AlKmaarsche Courant ■i 11 Hondsrd Zeven en Twintigsfe Jaargang. Woensdag 4 Eebruari. FEUXLLETON. Ontvoerd. De geschiedenis van onze Nederlandsche rassen van onze landbouwhuisdieren. No. 59 1925 Stadsnieuws DE NIEUWE VOORSTELLEN INZAKE HEFFING VOOR GEBRUIK VAN GEMEENTEGROND OF -WATER. Gelijk men zich herinncrt werd in de jong- sie gemeenteraadsvergadering door B. en W. aangeboden een nieuwe vcrordening tot heffkg van gelden voor gebruik van gemeen- tegrond of -water. Naar aanleiding van een aares van de Kamer van Koophandel voor Holland's Noorderkwartier werd de behan- deling verdaagd om de Kamer in de gelegen heid te stellen de nieuwe voorstellen te onder- zoeken. Flet bestuur had nu tegen gisteravond in het gebouw „De Unie" bijeengeroepen verte- genwoordigers der plaatselijke werkgeversor- ganisaties, middenstand^vereenigingen, pa- troonsvakorganisaties, alsmede de besturen van de vereenigingen van autobushouders en vrachtrijders, ter bespreking van de voorstel len van Burgemeester en Wethouders. Een 25-tal heeren had aan deze uitnoodiging gevolg gegeven. De vergadering werd gepresideerd door den heer S. W. A r n t z, algemeen voorzitter der K. v. K. Hij opende de bijeenkomst met een welkom aan de aanwezigen en een ver- wijzing naar't hoofdartikel in de Alkm. Crt. van Zaterdag j.l., dat z.i. zeer juist was en de besprekingen vergemakkelijkte. Echter vond hij onjuist de mededeeling, dat de vergade ring een protestvergadering zou zijn. 't Was alleen een bijeenkomst van hen, die het met de plannen niet eens zijn, om te bespreken hoe de nieuwe aan den handel op te leggen ias- ten te ondervangen of zoo licht mogelijk te maken zijn. (Is dit dan wat anders dan een protestvergadering? Verslagg.) De Alkmaarsche leden der K. v. K., zoo vervolgde spr., waren uitgenoodigd om met B. en W. deze voornemens te bespreken. De bedoeling was door B en W. uiteengezet als te zijn niet zoozeer een middel om meer geld te ontvangen als wel om het recht te behou- den al dan niet 'n standplaats aan te wijzen voor wagens enz. in het belang van orde in het verkeer en dan welke plaats, en in het al gemeen om regelend te kunnen optreden. De juisthetd van de opmerking, dat het dan toch beter was geweest om vooraf het oordeel der Kamer in te winnen, hadden B. en W. toege- geven. Echter zij hadden gemeend, dat de voorstellen van zoo weinig importantie wa ren, dat zij geen oppositie zouden doen ont- staan. Intusschen hadden B. en W. gezegd niet onwillig te zijn om aan gegronde op- merkingen van de Kamer tegemoet te komen. Spr. veronderstelde, dat het verzet hoofd- zakeiijk gold de bepalingen van art. 21 van de betreffende bijlage tot's Raads handelin- gen en las het daarin genoemde voor. (Reeds in het bovenbedoelde hoofdartikel grooten- deels besproken. Genoemd art. 21 noemt de bedragen, die geheven zullen worden.) Spr. maakte hier en daar enkele bemerkingen, b.v. dat vijf maal wordt verhoogd het tarief van het hebben van rails over den openbaren weg. Daarna gaf spr. gelegenheid tot het hou- den van algemeene beschouwingen over de plannen van B. en W. De heer A p e 1 d o o r n, herinnerend aan de toezegging van B. en W. om tegemoetkomend te zijn, wilde zich er aan houden, dat het te doen was om handhaving der orde en zou dan willen vragen het bestaande tarief te behou- den en desnoods de politie nog wat beter te la- ten uitkijken. De bedragen waarover het gaat, zijn eigenlijk slechts gering en het is moeilijk aan te geven dat ze te hoog zijn. Dat de politie al vrij goed uitkijkt, gaf spr. met een yoorbeeld aan. De voorzitter zei, dat het handhaven der orde meer bedoelt het plaatsen van wa gens, karren en kisten. Wat boven den grond hangt, daaromtrent meende spr., dat vele din- gen, b v. waschgoed, het aspect der straat niet verhoogen. De heer d e M u n k wee6 er op, dat er menschen zijn, die hun handwagen slechts heel weinig gebruiken en dat dezulken nu evenveel zullen moeter. betalen1 als zij, die hun karren den heelen dag noodig zijn, vond spr. onbillijk. De v o o r z i 11 e r antwoordde, dat het hem mogelijk voorkomt om voor hen, die meer dan een wagen hebben, een progressieve heffing ingevoerd te krijgen, maar om den een minder te doen betalen dan den ander, achtte spr. niet mogelijk. De heer L. Trijbetz merkte op, dat men met zijn wagens geregeld been en weer wordt gejaagd door de politie. Als het gaat om de orde, moet men alle wagens verbieden waar ook neer te zetten en als het gaat om de centen, laat men dan daar bij blfjven. De heer E n d e 1 zei, dat men bij betaling zijn wagen mag neerzetten en dus de orde van Robert Louis Stevenson, geautoriseerde vertaling van J. C. L. B. Pet. 35) Ze spraken geen woord, terwiji ze naar den wal roeiden, ontzct als ze waren door dat verschrikkelijke geschrei, maar zc hadden nauwelijks een voet op het strand gezet, of Hoseason werd wakker als uit een droom, en gebcod hen Alan gevangen te nemen. Zij krabbelden terug en voelden er weinig voor; maar Hoseason was als een duivel en riep, dat Alan alleen was, en een groote som bij zich had, dat hij de oorzaak was van het ver- lies van de brik, en het verdrinken van al hun kameraden, en dat hier wraak en rijkdom te- gelijk voor het grijpen lagen. Hij was zeven tegen een en op dat deel van de kust was geen rots, waartegen Alan zijn rug had kunnen zetten, en de zeelui ver- spreidden zich en kwamen achter hem. „En toen", zei Alan, „nam dat kleine man- neje met het rootle haarik ben zijn naam vergeten." „Riach", vulde ik aan. versforen. Spr. vond flat onTogisch. De voorzitter merkte op, dat B. en W. beoogen een plaats te kunnen aanwijzen waar het hun goeddunkt, omdat het zoo was, dat enkele straten bijna werden afgesloten door leegstaande karren. De heer E n d e 1 zei, dat men hetzelfde kan bereiken door toepassing van de politie- verordening. Bij de voorgestelde verordening kan men z. i. het recht koopen tot ordeversto- ring. De Voorzitter Het is regelend op treden. De heer A. B u r g e r betoogde, dat door de autobussen het vreemdelingenverkeer toe- neemt en veel meer koopkraehtigen in de stad komen en nu leek het hem niet verstandig om die autobussen te belasten, voorai omdat ook reeds de wegbelasiing dreigt. De autodien- sten moesten eerrier tevorderd women, gelijk ook Sehagen ooet. De Voorzitter: Sehagen geeft tot 1003 subsidie voor autoaussen. De heer Burger wilde daar op gewezen hebben bij B. en W. Immers van de buitenge- meenten moet veel komen. Dat heeft de han- delsschool bewezen, die hard achteruitging toen van buitenleerlingen meer sehcolgeld ge- vraagd werd dan van Alkmaarsche. De heer Beudeker vroeg hoe men zal moeten handelen ten opzichte van de markt- wagens en derge'ijke. De Voorzitter: Die moeten betalen. Wagens, die in geregelden dienst van het goederenvervoer zijn, vallen onder de veror dening, andere kunnen worden vrijgesteld. De heer Beudeker wees er op, dat deze regeling uitgebreide controle zal eischen. De Voorzitter Daarom is de K v. K. ook van oordeel dat deze heele belasting- plannen uit den booze zijn. In antwoord op een paar opmerkingen van eenige aanwezigen zette de v o o r z i t- ter uiteen dat het gaat om het hebben van een vaste standplaats voor wagens enz. De heer Pander zei, dat het neerzetten van wagens tijdens de lossing is geoorloofd, daarna moeten ze krachtens de politieveror- dening reeds weggebracht worden. De heer L. T r ij b e t z was het met den heer Burger eens, dat h.et verkeer met auto bussen niet moet worden belemmerd, omdat zulks zou strekken tot nadeel der gemeente. Als men dit goed duidelijk maakt bij B en W., zal men zeer zeker succes hebben, meer dan wanneer men komt met bemerkingen over belasting op handwagens, al was spr. ook hier tegen. Men moet in het oog houden, dat het publiek naar Alkmaar komt per autobus en niet per handkar. De heer P. O u d t wees op de moeilijkheid van het innen der belasting van de vele buiten de gemeente thuis behoorende vracht- wagens. En dan de melkwagens en derge- lijke! De Voorzitter Die zullen er buiten vallen. De heer B o o d (Heiloo) meende, dat de vaste standplaats voor vrachtwagens, door de K. v. K. en den Bond van Vrachtrijders aangevraagd, het uitoefenen van controle zal vergemakkelijken. Hij bracht deze corporaties een eeresaluut voor hun initiatief, want daar- aan zijn waarschijnlijk de nieuwe belasting- plannen te wijten. Devoorzitt er geloofde niet dat de door den heer Bood bedoelde centralisatie van vrachtwagens iets te maken heeft met de voorgestelde verordening. De heer Pander vroeg of de aan de vei ling komende wagens ook zullen worden be- last, waar de veiling reeds een hooge huur betaalt. De voorzitter, van oordeel dat die wagens niet in dienst van het geregeld goe derenvervoer staan, geloofde dat die zullen worden vrijgesteld, evenals de melkwagens. De heer d e J ager achtte het intrekken van de voorstellen wenschelijk. Laat men lie- ver een kwartje op de grondbelasting leggen. De heer A. K o k sprak namens den Bond van Vrachtrijders „Recht en Plicht". Hij drong er op aan, om een splitsing te maken tusschen hen, die dagelijks komen en hen, die slechts eens of een paar maal per week ko men. Er is een splitsing voorgesteld voor be taling per jaar of per week, kan men nu niet ook nog de bedoelde splitsing tot stand bren- gen? Stemmen: Heelemaal niet betalen! De heer d e R a a t achtte de verordening niet gunstig geredigeerd en moeilijk uit te maken wie er buiten valt. Spr. wilde daarom beginnen met te pr?>testeeren tegen het voor gestelde artikel 1 en verzoeken dit terug te nemen als zijnde in strijd met een goede ge- meentepolitiek. Hiertoe werd na nog een korte bespreking besloten. Bij art. 2 werd opgemerkt, dat men dubbel moet betalen: voor het hebben van een vaste standplaats en voor het recht om een rijtuig of auto op straat te mogen schoonmaken. De heer B e u cl e k e r zou liever een cen- trale waschplaats hebben, gelijk in Hoorn bestaat. De heer Messelaaren anderen wezen „Juist", zei Alan, „RiachWel, hij was het, die het voor mij en nam, en vrceg, of de man- nen niet bang waren voor een vlcek, en, zei hij, ik zal zelf dien Hooglandor helpen! Dat is heelemaal niet zoo'n slccht klein kereltje, met zijn roode haar", zei Alan, „hij heeft ee nige nctie van fatsoen." „Wel", zei ik, „voor mij was hij op zijn ma- nier vrienddijk." „Vcor Alan ook", zei hij, „en op mijn wcord ik vond zijn mannen heel goed! Maar zie je, David, het vergaan van het schip, en het geschreeuw van die arme jongens hadden hem erg in de war gebracht, ik denk, dat dat de oorzaak was." „Best mogelijk", zei ik, „want hij was even begeerig als de rest, in het begin. Maar hoe nam Hoseason het op?" „!k geloof, dat hij het erg slecht opnam", zei Alan. „Maar't kleine mannetje riep me toe te vluchten, en ik dacht, dat het een geede opmerking van hem was, en Hep weg. Het laatste dat ik ztig was, dat ze ben elkaav stonden, als menschen die het niet heelemaal eens zijn." „Wat bedoel je daarmee?" vroeg ik. „Wel, ze gebruik en hun vuistenzei Alan, „en ik zag. een man als een zoutzak omvailen Maar ik oordeelde het beter, niet te dralen Je moet weten, dat er een streck vol Campbells er op, cfat dit niet wel mogelijk is. Men m'aakt zijn wagens liefst maar gauw schoon. Aan- gedrongen werd om tegen dit artikel te a gee- ren, omdat anders gevaar bestaat, dat men de wagens niet meer reinigt, wat zeker de netheid niet zal verhoogen en schade doen aan Alkmaars goedeu naam van een zinde- lijke stad te zijn. De heer O u d t wilde de heele verordening geschrapt zien, behalve voor wat betreft de belasting op benzinepompen e. d. De voorzitter wilde niet direct zoo ver gaan, er kunnen wel dingen zijn, die niet onbillijk geacht mogen worden. De heer d e R a a t wilde het schoonmaken van een of twee wagons zien vrijgesteld en kon billijken, dat voor het recht om meerdere wagens op straat schoon te maken, vijf gul den per jaar zou worden geheven. De voorzitter geloofde, dat handkar- ren e. d. niet onder dit artikel zouden vallen. De heer L. T r ij, b e t z wilde niet alles a bout portant afwijzen, maar de heele ver ordening punt voor punt behandelen. De heer Apeldoorn vond dit nergens goed voor. Er wordt al genoeg belasting be- taald. De nu voorgestelde moest men afwij zen. De Voorzitter was het daarmee niet eens. Er zit wel wat billijks in het voorge stelde, b.v. wat betreft het hebben van radio- toestellen, uithangborden e. d. De heer P. K o o 1 Jz. vond het voorgestel de peuterwerk. De hoofdelijke omslag wordt verlaagd en van den anderen kant tracht men weer kleine bedragen binnen te krijgen. Men gaat zoodoende naar den ouden tijd terug, waarin men zelfs voor de ramen moest be- ta'en. De heer d e J a g e r wilde aan de Kamer van Koophandel overlaten bij B en W. te protesteeren. Zij kent wel de bezwaren van de vergadering. De voorzitter was hier niet tegen. maar wilde toch de belangrijkste dingen nog behandeld zien en stelde de belasting op de rai's in_de openbare straat aan de orde. De heer d e L a n g e achtte die belasting thans reeds hoog genoeg (50 cent per M Wordt zij verhoogd, dan ruimt hij den heelen boel bij de zeepfabriek op, te meer omdat hij ook het onderhoud der straat nog moet be- kostigen. De voorzitter vond dat die belasting voorai niet mocht worden verhoogd en wilde daarop zien aangedrongen en zoo mogelijk geheele afschaffing zien te verkrijgen. Hierop bracht spr. de opritten over het verhoogde voetpad ter sprake, welke opritten zijn aangelegd ter bescherming der trot- toirs. Tegen belasting op deze zou spr. willen ageeren. Dit werd goedgevonden. De beer Visser wilde door de K. v. K. pogingen zien gedaan tot het verkrijgen van een centrale waschplaats voor auto's. De voorzitter zegde overweging toe en sloot hierna de bijeenkomst met de belofte dat er bij B. en W. op zal worden aangedron gen om de nieuw op te leggen lasten zoo laag en zoo billijk mogelijk te doen zijn. In Hotel Vredelust te Sehagen behandelde Maandag 2 Febr. Prof. Dr. D. L. Bakker in een cursusvergadering van de Vereen. van Oudleerlingen der Rijkslandbouw winter- school te Sehagen het onderwerp: De geschie denis van onze Nederlandsche rassen van onze' landbouwhuisdieren. De V o o r z i t t e r, de heer Joh. de Veer, heette inzonderhcid Prof. Bakker welkom. Spr. verzekerde, dat de Vereen. het op hoo- gen prijs stelt, dat Prof. Bakker de band en met de Vereen. weer wilde hernieuwen. Dit was niet alleen een genoegen voor de oudleer lingen, maar ook voor vele ouderen uit N. Holland. Spr. verheugde zich er over, dat zoovelen waren gekornen om de gelegenheid te baat te nemen Prof. Bakker weer te ont- moeteni en hij riep alien het welkom toe. £peciaal sprak hij hierna een woord van woikom rot den Voorzitter van de Holl. Maatsch. van Landbouw, den heer D. de Boer. De H. M. v. L. toont niet alleen be- langstelling voor onze vereeniging, aldus spr..door het geven van een beurs, maar gaf het vorigc jaar nog op ondubbelzinnige wijze blijk van belangstelling door mode te werken aan de oprichting van een station voor melk- onderzoek te Hoorn. Spr, zegde daarvoor den voorzitter hartelijk dank. Hij verzekerde, dat de aanwezighcid can zijn persoon op hoogen prijs werd bestcld. (Applaus.) Prof. Bakker ving aan, met te zeggen, dat, waar de voorzitter het een verblijdend ver- schijnsel genoemd had ,dat hij bereid was ge weest, vandaag hier een spreckbeurt te ver- vullen, hij het van zijn ka.it verblijdend oor deelde, dat men hem weer waardig had ge- keurd, om een lezing te houden. (Gelach.) Spr. bedoelde geen grapje. Als oud-vee- teeltconsuient weet hij, dat men vaak wordt is, aan ciien kant van Mull, die geen goed ge- zeischap vormen vcor een heer als ik. Als die tr niet waren geweest, zcu ik gewachr hebben, en zeif naar je hebben gezccht, of in elk geval he' kleine aeroitjc een hand hebben ge geven" Het was grappig te hooren, hoe Alan den nadruk legcie op mr. Riach's lcngte, want, cm de waarheid te zeggen, was de een niet veel kieiner d'an den ander. „Dus", vervolgde Hij, „zette ik mijn beste beentje vcor, en wanneer ik niemand tegen- kwam, riep ik hem tee, dat er een schip ge- strancl was. Man, ze hadden geen lijd om inij te hinderenjc mcest ze naar den wal hebben zien lcopen. En toen ze daar kwamen, rnerk- ten zij, dat zij het genoegen hadden gehad, voor niets te loopen, wat altijd goed is voor een Campell. Ik denk, dat het voor de elan bedceid was, dat de brik in haar geheel zonk, en niet in stukken brak. Doch dat was maar gelukkig voor jou, want als er ecu wrak aan wal was gcspweld, zouden ze de heele kust hebben afgezocht, en jou spoedig hebben ge- vonden." HOOFDSTUK XIX. Het huis van den angst De nacht viel, terwiji we doorwandelden, en de wolken, die des middags waren verdwenen, uitgenoodigd, een lezing !e Houden en dat men dan voor stoelen komt te staan, waarop zoo weinig menschen zitten. Zeker is het dan een verblijdend verschijnsel, een uitnoodiging te krijgen, om te komen in een bijeenkomst van menschen, waarvan men uit ervaring weet, dat zij in het te behandelen onderwerp belangstellen en in de tweede plaats is dit verblijdend, omdat men weet te sprekeii voor een vereeniging van menschen, die het ver- derop zoeken dan de gemiddelde veehouder. Spr. ziet hierin wisselwerking. Wanneer men weet, dat er belangstelling is, dan heeft men ook veel meer plezier, een spreekbeurt voor te bereiden. Het onderwerp was spr. eigenlijk wel een beetje te groot en hij wilde er dan ook de aan- dacht op vestigen. dat hij het onderwerp glo- baal zou behandelen, aangezien over ieder huisdier wel een dag zou zijn te spreken. Een vocraracht als deze heeft echter weer het voordeel, dat men nu verplicht is, een globaal overzicht te geven van de landbouwhuisdie ren; dat men die belangstelling mag ver- wachten, die men voor ieder dier afzonderlijk niet zou trekken. Spr. liet een bespreking van de geit achterwege, omdat hij van meening was, dat de vier andere groepen zoo belang- waren, dat hij de geschiedenis van de die vaag en eenvoudig is, kan laten rus- len. Beter was het z. i. om over de varkens, runderen, schapen en paarden datgene te ge ven, wat daarover gegeven kan worden. Spr. meende een enkel woord te moeten zeg gen over de beteekenis van de geschiedenis van onze huisdierrassen. Er is n.l. een factor, die het bedrijf van den beroepsfokker abso- luut beheerscht en die factor is de markt- vraag. Elke beroepsfokker moet fokken wat de markt vraagt. Hij kan daar wel een tijd aan ontkomen, maar het eind is. dat hij toe- geven moet. Ons land telt voorbeelden ge noeg, waarbij wij bepaalde typen zien ver- dwijnen en des ondanks uitnemende fokkers het fokken van die typen nog lang hebben volgehouden. Als voorbeeld verwijst spr. naar het roodbonte Friesche vee, dat ge- doemd is, te verdwijnen voor het zwartbonte. De vraag, hoe smel de vermindering van het fokken van het roodbonte Friesche vee zal gaan, is athankelijk van de behoefte, die er aan het oude type blijft Als er eenige behoef te blijft, dan kunnen enkele fokkers aan het eind hun dieren nog wel kwijt, maar per saldo moet elke fokkerij op de economie zijn gebaseerd. Een fokrichting moet dus telkens van richting veranderen, naarmate de markt- vraag verandert. Een gelukkig verschijnsel is dit, dat die vraag zich gewoonlijk niet plotseling en ook niet vaak verandert Het be- hoort tot de uitzonderingen, dat de markt- vraag omgaat en omgekeerd zouden we wel kunnen zeggen, dat, wanneer de marktvraag zich vaak en dikwijis wijzigt, dat dit gewoon lijk parallel, gaat met de vraag, of de be treffende rassen snel en gemakkelijk omgd- vormd kunnen worden Als voorbeeld kon spr. hier noemen het varken. Om die vior- beelden te kunnen geven, moet eerst beant- woord worden de vraag, op welke wijze en langs welkoti weg een ras gewijzigd kan worden. Het antwoord op deze vraag is. dat dit op twee wijzen kan geschieden. Wij kun nen een ras veranderen, door te blijven bin nen het gebied van het ras en wij kunnen een ras veranderen door invoering van een ander ras, hetzij door een nieuw ras zuiver te importeeren, hetzij door een ras te importee- ren en kruising toe te passen, om daardoor te komen tot een nieuw type, dat beantwoordt aan de marktvraag. Wij staan alzoo voor die beide keuzen. De eerste weg is verreweg te verkiezen. Op het waarom van dit antwoord, ga ik niet verder in, omdat dit ligt buiten het bestek van deze voordracht. Ik moet dan ook volstaan met de opmerking. dat kruising steeds het laatste middel is, waartoe wij onze toevlucht moeten nemen en dat aan import van vreemde rassen zooveel er.nstige bezwa ren zijn verbonden, dat ook deze weg alleen in hoogen nood mag worden;, bewandeld. Wij moeten dus trachten, de gewenschte wijzigin- gen aan te brengen binnen het ras zelf. Wij zijn hierbij in hoofdzaak afhankelijk van de vraag: ..in hoeverre is het betreffende ras, dat gewijzigd moet worden, erfelijk en piet erfelijk. hoe groot de modificeerbaarheid, de variahiliteit van het ras is, dus in welke ma te de uitwendige omstandigheden in dat ras inwerken en daarnaast is deze vraag direct afhankelijk van de meerdere of mindere grootheid van het aantal nakomelingen: Het komt er dus ook op aan, hoeveel jonge dieren er per geboorte worden voortgebracht. Waar het op deze vragen aankomt, zal het duidelijk zijn, waarom het varken zoo goed als voor beeld genomen kan worden. Wanneer een ras in hooge mate variabel is door de wijziging van de uitwendige omstandigheden, waar- onder het leeft, dan zullen wij allicht in staat zijn, door wijziging van de uitwendige om standigheden de door de markt gevraagde wijziging aan te brengen. Een zeer variabel ras zal dus gemakkelijk in overeenstemming met de marktvraag te krijgen zijn en natuur- lijk zal dit des te gemakkclijker gaan naar mate de projenituur grooter is. Dan toch zal in kortcn tijd de mogelijkheid bestaan, aan kwamen nu terug, en werden zoo dik, dat het voor den tijd van het jaar biutengewoon don- ker was. De v, g, lien wij volgden liep over ruwe berghellingcn, en ofschoon Alan met groote zekerhdd voortging, ken ik niet ont- dekken, hce hij den weg vond. Ten laatste, om ongeveer half elf kwamen we op den top van cen heuvel en zagen lichten onder ens. Het scheen, of een huisdeur open stend, waardoor een straal licht kwam van vuur en kaarsen, en cm het heele huis en de stallen liepen vijf of zes menschen haastig hcen en weer, die ieder een brandende fakkel in de hand hielden. „James moest zijn verstand hebben verlo- ren", zei Alan, „als hier soldaten stonden in plaats van jij en ik, zou hij in een moeilijk pari«?t raken. Maar ik denk, dat hij een schildwacht op den weg heeft, en hij weet wel, dat soldaten nooit het pad zouden vinden, waarlangs wij zijn gekornen." Hlercp floo> hij drie malen op een eigenaar- dige manier. Het was vreemd te zien hce op het eerste geluid al de brwegende toortsen stil- stonden, alsof de dragers schriktenen hoe na de derde maal de drukte weer begon, als daarvoor. Teen we zco de menschen hadden gerust- gesteld, kwamen wij den heuvel af, en werden aan den poort (want deze plaats scheen een N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h, HERNS. COSTER ZOON, Voordam C 9, Alkmaar, Abonnementen op Tijdschriffcen, zoowel Binnen- als Buitenlandsche de nieuwe marktvraag te voldoen. In deze richting is het varken voor ons het voorbeeld. Wen kennen onder onze huisdieren geen ras, dat in zoo hooge mate modificeerbaar is en ook geen ras, dat een grooter aantal nako melingen heeft, n.l. twee worpen per jaar van gemiddeld 10 a 12 nakomelingen. Ik be- hoef U daarover niet veel te zeggen. Wat de modificeerbaarheid betreft, wijs ik U op de vier richtingen, waarin in ons land de varkensmesterij gedreven wordt; n.l. het mesten van Londensche biggen, van Bacon- varkens, van fijnere vleeschvarkens, de z.g. negenmaanders en van de zware varkens, richtingen, die alle hun eischen stellen ten aanzien van het voedsel en de wijze, waarop men de dieren groot brengt. Meestal beschikken wij echter niet al tijd over zoo'n groote modificeerbaarheid en een zoo ruime projenituur. Vaak outbroken deze beide zelfs min of meer of is de wijziging in de marktvraag zoo groot, dat ze geheel valt buiten de modificeerbaarheid van het ras. Wanneer wij b.v. plotseling moeten omvor- men oris licht, temperamentvol rijtuigpaard en het zware, soliede landbouwtuigpaard, omdat tengevblge van de auto de vraag naar het rijtuigpaard niet meer zoo groot is en er dus beschikt moet worden over dieren, die op een andere wijze economisch beter te ge bruiken zijn, dan sfaan wij op zoo'n moment met gebonden handen. Gelukkig is, toen de auto in ons land kwam, de fokkerij van het zware tuigpaard in; goede banen geleid, om dat men een bepaalde marktvraag kon voor- zien. De andere fokkerij zien wij echter uit- sterven, want de handel in rijtuigpaarden wordt steeds minder. Wanneer wij voor een dergelijk geval staan, dat wij dus niet hebben de modificeer- baarheidsmogelijkheden, dan moeten wij overgaan tot import of kruising. Aan import zijn echter groote bezwaren verbonden en deze bezwaren doen zich sterker gevoelen bij import voor het gebruiksdoel, dan bij import voor kruising. In de eerste plaats staan wij bij import van een ras voor deze buiienge- woon moeilijke vraag, in hoeverre de nieuwe omstandigheden, waaronder het ras zal wor den gehoudtn, in overeenstemming zijn met de modificeerbaarheid van cat ras. Wij trek ken hierbij een wissel op de toekomst en zijn niet zeker, of die wissel gehc-noreerd ?a' wor den. Nederland kent het geval van de hoogge- roemde Saanengeit uit de Zwitsersche ber- gen. Zoodra dit beest wordt overgebracht naar onze lage landen, laat dit dier "het hier schandelijk liggen en komt er niets van te- recht. 't Heeft hancfen vol geld gekost; jaren zijn er mee verloren gegaan en nu moeten toch die wijzigingen vervangen worden, door die binnen het ras aan te brengen. In de tweede plaats staan wij voor de groote moei lijkheid om de beste vertegenwoordigers te krijgen van het te importeeren ras. Het zal hierbij wel gaan als hier, dat men ook in die landen liefst niet dagtne kwijt wil, wat men graag behouden wil en dit is juist een groot bezwaar, omdat men van dergelijke importdieren niets verwachten mag en dit te meer, omdat zij in vreemde omstandigheden worden gebracht. Een dergelijke import kost boven dien ont- zettend veel geld, omdat wij niet kunnen vol staan met het invoeren van mannelijk fok- materiaal (dit is wel het geval als wij gaan invoeren, om te kruisen) maar ook moeten in voeren een groote hoeveelheid vrouwelijk fok- materiaal. Er gaat dus veel geld in zitten, omdat die dieren veel geld kosten en in de tweede plaats, omdat de risico, vracht en der gelijke nog al oploopen. Bovendien, hoe groot het aantal ook moge zijn, dat wij invoeren, wij staan toch steeds voor een aanmerkelijk tekort. Een groote tijdruimte zal er deson- danks noodig zijn, om datgene veranderd te. krijgen, wat wij in verband met de markt vraag noodig hebben. Import kan eigenlijk altijd worden afgera- den. Het is buitengewoon gevaarlijk en im port voor kruisen is dan beter, omdat wij dan kunnen volstaan met het invoeren van man nelijk materiaal en ook, omdat wij dan heb ben een groote hoeveelheid fokmateriaal om mee te beginnen. Een groot bezwaar van; im port, is ook, dat wij niet weten of het vreem de ras in de nieuwe omstandigheden de voor- welvarende boerderij te zijn) opgewacht door een grooten knappen man van in de vijftig jaar die Alan iets toeriep in het Keltisch. „James Stewart", zei Alan, „ik verzoek je Schotsch te pra;en, want hier is een jong- mensch, dat geen Keltisch verstaat. Hier 'is hij", voegde hij er aan toe, zijn arm door den mijnen stekend, „een jongmensch uit de Laag- landen, en een edelman in zijn land ook, maar ik geloof, dat het beter voor zijn ge- zondheid is, als we zijn naam maar laten rusten." James van de dalen wendde zich een oogen- blik tot mij, en groette me zeer beleefd; toen sprak hij weer tot Alan. „Dit is een verschrik kelijke vergissing geweest", riep hij, „en het land zal het ondervinden." En hij wrong zijn handen. „Kom",zei Alan, „je moet het zure met het zoete nemen, maar Colin Roy is dood, wees daar dankbaar voor." „Ja", zei James, „en op mijn woord, ik won, dat hij weer in leven was. Het is heel mooi er over te pra en en te snceven, voor het zoover is- maar nu is het gebeurd, Aian, en wie krijgt de schuld er van? Het is gebeurd in >ppin denk daarom, Alaa. en Appra moet er voor boetcii en ik ben een man met een gez.'n (Wordt vervolgd). I Is HET ADRES voor

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1925 | | pagina 5