De vergelding des hemels.
deelte van ScKoorl ken, Tief in alio belichtin-
gwi heb gezien, koii nooit dat stukje straat
passeeren of het riep in mij: Schoorl wat ben
je mooi!
En nu? Meer dan de helft en dan nog wel
de mooiste helft is aan het gezicht onttrok-
ken. U hebt daar huizen en meestal ook nog
architectonisch mislukte huizen laten bou-
wen. Gij hebt een muur opgetrokken voor een
uitzicht op de duinen, wat schatten waard
was. Aan den overkant van den straatweg op
dat heele gedeelte staat maar een huis. Waar-
om daar niet gebouwd en die andere zijde
had ongerept kunnen blijven. Wanneer u
daar dan al wilde bouwen, d^it u het dan had
gedaan, bijna vlot aan den voet dcr duinen
en dan met 'n veel grooteren onderlingcn af-
stand van de woningen.
Er valt in ons dorp nog heel wat te beder-
ven en zeker zal, als u zoo doorgaat, er over
20 jaar veel van ons dorpsschoon verborgen
liggen achter heel leelijke voorgeveltjcs.
Met dank voor de plaatsing.
C. KRILLER.
}jl" DANKBAARHEID.
Zooals men weet, wordt door het Comite
ter Uitzending van Nederlandsche Kinderen
Dortmund's-Gravenhage, aan de in het
Ruhrgebied wonende arme en behoeftige Nc-
derlanders door het zenden vain levensmidde-
len, enz. hulp verleend. Een door het Comite
in December 1924 afgezonden levensmidde-
lenzending werd te Dortmund, Bochum, Ha-
gen, Iserlohn, enz. kort voor Kerstmis ver-
deeld, zoodat onze arme landgenooten aldaar
nog een gelukkig Kerstfeest konden vieren.
Het was treffend om te zien, hoe gelukkig de
oude moedertjes waren; zeggen konden ze
niets, maar het wegpinken van een traan, ga!
genoeg te denken. Het was voor deze men-
schen een dubbele vreugde te weten, dat in
het Vaderland nog vele mensehen met hen
meegevoelden, en dat deze gaven door hunne
landgenooten waren geschonken.
Kortom, een ieder die tot deze hulpverlee-
ining heeft medegewerkt, kan niet meer dank-
baarheid wenschen en kan over zijn steun-
verleening tevreden zijn.
De tijdsomstandigheden zijn echter van
dien aard, dat door het Cornite wedtrom een
beroep op Uw aller hulpvaardigheid moet
worden gedaan. Stelt het Comite door Uwe
gaven dus in staat om met dit mooie liefde-
werk door te gaan. Ook in goeden staat ver-
keerende gedragen kleeding, als onder- en
bovenkleeding, schoeisel, enz. wordt zeer
gaarne tegemoet gezien.
Geldzendingen en kleedingpakkptien gelie-
ve U te zenden aan het Algemeeri-Secretari-
aat van het Comite, Stortenbekerstr. no. 21
te 's-Gravenhage.
In de hoop, dat wederom velen van hunne
belangstelling in dit Nationale liefdewerk
zullen doen blijken, verblijf bij voorbaat har-
teliik dankend,
'mt Comite,
v.. r. POORTVLIET,
Algemeen-secretaris
Gemengd Nieuws.
EEN GEZINSDRAMA.
Gistermorgen viel het bewoners van per-
ceel 11 van de Wormerveerstraat te Amster
dam op, dat de waning van een hunner me-
debewoners gesloten bleef. Na eenig beraad-
slagen waarschuwden zij de politie, die zich
tot de woning toegang verschafte en daar
drie lijken vond, n.l. van de vrouw en van
twee kinderen, die klaarblijkelijk vermoord
waren. In den loop van den dag is de man
aangehouden, onder verdenking, zijn vrouw
en de beide kinderen gedood te hebben.
Nader meldt men aan de N. R. Ct.
Gistermiddag vervoegde zich een bewoner
van de Wormerveerstraat te Amsterdam aan
het bureau van politie in de Spaaradammcr-
straat met de mededeeling, dat van de derde
verdieping van het door hem bewoonde huis
(Wormerveerstraat 11) een duidelijk waar-
neembare gaslucht kwam. Mij had zich naar
boven begeven, maar de deur, die op deze
verdieping van het trapportaal tot de woning
toegang heeft, gesloten bevonden. Daarna
had hij eerst met de buren van een hoog en
gelijkvloers beraadslaagd wat te doen stond,
en hierbij was gebleken dat men van het ge-
zin van drie hoog sinds drie dagen niets
meer gehoord of gezien had. Dit gezin be-
stond uit den ongeveer 40-jarigen v. D., die
reeds geruimen tijd werkloos was, diens
30-jarige vrouw en twee dochtertjes, een
meisje van 7 en een meisje van twee jaar.
Het was de buren temeer opgevallen, dat
men van de inedebewoners van drie hoog in
dagen niets bemerkt had, omdat het er nogal
luidruchtig placht toe te gaan; de man leef-
de met zijn (tweede) vrouw in voortduren-
den onmin, en over het algemeen was het ge-
krakeel niet van de iucht.
De politie vernam nog dat het oudste meis
je niet een kind van v. D. was, maar bij zijn
huwelijk met de vrouw door hem was geecht.
Een intusschen ontboden smid stak het slot
van de deur open, en toen vonden de politie-
beambten eerst den man in het keukentjc, zit-
tend in een armstoel. Hij was in half-be-
dwelmden toestand; de kraan van het gas-
fornuisje stond open, maar er stroomde geen
gas meer uit; er was n.l. toen het kraantje
opengezet was, blijkbaar slechts een geldstuk
in den muntmeter, zoodat de gastoevoer be-
trekkelijk spoedig opgehouden was. De man
was dan ook spoedig bijgebracht. Hij had
aan de polsen eenige schrammen; naar hij
zeide had hij gepoogd zich den polsader door
te snijden, maar dat was hem niet gelukt. En
toen volgde spoedig van hem de bekentenis,
dat hij zijn vrouw en zijn beide kinderen ge
dood had. Hij was betrekkelijk kalm, en
maakte niet den indruk van een waanzinnige,
maar volkomen van iemand. die zijn zinnen
goed bij elkaar heeft. Zijn uiterste armoecTe
door langdurige werklooshcid, en zijn onge-
lukkig huwelijksleven hadden hem het besluit
doen opvatten om voor alien voor goed een
eind aan de ellende te maken. Donderdag jl.
had hij daarom zijn vrouw door wurging om
het leven gebracht. Toen had hij den moed
gemist om zijn voornemen verder ten uitvoer
te brengen; hvee dagen hield hij zich met de
beide kinderen; twee dagen hield hij zich met
de beide kinderen opgesloten in de woning,
waar het lijk dcr vrouw, geheel gekleed, te
bed lag. Zaterdag in den loop van den dag
had hij het zevenjarig meisje het lot der moe-
der doen declen. En er is weer een dag ver-
loopen, voordat hij de hand aan het tweeja-
rig wicht heeft gestagen, dat hij Zondag-
ofhtenci gewurgd heeft.
in de voork'amer vonct de politie inderdaad
op het bed het lijk der vrouw met het lijk van
het tweejarig kindje. Uit den toestand van
het lijk der vrouw bleek duidelijk dat zij
reeds eenige dagen dood moest zjjn. Op haar
hoofd waren, evenals op het hoofd van het
vermoorde kindje, wat bloemen gelegd; er-
naast lag een briefje van den man. Bij ver
der onderzoek vond men op een bedje in het
zolderkamertje het lijk van het zevenjarig
meisje.
De lijken zijn in beslag genomen en per
ziekenauto naar het Wilhelmina-gasthuis
overgebracht. De mare van het afschuwelij-
ke drama had zich toen reeds in de buurt ver-
spreid; een geweldige volksmenigte stond
voor het huis, die v. D. te lijf wilde, toen hij
in de politic-auto gebracht werd om naar het
het bureau in de Spaamdammerstraat te
worden vervoerd. De politie-beambten moes-
ten de opdringende mensehen op een afstand
houden.
Bij zijn eerste verhoor op het politie-bureau
herhaalde v. D. zijn verklaringeu, die hij in
zijn woning reeds afgelegd had. Hij maakte
ook liier wel den indiruk van iemand in doffe
wanhoop, maar niet van een waanzinnige; in-
tegendeel scheen hij volkomen helder van
geest.
Vannacht is hij op het politie-bureau ge-
houdenheden zou hij naar het huis van be
waring worden overgebracht.
Uit Amsterdam wordt ons heden gemeld:
Den geheelen avond was het druk in de
buurt van de Molukkenstraat, waar de ont-
zettende raoyj de bevolking vervuide. De
lijken van oe vrouw en de beide kinderen
werden in den loop van den avond naar het
Wilhelminagasthuis ter schouwing overge
bracht nadat de subst. officier mr. van Lier
met den rechtercommissaris mr. Dons hun
onderzoek in de woning hadden beeindigd In
den loop van den avond werd van Dam, de
dader van het misdrijf, verhoord.
Hij verklaarde dat hij een ongelukkig hu
welijksleven had en dikwijls ongenoegen met
zijn vrouw. Dat kwam voornamelijk doordat
hij de paar iaatste jaren geen werk kon vin-
den bij het hotel en restaurantsbedrijf, waar-
in hij altijd had gewerkt.
Donderdagavond was er weer oneenigheid.
Zijn vrouw gaf hem een paar klappen en toen
heeft hij haar in de achterkamer bij de keel
gcgrepen en tegen den grond gedrukt. Hij
dacht teen dat zij bewusteloos was. Het bleek
echter dat hij haar had geworgd. Hij heeft
toen het lijk op het bed in de voorkamer ge
legd.
Vrijdagmorgen is het 7-jarig dochtertje
Louise naar school gegaan. Zij had geen ver-
moeden wat er gebeurd was. Het 2-jarig
meisje Magdaiena bleef in de achterkamer
bij den vader spelen. In den laten namiddag
is hij met de beide kinderen de deur uitge-
gartn. Hij heeft toen eenige cafe's bezocht en
is's avonds door de politie wegens openbare
dronkenschap gearresteerd. De kinderen zijn
toen bij buren geweest. In den nacht van Vrij-
dag op Zaterdag is hij weer vrijgelaten. Toen
hij thuis kwam heeft hij een poging gewaagd
om zichzelf en zijn beide kinderen van het le
ven te berooven, door gasverstikking. Hij
zette daarvoor de gaskraan open, maar het
vertrck scheen zich niet met voldoende gas
te vullen, waardoor bewusteloosheid volgde.
Echter dit uitstroomende gas had toch wel
dit gevolg dat de beide kinderen doezelig
waren. Hij zo.nd daarop Zaterdagmorgen te
gen half twaalf de 7-jarige Louise naar bo
ven, waar ze haar slaapkamertje had. Toen
ze daar was heeft hij het kussen op haar
hoofd gelegd en haar met de dekens geworgd.
's Middags is hij weer uitgegaan en heeft
toen 's avonds weer een poging gedaan om
met gas verstikking te veroorzaken; ook dat
is toen mislukt. Zondagmiddag om twee uur
heeft hij toen ook de 2-jarige Magdaiena,
toen zij in de keuken speelde op dezelfde wij-
ze van het leven beroofd. Dienzelfden mid-
dag heeft hij daarop getracht met-een mes
zijn pols door te snijden, nadat hij eerst nog
had gewandeld. Een kleine wond ontstond
daardoor,, maar h ijheeft niet den moed ge
had op deze wijze een eind aan zijn leven te
maken. Tenslotte heeft hij Maandag een der
de poging gedaan om door gasverstikking
den dood te vinden.
Alvorens hij daartoe overging heeft hij een
tweetal briefjes geschreven ^vaarin hij af-
scheid nam van zijn vrouw en zijn jongste
kind. Deze beide briefjes heeft hij op die lij
ken gespcld en bovendien heeft hij op het
stoffelijk overschot van zijn jongste dochter
tje zijn portret gelegd.
Zooals men weet is deze derde poging om
een einde aan zijn leven te maken mislukt,
doordat de politie tusschenbeide trad.
Hoe het mogelijk is geweest dat hij nadat
zijn vrouw was vermoord ook de hand aan
zijn beide kinderen heeft geslagen, heeft hij
verklaard dat hij het beter vond dat deze
beide stumperds, nu hun moeder was overle-
den ook maar van deze wereld verdwenen.
De dader van dit gruwelijk misdrijf zal
morgen naar het Huis van Bewaring worden
overgebracht. Uiterlijk is de man op het
oogenblik heel kalm.
DE INDISCHE FACULTEIT
TE UTRECHT.
De oprichting van een instituut tot oplei-
ding voor ambtenaren bij het Binnenlandsch
Bcstuur te Utrecht, als onderdeel van de Uni-
versiteit, is thans verzekerd. Naar vcrnomen
wordt hebben in het curatoruim zitting ge
nomen, de heeren Jhr. Mr. W. H. de Savor-
nin Lohman, president van den Hoogen
Raad, Mr. B. C. J. Loder, rechter in het
Permanent Hof van Internationale Justitie,
Mr. D. A. P. N. Koolen, voorzitter van de
Tweede Kamer, Mr. Dr. F. A. C. Graaf van
Lynden van Sandenburg, oud-Commissaris
der Koningin in Utrecht, curator der Utrecht-
sche Universiteit, Opperkamerheer van H. M.
de Koningin en luitenant-generaal H. N. A.
Swart, oud-Vice-President van den Raad van
Indie.
DE STERKE WIND.
De Amsterdamsche brandweer moest gister
middag assistcntic verleenen in perced Zec-
dijik 87, waar een zolderraam ten gevolge van
den sterken wind was los geraakt en gevaar
voor de voorbijgangers oplc/erde. Een zelfde
gcval deed zich voor bij het pakhuis Spui-
straat 16, waar het luik aan een scharnicr
hing. Voorts werden zinken pijpen verwijderd
op huizen op dc Lindengraclit ea in de Ce-
lcb^striu.t,
GEEN FORM. GOEDKEURING VAN
GED. STATEN VOOR DEN
MEELAANKOOP.
Wij vernemen, zegt De Crt., thans nog na-
der dat de meerdcrheid in Ged. Staten van
N.-Hollaod de openb. beliandeling van een in
te dienen suppletoire begrooting, betreffende
de Amsterdamsche meelvoorziening beschouwt
als een door cle instructie van Gedep. Staten
verplichte formaliteit, doch dat deze meerder-
heid reeds nu het vaste voomemen heeft de
fcrmede goedkeuring niot te verleenen.
WOORD GEHOUDEN.
Drie weken geleden cntving een paai'den-
handelaar te Eemmes-Binnen een schrijven,
meldend dat bij hem zou worden ingebroken.
De politie hield sindsdien de woning onafge-
brcken onder bewaking. Daar de inbraak
maar steeds op zich liet wachten, werd eenige
dagen geleden de post cpgeheven.
Doch gisternacht te twee uur vernam het
cchtpaar gerucht in de nabij gelegen kamer.
Men snelde toe en zag drie personen een raam
uit'kruipen en de vlucht nemen. De paarden-
handelaar zond bun drie revolverschcten na.
Tot nu is geen spoor ontdekt. Wel was het
bekend dat de bewoners 1500 onlangs in
huis hebben gchad.
OVFRREDEN EN GEDOOD.
Zaterdagmorgen is te Lonneker de 58-ja-
rige wielrijder B., die plotseling den Henge-
losehen straatweg oversiak, door een achtec-
oprijdende auto overreden en gedood.
KORTE BERICHTEN.
Den lsten Februari was het 50 jaar gele
den dat de Deli-Batavia Maatschappij werd
opgericht. Van de directie der maatschappij
is het een gelukkige gedachte geweest ter ge-
legenheid van dit belangrijk feit een gedenk-
boek het licht te doen zien.
In ..Casino" te Amsterdam werd gister-
avond een drukbezochte vergadering gehou-
den, uitgesehreven door de Amsterdamsche
Winkeliersvereeniging, ter bespreking van de
actie voor het behoud van den avondverkoop.
Sport
INTERNATIONALE WEDSTR1JD
IN SCHAATSENRIJDEN TE DAVOS.
Uit Davos Platz wordt gemeld. De uitsla-
gen van den tweeden dag zijn:
1500 M.: 1. Polacsek; 2 min. 30 3/5 sec.;
2. Moser; 2 min. 35 4/5 sec.; 3. Boot: 2 min.
36 sec.; 4. Kuipers, 2 min. 44 sec.; 5.
Roelfsema; 2 min. 48 sec.; 6. Stoehr: 2 min.
48 3/5 sec.; 7. Hooftman: 2 min. 50 sec.:
8. Leicht: 2 min. 511/5 sec.; 9. Kos: 2 min.
51 3/5 sec.; 10. Meng: 2 min. 57 1/5 sec.;
11. De Bleeourt: 2 min. 58 4/5 sec.; 12.
Picker, niet gestart.
10.000 M. 1. Polacsek: 19 min. 20 sec.; 2.
Moser: 20 min. 13 2/5 sec.; 3. Boot: 20 min
18 2/5 sec.; 4. Roelfsema: 20 min. 26 3/5
sec.; 5. Kos: 20 min. 52 2/5 sec.; 6. Hooft
man: 21 min. 13 3/5 sec.; 7. Kuipers: 21
min. 20 1/5 sec.; 8. Leicht: 22 min. 10 4/5
sec.
Einduitslag: 1. Polacsek: 5 pt.; 2. Boat:
9 pt.3. Moser: 10 pt.; 4 Roelfsema: 19 or
5. Kos: 2t'A pt.; 6. Hooftman: 28 pt.; 7.
Leicht: 34Yi pt.
Het wereldkampioenschap kunstrijden voor
dames werd gewonnen door frau H. Jaross-
Szabo (Weenen); 2. frau E. Brockhoft (Ber-
lijn); 3. Frl. E. Bockel (Bcrlijn); 4. miss K.
Shaw (Engeland). 5. miss E. Muckelt( En-
geland.)
Hieronder laten wij de namen volgen vac
de Nederlandsche deelnemers:
T. Boot, Purmerend; W. Kos, Oud-Kars-
pel; Nico Prank, Warmenhuizen; Jan Kui
pers, Stadskanaal; T. Hooftman, IJsselmon-
de; G. Sissingh, Groningen; C. P. H. Teen-
stra, Groningen; C. van Bommel van Vloten,
Groningen; E. J. Roelfsema, Voorburg; J.
Wildervanck de Bleeourt, Warnsveld; P. J.
Kaiser, Leiden.
Te St. Moritz zal ook starten: S. J. Haag,
Delft.
Knn st.
CONCERT.
't Is gegaan zooals wij gedacht hadden,
het concert van gisteravond in ,,'t Gulden
Vlies", gegeven door de heeren Rikus Grin,
soloviolist en Benedictus Siebermann, pia
nist, beiden uit Amsterdam, had heel weinig
bezoekers getrokken.
De heeren hadden een degelijk programma
in. elkander gezet, waarvan wij alleen, tenge-
volge van bezigheden buiten de stad, de
nummers na de pauze hoorden.
De Sonate van Grieg vertolkte men met
jeugdig enthousiasme in keurig samenspel,
de pianist had de vele moeilijkheden in de
variaties over een Hongaarsch lied van
Brahms volkomen overwonnen, al beviel het
spel oris beter in de sonate. In zijn solospel
klonk de toon van den vleugel tamelijk hard,
maar misschien kan hem dit ook liggen aan
de tamelijk leege zaal.
Daarna nog hvee, bescheidenlijk genoemd,
„kleine stukjes" voor viool, van den pianist,
aardige nummertjes, en „Liebesleid" van
Kreisler, en „Canto Amoroso" van Elman,
ook voor viool, die de violist met groote char-
me voordroeg. Z'n voordracht van Mendels
sohn's concert moet schitterend geweest zijn,
cn bij uitstek de cadens in het eerste deel.
Rustig en schijnbaar onbewogen staat hij te
spelen, maar de zielvolle tonen die uit zijn
instrument klinken, laten hooren hoe het in-
wendig in hem bruischt en zingt.
Moge hij, bij een eventueel tweede optre-
den alhier, ineer belangstelling ondervinden.
A. K.
Toen dc oude Chang aldus kort na elkaar
zijn oudsten zoon, zijn vrouw en zijn jong
sten zoon door den dood verloor, kwam zijn.
ziel in opstand tegen het Lot, en riep hij uit,
dat de Hemcl geen rechtvaardighcid meer
had. „Nu heeft Kwan Yin mij twee zoncn
gesclior.ken", dacht hij, „en toch staat de
Hemel toe dat Yen Lo, 6s Koning der Hel-
len, ze mij onitneemt!'
Hij ging opnieuw ter bedevaart naar den
tempei van Kwan Yin, in Shan Tung, en
klaagde de Godin in zijn nood over cht gru
welijke onrecht. Terwijl hij daar zoo den
Helle-God bescliuldigde, voor't altaar knie-
lende, kwam er opeens een demon naast' hem
staan en vroeg hem: „Wat wil je tocli van
mijn Meester, den Koning der Hellen? Hoe
durft ge hem beschuldigen, hij voert toch.
slechts de bevel en uit van den God des He
mels, zonder wien hij niets vermag!"
Chang antwoordde heftig: ,.Laat hij mij;
dan een audientie geven, dan zal ik haar;
mijn eerlijke zaak voorleggen!"
Toen nam de demon hem bij eene hand, en
in een odgwenk voerde hij hem van de aarde
weg en vloog met hem het Rijk der Duister.
nis in, en voor den zetel van den Helle-God.
„Waarom durft gij mij beschuldigen?"
vroeg Yen Lo aan Chang, die yoor hem
knielde.
„Gij hebt mij onrechtvaardig mijn twee
zonen en mijn vrouw ontroofd, o machtige-
Koning des Doods", antwoordde Chang on
versaagd, „en daarom klaag ik U aan bij
den Koning des Hemels, die het Leven
schenkt!"
,,Wilt ge U\y zonen zien?" vroeg de Hel
le-Koning hem.
,,Ja! ja!" antwoordde de oude Chang, ter
wijl de tranen van ontroering hem over de
wangen stroomden, nu hij zijn gcliefde kin
deren zou terugzien.
Yen Lo gaf een wenk aan cen zijner die-
naren, en een oogenblik daarna stonden Ki
Sing en Fo Sing voor hun vader.
Chang Chao Iao vloog eerst met irffge-
breide armen op zijn lieveling, den oudsten,
Ki Sing af, en riep hem toe: „Mijn geliefde
oudste zoon, mijn oogappel, kom hier, en ga
mede, terug naar de aarde!"
De aldus aangesprokene bleef er echter
zeer kalm onder, en antwoordde: „Van wel
ken oudsten zoon spreekt gij, beste man? Ik
was dit weliswaar gedurende het eene, vori
ge leven op aarde, maar zooiets duurt slechts
van een geboorte tot een dood. Voor ik als
Uw zoon wedergeboren werd, in het lichaam
van Uw vrouw, was ik Uw buurman Chao
Ting Yen, en toen boorde ik eens cen gat in
den muur van Uw huis om zestig taels bij
U te stelen, daar ik geen geld had om mijn
moeder te begraven. Niet lang daarna stierf
ik, en ik werd als Uw zoon gerei'nearneerd
om aan U goed te maken wat ik aan U mis-
daan heb. Ik heb Uw zaken doen bloeien en
U zodvoel winst doen behalen, dat de gesto
len zesiig taels duizendvoudig vergoed ziin.
Mijn plicht tegenover U is dus volbracht,'en
nu zijn onze onderlinge behekkingen ook af
geroepen."
De oude Chang, die genoeg in Boeddliis-
me gestudeerd had om de Wet van Rei'ncar-
natie te kennen, wendde zich nu tot zijn jong
sten zoon Fo Sing, trachtte hem te oman.ien
en zeide hem: ,,Ga jij dan tenminste met mij
mede, Iieve jongen, en tracht verder op aar
de je leven te beteren".
Maar de aangesprokene antwoordde:
„Wat spreekt gij toch van Uw lieven jon
gen? Ik ben Uw licve jongen niet. Weet
dan, dat, voor ik als Uw zoon in het lichaam
van Uw vrouw werd wedergeboren, ik een
monnik was, van het klooster Woe Tal
Shan, en dat ik U honderd taels ter bewaring
toevertrouwde, bestcmd voor de hers telling
van een tempei, die door Uw vrouw (miin
latere moeder) onder een valschen eed ge
stolen werden."
„Dat is onmogelijk" riep Chang verschrikt
uit, „tot zooiets kan mijn brave vrouw on
mogelijk in staat zijn geweest. Laar haar zel-
ve maar eens hier komen, dan kan ik liet
haar vragen!"
De Koning der Hellen, die dezen wensch
gehoord had, gaf nu onmiddellijk aan een
zijner dienaren het bevel: „Breng de vrouw
Li voor mij, die vroeger met dezen man ge-
liuwd was, zij is thans in de achttiende hel!"
Kort daarop verscheen vrouw Li, te mid
den van een troep escorteerende duivels. Zij
had de „cangue", het hals-neerdrukkcnde
strafjuk der Chineesche misdadigers, op de
schouders, en was geketend aan handen en
voeten.
Ontzet riep de oude Chang zijn vroegere
vrouw toe: Welke misdaad heb je dan toch
begaan, dat je zoo zwaar gestraft wordt?"
„He!aas!" antwoordde vrouw Li, bitter
weenende. „Ik heb inderdaad onder een val
schen eed ontkend, dat de monnik uit Woe
Ta Shan ens honderd taeis in bewaring had
gegeven, en ze zelf opgestoken om mij te
verrijken!"
Nu viel hij, die vroeger Fo Sing had gehee-
ten, weer inj
„Gij hoort het nu zelf, oude, verblHKle
man! Ik ben inderdaad die monnik geweest
voor ik als Uw jongste zoon werd geboren.
En ik heb revanche op U genomen met woe
ker. Duizendvoudig hebt ge door mijn toe-
doen die honderd van mij gestolen taels we
der verloren!"
De geketende. gepijnigde vrouw Li Idem-
de zich nu aan Chang vast, en smeekte hem:
„0 lieve man, neem me toch weer mee naar
de aarde, ik zal heusch mijn leven beteren!"
De Koning der Hellen, wien deze tooneel
len begonnen te vervelen, sloeg nu met de
vuist op de bronzen tafel voor ziin troon,
zoodat het klonk als een donderslag, en door
dit gcluid werd Chang, die aan't droomen
was, met een schok wakker.
Hij was namelij k bewusteloos gov alien
voor het altaar in den tempei van Kwan
Yin, en had gedroomd, maar hij begreep zeer
wel dat die droom, hem door dc Godin der
Genade gezonden, een onthulling was, tot
beter begrip van zijn leven. Hij "zag nu de
verborgen zijde der menschelijkc betrckkingen
in, en hoe, als een wiel, cen Wet van Recht-
vakardigheid door al de opeenvolgcnde men-
schelijke levens hcenwentclt. Niets bond hem
nu meer aan zijn gestorvon vrouw, noch aan
zijn twee gestorven zonen, want de rekening,
die hij met hun had was thans vereffend. Hij
droogde zijn tranen, ging als een eenzaam
kluizenaar in de bergen leven, steeds studee-
raide in vrome oude boeken, cn stierf tevre
den, verzo^nd met het Lot een glimlach op
dp iippen.
{Vrij naar het Engelsch).
(Een verhaal van de Hemelsch«
Rechtvaardighcid).
door HENRI BOREL.
In dc provincic Pelchili, in Ku Ching,
woonde een rijk man, Chang Chao Iao, dien
zijne buren lief hadden en eerbiedigden. Hij
studeerde veel in vrome bocken, bad iede-
rcn dag tot Boeddha, en had het hart op
dc rcchte plaats. Zijne vrouw echter, Li
gcheeten, was een kortzichtig, geborneerd
mcnsch, steeds op winst en voordeeltjcs uit.
Het cchtpaar was in zeer goeden doen,
maar had geen kinderen.
Een van Chang's buren, zekere Chao Ting
Ken, was wel niet bepaald arm, maar had
toch steeds geldgebrck. Toen olotseling
zijne moeder stierf, had hi; geen geld voor
dc begrafenis-ceremonien, en haar zonder
staatsie te begraven, zou een groote zonde
zijn tegen den plicht van oudcrliefde. Daar
om boordc hij s'nachts een gat in de muur
van zijn buurman's Changs, huis en stal
uit een kast, die hij openbrak, zestig taels
(9C dollars), waarmede hij een mooie be-
begrafenis bekostigde. En een ieder roemde
zijn pieteit voor de overledcne.
Toen Chang den volgenden mor
gen ontdekte dat er zestig taels
gestolen waren, vond hij dat wel
onplezierig, maar daar het, in vergc-
lijking van zijn rijkdom, slechts een baga»
tel was, kwam hij er spoedig overheen. Zijn
vrouw echter voelde er zware pijn aan haar
hart van. Wat had zij niet 'n voordeelige
zaakjes met die van zestig taels kunnen
doen, wat 'n renteverlies, wat 'n zonde van
al die klinkende zilvcrstukken!
Kort na deze inbraak kwam een oude
monnik op de deur van Chang's woning
kloppen. Chang deed hem zelf open, boog
diep voor hem, en vroeg, wat hem de ecr
verschafte van dit bezoek.
„Ik ben een priester van het klooster Woe
fai Shanantwoorddc de oude man, „en
ik ben aan aan 't inzamelen van giften, om
dat het op instorten staat en reparatie be-
hoeft. Ik heb al honderd taels bij: elkaar,
maar ik heb nog meer noodig, en trek dus
nog wat verder de bergen in. Ik hoor, dat
daar wel eens kwaad volk rondzwerft, en
daarom wilde ik U vragen, deze honderd
taels zoolang voor mij te bewaren. Ik kom
ze dan later wel weer terughalen."
Chang, blij dat hij hier indirect Boeddha
een dienst medc kon bewijzen, verklaarde
zich bercid, maakte een paar stapeltjes van
de zilvcrstukken, en sloot ze veilig in een
ijzeren kist.
,,Mocht ik misschien eens uit zijn als U
komt, eerwaarde", zeide hij, „zoo zal mijn
vrouw U het geld wel teruggeven, want
dan heeft zij zoolang den sleutel."
Hij wilde de monnik nog cten en logies
aanbieden, maar deze zeide, haast te heb
ben, en ging verder.
Chang, die aldoor hartzeer had, dat hij
maar geen zoon kreeg van zijn v-ouw
de grootste ramp, die een chinees kan over-
komen besloot cindelijk, eens naar den
tempei van Kwam Yin, in de provincic
Shan Tung, te gaan, om daar door offer-
anden en gebeden deze godin, die zoo
vaak onvruchtbare vrouwen door haar ge-
nade vruchtbaar maakte, te vermurwen.
Deze reis is zeer lang, en daarom droeg
hij zijn vrouw met nadruk op om, mocht
de monnik in dien tijd terug komen, hem
vooral de honderd taels terug te geven.
Zijn vrouw echter, zoodra zij het geld in
haar bezit voelde, kon er niet weer van
scheiden. Haha, dacht zij, eerst zijn er
zestig taels van ons gestolen, maar nu heeft
de Hemcl er ons blijkbaar honderd terug
bezorgd, dat is dus veertig taels profijt
ten slotte! Wat n mooie zaakjes zijn daar
al niet medc tc doen!
Eenige dagen na Chang's vertrck kwam
inderdaad dc monnik weder, en vroeg zijn
depot terug. Dc slimme vrouw Li echter
antwoorddc hem huichelachtig: „Mijn man
is op reis en ik weet nergens van. Als er
hier geld gedeponecrd was, zou hij het mij
zeker wel hebben gczegd, want hij doet
niets zonder mij. Gij vergist U dus stellig,
U hebt die honderd taels zeker ergens
anders in bewaring gegeven?"
Toen de monnik aanhield, deed zij zelfs
een zwaren eed, en zeide: „Als wij ooit
geld van U te bewaren hebben gekregen,
mag ik in de achttiende hel, onder in de
aarde tcrechtkomen."
De monnik begreep, dat er verder niets
aan te doen zou zijn, maar toen hij heen-
ging, waarschuwde hij de booze vrouw:
„We6t dat de Hemel Uw valschen eed
hoort, en dat hetgeen gij mij in dit leven
afneemt, mij met woeker in een volgend
leven moet worden teruggegeven!"
Toen Chang van zijn pelgrimstocht te-
rugkwam, waren zijn eerste woorden de
vraag, of de monnik zijn geld was komen
halen.
Zeker", antwoordde zijn vrouw, die in-
middcls de honderd taels tuschen haar
kleeren had verborgen, „hij is kort na Uw
vertrek teruggekomen, en ik heb hem de
honderd taels onmiddellijk voorgeteld."
Twee jaar daarna, in welken tijd Chang's
zaken builengewoon waren toegenomen, en
hem nog veel rijker hadden gemaakt, kreeg
zijn vrouw een zoon, dien zij Ki Sing noem-
den, en een jaar daarna nog een, wien zij
den naam Fo Sing gaven.
De oudste zoon, Ki Sing, toonde zich
van zijn vroegste jeugd af een aardig, eer-
lijk karakter, en toen hij ouder werd, en
in de zaak van zijn vader opgenomen, bleek
hij een zeer solide handelsman tc zijn,
spaarzaam tot bijna aan gierigheid toe. Door
zijn declneming en zijn ondernemingsgeest
werden er enorme winsten bepaald. Fo
Sing, door een merkwaardig contrast, had
nauwelijks den puberteitsleeftijd bereikt, of
hij gaf zich over aan al de losbandigheden
van een ongeregeld leven, werd een speler,
onderhield dure maitressen en smeet rechts
en links het geld van zijn vader weg. Chang,
om zijn naam niet in discrediet te brengen,
moest wel gcregeld al de schulden betalen,
welke zijn jongste zoon overal maakte. Dit
duurde z6o lang, tot de vader, begaan met
het verdrict, dat zijn oudste zoon Ki Sing
over de roekelooze levenswijze van zijn
broeder had, en moe van al het heftige
scenes met zijn jongsten zoon Fo Sing, be
sloot het vaderlijk crfgoed te verdeelen, in
drie gelijke deelen, waarvan elk zijner zo-
nen er 6en kreeg. Het duurde echter nau
welijks een jaar of, Fo Sing had zijn erfdeel
er geheel door gelapt, en begon zijn vader
en zijn broeder voortdurend te overstelpen
met dringenden aanvragen om leeningen.
De brave, ernstigc Ki Sing kreeg hier zulk
een hartzeer van, dat hij ziek werd, en ten
Iaatste, de schande van zi'n broer niet lan-
ger kunnende dragen, stierf.
Zijn moeder, Li, schreide haar oogen uit,
cn het duurde niet lang of zij volgde haar
oudsten zoon in het graf.
Fo Sing stortte er geen enkelen traan om,
en verbracht den voorgeschreven rouwtijd
te midden van drinkebroers en lichtc vrou
wen. Hij ging zich ten Iaatste zoo te buiten
aan nachtbraken, dat hij tering kreeg, en
spoedig daarna bezweek.
A*-