f. I Alkmaarsche Courant De Kluizenaar van Far-End. 1 0 0 1 w Honderd Zes en Twinfigste Jaargang, Woensdag 22 October. Ingezoncfen ^tukken. ProTinciaal Nieuws FECILLETON. WIJ DRUKKEN UW BEZOEKAANKONDIGINGSKAARTEN VIUQ EN NET. 3 I N.V. BOEK-ENHANDELS.DRUK- KERIJ v.h. HERMS. COSTER EN ZOON, VOORDAM C 9, ALKMAAR >f He. 280 1924 (Buiten verantwoordelijkheid van de Re- da ctie. De opname in deze rubriek bewijst geenszins dat de redactie er mede instemt.) WET VOORSTEL TOT EERVOL ONT- SLAG AAN DEN HEER J. B. VAN AMERONGEN. M. de Red. De publicatie van bijlage 189, befcreffende Aet voorstel van B. en W., mij eervol ontslag te geven aan de Handelsdagschool geeft mij aanleiding, de zaak ook van mijn kant te belichten: Zooals ik reeds 20 Aug. 1923 in dit blad uiteen zette, ben ik sedert 1916 werkzaam aan Gymnasium en Handelsdagschool. Deze be trekking is vanaf Sept. 1917 voor beide in- Tichtingen „vast", terwijl ik vanaf 1 Sept. 1918 gesalarieerd wordt volgens dfe bepalin- gen, gektende voor betrekkingen van 1924 uren, een toestand volkomen gelijk aan die van andere plaatsen, waar men werkt onder z.g. „d:etacheeringsbepalingen". Het is aller- eerst noodzakelijk onder de oogen te zien, wat men hieronder verstaat: Ten erode te voorkomen, dat de gemeente financieel nadeel ondervindt door het benoemen van twee of meer leerkracbten van versehillende inrich- tingen, ieder voor een klein aantal uren, wanneer men met. een leerkraeht voor het ge heel kan volstaan, heeft men in de verorde- n-ingen die bepaling opgenomen, dat een leeraar verplieht kan worden aan twee of meer scholen les te geven, ook al is hij oor- spronkelijk sights aan een school aangesteld. In dat geval worden de salarissen ook niet volgens het aan iedere school werkelijk ge- geven aantal uren berekend, maar er wordt een geheel nieuw salaris gecreeerd, alsof het urenaantal aan een enkele school werd ge geven. Ik herhaal dus, dat deze „detachee- ringsbepalingen" zijn opgenomen ten gunste van de gemeentekas, wat door niemand ont- kend zal worden. Men zal begrijpen, dat ik juist aan die verplichting, aan twee scholen les te geven de allefgrootste waarde hecht. Men heeft hier dan ook aan die bepaling steeds met hand en tand vastgehouden. In al'le gevallen, waar van de zijde van leeraren verzocht is, hun van die verplich ting ten opzichte van een der scholen te ont- slaan, is dat dan ook geweigerd. 2) Dat men bovehdien hij het samenstellen van de bewuste verordening nooit anders dan aan een dergelijke opvatting heeft gedacht, wordt wel daardoor bewezen, dat vooraan- staande autoriteiten op onderwijsgebiedi, w.o. die vorige directeur der Handel sack o len (die, zooals bier algemeen bekend is bij het tot- standkomen dier verordening een zeer werk zaam aandeel heeft gehad) zich zeer positief daarover hebben uitgelaten. Dit wat de opvatting der bepaling betreft. Nu gronden B. en W. hun recht tot het geven van outslag op mijn aparte aanstellingen aan Gymnasium en H. S. Waar de bedoeling van de verordening zoo duidelijk wdjst op het scheppen van een detacheeringsbepaling, kan ik aan die dubbele aanstelling weinig waarde hechten. B. en W. doen dat echter wel en tegen dit voor mijn gevoel hoogst onbillijk, maar juridisch waarschijnlijk door te voeren standpunt is weinig in te brengen. Echter tiitsluitend wat het ontslag zelf betreft. Dat ontslag kan op mijn financieele positie van met den geringsten invloed zijn. De verordening luidt n.l. verder, dat, wan-- neer een zeker aantal uren gedurende min- stens vier jaren is gegeven, het salaris voor dat aantal uren genoten, voor de toekomst is gewaarborgd. In die positie verkeeren op het oogenblik meerdere leeraren aan de H. S. Ook ik verkeer in dat geval, ook al blijft er voor mij aan de H. S. geen enkel uur meer te geven: Ik heb vanaf het oogenblik dat men voor mij geen apart Gymn. en H. S. salaris meer kende, maar die salarissen zich oplos- ten in dat voor een gecombineerde betrekking, ook slechts een f inandeete waarborg gehad. Er was vanaf dat oogenblik geen sprake meer van een waarborg voor het Gymn. en tea waarborg voor de H. S., hnmers dan had Er is in Haarlem een leeraar, die door een toeval aan twee scholen apart benoemd, ook a an twee scholen apart gesalarieerd wordt, waardoor hij op een na de best bezol- iigde ambtenaar in de gemeente is. J) Dat B. en W. wel heel duidelijk gevoe- len, dat hier voor hen een groote moeilijkheid zit, blijkt wel uit de opmerking: „Het moge zijn, dat die verplichting aan het leggen van het dienstverband aan de andere inrichting wel een eigenaardig karakter geeft." In- dterdaad zoo eigenaardig, dat zij daardoor identiek wordt met de detacheeringsbepaling. Het daarop volgende: „In het geheel der he ook al die jarfen volgens die twee waar- borgen gesalarieerd moeten worden, wat voor mij een belangrijk materieel verscliil bad uit- gemaakt. (Zie oolc noot 1.) De zaak komt dus hier op neer, dat B. en W. weigeren dfe consequenties te dragen, van een1 maatregel in- dertijd genomen ten gunste van de gemeente. Dit belangrijke punt, de kern dfer geheele kwestie, dat mijn adviseur (de secretaris dfer Alg. Ver. v. Leeraren bij het M. O.) in een een aan B. en W. gericht „rapport" duidelijk heeft gemotiveerd, wordt in de bijlage nergens weerlegd. De zwakheid van het geheele, "om- standige betoog wordt hierdoor wel ten dui- delijkste gedemohsb'eei'd. Waar ontslag voor mij dus slechts kan be- teekenenhet geven van een klein aantal uren voor een vclledig salaris, zal men zich af- vragen, waarom ik ten slctte toch den Raad in cvcTweging heb gegeven hun stem aan het1 bewuste voorstel te onthouden. Ik heb dat gedaanOmdat, indien in hoog- ste instantie beslist mocht worden, dat op- heffing van een. deel van mijn werkkring geen vermindering van safaris iengevolge hwft, ik er de voorkeur aan geef voor dat envermm- derd salaris een velledige taak in de gemeen te te bll'ijven vervullen. En er is nog een taak voor mij aan de Handeisschool net is een grove onbillijkheid, dat de uren. aan den Di recteur opged'ragen, mij: in aftrek worden gebracht. Deze diredeur itrad in functi-e lang nadat de bij zijn komst aanwezige leerkrach ten werden benoemd en er was dus op dat oogenblik aan een derde leerkraeht voor het Eneelsch vcletrekt geen beboefte. B. v. AMERONGEN. (Wij gelooven, dat de heer Van Amerongen in zijn betoog vrij sierk staat. Het komt hierop neer, dat men wel de werk- zaamheden van dezen ambtenaarkan ver- minderen, maar dat die, door toevallige dm- standighedon verkleinde, werkkring niet te- vens de consequentie van. een verkleind salaris met zich draagt. Daarvoor waken de garantie-bepalingen. Waren die er niet, dan zou een leeraar, wiens aantal lesuren door achteruitgang van een school verminderen lean, nimmcr zeker van een redelijk salaris zijn. Een bepaald salaris, overeenkoniende met cen zeker aantal lesuren, wordt hem dus ge waarborgd, wat dus zeggen wil, dat al ver- mindert het aantal lesuren, het salaris daar- van toch niet den nadeeligen terugslag zal ondervinden. Nu heeft de gemeente in' zooverre van den heer Van Amerongen geprofiteerd, dat zij hem na zijn infunctietreding als leeraar van het gymnasium ook tot het leeraarschap aan de Handeisschool verplieht hejft. Door een gecombineerde betrekking als een geheel te beschouwen, kreeg men dus een to- taal aantal lesuren waarvoor minder aan sa laris moest betaald worden dan wanneer men aan elke school een aparte leerkraeht aan- sitelde. Uitsluitend financieele overwe.gingen heb- ten dus tot die combinatiie geleid, uitsluitend financieele overwegingen waren het die tot't samensmelten van twee functies tot een en kele geleid hebben. Om goed te laten uitkomen dat tusschen beide functies een onverbreekbare band be- stond, werd het salaris dat per school uitbe- taald werd, net berekend naar't aantal uren dat op die school werd les gegeven, maar uit sluitend naar een gedeelte van het tolaal aan tal uren. dat voor beide scholen bestemd was. Dit en bovendien de verplichting om als leeraar aan de eene school ook les aan de an dere te geven, dcen o. i. duidelijk uitkomen, dat het dienstverband van den heer Van Ame rongen met de gemeente niet dat van een dub- belen leeraar aan twee scholen is, maar uit sluitend dat van een enkelen leeraar, van wiens aantal hem gewaarborgde lesuren door versehillende gemeentelijke cnderwijsinrich- tingen hier ter stedfe geprofiteerd wordt. Staat dit vast en het komt ons voor, dat er weinig tegen in te brengen is dan heeft de gemeente natuurlijk te alien tijde het recht een der scholen niet langer van het onderwiis van den heer Van Amerongen te doen profi- teeren. Dit mag den betrokken leeraar dan minder werk bezorgen, zeer zeker lean het op zijn sa laris in zooverre dit voor een bepaald aan tal lesuren gegarandeerd is niet van in vloed zijn. Het getuigt niet van een breed standpunt, dat de gemeente de betrekking van den heer Van Amerongen plotseling niet meer als een en ondeelbaar beschouwt zoodlra dit haar niet langer financieel voordeel kan geven. Jarenlang heeft men van den heer Van Amerongen geprofiteerd door het kunstmatig scheppen van een eenheid welker beteekenis men ontkmt zoodra zii in het voordeel van den betrokkene kan bliiken. Bii de betaling van een salaris is er slechts een financieele waarborg. Meent men, dat er twee zijn, dan had men don'betrokken ambtenaar iarailang op voor verordening is zii volkomen logiseh" is een volkomen cwlogische, nietszeggende phrase. hem veel voordteenger grondslag moeten saJa- riceren. De heer Van Amerongen heeft een en ander te duidelijk in het licht gesteld dan dat wij daarop nog uitvoerig behoeven in te gaam, al bekruipt ons onder het schrijven wel de lust de bijlage van Burg, en Weth. in haar zwakke pun ten aan te tasten. Wij willen er slechts op wijzen, dat het be- staan van een dubbele aanstelling niet op ecu dubbele functie wijst, maar uitsluitend nood zakelijk was, doordat de heer Van Amerongen beidfe werkzaamheden niet gelijktijdig aan- vaard heeft. Bij het toenmalige streven de be trekking als een enkele, gecombineerde, te be schouwen, is de tweede aanstelling in wezen niets anders dan een bewijs tot vcrpiielite uit- breiding van lesuren aan een daarin nader aangeduide onderwijsinrichting. Ook al mocht men dit andere willen be schouwen, dan is dit op de financieele positie thans niet van invloed. Laten wij er ten slotte slechts even op wij zen, dat Burg, en Weth. zelf blijkbaar aller- miost van de kracht van hun argumentcn overfuigd zijn. Ware het anders, zij zouden hun betoog niet aanvullen met de mededeeling, dat den cntslagene een redelijk wachtgeld wordt toe- gekend. Het gaat er hier toch uitsluitend om of men het recht heeft den heer Van Ameron gen in salaris te vcrminderea en dat recht wordt niet bewezen en niet vergroot door de toekenning van het ruimst mogelijke wacht geld. Wilde ook de heer Van Amerongen zich buiten de zuivere paden van het recht een klein zijsprongetje op het terrein der billijk- heidsoverwegingen veroorloven, dan kan hij er op wijzen hij doet dat trouwens ook dat het niet billijk is de lesuren van een later aangestelde leeraar ten koste van een reeds langer in dienst zijnden collega te vergrooten, al is de laatst aangestelde dan ook tevens voor het directeurschap aangewezen.. Maar zoo komen wij onwillekeurig weer op het terrein der moreele rechten en plichten waarop het van de gemoedsstemming der aangewezen beoordeelaars en niet van het on- weerspreekbare recht moet afhangen wie in het gelijk gesteld zal worden. Wij blijven het betoog van den heer Van Amerongen sterker dan dat van Burg, en Weth. achten en'verwachten wel, dat de ra- geering bij een eventueel onislag-besluit zal, decreteeren, dat in de iaarwedde geen- wijzi- ging mag gebracht worden. Waardoor het dubbele nadeel verkregen wordt, dat de gemeente een echec lij-dt en dat de heer Van Amerongen voortaan een groot deel van zijn salaris zal verdienen zonder er voor te werken. En dit is iets, dat hem zelf allerminst wenschelijk toeschijnt. Red. Alkm. CrtV 1 TREURIG! In welken uithoek van Nederland ligt Oter- leek? Deze vraag rees bij me op, toen ik, de Alkmaarsche Courant van Zaterdag 11 Oct. j.l. in handen krijgende, het verslag las van de gehouden Raadsvergadering in de ge meente Oterleek op Vrijdag 10 October. Ik las met groote oplettendheidmijn gees- tesoog spiedde critisch. 't Is nu eenmaal mijn zwak, gaarne verslagen van Raadsvergade- ringen te lezen: ze zijn soms pittig; een an der keer vermakelijk, soms echter bedroevend. Dit laatste in't bijzonder, als men tot de ge- volgtrekking komt: „Hij oordeelt, als een blinde over de kleuren" en „met het ambt komt de bekwaamheid." Ondanks de wijze levens- les „Mensch, erger je niet", erger ik me dan toch. Het bedoelde verslag heeft me een oogen blik een lach op het gelaat getooverd en ik vroeg me af: zijn enkele raadsleden acroba- ten?" Immers, er waren er, die zwierige zwaaien maakten en daardoor de jaloezie van medeleden opwekten. Maar mijn lach ver- dween spoedig en mijn gemoedsstemming zwaaide ook: het werd me droef te moede. Luister slechts een oogenblik. Enkele tooneel- vereenigingen vroegen om subsidie: een tijd- kwaal van alle vereenigingen. Zooals elk vcerzoekschrift vond ook dit in den Raad zijn bestrijders en verdedigers. Een der laatste bediende zich van het argument: De Rederij- kerskamers bevorderen de ontwikkeling der Nederlandsche taal, wat ten plattelaode hoog noodig is. „Toegegeven", zegt zijn bestrijder, maar dit is niet noodig; op school wordt het Neder- landsch onderwezen! Bovendien staat de lei- ding van dergelijke tooneelvereenigingen on geen hooger peil dan de leiding van de school. Volgens mij zijn het clubjes, die zelf vermaak zoeken en op deze wijze (met ge meentelijke subsidie?) trachten de kas slui- tend te maken!" (Bah! Rederijkers in de ge meente O., wat staat ge op laag peil!) De eerste. door deze mokerslagen niet ter neder geveld, voegt hem toe: „Hoog noodig'" En om zijn woorden meer kracht te geven, volgt de uitdaging: „Noem mij in geheel Oterleek drie (zegge 3) menschen, die behoor- lijk de Nederlandsche taal kunnen lezen, den nacht van de enrotievolle geschiedenis van Molly's vervolging en vanaf het oogen blik, dat Garth Sara aan de hoede van Jane Crab had toevertrouwd, tot het oogenblik, dat hij naar haar toe kwam bij de pergola op Ro- zen'hof, haddfen zij elkaar niet ontimoet. Sara stond boven op een ladder en was bezig de takken van een al te weelderigen Crimson Rambler op te binden. En n-u hij bleef staan onderaan den lad der, voelde Sara hoe alles in haar opgespron- gen was van vreugde bij het zien van het smalle, donkere gdaat, dlaifc naar haar op- keek. „De Larvendeltante en Miles zijn aan 't rondscharrelen in de kas", legde zij uit, met een beweging van haar hand in de richting waar glas gliinsterde achter de hooge buxus- haag, die den rozentuin omgaf. „Zijn ze?" Het scbeen wel of Trent, die op zoek naar zijn gast en gastvrouw was en hierin werd opgehouden, volkomen onver- schillig was, of hij hen ooit zou ontdekken of niet. Hij leunde tegen een van dfe met nozen omslingerde pilaren van de pergola en keek aehteloos in de richting, die Sara aanwees. „Hoe is het met Molly?" vroeg hij. Sara laebte ondeugend. „Zij begint juist zak en asch op zij1 te schuiven voor iets meer aantrekkelijks"» ver- telde ze op ernstjgen toon. v schrijven en spreken!" (O, raadsleden en Re derijkers, gij, die te zamen meer dan 3 in aan tal zijt, wat is het treurig met Uw Neder- landsch gesteld! Als ik macbthebber was, 'k verwees U alleen naar een school voor achter- lijken.) Een der wethouders, in hooge mate veront- waardigd over die uitspraak, nam het voor de armen van geest op, door te verklaren, dat hij dit vernietigend oordeel over zijn mee-ge- meentenaren niet onderschreef. Volgens de verklaring van dezen autoriteit ziet het er dan toch niet zoo bedroevend nit. Welke taal of basterd Nederlandsch spreekt men er dan?" vroeg ik me af. En uit ingezonden stukken in het Alg. Han- delsblad herinnerde ik mij, dat iemand zich er over geergerd had, in't Zuiden des lands vooral. veel iaalverbastering te hebben waar- genomen. Men hoorde er bijna geen zuiver Nederlandsch, zelfs niet van menschen, van wie men dit, gelet op hun opieiding, zou mo- gen verwachten. Deze herinnering gaf, naar ik meene, een antwoord op mijn vraag. In de een of andere uithoek van Limburg, ergens op de hei, zou de gemeente O. liggen, geiso- leerd, zonder eenig verkeersmiddel met het beschaafde Nederlandsche wereldje. Om me te overtuigen, greep ik naar mijn groot Geo- grafisch woordenboek en zocht daarin op: Oterleek. Een nieuwe gemoedszwaai! Een en a! ver- bazing was ik bij' het lezen van het volgende: „Oterleek, welvarende gemeente, in Noord- Holland, op cngeveer een uur gaans van Alk- maar. Met de, ,Kaasstad" veribonden door de Ncord-Hollandsche tram. De gemeente, waartoe ook behoort het aan de Noorder- vaart gelegen Stompetoren, telt: 2 scholen (openbare;) in het dorp O, de hoofdpiaats der gemeente) staat een zeer cude kerk, waar schijnlijk gesticht in *t laatst der Middeleeu- wen, standplaats van den predikant der Ned- Herv. gem. In Stompetoren eveneens een groote kerk, dateerende uit de 17e eeuw; standplaats van een predikant der Ned. Herv. gemeente; een dokter, een notaris enz. En ik telde op: 2 scholen, dus 2 school- hoofden -f personeel, neem als minste aan elk harer 1, dus minstens 4, 2 predikan- ten +1 dokter 1 notaris 1 burgemees- ter is minstens 9. Negen menschen; die gestudeerd hebben. En het geacbte Raads- lid (specialist in de Nederlandsche taal?) kent er geen 3, dus minstens 2, teryijl hij toch blijkbaar veel oingang met zijn mede- gemeentenaren heeft; immers volgens het raadsverslag hAeft hij verklaard, dat hij zich als niet-plattelander alle dagen bedroeft over het misbruik van de Nederlandsche taal ten plattelande en in geheel Oterleek enz Wie zou de bevoorrechte'zijn, die behalve deze bedroefde, behoorlijk het Nederlandsch schrijft, leest en spreekt. Zijt gij, gestudeerden, flegmatisch? San- guinisch van temperament als ik ben, kom ik, die niet de eer heb tot uw negental te belioo- ren, doch zich verstout te verklaren, wel te kunnen, wat nog geen drie uwer kunnen, in opstand. 'k Zou dien sncodaard uitnoodigen, zijn verklaring in een openbare vergadering met bewijzen te staven en indien hij weigerde, wel dan volgde ik het voorbeeld van zijn zwaaiende collega's en noodigde hem in een in zuiver-Nederlandsch geschreven brief- je uit, zich aan mijn zijde te scharen, o:n sa in en in uwe gemeente een concours te organi- seei'en in het lezen, schrijven en spreken van Zuiver-Nederlandsch. Ieder Uwer gemeente- naren zou vrij zijn er aan deel te nemen; maar gij 9 gestudeerden -} - de raadsleden de rederijkers, incluis hun leiders, zouden ver plieht zijn de proef af te leggen. Hij en ik zouden de jury vormen en zijn stem zou tel - len voor twee en de miine voor een. Uw gemeenteraad zou natuurlijk wel een belangrijke subsidie toestaan en eenige me- dailies; want mijn mede-organisator-raadslid zou ons verzoek om subsidie met klemmende argumenten in zuiver-Nederlandsch verdedi- gen en zijn medeleden door zijn bezielend be toog meeslepen en zelfs de in-beginsel-tegen- subsidile. Zijt gij flegmatisch? Zijt ge misschien ver- standiger dan ik, driftkop? Hebt ge gelezen als ik, maar het verslag terzijde gelegd met een glimlach van medelijden met Hem? SANGUINOS. PROEFZUIVELBOERDERIJ TE HOORN. Aan het verslag over 1923 der Vcreeni- ging tot exploitatie van een proefzuivelboer- derij te Hoorn is nog het volgende ontleend. Bij de vei'eeniging was in gebruik 38 22.45 H.A. weiland, waarop werden gehouden 52 kceien, 5 pinken, 9 kalveren, 1 stier en eenig wolvee. Voor hooiland werd bestemd onge- veer 22 H.A.; hiervan werd gekuild 6 H.A., terwijl van ongeveer 16 H.A. 87.800 KG. hooi werd geoogst. Voor de kaas- en boterbereijling is geb'ruikt 247.911 K.G. melk. De winst op de kaas be- droeg 11.775!395. Aan boter is verkocht 6412 K.G.; de winst op boter bedroeg 12.S27.956. Als winst op koeien kon ge- boekt worden 3193.35, op kalveren 481.23 „Dat is goed. Ben je ben je weer heelfe- maal goed na dien val? Ik vraag naar dif alles, omdat ik een gevoel van verantwoorde lijkheid heb, nu je mijn auto hebt uitgekozen om dien val te bewerkstelligen." Sara klom van de ladder af, eer ze ant- woordde. Toen merkte ze kalmpjes op: „Dan sChijnt dat gevoel van verantwoorde- lijkheid predes zeven dagen: noodig gehad te hebben om tot ontwikkeling te komen." ,,Integend:eel, zeven dagen lang is mijn weetgiertgheid alleen bedwongen gew^orden door de prikken van mijn geweten." „Was het dan" zij' sprak heel zacht „was het dan je geweten, dat je van Sunny- side deed wegblijven?" Zijn bruine oogen keken haaf aan. „Misschien was het bescheidenhedd", ver- ondersteldte hij. „Voor de winkelramen staan kijken wanneer je een leege beurs hebt, is een povere bezigheid, die liefst maar vermeden moet worden". „W-ilde je dan graag binnenkomen'?" hield zij vriendelijfc aan. Half in gedaehten had hij een docden tak van de rozenstruik naast hem afgeb-okken en boog die doslloos tuschen zijn vingei's heen en weer. Bij haar woorden knapte de itdk door in zijn samengeknepen hand. Een oogenblik scheen hij de stukken verwoed weer aan el kaar te willen' passen, tosn liet hij iangzaair op varkens /8182.685, op schapen 327.35. Het veevoeder en varkensvoeder kostte 16.052.20. Aan arbeidsloonen is uitbetaald! 9001.121 voor de boerderij en 4159.50 voor de boterfabriek; voorts 3500 aan ad' ministratiekosten, 1211.35 aan belastingen' en verzekeringen, 2733 aan voorschotten en enderhoud inventaris, 1883.33 aan onkos- ten boterfabriek, 1998.68 aan verlichting en verwarming der boterfabriek, 3887 40 aan landhuren. De verlies- en winstrekening sluit met een saldo-verlies van 2892.82. De vereeniging ondervond den druk der tif- den door de gedwongen inkrimping van en kele proefnemingen. Met van het rijk ontvan- gen subsidie was door de algemeen noodig zijnde bezuiniging aan bepaalde grenzen ge- bonden, waardoor niet die werkkracht kon worden cntplooid, welke bij ruimer subsidiee- rina; zou zijn voorgekomen. Het verslag bevat de volgende wetenschap- pelijke'verhandelingen: bloedstolling als ag- glutinatieproces, door E. Hekma; Vergelij- kend onderzeek omtrent de voederwaarde van tarwegries en tarwegrint bij varkens, door E. Brouv/erEen nieuwe methode, te onderschei- ding van rauwe en verhicte melk, door E. Bek- man; onderzoelc omtrent een gedeeltelijke ver- vanging van hooi door andere vcedermidde- len, door J. C. de Ruyter de Wildt en E. Brouwer; over het wezen der vetbolletjes-ag- glutinatie: II. voortgezet quantitatief onderzeek om trent den invloed van blcedserum en van ver- hit bloedserum op de oprooming; III. de agglutinatie der vetbolktjes en hun- ne electrische lading, door E. Hekma en H. A. Sirks. Aan deze verhandelingen zijn kor- te samenvattingen in het Duitsch toegevoegd. UIT HOORN. De Vereeniging. „Ontwikkeling" heeft het winterseizoen geopend. De Parkzaal was we- dercm uitstekend bczet. Als spreker trad op de heer Van der Vol- kere te Amsterdam met het enderwerp: „De- monstratieproeven met den hoogspannings- transformator. Met groote aandacht luisterden de talrijke aanwezigen naar den geleerden spreker, wiens proeven bovendien hoogst interessant waren. De Berger Tooneelvereeniging heeft in den tooneelwedstrijd te Hoorn, uitgeschreven door de Directie van de Nieuwe Hoornsche Courant, deelgenomen met het blijspel „Sui kerfreule" van Van Wermeskerken. De Parkzaal was bijna geheel gevuld. Jam mer, dat de rolvasthcid zoo nu en dan wel te wenschen overliet. Overigens werden de spelers telkens met een dankbaar applaus be- loond. De wielerclub „De Pezer" hield giste- ren een open wegwedstrijd, afstand 45 K M. HoornMedemblik en retour. De snelste tijd was 1 uur en 15 minuten. De uitslag was als volgt: 1. Lammers, Amsterdam, 2. Meisner, Am sterdam, 3 Krijgsman Hoorn, 4. Leegwater. Berkhout; 5. Winterink, Amsterdam. UIT DE RIJP. Alhier geraakte het bijna 3-jarig zoontje van den brievenbesteller D. de Jongh Jr. in de Tiiingracht en verdronk jammerlijk. De heeren A. Eisma en Jb. Siebrands, alhier, zijn benoemd tot zetters van's Rijks Directe Belastingen voor deze gemeente. OeborenHendrik zoon van Pifiter Filipse en Aleida van Schothorst. Overleden Leonardus, oud 2 jaren, zoon van Dirk de Jongh Dz. en Geertruida Jacoba Hoogeveen. UIT GRAFT. Vanwege den Alg. Ned. Politiebond is aan den gemeenteveldwacliter D. C. Hendrikse al hier een zilveren politie-dienstkruis uitgereikt voor 29 jarigen trouwen dienst. UIT AKERSLOOT. De heer J. Verduin, autobusondemcmer alhier, die den dienst AkerslootUitgeest Alkmaar ondcrhoudt, is voornemens dtzen zijn hand ios en de gebroken tak viel op den grond. „I Ieb ik je nog niet duidelijk gemaakt", zei hij langzaam, „dat wat ik wensch, heelemaal: niet in aaninerking mag komen Deze korte woorden klonken alsof dit een eindbesiissing was en in de stilite, die volgde, keken twee paar oogen elkaar aan, wanhopig vragend, maar ook antwoordend1. Er zijn oogenblikken. dat besclicidenheid een slechte eigenschap is en dat het groote levensgeluk ervan afhangt of cen vrouw dit fcegrijipt en den' moed heeft er naar te hande- len. Voor Sara was zu'lk een oogenblik geko- men en haar folkomen: oprechte nathtcr was er niet bevreesd voor. „Neen", zei ze rustig. „Je hebt me alleen duidelijk gemaakt wat jie verlangesn is, Garth. Moeten we nog I'anger ver&tQppeI,- tje voor elkaar speilen „Ik begrijp je niet", mompelde hij. „Begrijp je't niet?" Zij kwam diiehter naar hem toe en het gezichtje, dat zij tot hem op- liief, was heel bleek. Maar haar oogen glan®. den. „Dien nacht, toen ik uit de auto viel... was... was ik niet bewusteloos." Een oogenblik staarde hij haar met onge- loovige oogen aan. Toen wankeldte hij even en zijn hand klenide dien: pilaar vast, waar te gen hij geleund stond, totdat de kn'Oikkels w® uitstaken boyen dfe krampachtig-gespannen hand (Wordt vervolgd.). J door Margaret Pedler. Geautoriseerde vertaling van W. E. Pont. 63) Haar man schudde het hoofd. „Je kunt de dingen niet dwingen, lieve- ting." „Kan ik dat n'iet? Er is weinig, dat een vrouw niet kan doen voor haar man of haar kind! Ik zeg je, Geoffrey voor jou of voor Tim, om jou of hem vreugde te geven, of ge- lu'k te geven, zou ik iedereen in de wereld op-, offeren Zij stond tegenover hem, haar mooie oogen gloeiden en haar stem trilde door- den storm van hartstocht, die in haar ziel was. Er was iets in haar, dat deed1 denken aan een tijgerin, die op de loer lag ter verdediging van haar long. Durward keek haar aan met een blik vol hartstoohtelijke vereering. „Dat is mooi van je, lieveliing", antwoordde hij vriendelijk. „Maar hleit is een gevaarlij'ke leer. En ik weet, dat je in den grond veel te teerhartig bent, dan dat je een vlieg kwaad zoudt doen." T Elisabeth keek hem aan met een vreemden blik. „Je kent me niet, Geoffrey" zei ze heel langzaam. „Geen enkele man kent een vrouw heelemaal niet al haar gedaehten." Wanneer majcor Durward, de openliartige, eerlijke kerel, had geweten welke vulfcanische hartstocht er achter de ondoorgrondelijke uit- drukking op het lieve gelaat van zijn vrouw verborgen lag, hij zou ontzet zijn geweest. Wij peilen de diepste d'iepien niet, zelfs van dege- nen, die ons het naast zijn. Beschaving had den wilden stroom' .gedwon gen binnen de smalle bedding te blijven, die de algemeen vastgestelde orde aangaf, maar eenmaal los van de beletselen der conventie, was de ziel van Elisabeth Durward die van de oervrouw, en de spl, waarom al haar daden draaiden, was liefde voor den man en voor het kind, dat zij hem geschonken had. Eens. jaren geleden, had1 zij recht en eer en het verirouwen van een man in de vrouwelijke menschheid geofferd op datzelfde meedoogen- looze altaar van de hefde. Maar de geschie- denis van dat offer kenden alileen zij en een ander en die ander was niet Durward. HOOFDSTUK XXII. Liefde's Sacrament. E^i voile \yeek was yoorbijgegaan sedert 8 k\wwip': - v-,v sr-v v V - - -V

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1924 | | pagina 5