Alkmaarsoiie Courant De Kluizenaar van Far-End. Honderd Zes en Twlntigsfe Jaargang, Maandag 20 October. FEUILLETOHT. SW. 248 1904 Stadsnieuws VOORSTEL EERVOL ONTSLAG J. B VAN AMERONGEN. Burg, en Weth. schrijven in biilage nr 189: In Uwe vergadering van 25 September j.l. namen wij op verzoek van deo heer J B. van Amerongen ons in bijlage 154 opgenomen voorstel om ook aan hem wegens opheffing zijner betrekking aan de handelsdagschool eervol ontslag te verleenen, terug, om hem in de gelegenheid te stellen, zijn bezwaren tegen dat voorstel uiteen te zetten, bezwaren welke de heer van Amerongen ontleende aan de re- geling zijner rechtspositie in de desbetreffen- de verordeningen, die naar het oordee! het nemen van den door ons voorgesteldeu maat- regel niet mogelijk zouden maken. Wij hebben den heer van Amerongen in de geliegenhekl gesteld, zijn bezwaren tee te lichten in een onderhoud, waarin zijn stand punt nader werd verdedigd door een lid van het hoofdbestuur ddr Algemeenc vereeniging van leeraren bij het middelbaar onderwijs. Ook na kennisneming van die bezwaren zijn wij niet tot de overtuiging gekomen dat ons voorstel om aan den heer Van Amerongen eervol ontslag te verleenen, strijd zou oproe- pen met een gemeente-verordtening. De volgende twee vragen eischen beant- woording: a. kan de heer Van Amerongen aan de handelsdagschool worden ontslagen; b. zoo ja, moet hem niettemin ook na ont slag aan de handelsdagschool het salaris worden uitgekeerd, dat hij tot dusver voor het onderwijs aan handdsdagschool en gymna sium ontving? Over de eerste vraag is geen verschil van meening. Het lid van het hoofdbestuur, aan wien de heer van Amerongen de behartigiog zijner belangen heeft toevertrouwd, erkent in zijn voor U ter inzage liggende uiteenzetting, dat de gemeente bevoegd is, den heer van Amerongen te ontslaan, een bevcegdheid wd- ke ook naar onze meening zonder twijfe! aan de gemeente toebehoort, bij*gebreke van eeni- ge bepaling die erop zou wijzen dat de ge meente zichzelf heeft beperkt in de haar los van elk verordening toekomende macht om het dienstverband van hare ambtenaren te ontbinden wanneer zij dat noodig oordeelt. Het verschil van inzicht loopt dan ook en- kel over de tweede vraag. De heer Van Amerongen is de meening toe- ged'aan, nader door zijn vertegenwoordiger toegelicht, dat de gemeente de totale wedde moet blijven uitkeeren ook al wordt hem aan een der beide inrichtingen, waaraan de heer Van Amerongen verbonden is, ontslag ver- leend. Deze meening is hierop gegrond, dat de heer Van Amerongen een totale wedde ont- vangt voor de beide inrichtingen, zoodat de voorschriften, welke hem een bepaalde v/edde garandeeren, moeten gelden voor deze totale wedde, in dien zin, dat, hoe zijn taak bij het onderwijs wordt beperkt (hetzij aan een hetzij aan beide inrichtingen, desnoods zelfs in die mate, dat zijn diensten aan een der beide in richtingen geheel overbodig worden) de be- zoldiging krachtens de garantiebepalingen op den tegenwoordigen voet blijft uitbetaald, zoolang de gemeente hem niet van zijn taak bij het gemeentelijk onderwijs geheel en al ontheft. De wijze van berekening der wedde en derhalve van de garantie zou er n.l. op wijzen, dat de heer Van Amerongen een vast gewaarborgde bezoldiging ontvangt voor zijn diensten bij het onderwijs, aan welke der bei de inrichtingen die dan ook worden bewezen. Deze redeneering kunnen wij niet tot de onze maken. Integendeel. Naar ons oordee! geven de verordeningen geen recht, haar een dergelijke strekking toe te kennen. De laatstelijk vastgestelde verordening voor de bezoldigingen van de leeraren aan de han- delsscholen (gemeenteblad 892) bevat in de eerste alinea der overgangsbepaling het voorschrift dat die verordening niet van toe- passing is op leeraren, die ingevolge de toen ingetrokken verordening (d. w. z. die van gemeenteblad 753) een hoogere wedde zou ontvangen dan volgens de nieuwe verorde. ning. Voor hen blijft de ingetrokken verorde- nn cr van kracht. De heer Van Amerongen verkeert in dat geval. De gestelde vraag moet derhalve worden beantwoord aan de hand van de verordening, opgenomen in gemeenteblad 753. De vijfde alinea van artikel 4 dier verorde ning geeft aan, op welke wijze de jaarwedde wordt berekend van leeraren, die zoowel aan het gymnasium als aan de handelsscholen verbonden zijn. De zin van deze alinea is, dat, om te ko- men tot de wedde voor elke inrichting, men begint met de uren aan gymnasium en han delsscholen op te tellen en daamaar een to- door Margaret Pedler. Geautoriseerde vertaling van W. E.: Pont. 61) Zij vouwde en verzegelde' den brief en idacht toen kallm na over al'les wat er het ge- volg van kon zijn. Bijma onvermijdelijik moest het een vclkomen verwijdfering tusschen haar en de Durwards geven. Elisabeth zou haar boogstwaarsehijtnlijk nooit de wijze waarop zij Tim behandeld had1, vergeven; zelfs die zachtmoedige majoor Durward zou wd gepi- queerd zijn en nu Garth haar niet ten huwe- lijik gevraagd had en niet gendgrf scheen <mt te doen was het bijna zefcer dat zij haar standpunt niet zouden begrijpen en aller- minst het met haar eens zouden zijn. Sara zuchtte, toen zij haar brief in de bus deed. Dat bdteekende het einde van de prettige, miooie vriendsfhap, die in haar le- vetn was gekomen juist in den tijd, dat het dtoor Patrick LovdPs dood zoo eenzaam en leeg was geworden. Twee dagen van spanning volgden, waar- jo zij rusteloos Tim's antwoord afwachtte. fUe dso dag kwam hij zejf, zijn gc- laal-bedrag te Berelcenen om fe zlen fioeveel het salaris zou bedragen, wanneer alle les- uren aan een inrichting werden gegeven. Naar evenredigheid van het aantal uren dat werkelijk gegeven wordt, geschiedt dan de bepaling van het salaris voor elke inrichting afzonderlijk. Een gelijkluidende bepaling komt voor in de voor den heer Van Ameron gen eveneens geldende verordening voor het Gymnasium (gemeenteblad 766, artikel 4, 6e alinea). Voor de berekening der wedde wordt derhalve wel verband gelegd met de uren die de leeraar aan andere inrichtingen geeft, maar dit geschiedt alleen om te kunnen bepa- len hoeveel de leeraar in totaal moet ontvan gen zoolang hij aan twee of meer inrichtingen verbonden is, een bepaling dus, die naar wij meenen van zclf haar kracht veirlicst, zoodra, om het geval te nemen dat thans aan de orde is, de heer v. Amerongen niet meer is leeraar aan het gymnasium en de handelsdagschool Van meer belang zijn de 8e en de 9e alinea van artikel 4 der hier van toepassing zijnde verordening Gemeenteblad 753. Deze alinea's luiden als volgt: „Lesuren, welke aan een leeraar met vaste „aanstelling tengevolge van klassesplitsing, „gedurende vier achtereenvolgende jaren zijn „opgedragen, worden als definitieve uren „aangemerkt. „Vermindering van het aantal eenmaal de- „finitief opgedragen lesuren heeft geen ver- mindering van bezoldiging tengevolge, tenzij „de verminderin.g is geschied op verzoek van „den betrokken leeraar". Over deze garantiebepalingen vooral be- staat verschil van opvatting. Uit het feit, dat ook deze bepalingen gelijk- luidend voorkomen in' de verordening voor het gymnasium (gemeenteblad 766, 9e en lOe alinea van artikef 4) leidt de heer Van Ame- rcr"~— ef, dat deze waarborgbepalingen een en grondslag geven aan zijn sala- i wor beide inrichtingen, dat zij het totale salaris gehandhaafd willen zien bij elke be- perking van zijn taak, zelfs zoo die beperking mocht leiden tot opheffing van zijn functie aan een der beide inrichtingen. Aldus redeneerende, ziet de heer Van Ame rongen twee factoren die hierbij van belang zijn, voorbij. In de eerste plaats hecht hij naar onze meening ten onrechte geen waarde aan het feit, dat hij voor elke inrichting een afzonder- lijke aanstelling heeft van den Raad. Gerui- men tijd (van 1911 tot 1916) had hij een aanstelling enkel voor het gymnasium. Eerst sedert 1916 is hij mede werkzaam als leeraar aan de handelsdagschool, eveneens krachtens afzonderlijke aanstelling van den Raad. Er is van de zijde van den heer Van Amerongen op gewezen, dat krachtens de verordening de verplichting bestaat om een benoeming aan een andere inrichting te aanvaarden en dat die benoeming dus feitelijk is een detachee- ring, zooals men die ook elders kent, een for- matiteit derhalve, waaraan men overigens geen beteelcenis moet hechten. Wij achten dit standpunt niet juist. Het moge zijn, dat die verplichting aan het leggen van het dienst verband aan de andere inrichting wel een eigenaardig karakter geeft, in het geheel der verordening is zij volkomen logisch. Wij willen hierbij nog opmerken, dat de heer Van Amerongen niet krachtens deze verplichting zijn taak aan de handelsdag school op zich genomen heeft. Immers op 1 September 1916 bestond die verplichting nog niet; zij werd eerst op 1 Januari 1917 van kracht. Maar afgescheiden hiervan kan ook die verplichting niet te niet doen het feit, dat gesproken wordt van het verplichte aan- nemen van een benoeming. Er wordt dan ook telkens een afzonderlijke aanstelling voor el ke inrichting uitgereikt, zonder welke een leeraar niet aan die inrichting kan werkzaam zijn. Wij hechten inderdaad groote beteekenis aan de afzonderlijke aanstelling. Wat zou die aanstelling moeten beteekenen als het niet juist dit was, dat met die aanstelling een af zonderlijk, nieuw dienstverband in het leven wordt geroepen, dat geheel en al, ook wat de financieele gevolgen bij ontslag betrejt, een eigen bestaan heeft? De heer Van Amerongen wi'l de rechtma- tigheid van deze vraag erkennen, even wel zon der de cursief gedrukte woorden. Hij betwist, dat ontslag aan een der inrich tingen financieele gevolgen kan hebben in dien zin, dat het voor die inrichting bereken- de tractement geheel zou vervallen. Hij be- roept zich daarvoor op de boven afgeschreven garantiebepalingen. Dit beroep zou gegrond zijn (en daarbij ko men wij aap den tweeden factor, dien de hr. Van Amerongen uit het oog verliest) indien de bepaling van de 9e alinea van artikel 4 der verordening gemeenteblad 753 b.v. aldus had geluid: „Vermindering van het aantal eenmaal aan „de handelsscholen of aan de handelsscholen „en het gymnasium definitief opgedragen les- „uren heeft geen vermindering van bezoldi- „ging ten gevolge", enz., welke bepaling „dan eveneens in de lOe alinea van artikel 4 „der verordening nr. 766 had moeten voor- „komen. Noch het een, noch het ander is het geval, laat droeg die sporen van dee slapeloozen nacht, dien haar brief hem gekosit had' en zijn oogen hadden een uifdrirkking van het niet te Jmnnen gelooven. Hij was heel zacht met haar. Geen bitter- heid of verwijten, hij Iw orde haar verk faring aan met een emstig geduld, dlat haar meer smarfcte dan alle verwijten, die hij: haar voor de voeten had kunnen gooien. „Ik dacht dat het alleen van mijn kant kwam, Tim vertelde ze hem. „En daarom vcelde ik mij vrij jou te geven, wat je ver- langde...., om je vrouw te zijn, wanneer je mij todi nemen wilde, hoewel je wist, dat ik je geen liefde geven kon. Ik dacht" haar woorden stekten even- dlat ik evengoed iemand gelukkig kon maken. Maar nu jk .weet, dat hij mij liefheeft zooals ik hem, kan ik toch niet met een ander tromven; is het wel1?" „En zul je hem trouwen dibn1 m;an, dien je liefliebt? „Dat weet ik niet. Hij1 heeft fad! mij niet gevraagd." „Hij is misschien al getrouwd?'1 Sod kwam deze vraag. Sara keek hem open aan. - „Dat weet ik zdfs niet." Tim maakte een driftige bewCging vain: on- geduld. „Is dat goed en ridderlij^ am' je zoo in wai dadrom zoo van beteekenis is, omdaf overal waar de verordeningen bepalingen be- vatten omtrent gccombineerde betreklangen, zij daarvan uitdrukkelijk melding maken. Men moet dus aannemen dat voor de boven- aangehaalde bepaling van verordening 753 de regel geldt, dat zij enkel geschreven is voor de inrichtingen waarvoor die verorde ning in het leven geroepen is, t.w. voor de handelsscholen en niet tevens voor het gym nasium, zooals ook, op denzelfden grond, de lOe alinea van artikel 4 der verordcaing ge meenteblad 766 enkel geldt voor het gymna sium en niet tevens voor de handelsscholen. De geldende bepalingen geven derhalve naar wij meenen geen recht op de aanspraken die de heer Van Amerongen daaraan wenscht te ontleenen- Maar ook uit bil 1 ijkheidsoogpunt kunnen wij zijn verlangen niet juist acnten, nu zijn aanspraken op een jaarlijksche uit- keering krachtens de onlangs door U vastge stelde wachtgeldverordening op redelijke wij ze zijn geregeld. Wij hebben dan ook geen aanleiding, in eenig opzicht terug te komen op ons voor stel, opgenomen in bijlage 154, om aan den heer van Amerongen eervol ontslag te ver leenen als leeraar aan de handelsdagschool VERKOOP VAN GROND ACHTER DE U. L. SCHOOL VOOR JONGENS EN MEISJES. Burg, en Weth. stellen den Raad voor, ge- zien een verzoek van J. J. Velfhuijs, alhier, d.d. 6 October 1924, om aan hem te verkoo- pen een perceel bouwterrein gelegen achter de U. L. school voor jongens en meisjes, ka- dastraai bekend gemeente Alkmaar, Sectie E nr. 3465 gedeeltelijk, ter grootte van onge- veer 1400 M2, voor den prijs van 7. per M2. Het omsohreven bouwterrein te verkoopen- voor dien prijs en onder nader aangegeven voorwaarden. VERKOOP VAN GROND LANGS DEN KENNEMERSTRAATWEG. Burgemeester en Weth. stellen den Raad voor te besluiten: i. zijn besluit van 25 September 1924, Nr. 16, Sub I in te trekken II. aan de Maatschappij „Nooitgedacht", gevestigd te Alkmaar, te verkoopen een stuk grond, liggende langs den Kennemerstraat- weg, groot pl.m. 750 M2, kadstraal bekend Sectie F, Nr. 1904 en op de aan dit besluit gehechte situatieschets aangegeven in paarse kleur, onder bepailing o.a. dat de koopprijs voor het geheele perceel bedraagt 11000. ROCHDALE. OVERNAME BESTRATIN- GEN ENZ. 120 WONINGEN. Burg, en Weth. stellen den Raad voor kos- teloos voor de gemeente in eigendom en be- heer over te nemen de straten, aangetegd in en om 't complex der 120 door de Arbeiders- woningbouwvereeniging „Rochdale" gebouw- de woningen, met hare volledige meubilee- ring, zooals rioleering, brandfcranen, leidin- gen, enz., onder vo^rwaarde: a. dat de kosten dezer overdracht, geene uit gezonderd, komen voor rekening van de Vereeniging b. dat de Verordening zich verbindt alsnog binnen een door Burgemeester en Wethou- ders vast te stellen termijn onder goed'- keuring van dat College trottoirbanden aan te brengen in de Bleekerskade; en overigens op de door Burgemeester en Wethouders nader vast te stellen bedingen. BENOEMING HOOFDOPZICHTER GEMEENTE-WERKEN. Burg, en Weth. hebben de volgende aan beveling opgemaakt: 1. C. Kirkenier, bouwkundige te 's-Graven- hage. 2. C. A. de Groot, technisch ambtenaar bij Gemeenfe-werken te Wageningen. 3. P. Rezelman, gemeente-opzichter te Scha- gen. De datum der infimctietreding willen Burg, en Weth. door het college laten vast- stdlen. VERDEELING LESUREN HANDELS SCHOLEN. Burg, en Weth. stellen in bijlage no. 180, na uitvoerige motiveering, voor: I. het college te maohtigen met ingang van 1 Januri a.s. de aan de Handelsscholen gedurende 't dan nog overblijvende deel van den cursus 1924/1925 te geven les uren in .natuurwetensehappen aldus te verdeelen, dat de heer Ir. D. de Miranda 8 en de heer Ir. D. A. Wittop Koning 6 lesuren per week aan die scholen zal geven; II. af te wijzen het bij adres did. 26 Augus- stus j.l. door den heer D. A. Wittop Ko ning gedaan verzoek om hem financieel schadeloos te stellen voor het gemis van lesuren, wdke ingevolge raadsbesluit aan den heer Ir. D. de Miranda' zijn opge dragen. ONTBINDING HUUROVEREEN- KOMST MET VOOGDIJRAAD INZAKE PERCEEL LANGESTRAAT 85. Burg, en Weth. sellen voor de krachtens Raadsbesluit met den Voogdijraadl in het Ar- onwetendheid te laten?" vroeg hij. Sara lachte plotseiing. Misschien niet. Maar in zekereai1 zin geef ik daar niet om. Ik ben er zekier van, dat hij een goode reden moet hebben, of anders", met een tikje humor, „een reddi of anders een dwaze mannenrcden, die heelemaal geen beletsel is." „Stel eens" Tim boog zich over haar heen, zijn gelaat was heel bleek „stett eens, dat je merkt, later, dat er werkelijk een be letsel is, dat hij je niet trouwen' kan, zou je dan naar mij komen, Sara?" Zij schuddfe het hoofdi. .„Neen, Tim, nu niet. Begrijp je niet, dat, nu ik weet, dat hij mij liefheeft1, al'les veran- dcrd is? Ik ben nu niet vrij meer. In zekeren zin behoor ik hem toe. O! Hoe moet ik het je uitleggen? Ook al zouden we nooit door het huwelijk verbonden' worden, er is toch een soort trouw, die van den geest, dien men niet verbreken kan, Tim. Dat is dat is die hoofdzaa'k van liefde werkelijk..." Zij kon niet verdier spreken1, maar voelde Tim's hanL dien op haar schouders. „Ik geloof, dat ik het begrijp, Sara", zei hij zacht. „Het is juist, wat ik van je verwach- ten zou. Het beteekent het eiinde voor mij het einde van allies, wat beteekenis voor mij heeft. Maar toch z,c»u ik niet willen dat je adders was,'* t ronclfifelfment Alkmaar, aTfrfer, aarfgeprie^ huurovereenkomst d d. 28 Augustus 1924 met ingang van 1 Januari 1925 te ontbinden. VERHAAL VAN PENSIOENSBIJDRAGEN INGEVOLGE ARTIKEL 156 DER PENSIOENWET 1922 (STBL. 240). Burg, en Wet. stellen den Raad voor te be sluiten op den ambtenaar C. A. de Braal te verhalen 4 pet. van de som welke zijn pen- sioensgrondslag over het tijdvak van 1 Octo ber 1913 tot 1 Januari 1920 heeft bedragen, met bepaling, dat het te verhalen bedrag moet zijn imgevorderd voor 1 Juli 1926 en dat de inhouding overigens wordt geregeld door Burgemeester en Wethouders. y t WERKVERSCHAFFING Burg, en Weth. stellen den Raad voor te be sluiten: i i I. hen te machtigen in overleg met de com- missie van bijstand voor het grondbedrijf bij wijze van werkverschaffing bouwrijp te maken a. een nader door hen aan te wijzen ge- deelte van het terrein aan het einde van' de Uitenboschstraat, thans in huur bij den bewoner der boerderij „Oostwijk". (De Commissie voor het Grondbedrijf ontraadt dit Voorstel en de minderheid van het College is bet daarmede eens b de terreinen aan weerszijden der Juli- aan van Stolberglaan, welke tot de Bleekerskade zal worden verlcngd II. van de lijst der in werkverschaffing uit te voeren werken, vastgcsteld bij Raadsbe sluit d.d. 25 September j.l., te schrappen het cgaliseeren van het terrein aan de B'leekerssloot III. de uitgaven, vereischt voor de uitvoering der sub 1 bedoelde werken, nader te rege- len bij suppletoire begrooting. VERH'UUR VAN GROND AAN DE FIRMA VROOM EN DREESMANN. Burg, en Weth. stellen den Raad voor, te besluiten I. met ingang van een door Burg, en Weth. te bepalen datum aan' de bestemming voor den keurigsdionst voor waren te omttrek- ken het hierna bedoelde gedeelte van het terrein, gelegen naast het perceel Lange- straat 196; II aan de firma Vroom en Dreesmann alhier te verhuren een door Burg, en W. aan te wijzen gedeelte, groot pl.m. 1300 vierk. Meter van het terrein, gelegen aan bet Kerkplein naast perceel Langestraat 106, kadastraal bekend onder Sectie A, No. 3586, en zulks onder nader aangegeven voorwaarden. De huurprijs zal 2000 per jaar bedra gen. VERKOOP VAN GROND AAN DE JULIANASTRAAT. Burg, en Weth. stellen den Raad voor, ge- zien een verzoek van E. Kalverboer, alhier, d.d. 3 October 1924, om aan hem of zijne last- gevers fe verkoopen een perceel bouwterrein gelegen aan de julianastraat, kadastraal be kend gemeente Alkmaar, sectie F No. 2437, ter grootte van 1041 vierk. Meter, voor den prijs van 10 per vierk Meter, te besluiten het hiervoor omschreven bouwterrein, coder na der aangegeven voorwaarden, te verkoopen. VERHUUR STUK IE GROND AAN DE TWEEDE NOORDHOLLANDSCHE- TRAMWEG-MAATSCHAPPIJ Burg, en Weth. stellen den Raad voor te besluiten, een gedeelte van het kadastrale per ceel, Sectie B No. 3356, ter grootte van pl.m. 285 vierk. Meter, gelegen ten Noorden van het stationsgebouw der tram, met ingang van 1 November 1924, aan de Tweede Noordhol- landsche Tramwegmaatschappij in huur af te staan voor den tijd van cen jaar en vei'der van jaar tot jaar tegen een bedrag van 14.25 per jaar, onder nader aangegeven voorwaar den. VERORDENING RIOOLBELAST ING. In bijlage No. 182 schrijven Burg, en Weth. Gevodg gevende aan ons in bijlage nr. 68 medegedeeld voornemen, bieden wij U hierbij verordeningen aan op de heffing en invorde- ring van een belastmg voor de aansluiting op het rioolnet der gemeente van de gebouw- de eigendommen, liggende aan het gedeelte van den Westerweg tusschen de algemeene begraafplaats en den Kalkovensweg. Krachtens uw besluit van 24 April 1924, nr. 9, is met den aanleg van een riool in dat. wegsgedeelte een begin gemaakt. De kosten daarvan bedragen rood 2400 Waar de aan dezen we-g grenzende teiTeinen voor be- bouwing in de toekomst zijn aangewezen, lijdt het geen twijfel of langzamerhand zal de aangebrachte leiding tot den Kalkovensweg moeten worden verlengd. De totale kosten zullen alsdan ongeveer 5000.beloopen. Wanneer de gemeente zich deze kosten ge- troost, is het bitlijk, dat de eigenaars van de aan dezen weg te sticbten gebouwen met een gedeelte ervan, in den vorm van eene jaar lijksche bijdrage worden belast. Artikel 242c der gemeentewet geeft daartoe uitdrukkelijk de bevoegdheid. Bij bleef niet fang meer daama. Ze spra- ken nog even, en beloofden: elikaar, dlat hun vriendschap ongebroken en onveranderd zou blijven. „Want", zei Tim, „wanncer ik niet het beste kan krijgen dat de wereld mij kan ge ven jouw liefde Sana dlan hoef ik toch niet op een na het beste te verll'iezen^ dat is je vriendschap." En Sara, me hem door het raam naikeelk, toen hij met groote passen het paadje voor het huis affiep, vroeg zich af waarom liefde zoo dikwijls komt met rozen in de eene hand1 en een scherp zwaard in de aediere- HOOFDSTUK XXL Het meedoogenlooze altaar. Elisabeth liep rusteloos het breede terras van Barrow Court op en neer, ongeduldig Tim's terugkeer uit Monikshaven afwachtend. Zij wist welke boodschap hij d;aar had. Hij had haar nauwelijiks den inhoud van Sara's brief behoeven te vcntellen, zoo gauw had1 zij 'het verband begrepen tusschen Sara's hand- schrift (dat zij op een afstamd had! herkemd) en de schaduw op het geliefde gelaat van haar zoon. Zij ging hem vol verlangen fegemoet, toen zij. fa«4 zacfete mi. h^fdc, (fe: Wij 'hetTiinereit' er*!fl. 3!t verband aan, 8a! eene dergelijke bijdrage ook is gebeven voor aansluitingen aan de in de Nieuwpoortslaan en Snaarmanslaan gelegde rioleeringen. De desbctreffende regcling, vastgcsteld bij raads- bsluite van 26 Juli 1899, nos. 2 en 3, hadden echter een privaatrecihtelijk karakter. Nu op- nieuw een bijdrage zal worden gevraagd voor rioolaansiuitingen, lijkt het ons juister daar toe het door de wet aangewezen middel te bezigen en de heffing op publiekrechtelijbt leest te schoeien. De wet staat toe, dat een bililijke bijdrage in de kosten van aanleg en onderhoud gevor- derd wordt. Wij meenen derhalve het tarief niet te hoog te moeten stellen. Bij artikel 5 van de hieronder volgende verordening heb ben wij de belasting bepaald op 2 pet. vag de opbrengst, welke de gebouwde eigendom men, volgens de kadastrale leggers, opleve- ren. Het spreekt vanzelf, dat de uitgaven, die de gemeente terzake van renteverliea, waar- devermindering en ondeiboud zal hebben te doen, voortdurend de ontvangst uit deze hef fing belangrijik zullen te boven gaan, a! wordt de verhouding gunstiger, naarmate de bebouwing vordert. Berekeningeni hieromtrete kunnen uiteraard thans nog niet worden over-1 gelegd. In het ontwerp is er mede rekening' gehouden (zie artikel 8 sub c) dat krachten? de vroegere regelingen bedragen in eens ver- schuildigd waren. Zij, die aan een dergelijke kapitaalsuitgave ook thans de voorkeur ge ven, behooren uiteraard van de belasting te worden' vrijgesteld. i Burg, en Weth. stellen ten slotte voor te besluiten vast te stellen een nader gepreciseer- de verordennig op de heffing van een belas ting voor het recht van aansluiting op't ge- meenteriool alsmede een verordening op de invordering van de belasting voor het recht van ansluiting op het gemeenteriool in de gemeente Alkmaar. BEGROOTING 1924 VOOR DEN KEU- RINGSDIENST VOOR WAREN. B. en W. schrijven in bijlage nr. 183: Gedeputeerde Staten dezer provincie zon- den ons bij hun brief van 26 Mei j.l., l e afd., no. 48bis/7592, ter kennisneming toe een ad- vies van den Inspecteur van de Volksgezoffid* heid te'Leeuwarden ten aanzien van de be grooting voor den Warenkeuringsdienst al hier voor den dienst 1924. In dit advies wordt er op aangedromgen, dat de kosten van ge- noemden dienst zullen worden ingekrompen, daar deze in vergelijking met die van andere diensten te hoog worden geacht. In het bij- zonder wordt daarbij de aandacht gevestigd op de uitgaven, welke onder de volgnummers 212 in de begrooting (bijlage no. 26 van 1924) zijn geraamd. Met den Directeur van den Keuringsdienst, wiens advies wij eveneens bij de stukken zul len voegen, zijn wij van meening, dat eenige van laatstbedoelde posten inderdaad iets ver- laagd zouden kunnen worden. In de perso- nselsuitgaven kan thans geen verandering worden gebracht, daar deze samenhangen met het plan van organisatie van den dienst Er bestaat echter, naar onze meening, geen bezwaar cm aan Gedeputeerde Staten mede te deelen, dat dezerzijds wijzi-ging van ge- noemd plan zal worden overwogen, waardoor het mogelijk zal zijn althans het aantal keur- meesters bij eventueele vacature te verminde- ren. Wij stellen Uwe Vergadering mitsdien, na de Commissie voor de Financien te hebben gehoord, voor het desbetreffenide besluit te nemen. De totale verllaging van baton en lasten be draagt 2136.71. Gemengd Nieuws. SALARISACTIE RIJKSPERSO'NEEL. Vrijdag hebben te 's-Gravemhage de be- sturen van de volgende samenwerkende orga- misatiesGen'tralie van hoogere Rijksambte- naren, Permanent ccmite van christelijke or- ganisaties van pereoneel in publ'ieken d'ienst, R.K. Centrale van burgeiTijk overheidsperso- neel, Centrale van vereenigingen van perso- neel in 's rijksdienst, vergaderd, ter bespre king van den toestand, waarin het rijlcspersoi- neel, na het handlhaven van d'e met 1 Octo ber inigegane salarisverlaging van 10 pCt, is gekomen. Geconstateerd werd, dat hij1 de verschillilen- de centrales scherpe prctesten van de aange- slotenen inkemen tegen die te ver gaande verlaging. De tcenemende duurte van de voe dingsmiddelcn en de aan'hcudend gunstiger woiTdeii'den stand van de rijksmiddelen vor- men volgens de meening van alle vertegen- wcordigiers factoren, die de regeeritng mildter zouden moeten stemmen bij het toepassen van de salarisvei"ilaging. Bes'loten werd, de gezaimien'iijk te voeren aetie in dezen zin voort te zetten, dlat krachtige aandrang zal wcrdten uitgeoefend tenein'de de regeaing te bewegen, het iniko- men dat voor 1 October gold, cp peal te h'ouden. De ac'hteruitgang van de inkcmfcns van on- gehuwden en de korting op de wachtgelden de laan opreed. „Wel?" vroeg zij, haar arm door den zijnen slekemd en hem meetrekkend naar het terras. Tim keek haar aan met dircevigen bli'k. Hij: kon zoo precies nagaao hoe haar houding zou zijn en hij wiillide niet, dat zelfs zij on- vriendelijike dingen zou zeggen over dt vrouw, die hij liefhad. Wanneer hij het kon voorkomen, mocht zij zelfs geen onvriendie- lijke gedachte omtrent haar koesteren. Heel vriendielijk en met onedndig veel tact vertelde hij haar het nesulflaiat van zijn ge sprek met Sara, zooveel mogelijk zijn ei'gieK' wonde verbergend. Tot zijn groote verlichting nam zijn moeder de feiten met omgewone verd'raagzaamheid op. Hij kon de uitdrukking van haar gelaat niet zien, want zij hidtd haar oogen necTgeslagen, maar zij sprak rusti'g alteof zij trachtte billijik te zijn in haai" oordeel. Niets in haar uiter- lijk voorkomen verried aan haar zoon den ziedenden tcom en den wrok, die in haar woedden. „Maar wanneer, zooals je mij ver felt, Sam niet verwadit met dien man, van wien zij: zoo veel houdt, te zullen trouwen, dan is ze toch zeker onnoodig haastig geweest? Als hq nooit iets voor haar kan zijn, moet zij daar om ale gcdachten aan een huwelijk op zir zetten^ j r (Worfe yeryolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1924 | | pagina 5