VASELINE
stand de fcrachtfiguur Bilderdiik en de gfoed
van Da Casta. Daarna een tijdperk van ge-
noegzaamheid en van nationale zelfover-
schatting, de tijd van Willem I.
Geleidelijk herstelt het land zicli. van de
slagen, door de Fransche revoultie toege-
bracht. Wat een verarmd, stumperig volk
zonder kracht en energie wij waren waarin
de middelmatigheid de loftrompet stak van de
onbeduidendheid, blijkt wel uit het „\Vien
Neerlands bloed" van Tollens, en dit te meer
als men dit stelt tegenvoer't zoo gcvoelvolle
Wilhelmus, uit de dagen van bangen nood,
inaar kracht Tollens' gerijmel op de tand
van zijn eerst geboren zoontje doet denken
aan dat van Jacob Cat en dezen beiden ver-
eerden't Nederlandsche volk een standbeeld.
Op deze periode volgt een nieuwe phase,
door Beets den zwarten tijd genoemd, zich
kenmerkende door het geschrijf van zwartgal-
lige, sombere verzen, maar in wezer alles
aanstellerij. Daarnaast cntstaat de histor.i-
sche roman van Van Lennep, de genoegelijke
causeur, maar de romantiek van een Bos-
boom—'Toussaint, al is deze dan keurig ge-
kapt, staat hooger. Hierop volgt weer een
phase: de gidsperiode van Potgieter en Huet
en dan eindelijk verschijnt aan den bewolkten
hemel, na Bilderdijk, opnieuw een ster van
eerste grootte, waarin de romantiek bloeit,
ook daar, waar het gedoceerd wordt ais rati
onalisme: Multatuli. Is er wel eto litterator
in ons land geweest, om wien het zoo heeft
bewogen als om hem? Groepen hebben hem
vereerd als een heilige en anderen hebben
hem verafschuwd als de anti-Christ, losgela-
ten uit de Hel. Zijn boeken zijngeworden tot
evangelien of tot pamfletten, die op alle in-
dexen prijkten. Over zijn ideeen is getwist en
getoornd en over zijn leven is gcstreden als
over geen ander kunstenaar. Hij is gelezen,
want hij wilde gelezen worden. Hij, die het
publiek verachtte, omdat het niet lezen kon,
is gelezen, omdat hij niet gelezen mocht wor
den. Hij is gelezen bij de kaarsvlam en voor-
al door de jonge vrouwen. Voor haar verwon-
derd ook schitterende uit zijn werk't vuurwerk
van sprankelende gedachten. Hem te lezen
was een genot van ziel en geest. De ouderen
lazen hem niet, of half. Zijn naam alleen was
voor hen voldoende om toornige blikken te
voorschijn te roepen. Zijn daden, zijn leven,
slecht gekend en half begrepen, waren een
welkom mikpunt om zich tegen hem te keeren
Maar des te eerder lazen hem daarom de
jongeren.
Wilt gij, dat de jeugd een boek leest? Zeg
dan: Leest het niet, het is onzedelijk.
De Ideeen vormden als een bonte verza-
meling van paradoxen een schokkend boek,
tintelend van zijn schuunenden geest Zij zijn
een vreemdsoortig mengsel van goedkoope
wijsheid en diepverborgen waarheid. Om
hem hangt het licht van den heilige Hij was
de eenzame, die de wereld trotseerde en de
jongeren vercerden hem, omdat hij werd ver-
guisd.
De tijd van aanbidding en versmading
ligt achter ons Wij zien hem als een strij-
dend mensch, als een philosoof van minderen
rang, maar voo'ral als een warm levend, hef-
tig bewogen kunstenaar Leest hem met aan-
dacht en ovcrgave. maar leest hem critisch,
want hij is een zakkenroller, die U ontsteelt
Uw goedgefundeerde levensbescheuwing. Gij
hebt zijn denksysteem overgencmen, voor gij
het weet. Hij is v66r alles propagandist van
vaak sterk beperkte meeningen en hij breekt
het scherp betoog van Uw geest met' zijn
vaardig vernuft en tochjuist dat maakt hem
van beteekenis voor ons.
Hij dwingt ons tot rekenschap geven t<*
strijd. tot onderzoek, tot critische ontleding
van eigen meening Hij prikkelt en blijft
daardoor de opvoeder bij uitnemendheid,
maar gevaarlijk voor subicctieve naturen;
voor ongeschoolden en half ontwikke'den.
Als een voorbeeld van Multatuli's wijzc
van propageeren las spr. de gcschiedenis van
het gezag over ..Hassan en de Dadels", door
Multatuli geschreven om aan te geven, dat
men de menschen alles kan wijsmaken, als
men dit maar aanhoudcnd doet.
Over Multatuli's leven, aldus spr., bestaat
een omvangrijke literatuur en daarom is er
misschicn zooveel misvatfing.
Nu zijn brieven zijn uitgegeven en de offi-
cieele bescheiden over zijn leven zijn gepubli-
ceerd, is het mogelijk een juister beeld te vor-
men van dezen zoeker en fanaticus en zal
men met objectiviteit bij nadere interpretatie
erkennen, dat zijn zielensiructuur hem moest
-brengen tot zijn daden en gedachten.
Het is onmogelijk alles in een avond te
overzien. Spr. had zich dan ook maar beperkt
tot de eerste jaren tusschen 1840 en 1860.
Multatuli werd 2 Maart 1820 in oud-Am-
sterdam geboren. Zijn vader, een scheepskapi-
tein, was een hartstochtelijk man, gewend om
te bevelen, zijn moeder een overgevoelige
vrouw.
Spr. las uit Multatuli's brieven de door
deze gegeven beschrijving van beiden en con-
cludeerae, dat beiden eigenschappen bezaten,
die bij Multatuli terug gevonden konden
worden.
Multatuli had een zuster, die trouwde met
Swart Abrahamsz, uit wier huwelijk twee
kinderen werden geboren, die later nog van
belang waren in Multatuli's leven.
Verder had Dekker drie broers. Voor de
oudste, die predikant was in Helder, gevoelde
Multatuli weinig.
Zijn broer Willem stierf jong op de Noord-
zee, terwijl zijn broer Jan veel voor Multatuli
gedaan heeft en dan ook om zijn zielegroot-
heid iemand was, waarvoor Multatuli veel
gevoelde.
Uit het schoolleven van Multatuli wcten
wij niets. In Woutertje Pieterse teekende hij
zich zelve als de onpraktische idealist, die
voorbijzag den plicht van het dagelijksche le
ven.
Zijn conflicten met de wereld leeren wij
reeds kennen in de conflicten van Wouter met
de Hallemannctjes en met meester Pennewip
Wij weten, dat hij het Gymnasium bezocht
om dominee te worden, doch op 15-jarigen
leeftijd verliet hij het gymnasium om op ha
kantoor te gaan.
Op 18-jarigen leeftijd trok hij op het zeil
schip van zijn vada, waarop zijn broer Jan
stuurman was, naar Indie.
Spr. deed mededeeling van een paar voor:
vallen op de reis naar Indie, die Multatuli
als de dolleman kenmerkten, zooals hij later
door Potgieter werd genoemd.
Omdat hij het niet kon verdragen, dat zijn
hroer hem geplaagd had, door te zeggen dat
hp niet kon doen wat de jongsfe matrons wel
kon, klom hij, tot groote schrik van zijn
broer, en dit ondanks hij last van duizeligheid
had, in den top van den mast, terwijl hij bij
aankomst te Batavia, toen beiden een zeil-
tochtje maakten, zich tweemaal in zee wierp,
omdat hij het niet kon verdragen dat zijn
broer er aan twijfelde, dat hij dit zou doen
omdat het water vol haaien zaf.
Zijn broer was, toen hij Multatuli voor de
tweede maa] in de boot had opgenomen, zoo
verstandig on maar niets meer te zeggen.
Te Batavia kwam Multatuli in staatsdienst
als le klerk om een jaar later bevorderd te
worden tot 2e kommics.
Spoedig werd hij verliefd op Carolina Ver-
steegh, die een sterken indruk op zijn gemoed
maakte.
Om haar ging hij over tot de R. K. Kerk
en een zekere syrnpathie voor het Katholicis-
me is hem altijd bij gebleven, hoewel hij later
van het Katholicisme afstand heeft gedaan
Zondeloos was zijn leven in Batavia niet.
We weten dit van hem zelf, uit een gesprek,
dat hij met zijn broer Jan in de Harmonie
voerde.
Teleurgesteld in zijn liefde voor Carolina
komt hij er toe overplaatsing te vragen naar
de buitenbezittingen en op 22-jarigen leeftijd
wordt hij controleur op Natal. Deze post was
toendertijd geen sinecure. Het was een functie
vol financieele verantwoordelijkheid en afwis-
seling, die hem in aanraking bracht met veel
menschen.
Voor alles ook hier het conflict tusschen
den idealist en de werkelijkheid. Hij was en
wilde zijn de verlichte despoot. Hij verachtte
de bureaucratic en was dan ook ongelooflijk
slordig in zijn administratie. Toen hij verrast
wad door een onverwachte kasinspectie, werd
er bij hem een tekort van 2000 ontdekt. Een
later onderzoek heeft overtuigend aangetoond,
dat er geen sprake was geweest van fraude.
Ook in zijn tijd zijn de autoriteiten van mee
ning geweest, dat slordigheid de oorzaak was
van het tekort. Spr. toonde dit nader aan
Dekker's onnrddellijke superieur, gouver-
neur Michiels, was evenwel overtuigd van de
schuld van den droomer, die in de verte staar-
de. maar struikelde over den steen voor zijn
voet.
Spr. stond hierna uitvoerig stil bij de door
Dekker na zijn schorsing te Padang doorge-
maakte ellende en stipte daarbij „Dc bruid
daar boven", aan, gcdurcnde die ballingschap
geschreven. waarin het dilemna Napoleon of
Rousseau, de vraag of hij moest heerschen of
creduldig zaaien gesteld wordt.
En tot het eind van zijn leven is dit voor
hem het probieem gebleven, hoewel hij inner-
lijk overtuigd was, dat hij was aangewezen
voor de Napoleon van Indie.
Uit zijn eerzucht en zijn zelfbewustzijn is
veel van zijn leven te verklarcn. Van de Ha-
velaar tot zijn laatste idee€n speelde hij de
rol van het miskende genie.
Hoe groot de ontbering van Multatuli te
Padang is geweest blijkt uit zijn brief aan den
gouverneur-generaal Rochussen in 1846
waarin o.m. wordt medegedeeld, dat hij zich
19 Aug., 1844 had neergelegd om te sterven,
omdat hij in drie etmalen niets had gegeten.
Een Chinees, wien hij eens een dienst had
bewezen, vond hem en bracht hem eten.
In Sept. 1845 werd hij ter tijdelijke be-
schikking gesteld van den Ass. Resident van
Kiawang.
Daarvoor was zijn verloving tot stand gc-
komen met Everdine, baronesse van Wijn-
bergen, zijn Tine, met wien hij in 1847 huw-
de.
Spr. gaf hierop een beschrijving van de ver
houding tusschen hen beiden te vinden in dc
ideeSn. Uit zijn werken en de gepubliceerde
brieven kunnen wij begrijpen hoe hij haar ver-
eerde en er toch toe kwam haar zoo te ver-
waaiioozen.
Zij als edele figuur met een blank gemoed.
leunde tegen hem als de zwakke tegen de
sterke, die niet te buigen is. Hij was voor
haar de held.
Zij moest komen tot het leven, dat zij heeft
geleefd, een leven van honger in alle opzich-
ten.
Spr. ging hierop nader in en stond ook
uitvoerig stil bij de geiukkige jaren te Mena-
do doorgemaakt, daarbij aanhalende wat Bus-
ken Huet hierover schreef, alsmede wat de
resident ever Dekker schreef, die hem ter ver
van gin g voordroeg.
Hierop gaf spr. een uitvoerige verhande-
ling over het verlof van Multatuli naar Hol
land, met 2700 verlofstraktement en 5000
in kas, welk geld hij op zijn reis door Belgie,
te Spa aan de speelbank kwijt raakte.
Uifvoerig schetste spr. den veel bewogen
verloftijd en de lankmoedigheid die de meesten
tegenover hem met het verleenen van uitste!
en het verstrekken van voorschotten betoon-
den.
Op 35-jarigen leeftijd keerde hij naar In
die terug, ontevreden met het bestaande en
met de gedachte, dat er iets geweldigs moest
gebeuren voor het te laat was.
In Januari 1856 wordt hij bencemd tot
assistent-resident van Lebak, welk ambt hij
22 Januari aanvaarddo.
't Lot van de Inlandsche bevolking was al-
lertreurigst. Indie leed onder het cultuur-
stelsel, er werd daar uitgebuit op groote
schaal.
Multatuli rekent ons in de Minnebrieven
voor, dat er per jaar 500.000 buffels van de
bevolking werden gestolen.
leder wist dit, maar niemand durfde het
zeggen. De regeering bleef het oog op het
batig saldo gevestigd houden.
Het blijft zijn moed, dat hij dit als een
schande brandmerkte. Toen hij niet kon be-
reiken, dat er recht geschiedde, verzocht hij
reeds op 28 Februari wegens een principieel
verschil met zijn superieuren aan den gouver
neur-generaal Duymaer van Twist, eervol
ontslag, omdat hij zich niet aan een voorge-
stelde proef met de voorloopige waarneming
van de betrekking van Asistent-Resident van
Ngawie wilde onderwerpen.
De minderwaardige houding van den Gou-
verneur-Generaal Duymaer van Twist inza
ke Dekka's klacht tegen den resident Brest
van Kempen werd door spr. mede belicht.
De idealist moest het ook hier van het for-
malistisch gezag verliezen.
Wanneer Multatuli niet zoo spontaan ont
slag had gevraagd, maar gezorgd had, dat
hij ruchtbaarheid had gegeven aan de kneve-
larijen, dan zou de regeering het zeker niet
gewaagd hebben, den strijder voor recht te
ontslaan.
Het Nederlandsche volk heeft te weinig
respect voor gekrenkte trotsch, maar is ten al
ien tijde in het geweer gekomen voor slacht-
offers van de regeering.
Het blijft ceil open vraag of het offer van
Lebak noodzakelijk is geweest, maar, aldus
spr., het blijft tevens een open vraag of de fi
guur van Multatuli ons dan zoo sympathiek
zou zijn geworden.
Begin 1857 keerde Dekker naar Holland
terug en vangt zijn rusteloos zwerven aan
Zonder uitzicnt op een passende positie, leidt
hij een avontuurlijk bestaan, in Frankrijk.
Duitschland en Belgie. Ecrst in het voorjaar
van 1859 komt zijn vrouw met dc beide kin
deren uit Indie.
Een tijdlang leeft het gezin in Belgie, doch
gaat in Augustus te Antwerpen uit elkaar
om met zeldzame uitzonderingen van nu af
aan gescheiden te blijven.
Uitvoerig teekende spr. dit avontuurlijkc
leven. In Duitschland kocht hij een meisje los
uit een huis van vermaak, omdat hij te veel
de liefde baattc die voor geld wordt gekocht.
Tine, die later dat meisje leerde kennen,
prees haar om haar eenvoudigheid.
Zeven maanden was hij te Brussel in het
cafd'fje „Prince Beige" de onbetaalde gast.
Door zijn broer wordt hij later in dc gelegen-
heid gesteld zijn schuld te betalen.
Eindelijk schrijft hij 13 October juichend
aan Tine, die na veel ontbeering met de kin
deren op het buiten van Dekkers broer Jan in
Brummen een onderdak heeft gevonden
„Mijn boek is af, mijn boek is af." Tevens
ontvouwt hij het dubbele doel van zijn boek,
„verbetering van den boel in Indi6 en herstel
van zijn positie."
Dit boek was na zijn uittreden uit de kolo-
niale dienst zijn eerste groote daad, zoowel in
politiek als litterair opzicht.
Het was een ontzaggelijke innerlijke bevrij-
ding.
Een boek onder zulke omstandigheden ge-
schapen, moest kunst worden van de aller-
beste soort. Hij moest en kon schrijvcn en
zijn woord werd tot een verteerende vlam.
Nimmer werd een boek geschreven, zoo vol
emotie, haat, liefde, toorn en teederheid.
In onze ziel zijn de figuren van Droog-
stoppel, Slijmering, Tine, Max en van Have-
laar zelf gegrift en alleen door dit boek reeds
heeft hij recht op onze eerbiedige bewonde-
ring.
Zijn broer Jan vond het boek mooi. Van
Lennep vond het bliksems mooi.
Multatuli stelde als eisch voor de niet-pu-
bliceering van zijn boek een hoogst cervolle
benoeming, goedkeuring van zijn handelin-
gen en afkeuring van die van het toenmalig
bestuur en de Nederlandsche Leeuw.
Van Lennep correspondeert hierover met
den toenmaligen Gouverneur-Generaal Ro
chussen, met het gcvolg, dat Multatuli een
eervolle, onafhankelijke en lucratieve betrek
king in de West wordt aangeboden, die door
Multatuli wordt afgewezen.
Tenslotte verschijnt in Mei 1860 het boek.
Van Lennep neemt op zich voor de uitgave
te zorgen. Dit leek vreemd van dezen conser-
vatieven man, maar is tenslotte niet vreemd
als wij zien dat hij alleen beoogde „een slag
die toch moest vallen" te desavoueeren.
Van het boek gingen er slechts 15 exetn-
plaren naar Indie, waar 100.voor een
exemplaar betaald werd.
Van Lennep hield de verspreiding tegen en
het eind was, dat Multatuli met van Lennep
om zijn Max Havelaar vrij te krijgen (van
Lennep had zich op listige wijze net recht
van uitgave verzekerd) een proces aanging
en verloor.
De eerste indruk van het boek was „wat
schrijft die man mooi" en de tweede „hoe min
heeft men Havelaar behandeld".
Dit pleit meer tegen den lezer, maar het
Hollandsche publiek is nu eenmaal van de
mentaliteit, dat zij over onrecht lezende zegt
„het kan raar gaan in de wereld, vrouw
geef mij nog een kopje thee".
Op de verschijning van het boek volgt
een periode van geluk, maar spoedig bleef
bittere teleurstelling niet uit.
Bij zijn candidaatstelling voor de Tweede
Kamer kreeg Multatuli slechts 10 stemmen.
Het volk kende zijn boek niet en in de krin-
gen waar men het kende, werd hij genegeerd
om het revolutionnaire.
Waar hij verscheen werd hij bewierookt,
maar men deed hem geen recht.
Langzamerhand drong bij hem het besef
door, dat zijn poging om recht was mislukt
en daarmede sterft in hem het vertrouwen in
de massa en in de overwinning van de recht-
vaardigheid.
Dan is hij geworden de verbitterde vernie-
ler van alle heilige huisjes van burgerlijke
braafheid.
Hij zwerft van stad tot stad, houdt tot het
publiek schitterende improvisaties, lijdt ge-
brek en laat vrouw en kinderen hongeren.
Onbegrijpelijk is zijn verhouding tot Tine.
Andere vrouwen nemen hem in beslag.
Hij schrijft daarom aan Tine en eischt
geloof in zijn platonische verhoudingen.
Ale eenmaal Mimmi Hamminck Schepel
zich aan den romantischen zwerver is gaan
wijden, dan heeft hij eindelijk gevonden een
steunpunt.
Spr. had van dit rijke leven slechts een
paar punten kunnen belichten. Van hem ver-
schenen nog meer merkwaardige boeken
„Zijn Ideeen", „Millioenenstudie", „Specia-
liteiten", „Vorstensehool", „Het Gebed van
den Onwetende", „de Kruissprook", enz. Er
zijn nog allerlei belangwekkende problemen,
zijn verhouding tot Sietske, de onhoudbaar-
heid van zijn filosofische beginselen, zijn
strijd tegen het Godsgeloof, zijn hautaine
minachting voor de Democratic, zijn verhou
ding tot Bilderdijk.
Er is zijn beteekenis als realistisch schrij-
ver, als hervormer van maatschappelijke en
politieke inzichten.
Voorts is er de aard van zijn vereerders en
bestrijders en alles wat er door dezen over
hem geschreven is.
Maar juist is het feit dat er om een figuur
zooveel mogelijk is, is voor mij het bewijs van
zijn grootheid. Multatuli behoort tot de klas-
se van de allervoornaamsten.
Weinigen leefden zoo vurig en hartstochte
lijk als hij.
Literatuurstudie, zoo eindigde spr., is een
kwestie van geduldig onbevooroordeeld na-
deren van sterk bewogen persoonlijkheden.
Ook ditmaal volgde het publiek met groote
belangstelling de in zijn onderwerp opgaan-
de spreker.
Voor deze keer had de heer Daalder in een
kort bestek wel wat te veel willen geven. Hij
moest hierdoor zijn onderwerp te vlug behan-
delen en zeker zou het gegevene in een twee-
tal avonden meer tot zijn recht zijn gekomen.
Wij althans hooren hem nog eens gaarne een
volgende maal over Multatuli.
In zijn laatste lezing on 13 Maart behan-
delt de heer Daalder Frederik van Eeden.
UIT BROEK OP LANGENDIJK.
In de Geref. Kerk alliier trad Vrijdagavond
voor de „Statcnkieskringeentralc Den Helder
op de heer Ch. v. d. Heuvel, Lid van de
Tweede Kame.
De voorzitter, de heer S. Wagenaar, opende
dc vcrgadering, zijn blijdschap uitsprekende
dat zoovelen (niettcgenstaande de meesten nu
deze week reeds 4 maal in dit kerkgebouw
voor verschillende doeleindcn bijeen kwa-
men) aan den oproep gehoor hadden gege
ven.
Na gezang, voorlezing van enkele verzen
uit Psalm 33 en gebed, gaf hij het woord aan
den heer v. d. Heuvel, die in een uitvoerige
vcrdediging een overzicht gaf van de christe-
lijke politiek en de christelijke beginselen.
Na het zingen van Psalm 89 vers 8 werden
nog enkele vragen door spr bcantwoord,
waarna sluiting volgde.
UIT SIJBECARSPEL.
Het eerste deel van het ingezonden stuk
van onzen correspondent van Zaterdag inza
ke Flyosan-bespuiting is foutief opgenomen.
Men gelieve te lezen:
Met de opmerking van den heer Wijs ga ik
volkomen accoord.
Natuurlijk moet inzake de bespuiting met
Flyosan evenals met Rids gram in plaats
van cent gelezen worden.
Echter had ik ook gaarne gezien, dat de
heer Wijs een ander abuis verbetcrd had en
wel dat in de lste stal, waar met Flyosan ge-
spoten is, een verkeerde berekening is gemaakt
immers bij de vulling zijn 3 maatjes of 150
gram, ingedaan en na afloop kwam 47 gram
terug, waardoor niet 73 gram, zooals door al
ien aangeteekend werd. doch 103 gram ge-
bruikt is. Daardoor, enz.
UIT ST. PANCRAS.
Zaterdagavond had in het cafe van den
heer Gerritsen een partij biljart de cadre
plaatst tusschen Prof. J. van Delft en den
heer Jb. Ruijs. De prof, moest 500 tegen den
heer Ruijs 200 makec.
De uitslag is geweest, dat de heer Ruijs
weer ongeslagen iut den katnp is gekomen.
In 19 beurten had hij de geste'.de 200 caram-
boles tegen den prof. 349. Prof.'s hoogste se-
rie was 95 met een gemiddelde van 1837, die
van den heer Ruijs 33, met een gemiddelde
van 10.53.
Zondag waren Vrone's drie elftallen
weer in actie. Het lste won zijn laatsten com-
netitiewedstrijd tegen Hollandia 4 met 4—6,
't 2de verloor zijn laatsten competitiewed-
strijd tegen Holland 2 met 4—1, terwijl de
aspiranten met 30 van de Hollandia dito's
verloren. Oudorp 1 speelde gelijk 11 tegen
Zeevogels 2 van Egmond.
UIT DE RIJP.
JjI Doodferdlag 19 Febr. trad alhia in het
huwelijlk Jan Noe, wonende te Hoboken (Ame-
rika) met Aagje Knegt, wonende allhier. Een
broeder van't bruidje trad als gemachtigde
van Noe op en moest tijdens het besluiten
van dit huwelijk als a s. echtgenoot fungee-
ren van zijn zuster. Voor een en amder was
de Koninklijke bewilliging verkregen.
Vrijdag 20 Febr. was het 55 jaar ge-
leden dat Petrus Dekker, oiid-Pauselijk. Zou-
aaf, drager van het kruis van Met ana en me-
daille Bennemerenfie, en zijn echtgenoote
Margaretha Sneek, wonende Kerkstraat al-
hier, te zamen in het huwelijk traden. Van
verschillende huizen in voornoemde straat
wapperde de vlag, terwijl eveneens een eere-
poort voor hun woning was opgesteld. De
plaatselijke muziekvereeniging Kunst na Ar-
beid" bracht de oudjes des avonds 'n serenade.
Donderdag 19 Febr. gaf het Nutsdc-
partenient „De Rijp" haar tweede win+crfbij-
eenkomst in het hotel „Het Rij-per Wapen"
van mej.Wed P. Del-Smit Voor deze afdec-
ling trad op de declamatrice mej.: Nelly
Menage Qialla van Nieuwe-Niedorp. De op-
komst van het publiek was nog vrij goed te
noemen. De declamatrice wist dfc aanwezigen
den geheelen avond te boeien door haar keu-
rige voordrachten. De voorzitter, de heer P.
A. Romijn danilcte deze zeer begaafde spreek-
ster voor hetgeen zij ten beste had gegeven
op dezen avond en riep haar een tot weer-
ziens toe.
UIT NOORD SCHARWOUDE.
„Het Kleine Tooneel" van hier nam de vo-
rige maand deel aan een nationalen toonee!-
wedstrijd te Leerdam van de tooneelvereeni-
ging „Union" aldaar, en behaalde daar niet
minder dan 5 prijzen met een extra eervolle
vermelding.
Deelgenomen werd door een 7-tal tooneel-
vereenigingen.
De uitslag is als volgt: le prijs „Het Klei
ne Tooneel" te Noordscharwoude met „de Vio-
liers"; 2e prijs „Nieuw Leven te's Graven-
hage, 3e prijs „Nieuw Leven" te Haarlem.
De personeele prijzen zijn alle gewonnen
door leden van „Het Kleine Tooneel" te we
ten: de lste en eentae prijs voor de best ver-
vulde damesrol „Mevr. Deutekom—Berk-
hout, in de rol van Rosalie; de lste en eenige
prijs voor de best vervulde heerenrol, de heer
S. Kuiper in de rol van Mark Violier.
Een eervolle vermelding werd toegekend
aan den heer Jac. Prijs in de rol van Rechter-
commissaris Van der Schuijl.
De prijs voor h«t beste samcnspsl en de
regieprijs zijn eveneens door „Het KliHne
Tooneel" gewonnen, zoodat dus de vijf be-
langrijkste prijzen van de 7 beschiki are.
door hen werden medegenomen. Uitkom t ntie
tegen deze eersterangs vereenigingen, v n aar-
van enkelen reeds vele malen bekroond eijn.
heeft „Het Kleine Tooneel" een ongej ;end
succes te boeken.
UIT ZUIDSCHARWOUDE.
Zaterdagavond werd in het lokaal van det
heer Kramer door de geheelonthouden .ver
eenigingen een lichtbeeldenavond gehou den,
waarbij een 100-ta! kinderen tegenwo<] rdig
waren. Door den heer Hofland van Bi ever-
wijk werd een en ander op een prettige m; mier
uitgelcgd.
Ingezonden stukken.
(Buiten verantwoordelijkheid van de Re-
dactieDe opname in deze rubriek Iewijsl
geenszins dat de edaetie er mede inste, i it.)
Alkmaar, 20 Februari "i 925.
VAN DEN GOEDEN OUDEN T t. |D.^
Hoe zalig, als de iongenskiel,
nog om de schouders glijdt,
dan is het hemel in de ziel,
en alles even blijd'.
Niets, niets ter wereld doet hem ;i an
of baart hem ongemak,
dan stuiters, die te water gaan,
of ballen over't dak.
Ja, in de dagen van den dichter, vfl or de
uitbreiding van het Alkmaarsche P olitie-
torps, toen kon men dat zingen, toen was
geen agent, die zichzelf respecteerde, ill staat
om een jongen zijn bal af te graaien, toen
wa6 je ze alleen kwijt, als ze over't da k gin
gen. ja, toen
Maar nou is't een ander praatje, aJ's nou
twee jongens spelen, moet een derde a p den
uitkijk, om te zien of zoo'n fietsend gev aar in
aantocht is, want anders, onherroepel jk zijn
ze hun speelgoed kwijt.
Vanmiddag constateerde ik weer, dadt zoo'n
inbeslagneming plaats had. Mijn a.ootrtje
kwam huilende thuis loopen. 't Was dc derde
bal in korten tijd.
'n Oroote, zware agent, barsch gezi* :ht, op
een buitenstadsche fiets gezeten, was gelijk
een havik op zijn prooi neergestrekeil Kip.
ik heb je. De bal ging mee, de jongefli loopt
nog op vrije voeten, wat me nog men alt
Ik geloof secuur, dat die agenten van te-
genwoordig hun vak niet onder den kiiie heb
ben.
De agenten uit mijn jongenstiid teijuninste
wisten precies, wat ze al dan niet moesten
zien.
't Gevolg was, dat ze net zoo min Hist van
ons, als wij van hen hadden.
Och, zelfs vlak voor den oorlog Bfc 191?,
had je nog van die vaklui.
Bij een werk hier ter plaatse, waa-f ik po-
litietoezicht liever kwijt dan rijk was, kostte
mij dat slechts een afgewerkte 1eer«a drijf-
riem, en in de zes maan<kn, dat htit werk
duurde, zag ik in velden en wegen geen agent
Je kon ze alleen hooren, vanwege dfe zware
stukken riemleer, die ze onder de zote had
den gespijkerd.
't Was nu trouwens niet meer te doen, er
zijn er nu veel te veel, je zoudt aim aan
driifriemen worden.
En wat er nu aan moet gebeuren, om le
zorgen, dat de jongens hun balspel onge-
stoord kunnen genieten, ik weet het waarach-
tig niet, of't zou moeten zijn, dat een agent
wat korter op school ging en wat gauwer
de praktijk kwam.
Zooal't nou is, lijkt het trwwtetaos. m km
je met den liedjescRchter zingen:
En die goeie tijd,
komt nooit weerom.
*t Beroerdste is, dat de slechte gwofgen'
ook niet uitblijven. Een jongen wil toch waL
Zooeven waren een groepje ballenslachtof-
fers aan't brandje stichten. Toen de inspec-
teur kwam, waren ze al vertrokken.
Met dank voor de plaatsing.
'J. BROERSMm -
Mijnheer dc nedacteur.
Wat al gesdhrijf over de Langesti'aa^
Stoepen weg niet weg 't omde blijven;
vernieuwen.
Het hedendaagsche verkeer eischt heefl wat
anders dan de oude stadstoestanden.
Toch de verbreeding en veiTuinrinjE; wet
het ailerlaatste noodig m de langestraat
Die is toch breed genoeg voor het verkeer.
Dat het Stadsbestuur vcrnieuwing wil, kan
zijn goede gronden hebben, door buiteo-
sitaanden allidit niet te beoordee'en. Hoofd-
zaak van het strijden voor vernieuwing at
evenwel in het belang dat de wiukelier er bij
heeft. Of het wegnemen van stoepen het win-
kelen gcmakkelij-ker of rustiger maakt is bii-
zaak, maar niemand weet beter dan iuist «fc
winkelier dat dc groote menigte gesteld is op
modern. Wordt een groote spiegelruit aapge»
bracht en een deur met versierselen en in
schelel kleuren geverfd, dan trekt dat het
publiek. Ga ik een deur binnen en vcrbaas fk
me over zoo'n creatie, tref 1c dan menschen
van binnen aan die den winkelier een com-
plimentje maken en zeggen dat hun- door aar
deren was aangeraden om die versieringen
eens te gaan zien, dan beseft men alles zm
echt.
De groote menigte wil modern, fijn, rijk
en prachtig. De Langestraat bestaat voor 7/,
uit winkels en dus begrij.pt men het overige
wel.
Met dank voor de plaatsing.
Een niet-belaghetybencte.
JSCHMESBRO" CHESEBROUGH
is de eenige Vaseline ter wereld
welke sedert 1869 zonder gebruik
van zuren wordt vervaardigd.
Weiger namaak en neem slechts
origineele Tuben aan, verpakt door
CHESEBROUGH M»=C COC°ns
N6WY08K U.S. A
PenslongBst: K^k nn eens. dat ie niet uH
(louden geen teep, geen echoone handdoekew.
Hoepita - Maar V beefl tocb een tong
Pensioagaet: -m Dat kan weL maar Ik ben
tat.
SI AwdrtH imi