Aikmaarsche Oouran!
Brieveii nit Berlgn.
De Kluizenaar van Far-End
I
Woensdag 19 November
FEUILLETON.
f
E E
Fo. 271
1924
Honderd Zes 8n Twfntlgsfa Jaargang.
Verkeersmoeilijkheden en te ver
doorgevoerde organisatie. Eerste
en tweede klasse straten. De zucht
naar orden en titels. Gerhart
Hauptmann's nachtelijk visioen.
Berlijn, begin November.
We hebben in Duitschland wel is waar een
republiek die trouwens zwaar te kampen
heeft om haar bestaan en haar erkenning bij
;en groot gedeelte van het eigen volk
maar de zonderlinge neiging, zooveel ge-
lijk alles tg „reglementeerenin he t ,re-
vene te „organiseeren s.ee:s or-
deningen, bevelen en voornamelijk verboden
te bedenken, hebben we uit den keizertijd
vrijwel onveranderd overgenomen. Dat is
nog een erfstuk van denmilitairen staat.
Veel is bij ons anders geworden, maar op de
ambtenaarsbureaux, bij de overheid, aan de
>,groene tafel" is in den grond alles zooals
het vroeger was.
Reeds maanden geleden vertelde ik, hoe
zich in Berlijn magistraat en politie het
hoofd breken om de verkeersmoeilijkheden de
baas te worden. Maar dat was slechts het
begin. Sindsdien zijn de „vergaderingen",
„besprekingen", „conferenties", waarin men
het blijkbaar zoo ingewikkelde probleem op-
lossen wil, niet van de lucht geweest. Iedere
dag brengt nieuwe beslissingen en voor-
schriften. Geen mensch kan er meer uit wijs
worden. Een tragi-comisch schouwspel.
In een van de grootste „revue's", die tegen-
woordig in de Berlijnsche schouwburgen ge-
speeld worden, verschijnt ook in een sc'
die avond aan avond door het publiek
stormachiig ge.acii begro t worctt,
beeld van de Potzdammer Platz met een po-
litieagent, die daar van een hooge estrade af
de zaken regelt. „Wat doet u daar, meneer de
agent?", vraagt hem iemand. „Ik pas op",
luidt het antwoord, „dat er niemand over de
Potzdamer Platz komt". Door deze grap is
de wanhopige toestard, ontstaan door te ver
doorgevoerde organisatie, scherp geteekend.
Ongetwijfeld is het verkeer in de straten
van Berlijn buitengewoon in omvang toege-
nomen. Nu eerst wordt de ontwikkelingslijn
van voor den oorlog weer opgenomen en
vervolgd. Daarbij gaat het als het ware in
versneid tempo voorwaarts. Juist in de jaren,
waarin we van de buitenwereld afgesloten
waren en de zorg om het lieve dagelijksche
brood ons zoo in beslag nam, dat we in het
geheel geen tijd hadden over de grenzen te
kijken juist in deze jaren heeft 'tautomo-
bielwezen in verschillende andere landen een
geweldige uitbreiding ondergaan. 't Heeft
lang geduurd, tot de golven van deze rnoder-
ne beweging ook naar Duitschland oversloe-
gen. Maar nu is het zoover. Ook in Berlijn
groeit het aartal auto's met beangstigende
snelheid. Ook in andere opzichten is het op
straat drukker geworden. Scheen het den
vreemdeling in den eersten tijd na den oor
log toe, dat hij zich in een provinciestadje
bevond, nu heeft Berlijn langzamerhand
weer het uiterlijke karakter van een wereld-
stad gekregen.
Maar daarom behoeft men toch niet dade-
iijk het hoofd te verliezen. Het is heel na-
tuurlijk, dat er in een nederzetting van meer-
dere millioenen menschen een paar ver-
keerscentra zijn, waar men te voet of in een
voertuig langzamer vooruit komt. Dat heeft
niets te beteekenen en in andere hoofdsteden
regelt het zich doodeenvoudig vanzelf. In
Berlijn zendt men „studiecommissies", depu-
taties", „af^evaardigden" naar Londen, naar
Parijs en zelfs naar Amsterdam, en de re-
sultaten zijn onbruikbaar. Dezer dagen is
weer het ontwerp voor een omvangrijke, ge-
compliceerde en hoogst onoverzichtelijke ver-
ordening bekend gemaakt, die onmiddellijk
een algemeen protest tegen de plannen van
het gemeentebestuur en de politie heeft uit-
gelokt.
Ongelooflijke voorstellen worden hier ge-
daan: Zoo worden b.v. de straten van Berlijn
in „verkeersstraten eerste klasse" en „ver-
keersstraten tweede ldasse" verdeeld. In de
wijken, die de eer deelachfig worden tot de
eerste categorie te behooren, mogen „perso-
nenvoertuigen" tusschen .10 uur"'s morgens
en 7 uur's avonds niet langer stiistaan dan
voor het in- en uitstappen noodig is! Het is
bepaald grotesk. Volgens deze bepaling zou
iemand. die b.v. in de T °T de
voornaamste ader van het zakenverkeer van
Berlijn, in den een of anderen winkel iets
koopen wil, zijn wagen eerige minuten voor
de deur mogen laten staan. De eigbnaars van
de groote zaken hebben dan ook dadelijk een
energiek protest tegen deze onzinnige, veror-
dening ingediend. En wat zou het 'gevolg
door Margaret Pedler.
Geautoriseerde vertaling van W. E. Pont.
87
hij boog het hoofd naar haar toe en kuste
haar hartelijk, zooars een oudste Lroer, en
Sara, die begreep, dat zij van nu af aan in
hem alleen den gceden kameraad van v 0
dagen zou vinden, gaf hem zijn kus icrug.
„Danik je, Tim", zei ze. Ik wist, dat je het
begrijpen zcu. En laten we er nu nooit weer
over spreken."
„Neen, we spreken er nu nooit weer over",
Hij stalk zijn arm door den haren en samen
wandedden zij naar het huis.
„En laten we nu naar Elisabeth gaan", zei
ze, „en haar vertellen, dat we allebei naar
Frankrijik gaan, zoo gauw als we er maar
iheen kunnen komen."
Hij keek haar recht in't gezicht.
„Jij?" riep hij uit, „ga jij naar Frankrijk?
Wat bedoel je?"
„Ik ga met lady Arronby mee. Ik wail graag
gaan zielsgraag. Ik wil er midden in zijn.
Je denkt toch niet", zei ze met een pijnlijk
kachje, „dat ik rustig thuis kan blijven in
zijn? De parHculiere auto's zouden zich in de
smallere zijslraten natuurlijk voor zoover
het nu daar weer veroorloofd is opeenhoo-
pen en tot dichte massa's aangroeien. Met
een huurrijtuig of taxi echter zou men in het
vervolg verschillende boodschappen in de
stad in het geheel niet meer kunnen doen.
Want de koetsiers zouden er wel voor oppas-
sen, in een zijstraat op hun passagiers te
wachten, omdat ze in voortdurenden angst
zouden leven, dat de klant, die ze zelf uit het
oog verliezen zouden, er zonder betaling van
door ging. Hoe onpractisch en hop weinig
in overeenstemming met de eischen^an den
modernen tijd is een dergelijke oekase!
Zoo ziet de geheele nieuwe regeling van
het verkeer er uit. Iij werkelijkheid zou ze, als
ze inderdaad in werking treedt, een maatre-
gel niet voor, maar tegen het verkeer b'iiken
te zijn. Niet minder grotesk is de bepaling,
dat in de verkeersstraten eerste klasse ,,'de
voetgangers den rijweg slechts op de hoeken
der straten of op plaatsen, door middel van
een witten streep dwars over den weg aan-
gegeven, over mogen steken". Er is geen
kwestie van, dat dergelijke strenge voor-
schriften in Berlijn noodig zijn. Men kan
zelfs in drukke straten dikwijls genoeg heel
best den weg oversteken. Het is een aardig
staaltje van den grootheidswaanzin, waar-
aan de politie lijdt.
Nog andere gewichtige plannen worden er
op het oogenblik in Berlijn gekoesterd. In het
jaar 1919, toen men, bezield met den ge'est
der vrijheid, de grondwet van Weimar ten
doop hield, had men onder de wetten de be
paling opgenomen, dat de staat geen orde-
en eereteekens meer verleenen zou en titels
alleen dan schenken mag, als ze een arabt
of een beroep aanduiden. Dat klonk zoo
schoon, zoo trotsch en zelfbewust. Maar
menschen blijven menschen en de kleine ijdel-
heden van het leven zijn onuitroeibaar. De
Monarchieen Weten daarmee heel handig te
opereeren. En de republieken moeten steeds
weer inzien, dat ze in dit opzicht van de mo-
crchisten leeren kunnen. Frankrijk heeft
u eete-legioen met de verschillende klas-
~.n. Zelfs Amerikaheeft in den oorlog orden
moeten invoeren. En zelfs het communisti-
sehe Rusland bleef niet achter. Met verwon-
dering zag ik daar, hoe verbreid de in ver
schillende varianten optredende Sovjetster is,
hoe zij voor militairen en burgers in veran-
derde gestalte verschijnt en welke rol zij
speelt.
Onlangs is een aardig, klein boekje ver-
schenen, herinneringen van den Frankforter
schilder Oppenheim, die honderd jaar gele
den naar Weimar kwam en daar op Goethe's
aansporing van den groothertog den profes-
sorstitel ontving. Oppenheim vertelt, hoe hij
Goethe voor deze vriendelijkheid bedankte,
hoe hij echter als goed democraat deze titel-
verleening vermoedelijk niet ernstig genoeg
opvatte. Goethe merkte dat en zeide tegen
hem: „Praat daar maar niet over m'n beste;
titels en orden beschermen in het gedrang
vaor menigen stoot." De groote dichter, die
een goed staatsman was, was ook een groot
menschenkenner.
En nu'krabt men zich in het republikein-
sche Duitschland achter de oogen en vraagt
zich af: „Hoe kan men deze gewichtige bepa
ling van de grondwet van Weimar ontduiken
of veranderen. Hoe eigenaardig het ook klin-
ken mag: het schijnt noodzakeiijk te zijn ge
worden. Het is toch een prachtig principe,
■dat hij, die zich voor het land verdienstelijk
gemaaktt heeft, in het bewustzijn van zijn
goede daden zijn belooning moet vinden. Het
helpt allemaal niets: de jnenschen willen, dat
men dat ook naar buiten toonen kan. Ze wil
len een lintje in het knoopsgat dragen en met
een gevoel van voldaanheid hooren, dat men
ze met ,,Herr Professor", „Herr Kommer-
zienrat", „Her Geheimrat" aanspreekt. Ik
geloof, dat het niet lang meer duren zal of
de spartaansche grondbeginselen van den re-
volutietijd zijn weer over boord.
Velen willen in een dergelijk herstel van
toestanden uit den tijd voor het noodlottige
tiental jaren, dat achter ons ligt,.het begin
van den terugkeef naar oude tijden zien. Als
een akelige droom schijnt thans deze periode
der Duitsche geschiedenis. In een grootschen,
dichterlijken vonn heeft het geestelijke hoofd
van onze natie Gerhard Hauptmann dit uit-
gedrukt. Eenige dagen geleden kwam hij uit
zijn eenzame woonplaats Agnietendorf in het
Reuzengebergte naar Berlijn, om hier eenige
van zijn getrouwen gedeelten uit zijn nog
ongedrukte werken voor te lezen. Daarbij
droeg hij een onlangs ontstaan stuk uit zijn
merkwaardig, in hexameters geschreven epos
„Till Eulenspiegel" voor. Reeds het vorig
jaar heeft hij, zooals ik toentertijd medeelde,
fragmenten uif deze machtige tijdschildering
gepubliceerd, die sindsdien langzaam verder
gerijpt is. Nu leerden we 'n episode eruit
kennen, die door de toehoorders in de over-
volle zaal in ademlooze spanning gevoigd
werd.
Op zijn zwerftochten komt Hauptmann's
Eulenspiegel, de in den tegenwoordigen tijd
optredende narrenfiguur uit de 16e eeuw,
ook bij zigeuners terecht. Hij zit bij het
Engeland en zitten breien, is het wel
„Neen", zei hij langzaam, „ik denk, dat
je dat nie: zcu kunnen. Maar ik vina de ge-
daelite maar half prettig. De vrouwen, die
daarheen gaan, komen voor h^t allerergste
te staan. Ik vind het vreeselijk te denken, aan
welke gevaren je daar blootstaat
Zij lach.e hartelijk.
„l im, wanneer je dergelijke nonsens ver-
koopi, zal ik mij vvreken door Elisabeth te
smceken je thuis te houden", drdgde zij. „0
Tim, jongen! begrijp je niet, dat ik juist nu
iets te doen meet heoben, iets dat al mijn tijd
in beslag neemt en jne geen gelegenheid tot
denken laat!"
Tim hoorde den noodkreet, die achter deze
woorden verborgien was. Die was duiddijk ge
noeg. Hij drukte haar arm en kniikte.
„Good hoor, ik zal niet probeeren je er van
af te brengen. Ik kan wel eenigszins begrij-
pen" zijn toon klonk bitter „wat voor
gevod je hebt."
Sara's gesprek met Elisabeth was ge'lued
anders dan zij verwacht had. Zij was voor-
bereid op hartstochtelijke verwijten, zellfs op
iranen, want een aantrekkelijke vrouw, die
voortdurend door iedereen bedorven is, is
minder dan wie ook, geneigd om te buigen
voor de kracht der omstandigheden.
Maar er gebeurde niets van dat alles. Het
scheen bijna alsof Elisabeth bij uen eersten
kampvnur en vertelt hun een sprookje, 'dat
heel gewoon, als ware het een grap, begint
en dat met een grootsch visioen besluit.
Op zekeren dag ontwaken de burgers van
een groote stad verwonderd en verrast: de
zon is niet opgegaan! Men vraagt, men
schudt het hoofd, men wordt bezorgd, men
wordt radeloos. Uur na uur verloopt, maar
geen lichtstraal vertoont zich. Nacht ligt
over de huizenzee. De ontzetting groeit, als
berichten binnenkomen, dat ook elders het
land in duisternis gehuld is. De zon is ver-
dwenen. Wat zal er gebeuren? Hoe zal dat
eindigen? Wat kan rtog bloeien en rijpen om
de menschen te voeden, als de hemelfakkel
zich niet meer vertoont? De opgewondenheid
groeit. Het volk mort en dreigt. Op het raad-
huis verzamelen zich de ambtenaren. „Ge-
dul! Wees geduldig!" vermaant de burge-
meester. Maar de volksmenigten trekken
rusteloos door de straten, processies banen
zich een weg, en extatische stemmen preeken:
„E)e jongste dag is gekomen." Ellende, ver-
twijfeling komen aansluipen. Plotseling
klinkt de gillende kreet: „Wie is de schuldi-
ge?" Hierheen en daarheen springen .de
vlammen der verwijten. De een beschuldigt
den ander, men raast tegen elkaar in mach-
telooze woede. Totdat temidden van tumult
en opstand, van brand en algemeene ver-
warring een gruwelijk beeld opdoemt: een
spookachtige, reusaclitige beul, die op de
marktplaats aan de guillotine staat en grijn-
zend de afgeslagen hoofden van vorsten en
bisschoppen, adelijken en burgers aan de me-
nigte vertoont, die in den roes van het bloed-
bad bijna het onheil vergeet, dat over hen is
gekomen.
Ieder zal het huiveringwekkende symbool,
dat de dichter hier bezigde, begrijpen. Bijna
tien jaar lang leefden we in den nacht en het
scheen werkelijk, dat het einde van alle din-
gen gekomen was. Misschien beleven we ook
nog eens de morgenscheniering. Of daartoe
echter de wederinstelling van de oude titels
en orden noodzakeiijk is, moet betwijfeld
worden. Maar dit kleine menschengeslacht
wil niet alleen weer zijn lichten dag, maar
ook de burgerlijke alledaagschheid, waar-
aan het van ouds gewend was.
Dr. MAX OSBORN.
Gemeriffd Nienws.
DE GEARRESTEERDE MOORDENAAR.
Omtrent de arrestatie van M., die den
moordaanslag in de Kritzingerstraat in Den
Haag gepleegd heeft, meldt men nader aan
de N. R. Crt.
Denzelfden dag, waarop M. den moordaan
slag gepleegd heeft, is hij naar Antwerpen
vertrokken, waar hij 's avonds omstrebks 11'
uur aankwam. Vooraf had hij van een fami-
lielidsf eld geleend. Daar hij voor den bewus-
ten dag ook in Antwerpen geweest was, vond
men aanleiding, daar te gaan zoelcen. Een in
specteur van de Haagsche recherche en een
rechercheur vertrokken's Woensdags daarop
naar Antwerpen en het gelukte hun weldra,
met behulp van de Antwerpsche politie en
den Nederlandschen consul-generaal het lo-
gement op te sporen, waar M. gelogeerd had
Hij was echter juist eenige uren te voren
vertrokken; men wist niet waarheen.
Een oogenblik werd het spoor afgeleid
door de merkwaardigheid, dat een dubbel-
ganger van M. kwam opdagen. Deze man
beantwoordde volkomen aan het signalement
en wat zeer verwarrend werkte: hij stoiterde
eveneens. Men volgde het spoor van dezen
man, dat naar Tilburg leidde. Een onderzoek
te Tilburg volgde. Hieruit bleek, dat de man
in hetzelfde logement als M. te Antwerpen
had gelogeerd.
Kort daarop berichtte de Antwerpsche op-
sporingsdienst, dat M. uit Antwerpen ver
trokken was, vermoedelijk in de richting van
Noord-Frankrijk. Hij had zich uitgelaten, dat
hij probeeren wou, Havre te bereiken om naar
Amerika te gaan. De inspecteur vertrok toen,
voorzien van de npodige legitimatieb-ewijzen
naar Compiegne. Van daar leidde het spoor
naSr Montdidier. Men wist, dat hij als land-
arbeider in dienst was van een Belg, die bij
Avricourt een boerderij had. En al spoedig
werd de gezochte gevonden, terwijl hij werk-
zaam was op het land.
„WAT NIET MAG".
Naar het Hsgz. verneemt, heeft de Bis-
schop van Roermond in Limburg alle open-
bare demonstraties van katholieke meisjes-
en damesturnclubs verboden.
Het Centrum zegt daaromtrent:
Naar wij ter bevoegder plaatse vernemen
is het bericht, alsof het Doorl. Episcopaat
voor Limburg een verbod van openbare de
monstraties van kath. meisjes- en damesturn
clubs zou hebben uitgevaardigd onjuist.
Er is omtrent deze aangelegenheid door
het Doorluchtig Episcopaat een besluit geno-
men voor het heele land.
De juiste tekst hiervan zal waarschijnlijk
binnenkort kunnen worden meegedeeld.
DOOD DOOR SCHULD.
Voor de Rotterdamsche rechtbank heeft
zich gister te verantwoorden gehad de 32-
jarige landbouwer J. H., uit Waddinxveen,
cnderz'cekend.en Mik, die zij van Sara's gelaat
naar het veelgelirfde gezicht van haar zoon
had gezonden, had begrepen en aangenomen,
dat de bestissing over Tim's toekomst haar
uit de handen was genomen in den korten tijd,
dat deze twee elkaar gesproken hadden.
Alleen in den loop van een lang, vertrouwe-
lijk gesprek, toen zij van Sara die zekerheid
had gekregen, dat zij ook nu had geweigerd
Tim's vrcuw te worden, liet haar zdfbeheer-
sching haar in den steek.
„Maar Sara, je kuiit toch niet het is
toch niet mogeiijk, dat je er nu nog aan denkt
met Garth Trent te trouwen?" Er was iets
als angst in haar stem.
„Neen", antwoordde Sara mat. „Neen, ik
zal nooit met Garth Trent trouwen."
„Maar waarom waarom kun ie dan
niet
„Tim's vrouw worden?" vulde Sara be-
daard aan. „Omdiat, hoewel ik nooit met
Garth zal trouwen, ik hem nog altijd- lief
heb."
„Je wilt toch niet zeggen", zei Elisabeth
met een eigenaardige uitdrukking op 't ge
zicht „dat je nog altijd van hem houdt, nu
je weet wat voor soort man hij is?"
Maar mijn hemel, ElisabethSara's stem
was bijnt onkenbaar in haar overprikke^de
zeniiwachtigheid „je kunt liefde niet aan-
zetten en afdraaien zcoals je een gaskraan
wictt fefl lasFe was gclegd, dat lief aan zijn
schuld te wijten is, dat B. Nieuwland zoo-
danig lichamelij'k letsel heeft gekregen, dat
hij aan de gevolgen is ©verleden. Beklaagde
had op 27 Augustus een stroopersmacbine op
een wagen met langen disselboom doen ver-
voeren door zijn knccht J. Roubos over den
weg langs den diijk naar Haastrecht: deze
Roubos was hem komen waarschuwen, dat er
een wiefl van den wagen was g-loopen, en
beklaagde had in den nacht de machine in
het donker onverlicht laten staan, met het
gevolg dat B. Nieuwland, die per fiets dien
v/eg reed tegen den disselboom is aangere-
den, een scheur in den darmwand opliep,
waaruit een ernstige buikvliesontsteking is
ontstaan, waaraan op 29 Augustus bedoelde
Nieuwland is overleden.
Het O. M. aChtte de oorzaak van het on-
geval te liggen in het niet behcorfijk verlicht
zijn van den wagen, Bovendien stond de wa
gen onbeheerd. Voor dat onbebeerd en onver
licht zijn is beklaagde verantwoordelijk, im-
mers, hij is er zelf nog gaan kijken. Hij had
moeten begrijpen, dat deze groote machine
gevaar voor het verkeer opleverde. Bezwa-
rend1 is nog, dat beklaagde wist, dat de weg
zoo slecht was. Zelfs zonder den langen dis
selboom was verlichting van den wagen noo
dig geweest. Het was 's avends zeer donker
en de weg werd druk bereden.
Het wetboek van strafrecht schrijft behoor-
lijke verlichting voor. Beklaagde heeft trou
wens zelf gezegda zouden we er geen licht
aan moeten hangen? Was het zcoveel moeite
geweest om voor een lantaarn te zorgen?
Er is hier groote rcekeloosheid, nalatigheid
en onachtzaamheid geweest, die ernstige ge
volgen heeft gehad.
Beklaagde meet ernstig worden gestraft.
Eisch 4 maanden hechtenfestraf.
Beklaagde merlcte nog op, dat Nieuwland
•cp een fiets race-model heeft gezeten, met het
hoofd naar beneden d'us.
Uitspraak in alle zaken 25- November.
DE AANROOP VAN VELSERBEEK.
Het bestuur van de Vereeniging tot behoud'
vanNatuurmomenten in Nederland heeft aan
het gemeentebestuur van Velsen een brief
gezonden, waarin het zegt, met groote -be-
langstelling en bijzondere waardeering te
hebben vem-omen, dat de gemeente het land-
goed Velserbeek heeft aangekocht, waardoor
een der schoonste landgtcederen in dfe N.-
Hollandsche duintsreek behouden zal b'ijven.
Het ostuur acht het een gelukkig ver-
schijnsel, dat Velsen zoo spoedig na Bever-
wijk getoend heeft, een open oog te hebben
voor natuurschoon en het ware belang van
de streek, waarom het oprechte gelukwen-
schen met het verkregen resultaat aanbiedt.
US.
Tusschen de haven van Huizen en de punt
bij Muiderberg is het eerste zeeijs gevormd.
Slechts een deel der Huizer visschcrsvkiot is
ui'gevaren, daar sonwnige schippers bij het
stifle weer vreezen voor invriezen op zee.
WELDADIGHEIDSPOSTZEGELS.
De minister van waterstaat heeft besloten,
dat de weldadigheidspostzegels dit jaar zul-
len worden uitgegeven in drie waardenvan
2 cent, 7'A cent en 10 cent, en dat zij zullen
worden verkocht onderscheidenlijk voor 4
cent, 11 cent en 12 H cent.
Wat men meer betaalt d'an de frankeei--
waarde, komt ten bate van de insteliingen
voor kindcrbescherming.
Het bestuur van cfen Nederlandschen B'ond
tot Kinderbescherming, dat de propaganda
voor dezen zegelverkoop voert, had tot den
minister het verzoe!: gerich't, poststempels te
laten gebruiken met: „Kinderpostzegels ver-
krijgbaar van 15 Dec. tot 15 Jan", of iets
dergelijks. De minister heeft thans aan het
bestuur gcantwoord, dat tot zijn leedwezen
aan dit verzoek geen gevolg kan worden ge-
geven.
BRANDEN EN GEVALLEN VAN
SABOTAGE BIJ DE MARINE IN
DEN HELDER.
Men schrijft uit Den H elder aan de N. R.
Ct.:
De kort achtereen op 9 en 16 November
plaats. gehad hebbende branden te Wil
lemsoord, waarbij met groote zekerheid van
kwaadwilligheid kan worden gesproken, en
verschillende gevallen van sabotage, als het
laten wegloopen van eenige duizenden liters
olie, bestemd voor onderzeebooten wat in
het midden der vorige week geschied moet
zijn zouden een verkeerden indruk omtrent
het marinepersoneel kunnen vestigen.
Het lijkt ons daarom goed, de zaak tot
haar juiste proporties terug te brengen. Het
is namelijk vrijwel zeker, dat het enkelingen
zijn, die zich aan sabotage schuldig maken.
Althans staat het vast, dat de hoofdbesturen
der verschillende organisaties het gebeurde
streng afkeuren en hun leden waarschuwen,
zich niet met een dergelijke actie in te laten.
Ten bewijze diene de volgende waarschu-
wing, voorkomende in het Algemeen Marine-
weekblad van 23 October, afkomstig van de
hoofdbesturen van de bij het C. A. M. B. O.
aangesloten bonden
„Aangezien den hoofdbesturen van de bij
V\ x
WIJ DRUKKEN UW n 4
m
BEZOEKAANKONDIGINGSKAARTEN -
VLUG EN NET.
doet! Ik zal niemand ooit trouwen, Tim be-
grijpt het en jij moet het nu ook maar be
grijpen."
Haar hartstochtelijke opreohtheid was dui-
delijk genoeg. De waarheid, dat Sara zoolang
zij leefde nook, een ander Garth Trent's
plaats zou laten innemen, drong duideldjk tot
Elisabeth door.
Met een gesmoorden kreet zonk zij in haar
stoel terug, en staarde met een vreemde, ver-
slagen uitdrukking naar Sara's smal, ernstig
gezichije. Zoolang zij daar zat, met de han
den om de stoelleuning geklemd, was er iets in
haar heele houding dat een nederlaag uit-
drukte.
„Dus het is ales vergeefsch geweest
alles vergeefschmompelde zij met vreemd,
fluisterend geliyd.
Zij keek Sara nu niet aan, haar blik was
naar binnen gekeerd en zij scheen Sara's te-
genwoordigheid volkomen vergeten. „Ver-
geefsch 1" herhaalde zij, weei" op dien vreerh-
den, fluisterenden toon.
Wat is vergeefsch geweest?" vroeg Sara
verwonderd.
Elisabeth schrikte op en staarde haar een
oogenblik wezenloos aan, Toen scheen haar
geest plotseling tot de werkelijkheid tenig te
komen en dadelijk kwam de waakzame blik'
weer in haar oogen, Sara kreeg even de ge- I
dachte aan een schildwacbt, die een oogen-1
N.V. BOEK- EN HANDELSDRUK- J
KERIJ v.h. HERMS. COSTER EN
ZOON, VOORDAM C 9, ALKMAAR
het C. A. M. B. O. aangesloten Bonden ter
oore is gekomen, dat in het commandement
Willemsoord zich onregelmatigheden hebben
voorgedaan, welke den schijn wekken, be-
doeld te zijn als uiting van misnoegen over
de wijze, waarop de regeering de salariee-
ring van het marinepersoneel meent te moeten
regelen, en welke onregelmallgheden als sa
botage kunnen worden aangemerkt, achten
zij het noodzakeiijk den leden onder het oog
te brengen, dat dergelijke handelingen stren
ge afkeuring verdienen, en dat zij op grond
van hun inziehtpn in deze een ernstige waar-
schuwing tot de leden richten om zich van
die handelingen te onthouden en, rnocht hen
van eenig verder vcornemen daartoe blijken,
het mogelijke te betrachten, zuiks te verhin-
deren."
Het bestuur van de afdeeling Den Helder
van den Bond van Minder-Marinepersoneel
gaf in niet mindere mate zijn afkeuring te
kennen over een geval van sabotage, dat zich
had voorgedaan aan boord van Hr. Ms.
Heemsker'.- In het nummer van 6 November
van het Alg. Marine-Weekblad zegt dit .be
stuur:
„Bij een onderhoud dat wij een dezei da
gen hadden met het bestuur van de afdeeling
Heemskerck, werd ons medegedeeld, dat men
daar aan boord getracht heeft, waarschijnlijk
om uiting te geven aan zijn groote ontevre-
denheid, een rolstopper onklaar te maken, dat
als gevolg zou hebben, dat de ankerketing bij
het uitloopen niet gestopt zou kunnen wor
den. Het een en ander is dan ook gebeurd en
het is waarschijnlijk te danken aan het feit,
dat er op niet te diep water geankerd werd,
dat men de uitloopende ketting heeft kunnen
stoppen.
Meermalen is er door het hoofdbestuur op
gewezen, dat dergelijke onregelmatighe'den
strenge afkeuring verdienen.
Het bestuur van de 'fdeeling Heemskerck
acht het dan ook noodig, den leden er nog
eens op te wijzen, dat dergelijke handelingen
een goed lid van onzen bond onwaardig zijn.
Het bestuur stelt zich voor, deze kwestie op
een zoo spoedig moge'ijk te houden vergade-
ring met de leden ernstig te bespreken.
Het hoofdbestuur verwacht, dat de leden
de waarschuwing van het bestuur Heemskerck
■zullen begrijpen, en dat zij zullen toonen,
ernstige medestrijders met hun organisatie te
zijn."
Uit een en ander blijkt wel voldoende, dat
de indruk, dien men uit de verschillende be
richten zou kunnen krijgen, dat een groot
deel van het mindere personeel aan deze da
den van kwaadwilligheid en sabotage debet
zou zijn, geheel onjuist is. Veeleer zijn deze
gevallen het werk van enkelingen, aan wie
het zal zijn te wijten. dat de dien-t voor al
ien mogeiijk zal worden verzwaard door het
instellen van sterke bewakingsdiensten.
ALG. CENTR. BANKVEREENIGING
VOOR DEN MIDDENSI AND.
In de Maandag gehouden buitengewone
vergadering van de Centrale Bankvereeni-
ging voor den middenstand was vertegen-
woordigd 183,500 kapitaal, recht gevende
op het uitbrengen van 143 stemmen.
Bij de bespreking van de wijziging van
artikel 5 der statuten vroeg dc heer Kleiweg
(Hoek van Holland) naar de bedoeiing van
de preferente aandeelen.
De voorzitter, prof. mr. M. W. F. Treub,
gaf een uiteenzefting. Hij deed uitkomen, dat
de bedoeiing is het cum. pref. kapitaal te la
ten vervallen; daarvoor in de pleats komt
pref. kapitaal. Deze verwisseling zal geheel
vrijwillig moeten zijn.
Notaris Daey Ouwens vroeg, waarom dit
artikel zoo vaag gesteld is; spr. achtte het
van belang, dat men zou kunnen zien hoeveel
aandeelen A en hoeveel B uitgegeven zullen
worden.
Mr. Post antwoordde, dat het moeilijk is
een limiet aan te geven, omdat hoofdzaak is
het verwiselen van cum. tegen pref. aandee
len. Het zal in het belang van de Centrale
en van het geheele middenstandsbankwezen
blik heeft geslapen op zijn post en die nu
plotseling wakker wcrdt en haastig zijn waak
zame houding aanneemt.
Wat zei ik ook weer?" Elisabeth streek
verstrooid met de hand over het voorhoofd.
Je zei, dat; alles vergeefsch was geweest
herhaalde Sara. „Waf bedcel je daarmee?"
Elisabeth wachfte even met haar antwoord.
„Ik bedoelde, dat al mijn hoop vergegfsch
is geweest", legde zij eindelijk uit. „De hoop,
dat je nog eenmaal Tim's vrouw zoudt wor
den."
„Ja, die is vergeefsch, wanneer dat 5s,
wat je bedoelde", antwoordde Sara. Maar ei
was een uitdrukking van a«gstige verwonde-
ring in haar oogen. Zij had het gevoel, dat
Elisabeth niet oprecht tegenover haar was
dat die gefluisterde erkenning van haar falen
iets anders bcteekende dan de simpele uitleg-
ging, die zij ervan gegeven had.
Het geval. maakte haar wat bezorgd en het
kwam haar helkens weer in de gedachten met
de hard'nekkigheid waarmee zoo'n kleinigheid,
die men zich niet kan verklaren, iemand ver-
volgt, die men zich nie+ kan verklaren, iemand
vervolgt. Maar na verloop van enkde dagen,
werd het tech door de veelvuldige gebeurte-
nissen van het dlagelijksche leven uit haar ge
dachten verdreven, om niet weer te voorschijn
te komen dan nadat vele maanden voorbij wa
ren gegaan en andere omstandigheden het
weer deden opduiken
(Wordt vervolgd.)
''if, k N .N.-N-N ,S N ..N ..S.-.S .,N..S.NOs.v\.,S kN A
A
IDS,