f. I
Alkmaarsche Courant
De Kluizenaar van Far-End.
1 0 0
1
w
Honderd Zes en Twinfigste Jaargang,
Woensdag 22 October.
Ingezoncfen ^tukken.
ProTinciaal Nieuws
FECILLETON.
WIJ DRUKKEN UW
BEZOEKAANKONDIGINGSKAARTEN
VIUQ EN NET. 3 I
N.V. BOEK-ENHANDELS.DRUK-
KERIJ v.h. HERMS. COSTER EN
ZOON, VOORDAM C 9, ALKMAAR >f
He. 280 1924
(Buiten verantwoordelijkheid van de Re-
da ctie. De opname in deze rubriek bewijst
geenszins dat de redactie er mede instemt.)
WET VOORSTEL TOT EERVOL ONT-
SLAG AAN DEN HEER J. B. VAN
AMERONGEN.
M. de Red.
De publicatie van bijlage 189, befcreffende
Aet voorstel van B. en W., mij eervol ontslag
te geven aan de Handelsdagschool geeft mij
aanleiding, de zaak ook van mijn kant te
belichten:
Zooals ik reeds 20 Aug. 1923 in dit blad
uiteen zette, ben ik sedert 1916 werkzaam aan
Gymnasium en Handelsdagschool. Deze be
trekking is vanaf Sept. 1917 voor beide in-
Tichtingen „vast", terwijl ik vanaf 1 Sept.
1918 gesalarieerd wordt volgens dfe bepalin-
gen, gektende voor betrekkingen van 1924
uren, een toestand volkomen gelijk aan die
van andere plaatsen, waar men werkt onder
z.g. „d:etacheeringsbepalingen". Het is aller-
eerst noodzakelijk onder de oogen te zien,
wat men hieronder verstaat: Ten erode te
voorkomen, dat de gemeente financieel nadeel
ondervindt door het benoemen van twee of
meer leerkracbten van versehillende inrich-
tingen, ieder voor een klein aantal uren,
wanneer men met. een leerkraeht voor het ge
heel kan volstaan, heeft men in de verorde-
n-ingen die bepaling opgenomen, dat een
leeraar verplieht kan worden aan twee of
meer scholen les te geven, ook al is hij oor-
spronkelijk sights aan een school aangesteld.
In dat geval worden de salarissen ook niet
volgens het aan iedere school werkelijk ge-
geven aantal uren berekend, maar er wordt
een geheel nieuw salaris gecreeerd, alsof het
urenaantal aan een enkele school werd ge
geven. Ik herhaal dus, dat deze „detachee-
ringsbepalingen" zijn opgenomen ten gunste
van de gemeentekas, wat door niemand ont-
kend zal worden.
Men zal begrijpen, dat ik juist aan die
verplichting, aan twee scholen les te geven
de allefgrootste waarde hecht. Men heeft hier
dan ook aan die bepaling steeds met hand
en tand vastgehouden.
In al'le gevallen, waar van de zijde van
leeraren verzocht is, hun van die verplich
ting ten opzichte van een der scholen te ont-
slaan, is dat dan ook geweigerd. 2)
Dat men bovehdien hij het samenstellen
van de bewuste verordening nooit anders dan
aan een dergelijke opvatting heeft gedacht,
wordt wel daardoor bewezen, dat vooraan-
staande autoriteiten op onderwijsgebiedi, w.o.
die vorige directeur der Handel sack o len (die,
zooals bier algemeen bekend is bij het tot-
standkomen dier verordening een zeer werk
zaam aandeel heeft gehad) zich zeer positief
daarover hebben uitgelaten.
Dit wat de opvatting der bepaling betreft.
Nu gronden B. en W. hun recht tot het geven
van outslag op mijn aparte aanstellingen aan
Gymnasium en H. S. Waar de bedoeling van
de verordening zoo duidelijk wdjst op het
scheppen van een detacheeringsbepaling, kan
ik aan die dubbele aanstelling weinig waarde
hechten. B. en W. doen dat echter wel en
tegen dit voor mijn gevoel hoogst onbillijk,
maar juridisch waarschijnlijk door te voeren
standpunt is weinig in te brengen. Echter
tiitsluitend wat het ontslag zelf betreft. Dat
ontslag kan op mijn financieele positie van
met den geringsten invloed zijn.
De verordening luidt n.l. verder, dat, wan--
neer een zeker aantal uren gedurende min-
stens vier jaren is gegeven, het salaris voor
dat aantal uren genoten, voor de toekomst is
gewaarborgd. In die positie verkeeren op het
oogenblik meerdere leeraren aan de H. S.
Ook ik verkeer in dat geval, ook al blijft er
voor mij aan de H. S. geen enkel uur meer te
geven: Ik heb vanaf het oogenblik dat men
voor mij geen apart Gymn. en H. S. salaris
meer kende, maar die salarissen zich oplos-
ten in dat voor een gecombineerde betrekking,
ook slechts een f inandeete waarborg gehad.
Er was vanaf dat oogenblik geen sprake
meer van een waarborg voor het Gymn. en
tea waarborg voor de H. S., hnmers dan had
Er is in Haarlem een leeraar, die door
een toeval aan twee scholen apart benoemd,
ook a an twee scholen apart gesalarieerd
wordt, waardoor hij op een na de best bezol-
iigde ambtenaar in de gemeente is.
J) Dat B. en W. wel heel duidelijk gevoe-
len, dat hier voor hen een groote moeilijkheid
zit, blijkt wel uit de opmerking: „Het moge
zijn, dat die verplichting aan het leggen van
het dienstverband aan de andere inrichting
wel een eigenaardig karakter geeft." In-
dterdaad zoo eigenaardig, dat zij daardoor
identiek wordt met de detacheeringsbepaling.
Het daarop volgende: „In het geheel der
he ook al die jarfen volgens die twee waar-
borgen gesalarieerd moeten worden, wat voor
mij een belangrijk materieel verscliil bad uit-
gemaakt. (Zie oolc noot 1.) De zaak komt
dus hier op neer, dat B. en W. weigeren dfe
consequenties te dragen, van een1 maatregel in-
dertijd genomen ten gunste van de gemeente.
Dit belangrijke punt, de kern dfer geheele
kwestie, dat mijn adviseur (de secretaris dfer
Alg. Ver. v. Leeraren bij het M. O.) in een
een aan B. en W. gericht „rapport" duidelijk
heeft gemotiveerd, wordt in de bijlage nergens
weerlegd. De zwakheid van het geheele, "om-
standige betoog wordt hierdoor wel ten dui-
delijkste gedemohsb'eei'd.
Waar ontslag voor mij dus slechts kan be-
teekenenhet geven van een klein aantal uren
voor een vclledig salaris, zal men zich af-
vragen, waarom ik ten slctte toch den Raad
in cvcTweging heb gegeven hun stem aan het1
bewuste voorstel te onthouden.
Ik heb dat gedaanOmdat, indien in hoog-
ste instantie beslist mocht worden, dat op-
heffing van een. deel van mijn werkkring geen
vermindering van safaris iengevolge hwft, ik
er de voorkeur aan geef voor dat envermm-
derd salaris een velledige taak in de gemeen
te te bll'ijven vervullen. En er is nog een taak
voor mij aan de Handeisschool net is een
grove onbillijkheid, dat de uren. aan den Di
recteur opged'ragen, mij: in aftrek worden
gebracht. Deze diredeur itrad in functi-e lang
nadat de bij zijn komst aanwezige leerkrach
ten werden benoemd en er was dus op dat
oogenblik aan een derde leerkraeht voor het
Eneelsch vcletrekt geen beboefte.
B. v. AMERONGEN.
(Wij gelooven, dat de heer Van Amerongen
in zijn betoog vrij sierk staat.
Het komt hierop neer, dat men wel de werk-
zaamheden van dezen ambtenaarkan ver-
minderen, maar dat die, door toevallige dm-
standighedon verkleinde, werkkring niet te-
vens de consequentie van. een verkleind salaris
met zich draagt.
Daarvoor waken de garantie-bepalingen.
Waren die er niet, dan zou een leeraar,
wiens aantal lesuren door achteruitgang van
een school verminderen lean, nimmcr zeker van
een redelijk salaris zijn.
Een bepaald salaris, overeenkoniende met
cen zeker aantal lesuren, wordt hem dus ge
waarborgd, wat dus zeggen wil, dat al ver-
mindert het aantal lesuren, het salaris daar-
van toch niet den nadeeligen terugslag zal
ondervinden.
Nu heeft de gemeente in' zooverre van den
heer Van Amerongen geprofiteerd, dat zij
hem na zijn infunctietreding als leeraar van
het gymnasium ook tot het leeraarschap aan
de Handeisschool verplieht hejft.
Door een gecombineerde betrekking als een
geheel te beschouwen, kreeg men dus een to-
taal aantal lesuren waarvoor minder aan sa
laris moest betaald worden dan wanneer men
aan elke school een aparte leerkraeht aan-
sitelde.
Uitsluitend financieele overwe.gingen heb-
ten dus tot die combinatiie geleid, uitsluitend
financieele overwegingen waren het die tot't
samensmelten van twee functies tot een en
kele geleid hebben.
Om goed te laten uitkomen dat tusschen
beide functies een onverbreekbare band be-
stond, werd het salaris dat per school uitbe-
taald werd, net berekend naar't aantal uren
dat op die school werd les gegeven, maar uit
sluitend naar een gedeelte van het tolaal aan
tal uren. dat voor beide scholen bestemd was.
Dit en bovendien de verplichting om als
leeraar aan de eene school ook les aan de an
dere te geven, dcen o. i. duidelijk uitkomen,
dat het dienstverband van den heer Van Ame
rongen met de gemeente niet dat van een dub-
belen leeraar aan twee scholen is, maar uit
sluitend dat van een enkelen leeraar, van
wiens aantal hem gewaarborgde lesuren door
versehillende gemeentelijke cnderwijsinrich-
tingen hier ter stedfe geprofiteerd wordt.
Staat dit vast en het komt ons voor, dat
er weinig tegen in te brengen is dan heeft
de gemeente natuurlijk te alien tijde het recht
een der scholen niet langer van het onderwiis
van den heer Van Amerongen te doen profi-
teeren.
Dit mag den betrokken leeraar dan minder
werk bezorgen, zeer zeker lean het op zijn sa
laris in zooverre dit voor een bepaald aan
tal lesuren gegarandeerd is niet van in
vloed zijn.
Het getuigt niet van een breed standpunt,
dat de gemeente de betrekking van den heer
Van Amerongen plotseling niet meer als een
en ondeelbaar beschouwt zoodlra dit haar niet
langer financieel voordeel kan geven.
Jarenlang heeft men van den heer Van
Amerongen geprofiteerd door het kunstmatig
scheppen van een eenheid welker beteekenis
men ontkmt zoodra zii in het voordeel van
den betrokkene kan bliiken.
Bii de betaling van een salaris is er slechts
een financieele waarborg.
Meent men, dat er twee zijn, dan had men
don'betrokken ambtenaar iarailang op voor
verordening is zii volkomen logiseh" is een
volkomen cwlogische, nietszeggende phrase.
hem veel voordteenger grondslag moeten saJa-
riceren.
De heer Van Amerongen heeft een en ander
te duidelijk in het licht gesteld dan dat wij
daarop nog uitvoerig behoeven in te gaam, al
bekruipt ons onder het schrijven wel de lust
de bijlage van Burg, en Weth. in haar zwakke
pun ten aan te tasten.
Wij willen er slechts op wijzen, dat het be-
staan van een dubbele aanstelling niet op ecu
dubbele functie wijst, maar uitsluitend nood
zakelijk was, doordat de heer Van Amerongen
beidfe werkzaamheden niet gelijktijdig aan-
vaard heeft. Bij het toenmalige streven de be
trekking als een enkele, gecombineerde, te be
schouwen, is de tweede aanstelling in wezen
niets anders dan een bewijs tot vcrpiielite uit-
breiding van lesuren aan een daarin nader
aangeduide onderwijsinrichting.
Ook al mocht men dit andere willen be
schouwen, dan is dit op de financieele positie
thans niet van invloed.
Laten wij er ten slotte slechts even op wij
zen, dat Burg, en Weth. zelf blijkbaar aller-
miost van de kracht van hun argumentcn
overfuigd zijn.
Ware het anders, zij zouden hun betoog
niet aanvullen met de mededeeling, dat den
cntslagene een redelijk wachtgeld wordt toe-
gekend. Het gaat er hier toch uitsluitend om
of men het recht heeft den heer Van Ameron
gen in salaris te vcrminderea en dat recht
wordt niet bewezen en niet vergroot door de
toekenning van het ruimst mogelijke wacht
geld.
Wilde ook de heer Van Amerongen zich
buiten de zuivere paden van het recht een
klein zijsprongetje op het terrein der billijk-
heidsoverwegingen veroorloven, dan kan hij
er op wijzen hij doet dat trouwens ook
dat het niet billijk is de lesuren van een later
aangestelde leeraar ten koste van een reeds
langer in dienst zijnden collega te vergrooten,
al is de laatst aangestelde dan ook tevens voor
het directeurschap aangewezen..
Maar zoo komen wij onwillekeurig weer op
het terrein der moreele rechten en plichten
waarop het van de gemoedsstemming der
aangewezen beoordeelaars en niet van het on-
weerspreekbare recht moet afhangen wie in
het gelijk gesteld zal worden.
Wij blijven het betoog van den heer Van
Amerongen sterker dan dat van Burg, en
Weth. achten en'verwachten wel, dat de ra-
geering bij een eventueel onislag-besluit zal,
decreteeren, dat in de iaarwedde geen- wijzi-
ging mag gebracht worden.
Waardoor het dubbele nadeel verkregen
wordt, dat de gemeente een echec lij-dt en dat
de heer Van Amerongen voortaan een groot
deel van zijn salaris zal verdienen zonder er
voor te werken.
En dit is iets, dat hem zelf allerminst
wenschelijk toeschijnt.
Red. Alkm. CrtV
1 TREURIG!
In welken uithoek van Nederland ligt Oter-
leek? Deze vraag rees bij me op, toen ik, de
Alkmaarsche Courant van Zaterdag 11 Oct.
j.l. in handen krijgende, het verslag las van
de gehouden Raadsvergadering in de ge
meente Oterleek op Vrijdag 10 October.
Ik las met groote oplettendheidmijn gees-
tesoog spiedde critisch. 't Is nu eenmaal mijn
zwak, gaarne verslagen van Raadsvergade-
ringen te lezen: ze zijn soms pittig; een an
der keer vermakelijk, soms echter bedroevend.
Dit laatste in't bijzonder, als men tot de ge-
volgtrekking komt: „Hij oordeelt, als een
blinde over de kleuren" en „met het ambt komt
de bekwaamheid." Ondanks de wijze levens-
les „Mensch, erger je niet", erger ik me dan
toch.
Het bedoelde verslag heeft me een oogen
blik een lach op het gelaat getooverd en ik
vroeg me af: zijn enkele raadsleden acroba-
ten?" Immers, er waren er, die zwierige
zwaaien maakten en daardoor de jaloezie van
medeleden opwekten. Maar mijn lach ver-
dween spoedig en mijn gemoedsstemming
zwaaide ook: het werd me droef te moede.
Luister slechts een oogenblik. Enkele tooneel-
vereenigingen vroegen om subsidie: een tijd-
kwaal van alle vereenigingen. Zooals elk
vcerzoekschrift vond ook dit in den Raad zijn
bestrijders en verdedigers. Een der laatste
bediende zich van het argument: De Rederij-
kerskamers bevorderen de ontwikkeling der
Nederlandsche taal, wat ten plattelaode hoog
noodig is.
„Toegegeven", zegt zijn bestrijder, maar
dit is niet noodig; op school wordt het Neder-
landsch onderwezen! Bovendien staat de lei-
ding van dergelijke tooneelvereenigingen on
geen hooger peil dan de leiding van de
school. Volgens mij zijn het clubjes, die zelf
vermaak zoeken en op deze wijze (met ge
meentelijke subsidie?) trachten de kas slui-
tend te maken!" (Bah! Rederijkers in de ge
meente O., wat staat ge op laag peil!)
De eerste. door deze mokerslagen niet ter
neder geveld, voegt hem toe: „Hoog noodig'"
En om zijn woorden meer kracht te geven,
volgt de uitdaging: „Noem mij in geheel
Oterleek drie (zegge 3) menschen, die behoor-
lijk de Nederlandsche taal kunnen lezen,
den nacht van de enrotievolle geschiedenis
van Molly's vervolging en vanaf het oogen
blik, dat Garth Sara aan de hoede van Jane
Crab had toevertrouwd, tot het oogenblik, dat
hij naar haar toe kwam bij de pergola op Ro-
zen'hof, haddfen zij elkaar niet ontimoet. Sara
stond boven op een ladder en was bezig de
takken van een al te weelderigen Crimson
Rambler op te binden.
En n-u hij bleef staan onderaan den lad
der, voelde Sara hoe alles in haar opgespron-
gen was van vreugde bij het zien van het
smalle, donkere gdaat, dlaifc naar haar op-
keek.
„De Larvendeltante en Miles zijn aan 't
rondscharrelen in de kas", legde zij uit, met
een beweging van haar hand in de richting
waar glas gliinsterde achter de hooge buxus-
haag, die den rozentuin omgaf.
„Zijn ze?" Het scbeen wel of Trent, die
op zoek naar zijn gast en gastvrouw was en
hierin werd opgehouden, volkomen onver-
schillig was, of hij hen ooit zou ontdekken of
niet. Hij leunde tegen een van dfe met nozen
omslingerde pilaren van de pergola en keek
aehteloos in de richting, die Sara aanwees.
„Hoe is het met Molly?" vroeg hij.
Sara laebte ondeugend.
„Zij begint juist zak en asch op zij1 te
schuiven voor iets meer aantrekkelijks"» ver-
telde ze op ernstjgen toon. v
schrijven en spreken!" (O, raadsleden en Re
derijkers, gij, die te zamen meer dan 3 in aan
tal zijt, wat is het treurig met Uw Neder-
landsch gesteld! Als ik macbthebber was, 'k
verwees U alleen naar een school voor achter-
lijken.)
Een der wethouders, in hooge mate veront-
waardigd over die uitspraak, nam het voor
de armen van geest op, door te verklaren, dat
hij dit vernietigend oordeel over zijn mee-ge-
meentenaren niet onderschreef. Volgens de
verklaring van dezen autoriteit ziet het er dan
toch niet zoo bedroevend nit.
Welke taal of basterd Nederlandsch spreekt
men er dan?" vroeg ik me af.
En uit ingezonden stukken in het Alg. Han-
delsblad herinnerde ik mij, dat iemand zich
er over geergerd had, in't Zuiden des lands
vooral. veel iaalverbastering te hebben waar-
genomen. Men hoorde er bijna geen zuiver
Nederlandsch, zelfs niet van menschen, van
wie men dit, gelet op hun opieiding, zou mo-
gen verwachten. Deze herinnering gaf, naar
ik meene, een antwoord op mijn vraag. In de
een of andere uithoek van Limburg, ergens
op de hei, zou de gemeente O. liggen, geiso-
leerd, zonder eenig verkeersmiddel met het
beschaafde Nederlandsche wereldje. Om me
te overtuigen, greep ik naar mijn groot Geo-
grafisch woordenboek en zocht daarin op:
Oterleek.
Een nieuwe gemoedszwaai! Een en a! ver-
bazing was ik bij' het lezen van het volgende:
„Oterleek, welvarende gemeente, in Noord-
Holland, op cngeveer een uur gaans van Alk-
maar. Met de, ,Kaasstad" veribonden door de
Ncord-Hollandsche tram. De gemeente,
waartoe ook behoort het aan de Noorder-
vaart gelegen Stompetoren, telt: 2 scholen
(openbare;) in het dorp O, de hoofdpiaats
der gemeente) staat een zeer cude kerk, waar
schijnlijk gesticht in *t laatst der Middeleeu-
wen, standplaats van den predikant der Ned-
Herv. gem. In Stompetoren eveneens een
groote kerk, dateerende uit de 17e eeuw;
standplaats van een predikant der Ned. Herv.
gemeente; een dokter, een notaris enz.
En ik telde op: 2 scholen, dus 2 school-
hoofden -f personeel, neem als minste aan
elk harer 1, dus minstens 4, 2 predikan-
ten +1 dokter 1 notaris 1 burgemees-
ter is minstens 9. Negen menschen;
die gestudeerd hebben. En het geacbte Raads-
lid (specialist in de Nederlandsche taal?)
kent er geen 3, dus minstens 2, teryijl hij
toch blijkbaar veel oingang met zijn mede-
gemeentenaren heeft; immers volgens het
raadsverslag hAeft hij verklaard, dat hij zich
als niet-plattelander alle dagen bedroeft
over het misbruik van de Nederlandsche taal
ten plattelande en in geheel Oterleek enz
Wie zou de bevoorrechte'zijn, die behalve deze
bedroefde, behoorlijk het Nederlandsch
schrijft, leest en spreekt.
Zijt gij, gestudeerden, flegmatisch? San-
guinisch van temperament als ik ben, kom ik,
die niet de eer heb tot uw negental te belioo-
ren, doch zich verstout te verklaren, wel te
kunnen, wat nog geen drie uwer kunnen, in
opstand. 'k Zou dien sncodaard uitnoodigen,
zijn verklaring in een openbare vergadering
met bewijzen te staven en indien hij weigerde,
wel dan volgde ik het voorbeeld van zijn
zwaaiende collega's en noodigde hem in
een in zuiver-Nederlandsch geschreven brief-
je uit, zich aan mijn zijde te scharen, o:n sa
in en in uwe gemeente een concours te organi-
seei'en in het lezen, schrijven en spreken van
Zuiver-Nederlandsch. Ieder Uwer gemeente-
naren zou vrij zijn er aan deel te nemen;
maar gij 9 gestudeerden -} - de raadsleden
de rederijkers, incluis hun leiders, zouden ver
plieht zijn de proef af te leggen. Hij en ik
zouden de jury vormen en zijn stem zou tel -
len voor twee en de miine voor een.
Uw gemeenteraad zou natuurlijk wel een
belangrijke subsidie toestaan en eenige me-
dailies; want mijn mede-organisator-raadslid
zou ons verzoek om subsidie met klemmende
argumenten in zuiver-Nederlandsch verdedi-
gen en zijn medeleden door zijn bezielend be
toog meeslepen en zelfs de in-beginsel-tegen-
subsidile.
Zijt gij flegmatisch? Zijt ge misschien ver-
standiger dan ik, driftkop? Hebt ge gelezen
als ik, maar het verslag terzijde gelegd met
een glimlach van medelijden met Hem?
SANGUINOS.
PROEFZUIVELBOERDERIJ TE HOORN.
Aan het verslag over 1923 der Vcreeni-
ging tot exploitatie van een proefzuivelboer-
derij te Hoorn is nog het volgende ontleend.
Bij de vei'eeniging was in gebruik 38 22.45
H.A. weiland, waarop werden gehouden 52
kceien, 5 pinken, 9 kalveren, 1 stier en eenig
wolvee. Voor hooiland werd bestemd onge-
veer 22 H.A.; hiervan werd gekuild 6 H.A.,
terwijl van ongeveer 16 H.A. 87.800 KG.
hooi werd geoogst.
Voor de kaas- en boterbereijling is geb'ruikt
247.911 K.G. melk. De winst op de kaas be-
droeg 11.775!395. Aan boter is verkocht
6412 K.G.; de winst op boter bedroeg
12.S27.956. Als winst op koeien kon ge-
boekt worden 3193.35, op kalveren 481.23
„Dat is goed. Ben je ben je weer heelfe-
maal goed na dien val? Ik vraag naar dif
alles, omdat ik een gevoel van verantwoorde
lijkheid heb, nu je mijn auto hebt uitgekozen
om dien val te bewerkstelligen."
Sara klom van de ladder af, eer ze ant-
woordde. Toen merkte ze kalmpjes op:
„Dan sChijnt dat gevoel van verantwoorde-
lijkheid predes zeven dagen: noodig gehad te
hebben om tot ontwikkeling te komen."
,,Integend:eel, zeven dagen lang is mijn
weetgiertgheid alleen bedwongen gew^orden
door de prikken van mijn geweten."
„Was het dan" zij' sprak heel zacht
„was het dan je geweten, dat je van Sunny-
side deed wegblijven?"
Zijn bruine oogen keken haaf aan.
„Misschien was het bescheidenhedd", ver-
ondersteldte hij. „Voor de winkelramen staan
kijken wanneer je een leege beurs hebt, is een
povere bezigheid, die liefst maar vermeden
moet worden".
„W-ilde je dan graag binnenkomen'?" hield
zij vriendelijfc aan.
Half in gedaehten had hij een docden tak
van de rozenstruik naast hem afgeb-okken en
boog die doslloos tuschen zijn vingei's heen en
weer. Bij haar woorden knapte de itdk door
in zijn samengeknepen hand. Een oogenblik
scheen hij de stukken verwoed weer aan el
kaar te willen' passen, tosn liet hij iangzaair
op varkens /8182.685, op schapen 327.35.
Het veevoeder en varkensvoeder kostte
16.052.20. Aan arbeidsloonen is uitbetaald!
9001.121 voor de boerderij en 4159.50
voor de boterfabriek; voorts 3500 aan ad'
ministratiekosten, 1211.35 aan belastingen'
en verzekeringen, 2733 aan voorschotten en
enderhoud inventaris, 1883.33 aan onkos-
ten boterfabriek, 1998.68 aan verlichting
en verwarming der boterfabriek, 3887 40
aan landhuren. De verlies- en winstrekening
sluit met een saldo-verlies van 2892.82.
De vereeniging ondervond den druk der tif-
den door de gedwongen inkrimping van en
kele proefnemingen. Met van het rijk ontvan-
gen subsidie was door de algemeen noodig
zijnde bezuiniging aan bepaalde grenzen ge-
bonden, waardoor niet die werkkracht kon
worden cntplooid, welke bij ruimer subsidiee-
rina; zou zijn voorgekomen.
Het verslag bevat de volgende wetenschap-
pelijke'verhandelingen: bloedstolling als ag-
glutinatieproces, door E. Hekma; Vergelij-
kend onderzeek omtrent de voederwaarde van
tarwegries en tarwegrint bij varkens, door E.
Brouv/erEen nieuwe methode, te onderschei-
ding van rauwe en verhicte melk, door E. Bek-
man; onderzoelc omtrent een gedeeltelijke ver-
vanging van hooi door andere vcedermidde-
len, door J. C. de Ruyter de Wildt en E.
Brouwer; over het wezen der vetbolletjes-ag-
glutinatie:
II. voortgezet quantitatief onderzeek om
trent den invloed van blcedserum en van ver-
hit bloedserum op de oprooming;
III. de agglutinatie der vetbolktjes en hun-
ne electrische lading, door E. Hekma en H.
A. Sirks. Aan deze verhandelingen zijn kor-
te samenvattingen in het Duitsch toegevoegd.
UIT HOORN.
De Vereeniging. „Ontwikkeling" heeft het
winterseizoen geopend. De Parkzaal was we-
dercm uitstekend bczet.
Als spreker trad op de heer Van der Vol-
kere te Amsterdam met het enderwerp: „De-
monstratieproeven met den hoogspannings-
transformator.
Met groote aandacht luisterden de talrijke
aanwezigen naar den geleerden spreker,
wiens proeven bovendien hoogst interessant
waren.
De Berger Tooneelvereeniging heeft in
den tooneelwedstrijd te Hoorn, uitgeschreven
door de Directie van de Nieuwe Hoornsche
Courant, deelgenomen met het blijspel „Sui
kerfreule" van Van Wermeskerken.
De Parkzaal was bijna geheel gevuld. Jam
mer, dat de rolvasthcid zoo nu en dan wel
te wenschen overliet. Overigens werden de
spelers telkens met een dankbaar applaus be-
loond.
De wielerclub „De Pezer" hield giste-
ren een open wegwedstrijd, afstand 45 K M.
HoornMedemblik en retour. De snelste tijd
was 1 uur en 15 minuten.
De uitslag was als volgt:
1. Lammers, Amsterdam, 2. Meisner, Am
sterdam, 3 Krijgsman Hoorn, 4. Leegwater.
Berkhout; 5. Winterink, Amsterdam.
UIT DE RIJP.
Alhier geraakte het bijna 3-jarig zoontje
van den brievenbesteller D. de Jongh Jr. in
de Tiiingracht en verdronk jammerlijk.
De heeren A. Eisma en Jb. Siebrands,
alhier, zijn benoemd tot zetters van's Rijks
Directe Belastingen voor deze gemeente.
OeborenHendrik zoon van Pifiter
Filipse en Aleida van Schothorst.
Overleden Leonardus, oud 2 jaren,
zoon van Dirk de Jongh Dz. en Geertruida
Jacoba Hoogeveen.
UIT GRAFT.
Vanwege den Alg. Ned. Politiebond is aan
den gemeenteveldwacliter D. C. Hendrikse al
hier een zilveren politie-dienstkruis uitgereikt
voor 29 jarigen trouwen dienst.
UIT AKERSLOOT.
De heer J. Verduin, autobusondemcmer
alhier, die den dienst AkerslootUitgeest
Alkmaar ondcrhoudt, is voornemens dtzen
zijn hand ios en de gebroken tak viel op den
grond.
„I Ieb ik je nog niet duidelijk gemaakt", zei
hij langzaam, „dat wat ik wensch, heelemaal:
niet in aaninerking mag komen
Deze korte woorden klonken alsof dit een
eindbesiissing was en in de stilite, die volgde,
keken twee paar oogen elkaar aan, wanhopig
vragend, maar ook antwoordend1.
Er zijn oogenblikken. dat besclicidenheid
een slechte eigenschap is en dat het groote
levensgeluk ervan afhangt of cen vrouw dit
fcegrijipt en den' moed heeft er naar te hande-
len. Voor Sara was zu'lk een oogenblik geko-
men en haar folkomen: oprechte nathtcr was
er niet bevreesd voor.
„Neen", zei ze rustig. „Je hebt me alleen
duidelijk gemaakt wat jie verlangesn is,
Garth. Moeten we nog I'anger ver&tQppeI,-
tje voor elkaar speilen
„Ik begrijp je niet", mompelde hij.
„Begrijp je't niet?" Zij kwam diiehter naar
hem toe en het gezichtje, dat zij tot hem op-
liief, was heel bleek. Maar haar oogen glan®.
den. „Dien nacht, toen ik uit de auto viel...
was... was ik niet bewusteloos."
Een oogenblik staarde hij haar met onge-
loovige oogen aan. Toen wankeldte hij even
en zijn hand klenide dien: pilaar vast, waar te
gen hij geleund stond, totdat de kn'Oikkels w®
uitstaken boyen dfe krampachtig-gespannen
hand
(Wordt vervolgd.). J
door Margaret Pedler.
Geautoriseerde vertaling van W. E. Pont.
63)
Haar man schudde het hoofd.
„Je kunt de dingen niet dwingen, lieve-
ting."
„Kan ik dat n'iet? Er is weinig, dat een
vrouw niet kan doen voor haar man of haar
kind! Ik zeg je, Geoffrey voor jou of voor
Tim, om jou of hem vreugde te geven, of ge-
lu'k te geven, zou ik iedereen in de wereld op-,
offeren
Zij stond tegenover hem, haar mooie oogen
gloeiden en haar stem trilde door- den storm
van hartstocht, die in haar ziel was. Er was
iets in haar, dat deed1 denken aan een tijgerin,
die op de loer lag ter verdediging van haar
long.
Durward keek haar aan met een blik vol
hartstoohtelijke vereering.
„Dat is mooi van je, lieveliing", antwoordde
hij vriendelijk. „Maar hleit is een gevaarlij'ke
leer. En ik weet, dat je in den grond veel te
teerhartig bent, dan dat je een vlieg kwaad
zoudt doen." T
Elisabeth keek hem aan met een vreemden
blik.
„Je kent me niet, Geoffrey" zei ze heel
langzaam. „Geen enkele man kent een vrouw
heelemaal niet al haar gedaehten."
Wanneer majcor Durward, de openliartige,
eerlijke kerel, had geweten welke vulfcanische
hartstocht er achter de ondoorgrondelijke uit-
drukking op het lieve gelaat van zijn vrouw
verborgen lag, hij zou ontzet zijn geweest. Wij
peilen de diepste d'iepien niet, zelfs van dege-
nen, die ons het naast zijn.
Beschaving had den wilden stroom' .gedwon
gen binnen de smalle bedding te blijven, die
de algemeen vastgestelde orde aangaf, maar
eenmaal los van de beletselen der conventie,
was de ziel van Elisabeth Durward die van
de oervrouw, en de spl, waarom al haar
daden draaiden, was liefde voor den man en
voor het kind, dat zij hem geschonken had.
Eens. jaren geleden, had1 zij recht en eer en
het verirouwen van een man in de vrouwelijke
menschheid geofferd op datzelfde meedoogen-
looze altaar van de hefde. Maar de geschie-
denis van dat offer kenden alileen zij en een
ander en die ander was niet Durward.
HOOFDSTUK XXII.
Liefde's Sacrament.
E^i voile \yeek was yoorbijgegaan sedert
8
k\wwip': - v-,v sr-v v
V - - -V