INTERPELLATE VAN DRUNEN. i :..2^:zCtu vCiLond^t, sluit aanuemiug van dit voorstel uit. Spr. vond het gemeenterechtelijk aanvecht baar dat voor 8 Oct. j.l. de belasting nog niet betaald was. al zal hij niet in beroep gaan bij de Kroon. (Gelach). Spr. betoogde voorts, dat als men het voor stel wil, men ook het voorstel van Drunen diende aan te nemen. Het is een denkfout om te zeggen ,,de 8 Octobervierders zullen alleen vrij zijn". Spr. is wel voor praeadvies. Hij zou voor het voorstel stemmen als de faciliteiten ook aan een andere groep werden verleend. De Voorzitter vond het zonder eenig belang dat de belasting nog niet betaald is Wordt het voorstel niet aangenomen, dan zal de vereeniging stellig betalen. Spr. meendfe dat er misverstand is als er gezegd wordt, dat er sprake is van protectie van de 8-October vereeniging. Een andere vereeniging die op dien dag een feestelijke bijeenkomst houdt voor een ander doel, is ook vrij. Een Stem: maar dat weet men toch niet? De Voorzitter: Dat is iets anders Spr. wil wel -erkennen dat de bedoeling is, dat alle feestelijkheden ter eere vrn het ontzet vrij- gesteld zullen moeten worden. Dit is de op zettelijke bedoeling. Dat de heeren v. Drunen en Westerhof nu ook andere vrijstellingen bepleiten begrijpt spr. Het is echter geen zaak van koppen tel len. Het is een feest van Alkmaar, waarte- genover de Alkmaarsche overheid een bij zondere houding dient aan te nemen. In deze zaal moet men, tegenover de geschiedenis van de stad, de traditie laten voortleven. Er is geen vereeniging in de stad die voor de Alkmaarsche overheid met de 8 October- viering op een lijn gesteld kan worden. Mr. Leesberg zag twee voorstellen Een redelijke behandeling vordert, dat het nieuwe om praeadvies naar B. en W. gaat. De heer Westerhof vond dit niet juist Het amendement van Drunen omvat opk hetgeen in de bijlage wordt voorgesteld. Men moet nu in verband met de grootte der groep uitmaken wie er bij behoort. Het voor stel is een uitbreiding van het voorgestelde, Het is dus wel een amendement. Wanneer het voorstel v. Drunen om prae advies moet gaan, moet dit ook met de bijla ge gebeuren. De Voorzitter had geen bezwaar te gen aanhouding, maar vond afhandeling wel mogelijk. Den heer K1 a v e r kwam't voor, dat men de consequentie van het voorstel van Drunen nu moeielijk kon overzien. Spr. was er dan ook voor dit gedeelte aan te houden en kon zich wel vereenigen met een algeheele aan houding. Het bestaande- diende gehandhaafd te wor den. Wat betreft de terugwerkende kracht ten opzichte van het verledene deelde spr. de zienswijze van den voorzitter niet. De heer V o g e 1 a a r begteep ook niet wat er tegen algeheele aanhouding was. Nu zou men geen zuivere stemming krijgen. Spr stelde voor om en bijlage en voorstel om prae-advies in handen van B. en W. te stel- len. De Voorzitter oordeelde het voorstel van Drunen onaanvaardbaar. Hij had ge- dacht, dat de raad dit natuurlijk zou ver- werpen, maar heeft nu niets tegen aanhou ding. De heer S i e t s m a merkte nog op dat het gewenscht was er rekening mede te hou den dat aan de feesten van de Ontzetvereeni- ging alie lagcn der bevolkin-g deeln-emen. Dit pleit voor aanneming en dit gelclt niet voor het voorstel van den heer van Drunen. Tot aanhouding werd besloten. VOORSTEL TOT WIJZIGING DER BOUW- EN WONINGVERORDENING B. en W. doen in bijlage 205, die wij reeds publiceerden voorstellen teneinde tot gelei delijke afschaffing van het tonnenstelsel te geraken, door bij nieuwbouw het aanbrengen van septictanks en waterclosets verplichtend te stellen. Conform besloten. VOORSTEL TOT AANVAARDING VAN EEN GEDEELTE VAN DE WAGEN- MAKERSSTRAAT. In bijlage 206 doen B. en W. het voorstel kosteloos een gedeelte in bovengenoemde straat over te nemen. Conform besloten. VOORSTEL TOT OPRICHTING VAN EEN VRIESINRICHTING BIT HET GEMEENTE-SLACHTHUIS. B. en W. doen in bijlage 207 de door ons reeds gepubliceerde voorstellen. Conform besloten. VOORSTEL INZAKE AANWIJZING VAN DE PLAATS VOOR DE KERMIS. B. en W. stellen voor om bij wijze van proef de Laat opnieuw aan te wijzen voor de plaatsing van kermisinrichtingen, voor zoo- ver dit mogelijk zal zijn met behoud van de tram. Alsvoren. VOORSTEL TOT VERLAGING DER TARIEVEN VOOR LEVERING VAN GAS EN ELECTRICITEIT. Voorgesteld wordt den gasprijs van 12 op 11 ct. per kub. Meter te brengen en de prij- zen van de electriciteit van 28, 18, 16 en 14 ct. te brengen op 26, 17, 15 en 13 ct. per K. W. U. Ten slotte meent't College in overeenstem- ming met't gevoelen der Commissie, dat het aanbeveling verdient gedurende de winter- maanden naar bepaalde regelen gas voor ruimteverwarming verkrijgbaar te stellen te gen verminderden prijs, ook indien de afna- me niet zoo groot is, dat er aanleiding zal bestaan voor het afsluiten van bijzondere contracten op den voet van het 2e lid van artikel 12 van Gemeenteblad 928. Burg, en Weth. stellen den Raad voor een met het bovenstaande overeenkomend be- sluit te nemen. Conform besloten. VOORSTEL TOT WIJZIGING DER OVEREENKOMST VOOR DE LEVE RING VAN GAS IN DL GEMEENTE BERGEN. Voorgesteld wordt de verplichting om een eventueele gashouder, na beeindiging van het contract weg te nemen, te handhaven. Alsvoren. VOGKsiLl. INZAKE DE VKAAG VAN GEDEPUTEERDE STATEN BF.TREF- FENDE DE WENSCHELIJKHEID VAN OPHEFFING DER U. L. SCHOOL VOOR MEISJES. B. en W. doen in bijlage 211 de door ons gepubliceerde voorstellen. Tevens werd aan de orde gesteld het adres van het N. O. G. Den heer S i e t s m a deed het genoegen dat Ged. Staten den raad advies vroegen. De berekening geldt echter slechts voor 1925, daarna treedt het gewijzigd art. van de L. O. wet in zijn vollen omvang in wer- king en in dit opzicht is de bijlage vaag. Het leek spr. juister ond:r de oogen te zien hoe de toestand na 1 Jan. 1926 zal zijn Bij den bestaanden toestand zullen noodig zijn 2 hoofden en 6 leerkrachten. De gemeen te zal dan aan elke school 2 leerkrachten hebben te betalen en het bijzonder onderwijs heeft dan ook recht op 4 leerkrachten, wat de gemeen te een f 20000 zal kosten. Het wil spr. voorkomen, dat de instand- houding dan voor elke leerling 450.zal kosten aan de gemeente. Dit is zeer duur ge kocht. Het kwam spr. voor, dat bij opheffing van de meisjesschool, de ouders hun kinderen wel naar de gemengde Uloschool zullen zen den. Na de oprichting van de Rijkskweekschool zal de gemeente zeker geen leerkracht van de gemengde Uloschool behoeven te betalen. Spr. achtte het denkbeeldig, dat ouders een bijzondere meisjesschool zullen gaan stichten, omdat die ouders dan 2 leerkrach ten zullen hebben te betalen en zeker zullen terugschrikken voor de hooge schoolgelden. Spr. stelde voor om wat de plaatsruimte betreft de gemengde school over te brengen naar de Oudegracht en de Meisjes-Uloschool naar de vroegere tuinbouwschool Spr. zal tegen de bijlage stemmen. Mr. K usters zou voorstemmen, omdat hij geen voorstander van coeducatie is. De berekening van B. en W. vond hij ove rigens onjuist; ten dien opzichte was hij het met den heer Sietsma eens. De heer Westerhof had gehoopt in den heer Sietsma ^en voorstander van zoo goed mogelijk onderwijs te vinden. Zijn berekenin- gen zijn onjuist. De chef van de afdeeling on derwijs had het nauwkeurig berekend. Er staat aangegeven dat de voor de gemeente voordeelige regeling blijft, zoolang er geen personeelsverandering plaats heeft. Deze gunstige berekening doet een leerkracht bij het voortbestaan van de meisjesschool uit- winnen. Het college staat voorts op het standpunt dat het aantal leerlingen de 24 niet mag overschreiden. De Gemengde Ulo kan niet in de Meisjes school worden ondergebracht, zonder ver bouwing. In de meest gunstige omstandigheden zal de gemeente- 6 leerkrachten hebben te betalen Het bijzonder onderwijs kan 3 leerkrachten vragen als het die noodig heeft. Indien het ze noodig heeft door het aantal leerlingen is er toch niet aan te ontkomen. Mr. Kusters: Als de verordening het aantal leerlingen op 24 stelt, moet het al ge beuren. De heer Westerhof Onafhankelijk van wat wij nu adviseeren. Spr. deel-t overigens het R. K. standpunt van de afzonderlijke op- voeding van jongens en meisjes niet, maar wij moeten geen dogma van de coeducatie maken, wanneer groote groepen die op voeding van de meisjes apart voorstaan. Spr was door mej. Koeman nog meer versterkt om voor de bijlage te zijn. De voorzitter tot mevr. Westerhof „Pas op." (Gelach). De heer Westerhof was bekeerd gewor- den door het intellect en de overredingskracht van mej. Koeman. Spr. betoogde verder, dat hij gaarne zijn beginsel van coeducatie in deze opofferde aan het groote belang dat de kinderen in drie jaar klaar kunnen zijn. De vestiging van de Rijkskweekschool maakt de Meisjesschool nog meer noodig. De heer Sietsma wees den heer Wester hof op hetgeen hij in de bijlage z.egt over het dbel van de Meisjesschool. De heer Westerhof vond de opmerking juist, doch het diploma te behalen wordt straks nog meer noodig. Het financieel voor- d-eel is niet zoo groot, dat daarom de bijlage moet worden afgewezen. Spr. adviseerde dan ook het voorgestelde advies aan Ged. Staten te geven. In antwoord aan Mr. Kusters betoogde spr. nog, dat de scholen van een geheel ver- schillaid karakter zijn. Spr. hoopte, dat de gansche raad zich met de bijlage zal vereenigen. De heer Sietsma was na ddskundige voorlichting tot zijn berekening gekomen en bleef van meening, dat voor de Alkmaarsche belastingbetalers/ 27000 voor 55 scholieren te duur is. Spr. gevcelde wel dat hij alleen zou blijven staan. Mej. Carels wilde de meening van de ouders, die kinderen op dien leeftijd niet op een gemengde school willen hebben, blijven eerbiedigen en zou dus voor de bijlage stem- men. De heer Westerhof betoogde nog met nad'ruk, dat voor de gemeente blijft een extra uitgave van 10000. De drie leerkrachten van de bijzondere school zal bij het komen van de paratlelklassen in de R. I<. school de gemeente toch hebben te betalen Mr. Kusters Dat kan de volgende maand reeds moeten gebeuren, als de Raad tot 24 leerlingen besluit. Het voorstel werd aangenomen. De heer Sietsma was tegen. VOORSTEL TOT HET AANGAAN VAN GEMEENSCHAPPELlfKE RE- LINGEN MET ANDERE GEMEENTEN OMTRENT DE TOELATING VAN LEERLINGEN TOT DE OPENBARE LAGERE SCHOLEN. B. en W. doen betreffende het bovenstaande de door ons gepubliceerde voorstellen. Conform aangenomen. HET PAND LUTTIK-OUDORP No. 36, VOORSTEL TOT VERKOOP VAN VOORDAM No. 1 EN VAN HET TER- REIN MET OPSTALLEN OM DEN EII.ANDSWAL, THANS IN ERFPACHT BIJ „HET WITTE KRUIS". B. en W. doen het voorstel bovengenoemde panden publiek te verkoopen onder nader door a. on W. vast te stellen voorwaarctai. De heer Ringers deelde mede, dat er nog een pand in de Eendrachtstraat 14 ook publiek verkocht kan worden. De heer Sietsma begreep niet, diat die pereeelen voor de gemeente geheel van be lang ontbloot zijn. Spr. leek het vooral niet juist een pand op den hoek van don Dijik en dat aan het Lui-tk-Oudbrp te verkoopen. De heer van Drunen Als het Hoog- heemraadsehap het had geweten, had het dit misschien gekocht. De heer Ringers: En was zeker goed- kooper uit geweest. (Gelach). Zonder hoofdelijke stemming werd het voorstel hierop aangenomen. De Voorzitter heropende hiema de bespreking van de St. Nicol'aasmarkt. Het eenigst-e wat gevonden was, was een sink, waarbij besloten was geen nieuwe ver- gunningen .meer te geven. Mr. Leesberg concludeerde dat de markt nooit bestaan had en dat men- slechts te doen had met losse vergun-ningen van B. en W. Spr. legde vast, dat de vorige maal aan de hand is gedaan het voorstel tijdig in te di-enen. Spr. meent, dat nu het verzoek meet worden afgewezen. De heer I< e ij s p e r vereenigde zich hierme- de en betoogde dat het nieuwe voorstel van de S. D. A. P. niet in behandeling kan ko men, omdat men 1 heeft overzien. Mr. Kusters 'nig fcezwaa-r tegen de markt, de oved -'aide echter de wet toe te passen en voor de jnstdling dient dte geedfceuring van Ged. Staten gevraagd te worden. De heer T h o m s c n betoogde, dat de toe stand die er alAd geweest is, diende. gecon- tinueerd te worden. De V o o r z i 11 e r betoogde, dat bet tech- nisch niet mogelijk is alsnog de goedkeuring van Ged. Staten te verkrijgen. Spr. was ove rigens nog bianco. Z. i. was het hier een grensgeval. De mogelijkheid om een kraam te laten plaatsen moet er blijven. Mr. Leesberg betoogde, dat daarvoor de beslissing aan B. en W. is, De raad is on- bevoegd een. besluit te nemen. De Voorzitter gevoelde het niet zoo. Het liefst behandedle hij een tijdig ingeko- men verz-oek. Het vorig jaar is dit reeds op- gemerkt. De heer Westerhof wilde voor dit jaar to-estaan eenige kram-m te plaatsen. Dit is nog geen markt in het leven roepen, De her Keijsper betoogde, dat men dan geen marktgtld kan heffen. Spr. vond het niet goed om gemeentegrond beschikbaar te stel len aan enkelen, om andere inwoners op ge- makkelijke wijze te kunnen beconcurreeren. (Een stemDat zou u vroeger niet hebben gezegd.) De heer K e ij s p e r was steeds een voor stander van het.marktwezen. Het was de schuld van de organisatie zelf. dat nu niet be- slist ken worden. De uitbreiding heeft spr.'s bewondering nog niet. Spr. handhaafde zijn voorstel het voorstel in handen van B. en W. te stellen om prae-advies. De heer Thomsen Het gaat niet om een markt, maar om een gelegenheid te geven aan inweosrs een kraampje te plaatsen. De Voorzitter stelde voor, het voor- stel-Van Drunen in afwachfing van een nieuw verzoek van de vereeniging, voor dit jaar aan te nemen. Het voorstel werd aangenomen. (Voor de S. D. A. p., de heeren Kusters, Sietsma, Thomsen, Goyers. Van Slkigerlan-d en Ringer? en mej. Carels.) Aan de orde was nu de interpellatie-Vau Drunen. De heer Van Drunen meende goed te doen, naar aanleiding van de verschillende berichten in het Noord-Hollandsch Dagblad de vragen te stellen. Het geheele college en de ambtenaren zijn bij deze zaak betrokken. Voorloopig zal spr. zich bepalen tot het stellen van zijn vragen, om na de antwoor- den een en ander op te merken. Ter beantwoording van de eerste vraag was het woord aan den wethouder van Pu bliek Werken, den heer Ringers, die ver- klaarde te zullen trachten eenige onware en onjuiste begrippen die er in de gemeente rondgaan, weg te nemen. Spr. moet daarbij terugkomen op het ge heele verkeersplan dat door Publ. Werken werd. gevolgd. In de laatste jaren heeft men zien uitvoeren de verbetering van de brug bij het Texelsche hek en die aan de Hoever- vaart, waarop is gevolgd de verbetering van de brug aan de oude Zandersloot en nog zul len volgen de verbetering van de Rotoren- brug en de Willemsbrug. Het is niet enkel de bedoelde brug die op zich zelf wordt verbreed. Reeds in December 1922 hadden wij de plannen voor ons waar- in ook deze verbetering van de brug voor- kwam en waarin ook reeds waren opgeno- men de verlegging van de oeverlijn zooals die thans wordt uitgevoerd. Het antv/oord op de eerste vraag is dus beslist ontkennend. De bedoelinp- heeft, volgens de plannen in December overgelegd, voorgezeten die brug zoo breed te maken als ze gemaakt is. Spr. had kunnen begrijpen, dat men bij het ge- reed komen van de brug over de Hoever- vaart, eenige maanden geleden, gezegd had: „men heeft die te smal gemaakt", maar hoe men nu kan spreken van den brug, die pas heden voor het verkeer is opengezet, begrijpt spr. niet. Wie kan dat nu al beoordeelen? Men he^ft t kunnen zien aan de Iioeverbrug, maar niemand heeft er toen aan gedacht om te zeggen, dat er bij Gemeentewerken een ver- gissing is gemaakt, die de belastingbetalers geld zal kosten. In Februari 1923 kwam het plan in de Comm. van Publieke Werken, voorzien van een begrooting van 10.000. Vanzelf rees de vraag: „is het niet economischer de sloot te dempen dan de brug te maken?" Deze vraag werd van voldoende belang geacht om onder de oogen te zien, temeer omdat verondersteld werd dat daardoor voor de gemeente minder kosten zouden kunnen ontstaan. Niet alleen ten opzichte van de kosten werd een onderzoek ingesteld, maar ook aan de direct aanwonenden aan de oude Zander sloot werd een oordeel gevraagd over het dempen.Over de hinder die zij daarvan on- dervinden is het wel eigenaardio' dat men zoo groot verschil van meening krijgt; als men bij iemand met een lijst komt en zegt „teeken die", dan is men in gewone kwesties bereid te teekenen, maar als men iemand een brief stuurt en zegt: „antwoordt hoe gij over het geval denkt", dan zijn de resultaten verschillend. Van de 22 brieven die uitgegaan zijn, zijn er 7 terug gekomen die gezegd heb ben, dat zij gaarne zouden zien, dat de slooi: gedempt werd, 2 waren er niet tegen, maar 13 verklaarden positief het liever niet te heb ben. Om verschillende samengaande belan gen vroegen zij niet tot demping over te gaan en zij vonden de bezwaren die naar voren gebracht werden tegen de sloot niet zoo erg Dit was het resultaat van het onderzoek bij de aanwonenden. Ziehier de eene zijde van het vraagstuk Toen kwam de kostenberekening. Er wordt wel voorgesteld, dat de demping niet meer zal kosten als de vernieuwing van de brug, maar bij demping is rioleering, grondaan plemping en afscheiding noodig en deze kos ten zijn niet zoo gering. Die werden geraamd op f 25000. De beslissing was dus spoedig genomen. De meerderheid van de aanwonen den verlangde de demping niet en bovendien veroorzaakte die een meerdere kosten van 15.000. Wij adviseerden dus niet tot de demping over te gaan. De commissie liet het niet bij dit advies. Zij vond het bedrag van 10.000 wat hoog en sor.'s grief tegen den medewerker van het N. Holl. Dagblad, die spreekt van een slordige 10.000. men verstaat daaronder dat het dan meer kost dan 10.000.is, dat die medewer ker heeft kunnen weten spr. veronderstelt toch, dat hij zijn eigen blad leest en in dat blad stond in September de uitslag van de gehouden aanbesteding dat de brug nog voor geen 5000.maar voor f 4975 is aangenomen. Als men het publiek wil voorlichten, laat men dan toch eerlijk de publieke cijfers ge bruiken, maar geen cijfers die nooit officieel bekend zijn gemaakt en die nooit verder ge weest zijn dan de commissie. Ik moet dus ant- woorden, dat het niet on-economisch is ge weest de brug te veranderen en de sloot niet te dempen. Nu hebben wij het verzoek van de bewo- ners van het Ropjeskuil. Er staan daarbij ook menschen van de Lindelaan en het Varne- brock. Men heeft dan den kring wat wijd ge- trokken. Hun bezwaar is de ondragelij-ke stank van die sloot. Men zal het daarover wel cens zijn, want toen was die sloot afgesloten en kon het water niet doorstro-omen. Zij heb ben dus wel gdijk, maar vandaag kan dit ar gument niet meer gebczigd worden, want de doorstraling is nu hersteld. Verder staat er in het adres dat des zomers de sloot een breedp-laats is van muggen en ongedierte. Wij hebben van de week in de Alkmaarsche Courant in een ingezonden stuk kunnen lezen, dat de muggen dit water, zoo als men dit voorstelt, niet als broedplaals kie- zen. Op die gronden, waar men vraagt dem ping van dle oude Zandersloot, stel ik voor ni-et aan dit verzoek te voldoen, maar "het af te wijzen en de zaak te laten zooals deze is. Ter beantwoording van de tweede vraag was het woord aan Mr. Leesberg, wet houder van de bedrijven. Spr. merkte op, dat in het algem-een het in- terpellatierecht bedoelt verwondering uit te drukken over het beleidl van het college. Vol gens den aanhef van de tweede vraag is dit niet de bedoeling van den heer van Drunen, maar bedoelt hij het college in de gelegenheid te stellen zich te rechtvaardigen tegenover de mededeelingen in het N. Holl. Dagblad en als zoodanig apprecieer ik deze interpellatie. Daamaast wil ik opmerken, dat ik het er nice eens ben, dat de taak van een dagblad moet zijn een verantwoordtelijkheid te toonen in haar voorlichting en waar hier in ruime mate de gelegenheid wordt gegeven en door de wethouders persoonlijfc en door het college om inlichtingen te bekomen, d'aar moet een dagblad alvorens dergelijke voor het college en het publiek gezag on-dermijnende berichten te plaatsen, eerst inlichtingen inwinnen. De heer Westerhof P roost, Speet Mr. Leesberg: Wanneer ik nu kom aan de beantwoording van de vraag, dan zal ik eerst het absolute behatidWen en dat straks nog meer definieeren. Op het eerste deel van de vraag of het huis, bewcond door den- directeur der gasfabriek, bezig is van den aardbodem te verdwijnen, m. a. w, dat ernstige verzakkinigen zijn gecon- stateerd geworden, daarop kan ik zeggen: .,zeer beslist is dit bericht onwaar". In het bestek voor dtn bouw van het ge- bouw zijn bepalingen opgenomen, die waar- bor-gen, dat daar een beh-oorlijke fundeering is gemaakt. De Raad zal mij misschien wel schenken de geheele omschrijving. Het geheele oppervlak moest tot de zand- plaats worden opgegraven. Het uitgegravene moest worden aangevuld met zuiver zand en verder 24 uur onder water wezet. Aan beide voorwaarden is voldaan, zoodat wanneer er iets zou zijn, dat duidt op een bezig zijn van den aardbodem te verdwijnen, dit niet ligt aan de fundeering van het ge- bouw. Het geval is dat zich aan het huis heeft voorgedaan een haar-scheurtje, ver- moedelijk door een niet-deskundige niet te bekijken. Maar de directeur, die zeer secuur is op zijn gebouwen, evenals op zijn geheele bedrijf, heeft niet gerust alvorens hij de oor- zaak van dat haarscheurtje ontdekte. Daar om heeft hij een gedeelte van de fundeering doen opgraven, waarbij hij het gewenscht achtte, omdat bij geen enkelen bouw verras- singen zijn uitgesloten, stutten aan te bren gen op een wijze die misschien overdreven kan worden genoemd, maar die hem eerder tot hulde kan strekken dan als een schuld kan worden aangemerkt. De opgraving geschiedde en het bleek dat onder die woning een gebroken rioolpot was en waar het huis voorzien is van een centra- le verwarming en het zand daar dus zeer droog is, was het dus eenigszins gevaarlijk voor de fundeering. Of de rioolpot er niet goed is ingebracht, is een vraag. De riool pot is hersteld. Er is wat beton bijgegoten en de stutten zijn weggenomen. Het is" mis schien waar, dat de directeur ten aanzien van een klein scheurtje een te serieus onder zoek heeft ingesteld, maar dit beteekent toch zeker geen grief tegenover hem of het ge- meentebestuur. Dit is het positieve. En dan komt het mij voor, dat er nog wel andere huizen in deze gemeente zijn die eerder bezig zrjn van ae aardbodem te verdwijnen. (Gelach). Wij •hebben foto's vervaardigd van de drukkerij van het N. Holl. Dagblad en die vertoonen scheuren, die, relatief gesproken, mogen doen veronderstellen, dat dit gebouv: van den aardbodem zal verdwenen zijn als die woning van den directeur er nog volko-men staan zal. (Gdach). De voorzitter bekwam het woord voor de beantwoording van de 3e en 4e vraag. Deze luiden als volgt: 3. Zoo deze vragen bevestigend moeten worden beantwoord. welke rnaatregelen den- ken- B. en W. dan te nemen tegen hen die dan sohuldig zijn aan grove na'latigheid? 4. Zoo de vragen niet bevestigend moe ten worden beantwoord, welke rnaatregelen den ken B. en W. dan te nemen tegem hen of hem die deze soortgelijke gevallen publi- ceeren? Spr. zeide dat hij na hetgeen over de le en 2e vraag gezegd is, de 3e niet behoeft te be- antwoorden. Er is namelijk gebleken, dat er zelfs van een vergissing en verzuim geen s-prake is, zoodat er voor het nemen van rnaatregelen geen aanleiding is. Ter beantwoording van de 4e vraag zegt spr., namens het colege, het volgende: Wij achten het in het algemeen niet mogelijk te gen onjuiste berichten in de pers rnaatregelen te nemen. Hoezeer wij overtuigd zijn dat het algemeen belang niet gediend wordt met een injuiste berichtgeving, achten wij het niet mogelijk op te treden tegen de afwijkieig van de goede journalistieke gewoonte om alvorens men critiek op een overheidsliehaam uitoefent, eerst inlichtingen in te winnen. Wij moeten deze vraag dus beamhvoorden met de'verklaring, dat wii geen rnaatregelen als door de vragen bedoeld denken te nemen. De heer G o v e r s vroeg of de wethouder van Publieke Werken er niet aan gedacht heeft om tegelijkertijd bij de opcnstelling van de brug bij wijze van werkverschaffing de slo-ol uit te baggeren. Spr. geeft dit sterk in over- weging en wil dat uitbreiden tot voorbij de Cadettenschool. De heer Ringers wilde gaarne deze toe- zegging doen. De heer Van Drunen had inderdiaad zijn vragen gesteld om het college gelegen heid te geven om op deze zaak in te gaan. Spr. was met de situatie bekend. Hij wist van het scheurtje in de directeurswoning en de grootere' scheur in de drukkerij van het N.-H. Dagblad. Wat die ontzetteHe ergernis betreft, spr. weet welke dat is. geze kan straks voor de bewoners van het r'vij-eskuil worden wegge nomen. De heer Westerhof: .,die is al weg". De heer van Drunen had de stille hoop dat door zijn interpellatie in het vervolg de ambtenaren en vooral de raadsleden in het bijzonder verlost zullen blijven van dergelij ke malle gevallen, waardoor men als raads- lid op de straat niet meer veilig kan loopen (gelach eri geroep: „nou, nou") omdat iedereen verwijt dat men meedoet aan het weggooien van het gemeentegeld. Dit zit bij ons niet voor. Wij hebben het besluit geno men in het algemeen belang. De heer K 1 a v e r vond de zaak voldoende besproken. Hii had er in de stad wel een en ander over gehoord. Men had zich in hoofd- zaak gestooten aan de buitengewoon voor- zichtige wijze waarop de directeur gemeend had een onderzoek te moeten instellen naar de oorzaak van het scheurtje. Hij geloofde dat het wel met iets minder had gekund. De manier maakte den indruk dat er iets buiten- gewoons gebeurd was en dat was natuurlijk niet het geval. Men zou nu denken dat het huis op rioolbuizen is gebouwd, en dat is niet zoo. Men doet het beste een klein geval niet zoo verbazend gewichtig op te zetten, want men stoat zich juist aan den indruk die dat gaf. Heeft men daar nu vier zware balken voor moeten zetten? Men kan zeggen, dat daarin iets ligt dat de ambtenaren zooveel geld kosten. Het kwam spr. voor, dat door met voorzichtigheid dergelijke zaken aan te pakken, veel kan worden voorkomen. Men heeft de opmerking gemaakt, of de brug niet te smal was en of het niet voerzich- tiger geweest was met dat systeem van brug- genbouw te breken en te komen tot platte bruggen, omdat men dacht dat deze minder 1 hinder konden geven. Men heeft nu een toe- gespitste brug. Nu zal het verkeer daar niet zoo druk zijn, dat daar geregeld auto's moe ten passeeren. De heer WesterhofMaar die kunr oen gemakkelijk passeeren. De heer K1 aver Het kan, maar mijn indruk is, dat het zijn nut zal hebben, dat men aan beide zijden voorzichtiger is en da-t de directeur als hij meer voorzichtigheid be- trachtte, geen onnoodigen aanstoot had ge geven. De heer Ringers: E>e heer Klaver heeft zelf meegewerkt aan het vaststellen van het plan voor de brug. (Gelach) De Voorzitter verklaarde hierop de interpellatie voor gesloten. Spr. sloot zich overigens aan bij de opmerking van rnr. Leesberg. Ook hij meent, dat deze zaak zich niet goed leent voor een interpellatie en dat- zelfde geldt van de vragen die mr. Kusters gesteld heeft. Zij hebben hun vragen toch ten slotte zoo gesteld, dat het gmeentebestuur er bij betrokken is. Mr. Kusters: Met mijn vragen is bet iets anders. DeVoorzitter: De heer Van Drunen interpeUeerde tegen de pers, maar u tegen een vereeniging. De heer Van Drunen Wij zijn nu quite. Interpellatie van den heer Kusters. Mr. Kusters wilde toegevem, dat <fe opvatting van den Burgemeester op spr. vo rige interpellatie van toepassing was, maar deze interpellatie van spr. sieht zich wel do- gelijk tegen B. en W. Spr. weet niet weli antwoord hij krijgt; van Drunen wist <9t wel. Spr. verooderstelde, dat het B. en W. bekend was, dat Volksonderwijs fangs dc huizen een collecte heeft gehouden en hij ver onderstelt, dat door Volksonderwijs daarvoor motieveo zijn aangegeven. Hij weet niet, In welke bewoordingen die zijn vervat gewor den, maar als die dezelfde zfjn als in net be richt van de Alkm. Cour. van 14 Nw-(ten leeft spr. ,wel degeiijk een gfljef £egca B. m Ill '1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1924 | | pagina 6