Alkmaarsche Gourant s t Oe ferugkeer van Klompvoet I 1 FEII1LLETON. Maadag 16 Maart. 1 H B No. 63 1925 Honderd zeven en Twintigste .'aargang, JProvtnciaal nieuws U1T BERGEN. In „De Rustende Jager" gaven de leerlingen van de Berger Schoolvereeniging Zaterdag- avond een uitvoering van het kinderzangspel „Jantje in Moddersiad". Vooraf zongen de kieintjes een speelliedje „De Sneeuwman", dat het aileraardigst deed. De uitvoering was gratis tcegankelijk voor ouders en huisgenooten van de kinderen en deze hadden hiervan in zoo groote getale ge- bruik gemaakt, dat de zaal nagenoeg geheel met belangstellenden was gevula. In tegenstelling met de sprookjcs is „Jantje in Moddersiad" een kinderzangspel met een strekking die zich aanpast aan het dagelijk- sclie leven en het voordeel heeft, dat het de kinderen zin voor reinheid bijbrengt op een wijze die er bij hen in wil. De avond, die om iiaif zeven aanving, was om half negen geeindigd. De aanwezigen, en niet het minst de kinderen, hebben volop ge- noten van de vertolking. Dank zij den steun van een uitnemend strijkje (piano, viool en cello) van den heer en mevrouw Bijneveld en den heer C- Boen- dermaker, oud-leerling der scnool, zongen de kinderen maatvast en op toon Het zoontje van den heer Ter Hall, dat voot koopman m borstels speelde, gaf blijk, dat in hem reeds nu tooneeltalenten aanwezig zijn. Met een prettig aaudoende vrijmoedigheid bood hij, namens de kinderen, in een kort toe- spaakje aan het onderwijzend personeel een keurige bloemenmand aan. Namens de ouders sprak de heer A. C. Bos tot het onderwijzend personeel en de muzieii woorden van dank voor hetgeen zij voor de kinderen van de school gedaan hadden. Toen het schoolhoofd hiervoor cen woord van erkentclijkheid zou spreken, klonk onder groote hilariteit de vraag, gedaan door een kinderstemmetjc„Vader is het nou uit?" De heer Bijneveld was zoo verstandig otn allereerst deze vraag te betantwoorden van zijn zoontje, dat in de veronderstelling ver- keerde dat alles voor hem was gegeven. LEZING VAN DEN HEER DAALDER OVER Dr. EREDERIK VAN EEDEN. In zijn iaatste litteraire lezing, die de heer Daalder Vrijdagavond in het „Oranje-Hoiel" hield, behandclde hij meer speciaal Dr. Frede- rik van Eeden en zijn werk. Spr. ving aan met er op te wijzen, dat de maatschappelijke verhoudingen voortdurend ingewikkelder waren geworden en daarmede samengaande de mensch in zijn zieleleven, streven en uitingen gecompliceerder. Steeds moeilijker wordt het de kunstenaars en iiun werk te beoordeelen- Van de tijdge- nooten zijn nog niet de kleine kinderlijke ei genaardigheden vergeten en hoewel hun pro- blemen onze problemen zijn, wordt het daar- doo. moeilijker de door hen gegeven oplos- singen te beoordeelen. Een moeilijklieid is ook, dat wij vaak te wei nig de levensbijzonderheden van den kunste- naar kennen en toch spelen die een geweldi- ge rol in hun gedachte- en gevoelsleven. Van hen staan ons noch autobiograiieen n ;ch ge publiceerde brieven ten dienste, terwijl voorte een zekere schroom ons belet te oordeelen ovei nog levende menschen en toch kunnen wij niet wachten tot zij historische personen zijn ge worden. Juist bij hen zoeken wij een defimuc voor ons eigen .even, omdat bij de kunste naars sterker leven begeerte en verlangen. liefde en hartstocht, dat ook ons beroert De moderne kunstcnaar is in on-ze litteratuur d< kunsienaar na 1S80. Omstreeks 1834 richtten Drost, Bakhuizen van den Brink, Heije en Potgieter een nieuw tijdschrift op De Muze", een poging om een meuwen geest ingang te doen vmden. Spr. las hetgeen hierover in de inleiding van dit tijdschrift wordt gezegd. Hun succes was niet groot en dit werd in hoofdzaak veroorzaakt door het feit, dat Dios stierf. In 1877 ontstond als gevolg van een twist tussdien twee uitgevers „De Gids", waarin Potgieter en Bakhuizen van den Brink het plan van „de Muze" uitwerkten. Waar is Potgieter meer dan eenig ander en groot is zijn kracht. Levensverheffing en volksopvoeding stelt hij als eisch aan den kun- stenaar Niet minder fanatiek staat hij voor het andere beginsel van de Muze: „toetsing van de litteratuur aan de uitheemsche". Bakhuizen van den Brink was de geleerde, met een klap van den molen der romantiek Busken Huet kreeg in 1862 een vaste rubriek maar maakte zich spoedig in dit liberale tijd schrift onmogelijk door zijn bijdragen„Een avond aan het Hof" en „de Tweede Kamer en de Staatsbegrooting". Hoe achterlijk men ook toen in de Hofkrin- Door Valentine Williams. Geautoriseerde vertaling van W. E. Pont. 3) Maar het volgende oogenblik duwde de negerin mij, na veel morrelen met een sleutel, door een breede deur en de rest van het lied ging verloren in het lawaai, waarmede zij een groote balk er voor schoof. De deur gaf toegang tot een kleine, veirkante binnenplaats met muren van steenen van in de zon ge- droogde klei; een open loods was aan den eenen kant, een lage hut aan den anderen. Dona Luisa duwde tegen een smalle, houten deur in den muur van het hutje. Dadelijk riep een zachte, beverige stem in het Erfk gclsch „Heb je hem meegebracht?" De vrouw mompelde een of ander onver- staanbaar antwoord en de stem ging voort „Heb je de deur gegrendedl? Laat hem dan hier komenEn jij gaat weg en laat ons alleen!" Met een gelaten schouderophalen sta^te de negerin terug naar de binnenplaats en auwde mjj de hut in gen handelde, stelde spr. in het kort in het licht, Potgieter trad met Huet uit de Gids en het verval van de Gids begon. Zoowel Potgieter als Huet vereenzaamden, hoewel Huet werkte met een ongekende ener- gie en zelfs door den dood aan zijn schrijftafel werd verrast Hoe saai Huet Holland na zijn terugkeer uit Indie in 1876 zag, gaf spreker door Toen de toestand zoo was, ontstond de be- die beweging was. Toen den toestand zoo was, ontstond de be weging van de tachtigers en noch Multatuli, noch Huet hebben de beteekenis daarvan begrepen en gezien hoe groot hun invloed op dieb cweging was. Historisch is de beweging van de tachtigers niets anders dan dat door toevallige omstan- digheden enkele litterair begaafde jongeren onder den invloed van den H. B. S.-leeraar Dr Dcornbosch, tot elkander kwamen. Dr Doombosch was een eenvoudig man die niet als de anderen. de ioncerm besehouw- den als jongens, maar als jonge menschen, met wie hij sprak over alle mogelijke kwes ties eh geleidelijk zijn opvatting suggereerde Hij was zelf een groote jongen, verdwaald on der de volwassenen, die hem vreemd vonden Hoe begaafd hij was. bleek wel uit hetgeen Jacques Perk, een zijner leerlingen, over hem schreef. wat door spr. werd voorgelezen. Hij doordrong zijn leerlingen van de meer- waardigheid der buiten'.andsche litteratuur en van de verhevenheid der klassieke poezie. Den naam van een zijner leerLngen Jacques Perk, werd tot een strijdleuze. De strijd was moeilijk. De Gids weigerde zelfs het schoone vers Iris: Spr. las dit vers, vol schoone gedachten. In 18S1 stierf Perk en Willem Kloos wist diens vader te bewegen tot de uitgave van „MathiIda" en andere verzen. Perlds vader stelde als voorwaarde, dat een schrijver van naam voor de uitgave zcrgde. Uit vrees, dat de R K- Aiberdingk Thijm zich hiermede be- lastte, nam Vosmaer dit op zich, hoewel hij er niet veel voor gevoelde. Latere critici be- schu.digden Kloos van fraude met het hand- schrift van Perk cn het waren vocra! de ka- tholieken, die van Klcos klaarheid eischten die deze echter steeds we.gtTde te geven Kloos, Verwey en v. d Goes ontmoetten elkander geregeid op de Zondagavond-bijeen- xoms.c-n bij Dr. Doornbsch en weldra kwa men van Eeden en van Deyssei hun te hulp. Weggehocnd hebben zij de ncnsens-verzen van Beets, ter Haar en ten Kate. Niemann vocat daane^u -»ager dan Frc derik van Eeden. Zijn bundehje „Grasspriet- jes" verscheen onder het motto van Beets: ,.Daukt alien God en wees verblijdt, omdat gij Nederlanders zijt". Spr. las uit dit tuiltje poezie voor het huis- gezm een paar dingen, die een doorloopende paredie vormen om de versjes van Tokens en Beets. In hun werken tegen de overareven huiseiijke poezine liepen zij evenwijdig met Potgieter, maar daarnaast oniwikkeiden zij de tegenstelling poezie en rethorica. Tegen de rethoneka vochien de tachtigers ieder op hun indtvidueele wijze. Spr. gaf dit nader aan. De tijdschriften weigerden de producten van deze revolulionnairen te plaatsen en een eigen tijdschrift van haar verscheen met Bol- land en l ak als medtwerkers. Van Eeden, in 1860 geboren, schreef in i872 zijn eerste blijspel „Het Rijk der Wij zen", later vergeten. Bestudeert men zijn blijspelen, dan blij'kt daaruit zijn zin voor humor en het zich steeds bezighouden met een of ander pro- bleem. In „Het Poortje", een persiflage op het provincialisme, treft men passages die den ateren R. K Van Eeden voorspellen. Dit „poortje" is van 1882. „Don Toribio" is van meer beteekenis Hier- in vindt men de botsing van het ideeele met het werkelijke leven en dit doet ons reeds de lateren van Eeden zien, bij wien een groote wisseling is te zien in het aanwenden van de middelen die tot verwezenlijking van die ide- alen is waar te ncmen, maar die toch trouw bleef aan het diepst van zijn wezen. Het gevaarlijke van litteraire studie is, wanneer men niet in het oog houdt, dat een schrijver vo6r alles is een gemoedsmensch, dat men vaak te spoedig zegt: „wat een windvaan" en de litteratuur van den schrij ver mijdt. Bij van Eeden is de absolute zekerheid van zijn ideeen, slechts zijn stelsels zijn betrekke- lijk en dit vindt zijn oorzaak in het feit, dat steeds tegenover den wereldhervormer staat de botheid van de massa. Het is dus steeds een botsen van idealisme en werkelijkheid. In „De Nieuwe Gids" verscheen „De Kleine Johannes" in combinatie met II en III en deze werken wijzen ons den weg door het leven van Van Eeden. In 1886 trouwt Van Eeden en in 188S geeft hij ons een zijner mooiste liederen: „Voor de licfste". Spr. citeerde dit gedicht. Deze peri ode van zijn leven was wel de krachtigste. Dit bleek ook uit zijn brieven van HOOFDSTUK II. Waarin een edelman zijn schuld betaalt. Het eerste wat ik zag, toen ik het vertrek binnenkwam, was de standjutter. Want het fllikkerende vetkaarsje, dat de eenige verlich- ting van de hut uitmaakte, stood op een zeep- kist naast het bed, waarop de vagebond lag. Hij had een gekrompen, vuil katoenen pak aan en lag tegen dec leemen muur gedrukt: een groezelige tot op den draad versleten sjaal was over zijn knieen gegooid. HoeAel het er stikkend beriauwd was, rilde hij onder dit schamele dek, maar het zweet parclde hem op gezicht en borst. Hij nicest eenmaal, zoo oordeelde ik, toen ik hem goed gezien had, een mooie gestalte hebben gehad. Hoewel hij nu grof en paffig was, kon men gemakkelijk vcronderstellen, dat hij vroeger slack was geweesf, een echte sportfi'guur. 1> oogen lagen hoi in hun kas- sen en er flikkerde dat vreemde, onrustieg licht in, dat men zoo dikwijls ziet in de oogen van hen, die weldra door den Dood zullen worden cpgeeischt. Ondanks de verwoesting, die on- dervoeding, drank en NCTdoovende middelen op zijn gelaat hadden aangericht, was toch de invloed van edele gebcorte mcrkbaar in de rechte, flinke lijn der wenkbrawen en den welgevormden arendsneus. Ik vond, dat de man er heel ziek uitzag en ik merkte random neus en mood dien verwroogen trek, die noott die dagen. Door dtaten gaf spr. dit nader aan. Zijn gedicht „Ellen" is daarmede schijnbaar in tegenspraak Er is daarin een zekere gepo- seerdheid, die vaak het werk van Van Eeden ontsiert. Spr. bracht in verband hiermede naar vo- ren wat de critiek hierover zegt en belichtte de breuk die tusschen Kloos en Van Eeden ontstond. Van Eeden kon zich op den duur niet ver- eenigen met het immoreele standpunt van Kloos. Van Eeden was een religieuse natuur met een mysterieusen aanleg. Kloos was dit aller- minst. Kloos miste Van Eeden's religieuse ontvankelijkheid en moest komen tot de on kenning van alle zedelijke normcn en toen hij dat deal, vond hij Van Eeden tegenover zich. De strijd begon toen Klcos de uiidruk- king ,een goed mensch" uit onze taal wilde schrappen. Kloos wilde de kunst om de kunst. Van Eeden wilde niet de kunst, maar de mensch In 1892 ontving de „Nieuwe Gids" een arti- kel van de „Lieve Nijiand", waarin Van Eeden geducht onderhanden werd genomen. K!ooj plaatste dit en vloog er in, want „De lieve Nijiand" bleek Van Eeden zelf. Voor ieder onderzo. r werd in deze periode Kloos de verloren man. Id Shelly, de anarchist, werd voor Van Eeden het stralende r in- mensch stelde hij zich evenals mevrouw Ro land Hoist tegenover de individuallstische tachtigers en vocht hij tegen de woordkunste naars. Kcmende tot Van Eedens periode na diens uitwijken uit de Nieuwe Gids groep, besprax spr. „De Kleine Johannes III" en Johannes Viator". Spr. kent geen enkel boek waarin zoo sterk de cntaarding van principes is geteekend, waarin zoo'n goed beeld gegeven wordt van de inwerking van verwarrende geestesrichtin- gen op ontvankeliike naturen. Van Eedens gemoedsgeloof bracht hem tot het Katholicisme. Men mag in hem bij zijn geruchtmakende bekeering de mysticus niet voorbij zien Spr citeerde in verband hiermede een rede in 1921 gehouden op de conference van Vlaamsche advocaten. Van Eeden is nimmer protestant geweest maar was altijd buitenkerkelijk religieus Reeds in 1893 erkende hij behoefte te heb ben aan standvastige gelijkmatigheid en dat hij het Credo van de R. K. Kerk interpreteert op een wijze als door vele niet-R.K. wordt aanvaardt en door nog meer R. K wordt ver worpen. pleit voor de ruimte in de R K. Kerk. Dat hij ook nu voortgaat met het propagee- ren van de hem dierbare beginselen, daarvoor getuigt zijn redevoering van twee maan- den geleden voor R. K. werkgevers, waarin hij wederom wees op het onredelijke van het ontvangen van loon, waarvoor men niet heeft gewerkt en tevens't onredelijke van het parti- culier grondbezit weer in het licht stelde. Reeds meermalen kwam bij spr. de gedachte op, dat er streng-Katholieken zullen zijn, die zullen denken, dat met dezen christen commu nist de wolf de schaapskooi is binnengehaald Bij Van Eeden is veel subjectiviteit, maar nimmer ontkomt men aan de gedachte, dat hij te goeder trouw is. Als een wonderlijke droomer teruggetrokken in een klooster peinst hij over oneinaige dingen, wiist hij op het practisch Christendom ju is daarin een met alle secten die gestreefd hebben naar social i- seering, communisme en broederschap in de praktijk. Walden en de codperatie „De Eendracht'- staan daar als bewijzen van het mislukte stre ven in deze rich ting. Van Eeden erkent de gemaakte fouten, maar is niet gebroken. In zijn ,,De Idealisten van het Beloofde Land" drijft hij grimmig den spot met dit streven en concludeert hij: „Gij wilt te veel en lacht te weinig", maar daar naast ook hier het optimisme, het oude idea lisme neergelegd in het „En toch zal liefde winrien." (Applaus.) In de pauze was gelegenheid gegeven voor hen, die het wenschelijk oordeelden om in het volgend seizoen met het organiseeren van der- gelijke avonden door te gaan, om een lijst te teekenen Daar nagenoeg alien werd van de ze gelegenheid gebruik gemaakt. Aan het einde van de lezing bracht de heer Klomp namens de aanwezigen den heer Daal der dank voor het vele wat hij op de wande- ling door de Nederlandsche litteratuur aan zijn hoorders had gegeven. Aan mevrouw Dekiwr bracht spr. dank voor het initiatief voor het organiseeren van deze avonden. de overtuiging uitsprenende dat men in Bergen ook in de toekomst blijkt zou geven deze avonden, onder leiding van den heer Daalder, te waardeeren. UIT STOMPETOREN. Vrijdagavond vergaderde de „Vereeniging tot behartiging der belangen van den land- en tuinbouw in de Sehermeer" in cafe Calk- hoven alhier, waar 15 leden waren opgeko- men. De voorzitter, de heer M. C. van der Laan, heette alle aanwezigen welkom. kan bedriegen. De heele hut bleek te bestaan uit het eene vertrek waarin ik mij bevond. Het was erbar- melijk kaal. Een tafel, waarop enkele onsma- kelij'ke restjes van eten stonden, stond tegen cien muur onder het venster, waarin geen ruit was, tegenover het bed van den zieke. Een gebroken sfoel en een paar zeepkisten, de eene met een tinnen kom en een petroleumblik met water erop, waren de eenige meubels. „Er is een balk, die dwars voor de deur kan geschcven worden," zei een zwakke stem vanuit den hoek, waar de zieke man lag, „zou U zoo goed willen zijn dat even te doen? Ik wou lie ver niet, dat we gestoord werden Hij wierp een angstige blik naar de deur. Ik bevestigde den ruwen balk voor de deur en naderde de legerstede. Het was niet meer dan een bed van maisstengels. „U is erg ziek, geloof ik," zei ik, terwijl ik een van de kisten nadorbij schoof en tegen over den Engelschman ging zitten. „Heeft U een dokter laten komen?" De vagebcnd maakte een afwerende bewe ging met de hand. „Mijn beste man," zei hij en weer merk te ik op hoe beschaafd zijn stem klonk „dSe beenafzagers kunnen mij niet hdpen. *Ik heb nooit veel om ze gegeven Luisa heeft van- daag betaling gekregen zii wascht in Bard's huis, dat weet U, zij heeft me verteld, Daarna werd de beschrijvingsbrief behan- deld voor de algem. vergadering van de L G. C-, die a.s. Woensdag te Koedijk zal worden gehouden. Verschillende pun ten der agenda werden door den heer Jb. de Boer Cz. toe- gelicht, waarvoo:r de voorzitter hem namens de vergadering dank zeide. Na eenige bespreking werden als afgevaar- digden benoemd de leden M. C. van der Laan, D. de Boer Pz., D. Gerritsen, J Mad- derom en S. Kaan, die alien hun benoeming aannamen. Tot afgevaardigde naar de alge- meene vergadering van den school- en protf- tuin te Alkmaar werd benoemd^de heer Jb de Boer Cz. Van de gelegenheid tot cooperatieven aan- koop van koolkragen en manden werd weinig gebruik gemaakt. Meer animo bestond er voor de gratis verloting waarbij de lste prijs een sleutel ten dienste van verschillende werk- zaamheden in den landbouw, ten deel viel aan den heer S. Kaan, de 2de prijs, een mest- vork, aan den heer Jb. de Boer Cz:, de 3e pr. een koolemmer, aan den heer H. Zeeman en de 4e prijs, een pannetje, aan den heer J. Madderom Jr. Bij de rondvraag werd nog gesproken over verschillende zaken, den land- en tuinbouw betreffende, waarna de voorzitter, met dank aan leden en pers, de gezellige vergadering sloot. UIT DIRKSHORN. Vrijdagavond vergaderde de Cooperatieve Boerenkenbank alhier ten huize van den heer D. Bruin, onder leiding van den heer L. Doekes. Bij de opening zeide de voorzitter, dat het een opwekkend gezicht is, zooveel menschen hier bij cen te zien, 't welk bewijst, dat de Bank leeft en bloeit. De leden.ijst werd afgelezen, waaruit bleek dat 90 leden aanwezig ziin. De secretaris, de heer j. Groot, las de no- tulen, welke onveranderd werden goedge- keurd. De rekening en de balans van 1924 pas- seeren zorder op- of aanmerkingen de revue. Volgde jaarverslag van den kassier, den heer A. Kistemaker, waarvan wij het volgen de vermel den. Het aantal leden veranderde niet. De vergaderingen van het Bestuur en den Raad van Toezicht hadden geregeid p'.aats, terwijl ook de inspeetie vanwege de Centrale geregeid werd gehouden. De loop der spaargelden en voorschotten wees op een beteren economischen toestand der bevolking. In het afgeloopen jaar werden geboekt 1200 posten tot n bedrag van 464 303.135. Het saldo der spaargelden met rente be- droeg 309251.56, terugbetaald werd f 129885.75, dus was op het eind van het jaar't tegoed der inleggers nog 1 179365 81. In looptnde rekening werd uitgegevcn 172228,03 en terug ontvangen 12193b 43 dus was op dat .oogenblik nog loopendt 50.291.60, waarvan bij de Centrale 25554.69. Het totaal der ver.eende voor schotten was 144.508.—, waarvan voor 31 Dec. j.l. terug kwam 2309c), gus nog uit- staande/ 12i418. Li werQ een zuivere wins! gemaakt van f 1109.32, waardoor de reserve steeg tot J b.l92.b9H. De voorzitter dankte den kassier voor zijn keurig verslag. Bij de thans volgende verkiezingen werden met oijna aigenitene stemmen herkozen de heeren J. Spaans Rz. en J. Wartenhorst, respectievelijK tot lid van het bestuur en tot lid van uen Kaad van roezicht Tot plaaisvervangtnde bestuursleden wer den herkozen de heeren D. Swart en M. de Pee. D^ rentevoet bleef onveranderd, n.l. 4'/« voor inlagen (een jaar vast 4V- en 5Yi pet. voor voorschotten. De Centra.e Bank geeft voor spaargelden 4 en neemt voor voorschotten 5 Daar de Boerenleeneank te Dirksnorn het vertrouwen der burgerij geniet, worden vrij veel spaargelden ingtbracht. Het bestuur ontving machtiging, zoo noo- dig den rentevoet te wijzigen. Volgde vaststelling saians van den kassier. Daarmj voerde de voorzitter aan, dat de kas sier krachtig medewerkte aan den bloei van de Bank, door a.tijd voor het publiek klaar te staan, ook buiten de kantooruren. De werkzaamheden breiden zich steeds uit. Van half December tot haif Maart vroeg de Bank den geheelen mensch. Redenen, waarom het Bestuur eenparig voorsteide, het salaris van den kassier te ver- hoogen met 100 en dus vast te stellen op 1000. Aangenomen met algem. stemmen. De heer Kistemaker dankte voor het spon- taan bewijs van waardeering van zijn arbeid. Bij de rondvraag vestigde de voorzitter de aandacht op een artikel in het Blaadje van de Raffeisenbank, overgenomen uit een Dag- blad, waarin gewezen werd op het gevaar, zijn spaarpenningen te beleggen in papieren, aangeboden door bij defl weg loopende per sonen. De heer J. Dam dikte de woorden van den dat U daar was) en zoodoende heb ik wat medicijnen kunnen krijgen hij wees op een pannetje, dat naast hem op den grand stond „dat is al. wat mij in leven houdt, nu ik geen „sneeuw" kan krijgen!" Ik wist, dat dit de naam was, die door handelaars aan cocaine gegeven wordt. De zieke man kreeg een hevige hoestbui. „Het is 'n dwaze tegenstrijdigheid", bracht hij eindelijk met moeite uit, „maa' hoe meer ik praat over mijn levengevend drankje hier, hoe sneller het eind zal komen. Het lijkt wel of het eenige waarvoor ik nu nog leef, is, de tusschenpoozen tusschen de aanvallcn Z"0- veel mogelijk te verkorten." Ik heb indertijd iots gezien van de cynische gelatenheid van een chrcnischen dronkaard. Dus verspilde ik geen goeden raad aan den armen duivel maar zweeg, terwijl hij een teug nam uit het pannetje naast hem. „U heeft eens een goede daad aan mij ver- richt, nrajoor Okewood'', zei hij, het pannetje neerzeftend en zijn mond met zijn vuile mouw afvegend. „Ik weet Uw naam, dat ziet U. Ik heb navraag naar U gedaan voordat ze me uit San Salvador hebben weggezonden U heeft een Distinguished Service^ Order" gekregen in den oorlog, is het niet?" „Die hebben ze zooveel gegeven!" zei ik vrij onwije Maar dat soort opmerkingen heeft altijd V X vx* WIJ. DRUKKEN UW r BEZOEKAANKONDIGINGSKAARTEN - VLUG EN NET. N.V. BOEK- EN HANDELSDRUK- KERIJ v.h. HERMS. COSTER EN - ZOON, VOORDAM C 9, ALKMAAR X X X. X X X X X S\ X X -X X X voorzitter nog wat aan met enkele mededee- lingen uit zijn ervaring. Daarna sluiting der vergadering met de door de gewijzigde omstancfigheden gerecht- vaardigde hoop, dat wij den moeilijksten tijd achter den rug hebben. UIT OTERLEEK. Dezer dagen had ten lokale van den heer O. de Vries alhier een billardwedstrijd plaats tusschen professor van Delft uit den Haag en den heer J. Moejes van Hensbroek, even - eens een uitmuntend speler. De heer J. Moejes had een voorgift van 309 caramboles. Er werd cadrespel gespeeld. De heer J. Moejes kreeg 38 caramboles, hoogste serie 10, gemiddelde 3 8/10. Professor van Delft maakte 500 carambo les, hoogste serie 192, gemiddeld 45 caram boles. Er was zeer veel publiek met veel animo UIT HEILOO. Zaterdagmorgen bereikte ons het bericht dat de Directie der Nederlandsche Spoorwe- gen gunstig heeft beschikt op het verzoek van „Heiloo vooruit" om trein 2149 bij wijze van proef op tijdig verzoek alhier te laten stoppen, doch alleen voor het uillalen van reizigers ingaande met den zomerdienst. Deze trein vertrekt's avonds 11.11 uit Am sterdam. Wij kunnen het volijverige bestmif van H. V., dat onvermoeid heeft geijverd voor betere verbinding, met dit succes feiiciteeren. (Het is wel bekend dat ook het bestuur in zijn*vorige samenstelling hieraan ook steeds zijn aandacht heeft gewijd.) UIT NOORDSCHARWOUDE. De afdee'ing Langendijk van „Het Witte Kruis" hield Vrijdagavond de jaarvergade- ring in „Cohcordia". Inclusief bode, pers en bestuur waren in totaal 9 leden aanwezig. Bij on'itentenis van den voorzitter werd de vergadering door den heer P Berkhout als ouaste bestuurslid geopend, die zijn leedwe- zen uitsprak over de slechte opkomst. Uit het jaarverslag bleek, dat de financial niet de minste reden tot klagen geven, dat het aantal ledqp is gestegen van 1696 op 1718, 67 nieuwe leden ziin ingeschreven, 30 leden zijn vertrokken. 10 zijn afgeschreven wegens onvermogen en 5 omdat ze de con- ributie weigerden te betalcn. De verplegingsartikelen zijn uitstekend in orde en het onderhoud geschiedt naar aller wensch, waarvoor lof aan den magazijnmees- ter. Wat de werkzaamheden betreft is 1128 maal materiaal verstrekt, is 14 maal de ont- smettingskist, 4 maal een ligtent, 3 maal de couveuse en 1 maal de brancard gebruikt, ter wijl aan 77 leden 783 porties iis verstrekt zijn, waarvoor totaal 2800 Kg is inges'.agen. De moeder- en bakercursus bleek in een be- staande en gevoelde behoefte te voorzien. Door 33 dames is daaraan deelgcnomen en 1 daar van is de vervolgcursus te Alkmaar als baker gaan volgen. Wat de vergaderingen betreft, zijn 2 leden- en 3 bestuursvergaderingen gehouden, waar van 1 in verband met de ovemame van de classicale gezinsverpleging. De secretaris wekte ake leden op lid van de Gezinsverpleging te worden. De heer Paarlberg vroeg of de 10 afge schreven leden werkeiijk geen oontributie be- talen kunnen en zoo ja of er middelen zijn om dit te ondervangen. De secretaris decide mede, dat zij in zoo- verre lid blijven dat ze bij voorkomende gele- genheden evengoed geholpen worden. De heer C- de Boer vrceg of de Gezinsver pleging een zelfstandige vereeniging i-t en zoo ja, waar deieiding beiust. De secretaris deelde mede, dat de Gezins verpleging zelistandig werkt en de le ding bij het bestuur van het „Witte Kruis" is. De secretaris bracht hiema verslag uit van de algemeene vergadering, welke op 3 October te Amsterdam gehouden is. Er bleek verder uit, dat de matoriafilm binnenkort hier gegeven zal worden en de algemeene vergadering met de tentoonstel- ling te Alkmaar gehouden wordt, terwijl in een even dwaas antwoord ten gevoige. „Neen, neen," drong nij aan. „Die van U was verdiend, majoor Okewood; dat kan ik wel zien, als ik U aankijk. U is het echte type van een Britsch officier. En al denkt U nu, dat ik het niet zie, ik weet wat ik zeg. Jullie hebben je kans-gehad in den oorlog en ver- duiveld nog toe, sommigen van jullie hebben die niet laten vooroijgaan Ik wist, dat hij cok militair was geweest en zei hem dat. Hij knikte. „Cavalerie," antwoordde hij. „U kon ook wel bij de caveierie zijn, naar Uw uiterlijk te oordeelen Ik vertelde hem, dat ik bij de veldartillerie was of geweest was, en toen vroeg ik hem zijn naam. Hij glilmlachte drcefgeestig. „Geen namen, geen krijgsraadciteerde hij. Weer nam hij een teug uit het pannetje en zei „Noem mij maar Adams!" Een oogenblik zwegen wij. Dc zieke be- woog zich onrustig op zijn krakende legerste de en ik hoorde, dat hij klappcrtandde. Bui ten verbrak 'het rumoer van de nqgerwijk de brcriende stilte van den tropennach' Het ge- luid van gelach en gepraat en 'let getoklcel van guitaren drong vanuit de straat tot on* door. (Wordt vervolgd.), J ========================SB mmmmoM v v s s.<s stmmM^rstaaRsrjmmamammm^^ - s \.vwynsK:«sa«5,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1925 | | pagina 5