AlKmaarsche Courant
■i
11
Hondsrd Zeven en Twintigsfe Jaargang.
Woensdag 4 Eebruari.
FEUXLLETON.
Ontvoerd.
De geschiedenis van onze
Nederlandsche rassen van
onze landbouwhuisdieren.
No. 59 1925
Stadsnieuws
DE NIEUWE VOORSTELLEN INZAKE
HEFFING VOOR GEBRUIK VAN
GEMEENTEGROND OF -WATER.
Gelijk men zich herinncrt werd in de jong-
sie gemeenteraadsvergadering door B. en
W. aangeboden een nieuwe vcrordening tot
heffkg van gelden voor gebruik van gemeen-
tegrond of -water. Naar aanleiding van een
aares van de Kamer van Koophandel voor
Holland's Noorderkwartier werd de behan-
deling verdaagd om de Kamer in de gelegen
heid te stellen de nieuwe voorstellen te onder-
zoeken.
Flet bestuur had nu tegen gisteravond in
het gebouw „De Unie" bijeengeroepen verte-
genwoordigers der plaatselijke werkgeversor-
ganisaties, middenstand^vereenigingen, pa-
troonsvakorganisaties, alsmede de besturen
van de vereenigingen van autobushouders en
vrachtrijders, ter bespreking van de voorstel
len van Burgemeester en Wethouders. Een
25-tal heeren had aan deze uitnoodiging
gevolg gegeven.
De vergadering werd gepresideerd door
den heer S. W. A r n t z, algemeen voorzitter
der K. v. K. Hij opende de bijeenkomst met
een welkom aan de aanwezigen en een ver-
wijzing naar't hoofdartikel in de Alkm. Crt.
van Zaterdag j.l., dat z.i. zeer juist was en de
besprekingen vergemakkelijkte. Echter vond
hij onjuist de mededeeling, dat de vergade
ring een protestvergadering zou zijn. 't Was
alleen een bijeenkomst van hen, die het met
de plannen niet eens zijn, om te bespreken hoe
de nieuwe aan den handel op te leggen ias-
ten te ondervangen of zoo licht mogelijk te
maken zijn. (Is dit dan wat anders dan een
protestvergadering? Verslagg.)
De Alkmaarsche leden der K. v. K., zoo
vervolgde spr., waren uitgenoodigd om met
B. en W. deze voornemens te bespreken. De
bedoeling was door B en W. uiteengezet als
te zijn niet zoozeer een middel om meer geld
te ontvangen als wel om het recht te behou-
den al dan niet 'n standplaats aan te wijzen
voor wagens enz. in het belang van orde in
het verkeer en dan welke plaats, en in het al
gemeen om regelend te kunnen optreden. De
juisthetd van de opmerking, dat het dan toch
beter was geweest om vooraf het oordeel der
Kamer in te winnen, hadden B. en W. toege-
geven. Echter zij hadden gemeend, dat de
voorstellen van zoo weinig importantie wa
ren, dat zij geen oppositie zouden doen ont-
staan. Intusschen hadden B. en W. gezegd
niet onwillig te zijn om aan gegronde op-
merkingen van de Kamer tegemoet te komen.
Spr. veronderstelde, dat het verzet hoofd-
zakeiijk gold de bepalingen van art. 21 van
de betreffende bijlage tot's Raads handelin-
gen en las het daarin genoemde voor. (Reeds
in het bovenbedoelde hoofdartikel grooten-
deels besproken. Genoemd art. 21 noemt de
bedragen, die geheven zullen worden.) Spr.
maakte hier en daar enkele bemerkingen, b.v.
dat vijf maal wordt verhoogd het tarief van
het hebben van rails over den openbaren weg.
Daarna gaf spr. gelegenheid tot het hou-
den van algemeene beschouwingen over de
plannen van B. en W.
De heer A p e 1 d o o r n, herinnerend aan de
toezegging van B. en W. om tegemoetkomend
te zijn, wilde zich er aan houden, dat het te
doen was om handhaving der orde en zou dan
willen vragen het bestaande tarief te behou-
den en desnoods de politie nog wat beter te la-
ten uitkijken. De bedragen waarover het gaat,
zijn eigenlijk slechts gering en het is moeilijk
aan te geven dat ze te hoog zijn. Dat de
politie al vrij goed uitkijkt, gaf spr. met een
yoorbeeld aan.
De voorzitter zei, dat het handhaven
der orde meer bedoelt het plaatsen van wa
gens, karren en kisten. Wat boven den grond
hangt, daaromtrent meende spr., dat vele din-
gen, b v. waschgoed, het aspect der straat
niet verhoogen.
De heer d e M u n k wee6 er op, dat er
menschen zijn, die hun handwagen slechts
heel weinig gebruiken en dat dezulken nu
evenveel zullen moeter. betalen1 als zij, die
hun karren den heelen dag noodig zijn, vond
spr. onbillijk.
De v o o r z i 11 e r antwoordde, dat het
hem mogelijk voorkomt om voor hen, die
meer dan een wagen hebben, een progressieve
heffing ingevoerd te krijgen, maar om den
een minder te doen betalen dan den ander,
achtte spr. niet mogelijk.
De heer L. Trijbetz merkte op, dat men
met zijn wagens geregeld been en weer wordt
gejaagd door de politie. Als het gaat om de
orde, moet men alle wagens verbieden waar
ook neer te zetten en als het gaat om de
centen, laat men dan daar bij blfjven.
De heer E n d e 1 zei, dat men bij betaling
zijn wagen mag neerzetten en dus de orde
van Robert Louis Stevenson, geautoriseerde
vertaling van J. C. L. B. Pet.
35)
Ze spraken geen woord, terwiji ze naar den
wal roeiden, ontzct als ze waren door dat
verschrikkelijke geschrei, maar zc hadden
nauwelijks een voet op het strand gezet, of
Hoseason werd wakker als uit een droom, en
gebcod hen Alan gevangen te nemen. Zij
krabbelden terug en voelden er weinig voor;
maar Hoseason was als een duivel en riep,
dat Alan alleen was, en een groote som bij
zich had, dat hij de oorzaak was van het ver-
lies van de brik, en het verdrinken van al hun
kameraden, en dat hier wraak en rijkdom te-
gelijk voor het grijpen lagen.
Hij was zeven tegen een en op dat deel
van de kust was geen rots, waartegen Alan
zijn rug had kunnen zetten, en de zeelui ver-
spreidden zich en kwamen achter hem.
„En toen", zei Alan, „nam dat kleine man-
neje met het rootle haarik ben zijn naam
vergeten."
„Riach", vulde ik aan.
versforen. Spr. vond flat onTogisch.
De voorzitter merkte op, dat B. en W.
beoogen een plaats te kunnen aanwijzen waar
het hun goeddunkt, omdat het zoo was, dat
enkele straten bijna werden afgesloten door
leegstaande karren.
De heer E n d e 1 zei, dat men hetzelfde
kan bereiken door toepassing van de politie-
verordening. Bij de voorgestelde verordening
kan men z. i. het recht koopen tot ordeversto-
ring.
De Voorzitter Het is regelend op
treden.
De heer A. B u r g e r betoogde, dat door
de autobussen het vreemdelingenverkeer toe-
neemt en veel meer koopkraehtigen in de stad
komen en nu leek het hem niet verstandig om
die autobussen te belasten, voorai omdat ook
reeds de wegbelasiing dreigt. De autodien-
sten moesten eerrier tevorderd women, gelijk
ook Sehagen ooet.
De Voorzitter: Sehagen geeft tot
1003 subsidie voor autoaussen.
De heer Burger wilde daar op gewezen
hebben bij B. en W. Immers van de buitenge-
meenten moet veel komen. Dat heeft de han-
delsschool bewezen, die hard achteruitging
toen van buitenleerlingen meer sehcolgeld ge-
vraagd werd dan van Alkmaarsche.
De heer Beudeker vroeg hoe men zal
moeten handelen ten opzichte van de markt-
wagens en derge'ijke.
De Voorzitter: Die moeten betalen.
Wagens, die in geregelden dienst van het
goederenvervoer zijn, vallen onder de veror
dening, andere kunnen worden vrijgesteld.
De heer Beudeker wees er op, dat deze
regeling uitgebreide controle zal eischen.
De Voorzitter Daarom is de K v.
K. ook van oordeel dat deze heele belasting-
plannen uit den booze zijn.
In antwoord op een paar opmerkingen
van eenige aanwezigen zette de v o o r z i t-
ter uiteen dat het gaat om het hebben van
een vaste standplaats voor wagens enz.
De heer Pander zei, dat het neerzetten
van wagens tijdens de lossing is geoorloofd,
daarna moeten ze krachtens de politieveror-
dening reeds weggebracht worden.
De heer L. T r ij b e t z was het met den
heer Burger eens, dat h.et verkeer met auto
bussen niet moet worden belemmerd, omdat
zulks zou strekken tot nadeel der gemeente.
Als men dit goed duidelijk maakt bij B en
W., zal men zeer zeker succes hebben, meer
dan wanneer men komt met bemerkingen over
belasting op handwagens, al was spr. ook
hier tegen. Men moet in het oog houden, dat
het publiek naar Alkmaar komt per autobus
en niet per handkar.
De heer P. O u d t wees op de moeilijkheid
van het innen der belasting van de vele
buiten de gemeente thuis behoorende vracht-
wagens. En dan de melkwagens en derge-
lijke!
De Voorzitter Die zullen er buiten
vallen.
De heer B o o d (Heiloo) meende, dat de
vaste standplaats voor vrachtwagens, door
de K. v. K. en den Bond van Vrachtrijders
aangevraagd, het uitoefenen van controle zal
vergemakkelijken. Hij bracht deze corporaties
een eeresaluut voor hun initiatief, want daar-
aan zijn waarschijnlijk de nieuwe belasting-
plannen te wijten.
Devoorzitt er geloofde niet dat de
door den heer Bood bedoelde centralisatie van
vrachtwagens iets te maken heeft met de
voorgestelde verordening.
De heer Pander vroeg of de aan de vei
ling komende wagens ook zullen worden be-
last, waar de veiling reeds een hooge huur
betaalt.
De voorzitter, van oordeel dat die
wagens niet in dienst van het geregeld goe
derenvervoer staan, geloofde dat die zullen
worden vrijgesteld, evenals de melkwagens.
De heer d e J ager achtte het intrekken
van de voorstellen wenschelijk. Laat men lie-
ver een kwartje op de grondbelasting leggen.
De heer A. K o k sprak namens den Bond
van Vrachtrijders „Recht en Plicht". Hij
drong er op aan, om een splitsing te maken
tusschen hen, die dagelijks komen en hen, die
slechts eens of een paar maal per week ko
men. Er is een splitsing voorgesteld voor be
taling per jaar of per week, kan men nu niet
ook nog de bedoelde splitsing tot stand bren-
gen?
Stemmen: Heelemaal niet betalen!
De heer d e R a a t achtte de verordening
niet gunstig geredigeerd en moeilijk uit te
maken wie er buiten valt. Spr. wilde daarom
beginnen met te pr?>testeeren tegen het voor
gestelde artikel 1 en verzoeken dit terug te
nemen als zijnde in strijd met een goede ge-
meentepolitiek.
Hiertoe werd na nog een korte bespreking
besloten.
Bij art. 2 werd opgemerkt, dat men dubbel
moet betalen: voor het hebben van een vaste
standplaats en voor het recht om een rijtuig
of auto op straat te mogen schoonmaken.
De heer B e u cl e k e r zou liever een cen-
trale waschplaats hebben, gelijk in Hoorn
bestaat.
De heer Messelaaren anderen wezen
„Juist", zei Alan, „RiachWel, hij was het,
die het voor mij en nam, en vrceg, of de man-
nen niet bang waren voor een vlcek, en, zei
hij, ik zal zelf dien Hooglandor helpen! Dat
is heelemaal niet zoo'n slccht klein kereltje,
met zijn roode haar", zei Alan, „hij heeft ee
nige nctie van fatsoen."
„Wel", zei ik, „voor mij was hij op zijn ma-
nier vrienddijk."
„Vcor Alan ook", zei hij, „en op mijn
wcord ik vond zijn mannen heel goed! Maar
zie je, David, het vergaan van het schip, en
het geschreeuw van die arme jongens hadden
hem erg in de war gebracht, ik denk, dat dat
de oorzaak was."
„Best mogelijk", zei ik, „want hij was even
begeerig als de rest, in het begin. Maar hoe
nam Hoseason het op?"
„!k geloof, dat hij het erg slecht opnam", zei
Alan. „Maar't kleine mannetje riep me toe
te vluchten, en ik dacht, dat het een geede
opmerking van hem was, en Hep weg. Het
laatste dat ik ztig was, dat ze ben elkaav
stonden, als menschen die het niet heelemaal
eens zijn."
„Wat bedoel je daarmee?" vroeg ik.
„Wel, ze gebruik en hun vuistenzei Alan,
„en ik zag. een man als een zoutzak omvailen
Maar ik oordeelde het beter, niet te dralen Je
moet weten, dat er een streck vol Campbells
er op, cfat dit niet wel mogelijk is. Men m'aakt
zijn wagens liefst maar gauw schoon. Aan-
gedrongen werd om tegen dit artikel te a gee-
ren, omdat anders gevaar bestaat, dat men
de wagens niet meer reinigt, wat zeker de
netheid niet zal verhoogen en schade doen
aan Alkmaars goedeu naam van een zinde-
lijke stad te zijn.
De heer O u d t wilde de heele verordening
geschrapt zien, behalve voor wat betreft de
belasting op benzinepompen e. d.
De voorzitter wilde niet direct zoo
ver gaan, er kunnen wel dingen zijn, die niet
onbillijk geacht mogen worden.
De heer d e R a a t wilde het schoonmaken
van een of twee wagons zien vrijgesteld en
kon billijken, dat voor het recht om meerdere
wagens op straat schoon te maken, vijf gul
den per jaar zou worden geheven.
De voorzitter geloofde, dat handkar-
ren e. d. niet onder dit artikel zouden vallen.
De heer L. T r ij, b e t z wilde niet alles
a bout portant afwijzen, maar de heele ver
ordening punt voor punt behandelen.
De heer Apeldoorn vond dit nergens
goed voor. Er wordt al genoeg belasting be-
taald. De nu voorgestelde moest men afwij
zen.
De Voorzitter was het daarmee niet
eens. Er zit wel wat billijks in het voorge
stelde, b.v. wat betreft het hebben van radio-
toestellen, uithangborden e. d.
De heer P. K o o 1 Jz. vond het voorgestel
de peuterwerk. De hoofdelijke omslag wordt
verlaagd en van den anderen kant tracht men
weer kleine bedragen binnen te krijgen. Men
gaat zoodoende naar den ouden tijd terug,
waarin men zelfs voor de ramen moest be-
ta'en.
De heer d e J a g e r wilde aan de Kamer
van Koophandel overlaten bij B en W. te
protesteeren. Zij kent wel de bezwaren van de
vergadering.
De voorzitter was hier niet tegen.
maar wilde toch de belangrijkste dingen nog
behandeld zien en stelde de belasting op de
rai's in_de openbare straat aan de orde.
De heer d e L a n g e achtte die belasting
thans reeds hoog genoeg (50 cent per M
Wordt zij verhoogd, dan ruimt hij den heelen
boel bij de zeepfabriek op, te meer omdat hij
ook het onderhoud der straat nog moet be-
kostigen.
De voorzitter vond dat die belasting
voorai niet mocht worden verhoogd en wilde
daarop zien aangedrongen en zoo mogelijk
geheele afschaffing zien te verkrijgen.
Hierop bracht spr. de opritten over het
verhoogde voetpad ter sprake, welke opritten
zijn aangelegd ter bescherming der trot-
toirs. Tegen belasting op deze zou spr. willen
ageeren.
Dit werd goedgevonden.
De beer Visser wilde door de K. v. K.
pogingen zien gedaan tot het verkrijgen van
een centrale waschplaats voor auto's.
De voorzitter zegde overweging toe
en sloot hierna de bijeenkomst met de belofte
dat er bij B. en W. op zal worden aangedron
gen om de nieuw op te leggen lasten zoo laag
en zoo billijk mogelijk te doen zijn.
In Hotel Vredelust te Sehagen behandelde
Maandag 2 Febr. Prof. Dr. D. L. Bakker in
een cursusvergadering van de Vereen. van
Oudleerlingen der Rijkslandbouw winter-
school te Sehagen het onderwerp: De geschie
denis van onze Nederlandsche rassen van
onze' landbouwhuisdieren.
De V o o r z i t t e r, de heer Joh. de Veer,
heette inzonderhcid Prof. Bakker welkom.
Spr. verzekerde, dat de Vereen. het op hoo-
gen prijs stelt, dat Prof. Bakker de band en
met de Vereen. weer wilde hernieuwen. Dit
was niet alleen een genoegen voor de oudleer
lingen, maar ook voor vele ouderen uit N.
Holland. Spr. verheugde zich er over, dat
zoovelen waren gekornen om de gelegenheid
te baat te nemen Prof. Bakker weer te ont-
moeteni en hij riep alien het welkom toe.
£peciaal sprak hij hierna een woord van
woikom rot den Voorzitter van de Holl.
Maatsch. van Landbouw, den heer D. de
Boer. De H. M. v. L. toont niet alleen be-
langstelling voor onze vereeniging, aldus
spr..door het geven van een beurs, maar gaf
het vorigc jaar nog op ondubbelzinnige wijze
blijk van belangstelling door mode te werken
aan de oprichting van een station voor melk-
onderzoek te Hoorn. Spr, zegde daarvoor
den voorzitter hartelijk dank. Hij verzekerde,
dat de aanwezighcid can zijn persoon op
hoogen prijs werd bestcld. (Applaus.)
Prof. Bakker ving aan, met te zeggen, dat,
waar de voorzitter het een verblijdend ver-
schijnsel genoemd had ,dat hij bereid was ge
weest, vandaag hier een spreckbeurt te ver-
vullen, hij het van zijn ka.it verblijdend oor
deelde, dat men hem weer waardig had ge-
keurd, om een lezing te houden. (Gelach.)
Spr. bedoelde geen grapje. Als oud-vee-
teeltconsuient weet hij, dat men vaak wordt
is, aan ciien kant van Mull, die geen goed ge-
zeischap vormen vcor een heer als ik. Als die
tr niet waren geweest, zcu ik gewachr hebben,
en zeif naar je hebben gezccht, of in elk
geval he' kleine aeroitjc een hand hebben ge
geven"
Het was grappig te hooren, hoe Alan den
nadruk legcie op mr. Riach's lcngte, want,
cm de waarheid te zeggen, was de een niet
veel kieiner d'an den ander.
„Dus", vervolgde Hij, „zette ik mijn beste
beentje vcor, en wanneer ik niemand tegen-
kwam, riep ik hem tee, dat er een schip ge-
strancl was. Man, ze hadden geen lijd om inij
te hinderenjc mcest ze naar den wal hebben
zien lcopen. En toen ze daar kwamen, rnerk-
ten zij, dat zij het genoegen hadden gehad,
voor niets te loopen, wat altijd goed is voor
een Campell. Ik denk, dat het voor de elan
bedceid was, dat de brik in haar geheel zonk,
en niet in stukken brak. Doch dat was maar
gelukkig voor jou, want als er ecu wrak aan
wal was gcspweld, zouden ze de heele kust
hebben afgezocht, en jou spoedig hebben ge-
vonden."
HOOFDSTUK XIX.
Het huis van den angst
De nacht viel, terwiji we doorwandelden, en
de wolken, die des middags waren verdwenen,
uitgenoodigd, een lezing !e Houden en dat
men dan voor stoelen komt te staan, waarop
zoo weinig menschen zitten. Zeker is het dan
een verblijdend verschijnsel, een uitnoodiging
te krijgen, om te komen in een bijeenkomst
van menschen, waarvan men uit ervaring
weet, dat zij in het te behandelen onderwerp
belangstellen en in de tweede plaats is dit
verblijdend, omdat men weet te sprekeii voor
een vereeniging van menschen, die het ver-
derop zoeken dan de gemiddelde veehouder.
Spr. ziet hierin wisselwerking. Wanneer men
weet, dat er belangstelling is, dan heeft men
ook veel meer plezier, een spreekbeurt voor
te bereiden.
Het onderwerp was spr. eigenlijk wel een
beetje te groot en hij wilde er dan ook de aan-
dacht op vestigen. dat hij het onderwerp glo-
baal zou behandelen, aangezien over ieder
huisdier wel een dag zou zijn te spreken. Een
vocraracht als deze heeft echter weer het
voordeel, dat men nu verplicht is, een globaal
overzicht te geven van de landbouwhuisdie
ren; dat men die belangstelling mag ver-
wachten, die men voor ieder dier afzonderlijk
niet zou trekken. Spr. liet een bespreking van
de geit achterwege, omdat hij van meening
was, dat de vier andere groepen zoo belang-
waren, dat hij de geschiedenis van de
die vaag en eenvoudig is, kan laten rus-
len. Beter was het z. i. om over de varkens,
runderen, schapen en paarden datgene te ge
ven, wat daarover gegeven kan worden.
Spr. meende een enkel woord te moeten zeg
gen over de beteekenis van de geschiedenis
van onze huisdierrassen. Er is n.l. een factor,
die het bedrijf van den beroepsfokker abso-
luut beheerscht en die factor is de markt-
vraag. Elke beroepsfokker moet fokken wat
de markt vraagt. Hij kan daar wel een tijd
aan ontkomen, maar het eind is. dat hij toe-
geven moet. Ons land telt voorbeelden ge
noeg, waarbij wij bepaalde typen zien ver-
dwijnen en des ondanks uitnemende fokkers
het fokken van die typen nog lang hebben
volgehouden. Als voorbeeld verwijst spr.
naar het roodbonte Friesche vee, dat ge-
doemd is, te verdwijnen voor het zwartbonte.
De vraag, hoe smel de vermindering van het
fokken van het roodbonte Friesche vee zal
gaan, is athankelijk van de behoefte, die er
aan het oude type blijft Als er eenige behoef
te blijft, dan kunnen enkele fokkers aan het
eind hun dieren nog wel kwijt, maar per
saldo moet elke fokkerij op de economie zijn
gebaseerd. Een fokrichting moet dus telkens
van richting veranderen, naarmate de markt-
vraag verandert. Een gelukkig verschijnsel
is dit, dat die vraag zich gewoonlijk niet
plotseling en ook niet vaak verandert Het be-
hoort tot de uitzonderingen, dat de markt-
vraag omgaat en omgekeerd zouden we wel
kunnen zeggen, dat, wanneer de marktvraag
zich vaak en dikwijis wijzigt, dat dit gewoon
lijk parallel, gaat met de vraag, of de be
treffende rassen snel en gemakkelijk omgd-
vormd kunnen worden Als voorbeeld kon
spr. hier noemen het varken. Om die vior-
beelden te kunnen geven, moet eerst beant-
woord worden de vraag, op welke wijze en
langs welkoti weg een ras gewijzigd kan
worden. Het antwoord op deze vraag is. dat
dit op twee wijzen kan geschieden. Wij kun
nen een ras veranderen, door te blijven bin
nen het gebied van het ras en wij kunnen
een ras veranderen door invoering van een
ander ras, hetzij door een nieuw ras zuiver te
importeeren, hetzij door een ras te importee-
ren en kruising toe te passen, om daardoor
te komen tot een nieuw type, dat beantwoordt
aan de marktvraag. Wij staan alzoo voor die
beide keuzen. De eerste weg is verreweg te
verkiezen. Op het waarom van dit antwoord,
ga ik niet verder in, omdat dit ligt buiten het
bestek van deze voordracht. Ik moet dan ook
volstaan met de opmerking. dat kruising
steeds het laatste middel is, waartoe wij onze
toevlucht moeten nemen en dat aan import
van vreemde rassen zooveel er.nstige bezwa
ren zijn verbonden, dat ook deze weg alleen
in hoogen nood mag worden;, bewandeld. Wij
moeten dus trachten, de gewenschte wijzigin-
gen aan te brengen binnen het ras zelf. Wij
zijn hierbij in hoofdzaak afhankelijk van de
vraag: ..in hoeverre is het betreffende ras,
dat gewijzigd moet worden, erfelijk en piet
erfelijk. hoe groot de modificeerbaarheid, de
variahiliteit van het ras is, dus in welke ma
te de uitwendige omstandigheden in dat ras
inwerken en daarnaast is deze vraag direct
afhankelijk van de meerdere of mindere
grootheid van het aantal nakomelingen: Het
komt er dus ook op aan, hoeveel jonge dieren
er per geboorte worden voortgebracht. Waar
het op deze vragen aankomt, zal het duidelijk
zijn, waarom het varken zoo goed als voor
beeld genomen kan worden. Wanneer een ras
in hooge mate variabel is door de wijziging
van de uitwendige omstandigheden, waar-
onder het leeft, dan zullen wij allicht in staat
zijn, door wijziging van de uitwendige om
standigheden de door de markt gevraagde
wijziging aan te brengen. Een zeer variabel
ras zal dus gemakkelijk in overeenstemming
met de marktvraag te krijgen zijn en natuur-
lijk zal dit des te gemakkclijker gaan naar
mate de projenituur grooter is. Dan toch zal
in kortcn tijd de mogelijkheid bestaan, aan
kwamen nu terug, en werden zoo dik, dat het
voor den tijd van het jaar biutengewoon don-
ker was. De v, g, lien wij volgden liep over
ruwe berghellingcn, en ofschoon Alan met
groote zekerhdd voortging, ken ik niet ont-
dekken, hce hij den weg vond.
Ten laatste, om ongeveer half elf kwamen
we op den top van cen heuvel en zagen lichten
onder ens. Het scheen, of een huisdeur open
stend, waardoor een straal licht kwam van
vuur en kaarsen, en cm het heele huis en de
stallen liepen vijf of zes menschen haastig
hcen en weer, die ieder een brandende fakkel
in de hand hielden.
„James moest zijn verstand hebben verlo-
ren", zei Alan, „als hier soldaten stonden in
plaats van jij en ik, zou hij in een moeilijk
pari«?t raken. Maar ik denk, dat hij een
schildwacht op den weg heeft, en hij weet wel,
dat soldaten nooit het pad zouden vinden,
waarlangs wij zijn gekornen."
Hlercp floo> hij drie malen op een eigenaar-
dige manier. Het was vreemd te zien hce op
het eerste geluid al de brwegende toortsen stil-
stonden, alsof de dragers schriktenen hoe na
de derde maal de drukte weer begon, als
daarvoor.
Teen we zco de menschen hadden gerust-
gesteld, kwamen wij den heuvel af, en werden
aan den poort (want deze plaats scheen een
N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v.h, HERNS. COSTER ZOON,
Voordam C 9, Alkmaar,
Abonnementen
op Tijdschriffcen,
zoowel Binnen- als Buitenlandsche
de nieuwe marktvraag te voldoen. In deze
richting is het varken voor ons het voorbeeld.
Wen kennen onder onze huisdieren geen ras,
dat in zoo hooge mate modificeerbaar is en
ook geen ras, dat een grooter aantal nako
melingen heeft, n.l. twee worpen per jaar
van gemiddeld 10 a 12 nakomelingen. Ik be-
hoef U daarover niet veel te zeggen.
Wat de modificeerbaarheid betreft, wijs ik
U op de vier richtingen, waarin in ons land
de varkensmesterij gedreven wordt; n.l. het
mesten van Londensche biggen, van Bacon-
varkens, van fijnere vleeschvarkens, de z.g.
negenmaanders en van de zware varkens,
richtingen, die alle hun eischen stellen ten
aanzien van het voedsel en de wijze, waarop
men de dieren groot brengt.
Meestal beschikken wij echter niet al tijd
over zoo'n groote modificeerbaarheid en een
zoo ruime projenituur. Vaak outbroken deze
beide zelfs min of meer of is de wijziging in
de marktvraag zoo groot, dat ze geheel valt
buiten de modificeerbaarheid van het ras.
Wanneer wij b.v. plotseling moeten omvor-
men oris licht, temperamentvol rijtuigpaard
en het zware, soliede landbouwtuigpaard,
omdat tengevblge van de auto de vraag naar
het rijtuigpaard niet meer zoo groot is en
er dus beschikt moet worden over dieren, die
op een andere wijze economisch beter te ge
bruiken zijn, dan sfaan wij op zoo'n moment
met gebonden handen. Gelukkig is, toen de
auto in ons land kwam, de fokkerij van het
zware tuigpaard in; goede banen geleid, om
dat men een bepaalde marktvraag kon voor-
zien. De andere fokkerij zien wij echter uit-
sterven, want de handel in rijtuigpaarden
wordt steeds minder.
Wanneer wij voor een dergelijk geval
staan, dat wij dus niet hebben de modificeer-
baarheidsmogelijkheden, dan moeten wij
overgaan tot import of kruising. Aan import
zijn echter groote bezwaren verbonden en
deze bezwaren doen zich sterker gevoelen bij
import voor het gebruiksdoel, dan bij import
voor kruising. In de eerste plaats staan wij
bij import van een ras voor deze buiienge-
woon moeilijke vraag, in hoeverre de nieuwe
omstandigheden, waaronder het ras zal wor
den gehoudtn, in overeenstemming zijn met
de modificeerbaarheid van cat ras. Wij trek
ken hierbij een wissel op de toekomst en zijn
niet zeker, of die wissel gehc-noreerd ?a' wor
den.
Nederland kent het geval van de hoogge-
roemde Saanengeit uit de Zwitsersche ber-
gen. Zoodra dit beest wordt overgebracht
naar onze lage landen, laat dit dier "het hier
schandelijk liggen en komt er niets van te-
recht. 't Heeft hancfen vol geld gekost; jaren
zijn er mee verloren gegaan en nu moeten
toch die wijzigingen vervangen worden, door
die binnen het ras aan te brengen. In de
tweede plaats staan wij voor de groote moei
lijkheid om de beste vertegenwoordigers te
krijgen van het te importeeren ras. Het zal
hierbij wel gaan als hier, dat men ook in
die landen liefst niet dagtne kwijt wil, wat
men graag behouden wil en dit is juist een
groot bezwaar, omdat men van dergelijke
importdieren niets verwachten mag en dit te
meer, omdat zij in vreemde omstandigheden
worden gebracht.
Een dergelijke import kost boven dien ont-
zettend veel geld, omdat wij niet kunnen vol
staan met het invoeren van mannelijk fok-
materiaal (dit is wel het geval als wij gaan
invoeren, om te kruisen) maar ook moeten in
voeren een groote hoeveelheid vrouwelijk fok-
materiaal. Er gaat dus veel geld in zitten,
omdat die dieren veel geld kosten en in de
tweede plaats, omdat de risico, vracht en der
gelijke nog al oploopen. Bovendien, hoe groot
het aantal ook moge zijn, dat wij invoeren,
wij staan toch steeds voor een aanmerkelijk
tekort. Een groote tijdruimte zal er deson-
danks noodig zijn, om datgene veranderd te.
krijgen, wat wij in verband met de markt
vraag noodig hebben.
Import kan eigenlijk altijd worden afgera-
den. Het is buitengewoon gevaarlijk en im
port voor kruisen is dan beter, omdat wij dan
kunnen volstaan met het invoeren van man
nelijk materiaal en ook, omdat wij dan heb
ben een groote hoeveelheid fokmateriaal om
mee te beginnen. Een groot bezwaar van; im
port, is ook, dat wij niet weten of het vreem
de ras in de nieuwe omstandigheden de voor-
welvarende boerderij te zijn) opgewacht door
een grooten knappen man van in de vijftig
jaar die Alan iets toeriep in het Keltisch.
„James Stewart", zei Alan, „ik verzoek je
Schotsch te pra;en, want hier is een jong-
mensch, dat geen Keltisch verstaat. Hier 'is
hij", voegde hij er aan toe, zijn arm door den
mijnen stekend, „een jongmensch uit de Laag-
landen, en een edelman in zijn land ook,
maar ik geloof, dat het beter voor zijn ge-
zondheid is, als we zijn naam maar laten
rusten."
James van de dalen wendde zich een oogen-
blik tot mij, en groette me zeer beleefd; toen
sprak hij weer tot Alan. „Dit is een verschrik
kelijke vergissing geweest", riep hij, „en het
land zal het ondervinden." En hij wrong zijn
handen.
„Kom",zei Alan, „je moet het zure met het
zoete nemen, maar Colin Roy is dood, wees
daar dankbaar voor."
„Ja", zei James, „en op mijn woord, ik won,
dat hij weer in leven was. Het is heel mooi er
over te pra en en te snceven, voor het zoover
is- maar nu is het gebeurd, Aian, en wie
krijgt de schuld er van? Het is gebeurd in
>ppin denk daarom, Alaa. en Appra moet
er voor boetcii en ik ben een man met een
gez.'n
(Wordt vervolgd).
I
Is HET ADRES voor