN
INGEVOLGE ARTIKEL 156 DER
PENSIOENWET 1922 (STBL. 240).
Burg, en Wet. stellen den Raad voor te be
sluiten op den ambtenaar C. A. de Braal te
verhalen 4 pet. van de som welke zijn pen-
sioensgrondslag over het tijdvak van 1 Octo
ber 1913 tot 1 Januari 1920 heeft bedragen,
met bepaling, dat het te verhalen bedrag moet
zijn imgevorderd voor 1 Juli 1926 en dat de
inhouding overigens wordt geregeld door
Burgemeester en Wethouders. y t
WERKVERSCHAFFING
Burg, en Weth. stellen den Raad voor te be
sluiten: i i
I. hen te machtigen in overleg met de com-
missie van bijstand voor het grondbedrijf
bij wijze van werkverschaffing bouwrijp
te maken
a. een nader door hen aan te wijzen ge-
deelte van het terrein aan het einde van'
de Uitenboschstraat, thans in huur bij
den bewoner der boerderij „Oostwijk".
(De Commissie voor het Grondbedrijf
ontraadt dit Voorstel en de minderheid
van het College is bet daarmede
eens
b de terreinen aan weerszijden der Juli-
aan van Stolberglaan, welke tot de
Bleekerskade zal worden verlcngd
II. van de lijst der in werkverschaffing uit te
voeren werken, vastgcsteld bij Raadsbe
sluit d.d. 25 September j.l., te schrappen
het cgaliseeren van het terrein aan de
B'leekerssloot
III. de uitgaven, vereischt voor de uitvoering
der sub 1 bedoelde werken, nader te rege-
len bij suppletoire begrooting.
VERH'UUR VAN GROND AAN DE
FIRMA VROOM EN DREESMANN.
Burg, en Weth. stellen den Raad voor, te
besluiten
I. met ingang van een door Burg, en Weth.
te bepalen datum aan' de bestemming voor
den keurigsdionst voor waren te omttrek-
ken het hierna bedoelde gedeelte van het
terrein, gelegen naast het perceel Lange-
straat 196;
II aan de firma Vroom en Dreesmann alhier
te verhuren een door Burg, en W. aan te
wijzen gedeelte, groot pl.m. 1300 vierk.
Meter van het terrein, gelegen aan bet
Kerkplein naast perceel Langestraat 106,
kadastraal bekend onder Sectie A, No.
3586, en zulks onder nader aangegeven
voorwaarden.
De huurprijs zal 2000 per jaar bedra
gen.
VERKOOP VAN GROND AAN DE
JULIANASTRAAT.
Burg, en Weth. stellen den Raad voor, ge-
zien een verzoek van E. Kalverboer, alhier,
d.d. 3 October 1924, om aan hem of zijne last-
gevers fe verkoopen een perceel bouwterrein
gelegen aan de julianastraat, kadastraal be
kend gemeente Alkmaar, sectie F No. 2437, ter
grootte van 1041 vierk. Meter, voor den prijs
van 10 per vierk Meter, te besluiten het
hiervoor omschreven bouwterrein, coder na
der aangegeven voorwaarden, te verkoopen.
VERHUUR STUK IE GROND AAN DE
TWEEDE NOORDHOLLANDSCHE-
TRAMWEG-MAATSCHAPPIJ
Burg, en Weth. stellen den Raad voor te
besluiten, een gedeelte van het kadastrale per
ceel, Sectie B No. 3356, ter grootte van pl.m.
285 vierk. Meter, gelegen ten Noorden van
het stationsgebouw der tram, met ingang van
1 November 1924, aan de Tweede Noordhol-
landsche Tramwegmaatschappij in huur af te
staan voor den tijd van cen jaar en vei'der van
jaar tot jaar tegen een bedrag van 14.25
per jaar, onder nader aangegeven voorwaar
den.
VERORDENING RIOOLBELAST ING.
In bijlage No. 182 schrijven Burg, en Weth.
Gevodg gevende aan ons in bijlage nr. 68
medegedeeld voornemen, bieden wij U hierbij
verordeningen aan op de heffing en invorde-
ring van een belastmg voor de aansluiting
op het rioolnet der gemeente van de gebouw-
de eigendommen, liggende aan het gedeelte
van den Westerweg tusschen de algemeene
begraafplaats en den Kalkovensweg.
Krachtens uw besluit van 24 April 1924,
nr. 9, is met den aanleg van een riool in dat.
wegsgedeelte een begin gemaakt. De kosten
daarvan bedragen rood 2400 Waar de
aan dezen we-g grenzende teiTeinen voor be-
bouwing in de toekomst zijn aangewezen,
lijdt het geen twijfel of langzamerhand zal de
aangebrachte leiding tot den Kalkovensweg
moeten worden verlengd. De totale kosten
zullen alsdan ongeveer 5000.beloopen.
Wanneer de gemeente zich deze kosten ge-
troost, is het bitlijk, dat de eigenaars van de
aan dezen weg te sticbten gebouwen met een
gedeelte ervan, in den vorm van eene jaar
lijksche bijdrage worden belast.
Artikel 242c der gemeentewet geeft daartoe
uitdrukkelijk de bevoegdheid.
Bij bleef niet fang meer daama. Ze spra-
ken nog even, en beloofden: elikaar, dlat hun
vriendschap ongebroken en onveranderd zou
blijven.
„Want", zei Tim, „wanncer ik niet het
beste kan krijgen dat de wereld mij kan ge
ven jouw liefde Sana dlan hoef ik toch
niet op een na het beste te verll'iezen^ dat is
je vriendschap."
En Sara, me hem door het raam naikeelk,
toen hij met groote passen het paadje voor
het huis affiep, vroeg zich af waarom liefde
zoo dikwijls komt met rozen in de eene hand1
en een scherp zwaard in de aediere-
HOOFDSTUK XXL
Het meedoogenlooze altaar.
Elisabeth liep rusteloos het breede terras
van Barrow Court op en neer, ongeduldig
Tim's terugkeer uit Monikshaven afwachtend.
Zij wist welke boodschap hij d;aar had. Hij
had haar nauwelijiks den inhoud van Sara's
brief behoeven te vcntellen, zoo gauw had1 zij
'het verband begrepen tusschen Sara's hand-
schrift (dat zij op een afstamd had! herkemd)
en de schaduw op het geliefde gelaat van
haar zoon.
Zij ging hem vol verlangen fegemoet, toen
zij. fa«4 zacfete mi. h^fdc, (fe:
Wij 'hetTiinereit' er*!fl. 3!t verband aan, 8a!
eene dergelijke bijdrage ook is gebeven voor
aansluitingen aan de in de Nieuwpoortslaan
en Snaarmanslaan gelegde rioleeringen. De
desbctreffende regcling, vastgcsteld bij raads-
bsluite van 26 Juli 1899, nos. 2 en 3, hadden
echter een privaatrecihtelijk karakter. Nu op-
nieuw een bijdrage zal worden gevraagd voor
rioolaansiuitingen, lijkt het ons juister daar
toe het door de wet aangewezen middel te
bezigen en de heffing op publiekrechtelijbt
leest te schoeien.
De wet staat toe, dat een bililijke bijdrage
in de kosten van aanleg en onderhoud gevor-
derd wordt. Wij meenen derhalve het tarief
niet te hoog te moeten stellen. Bij artikel 5
van de hieronder volgende verordening heb
ben wij de belasting bepaald op 2 pet. vag
de opbrengst, welke de gebouwde eigendom
men, volgens de kadastrale leggers, opleve-
ren. Het spreekt vanzelf, dat de uitgaven, die
de gemeente terzake van renteverliea, waar-
devermindering en ondeiboud zal hebben te
doen, voortdurend de ontvangst uit deze hef
fing belangrijik zullen te boven gaan, a!
wordt de verhouding gunstiger, naarmate de
bebouwing vordert. Berekeningeni hieromtrete
kunnen uiteraard thans nog niet worden over-1
gelegd. In het ontwerp is er mede rekening'
gehouden (zie artikel 8 sub c) dat krachten?
de vroegere regelingen bedragen in eens ver-
schuildigd waren. Zij, die aan een dergelijke
kapitaalsuitgave ook thans de voorkeur ge
ven, behooren uiteraard van de belasting te
worden' vrijgesteld. i
Burg, en Weth. stellen ten slotte voor te
besluiten vast te stellen een nader gepreciseer-
de verordennig op de heffing van een belas
ting voor het recht van aansluiting op't ge-
meenteriool alsmede een verordening op de
invordering van de belasting voor het recht
van ansluiting op het gemeenteriool in de
gemeente Alkmaar.
BEGROOTING 1924 VOOR DEN KEU-
RINGSDIENST VOOR WAREN.
B. en W. schrijven in bijlage nr. 183:
Gedeputeerde Staten dezer provincie zon-
den ons bij hun brief van 26 Mei j.l., l e afd.,
no. 48bis/7592, ter kennisneming toe een ad-
vies van den Inspecteur van de Volksgezoffid*
heid te'Leeuwarden ten aanzien van de be
grooting voor den Warenkeuringsdienst al
hier voor den dienst 1924. In dit advies wordt
er op aangedromgen, dat de kosten van ge-
noemden dienst zullen worden ingekrompen,
daar deze in vergelijking met die van andere
diensten te hoog worden geacht. In het bij-
zonder wordt daarbij de aandacht gevestigd
op de uitgaven, welke onder de volgnummers
212 in de begrooting (bijlage no. 26 van
1924) zijn geraamd.
Met den Directeur van den Keuringsdienst,
wiens advies wij eveneens bij de stukken zul
len voegen, zijn wij van meening, dat eenige
van laatstbedoelde posten inderdaad iets ver-
laagd zouden kunnen worden. In de perso-
nselsuitgaven kan thans geen verandering
worden gebracht, daar deze samenhangen
met het plan van organisatie van den dienst
Er bestaat echter, naar onze meening, geen
bezwaar cm aan Gedeputeerde Staten mede
te deelen, dat dezerzijds wijzi-ging van ge-
noemd plan zal worden overwogen, waardoor
het mogelijk zal zijn althans het aantal keur-
meesters bij eventueele vacature te verminde-
ren.
Wij stellen Uwe Vergadering mitsdien, na
de Commissie voor de Financien te hebben
gehoord, voor het desbetreffenide besluit te
nemen.
De totale verllaging van baton en lasten be
draagt 2136.71.
Gemengd Nieuws.
SALARISACTIE RIJKSPERSO'NEEL.
Vrijdag hebben te 's-Gravemhage de be-
sturen van de volgende samenwerkende orga-
misatiesGen'tralie van hoogere Rijksambte-
naren, Permanent ccmite van christelijke or-
ganisaties van pereoneel in publ'ieken d'ienst,
R.K. Centrale van burgeiTijk overheidsperso-
neel, Centrale van vereenigingen van perso-
neel in 's rijksdienst, vergaderd, ter bespre
king van den toestand, waarin het rijlcspersoi-
neel, na het handlhaven van d'e met 1 Octo
ber inigegane salarisverlaging van 10 pCt,
is gekomen.
Geconstateerd werd, dat hij1 de verschillilen-
de centrales scherpe prctesten van de aange-
slotenen inkemen tegen die te ver gaande
verlaging. De tcenemende duurte van de voe
dingsmiddelcn en de aan'hcudend gunstiger
woiTdeii'den stand van de rijksmiddelen vor-
men volgens de meening van alle vertegen-
wcordigiers factoren, die de regeeritng mildter
zouden moeten stemmen bij het toepassen van
de salarisvei"ilaging.
Bes'loten werd, de gezaimien'iijk te voeren
aetie in dezen zin voort te zetten, dlat
krachtige aandrang zal wcrdten uitgeoefend
tenein'de de regeaing te bewegen, het iniko-
men dat voor 1 October gold, cp peal te
h'ouden.
De ac'hteruitgang van de inkcmfcns van on-
gehuwden en de korting op de wachtgelden
de laan opreed.
„Wel?" vroeg zij, haar arm door den
zijnen slekemd en hem meetrekkend naar het
terras.
Tim keek haar aan met dircevigen bli'k. Hij:
kon zoo precies nagaao hoe haar houding
zou zijn en hij wiillide niet, dat zelfs zij on-
vriendelijike dingen zou zeggen over dt
vrouw, die hij liefhad. Wanneer hij het kon
voorkomen, mocht zij zelfs geen onvriendie-
lijke gedachte omtrent haar koesteren.
Heel vriendielijk en met onedndig veel tact
vertelde hij haar het nesulflaiat van zijn ge
sprek met Sara, zooveel mogelijk zijn ei'gieK'
wonde verbergend.
Tot zijn groote verlichting nam zijn moeder
de feiten met omgewone verd'raagzaamheid op.
Hij kon de uitdrukking van haar gelaat niet
zien, want zij hidtd haar oogen necTgeslagen,
maar zij sprak rusti'g alteof zij trachtte billijik
te zijn in haai" oordeel. Niets in haar uiter-
lijk voorkomen verried aan haar zoon den
ziedenden tcom en den wrok, die in haar
woedden.
„Maar wanneer, zooals je mij ver felt, Sam
niet verwadit met dien man, van wien zij: zoo
veel houdt, te zullen trouwen, dan is ze toch
zeker onnoodig haastig geweest? Als hq
nooit iets voor haar kan zijn, moet zij daar
om ale gcdachten aan een huwelijk op zir
zetten^
j r (Worfe yeryolgd).