Alkmaarsche Gourant
SCbaakrubriek.
m
m
k m
m a
m%mjQ
m
2
j±J
Damrabriek.
aj
m m
r an
m
t
::Ss
a
N.V. Boek- en Han-
delsdrukkerij voorh.
Herms. Coster Zn.
FEUILLETON.
LI.
9 mm i
Zaterdag 3 Januari
In en om de hoofdstad.
cxi.
m
0
P
If
s
9
m
3
fm.
m ~m
1 M
3 3 R
p IP Hni
m M B
41 t
ii
'-.w'A
i
3 i
;;f§
33
Ons Raadselhockje.
Wo. 8. 1925.
Hondird Zeven en Twlntlgste Jaargang,
TWEEDE BLAD.
Bij de wisseiing des jacrs.
't Is wederom de oude waarheid als ge
deze regels onder de oogen krijgt, zal het
oude zijn voorbijgegaan, het nieuwe zijn ge-
koraen en staan we weer voor de vraag wat
dat nieuwe brengen zal. We staan deze
week weder een oogenblik stil en wenden even
den blik achterwaarts om te zien of uit het-
geen die vervlogen jaarkring bracht, leering
kan worden getrokken voor de toekomst. Zoo
plegen wij dat te doen in ons eigen kleine
leventje, in het leven der volkeren en der sta-
ten, ook in ons nabije leven der plaats, waar
wij wonen en werken.
Dies wenden wij een oogenblik den blik ach
terwaarts met betrekking tot het leven der
grootste gemeente van ons land, van onze
hoofdstad, die toch nog altijd al geeft zij
dan sedert lang niet meer den toon, althans
een grooten toon aan, in het wereldgebeuren
haar groote beteekenis voor het vaderland
heeft behouden.
Daar heeft, juist enkele dagen voor het
einde van het jaar, hier ter stede eene ge-
beurtenis plaats gehad, die op zichzelf niet
van zoo buitengewoon belang scheen voor de-
genen, die er een en ander van vermeld za-
gen in de pers, doch die inderdaad historische
beteekenis had. Ik bedoel de overdracht van
een schilderstuk, waarop afgebeeld zijn de le-
den van het Uitvoerend Comite en secretaris-
sen van de N. O. T. Er zijn er misschien reeds
onder ons, die deze dfie hoofdletters niet eens
meer thuis weten te brengen; voor hen zij
dus dadelijk herinnerd, dat zij als afkortin-
gen staan voor de „Nederlandsche Overzee
Trust", die in de jaren van den grooten oor-
log ons land voor veel ellende heeft be-
waard. Het is natuurlijk niet noodig hier
thans in den breede in het geheugen te roe-
pen, wat die mannen van de Tritst, door de
landsregeering van dien bangen tend krach-
tig gesteund, voor Nederland hebben gedaan
op iiandels- en industrieel gebied; datgene
wat gedaan werd, wettigt ont<?genzeggelijk,
dat het scliilderij, als een historische herinne-
ring, thans in het Stedelijk Museum der
hoofdstad in bruikleen, doch we rnogen
hcpcn voor altijd een plaats heeft gekre-
gen. Want even goed als in de residence op
zijn plaats is het doek, waarop de ministers
uit de oorlogsjaren staan uitgebeeld; de
mannen, die de politiek in Nederland in dien
tijcl belicerschten, moet men zich te Amster
dam als ecrste handelsstad blijven herinneren
dc mannen, die door hun werkkracht, beleid
en handelskennis de corzaak waren dat Am-
sfcrdam in de oorlogsjaren kon zijn wat het
was en als gevolg daarvan bij het begin van
1925 is, wat het is.
En wij mogen gelukkig zeggcn, dat de toe-
standen te Amsterdam in het tot zijn einde
gckomen jaar zich ongetwijfeld aaiimerkeliik
hebben verbeterd. Zeker, deffenen die hier
leven en werken en nog steeds voeien den
druk der liooge rijks- en stedelijke belastin-
gen, zullen nog lang niet alien toegeven,
dat het afgelcopen jaar hun in hun zaken
volkomen bevredigd heeft. Er is, zooals men
het ncemt. nog te veel „oud zeer" uit de cri -
sis-jaren dat velcn drukt. maar dit neemt toch
niet weg. dat het getuigenis dergenen, die
goed in het Amsterdamsche zakenleven in-
geleefd zijn, spreekt van een steeds gunstiger
wordenden toestand. Het vertrouwen op dt-
toekomst is teruggekcerd en dat reeds zegt
heel veel in een groot handclscentrum. Is
het niet als een verblijdentf verschijnscl te
noemen, dat men niet meer de vermelding
leest van opgelegde schepen, wat wel het bes-
te bewijs is van tocncmende handels-bewe-
ging? Mij dunkt, dat dit veelbeteekenend is
voor de haven der hoofdstad niet alleen, doch
ook voor het geheele „achterland" met
welk woord ik eigen land op het oog heb en
niet het achterland aan gene zijde onzer oos-
telijke grenzen, ofschoon, betere tcestanden
daar, kunnen ook niet anders dan van gun-
stigen invlced zijn op deze stad en zeker niet
minder op de zusterhaven aan de Maas.
Dat men zich hier in „vooruitgaande" rich-
ting beweegt heeft Amsterdam in het aige
loopen jaar voor het uiterlijk zeker getoond.
Men is allengs gaan begrijpen, dat het toi
let der hoofdstad volstrekt niet verwaarloosd
mag worden, wil de stad haar goeden naam
onder de wereldsteden, dien zij in den bloei-
tijd onzer republiek had, ook in onzen moder-
nen tijd kunnen handhaven. Er is in 1924
ontegenzeggelijk heel wat voor dat toilet ge
daan; de verfraaiing van het Rembrandt-
plein, ook al is die niet naar den zin van a He
kunstbeoordeelaars van naam, legt in elk ge
val getuigenis af van den goeden wil dev
overheid om groote-stadswerk te leveren en
ook gedeeltelijke verbetering van het oude
Damplein behoort gencemd te worden onder
de gebeurtenissen te Amsterdam in 1924.
Volmaakt is het er niet geworden het miu-
driigrii<e v&5r het Paleis blijft, ook al zijri
de puntkeitjes nog zoo sierlijk in mozaik-fi-
guur gelegd, een „onbegrepen fraaiigheid"
en zeker een onaangename gewaarwording
aan de voetzolen der voetgangers maar in
elk geval, men waadt op vuile dagen niet
meer door kuilen en poelen en het rijtuigver-
keer is tactvoller geregeld. Als 1925 nu ein-
delijk brengen zou de oplossing van het ge-
heim achter de berucht geworden schutting,
dan zou dat zeker de groote „clou" van het
nieuwe jaar worden. Men dient zich daar
heusch wat te gaan haasten, nu het vast
schijnt te staan, dat 1928 hier de Olympiade
met haar vreemdelingen-invasie zal bren
gen ze moeten ons 11 an van wege dien
Dam niet behoeven te noemen de Chineezen,
erger nog, de Abderieten van Europa.
Wat we ook in het nieuwe jaar tegemoet
zien is het beloofde hotel aan de Vijzelstraat,
hetwelk, naar gehoopt moet worden, geen
tweede „Atlanta"-mislukking zal worden,
d.w.z. „op niemendal uit zal draaien", want
werkelijk zooveel groote moderne hotels bezit
Amsterdam nog niet of er kan er best nog
een bij. Bovendien zal met dien bouw daar de
voltooiing der Vijzelstraat als hoofdverkeers-
weg wederom een stap nader komen. Het
reusachtig bouwwerk in die straat, De Bazel's
gebouw der Handel-Maatschappij, begint nu
meer teekening te krijgen, ofschoon, het zal
wel 1926 worden voor het beambten-corps
dezer wereldonderneming, thans onvoldoen-
de gehuisvest in verschillende oud-patricische
huizen aan de Heerengracht, daarin onder-
komen zal kunnen vinden naar den eisch on
zer eeuw.
Natuurlijk zijn er altijd nog velen, die het
betreuren dat op die plaats dit reusachtige
gebouw verrezen is. Z onder iets te kort te
doen aan het schepper.d genie van den over-
leden bouwmeester, zijn zij van meening, dat
het neerzetten van zulk een bouwwerk nooit
had mogen zijn to:gelaten, omdat het hecle-
maal niet past in het leader van oud-Amster
dam en vloekt tegen de omgeving. Anderen
bestrijden die meening, omdat zij van oor-
deel zijn, dat het geheele karaktcr van Am
sterdam zich wel wijzigen moet in den geest
van het heden en dat men het een onderne-
ming als de „Handel-Maatschappij", wier
taak zich nog steeds uitbreidt, niet euvel mag
nemen, dat zij is gaan bouwen, niet alleen om
te voorzien in haar .behoefte van dit oogen
blik, doch ook met het oog op de toekomst en
dat allengs de omgeving wel in ovcreenstem-
ming zal gebracht worden met dit moderne
gebouw. Vcor die redeneering is zeker veel te
zeggen en waarom zou deze nieuwe verkeers-
wcg met tal van groote bouw werken niet voor
voigende geslachtcn mogen getuigen van
nieuwe inzichten en nieuwen durf van het
Amsterdam uit de eerste helft der twintig-
steeeuw? Het zal belangwekkend zijn te zien
in hoeverre het nieuwe jaar ons op die nieu
we banen weder eenige stappen verder zal
brengen.
En ondertusschen zullen de Amsterdam-
mers den overgang van den cuden tot den
nieuwen jaarkring ook zooveel zij willen kun
nen vieren buiten de wanden van hun eigen
woonvertrekken. Het artikel is blijkbaar
al voor den Oudejaarsavond geschreven.
Red.) Jaar in, jaar uit neemt de
„uithuizigheid" in aeze stad, ook al weer
naar het voorbeeld van het buitenland, toe
en dazal ditmaai ncg meer het geval zijn,
omdat het dansverbod in de hoofdstad niet
meer bestaat. In tal van groote hotels en res
taurants zijn at weken te voren toebereidse-
len gemaakt om voor den Oudejaarsavcnd
gasbn te lckk n en het aautal dergenen, die
in dergelijke openbare zaken hun oud en
nieuw zullen vieren, zal ongetwijfeld groot
zijn. Andere tijden met andere zeden
De dagen zijn voorbij toen Amsterdam op
den Oudejaarsavond een uitgestorven stad
was, omdat' op dien avend iedereen thuis
wilde zijn, en de koffiehuizen slechts hun
enkele k'lanten hadden onder de arme vrij-
gezellen, die niet wisten v/aar ze op zoo'n
avond eigenlijk heen mcesten. Voor velen is
het uit-zijn op een dergelijken avond juist een
der grcote-stad-gencegens geworden, ook al
zullen er nog genoeg andere Amsrerdam-
iners zijn, die bedenkelijk het hoofd schud-
den over de „verwild<ering*', die de gewoonten
van hun tijd verloren deed gaan. Geen
Nieuwjaarswenschen meer van den klepper
man: van den lantaarn-opsteker. van der.
bakker op den hoek, met hun „schoone" rij-
melarijen „de oude stad gaat ten onder",
zuchten zij.
Maar wij, stervelingen van dezen nieuwe
ren tijd, zeggen het Gijsbrecht die nog al
tijd niet vercuderd is op het Leidsche Plein
na:
„Het hemelsche gerccht heeft zich ten
lange lesten
Erbarremt over mij en mijn benauwd
vesten",
maar die woorden dan opgevat in dien zin,
dat 1925 aan Amsterdam althano de eerste
werkelijke herademing heeft gebracht na zoo
veel daaraan voorafgegane jaren van moeite
en zorgen, en 1925 de herleving zal voort-
zetten.
Den lezer heil in den nieuwen jaarkring!
SIN I SANA.
Hier volgt een partij, die met recht de
onsterfelijke heet. Zij is gespeeld in 1857 in
Londen door
Wit: Andersen. Zwart: Kieseritski.
Koningslooper gambiet.
1. e4 e5 t
2. f4 ef4
3. Lc4 Dh4.t
4. Kfl. b5. Dit is uitgevonden door
Kieseritski.
5. Lb5 Pf6
6. Pf3. Dh6. Beter is hier Dh5 Om
h5 open te houden voor het Paard
speelt K. hier Dh6.
7. d3 Ph5.
8- Ph4. Er dreigde 8Pg3f met
kwaliteitswinst.
Na 8'Kgl volgde Db6f met looper-
winst.
8Dg5
9. Pf5 c6. Speelt zwart hier 9 gb
,dan volgt 10 h4 Pg3. 11 Kel Df6. 12.
Pg3 fg3 13. Dc2 en witstaat goed.
10. TglWit laat uit berekening Lb5 „in-
staan".
10cb5
11. g4. Pf6.
12. h4 Dgb
13. h5 Dg5
14. Df3. Nu dreigt 14 Lf4 met dame-
winst of 14 e5 met Toren- of Paard-
winst.
14Pg8
15. Lf4 Dffi j
16. Pc3 Lc5
17. Pd5 Db2
18. Ld6! Een genialen zet. Wit laat op-
zettelijk Tal voor 't nemen staan.
18Dalf- Na 18. Ld6 19
Pd6.f Kd8 20 Pf7 Ke8 21 Pd6f Kd8
volgt 22 Df8 mat.
19. Ke2 Lgl. De Dame kan niet nemen
want dan volgt 20 Pg7t- Kd8. 21. Lc7
mat.
20. e5! Dit sluit de Dame van zijn diago-
naal en er dreigt weer mat in twee
zetten.
20Pa6
21. Pg7 Kd8.
22. Df6f!! Pf6. gedwongen.
23. Le7 mat.
(Naar Dufresne).
Eindstelling 39.
Wit: Hertog v. Brunswijk en Harrwitz
Wit: 13 sch". op 22, 27, 28, 32, 37/40, 43,
44. 46, 47, 50.
Oplossing
1. 22—18 1.
2. 47—41 2.
3. 39—34. 3.
4. 44 13 4.
34: 1!
V
12 23
36 47
47 39 (5 sch.)
35: 9
5.
Een fijoe combinatie!
Goed oplossingen ontvingen wij van de hee-
ren: C. Betlem, W. Blokdijk, P. Dekker,
D. Gerling, A. List, G. J. v. d'. Ploeg te Alk-
maar en P. Kleute Jr., den Haag.
De voigende leerzame stand is van den heer
Kleute:
1
l-.:
mi
:-T
i r
fA
-
w?
van Robert Louis Stevenson, geautoriseerde
vertaling van J. C. L. B. Pet.
13)
lk had mij nauwelijks bewogen, toen een
der mannen mij een slok gaf van een ver-
sterkeuden drank, dien mr. Riach had bereid,
en zei me, rustig te blijven liggen, dan- zou
ik gauw weer beter zijn. Er waren geen
beenderen gcbroken, legde hij uit. „Een slag
op het hooid was nieis. Man", zei hij, „ik
heb hem je zelf gegeven."
Hier lag ik \ele dagen als een goed be-
waa'kt gevangetve en kreeg niet alleen mijn
gezondheid terug, maar leerde ook mijn ge-
zelschap kennen. Het was een ruw trcepje,
zooals zeelui mecstal zijn, menschen die alle
v'riendelijke dingen van hot leven missen en
veroordeeld zijn samen te zwoegen op de
ruwe zeeen en onder meesters die niet minder
ruw waren. Er waren ondey, die op zeeroo-
vers hadden gevaren en dingen hadden ge-
zien, waarvan dc gedachte alleen schande-
Hjk is, anderen waren woggeloopcn van
liyp?o met ecu strop.
Wit won door een mooi Dame-offer.
Oplossing van probleem No. 41 van Dr.
A. Decker.
■Wit: Kh2 Dc2 Le6 en g7 pi g2 en h4.
Zwart: Kf4 Ta5 Lh8 en h5 pi a5 c3 e3 h3
1 Lf5 (dreigt De4 mat).
1Tf5: 2. Da4: mat.
1Te5 2. Lh6 mat.
1 Lf3 2. g3 mat.
Het aardigste mat ontstaat na 1 Tf5:
De inhoud beantwoordt niet geheel aan
het wat ruimschoots gebruikte materiaal.
Van deze componist is ons wat interessanter
werk bekend, dat we tegeleger tijd plaatsen.
Probleem No. 43 v. F. Br H. Bottger.
Haagsche Courant 1915.
Zwart (7)
PP
jsif 'jfe
IS
"m m m
al 3 .1,1
Zwart: 7 sch. op 9, 15, 16. 17, 22, 25, 30.
Wit: 7 sch. on 28, 32, 33, 40, 44, 45, 48.
1. 40—35 1. 16—21
2. X 2. 22—27
3. 24—19 3. X
4. 28—23 4. X
5. 19—13 5. 17—22
6. X 6. 21—27
7 4— 9 7. 15—20
8. 0— 4 8. 27—31
9. 4—10 9. 31—36
10. 48—42 10. 18—23
11. 10:17 11. 36—41
12. 42—37 12. X
13. 17—26 13. 25—30
14 44—39 14. 20—24
15. 26—48 15. 30—35
16. 48—42 16. 24—30
17 42—48 17. 3238
18. 39—33 18. X
19. 48 25 zwart geeft op.
Ter oplossing voor deze week.
PROBLEEM No. 841
van P. KLEUTE Jr., den Haag.
8
7
8
5
4
3
2
Wi 3.
1
b c d e
1 Wit (8)
op den nek, waarvan zij geen geheim maak-
ten, en alien waren bereid om een kleinig-
heid met hun beste vrienden te twisten.
Tech was ik nog maar weinig dagen met
hen samen geweest, of ik schaamdc mij over
mijn eerste oordeel, toen ik weggeloopen was
van de pier van het veer, alsof zij beesten
waren geweest. Geen enkel slag menschen is
door en door slecht, maar iedere soort heeft
haar eigen deugden en gebreken en deze ma-
trozen maaktcn geen uitzondering op den
regel. Zeker waren zij ruw en naar ik ver-
moed ook slecht, maar zij hadden vele deiTg-
den. Ze waren vriendelijk, wanneer ze kon-
den, naief in- een graad die ver boven die
naivitei't van een landjongen als ik uitstak,
en hadden eenige vage ideeen over eerlijk-
heid. Er was een m;:n van ongeveer veertig
jaar, die dikwijls urcn lang aan mijn kooi
zat en mij vertelde van zijn vrouw en .kind.
Hij was visscher en had zijn boot verloren
en was daardoor gedwongen tot de groote
vaart. Het is nu jaren geleden, maar ik heb
hem nooit vergeteh. Zijn vrouw, die veel jon-
ger was dan hij, zooals hij mij dikwijls ver
telde wachtie ievergeefs de terugkomst van
haar'man, nooit zou hij 's morgens het vuur
weer voor haar aanmaken en nooit het kind
meer zcet houden, wanneer zij ziek y>as-
Zoostlsjater bleek waren dc meestc van deze
Aan de Dammers!
•Met dank voor de ontvangen oplossingen
van probleem No. 840 (auteur J. C. le Bleu).
Stand':
Zwart: 10 sch. op 2, 4, 7, 8, 12, 19, 20,
29, 30; 36 en dam op 35.
arme kerels op hun laatsten tocht, de diepe
zeeen en de vraatzuchtige vissehen wachtten
hen en het is een ondankbare bezigheid
kwaad van de dooden te spreken. Onder de
andere goede dingen, die zij deden, gaven zij
mij mijn geld terug, dat onder hen verdeeld
was en ofschoon er ongeveer een.derde deel
te kort kwam, was ik eT erg blij mee en hoop-
te dat het mij van dienst kon zijn in het land
waarheen ik ging. Het schip was bestemd
voor de Carolinas en men moe't niet denken,
dat ik d'aar eenvoudig als banneling heen-
ging. De menschenhandel werd toen al ite-
gengewerkt; sindsdien, tijdens den opstand
van de kolonien en de vorming van de Ver-
eenigde Staten is er natuurlijk een eind aan
gekomen, maar in de dagen van mijn jeugd
werden blanken nog als slaven verkoeht naar
de plantages en dat was het lot waartoe mijn
ellendeling van een com mij' had veroor
deeld.
De kajuitsjongen Ransome, van wien ik
het! eerst had gehoord over deze afgrijselijk-
heden, kwam scms bij me uit dc achterkaiuit,
waar hij een slaapplaats had en dienst
deed. Nu eens verbond hij een kwetsuur, zon-
der klagen de pijn doorstaand, dan weer
vloekte hij over de'wreedheid van mr. Shiran.
Mijn hart bloedde, als ik hem zag, maar de
mannen hadden groot respect voor den eer
■Ml '"I M Mi-
I BKW
'Zwart: 1, 3. 8, 12, 26, 35 (6 sch.)
Wit: 6, 27, 28, 37, 39, 40 (6 sch.)
Voor hen, die den winstgang niet kennen,
zal de verrassing groot zijn.
Zwart heeft als laatsten zet 30—35 ge
speeld. Wit zet nu voort:
1. 37—31 1. 35 22
2. 27 7 2. 26 :37 (gedw.)
Op 1 12 zou 6—1 en 1 41 volgen.
3. 7— 2 3. 8—12 (gedw.)
4. 2— 7 4. 12—17 (gedw.)
5. 7—11 5. 17—21 (gedw.)
6. 11—7 6. 1:12 (gedw.)
7. 6— 1 7. 12—17 (gedw.)
8. 16 wint!
In de partij Vos—Haye kwamd; e voigende
eindstand voor. Wit aan zet. Deze speelde
40—35 en nu meende zwart voordeel te beha-
len door 16—21 en 22—27. maar Vos had
den stand beter bekeken. Het geheel verliep
als volgt:
belast lich met
HET VERVAARDIGEN VAN ALEE
DRUKWERKEN.
HET PLAATSEN VAN ADVER-
TENTIEN IN ALLE BLADEN.
HET LEVEREN VAN ALLE
BINNEN- EN BITTENLANDSCHE
BOEKEN.
HET LEVEREN TAN ABONNE-
MENTEN OP ALLE BINNEN- EN
BUITENLANDSCHE BLADEN.
Voordam C 9, Alkmaar
zien en ook wel eens blunders maken. Na af-
loop zullen zij dan wellicht ook tot zichzelf
zeggen„hoe is't mogelijk, dat ik dat niet
gezien heb." Maar dan is't al gebeurd.
Oplossingen der raadsels uit 'I
vorige numm'er.
Voor grooteren.
1. Laat Mama in den tuin blijven zitten
Main.)
Is /4«gustus dit jaar niet een prachtige
maand? (Sail) en (Aar.)
Ja, er is armoede in dat gezin. (Isar.)
De oude hoed staat je ver/ Mer dan de
nieuwe. (Elbe.)
2. Suikerplantage. Piet, kers, plank, steen
put, slak, slang.
3. Beetwortel.
4. zlden, Raden.
Voor kleineren. -
1. Tfacht, wacht, iracht, zacht, gracht.
2. Harderwijk, Haard, aarde, wijk.
3. Wi\g Winterswijk.
r ittg
mond
v o e t
e zei
g rot
spin
I w a n
s t i} f
k erk
1*4. Koude
OM OP TE LOSS EN.
Voor groote ren.
1. Mijn geheel wordt met 7 letters geschre
ven en noemt een stad in Noord-Brabant.
4, 5, 6, 7 is een deel van* je gezicht
1, 5, 6, 7 is een huisdier.
2, 3 is een maat.
3, 5, 6, 7,2, 6 is een stad in Engeland.
2. Verborgen buitenlandsche steden.
Laat Anna, Mien, Stans en Dora naar
huis gaan. (2)
Zij gingen met zijn vieren uit logeeren.
Hij was in donker tegen u aangeloopen,
Mama lag al weken te bed.
Laat mij maar niet 1 anger raden.
3. Welke vogel wordt, als men hem van
letter berooft, een groote stad in Europa?
4. Welk voorwerp kun je maken1 vanf
china maan et
Voor kleirteren. i
1 Zet in deze 16 vakjes:
20 2D 5E 2L 1R 4K
zoo, dat je van links naar rechts en van
boven naar beneden leest:
Zwart: 13 sch. op 1, 5, 10, 12, 13, 15, 16,
17, 21, 22, 26, 35. 45.
Wit# 13 sch. op 14, 28, 29, 31, 33, 34, 37,
38, 39, 42, 44, 48, 49.
Oplossingen voor of 7 Januari 1025, Bu
reau van dit Blad.
CORRESPONDENTIE.
P. D. te A. Natuurlijk had Vos in de partij
tegen de Jongh beter een schijf kunnen offe-
rerr, dan dfe slagzet toelaten, dat zal altijd zoo
zijn als de tegenpartij een wiflnende combina
tie maakt. Maar de meesterdammers zijn ook
maar menschen, die niet alles kunnen door-
sten stuurman, die naar zij zeiclen de eenige
zeeman w as van het heele rommeltje en „nog
zoo slecht niet als hij nuchter was". Ik ont-
dekte een wonderlijkc eigenaardigheid' bij
onze stuurlieden, dat mr. Riach lrurneurig,
onvriendelijk en ruw was, wanneer hij nuch
ter was, terwijl mr. Shuan geen vlieg kwaad
deed, behalve wanneer hij aronken was.
Ik informeerde naar den kapitein, maar zij
zeiclen dat de drank geen invloed had op
dezen man van ijzer.
In den korten tijd, dien mij gegeven was
deed ik mijn best: iets van een man, of liever
iets van een jongen te maken van den armen
Ransome. Maar hij had nauwelijks een men-
schdijk verstand. Hij herinnerde zich niets
van den tijd, voor hij op zee kwam, alleen, dat
zijn vader klokken had gemaakt, en een
spreeuw in de huiskamer had, die „the North
country'1 kon fluiten, als het andere was uit-
gewischt in de jaren van ontberingen en
wreedheden. Hij had vreemde denkbeelddn
over den vasten wail overgenomen uit de ver-
halen van zeelui, dat het een plaats was waar
jongens in een soort slavernij werden ge-
voerd, die „een baantje" heettc, en waar leer-
lingen voondurend werden gegeeseld en in
smerige gevangenissen werden gestopt. In
een stad 'zag hij de helft van de mannen aan
voor ronselaai's, en het dcrde van dc huizen
lo. iets, dat zoet is en waarvan de meestt
kinderen houden.
2o. iets, dat nergens gemist kan worden.
3o. een bijvoeglijk naamwoojd, dat een
mooie eigenschap aanduidt.
4o. een deel van een bloem.
2. Met g ben ik een zwemvogel, met M eeft
jongensnaam en met St een meisjesnaam.
3. Verborgen' bloemen.
Mevrouw van Marie Het haar zakdoek
liggen.
Wat heb je veel draden aan je rok
hangen!
Wiladimir is een Russische naam.
!Je weet niet, wat een last er nog aan1
verbonden is.
4. Zet letters in plaats van de stippen, dan
krij'g je spreekwoorden.
voor holen, waar zeelui werden bedwelmd en
vermoord. Wanneer ik hem vertelde, hoe
vriendelijk ik was behandeld op d'ienzelfden
vasten wal, waarvoor hij zoo bang was, hoe
goed gevoed en onderwezen dloor mijn vrien
den en mijn ouders en wanneer hij dan pas
gestagen was, weende hij bitter en zwoer d'a't
hij weg zou loopen. Maar, als hij in zijn
gewone dwaze stemming was, of nog erger,
wanneer hij in de achterkajuit een glas
striken drank had gehad geloofde Hij mij
eenvoudig niet.
Het was mr. Riach, die den jongen te
drinken gaf, het was zomder hvijfel vriendelijk
bedoeld, maar behalve dat het verderfelijk
was voor zijn gezondheid, was het een el-
lendig gezicht, het ongelukkige ouderlooze
schepscl te zien zwaaien en dansen en onzin
praten.
Sommigen lachteu, maar nieti alien, ande
ren werden razend boos, misschien dachten
ze aau hun eigen jeugd, of hun eigen kinoe-
ren en zeiden den stuunnan op te houden met
dien onzin, en te bedenken wat hij deed- Wat
mij betrsft, ik schaamde mij, wanneer ik het
zag, en nog komt het kind in mijn droo-
men.
i (Wprdt vervplgd..).
MM
Mk
Wax
t
t.
J -V
-□