VASELINE stand de fcrachtfiguur Bilderdiik en de gfoed van Da Casta. Daarna een tijdperk van ge- noegzaamheid en van nationale zelfover- schatting, de tijd van Willem I. Geleidelijk herstelt het land zicli. van de slagen, door de Fransche revoultie toege- bracht. Wat een verarmd, stumperig volk zonder kracht en energie wij waren waarin de middelmatigheid de loftrompet stak van de onbeduidendheid, blijkt wel uit het „\Vien Neerlands bloed" van Tollens, en dit te meer als men dit stelt tegenvoer't zoo gcvoelvolle Wilhelmus, uit de dagen van bangen nood, inaar kracht Tollens' gerijmel op de tand van zijn eerst geboren zoontje doet denken aan dat van Jacob Cat en dezen beiden ver- eerden't Nederlandsche volk een standbeeld. Op deze periode volgt een nieuwe phase, door Beets den zwarten tijd genoemd, zich kenmerkende door het geschrijf van zwartgal- lige, sombere verzen, maar in wezer alles aanstellerij. Daarnaast cntstaat de histor.i- sche roman van Van Lennep, de genoegelijke causeur, maar de romantiek van een Bos- boom—'Toussaint, al is deze dan keurig ge- kapt, staat hooger. Hierop volgt weer een phase: de gidsperiode van Potgieter en Huet en dan eindelijk verschijnt aan den bewolkten hemel, na Bilderdijk, opnieuw een ster van eerste grootte, waarin de romantiek bloeit, ook daar, waar het gedoceerd wordt ais rati onalisme: Multatuli. Is er wel eto litterator in ons land geweest, om wien het zoo heeft bewogen als om hem? Groepen hebben hem vereerd als een heilige en anderen hebben hem verafschuwd als de anti-Christ, losgela- ten uit de Hel. Zijn boeken zijngeworden tot evangelien of tot pamfletten, die op alle in- dexen prijkten. Over zijn ideeen is getwist en getoornd en over zijn leven is gcstreden als over geen ander kunstenaar. Hij is gelezen, want hij wilde gelezen worden. Hij, die het publiek verachtte, omdat het niet lezen kon, is gelezen, omdat hij niet gelezen mocht wor den. Hij is gelezen bij de kaarsvlam en voor- al door de jonge vrouwen. Voor haar verwon- derd ook schitterende uit zijn werk't vuurwerk van sprankelende gedachten. Hem te lezen was een genot van ziel en geest. De ouderen lazen hem niet, of half. Zijn naam alleen was voor hen voldoende om toornige blikken te voorschijn te roepen. Zijn daden, zijn leven, slecht gekend en half begrepen, waren een welkom mikpunt om zich tegen hem te keeren Maar des te eerder lazen hem daarom de jongeren. Wilt gij, dat de jeugd een boek leest? Zeg dan: Leest het niet, het is onzedelijk. De Ideeen vormden als een bonte verza- meling van paradoxen een schokkend boek, tintelend van zijn schuunenden geest Zij zijn een vreemdsoortig mengsel van goedkoope wijsheid en diepverborgen waarheid. Om hem hangt het licht van den heilige Hij was de eenzame, die de wereld trotseerde en de jongeren vercerden hem, omdat hij werd ver- guisd. De tijd van aanbidding en versmading ligt achter ons Wij zien hem als een strij- dend mensch, als een philosoof van minderen rang, maar voo'ral als een warm levend, hef- tig bewogen kunstenaar Leest hem met aan- dacht en ovcrgave. maar leest hem critisch, want hij is een zakkenroller, die U ontsteelt Uw goedgefundeerde levensbescheuwing. Gij hebt zijn denksysteem overgencmen, voor gij het weet. Hij is v66r alles propagandist van vaak sterk beperkte meeningen en hij breekt het scherp betoog van Uw geest met' zijn vaardig vernuft en tochjuist dat maakt hem van beteekenis voor ons. Hij dwingt ons tot rekenschap geven t<* strijd. tot onderzoek, tot critische ontleding van eigen meening Hij prikkelt en blijft daardoor de opvoeder bij uitnemendheid, maar gevaarlijk voor subicctieve naturen; voor ongeschoolden en half ontwikke'den. Als een voorbeeld van Multatuli's wijzc van propageeren las spr. de gcschiedenis van het gezag over ..Hassan en de Dadels", door Multatuli geschreven om aan te geven, dat men de menschen alles kan wijsmaken, als men dit maar aanhoudcnd doet. Over Multatuli's leven, aldus spr., bestaat een omvangrijke literatuur en daarom is er misschicn zooveel misvatfing. Nu zijn brieven zijn uitgegeven en de offi- cieele bescheiden over zijn leven zijn gepubli- ceerd, is het mogelijk een juister beeld te vor- men van dezen zoeker en fanaticus en zal men met objectiviteit bij nadere interpretatie erkennen, dat zijn zielensiructuur hem moest -brengen tot zijn daden en gedachten. Het is onmogelijk alles in een avond te overzien. Spr. had zich dan ook maar beperkt tot de eerste jaren tusschen 1840 en 1860. Multatuli werd 2 Maart 1820 in oud-Am- sterdam geboren. Zijn vader, een scheepskapi- tein, was een hartstochtelijk man, gewend om te bevelen, zijn moeder een overgevoelige vrouw. Spr. las uit Multatuli's brieven de door deze gegeven beschrijving van beiden en con- cludeerae, dat beiden eigenschappen bezaten, die bij Multatuli terug gevonden konden worden. Multatuli had een zuster, die trouwde met Swart Abrahamsz, uit wier huwelijk twee kinderen werden geboren, die later nog van belang waren in Multatuli's leven. Verder had Dekker drie broers. Voor de oudste, die predikant was in Helder, gevoelde Multatuli weinig. Zijn broer Willem stierf jong op de Noord- zee, terwijl zijn broer Jan veel voor Multatuli gedaan heeft en dan ook om zijn zielegroot- heid iemand was, waarvoor Multatuli veel gevoelde. Uit het schoolleven van Multatuli wcten wij niets. In Woutertje Pieterse teekende hij zich zelve als de onpraktische idealist, die voorbijzag den plicht van het dagelijksche le ven. Zijn conflicten met de wereld leeren wij reeds kennen in de conflicten van Wouter met de Hallemannctjes en met meester Pennewip Wij weten, dat hij het Gymnasium bezocht om dominee te worden, doch op 15-jarigen leeftijd verliet hij het gymnasium om op ha kantoor te gaan. Op 18-jarigen leeftijd trok hij op het zeil schip van zijn vada, waarop zijn broer Jan stuurman was, naar Indie. Spr. deed mededeeling van een paar voor: vallen op de reis naar Indie, die Multatuli als de dolleman kenmerkten, zooals hij later door Potgieter werd genoemd. Omdat hij het niet kon verdragen, dat zijn hroer hem geplaagd had, door te zeggen dat hp niet kon doen wat de jongsfe matrons wel kon, klom hij, tot groote schrik van zijn broer, en dit ondanks hij last van duizeligheid had, in den top van den mast, terwijl hij bij aankomst te Batavia, toen beiden een zeil- tochtje maakten, zich tweemaal in zee wierp, omdat hij het niet kon verdragen dat zijn broer er aan twijfelde, dat hij dit zou doen omdat het water vol haaien zaf. Zijn broer was, toen hij Multatuli voor de tweede maa] in de boot had opgenomen, zoo verstandig on maar niets meer te zeggen. Te Batavia kwam Multatuli in staatsdienst als le klerk om een jaar later bevorderd te worden tot 2e kommics. Spoedig werd hij verliefd op Carolina Ver- steegh, die een sterken indruk op zijn gemoed maakte. Om haar ging hij over tot de R. K. Kerk en een zekere syrnpathie voor het Katholicis- me is hem altijd bij gebleven, hoewel hij later van het Katholicisme afstand heeft gedaan Zondeloos was zijn leven in Batavia niet. We weten dit van hem zelf, uit een gesprek, dat hij met zijn broer Jan in de Harmonie voerde. Teleurgesteld in zijn liefde voor Carolina komt hij er toe overplaatsing te vragen naar de buitenbezittingen en op 22-jarigen leeftijd wordt hij controleur op Natal. Deze post was toendertijd geen sinecure. Het was een functie vol financieele verantwoordelijkheid en afwis- seling, die hem in aanraking bracht met veel menschen. Voor alles ook hier het conflict tusschen den idealist en de werkelijkheid. Hij was en wilde zijn de verlichte despoot. Hij verachtte de bureaucratic en was dan ook ongelooflijk slordig in zijn administratie. Toen hij verrast wad door een onverwachte kasinspectie, werd er bij hem een tekort van 2000 ontdekt. Een later onderzoek heeft overtuigend aangetoond, dat er geen sprake was geweest van fraude. Ook in zijn tijd zijn de autoriteiten van mee ning geweest, dat slordigheid de oorzaak was van het tekort. Spr. toonde dit nader aan Dekker's onnrddellijke superieur, gouver- neur Michiels, was evenwel overtuigd van de schuld van den droomer, die in de verte staar- de. maar struikelde over den steen voor zijn voet. Spr. stond hierna uitvoerig stil bij de door Dekker na zijn schorsing te Padang doorge- maakte ellende en stipte daarbij „Dc bruid daar boven", aan, gcdurcnde die ballingschap geschreven. waarin het dilemna Napoleon of Rousseau, de vraag of hij moest heerschen of creduldig zaaien gesteld wordt. En tot het eind van zijn leven is dit voor hem het probieem gebleven, hoewel hij inner- lijk overtuigd was, dat hij was aangewezen voor de Napoleon van Indie. Uit zijn eerzucht en zijn zelfbewustzijn is veel van zijn leven te verklarcn. Van de Ha- velaar tot zijn laatste idee€n speelde hij de rol van het miskende genie. Hoe groot de ontbering van Multatuli te Padang is geweest blijkt uit zijn brief aan den gouverneur-generaal Rochussen in 1846 waarin o.m. wordt medegedeeld, dat hij zich 19 Aug., 1844 had neergelegd om te sterven, omdat hij in drie etmalen niets had gegeten. Een Chinees, wien hij eens een dienst had bewezen, vond hem en bracht hem eten. In Sept. 1845 werd hij ter tijdelijke be- schikking gesteld van den Ass. Resident van Kiawang. Daarvoor was zijn verloving tot stand gc- komen met Everdine, baronesse van Wijn- bergen, zijn Tine, met wien hij in 1847 huw- de. Spr. gaf hierop een beschrijving van de ver houding tusschen hen beiden te vinden in dc ideeSn. Uit zijn werken en de gepubliceerde brieven kunnen wij begrijpen hoe hij haar ver- eerde en er toch toe kwam haar zoo te ver- waaiioozen. Zij als edele figuur met een blank gemoed. leunde tegen hem als de zwakke tegen de sterke, die niet te buigen is. Hij was voor haar de held. Zij moest komen tot het leven, dat zij heeft geleefd, een leven van honger in alle opzich- ten. Spr. ging hierop nader in en stond ook uitvoerig stil bij de geiukkige jaren te Mena- do doorgemaakt, daarbij aanhalende wat Bus- ken Huet hierover schreef, alsmede wat de resident ever Dekker schreef, die hem ter ver van gin g voordroeg. Hierop gaf spr. een uitvoerige verhande- ling over het verlof van Multatuli naar Hol land, met 2700 verlofstraktement en 5000 in kas, welk geld hij op zijn reis door Belgie, te Spa aan de speelbank kwijt raakte. Uifvoerig schetste spr. den veel bewogen verloftijd en de lankmoedigheid die de meesten tegenover hem met het verleenen van uitste! en het verstrekken van voorschotten betoon- den. Op 35-jarigen leeftijd keerde hij naar In die terug, ontevreden met het bestaande en met de gedachte, dat er iets geweldigs moest gebeuren voor het te laat was. In Januari 1856 wordt hij bencemd tot assistent-resident van Lebak, welk ambt hij 22 Januari aanvaarddo. 't Lot van de Inlandsche bevolking was al- lertreurigst. Indie leed onder het cultuur- stelsel, er werd daar uitgebuit op groote schaal. Multatuli rekent ons in de Minnebrieven voor, dat er per jaar 500.000 buffels van de bevolking werden gestolen. leder wist dit, maar niemand durfde het zeggen. De regeering bleef het oog op het batig saldo gevestigd houden. Het blijft zijn moed, dat hij dit als een schande brandmerkte. Toen hij niet kon be- reiken, dat er recht geschiedde, verzocht hij reeds op 28 Februari wegens een principieel verschil met zijn superieuren aan den gouver neur-generaal Duymaer van Twist, eervol ontslag, omdat hij zich niet aan een voorge- stelde proef met de voorloopige waarneming van de betrekking van Asistent-Resident van Ngawie wilde onderwerpen. De minderwaardige houding van den Gou- verneur-Generaal Duymaer van Twist inza ke Dekka's klacht tegen den resident Brest van Kempen werd door spr. mede belicht. De idealist moest het ook hier van het for- malistisch gezag verliezen. Wanneer Multatuli niet zoo spontaan ont slag had gevraagd, maar gezorgd had, dat hij ruchtbaarheid had gegeven aan de kneve- larijen, dan zou de regeering het zeker niet gewaagd hebben, den strijder voor recht te ontslaan. Het Nederlandsche volk heeft te weinig respect voor gekrenkte trotsch, maar is ten al ien tijde in het geweer gekomen voor slacht- offers van de regeering. Het blijft ceil open vraag of het offer van Lebak noodzakelijk is geweest, maar, aldus spr., het blijft tevens een open vraag of de fi guur van Multatuli ons dan zoo sympathiek zou zijn geworden. Begin 1857 keerde Dekker naar Holland terug en vangt zijn rusteloos zwerven aan Zonder uitzicnt op een passende positie, leidt hij een avontuurlijk bestaan, in Frankrijk. Duitschland en Belgie. Ecrst in het voorjaar van 1859 komt zijn vrouw met dc beide kin deren uit Indie. Een tijdlang leeft het gezin in Belgie, doch gaat in Augustus te Antwerpen uit elkaar om met zeldzame uitzonderingen van nu af aan gescheiden te blijven. Uitvoerig teekende spr. dit avontuurlijkc leven. In Duitschland kocht hij een meisje los uit een huis van vermaak, omdat hij te veel de liefde baattc die voor geld wordt gekocht. Tine, die later dat meisje leerde kennen, prees haar om haar eenvoudigheid. Zeven maanden was hij te Brussel in het cafd'fje „Prince Beige" de onbetaalde gast. Door zijn broer wordt hij later in dc gelegen- heid gesteld zijn schuld te betalen. Eindelijk schrijft hij 13 October juichend aan Tine, die na veel ontbeering met de kin deren op het buiten van Dekkers broer Jan in Brummen een onderdak heeft gevonden „Mijn boek is af, mijn boek is af." Tevens ontvouwt hij het dubbele doel van zijn boek, „verbetering van den boel in Indi6 en herstel van zijn positie." Dit boek was na zijn uittreden uit de kolo- niale dienst zijn eerste groote daad, zoowel in politiek als litterair opzicht. Het was een ontzaggelijke innerlijke bevrij- ding. Een boek onder zulke omstandigheden ge- schapen, moest kunst worden van de aller- beste soort. Hij moest en kon schrijvcn en zijn woord werd tot een verteerende vlam. Nimmer werd een boek geschreven, zoo vol emotie, haat, liefde, toorn en teederheid. In onze ziel zijn de figuren van Droog- stoppel, Slijmering, Tine, Max en van Have- laar zelf gegrift en alleen door dit boek reeds heeft hij recht op onze eerbiedige bewonde- ring. Zijn broer Jan vond het boek mooi. Van Lennep vond het bliksems mooi. Multatuli stelde als eisch voor de niet-pu- bliceering van zijn boek een hoogst cervolle benoeming, goedkeuring van zijn handelin- gen en afkeuring van die van het toenmalig bestuur en de Nederlandsche Leeuw. Van Lennep correspondeert hierover met den toenmaligen Gouverneur-Generaal Ro chussen, met het gcvolg, dat Multatuli een eervolle, onafhankelijke en lucratieve betrek king in de West wordt aangeboden, die door Multatuli wordt afgewezen. Tenslotte verschijnt in Mei 1860 het boek. Van Lennep neemt op zich voor de uitgave te zorgen. Dit leek vreemd van dezen conser- vatieven man, maar is tenslotte niet vreemd als wij zien dat hij alleen beoogde „een slag die toch moest vallen" te desavoueeren. Van het boek gingen er slechts 15 exetn- plaren naar Indie, waar 100.voor een exemplaar betaald werd. Van Lennep hield de verspreiding tegen en het eind was, dat Multatuli met van Lennep om zijn Max Havelaar vrij te krijgen (van Lennep had zich op listige wijze net recht van uitgave verzekerd) een proces aanging en verloor. De eerste indruk van het boek was „wat schrijft die man mooi" en de tweede „hoe min heeft men Havelaar behandeld". Dit pleit meer tegen den lezer, maar het Hollandsche publiek is nu eenmaal van de mentaliteit, dat zij over onrecht lezende zegt „het kan raar gaan in de wereld, vrouw geef mij nog een kopje thee". Op de verschijning van het boek volgt een periode van geluk, maar spoedig bleef bittere teleurstelling niet uit. Bij zijn candidaatstelling voor de Tweede Kamer kreeg Multatuli slechts 10 stemmen. Het volk kende zijn boek niet en in de krin- gen waar men het kende, werd hij genegeerd om het revolutionnaire. Waar hij verscheen werd hij bewierookt, maar men deed hem geen recht. Langzamerhand drong bij hem het besef door, dat zijn poging om recht was mislukt en daarmede sterft in hem het vertrouwen in de massa en in de overwinning van de recht- vaardigheid. Dan is hij geworden de verbitterde vernie- ler van alle heilige huisjes van burgerlijke braafheid. Hij zwerft van stad tot stad, houdt tot het publiek schitterende improvisaties, lijdt ge- brek en laat vrouw en kinderen hongeren. Onbegrijpelijk is zijn verhouding tot Tine. Andere vrouwen nemen hem in beslag. Hij schrijft daarom aan Tine en eischt geloof in zijn platonische verhoudingen. Ale eenmaal Mimmi Hamminck Schepel zich aan den romantischen zwerver is gaan wijden, dan heeft hij eindelijk gevonden een steunpunt. Spr. had van dit rijke leven slechts een paar punten kunnen belichten. Van hem ver- schenen nog meer merkwaardige boeken „Zijn Ideeen", „Millioenenstudie", „Specia- liteiten", „Vorstensehool", „Het Gebed van den Onwetende", „de Kruissprook", enz. Er zijn nog allerlei belangwekkende problemen, zijn verhouding tot Sietske, de onhoudbaar- heid van zijn filosofische beginselen, zijn strijd tegen het Godsgeloof, zijn hautaine minachting voor de Democratic, zijn verhou ding tot Bilderdijk. Er is zijn beteekenis als realistisch schrij- ver, als hervormer van maatschappelijke en politieke inzichten. Voorts is er de aard van zijn vereerders en bestrijders en alles wat er door dezen over hem geschreven is. Maar juist is het feit dat er om een figuur zooveel mogelijk is, is voor mij het bewijs van zijn grootheid. Multatuli behoort tot de klas- se van de allervoornaamsten. Weinigen leefden zoo vurig en hartstochte lijk als hij. Literatuurstudie, zoo eindigde spr., is een kwestie van geduldig onbevooroordeeld na- deren van sterk bewogen persoonlijkheden. Ook ditmaal volgde het publiek met groote belangstelling de in zijn onderwerp opgaan- de spreker. Voor deze keer had de heer Daalder in een kort bestek wel wat te veel willen geven. Hij moest hierdoor zijn onderwerp te vlug behan- delen en zeker zou het gegevene in een twee- tal avonden meer tot zijn recht zijn gekomen. Wij althans hooren hem nog eens gaarne een volgende maal over Multatuli. In zijn laatste lezing on 13 Maart behan- delt de heer Daalder Frederik van Eeden. UIT BROEK OP LANGENDIJK. In de Geref. Kerk alliier trad Vrijdagavond voor de „Statcnkieskringeentralc Den Helder op de heer Ch. v. d. Heuvel, Lid van de Tweede Kame. De voorzitter, de heer S. Wagenaar, opende dc vcrgadering, zijn blijdschap uitsprekende dat zoovelen (niettcgenstaande de meesten nu deze week reeds 4 maal in dit kerkgebouw voor verschillende doeleindcn bijeen kwa- men) aan den oproep gehoor hadden gege ven. Na gezang, voorlezing van enkele verzen uit Psalm 33 en gebed, gaf hij het woord aan den heer v. d. Heuvel, die in een uitvoerige vcrdediging een overzicht gaf van de christe- lijke politiek en de christelijke beginselen. Na het zingen van Psalm 89 vers 8 werden nog enkele vragen door spr bcantwoord, waarna sluiting volgde. UIT SIJBECARSPEL. Het eerste deel van het ingezonden stuk van onzen correspondent van Zaterdag inza ke Flyosan-bespuiting is foutief opgenomen. Men gelieve te lezen: Met de opmerking van den heer Wijs ga ik volkomen accoord. Natuurlijk moet inzake de bespuiting met Flyosan evenals met Rids gram in plaats van cent gelezen worden. Echter had ik ook gaarne gezien, dat de heer Wijs een ander abuis verbetcrd had en wel dat in de lste stal, waar met Flyosan ge- spoten is, een verkeerde berekening is gemaakt immers bij de vulling zijn 3 maatjes of 150 gram, ingedaan en na afloop kwam 47 gram terug, waardoor niet 73 gram, zooals door al ien aangeteekend werd. doch 103 gram ge- bruikt is. Daardoor, enz. UIT ST. PANCRAS. Zaterdagavond had in het cafe van den heer Gerritsen een partij biljart de cadre plaatst tusschen Prof. J. van Delft en den heer Jb. Ruijs. De prof, moest 500 tegen den heer Ruijs 200 makec. De uitslag is geweest, dat de heer Ruijs weer ongeslagen iut den katnp is gekomen. In 19 beurten had hij de geste'.de 200 caram- boles tegen den prof. 349. Prof.'s hoogste se- rie was 95 met een gemiddelde van 1837, die van den heer Ruijs 33, met een gemiddelde van 10.53. Zondag waren Vrone's drie elftallen weer in actie. Het lste won zijn laatsten com- netitiewedstrijd tegen Hollandia 4 met 4—6, 't 2de verloor zijn laatsten competitiewed- strijd tegen Holland 2 met 4—1, terwijl de aspiranten met 30 van de Hollandia dito's verloren. Oudorp 1 speelde gelijk 11 tegen Zeevogels 2 van Egmond. UIT DE RIJP. JjI Doodferdlag 19 Febr. trad alhia in het huwelijlk Jan Noe, wonende te Hoboken (Ame- rika) met Aagje Knegt, wonende allhier. Een broeder van't bruidje trad als gemachtigde van Noe op en moest tijdens het besluiten van dit huwelijk als a s. echtgenoot fungee- ren van zijn zuster. Voor een en amder was de Koninklijke bewilliging verkregen. Vrijdag 20 Febr. was het 55 jaar ge- leden dat Petrus Dekker, oiid-Pauselijk. Zou- aaf, drager van het kruis van Met ana en me- daille Bennemerenfie, en zijn echtgenoote Margaretha Sneek, wonende Kerkstraat al- hier, te zamen in het huwelijk traden. Van verschillende huizen in voornoemde straat wapperde de vlag, terwijl eveneens een eere- poort voor hun woning was opgesteld. De plaatselijke muziekvereeniging Kunst na Ar- beid" bracht de oudjes des avonds 'n serenade. Donderdag 19 Febr. gaf het Nutsdc- partenient „De Rijp" haar tweede win+crfbij- eenkomst in het hotel „Het Rij-per Wapen" van mej.Wed P. Del-Smit Voor deze afdec- ling trad op de declamatrice mej.: Nelly Menage Qialla van Nieuwe-Niedorp. De op- komst van het publiek was nog vrij goed te noemen. De declamatrice wist dfc aanwezigen den geheelen avond te boeien door haar keu- rige voordrachten. De voorzitter, de heer P. A. Romijn danilcte deze zeer begaafde spreek- ster voor hetgeen zij ten beste had gegeven op dezen avond en riep haar een tot weer- ziens toe. UIT NOORD SCHARWOUDE. „Het Kleine Tooneel" van hier nam de vo- rige maand deel aan een nationalen toonee!- wedstrijd te Leerdam van de tooneelvereeni- ging „Union" aldaar, en behaalde daar niet minder dan 5 prijzen met een extra eervolle vermelding. Deelgenomen werd door een 7-tal tooneel- vereenigingen. De uitslag is als volgt: le prijs „Het Klei ne Tooneel" te Noordscharwoude met „de Vio- liers"; 2e prijs „Nieuw Leven te's Graven- hage, 3e prijs „Nieuw Leven" te Haarlem. De personeele prijzen zijn alle gewonnen door leden van „Het Kleine Tooneel" te we ten: de lste en eentae prijs voor de best ver- vulde damesrol „Mevr. Deutekom—Berk- hout, in de rol van Rosalie; de lste en eenige prijs voor de best vervulde heerenrol, de heer S. Kuiper in de rol van Mark Violier. Een eervolle vermelding werd toegekend aan den heer Jac. Prijs in de rol van Rechter- commissaris Van der Schuijl. De prijs voor h«t beste samcnspsl en de regieprijs zijn eveneens door „Het KliHne Tooneel" gewonnen, zoodat dus de vijf be- langrijkste prijzen van de 7 beschiki are. door hen werden medegenomen. Uitkom t ntie tegen deze eersterangs vereenigingen, v n aar- van enkelen reeds vele malen bekroond eijn. heeft „Het Kleine Tooneel" een ongej ;end succes te boeken. UIT ZUIDSCHARWOUDE. Zaterdagavond werd in het lokaal van det heer Kramer door de geheelonthouden .ver eenigingen een lichtbeeldenavond gehou den, waarbij een 100-ta! kinderen tegenwo<] rdig waren. Door den heer Hofland van Bi ever- wijk werd een en ander op een prettige m; mier uitgelcgd. Ingezonden stukken. (Buiten verantwoordelijkheid van de Re- dactieDe opname in deze rubriek Iewijsl geenszins dat de edaetie er mede inste, i it.) Alkmaar, 20 Februari "i 925. VAN DEN GOEDEN OUDEN T t. |D.^ Hoe zalig, als de iongenskiel, nog om de schouders glijdt, dan is het hemel in de ziel, en alles even blijd'. Niets, niets ter wereld doet hem ;i an of baart hem ongemak, dan stuiters, die te water gaan, of ballen over't dak. Ja, in de dagen van den dichter, vfl or de uitbreiding van het Alkmaarsche P olitie- torps, toen kon men dat zingen, toen was geen agent, die zichzelf respecteerde, ill staat om een jongen zijn bal af te graaien, toen wa6 je ze alleen kwijt, als ze over't da k gin gen. ja, toen Maar nou is't een ander praatje, aJ's nou twee jongens spelen, moet een derde a p den uitkijk, om te zien of zoo'n fietsend gev aar in aantocht is, want anders, onherroepel jk zijn ze hun speelgoed kwijt. Vanmiddag constateerde ik weer, dadt zoo'n inbeslagneming plaats had. Mijn a.ootrtje kwam huilende thuis loopen. 't Was dc derde bal in korten tijd. 'n Oroote, zware agent, barsch gezi* :ht, op een buitenstadsche fiets gezeten, was gelijk een havik op zijn prooi neergestrekeil Kip. ik heb je. De bal ging mee, de jongefli loopt nog op vrije voeten, wat me nog men alt Ik geloof secuur, dat die agenten van te- genwoordig hun vak niet onder den kiiie heb ben. De agenten uit mijn jongenstiid teijuninste wisten precies, wat ze al dan niet moesten zien. 't Gevolg was, dat ze net zoo min Hist van ons, als wij van hen hadden. Och, zelfs vlak voor den oorlog Bfc 191?, had je nog van die vaklui. Bij een werk hier ter plaatse, waa-f ik po- litietoezicht liever kwijt dan rijk was, kostte mij dat slechts een afgewerkte 1eer«a drijf- riem, en in de zes maan<kn, dat htit werk duurde, zag ik in velden en wegen geen agent Je kon ze alleen hooren, vanwege dfe zware stukken riemleer, die ze onder de zote had den gespijkerd. 't Was nu trouwens niet meer te doen, er zijn er nu veel te veel, je zoudt aim aan driifriemen worden. En wat er nu aan moet gebeuren, om le zorgen, dat de jongens hun balspel onge- stoord kunnen genieten, ik weet het waarach- tig niet, of't zou moeten zijn, dat een agent wat korter op school ging en wat gauwer de praktijk kwam. Zooal't nou is, lijkt het trwwtetaos. m km je met den liedjescRchter zingen: En die goeie tijd, komt nooit weerom. *t Beroerdste is, dat de slechte gwofgen' ook niet uitblijven. Een jongen wil toch waL Zooeven waren een groepje ballenslachtof- fers aan't brandje stichten. Toen de inspec- teur kwam, waren ze al vertrokken. Met dank voor de plaatsing. 'J. BROERSMm - Mijnheer dc nedacteur. Wat al gesdhrijf over de Langesti'aa^ Stoepen weg niet weg 't omde blijven; vernieuwen. Het hedendaagsche verkeer eischt heefl wat anders dan de oude stadstoestanden. Toch de verbreeding en veiTuinrinjE; wet het ailerlaatste noodig m de langestraat Die is toch breed genoeg voor het verkeer. Dat het Stadsbestuur vcrnieuwing wil, kan zijn goede gronden hebben, door buiteo- sitaanden allidit niet te beoordee'en. Hoofd- zaak van het strijden voor vernieuwing at evenwel in het belang dat de wiukelier er bij heeft. Of het wegnemen van stoepen het win- kelen gcmakkelij-ker of rustiger maakt is bii- zaak, maar niemand weet beter dan iuist «fc winkelier dat dc groote menigte gesteld is op modern. Wordt een groote spiegelruit aapge» bracht en een deur met versierselen en in schelel kleuren geverfd, dan trekt dat het publiek. Ga ik een deur binnen en vcrbaas fk me over zoo'n creatie, tref 1c dan menschen van binnen aan die den winkelier een com- plimentje maken en zeggen dat hun- door aar deren was aangeraden om die versieringen eens te gaan zien, dan beseft men alles zm echt. De groote menigte wil modern, fijn, rijk en prachtig. De Langestraat bestaat voor 7/, uit winkels en dus begrij.pt men het overige wel. Met dank voor de plaatsing. Een niet-belaghetybencte. JSCHMESBRO" CHESEBROUGH is de eenige Vaseline ter wereld welke sedert 1869 zonder gebruik van zuren wordt vervaardigd. Weiger namaak en neem slechts origineele Tuben aan, verpakt door CHESEBROUGH M»=C COC°ns N6WY08K U.S. A PenslongBst: K^k nn eens. dat ie niet uH (louden geen teep, geen echoone handdoekew. Hoepita - Maar V beefl tocb een tong Pensioagaet: -m Dat kan weL maar Ik ben tat. SI AwdrtH imi

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1925 | | pagina 7