De vergelding des hemels. deelte van ScKoorl ken, Tief in alio belichtin- gwi heb gezien, koii nooit dat stukje straat passeeren of het riep in mij: Schoorl wat ben je mooi! En nu? Meer dan de helft en dan nog wel de mooiste helft is aan het gezicht onttrok- ken. U hebt daar huizen en meestal ook nog architectonisch mislukte huizen laten bou- wen. Gij hebt een muur opgetrokken voor een uitzicht op de duinen, wat schatten waard was. Aan den overkant van den straatweg op dat heele gedeelte staat maar een huis. Waar- om daar niet gebouwd en die andere zijde had ongerept kunnen blijven. Wanneer u daar dan al wilde bouwen, d^it u het dan had gedaan, bijna vlot aan den voet dcr duinen en dan met 'n veel grooteren onderlingcn af- stand van de woningen. Er valt in ons dorp nog heel wat te beder- ven en zeker zal, als u zoo doorgaat, er over 20 jaar veel van ons dorpsschoon verborgen liggen achter heel leelijke voorgeveltjcs. Met dank voor de plaatsing. C. KRILLER. }jl" DANKBAARHEID. Zooals men weet, wordt door het Comite ter Uitzending van Nederlandsche Kinderen Dortmund's-Gravenhage, aan de in het Ruhrgebied wonende arme en behoeftige Nc- derlanders door het zenden vain levensmidde- len, enz. hulp verleend. Een door het Comite in December 1924 afgezonden levensmidde- lenzending werd te Dortmund, Bochum, Ha- gen, Iserlohn, enz. kort voor Kerstmis ver- deeld, zoodat onze arme landgenooten aldaar nog een gelukkig Kerstfeest konden vieren. Het was treffend om te zien, hoe gelukkig de oude moedertjes waren; zeggen konden ze niets, maar het wegpinken van een traan, ga! genoeg te denken. Het was voor deze men- schen een dubbele vreugde te weten, dat in het Vaderland nog vele mensehen met hen meegevoelden, en dat deze gaven door hunne landgenooten waren geschonken. Kortom, een ieder die tot deze hulpverlee- ining heeft medegewerkt, kan niet meer dank- baarheid wenschen en kan over zijn steun- verleening tevreden zijn. De tijdsomstandigheden zijn echter van dien aard, dat door het Cornite wedtrom een beroep op Uw aller hulpvaardigheid moet worden gedaan. Stelt het Comite door Uwe gaven dus in staat om met dit mooie liefde- werk door te gaan. Ook in goeden staat ver- keerende gedragen kleeding, als onder- en bovenkleeding, schoeisel, enz. wordt zeer gaarne tegemoet gezien. Geldzendingen en kleedingpakkptien gelie- ve U te zenden aan het Algemeeri-Secretari- aat van het Comite, Stortenbekerstr. no. 21 te 's-Gravenhage. In de hoop, dat wederom velen van hunne belangstelling in dit Nationale liefdewerk zullen doen blijken, verblijf bij voorbaat har- teliik dankend, 'mt Comite, v.. r. POORTVLIET, Algemeen-secretaris Gemengd Nieuws. EEN GEZINSDRAMA. Gistermorgen viel het bewoners van per- ceel 11 van de Wormerveerstraat te Amster dam op, dat de waning van een hunner me- debewoners gesloten bleef. Na eenig beraad- slagen waarschuwden zij de politie, die zich tot de woning toegang verschafte en daar drie lijken vond, n.l. van de vrouw en van twee kinderen, die klaarblijkelijk vermoord waren. In den loop van den dag is de man aangehouden, onder verdenking, zijn vrouw en de beide kinderen gedood te hebben. Nader meldt men aan de N. R. Ct. Gistermiddag vervoegde zich een bewoner van de Wormerveerstraat te Amsterdam aan het bureau van politie in de Spaaradammcr- straat met de mededeeling, dat van de derde verdieping van het door hem bewoonde huis (Wormerveerstraat 11) een duidelijk waar- neembare gaslucht kwam. Mij had zich naar boven begeven, maar de deur, die op deze verdieping van het trapportaal tot de woning toegang heeft, gesloten bevonden. Daarna had hij eerst met de buren van een hoog en gelijkvloers beraadslaagd wat te doen stond, en hierbij was gebleken dat men van het ge- zin van drie hoog sinds drie dagen niets meer gehoord of gezien had. Dit gezin be- stond uit den ongeveer 40-jarigen v. D., die reeds geruimen tijd werkloos was, diens 30-jarige vrouw en twee dochtertjes, een meisje van 7 en een meisje van twee jaar. Het was de buren temeer opgevallen, dat men van de inedebewoners van drie hoog in dagen niets bemerkt had, omdat het er nogal luidruchtig placht toe te gaan; de man leef- de met zijn (tweede) vrouw in voortduren- den onmin, en over het algemeen was het ge- krakeel niet van de iucht. De politie vernam nog dat het oudste meis je niet een kind van v. D. was, maar bij zijn huwelijk met de vrouw door hem was geecht. Een intusschen ontboden smid stak het slot van de deur open, en toen vonden de politie- beambten eerst den man in het keukentjc, zit- tend in een armstoel. Hij was in half-be- dwelmden toestand; de kraan van het gas- fornuisje stond open, maar er stroomde geen gas meer uit; er was n.l. toen het kraantje opengezet was, blijkbaar slechts een geldstuk in den muntmeter, zoodat de gastoevoer be- trekkelijk spoedig opgehouden was. De man was dan ook spoedig bijgebracht. Hij had aan de polsen eenige schrammen; naar hij zeide had hij gepoogd zich den polsader door te snijden, maar dat was hem niet gelukt. En toen volgde spoedig van hem de bekentenis, dat hij zijn vrouw en zijn beide kinderen ge dood had. Hij was betrekkelijk kalm, en maakte niet den indruk van een waanzinnige, maar volkomen van iemand. die zijn zinnen goed bij elkaar heeft. Zijn uiterste armoecTe door langdurige werklooshcid, en zijn onge- lukkig huwelijksleven hadden hem het besluit doen opvatten om voor alien voor goed een eind aan de ellende te maken. Donderdag jl. had hij daarom zijn vrouw door wurging om het leven gebracht. Toen had hij den moed gemist om zijn voornemen verder ten uitvoer te brengen; hvee dagen hield hij zich met de beide kinderen; twee dagen hield hij zich met de beide kinderen opgesloten in de woning, waar het lijk dcr vrouw, geheel gekleed, te bed lag. Zaterdag in den loop van den dag had hij het zevenjarig meisje het lot der moe- der doen declen. En er is weer een dag ver- loopen, voordat hij de hand aan het tweeja- rig wicht heeft gestagen, dat hij Zondag- ofhtenci gewurgd heeft. in de voork'amer vonct de politie inderdaad op het bed het lijk der vrouw met het lijk van het tweejarig kindje. Uit den toestand van het lijk der vrouw bleek duidelijk dat zij reeds eenige dagen dood moest zjjn. Op haar hoofd waren, evenals op het hoofd van het vermoorde kindje, wat bloemen gelegd; er- naast lag een briefje van den man. Bij ver der onderzoek vond men op een bedje in het zolderkamertje het lijk van het zevenjarig meisje. De lijken zijn in beslag genomen en per ziekenauto naar het Wilhelmina-gasthuis overgebracht. De mare van het afschuwelij- ke drama had zich toen reeds in de buurt ver- spreid; een geweldige volksmenigte stond voor het huis, die v. D. te lijf wilde, toen hij in de politic-auto gebracht werd om naar het het bureau in de Spaamdammerstraat te worden vervoerd. De politie-beambten moes- ten de opdringende mensehen op een afstand houden. Bij zijn eerste verhoor op het politie-bureau herhaalde v. D. zijn verklaringeu, die hij in zijn woning reeds afgelegd had. Hij maakte ook liier wel den indiruk van iemand in doffe wanhoop, maar niet van een waanzinnige; in- tegendeel scheen hij volkomen helder van geest. Vannacht is hij op het politie-bureau ge- houdenheden zou hij naar het huis van be waring worden overgebracht. Uit Amsterdam wordt ons heden gemeld: Den geheelen avond was het druk in de buurt van de Molukkenstraat, waar de ont- zettende raoyj de bevolking vervuide. De lijken van oe vrouw en de beide kinderen werden in den loop van den avond naar het Wilhelminagasthuis ter schouwing overge bracht nadat de subst. officier mr. van Lier met den rechtercommissaris mr. Dons hun onderzoek in de woning hadden beeindigd In den loop van den avond werd van Dam, de dader van het misdrijf, verhoord. Hij verklaarde dat hij een ongelukkig hu welijksleven had en dikwijls ongenoegen met zijn vrouw. Dat kwam voornamelijk doordat hij de paar iaatste jaren geen werk kon vin- den bij het hotel en restaurantsbedrijf, waar- in hij altijd had gewerkt. Donderdagavond was er weer oneenigheid. Zijn vrouw gaf hem een paar klappen en toen heeft hij haar in de achterkamer bij de keel gcgrepen en tegen den grond gedrukt. Hij dacht teen dat zij bewusteloos was. Het bleek echter dat hij haar had geworgd. Hij heeft toen het lijk op het bed in de voorkamer ge legd. Vrijdagmorgen is het 7-jarig dochtertje Louise naar school gegaan. Zij had geen ver- moeden wat er gebeurd was. Het 2-jarig meisje Magdaiena bleef in de achterkamer bij den vader spelen. In den laten namiddag is hij met de beide kinderen de deur uitge- gartn. Hij heeft toen eenige cafe's bezocht en is's avonds door de politie wegens openbare dronkenschap gearresteerd. De kinderen zijn toen bij buren geweest. In den nacht van Vrij- dag op Zaterdag is hij weer vrijgelaten. Toen hij thuis kwam heeft hij een poging gewaagd om zichzelf en zijn beide kinderen van het le ven te berooven, door gasverstikking. Hij zette daarvoor de gaskraan open, maar het vertrck scheen zich niet met voldoende gas te vullen, waardoor bewusteloosheid volgde. Echter dit uitstroomende gas had toch wel dit gevolg dat de beide kinderen doezelig waren. Hij zo.nd daarop Zaterdagmorgen te gen half twaalf de 7-jarige Louise naar bo ven, waar ze haar slaapkamertje had. Toen ze daar was heeft hij het kussen op haar hoofd gelegd en haar met de dekens geworgd. 's Middags is hij weer uitgegaan en heeft toen 's avonds weer een poging gedaan om met gas verstikking te veroorzaken; ook dat is toen mislukt. Zondagmiddag om twee uur heeft hij toen ook de 2-jarige Magdaiena, toen zij in de keuken speelde op dezelfde wij- ze van het leven beroofd. Dienzelfden mid- dag heeft hij daarop getracht met-een mes zijn pols door te snijden, nadat hij eerst nog had gewandeld. Een kleine wond ontstond daardoor,, maar h ijheeft niet den moed ge had op deze wijze een eind aan zijn leven te maken. Tenslotte heeft hij Maandag een der de poging gedaan om door gasverstikking den dood te vinden. Alvorens hij daartoe overging heeft hij een tweetal briefjes geschreven ^vaarin hij af- scheid nam van zijn vrouw en zijn jongste kind. Deze beide briefjes heeft hij op die lij ken gespcld en bovendien heeft hij op het stoffelijk overschot van zijn jongste dochter tje zijn portret gelegd. Zooals men weet is deze derde poging om een einde aan zijn leven te maken mislukt, doordat de politie tusschenbeide trad. Hoe het mogelijk is geweest dat hij nadat zijn vrouw was vermoord ook de hand aan zijn beide kinderen heeft geslagen, heeft hij verklaard dat hij het beter vond dat deze beide stumperds, nu hun moeder was overle- den ook maar van deze wereld verdwenen. De dader van dit gruwelijk misdrijf zal morgen naar het Huis van Bewaring worden overgebracht. Uiterlijk is de man op het oogenblik heel kalm. DE INDISCHE FACULTEIT TE UTRECHT. De oprichting van een instituut tot oplei- ding voor ambtenaren bij het Binnenlandsch Bcstuur te Utrecht, als onderdeel van de Uni- versiteit, is thans verzekerd. Naar vcrnomen wordt hebben in het curatoruim zitting ge nomen, de heeren Jhr. Mr. W. H. de Savor- nin Lohman, president van den Hoogen Raad, Mr. B. C. J. Loder, rechter in het Permanent Hof van Internationale Justitie, Mr. D. A. P. N. Koolen, voorzitter van de Tweede Kamer, Mr. Dr. F. A. C. Graaf van Lynden van Sandenburg, oud-Commissaris der Koningin in Utrecht, curator der Utrecht- sche Universiteit, Opperkamerheer van H. M. de Koningin en luitenant-generaal H. N. A. Swart, oud-Vice-President van den Raad van Indie. DE STERKE WIND. De Amsterdamsche brandweer moest gister middag assistcntic verleenen in perced Zec- dijik 87, waar een zolderraam ten gevolge van den sterken wind was los geraakt en gevaar voor de voorbijgangers oplc/erde. Een zelfde gcval deed zich voor bij het pakhuis Spui- straat 16, waar het luik aan een scharnicr hing. Voorts werden zinken pijpen verwijderd op huizen op dc Lindengraclit ea in de Ce- lcb^striu.t, GEEN FORM. GOEDKEURING VAN GED. STATEN VOOR DEN MEELAANKOOP. Wij vernemen, zegt De Crt., thans nog na- der dat de meerdcrheid in Ged. Staten van N.-Hollaod de openb. beliandeling van een in te dienen suppletoire begrooting, betreffende de Amsterdamsche meelvoorziening beschouwt als een door cle instructie van Gedep. Staten verplichte formaliteit, doch dat deze meerder- heid reeds nu het vaste voomemen heeft de fcrmede goedkeuring niot te verleenen. WOORD GEHOUDEN. Drie weken geleden cntving een paai'den- handelaar te Eemmes-Binnen een schrijven, meldend dat bij hem zou worden ingebroken. De politie hield sindsdien de woning onafge- brcken onder bewaking. Daar de inbraak maar steeds op zich liet wachten, werd eenige dagen geleden de post cpgeheven. Doch gisternacht te twee uur vernam het cchtpaar gerucht in de nabij gelegen kamer. Men snelde toe en zag drie personen een raam uit'kruipen en de vlucht nemen. De paarden- handelaar zond bun drie revolverschcten na. Tot nu is geen spoor ontdekt. Wel was het bekend dat de bewoners 1500 onlangs in huis hebben gchad. OVFRREDEN EN GEDOOD. Zaterdagmorgen is te Lonneker de 58-ja- rige wielrijder B., die plotseling den Henge- losehen straatweg oversiak, door een achtec- oprijdende auto overreden en gedood. KORTE BERICHTEN. Den lsten Februari was het 50 jaar gele den dat de Deli-Batavia Maatschappij werd opgericht. Van de directie der maatschappij is het een gelukkige gedachte geweest ter ge- legenheid van dit belangrijk feit een gedenk- boek het licht te doen zien. In ..Casino" te Amsterdam werd gister- avond een drukbezochte vergadering gehou- den, uitgesehreven door de Amsterdamsche Winkeliersvereeniging, ter bespreking van de actie voor het behoud van den avondverkoop. Sport INTERNATIONALE WEDSTR1JD IN SCHAATSENRIJDEN TE DAVOS. Uit Davos Platz wordt gemeld. De uitsla- gen van den tweeden dag zijn: 1500 M.: 1. Polacsek; 2 min. 30 3/5 sec.; 2. Moser; 2 min. 35 4/5 sec.; 3. Boot: 2 min. 36 sec.; 4. Kuipers, 2 min. 44 sec.; 5. Roelfsema; 2 min. 48 sec.; 6. Stoehr: 2 min. 48 3/5 sec.; 7. Hooftman: 2 min. 50 sec.: 8. Leicht: 2 min. 511/5 sec.; 9. Kos: 2 min. 51 3/5 sec.; 10. Meng: 2 min. 57 1/5 sec.; 11. De Bleeourt: 2 min. 58 4/5 sec.; 12. Picker, niet gestart. 10.000 M. 1. Polacsek: 19 min. 20 sec.; 2. Moser: 20 min. 13 2/5 sec.; 3. Boot: 20 min 18 2/5 sec.; 4. Roelfsema: 20 min. 26 3/5 sec.; 5. Kos: 20 min. 52 2/5 sec.; 6. Hooft man: 21 min. 13 3/5 sec.; 7. Kuipers: 21 min. 20 1/5 sec.; 8. Leicht: 22 min. 10 4/5 sec. Einduitslag: 1. Polacsek: 5 pt.; 2. Boat: 9 pt.3. Moser: 10 pt.; 4 Roelfsema: 19 or 5. Kos: 2t'A pt.; 6. Hooftman: 28 pt.; 7. Leicht: 34Yi pt. Het wereldkampioenschap kunstrijden voor dames werd gewonnen door frau H. Jaross- Szabo (Weenen); 2. frau E. Brockhoft (Ber- lijn); 3. Frl. E. Bockel (Bcrlijn); 4. miss K. Shaw (Engeland). 5. miss E. Muckelt( En- geland.) Hieronder laten wij de namen volgen vac de Nederlandsche deelnemers: T. Boot, Purmerend; W. Kos, Oud-Kars- pel; Nico Prank, Warmenhuizen; Jan Kui pers, Stadskanaal; T. Hooftman, IJsselmon- de; G. Sissingh, Groningen; C. P. H. Teen- stra, Groningen; C. van Bommel van Vloten, Groningen; E. J. Roelfsema, Voorburg; J. Wildervanck de Bleeourt, Warnsveld; P. J. Kaiser, Leiden. Te St. Moritz zal ook starten: S. J. Haag, Delft. Knn st. CONCERT. 't Is gegaan zooals wij gedacht hadden, het concert van gisteravond in ,,'t Gulden Vlies", gegeven door de heeren Rikus Grin, soloviolist en Benedictus Siebermann, pia nist, beiden uit Amsterdam, had heel weinig bezoekers getrokken. De heeren hadden een degelijk programma in. elkander gezet, waarvan wij alleen, tenge- volge van bezigheden buiten de stad, de nummers na de pauze hoorden. De Sonate van Grieg vertolkte men met jeugdig enthousiasme in keurig samenspel, de pianist had de vele moeilijkheden in de variaties over een Hongaarsch lied van Brahms volkomen overwonnen, al beviel het spel oris beter in de sonate. In zijn solospel klonk de toon van den vleugel tamelijk hard, maar misschien kan hem dit ook liggen aan de tamelijk leege zaal. Daarna nog hvee, bescheidenlijk genoemd, „kleine stukjes" voor viool, van den pianist, aardige nummertjes, en „Liebesleid" van Kreisler, en „Canto Amoroso" van Elman, ook voor viool, die de violist met groote char- me voordroeg. Z'n voordracht van Mendels sohn's concert moet schitterend geweest zijn, cn bij uitstek de cadens in het eerste deel. Rustig en schijnbaar onbewogen staat hij te spelen, maar de zielvolle tonen die uit zijn instrument klinken, laten hooren hoe het in- wendig in hem bruischt en zingt. Moge hij, bij een eventueel tweede optre- den alhier, ineer belangstelling ondervinden. A. K. Toen dc oude Chang aldus kort na elkaar zijn oudsten zoon, zijn vrouw en zijn jong sten zoon door den dood verloor, kwam zijn. ziel in opstand tegen het Lot, en riep hij uit, dat de Hemcl geen rechtvaardighcid meer had. „Nu heeft Kwan Yin mij twee zoncn gesclior.ken", dacht hij, „en toch staat de Hemel toe dat Yen Lo, 6s Koning der Hel- len, ze mij onitneemt!' Hij ging opnieuw ter bedevaart naar den tempei van Kwan Yin, in Shan Tung, en klaagde de Godin in zijn nood over cht gru welijke onrecht. Terwijl hij daar zoo den Helle-God bescliuldigde, voor't altaar knie- lende, kwam er opeens een demon naast' hem staan en vroeg hem: „Wat wil je tocli van mijn Meester, den Koning der Hellen? Hoe durft ge hem beschuldigen, hij voert toch. slechts de bevel en uit van den God des He mels, zonder wien hij niets vermag!" Chang antwoordde heftig: ,.Laat hij mij; dan een audientie geven, dan zal ik haar; mijn eerlijke zaak voorleggen!" Toen nam de demon hem bij eene hand, en in een odgwenk voerde hij hem van de aarde weg en vloog met hem het Rijk der Duister. nis in, en voor den zetel van den Helle-God. „Waarom durft gij mij beschuldigen?" vroeg Yen Lo aan Chang, die yoor hem knielde. „Gij hebt mij onrechtvaardig mijn twee zonen en mijn vrouw ontroofd, o machtige- Koning des Doods", antwoordde Chang on versaagd, „en daarom klaag ik U aan bij den Koning des Hemels, die het Leven schenkt!" ,,Wilt ge U\y zonen zien?" vroeg de Hel le-Koning hem. ,,Ja! ja!" antwoordde de oude Chang, ter wijl de tranen van ontroering hem over de wangen stroomden, nu hij zijn gcliefde kin deren zou terugzien. Yen Lo gaf een wenk aan cen zijner die- naren, en een oogenblik daarna stonden Ki Sing en Fo Sing voor hun vader. Chang Chao Iao vloog eerst met irffge- breide armen op zijn lieveling, den oudsten, Ki Sing af, en riep hem toe: „Mijn geliefde oudste zoon, mijn oogappel, kom hier, en ga mede, terug naar de aarde!" De aldus aangesprokene bleef er echter zeer kalm onder, en antwoordde: „Van wel ken oudsten zoon spreekt gij, beste man? Ik was dit weliswaar gedurende het eene, vori ge leven op aarde, maar zooiets duurt slechts van een geboorte tot een dood. Voor ik als Uw zoon wedergeboren werd, in het lichaam van Uw vrouw, was ik Uw buurman Chao Ting Yen, en toen boorde ik eens cen gat in den muur van Uw huis om zestig taels bij U te stelen, daar ik geen geld had om mijn moeder te begraven. Niet lang daarna stierf ik, en ik werd als Uw zoon gerei'nearneerd om aan U goed te maken wat ik aan U mis- daan heb. Ik heb Uw zaken doen bloeien en U zodvoel winst doen behalen, dat de gesto len zesiig taels duizendvoudig vergoed ziin. Mijn plicht tegenover U is dus volbracht,'en nu zijn onze onderlinge behekkingen ook af geroepen." De oude Chang, die genoeg in Boeddliis- me gestudeerd had om de Wet van Rei'ncar- natie te kennen, wendde zich nu tot zijn jong sten zoon Fo Sing, trachtte hem te oman.ien en zeide hem: ,,Ga jij dan tenminste met mij mede, Iieve jongen, en tracht verder op aar de je leven te beteren". Maar de aangesprokene antwoordde: „Wat spreekt gij toch van Uw lieven jon gen? Ik ben Uw licve jongen niet. Weet dan, dat, voor ik als Uw zoon in het lichaam van Uw vrouw werd wedergeboren, ik een monnik was, van het klooster Woe Tal Shan, en dat ik U honderd taels ter bewaring toevertrouwde, bestcmd voor de hers telling van een tempei, die door Uw vrouw (miin latere moeder) onder een valschen eed ge stolen werden." „Dat is onmogelijk" riep Chang verschrikt uit, „tot zooiets kan mijn brave vrouw on mogelijk in staat zijn geweest. Laar haar zel- ve maar eens hier komen, dan kan ik liet haar vragen!" De Koning der Hellen, die dezen wensch gehoord had, gaf nu onmiddellijk aan een zijner dienaren het bevel: „Breng de vrouw Li voor mij, die vroeger met dezen man ge- liuwd was, zij is thans in de achttiende hel!" Kort daarop verscheen vrouw Li, te mid den van een troep escorteerende duivels. Zij had de „cangue", het hals-neerdrukkcnde strafjuk der Chineesche misdadigers, op de schouders, en was geketend aan handen en voeten. Ontzet riep de oude Chang zijn vroegere vrouw toe: Welke misdaad heb je dan toch begaan, dat je zoo zwaar gestraft wordt?" „He!aas!" antwoordde vrouw Li, bitter weenende. „Ik heb inderdaad onder een val schen eed ontkend, dat de monnik uit Woe Ta Shan ens honderd taeis in bewaring had gegeven, en ze zelf opgestoken om mij te verrijken!" Nu viel hij, die vroeger Fo Sing had gehee- ten, weer inj „Gij hoort het nu zelf, oude, verblHKle man! Ik ben inderdaad die monnik geweest voor ik als Uw jongste zoon werd geboren. En ik heb revanche op U genomen met woe ker. Duizendvoudig hebt ge door mijn toe- doen die honderd van mij gestolen taels we der verloren!" De geketende. gepijnigde vrouw Li Idem- de zich nu aan Chang vast, en smeekte hem: „0 lieve man, neem me toch weer mee naar de aarde, ik zal heusch mijn leven beteren!" De Koning der Hellen, wien deze tooneel len begonnen te vervelen, sloeg nu met de vuist op de bronzen tafel voor ziin troon, zoodat het klonk als een donderslag, en door dit gcluid werd Chang, die aan't droomen was, met een schok wakker. Hij was namelij k bewusteloos gov alien voor het altaar in den tempei van Kwan Yin, en had gedroomd, maar hij begreep zeer wel dat die droom, hem door dc Godin der Genade gezonden, een onthulling was, tot beter begrip van zijn leven. Hij "zag nu de verborgen zijde der menschelijkc betrckkingen in, en hoe, als een wiel, cen Wet van Recht- vakardigheid door al de opeenvolgcnde men- schelijke levens hcenwentclt. Niets bond hem nu meer aan zijn gestorvon vrouw, noch aan zijn twee gestorven zonen, want de rekening, die hij met hun had was thans vereffend. Hij droogde zijn tranen, ging als een eenzaam kluizenaar in de bergen leven, steeds studee- raide in vrome oude boeken, cn stierf tevre den, verzo^nd met het Lot een glimlach op dp iippen. {Vrij naar het Engelsch). (Een verhaal van de Hemelsch« Rechtvaardighcid). door HENRI BOREL. In dc provincic Pelchili, in Ku Ching, woonde een rijk man, Chang Chao Iao, dien zijne buren lief hadden en eerbiedigden. Hij studeerde veel in vrome bocken, bad iede- rcn dag tot Boeddha, en had het hart op dc rcchte plaats. Zijne vrouw echter, Li gcheeten, was een kortzichtig, geborneerd mcnsch, steeds op winst en voordeeltjcs uit. Het cchtpaar was in zeer goeden doen, maar had geen kinderen. Een van Chang's buren, zekere Chao Ting Ken, was wel niet bepaald arm, maar had toch steeds geldgebrck. Toen olotseling zijne moeder stierf, had hi; geen geld voor dc begrafenis-ceremonien, en haar zonder staatsie te begraven, zou een groote zonde zijn tegen den plicht van oudcrliefde. Daar om boordc hij s'nachts een gat in de muur van zijn buurman's Changs, huis en stal uit een kast, die hij openbrak, zestig taels (9C dollars), waarmede hij een mooie be- begrafenis bekostigde. En een ieder roemde zijn pieteit voor de overledcne. Toen Chang den volgenden mor gen ontdekte dat er zestig taels gestolen waren, vond hij dat wel onplezierig, maar daar het, in vergc- lijking van zijn rijkdom, slechts een baga» tel was, kwam hij er spoedig overheen. Zijn vrouw echter voelde er zware pijn aan haar hart van. Wat had zij niet 'n voordeelige zaakjes met die van zestig taels kunnen doen, wat 'n renteverlies, wat 'n zonde van al die klinkende zilvcrstukken! Kort na deze inbraak kwam een oude monnik op de deur van Chang's woning kloppen. Chang deed hem zelf open, boog diep voor hem, en vroeg, wat hem de ecr verschafte van dit bezoek. „Ik ben een priester van het klooster Woe fai Shanantwoorddc de oude man, „en ik ben aan aan 't inzamelen van giften, om dat het op instorten staat en reparatie be- hoeft. Ik heb al honderd taels bij: elkaar, maar ik heb nog meer noodig, en trek dus nog wat verder de bergen in. Ik hoor, dat daar wel eens kwaad volk rondzwerft, en daarom wilde ik U vragen, deze honderd taels zoolang voor mij te bewaren. Ik kom ze dan later wel weer terughalen." Chang, blij dat hij hier indirect Boeddha een dienst medc kon bewijzen, verklaarde zich bercid, maakte een paar stapeltjes van de zilvcrstukken, en sloot ze veilig in een ijzeren kist. ,,Mocht ik misschien eens uit zijn als U komt, eerwaarde", zeide hij, „zoo zal mijn vrouw U het geld wel teruggeven, want dan heeft zij zoolang den sleutel." Hij wilde de monnik nog cten en logies aanbieden, maar deze zeide, haast te heb ben, en ging verder. Chang, die aldoor hartzeer had, dat hij maar geen zoon kreeg van zijn v-ouw de grootste ramp, die een chinees kan over- komen besloot cindelijk, eens naar den tempei van Kwam Yin, in de provincic Shan Tung, te gaan, om daar door offer- anden en gebeden deze godin, die zoo vaak onvruchtbare vrouwen door haar ge- nade vruchtbaar maakte, te vermurwen. Deze reis is zeer lang, en daarom droeg hij zijn vrouw met nadruk op om, mocht de monnik in dien tijd terug komen, hem vooral de honderd taels terug te geven. Zijn vrouw echter, zoodra zij het geld in haar bezit voelde, kon er niet weer van scheiden. Haha, dacht zij, eerst zijn er zestig taels van ons gestolen, maar nu heeft de Hemcl er ons blijkbaar honderd terug bezorgd, dat is dus veertig taels profijt ten slotte! Wat n mooie zaakjes zijn daar al niet medc tc doen! Eenige dagen na Chang's vertrck kwam inderdaad dc monnik weder, en vroeg zijn depot terug. Dc slimme vrouw Li echter antwoorddc hem huichelachtig: „Mijn man is op reis en ik weet nergens van. Als er hier geld gedeponecrd was, zou hij het mij zeker wel hebben gczegd, want hij doet niets zonder mij. Gij vergist U dus stellig, U hebt die honderd taels zeker ergens anders in bewaring gegeven?" Toen de monnik aanhield, deed zij zelfs een zwaren eed, en zeide: „Als wij ooit geld van U te bewaren hebben gekregen, mag ik in de achttiende hel, onder in de aarde tcrechtkomen." De monnik begreep, dat er verder niets aan te doen zou zijn, maar toen hij heen- ging, waarschuwde hij de booze vrouw: „We6t dat de Hemel Uw valschen eed hoort, en dat hetgeen gij mij in dit leven afneemt, mij met woeker in een volgend leven moet worden teruggegeven!" Toen Chang van zijn pelgrimstocht te- rugkwam, waren zijn eerste woorden de vraag, of de monnik zijn geld was komen halen. Zeker", antwoordde zijn vrouw, die in- middcls de honderd taels tuschen haar kleeren had verborgen, „hij is kort na Uw vertrek teruggekomen, en ik heb hem de honderd taels onmiddellijk voorgeteld." Twee jaar daarna, in welken tijd Chang's zaken builengewoon waren toegenomen, en hem nog veel rijker hadden gemaakt, kreeg zijn vrouw een zoon, dien zij Ki Sing noem- den, en een jaar daarna nog een, wien zij den naam Fo Sing gaven. De oudste zoon, Ki Sing, toonde zich van zijn vroegste jeugd af een aardig, eer- lijk karakter, en toen hij ouder werd, en in de zaak van zijn vader opgenomen, bleek hij een zeer solide handelsman tc zijn, spaarzaam tot bijna aan gierigheid toe. Door zijn declneming en zijn ondernemingsgeest werden er enorme winsten bepaald. Fo Sing, door een merkwaardig contrast, had nauwelijks den puberteitsleeftijd bereikt, of hij gaf zich over aan al de losbandigheden van een ongeregeld leven, werd een speler, onderhield dure maitressen en smeet rechts en links het geld van zijn vader weg. Chang, om zijn naam niet in discrediet te brengen, moest wel gcregeld al de schulden betalen, welke zijn jongste zoon overal maakte. Dit duurde z6o lang, tot de vader, begaan met het verdrict, dat zijn oudste zoon Ki Sing over de roekelooze levenswijze van zijn broeder had, en moe van al het heftige scenes met zijn jongsten zoon Fo Sing, be sloot het vaderlijk crfgoed te verdeelen, in drie gelijke deelen, waarvan elk zijner zo- nen er 6en kreeg. Het duurde echter nau welijks een jaar of, Fo Sing had zijn erfdeel er geheel door gelapt, en begon zijn vader en zijn broeder voortdurend te overstelpen met dringenden aanvragen om leeningen. De brave, ernstigc Ki Sing kreeg hier zulk een hartzeer van, dat hij ziek werd, en ten Iaatste, de schande van zi'n broer niet lan- ger kunnende dragen, stierf. Zijn moeder, Li, schreide haar oogen uit, cn het duurde niet lang of zij volgde haar oudsten zoon in het graf. Fo Sing stortte er geen enkelen traan om, en verbracht den voorgeschreven rouwtijd te midden van drinkebroers en lichtc vrou wen. Hij ging zich ten Iaatste zoo te buiten aan nachtbraken, dat hij tering kreeg, en spoedig daarna bezweek. A*-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1925 | | pagina 7