Alkmaarsche Gourant Zaterdag 17 Januari No.514. 1925. Nonderd Zenn an Iwlntlgste Jaargang. StaUsnieuws NEDERL. PROTESTANTENBOND De afd. Alkmaar van den Ned. Prot. bond fcwam gisiteravondl bijeen in de zaal yanliet Loge-gebouw aan die Nieuwesloot, die ge- keel gevuld was met belangstellenden. Als spreker trad op ds. E. J. van der Brugh, uit Tiel, met bet onderwerp „De persoonlijk beid." Ds. Westra sprak een kort openingsiwoord, wsarin hij er aan h-erininerde? dat net voor bet eerst is dat in het Loge-gebouw een groo- te vergadering wordt gehouden. Spr. noemde bet onderwerp „De persoonlijkheid" een punt, waarover zeer zeker veel en velerlei te zeggen valit. Daarnagaf hij1 het woord aan dis. van der Brugh, die vooraf opmerkte, dat het met zijn roordracht zou zijn als in de werkelijkheid: de persoonlijkheid wordt gevormd en komt ten slotte. Daarop ging hiji de ontwikkeling Mt. De geest komt In de natuur (den mensch) lot uiting en ontwikkeling, echter nog maar Beer beperkt, dloordat de mensch1 is een iindi- viidu en' daardoor onder wor pen aan de eigenaardigheden van onze planeet. Wij sla- oen en drinken enz. en worden daarbij steeds nerinnerd aan' de planeet. Het werelddeel, waar men geborent wordt, Is van grooiten inlvloed op d'en mensch en zijn csltusr. In Afrika met weinig variatie in het kli- Biaat, staani de menschen het laagst, veel la ger b.v. dan in Azie, waar de ontwikkeling in staten en van den godsdienst begint. In Europa -met zijn heel ander klimaat en zijn vier jaargetijden is dit alles in veel hoogere mate waar te mem-en. Zelfs elk land is weer gedifferentieerd. en ook in de groote steden aiet men weer afferenitie, o-m van de provin- ciea nog maar niiet te spreken. •Eon groot verschil in temperament is on der de menschen op te merken. Cholerisch gijn veelal de groote mannen, sanguinistici reageeren veel naar buiten en de flegmatici meer naar binnen. -Verder heeft men verschil in aanleg en talenten bi} de menschen. De leeftijdi is vain' grootem inlvloed op die mensch el ijke gedachten en het werk der men schen. Het kind leert gemakkelijk en aanvaardt wat de omgeving juist acht. De jongeling stelt zich daa4met zijn abstracte ithcoriecn tegenover, oordeelt en veroordeelt vaak. Dan krijgt hij vcreering voor het andere geslaehit en als hij dan een vrouw heeft uitgezocht en man wordt, is hij bezadigdlcr gewordcr, in alles, kalmer in zijn oordeel. Oud gewordcn, keert de mensch tot zich zeif in^ het actieve leven is voorbij. (Dit voorgaaridie geldt even- zeer voor die vrouw, maar spr. noemde ge- makshalve slechts den man.) In heel) hoogen ouderdom hebben enkelen (Ooethe, Plato e. a.) nog veel groote dingen verricht. Het verschil in geslacht gee ft verschil in karakter. De man; zoekt mieer de achting, de vrouw de persoonlijke welgezimdiheid, om niet |e zeggen het bemimd worden. De mensch wordt ook nog beheerscht door het waken en sla-pen, d. i. het in1 de wereld leven en het in rust vergeten van de wereld. In zichzelf is de mensch bovendien ver- deeld: lichaam en ziel. Het lichaam is de veelheid, die in de ruimte zichtbaar ver- schijnt, de ziel is de onzichtbare eenheid. Sa- meni zijn lichaam en ziel 66n, wel te onder- Bcheiden, echter niet te scheidem. Als de mensch het vermogen heeft, den geest tot uiting te brengen, komt dit door lichaam en ziel beide. Het gebeurt o.a. door de spraak. Lichaam eni ziel zijn aanivankelijk nog niet op elkaar aangepast. De ziel werkt op deni mensch door die zin- tuigen. Het oor en het oog observeeren b.v. de kunst Het lichaam doet waarneiningen, die door de ziel wordlen verwerkt. Van ande- ren kant werkt de ziel, op het lichaam in, willekeurig en onwillekeurig, door houdi'ng, woord, gebaar, geliaaiisuitdrufcking, enz. De iniwendige ontroeringen en beroeringen tee- kenem zich at op het gelaat,_ speciaal het on- derste gedeelte daarvan (bij den' man meer- inalen bedlekt door een baard misschien juist om die beroeringen minder, zichtbaar te doen zijn?) Bij het jooge kind bemerkt men dat het lichaam nog niet op de bedoeling der ziel is ingesteld (het grijpt b.v. herhaaldelijk mis naar zijn rammelaar, omdat het de plaats er- vam nog iniet kan bepalen.) De natuurlijke dood van ouderdom komt, als ziel en1 lichaam niet meer op elkaar in Werken;. Uit de wisselwerking van lichaam en ziel Btijgt op het hoogere moment, het ik. Dit stelt alles tegenover zich, ook zijn eigen lichaam, het stijigt op boven de natuur. A1 is de mensch eigenlijk een individu, iniemaind wil graag zoo genoemd worden, omdat hij zich een ik voelt. Het ik staat ini zekere vijandige verhouding tegenover allies, ook tegenover de wereld, omdat het zijn wil wenscht op te leggen. Het is egoisme. Bij het ik hebben we hetzelfde als bij het natuurlijke wezen: voorfcdurende wisselwer king, echter op hoogeren trap. Spr. ging dit na, constateerende dat daarbij vaak sprake is van zinnelijke gewaarwording, in welk sta dium we de dingen aanwiizeii. Het ik blijft daarbij echter niet staan, het komt tot activi- teit en dan ontstaat de waarneming in ver schil van kleur en vorm en wezen. Dan is het nadenken geboren, het ik heeft een zekere vrijheid tegenover de dingen verkregen. Het zelfbewus'tzijn is een graad verder, waarbijl de mensch zijn wil oplegt. Verniel zucht is daarom een bewijs van menschelijk- heid, al is het geen hooge -menschelijkhcid. De mensch demonstreert met vemieling wel zijn superioriteit over de dingen, maar hij heeft er weinig aan. Beter is het de dingen dienstbaar te maken aan1 zijru plannen. Dan komt de arbeid en het daarbij opleggen van zijn wil aan de dingen. Doorredeneerende, zou men zeggeni, dat, Ala ieder zijn wil zou doorvoeren, cb men- schrn elkaar zoudeni dooden. Het zelfbewtist- zijn leert echter de minder sterke menschen te dwingen en te onderwerpen aan zijn wil (slavernij). Deze toestand van heer en' knecht kan niet altijd dureni. De slaaf leert zich zielf beheerschen, wat de meester niet bereikt, de slaaf stijgt in menschelijkheid en de heer moet rekeninig daarmee houden, d. i. hij her- kent een ander zelfbewustzijn tegenover zich. Dan is meni gekomen tot de gemeenschap, het ik is nog niet van zijn rechten onttroomd, maar erkent andere subjecten, die evengoea rechtenl 'hebben. Waar de geaneenschap staat boven het ik zonder mcer, is hare vereering wel goed, maar toch blijft een gemeenschap altijd toe vallig (lidmaatschap van eenzelfoe vereeni ging, burgerschap eener zelfde stad of van een land, enz.) Zij staat steeds tegenover een andere. Wanneer die gemeenschap niet meer toe- vallig is, maar wezenlijk en noodwendig, is men gekomen tot de ware gemeenschappelijk- heid, tot de g-emeenschappelijkheid der waar- heid. Hetgeen altijd en overal zal geliden, is de ware gemeenschappelijkheid, d. i. die eeuwige waarheid, die aan alles ten grondslag ligt. Particuli're meening en nciging gelden niet meer, slechts de zmverheidi van rede en ge- voel komt naar voren. Dam pas is de persoonlijkheid geboren. Zij differentieert zich in verschillende typen, maar in alien zal de eeuwige waarheid wor den vernomen door ieder die ooren heeft om te hooren. Het ik is eigenlijk niet meer een natuurwe- zen, zooals de dierlij'kheid, het gaat er boven uit. In het volgende stadium is het niet meer het toomaangevende. Het ik laat zich whter giet zoo maar te- rug dringen, <>r ontstaat mctischelijke tc genstrijdigheid. We kunnen dit aan ons' zelf constategren, waarbij' wij' echter zeer vaak aan den verkeerdem kant het zwaartepumt leggen. (We zien b.v. buurman niet zoo goed als anderen zeggen dat hij is, wij achten ons vaak beter dan andeTen, enz.) Het is de strijd tusschem het ik en het ware menschelijke in deii mensch, wat Ooethe noemde: „de zwei Seelen die leben1 in meiner Brust". Spr. illustreerde dit door het ver- halen Van den inihoud van cen Engelsch boekje. Nog t&n probleem noemde spr. hierbij: de zoradc. Zij is de wil van het ik, om zich te handhaven waar het niet gaat om het ik maar om de ware menschelijkheid. Daarom is de hoofdzondc ook die hoogmoed, in dec zin van het ik, dat zich wil handhaven tegen over de ware menschelijkheid, die in elken mensch naar voren wil komen. Na een pauze van een kwartier vervolgdie ds. van der Brugh zijne rede. Het zondebescf, dat ieder mensch heeft, is redelijk te reditvaardigen, maar daarmee is het gevoel niet opgeheven. Spr. zette dit met ecu paar voorceclden uiteen. Heeft het raisom om over dat gevoel te redeneeren? Men v 1 ht gc vooulijl lievt r tiet. Spr. wees verder op d< antit'hese, waaron- der men nog steeds lecft. Oppervlakkig een scherpe tegenstelling: de mensch die van na ture groote mogelijkheden heeft en die kan ontwikkelen en de mensch, die geheel ver- nieuwd moet worden. Echter, deze tegenstel- ling is slechts schijnbaar. De mensch is cen natuurlijk wezen en heeft den geest en aan leg te ontwikkelen. Is dit gebeurd, dam heeft men het hoogste bereikt volgens den eenigen ontwikkelingsganig. Ter verduidelijking van hetgeen hij zei van het pogen van het ik om zich te handhaven las spr. eenige regelen vjor uit Carry van Bruggen's „Prometheus". Het scheppingsverhaal en-het verdiere O. T. geven ons den strijd van het ik, het N. T. openbaart on® den waxen mensch. In Geth- seman£ behaalt't subject op zichzelf de groot- ste overwinning, heft zich tot het hoogere op. Van dit atandpur.it uit is te begrijpen wat met zelfverloochening wordt bedoeld. Over de persoonlijkheid wilde spr. kort zijn. Zij staat in een vriendschappelijke ver houding tot de wereld. Hier zal de persoon lijkheid zich in de objectiviteit herkennen. Men bcgrijpt het wezcnlijke en ware van ieder, is gekomen) in de sfeer van het zuiver Sersoonlijke, al is de difference.niet opge- even. Het is de sfeer der liefde Als per soonlijkheid geeft men zijn opinie op, om te erkemiien alleen dat wat algemeen er- kend moet worden. Men bedenkt alleen: wat is de werkelijkheid, de ware persoon lijkheid? en leeft in het zuiverste denken. De neigingen, die de hoogste uiting daar- vani zijn, vormen het gemoed. Wordt een dezer neigingen geprikkeld, dan ont staat overwicht van die dene naar een kant, en ten slotte hartstocht. De 'neigingen heeft ieder mensch en het karakter is nu de vorm van het meester-zijn diaarover. Dat karakter groeit met den mensch mee en geeft macht tot het in toom houdem der neigingen. Is men daarin geslaagd, dan is men een vrij mensch, die zijn ik gesteld heeft ini dienst van het ware, dat ten slotte het doel is van) alle men schelijkheid. Om de persoonlijkheid tot ontwikkeling te brengen en te realiseeren, dienen de kennis, kunst, godsdienst, enz. Spr. concludeerde, dat de persoonlijkheid aldus slechts via een langem weg wordt be reikt. Ds. Westra sloot de vergadering met eenige wel'gekozen woorden vani dank aan den spreker en een aanbevelinig van de col- lecte ten bate van de kas van de afd. van den Ned. Protestantenbond. ALKMAARSCH BIOSCOOP THEATER. Na een reeks nieuws uit alle deelen der wereld' volgt een 2-acter, waarin de bekende film-komiek Zigoto weer veel lachwekkends td zien geeft. Hij is en blijft als geknipt voor vroolijke films. Het hoofdnummer draagt tot titel „Mid- demacht-alarm". Deze film biedt de ge- wenschte afwisseling, die een rolprent zoo aantrekkelijk inaakt. Ze behandelt de geschiedenis van een meisje, dat nadat haar vader door een schur^ (Carrington) vermoord is, haar moeder ve" liest bij een auto-ongeval. Zij wordt opgeno' men in het huis van een vrouw die haar ver- zorgt, tot zij een lief meisje geworden is, die het hart van menigen jongen man in vuur en vlam zet. Bovenbedoelde Carrington geholpen' door een evengrooten schurk als hijzelf, tracht het ia op te sporen, ten efnde tneestw to worden van het fortuin, waarvan zij. de erf- gename is. Een kranige jonge brandweerman en een bediende van Carrington, wien de slechte practijken van zijn meester tegen de borst stuiten, doea hun best deze booze plannen te verijdelen. Interessante avonturen zijn het gevolg van een en ander. De jonge mannen echter sla- gen volkomen. De brandweerman smaakt bo vendien de voldoening het meisje uit een brandend huis te redaen. Er zit climax in deze film, de spanning neemt hand over hand toe Voornamelijk tii- dens genoemden brand doen zich spannende momenten voor, die de laatste acte een uitste- kend slot doen zijn van deze alleszias vol doening schenkende film. REGELING VAN DEN Z'ONDAOS- EN NACHTDIENST IN DE APOTHEKEN TE ALKMAAR GEDURENDE 1925. Op 18 Januari zal geopend zijn de apo- theek van Mevr. Schouten-Oele, Koorstraat No. 47. Op Zon- en Feec'dagen en gcdurende den nacht is slechts e6n der apotheken geopend. De andere apotheken zijn geslcten van des avonds 8 uur (/.aterdags 10 uur) tot den vol- genden morgen 8 uur. In de apotheek, welke Zondags geopend is wordt geaurende de daarop volgende week de nachtdienst waargenomen. ProTiBLGiaal Kieaws UIT BEROEN. REVOLUTIONNAIRE POeZIE. In zijn tweede lezing over Revolutionmaire poezie beliandeld de heer Henri Polak uit Laicn het werk vaini Bon en dlat! van Aidema ai'au Schel tenia. De voorzitter, de heer Couwenhovcn, sprak in zijn 'openingswoord zijn vrougde over de groote opkomst uit, die dubbel, zoo groot was als de vorige mnal. De heer Polak viEg aan met de mcdedee- iing, dat hem een sclLriftel'ijkc vraag bereikte, of hij het werk van Margot Vos niet bchan- deldc, omdat zij z i. niet gold als revolution- nairc dichteres of omdat ziji als dichteres niet hoog genoeg stond. Spr's an twoord was, dlat hij het werk van de vijf voornaamsten behandelde, omdat hij andcis stellig meer dan drie avonden noodiig zou hebben. Men zou hem ook hebben kun nen vragen, waarom hij het werk van Mane Vos, Hendrik Overst, e. a. niet behandelde, want al zijn dit dan ook alien min of meer dilettanten, die zoo nu cn dan cens iets ma ken, toch komcn er in hun werk gedichtcn voor, die aanspraak kunnen maken om kunst genoemd te worden. Ook Dirk Troelstra, of- schoon gecn groot dichter, heeft wel enkele gedichteu gemaakt, die de wei'kelijke dicht- kunst althans benadcrcn. Het werk van den dichter Bon kan niet ge- plaatst worden naast dat van Ademai van Scheltema, Gortcr of Henriettc Roland Hoist. Misschien staat het op edu lijn met dat van Van Kollum, al acht spr. het werk van Van Kollum oorspronkclijker raker, typischer en indlvidueeler in visie en uitbeelding. Niette- min is Bon een dichter. Hij was een eravou- dig fabrieksarbeider. die een groot deel van zijn leven in cen schoenfabriek heeft gewerkt en geen andere opiuumg ontving dan de an dere arbciderskinderen, de gewone Lsgere School. Na zijn jongelingsjaren heeft hij de litteratuur in zijn hoogere sfeer leeren ken- nen Aanvankelijk was hij zeer onder den- in- vloed van Gorter, die Ijem heeft aangemoe- digd, ter zijde gestaan en moed' en durf gege- ven. Men vindt dan ook in zijn werk gcdich- ten, die aan: Gorter herinneren, al is het groot- ste deel van zijn werk oorspronkelijk. Zijn werk is licht aansprekende, zachte poezic meestal in een weemoedige stemming gehuld Hij is niet iemand met een oorspronkelijke woordenkeus. Visionnair is zijn werk zelden. Het heeft iang niet die ontzaggelijke diepte, den forschen, brceden opzet van het werk van Henriette Roland Hoist, het is zangeriger, hoewcl toch ook weer niet van de vloeiende ly- riek van een Adema van Scheltema* Het ook niet zoo diepzinnig. Aan het abstracte waagt hij zich in den regel niet. Zijn uitingen geven weer het leed van de ellendigen1, dat hi zelf -in zijn leven list nieesit' en het diepst heeft gevoeld. Hij bezingt de demonstratie van het arbeidende volk, de organisatie van de wer kende klasse, de staking en de revolutionnaire gebeurtenissen die plaats hebben. De Russi- sche revolutionnaire beweging van 1905 be- invloedde hem sterk. Ook de poiltiek en de propaganda in de arbeidersbeweging vindien uiting in zijn zangen, zonder modijikheid van taal en stijl en zonder dat men diep behoeft door te dringen om het wezen van de dinigen te d'oorvoelen Als hij het leed van den arbei- der, zooals dat in hem brandt, bezingt, dian doet hij dat in den vorm, die Van Kollum koos voor zijn „Gebed te Waalwijik" en in den vorm, die Adema van Scheltema koos voor ziin„De man met de schoffel". Hij doet het rechtstreeks, zonder omslag, maar zeer verscheiden in rythme, woordkeus en klank Ter staving zegde spr. van dezen dichter het sonnetWerkeioosheid". Ben kent ook het opwekkende, opbeurende en het wijzen naar een blijde toekomst. In een periode van groote werkeioosheid in de A msiterdamsche diamantnijverheid, toen er nifpende ellende heerschte onder die arbeiders- groep d'ichtte hij het: „Treurt niet, treurt niet, Hoog de moed in deze donkee dagen" wel'k gedicht door den spr. enthausiast were gedeclameerd Bon kent. ondanks al zijn weemoedigheid ook het opwekkende woord en de vroolijke klank, en hft prikkelend rythme, zooals in „Het Meilied". Spr .zesrde ook dit gedicht, waarop applaus volgde. Hierna droeg spr. voor: „Op, dle- monstreerende stakers", waarna hij 6^n van de weinige visionnaire ged'ichtm van Bon gaf, door dezen gemaakt op het gebouw van Hen Diamantbewerkersbond te Amsterdam Dit gebouw, gebouwd door den toen grootsten bouwmeester van ons land, die het wist te maken tot een symbool van schoonheid en kracht, inspireerde ook Van Kollum en Ade ma van Scheltema. Het gedicht van Bon hi top werd door spr. ten: beste gegeven De heer Polak ging hierna over tot een ver- handeling over het werk van Adema van Adema van Scheltema. De bizondere eigenscbap van dezen dichter is wel. dat hii in teecnstelh'ne rnet de ahdere socialistische dichters, niet uitsluitcnd! gedich- ten van socialistische, revolutionnaire strek- Ving eu op de arbeidersbeweging bettekking iiebbendc schreef. Toen zijn eerste werk verscheen, waa hij reeds socialist. En in dlat eerste werk ligt hier en daar dan ook een socialistisch vers ver- scholen. In de later verschenen bundels waren er sieeds van sociailstische strekking, maar ook, die met het socialisme geen verband hou den- Hij rnaakte er zelfs, die de Engelschen het Nonsens-vers noemen, zooals dat op de verovering van de Gouden Vloot. Hij- was •door en door doortrokken van deii socialisti- schen geest, maar schreef toch ook in zijn la tere levensjaren verzen als: „De Wilg", „Het Zomerpension", „Het liedje van de vogel- tjes", die zuiver lyrische vreugde-uitingen zijn. Hij is de echte zanger van het leid, iets, da/t in enze litteratuur buitengewoon zeld- zaam is en wij na Brcro in de 17de eeuw niet meer hebben gekend Adema van Scheltema heeft zijn buitenge- wone populariteit te danken aan het feit, dat ieder, die lezen kan en cenigszins kunstgevoel bezit, onmiddellijk door zijn verzen wordt aangegrepen. Nu de dichter niet meer is, en men zijn werk dus als geheel kan overzien, meent spr., dat lij vooral is de dichter van die liefde, in haar hoogen en ideeelen vorm. Voor hem is de ka- pitalistische maatschappij een samenleving, die geen liefde kent en is de socialistische noekomst een toestand, waarin de liefde op den troon kan zitten om het hart der men schen te leiden en te besturen. Zijn liefde uit- te zich het eerst in jubelzangen, die met de jaren verstillen en aandachtiger worden, om euslotte een zachten geur van weemoed te krijgen. Zijn liefde is de liefde tot de natuur, tot al wat leeft om hem heen, het is ook de )iefde tot dCn mensch, die door het kapitalis- me is verworden en verwrongen; liefde ook tot den arme en verdrukte en den gcestelijk rampzalige; het is de liefde tot het Socialis me. t Als natuur-poSet is Adema van Scheltema geheel anders dan Gorter; hij symboliseert de natuur niet, neemt die, zooals ze is. In beeldende zangen bezingt en bejubelt hij het natuurleven om zich heen. De vreugde, die hij ervaart in en door de natuur, uit Hij recht streeks en klaar en brengt hij over op den le- zer, daardoor het hoogste en het grootste be- reikende, wat een kunstenaar vermag. Als voorbeild declanieerde spr. het vers, gctitdd: „Mei", waarna hij ,.Voorjaarsmiddag" gaf. Dit liet hij volgen door „De Stal", een vers, waarin de socialistische gedachte naar voren komt. "Het liedje: „Op de hei" was hiervan ook een voorbeeld; eveneens het kleine gedichtje: „De boekweit", wat een treffend beeld geeft van het wezen van het Socialisme in onze maatschappij. Hij beeldt, hetgeen de arbeider ondergaat, uit op een wijzc, als wii van geen enkelen dichter gewoon zijn, n.l. croor vertalingen, die veel schooner zijn, dan de oorspronkelij" gedichten en die daarom zelfstandige kunst- werken genoemd moeten worden. „De man met de schoffel", onder het mot to: „En God schiep den mensch naar zijn beeld; naar het beeld*van God schiep hij hem", was hiervan een voorbeeld. Geheel oorspronkelijk en eveneens fijn en diepzinnig, dat eigenlijk handelt om hetzelf de motief, is het gedicht: „De Beukenhaag", waarin wordt uitgebeeld het leven in onze maatschappij. Een zeer treffend vers is: „Aan hen", waarin de dichter zijn machteloos medelijden geeft aan hen, die geestelijk lijden en wier fij- ne geest onder gaat in het akelig proza van onze samenleving. Ook deze verzen decla- meerde spr. Hierna behandelde spr. de rechtstreeksche socialistische en revolutionnaire gedichten van Adema van Scheltema. Adema van Scheltema was een echte Hol lander; in het bizonder ging zijn hart uit naar de liefde tot eigen land en onsvolk. In e6n van die verzen knoopt hij vast op zienrijke wijze het socialisme en hoe hij daar van verwacht, dat de ondeugden van ons volk daardoor zullen verdwijnen. Dit gedicht, getiteld „Holland", werd door spr. eveneens naar voren gebracht. Ongeevcnaard in de socialistische poezie zijn de eigenlijke propagandistische liederen, die als kunstuitingen heerlijk zijn en voor de propaganda hun weerga niet kennen. Ter staving gaf spr.: „De daad", „Het lied van den Machinist" en „De rooden roe- IJ Nol, van het ongeval hem overkomen tij- dena en motorrit. Beide uitvoeringen mogsn goed' geslaagd heeten. UIT URSEM. Donderdagmiiddag vergaderde te Rusten- burg het Plaa'.selijk Conute voor het Nfcutra-le Ziekenhuis, bestaande uit die heeren M. Langereis, J. Broertjes, Jb. Vet, S. de Jongh en JT7 Verawaald. De inteekingbiljetten zullen door dit comitf eerstdaags verspreid worden. UIT ST. PANCRAS. Loop der bevolking over het afgeloopen aar: Op 31 December 1923 waren in deze emeente 633 mannelij'ke en 596 vrouwelijike inwoners gezamenlijk 1229. Ingekomen over 1924 48 mannelijke en 48 vrouwelijke en vertrokken 43 mannelijke en 53 vrouwelijke inwoners. Hier is de stand ten opzichte van 1923 dus ongewijzigd. Het aantal geborenen bedroeg 15 mannelij ke en 13 vrouwelijke en het aantal 'overlede- nen 6 mannelijke en 5 vrouwelijke, zoodat de eindstand is: 647 mannelijke en 599 vrouwe lijke, totaal 1246 inwoners. Een vermoerdering dua van 17 inwoners. UIT BROEK OP LANGENDIJK. Beroepen is bij de Chr. Geref. Kerk te 3roek op Langendijk ds. H. Velema te Noor- deloos. pen Hierna gaf hij een lied van geheel anderen aard, geschreven onder den invloed van den wereldoorlog, dat meer een algemeene op- rofep was tot deelname aan den grooten alge- meenen strijd tegen den oorlog, getiteld: „Te wapen". Spr. kwam hierna tot de visionnaire poe zie van Adema van Scheltema. Een zeer schoon gedicht noemde spr.: „De Meidroom" een droom van de toekomst, waarin het kapi- talisme van de aarde is verdwenen en waar in de nieuwe, schoone maatschappij, die de menschen stoffelijk en geestelijk geluk brengt, wordt bezongen. Van dezelfde strekking was het gedicht „0 tijd, die komt". Ook deze gedichten declameerde spr. mei gloed. Tot slot gaf hij. nog een fragment uit de cyclus van de drie groote steden: Londen Parijs en Dusseldorf. In zijn derde en laatste Iezinp, te houden op 30 Jan. zal spr. Herman Gorter en Hen riette Roland Hoist behandelen. De aanwezigen volgden ook ditmaal me belangstelling den bezielenden spreker. Zijn warmte was in de wel wat koude zaal wel op z'n plaats. UIT BROEK OP LANGENDIJK. Door de Chr Geref. Kerk is beroepen Ds, Velema, van Noordeloos. Daar het tegenwoordige orgel in de Geref. Kerk niet mer aan alle eischen vol- doet, wordt getracht gelden te verzamelen onder de lidmaten voor een nieuw instru ment. Naar wij vernemen is't reeds zeker dat de kosten van een nieifw orgel gedekt zijn j'^or de toegezegtie bedragen. De Chrr. Gymnastiekvereeniging „Oefo nin'g kweekt kunsf Igaf Woensdag- en Vrij- dagavond in de zaal van den heer Bqrst een uitvoering. De voorzitter relcveerde in zijn oneningswoord hetverloop van het gepasseer- de 'aar en sprak zijn dank uit voor de volko men genezing van den directeur den heer F Gemengd Meuws. ST. MICHAeL. Het bestuur van het Verbond St. MichaS zend't het volgende communique Wenschen van het Verbond St. Michael van clubs tot bevordering van de katholiek-de- mocratische gedachte in de R.-K. Staatspartij voor het program van actie dier partij, ten einde deze in de kiesvereenigingea aaahaa- te maken. n afwachting van de voorbereiding vaa een nieuw en uitvoerig staatsprogram is de wetgevende periode 19251929 door een ge heel georganiseerde R. K- Staatspartij, waar op doorvoering van de christelijk-democrati- sche gedachte in het staatkundig leven ea volledige vrijheid voor de uitvoering van dea R.-K- ceredienst als beginsclen een allereer- ste plaats behooren te hebben, worden door die partij voor de eerstvolgende wetgevende periode vooral de volgende puntea op dea voorgrond gesiteldi: 1. Handhaving van de christelijke begin- selen in de huwelijkswetgeving. 2. Handhaving en doorvoering van de g«- lijkstelling van net openbaar en bijzonaer onderwijs. Wegneming van. verschillende on- derwiisverslechteringen-. 3. Voortgezet herstel en behoud van het financieel evenwicht, met inachtneming van het volgende: a. Het bedrag van leeningen ten behoeve van de staatschuld worde zooveel mogelijk gedekt door verplichte rentelooze leeningen, waarmede de rentelooze leeningen worden af- gelost. b. Zooveel mogelijk worden directe belas- tingen geheven, waarbij de on- en minvermo- enden worden ontzien en de groote gezinnen langrijk meer vrijstellig of aftrek genieten. c. 'Geleidelijke afschaffing van mdirecto belastingen op eerste levensbehoeften. d. Invoering van verteringsbelastingen op middelen van gemak en weelde. e. Sterke vermindering van-de successieb*- lasting bij vererving in de rechte lijn. f. Bestemming van de opbrengst van do successiebelasting voor delging van staats- schuld en voor actieve wclvaartpolitiek. g. Aanvaard'ing in het Bezoldigingsbeslurt van het beginsel, dat aan het personeel, dat direct of indirect door het rijk bezoldigd wordt, en aan het semi-rijkspersoneel een menschwaardig bestaan moet worden ge- waarborgd. h. Krachtige bezuiniging in alio takkei van staatsdienst ook door beperking zonder schade voor den dienst van het personeel. i. Krachtige medewerking met de planaea van- den Voikenbond, mits deze met de voor- stellen van Benedictus XV volkomen overeea- stemmen, ter gelijktijdige en wederzijidsche vermindering van bewapenin-gen en ter op lea sing van internationale geschillen doof scheidsrechterlijke uitspraken en ter vaststel- ling van de hieraan te verbinden sancties. 6. De organisatie van leger en vloot dient beperkt ite zijn tot hetgeen noodig is voor da handhaving van- de openbare orde in Neder- land en de overzeesohc gewesten, zulks ala uitvloeisel van een internationaal te treffen overeenkomst, mits overeenstemmend met da voorstellen van Benedictus XV, welke volgens de .verklaring van kardinaal Gaspari bedoe- len-: Afschaffing van den dienstplicht dopr een overeenkomst tusschen de beschaafde Na- ties, oprichting van een arbitra ^ehof en in- stelling van een universeelen boycot tegen da natie, welke de dienstplicht weder zou will'en in-voeren en weigeren zou, een internationale kwestie te onderwerpen aan het arbitrageihof, of met deszelfs uitspraak genoegen te nemen. Vereeniging van de departmental van oorlog en van marine. 6. Maatregelen tot versterking van het Ne- derlandsch productievermogen, echter slechts dan door middel van de heffinig van invoer- rechten en door invoerverboden, indien dit noodig is tot afweer van het gevaar van maat regelen en omstandigheden in het buitenland, die kunnen leiden tot vernietiging van levens- krachtige deelen onzer productie. 7. De wet scheppe de mogelijkheid, de be- drijven te vormen tot publiekrechtelijke lf- chamen. In deze lichamen komen colleges tot stand, waarin de ver tegen woordigers van werkgevers en wericnemers gelijkelijk zitting hebben en die, onder toezicht van colleges tot bescherming van het algemeen belang, do bevoegdheid bezitten: a. Regelen te stellen voor arbeidsvoorwaar- den en bedrijfspolitiek. b. Reoht te spreken over bedrijfs- ea ar- beidssreschillen. c. De onder a bedoelde regelen uit te vos- ren. JDe lytvoering van de arbeidswetgeving Is engeren zin van de sociale verzekeringes wordt, in afwachting van de totstandkoming van de publiekrechtelijke bedrijforganisaties, voor zoover mogelijk opgedragen aan: uit da vertegenwoordigers van de gemeenschap, do werkgevers en arbeiders bestaande organen op territorialen grondslag en in elk geval onder doeltreffend toezicht van de overheid. Gestreefd word-e naar herstel van de Ar- beidswet 1919 en naar krachtige handhaving van die wet en van do 48-urigo arheidsweek, is

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1925 | | pagina 9