Alkmaarsche Gourant
s
t
Oe ferugkeer van Klompvoet
I 1
FEII1LLETON.
Maadag 16 Maart.
1
H B
No. 63
1925
Honderd zeven en Twintigste .'aargang,
JProvtnciaal nieuws
U1T BERGEN.
In „De Rustende Jager" gaven de leerlingen
van de Berger Schoolvereeniging Zaterdag-
avond een uitvoering van het kinderzangspel
„Jantje in Moddersiad".
Vooraf zongen de kieintjes een speelliedje
„De Sneeuwman", dat het aileraardigst deed.
De uitvoering was gratis tcegankelijk voor
ouders en huisgenooten van de kinderen en
deze hadden hiervan in zoo groote getale ge-
bruik gemaakt, dat de zaal nagenoeg geheel
met belangstellenden was gevula.
In tegenstelling met de sprookjcs is „Jantje
in Moddersiad" een kinderzangspel met een
strekking die zich aanpast aan het dagelijk-
sclie leven en het voordeel heeft, dat het de
kinderen zin voor reinheid bijbrengt op een
wijze die er bij hen in wil.
De avond, die om iiaif zeven aanving, was
om half negen geeindigd. De aanwezigen, en
niet het minst de kinderen, hebben volop ge-
noten van de vertolking.
Dank zij den steun van een uitnemend
strijkje (piano, viool en cello) van den heer
en mevrouw Bijneveld en den heer C- Boen-
dermaker, oud-leerling der scnool, zongen de
kinderen maatvast en op toon
Het zoontje van den heer Ter Hall, dat
voot koopman m borstels speelde, gaf blijk,
dat in hem reeds nu tooneeltalenten aanwezig
zijn.
Met een prettig aaudoende vrijmoedigheid
bood hij, namens de kinderen, in een kort toe-
spaakje aan het onderwijzend personeel een
keurige bloemenmand aan.
Namens de ouders sprak de heer A. C. Bos
tot het onderwijzend personeel en de muzieii
woorden van dank voor hetgeen zij voor de
kinderen van de school gedaan hadden.
Toen het schoolhoofd hiervoor cen woord
van erkentclijkheid zou spreken, klonk onder
groote hilariteit de vraag, gedaan door een
kinderstemmetjc„Vader is het nou uit?"
De heer Bijneveld was zoo verstandig otn
allereerst deze vraag te betantwoorden van
zijn zoontje, dat in de veronderstelling ver-
keerde dat alles voor hem was gegeven.
LEZING VAN DEN HEER DAALDER
OVER Dr. EREDERIK VAN EEDEN.
In zijn iaatste litteraire lezing, die de heer
Daalder Vrijdagavond in het „Oranje-Hoiel"
hield, behandclde hij meer speciaal Dr. Frede-
rik van Eeden en zijn werk.
Spr. ving aan met er op te wijzen, dat de
maatschappelijke verhoudingen voortdurend
ingewikkelder waren geworden en daarmede
samengaande de mensch in zijn zieleleven,
streven en uitingen gecompliceerder.
Steeds moeilijker wordt het de kunstenaars
en iiun werk te beoordeelen- Van de tijdge-
nooten zijn nog niet de kleine kinderlijke ei
genaardigheden vergeten en hoewel hun pro-
blemen onze problemen zijn, wordt het daar-
doo. moeilijker de door hen gegeven oplos-
singen te beoordeelen.
Een moeilijklieid is ook, dat wij vaak te wei
nig de levensbijzonderheden van den kunste-
naar kennen en toch spelen die een geweldi-
ge rol in hun gedachte- en gevoelsleven. Van
hen staan ons noch autobiograiieen n ;ch ge
publiceerde brieven ten dienste, terwijl voorte
een zekere schroom ons belet te oordeelen ovei
nog levende menschen en toch kunnen wij niet
wachten tot zij historische personen zijn ge
worden. Juist bij hen zoeken wij een defimuc
voor ons eigen .even, omdat bij de kunste
naars sterker leven begeerte en verlangen.
liefde en hartstocht, dat ook ons beroert De
moderne kunstcnaar is in on-ze litteratuur d<
kunsienaar na 1S80.
Omstreeks 1834 richtten Drost, Bakhuizen
van den Brink, Heije en Potgieter een nieuw
tijdschrift op De Muze", een poging om een
meuwen geest ingang te doen vmden. Spr.
las hetgeen hierover in de inleiding van dit
tijdschrift wordt gezegd.
Hun succes was niet groot en dit werd in
hoofdzaak veroorzaakt door het feit, dat Dios
stierf.
In 1877 ontstond als gevolg van een twist
tussdien twee uitgevers „De Gids", waarin
Potgieter en Bakhuizen van den Brink het
plan van „de Muze" uitwerkten.
Waar is Potgieter meer dan eenig ander en
groot is zijn kracht. Levensverheffing en
volksopvoeding stelt hij als eisch aan den kun-
stenaar Niet minder fanatiek staat hij voor
het andere beginsel van de Muze: „toetsing
van de litteratuur aan de uitheemsche".
Bakhuizen van den Brink was de geleerde,
met een klap van den molen der romantiek
Busken Huet kreeg in 1862 een vaste rubriek
maar maakte zich spoedig in dit liberale tijd
schrift onmogelijk door zijn bijdragen„Een
avond aan het Hof" en „de Tweede Kamer en
de Staatsbegrooting".
Hoe achterlijk men ook toen in de Hofkrin-
Door Valentine Williams.
Geautoriseerde vertaling van W. E. Pont.
3)
Maar het volgende oogenblik duwde de
negerin mij, na veel morrelen met een sleutel,
door een breede deur en de rest van het lied
ging verloren in het lawaai, waarmede zij
een groote balk er voor schoof. De deur gaf
toegang tot een kleine, veirkante binnenplaats
met muren van steenen van in de zon ge-
droogde klei; een open loods was aan den
eenen kant, een lage hut aan den anderen.
Dona Luisa duwde tegen een smalle, houten
deur in den muur van het hutje. Dadelijk
riep een zachte, beverige stem in het Erfk
gclsch
„Heb je hem meegebracht?"
De vrouw mompelde een of ander onver-
staanbaar antwoord en de stem ging voort
„Heb je de deur gegrendedl? Laat hem
dan hier komenEn jij gaat weg en laat ons
alleen!"
Met een gelaten schouderophalen sta^te de
negerin terug naar de binnenplaats en auwde
mjj de hut in
gen handelde, stelde spr. in het kort in het
licht,
Potgieter trad met Huet uit de Gids en het
verval van de Gids begon.
Zoowel Potgieter als Huet vereenzaamden,
hoewel Huet werkte met een ongekende ener-
gie en zelfs door den dood aan zijn schrijftafel
werd verrast
Hoe saai Huet Holland na zijn terugkeer
uit Indie in 1876 zag, gaf spreker door
Toen de toestand zoo was, ontstond de be-
die beweging was.
Toen den toestand zoo was, ontstond de be
weging van de tachtigers en noch Multatuli,
noch Huet hebben de beteekenis daarvan
begrepen en gezien hoe groot hun invloed op
dieb cweging was.
Historisch is de beweging van de tachtigers
niets anders dan dat door toevallige omstan-
digheden enkele litterair begaafde jongeren
onder den invloed van den H. B. S.-leeraar
Dr Dcornbosch, tot elkander kwamen.
Dr Doombosch was een eenvoudig man
die niet als de anderen. de ioncerm besehouw-
den als jongens, maar als jonge menschen,
met wie hij sprak over alle mogelijke kwes
ties eh geleidelijk zijn opvatting suggereerde
Hij was zelf een groote jongen, verdwaald on
der de volwassenen, die hem vreemd vonden
Hoe begaafd hij was. bleek wel uit hetgeen
Jacques Perk, een zijner leerlingen, over hem
schreef. wat door spr. werd voorgelezen.
Hij doordrong zijn leerlingen van de meer-
waardigheid der buiten'.andsche litteratuur en
van de verhevenheid der klassieke poezie.
Den naam van een zijner leerLngen
Jacques Perk, werd tot een strijdleuze. De
strijd was moeilijk. De Gids weigerde zelfs
het schoone vers Iris: Spr. las dit vers, vol
schoone gedachten.
In 18S1 stierf Perk en Willem Kloos wist
diens vader te bewegen tot de uitgave van
„MathiIda" en andere verzen. Perlds vader
stelde als voorwaarde, dat een schrijver van
naam voor de uitgave zcrgde. Uit vrees, dat
de R K- Aiberdingk Thijm zich hiermede be-
lastte, nam Vosmaer dit op zich, hoewel hij
er niet veel voor gevoelde. Latere critici be-
schu.digden Kloos van fraude met het hand-
schrift van Perk cn het waren vocra! de ka-
tholieken, die van Klcos klaarheid eischten
die deze echter steeds we.gtTde te geven
Kloos, Verwey en v. d Goes ontmoetten
elkander geregeid op de Zondagavond-bijeen-
xoms.c-n bij Dr. Doornbsch en weldra kwa
men van Eeden en van Deyssei hun te hulp.
Weggehocnd hebben zij de ncnsens-verzen
van Beets, ter Haar en ten Kate.
Niemann vocat daane^u -»ager dan Frc
derik van Eeden. Zijn bundehje „Grasspriet-
jes" verscheen onder het motto van Beets:
,.Daukt alien God en wees verblijdt, omdat
gij Nederlanders zijt".
Spr. las uit dit tuiltje poezie voor het huis-
gezm een paar dingen, die een doorloopende
paredie vormen om de versjes van Tokens en
Beets. In hun werken tegen de overareven
huiseiijke poezine liepen zij evenwijdig met
Potgieter, maar daarnaast oniwikkeiden zij
de tegenstelling poezie en rethorica.
Tegen de rethoneka vochien de tachtigers
ieder op hun indtvidueele wijze. Spr. gaf dit
nader aan.
De tijdschriften weigerden de producten
van deze revolulionnairen te plaatsen en een
eigen tijdschrift van haar verscheen met Bol-
land en l ak als medtwerkers.
Van Eeden, in 1860 geboren, schreef in
i872 zijn eerste blijspel „Het Rijk der Wij
zen", later vergeten.
Bestudeert men zijn blijspelen, dan blij'kt
daaruit zijn zin voor humor en het zich
steeds bezighouden met een of ander pro-
bleem.
In „Het Poortje", een persiflage op het
provincialisme, treft men passages die den
ateren R. K Van Eeden voorspellen. Dit
„poortje" is van 1882.
„Don Toribio" is van meer beteekenis Hier-
in vindt men de botsing van het ideeele met
het werkelijke leven en dit doet ons reeds de
lateren van Eeden zien, bij wien een groote
wisseling is te zien in het aanwenden van de
middelen die tot verwezenlijking van die ide-
alen is waar te ncmen, maar die toch trouw
bleef aan het diepst van zijn wezen.
Het gevaarlijke van litteraire studie is,
wanneer men niet in het oog houdt, dat een
schrijver vo6r alles is een gemoedsmensch,
dat men vaak te spoedig zegt: „wat een
windvaan" en de litteratuur van den schrij
ver mijdt.
Bij van Eeden is de absolute zekerheid van
zijn ideeen, slechts zijn stelsels zijn betrekke-
lijk en dit vindt zijn oorzaak in het feit, dat
steeds tegenover den wereldhervormer staat
de botheid van de massa.
Het is dus steeds een botsen van idealisme
en werkelijkheid.
In „De Nieuwe Gids" verscheen „De Kleine
Johannes" in combinatie met II en III en deze
werken wijzen ons den weg door het leven
van Van Eeden.
In 1886 trouwt Van Eeden en in 188S geeft
hij ons een zijner mooiste liederen: „Voor de
licfste". Spr. citeerde dit gedicht.
Deze peri ode van zijn leven was wel de
krachtigste. Dit bleek ook uit zijn brieven van
HOOFDSTUK II.
Waarin een edelman zijn schuld betaalt.
Het eerste wat ik zag, toen ik het vertrek
binnenkwam, was de standjutter. Want het
fllikkerende vetkaarsje, dat de eenige verlich-
ting van de hut uitmaakte, stood op een zeep-
kist naast het bed, waarop de vagebond lag.
Hij had een gekrompen, vuil katoenen pak
aan en lag tegen dec leemen muur gedrukt:
een groezelige tot op den draad versleten
sjaal was over zijn knieen gegooid. HoeAel
het er stikkend beriauwd was, rilde hij onder
dit schamele dek, maar het zweet parclde hem
op gezicht en borst.
Hij nicest eenmaal, zoo oordeelde ik, toen
ik hem goed gezien had, een mooie gestalte
hebben gehad. Hoewel hij nu grof en paffig
was, kon men gemakkelijk vcronderstellen,
dat hij vroeger slack was geweesf, een echte
sportfi'guur. 1> oogen lagen hoi in hun kas-
sen en er flikkerde dat vreemde, onrustieg licht
in, dat men zoo dikwijls ziet in de oogen van
hen, die weldra door den Dood zullen worden
cpgeeischt. Ondanks de verwoesting, die on-
dervoeding, drank en NCTdoovende middelen
op zijn gelaat hadden aangericht, was toch de
invloed van edele gebcorte mcrkbaar in de
rechte, flinke lijn der wenkbrawen en den
welgevormden arendsneus. Ik vond, dat de
man er heel ziek uitzag en ik merkte random
neus en mood dien verwroogen trek, die noott
die dagen. Door dtaten gaf spr. dit nader
aan.
Zijn gedicht „Ellen" is daarmede schijnbaar
in tegenspraak Er is daarin een zekere gepo-
seerdheid, die vaak het werk van Van Eeden
ontsiert.
Spr. bracht in verband hiermede naar vo-
ren wat de critiek hierover zegt en belichtte
de breuk die tusschen Kloos en Van Eeden
ontstond.
Van Eeden kon zich op den duur niet ver-
eenigen met het immoreele standpunt van
Kloos.
Van Eeden was een religieuse natuur met
een mysterieusen aanleg. Kloos was dit aller-
minst. Kloos miste Van Eeden's religieuse
ontvankelijkheid en moest komen tot de on
kenning van alle zedelijke normcn en toen
hij dat deal, vond hij Van Eeden tegenover
zich. De strijd begon toen Klcos de uiidruk-
king ,een goed mensch" uit onze taal wilde
schrappen.
Kloos wilde de kunst om de kunst. Van
Eeden wilde niet de kunst, maar de mensch
In 1892 ontving de „Nieuwe Gids" een arti-
kel van de „Lieve Nijiand", waarin Van Eeden
geducht onderhanden werd genomen. K!ooj
plaatste dit en vloog er in, want „De lieve
Nijiand" bleek Van Eeden zelf. Voor ieder
onderzo. r werd in deze periode Kloos de
verloren man. Id
Shelly, de anarchist, werd voor Van Eeden
het stralende r in-
mensch stelde hij zich evenals mevrouw Ro
land Hoist tegenover de individuallstische
tachtigers en vocht hij tegen de woordkunste
naars.
Kcmende tot Van Eedens periode na diens
uitwijken uit de Nieuwe Gids groep, besprax
spr. „De Kleine Johannes III" en Johannes
Viator".
Spr. kent geen enkel boek waarin zoo sterk
de cntaarding van principes is geteekend,
waarin zoo'n goed beeld gegeven wordt van
de inwerking van verwarrende geestesrichtin-
gen op ontvankeliike naturen.
Van Eedens gemoedsgeloof bracht hem tot
het Katholicisme.
Men mag in hem bij zijn geruchtmakende
bekeering de mysticus niet voorbij zien Spr
citeerde in verband hiermede een rede in 1921
gehouden op de conference van Vlaamsche
advocaten.
Van Eeden is nimmer protestant geweest
maar was altijd buitenkerkelijk religieus
Reeds in 1893 erkende hij behoefte te heb
ben aan standvastige gelijkmatigheid en dat
hij het Credo van de R. K. Kerk interpreteert
op een wijze als door vele niet-R.K. wordt
aanvaardt en door nog meer R. K wordt ver
worpen. pleit voor de ruimte in de R K. Kerk.
Dat hij ook nu voortgaat met het propagee-
ren van de hem dierbare beginselen, daarvoor
getuigt zijn redevoering van twee maan-
den geleden voor R. K. werkgevers, waarin
hij wederom wees op het onredelijke van het
ontvangen van loon, waarvoor men niet heeft
gewerkt en tevens't onredelijke van het parti-
culier grondbezit weer in het licht stelde.
Reeds meermalen kwam bij spr. de gedachte
op, dat er streng-Katholieken zullen zijn, die
zullen denken, dat met dezen christen commu
nist de wolf de schaapskooi is binnengehaald
Bij Van Eeden is veel subjectiviteit, maar
nimmer ontkomt men aan de gedachte, dat hij
te goeder trouw is. Als een wonderlijke
droomer teruggetrokken in een klooster peinst
hij over oneinaige dingen, wiist hij op het
practisch Christendom ju is daarin een met
alle secten die gestreefd hebben naar social i-
seering, communisme en broederschap in de
praktijk.
Walden en de codperatie „De Eendracht'-
staan daar als bewijzen van het mislukte stre
ven in deze rich ting.
Van Eeden erkent de gemaakte fouten,
maar is niet gebroken. In zijn ,,De Idealisten
van het Beloofde Land" drijft hij grimmig den
spot met dit streven en concludeert hij: „Gij
wilt te veel en lacht te weinig", maar daar
naast ook hier het optimisme, het oude idea
lisme neergelegd in het „En toch zal liefde
winrien." (Applaus.)
In de pauze was gelegenheid gegeven voor
hen, die het wenschelijk oordeelden om in het
volgend seizoen met het organiseeren van der-
gelijke avonden door te gaan, om een lijst te
teekenen Daar nagenoeg alien werd van de
ze gelegenheid gebruik gemaakt.
Aan het einde van de lezing bracht de heer
Klomp namens de aanwezigen den heer Daal
der dank voor het vele wat hij op de wande-
ling door de Nederlandsche litteratuur aan
zijn hoorders had gegeven.
Aan mevrouw Dekiwr bracht spr. dank
voor het initiatief voor het organiseeren van
deze avonden. de overtuiging uitsprenende dat
men in Bergen ook in de toekomst blijkt zou
geven deze avonden, onder leiding van den
heer Daalder, te waardeeren.
UIT STOMPETOREN.
Vrijdagavond vergaderde de „Vereeniging
tot behartiging der belangen van den land-
en tuinbouw in de Sehermeer" in cafe Calk-
hoven alhier, waar 15 leden waren opgeko-
men. De voorzitter, de heer M. C. van der
Laan, heette alle aanwezigen welkom.
kan bedriegen.
De heele hut bleek te bestaan uit het eene
vertrek waarin ik mij bevond. Het was erbar-
melijk kaal. Een tafel, waarop enkele onsma-
kelij'ke restjes van eten stonden, stond tegen
cien muur onder het venster, waarin geen ruit
was, tegenover het bed van den zieke. Een
gebroken sfoel en een paar zeepkisten, de
eene met een tinnen kom en een petroleumblik
met water erop, waren de eenige meubels.
„Er is een balk, die dwars voor de deur
kan geschcven worden," zei een zwakke stem
vanuit den hoek, waar de zieke man lag, „zou
U zoo goed willen zijn dat even te doen? Ik
wou lie ver niet, dat we gestoord werden
Hij wierp een angstige blik naar de deur.
Ik bevestigde den ruwen balk voor de deur
en naderde de legerstede. Het was niet meer
dan een bed van maisstengels.
„U is erg ziek, geloof ik," zei ik, terwijl ik
een van de kisten nadorbij schoof en tegen
over den Engelschman ging zitten. „Heeft U
een dokter laten komen?"
De vagebcnd maakte een afwerende bewe
ging met de hand.
„Mijn beste man," zei hij en weer merk
te ik op hoe beschaafd zijn stem klonk
„dSe beenafzagers kunnen mij niet hdpen. *Ik
heb nooit veel om ze gegeven Luisa heeft van-
daag betaling gekregen zii wascht in
Bard's huis, dat weet U, zij heeft me verteld,
Daarna werd de beschrijvingsbrief behan-
deld voor de algem. vergadering van de L G.
C-, die a.s. Woensdag te Koedijk zal worden
gehouden. Verschillende pun ten der agenda
werden door den heer Jb. de Boer Cz. toe-
gelicht, waarvoo:r de voorzitter hem namens
de vergadering dank zeide.
Na eenige bespreking werden als afgevaar-
digden benoemd de leden M. C. van der
Laan, D. de Boer Pz., D. Gerritsen, J Mad-
derom en S. Kaan, die alien hun benoeming
aannamen. Tot afgevaardigde naar de alge-
meene vergadering van den school- en protf-
tuin te Alkmaar werd benoemd^de heer Jb de
Boer Cz.
Van de gelegenheid tot cooperatieven aan-
koop van koolkragen en manden werd weinig
gebruik gemaakt. Meer animo bestond er
voor de gratis verloting waarbij de lste prijs
een sleutel ten dienste van verschillende werk-
zaamheden in den landbouw, ten deel viel
aan den heer S. Kaan, de 2de prijs, een mest-
vork, aan den heer Jb. de Boer Cz:, de 3e pr.
een koolemmer, aan den heer H. Zeeman en
de 4e prijs, een pannetje, aan den heer J.
Madderom Jr.
Bij de rondvraag werd nog gesproken over
verschillende zaken, den land- en tuinbouw
betreffende, waarna de voorzitter, met dank
aan leden en pers, de gezellige vergadering
sloot.
UIT DIRKSHORN.
Vrijdagavond vergaderde de Cooperatieve
Boerenkenbank alhier ten huize van den
heer D. Bruin, onder leiding van den heer L.
Doekes.
Bij de opening zeide de voorzitter, dat het
een opwekkend gezicht is, zooveel menschen
hier bij cen te zien, 't welk bewijst, dat de
Bank leeft en bloeit.
De leden.ijst werd afgelezen, waaruit bleek
dat 90 leden aanwezig ziin.
De secretaris, de heer j. Groot, las de no-
tulen, welke onveranderd werden goedge-
keurd.
De rekening en de balans van 1924 pas-
seeren zorder op- of aanmerkingen de revue.
Volgde jaarverslag van den kassier, den
heer A. Kistemaker, waarvan wij het volgen
de vermel den.
Het aantal leden veranderde niet.
De vergaderingen van het Bestuur en den
Raad van Toezicht hadden geregeid p'.aats,
terwijl ook de inspeetie vanwege de Centrale
geregeid werd gehouden.
De loop der spaargelden en voorschotten
wees op een beteren economischen toestand
der bevolking.
In het afgeloopen jaar werden geboekt
1200 posten tot n bedrag van 464 303.135.
Het saldo der spaargelden met rente be-
droeg 309251.56, terugbetaald werd
f 129885.75, dus was op het eind van het
jaar't tegoed der inleggers nog 1 179365 81.
In looptnde rekening werd uitgegevcn
172228,03 en terug ontvangen 12193b 43
dus was op dat .oogenblik nog loopendt
50.291.60, waarvan bij de Centrale
25554.69. Het totaal der ver.eende voor
schotten was 144.508.—, waarvan voor 31
Dec. j.l. terug kwam 2309c), gus nog uit-
staande/ 12i418. Li werQ een zuivere wins!
gemaakt van f 1109.32, waardoor de reserve
steeg tot J b.l92.b9H.
De voorzitter dankte den kassier voor zijn
keurig verslag.
Bij de thans volgende verkiezingen werden
met oijna aigenitene stemmen herkozen de
heeren J. Spaans Rz. en J. Wartenhorst,
respectievelijK tot lid van het bestuur en tot
lid van uen Kaad van roezicht
Tot plaaisvervangtnde bestuursleden wer
den herkozen de heeren D. Swart en M. de
Pee.
D^ rentevoet bleef onveranderd, n.l. 4'/«
voor inlagen (een jaar vast 4V- en 5Yi
pet. voor voorschotten.
De Centra.e Bank geeft voor spaargelden
4 en neemt voor voorschotten 5
Daar de Boerenleeneank te Dirksnorn het
vertrouwen der burgerij geniet, worden vrij
veel spaargelden ingtbracht.
Het bestuur ontving machtiging, zoo noo-
dig den rentevoet te wijzigen.
Volgde vaststelling saians van den kassier.
Daarmj voerde de voorzitter aan, dat de kas
sier krachtig medewerkte aan den bloei van
de Bank, door a.tijd voor het publiek klaar
te staan, ook buiten de kantooruren.
De werkzaamheden breiden zich steeds uit.
Van half December tot haif Maart vroeg de
Bank den geheelen mensch.
Redenen, waarom het Bestuur eenparig
voorsteide, het salaris van den kassier te ver-
hoogen met 100 en dus vast te stellen op
1000.
Aangenomen met algem. stemmen.
De heer Kistemaker dankte voor het spon-
taan bewijs van waardeering van zijn arbeid.
Bij de rondvraag vestigde de voorzitter de
aandacht op een artikel in het Blaadje van
de Raffeisenbank, overgenomen uit een Dag-
blad, waarin gewezen werd op het gevaar,
zijn spaarpenningen te beleggen in papieren,
aangeboden door bij defl weg loopende per
sonen.
De heer J. Dam dikte de woorden van den
dat U daar was) en zoodoende heb ik wat
medicijnen kunnen krijgen hij wees op
een pannetje, dat naast hem op den grand
stond „dat is al. wat mij in leven houdt,
nu ik geen „sneeuw" kan krijgen!"
Ik wist, dat dit de naam was, die door
handelaars aan cocaine gegeven wordt.
De zieke man kreeg een hevige hoestbui.
„Het is 'n dwaze tegenstrijdigheid", bracht
hij eindelijk met moeite uit, „maa' hoe meer
ik praat over mijn levengevend drankje hier,
hoe sneller het eind zal komen. Het lijkt wel
of het eenige waarvoor ik nu nog leef, is, de
tusschenpoozen tusschen de aanvallcn Z"0-
veel mogelijk te verkorten."
Ik heb indertijd iots gezien van de cynische
gelatenheid van een chrcnischen dronkaard.
Dus verspilde ik geen goeden raad aan den
armen duivel maar zweeg, terwijl hij een
teug nam uit het pannetje naast hem.
„U heeft eens een goede daad aan mij ver-
richt, nrajoor Okewood'', zei hij, het pannetje
neerzeftend en zijn mond met zijn vuile mouw
afvegend. „Ik weet Uw naam, dat ziet U.
Ik heb navraag naar U gedaan voordat ze
me uit San Salvador hebben weggezonden
U heeft een Distinguished Service^ Order"
gekregen in den oorlog, is het niet?"
„Die hebben ze zooveel gegeven!" zei ik
vrij onwije
Maar dat soort opmerkingen heeft altijd
V X vx*
WIJ. DRUKKEN UW
r BEZOEKAANKONDIGINGSKAARTEN -
VLUG EN NET.
N.V. BOEK- EN HANDELSDRUK-
KERIJ v.h. HERMS. COSTER EN -
ZOON, VOORDAM C 9, ALKMAAR
X X X. X X X X X S\ X X -X X X
voorzitter nog wat aan met enkele mededee-
lingen uit zijn ervaring.
Daarna sluiting der vergadering met de
door de gewijzigde omstancfigheden gerecht-
vaardigde hoop, dat wij den moeilijksten tijd
achter den rug hebben.
UIT OTERLEEK.
Dezer dagen had ten lokale van den heer
O. de Vries alhier een billardwedstrijd plaats
tusschen professor van Delft uit den Haag
en den heer J. Moejes van Hensbroek, even -
eens een uitmuntend speler.
De heer J. Moejes had een voorgift van
309 caramboles. Er werd cadrespel gespeeld.
De heer J. Moejes kreeg 38 caramboles,
hoogste serie 10, gemiddelde 3 8/10.
Professor van Delft maakte 500 carambo
les, hoogste serie 192, gemiddeld 45 caram
boles.
Er was zeer veel publiek met veel animo
UIT HEILOO.
Zaterdagmorgen bereikte ons het bericht
dat de Directie der Nederlandsche Spoorwe-
gen gunstig heeft beschikt op het verzoek van
„Heiloo vooruit" om trein 2149 bij wijze van
proef op tijdig verzoek alhier te laten stoppen,
doch alleen voor het uillalen van reizigers
ingaande met den zomerdienst.
Deze trein vertrekt's avonds 11.11 uit Am
sterdam. Wij kunnen het volijverige bestmif
van H. V., dat onvermoeid heeft geijverd voor
betere verbinding, met dit succes feiiciteeren.
(Het is wel bekend dat ook het bestuur in
zijn*vorige samenstelling hieraan ook steeds
zijn aandacht heeft gewijd.)
UIT NOORDSCHARWOUDE.
De afdee'ing Langendijk van „Het Witte
Kruis" hield Vrijdagavond de jaarvergade-
ring in „Cohcordia". Inclusief bode, pers en
bestuur waren in totaal 9 leden aanwezig.
Bij on'itentenis van den voorzitter werd de
vergadering door den heer P Berkhout als
ouaste bestuurslid geopend, die zijn leedwe-
zen uitsprak over de slechte opkomst.
Uit het jaarverslag bleek, dat de financial
niet de minste reden tot klagen geven, dat
het aantal ledqp is gestegen van 1696 op
1718, 67 nieuwe leden ziin ingeschreven, 30
leden zijn vertrokken. 10 zijn afgeschreven
wegens onvermogen en 5 omdat ze de con-
ributie weigerden te betalcn.
De verplegingsartikelen zijn uitstekend in
orde en het onderhoud geschiedt naar aller
wensch, waarvoor lof aan den magazijnmees-
ter.
Wat de werkzaamheden betreft is 1128
maal materiaal verstrekt, is 14 maal de ont-
smettingskist, 4 maal een ligtent, 3 maal de
couveuse en 1 maal de brancard gebruikt, ter
wijl aan 77 leden 783 porties iis verstrekt zijn,
waarvoor totaal 2800 Kg is inges'.agen.
De moeder- en bakercursus bleek in een be-
staande en gevoelde behoefte te voorzien. Door
33 dames is daaraan deelgcnomen en 1 daar
van is de vervolgcursus te Alkmaar als baker
gaan volgen.
Wat de vergaderingen betreft, zijn 2 leden-
en 3 bestuursvergaderingen gehouden, waar
van 1 in verband met de ovemame van de
classicale gezinsverpleging.
De secretaris wekte ake leden op lid van de
Gezinsverpleging te worden.
De heer Paarlberg vroeg of de 10 afge
schreven leden werkeiijk geen oontributie be-
talen kunnen en zoo ja of er middelen zijn
om dit te ondervangen.
De secretaris decide mede, dat zij in zoo-
verre lid blijven dat ze bij voorkomende gele-
genheden evengoed geholpen worden.
De heer C- de Boer vrceg of de Gezinsver
pleging een zelfstandige vereeniging i-t en zoo
ja, waar deieiding beiust.
De secretaris deelde mede, dat de Gezins
verpleging zelistandig werkt en de le ding bij
het bestuur van het „Witte Kruis" is.
De secretaris bracht hiema verslag uit van
de algemeene vergadering, welke op 3 October
te Amsterdam gehouden is.
Er bleek verder uit, dat de matoriafilm
binnenkort hier gegeven zal worden en de
algemeene vergadering met de tentoonstel-
ling te Alkmaar gehouden wordt, terwijl in
een even dwaas antwoord ten gevoige.
„Neen, neen," drong nij aan. „Die van U
was verdiend, majoor Okewood; dat kan ik
wel zien, als ik U aankijk. U is het echte type
van een Britsch officier. En al denkt U nu,
dat ik het niet zie, ik weet wat ik zeg. Jullie
hebben je kans-gehad in den oorlog en ver-
duiveld nog toe, sommigen van jullie hebben
die niet laten vooroijgaan
Ik wist, dat hij cok militair was geweest
en zei hem dat. Hij knikte.
„Cavalerie," antwoordde hij. „U kon ook
wel bij de caveierie zijn, naar Uw uiterlijk te
oordeelen
Ik vertelde hem, dat ik bij de veldartillerie
was of geweest was, en toen vroeg ik hem
zijn naam.
Hij glilmlachte drcefgeestig.
„Geen namen, geen krijgsraadciteerde
hij.
Weer nam hij een teug uit het pannetje en
zei
„Noem mij maar Adams!"
Een oogenblik zwegen wij. Dc zieke be-
woog zich onrustig op zijn krakende legerste
de en ik hoorde, dat hij klappcrtandde. Bui
ten verbrak 'het rumoer van de nqgerwijk de
brcriende stilte van den tropennach' Het ge-
luid van gelach en gepraat en 'let getoklcel
van guitaren drong vanuit de straat tot on*
door.
(Wordt vervolgd.), J
========================SB
mmmmoM v v s s.<s stmmM^rstaaRsrjmmamammm^^
- s \.vwynsK:«sa«5,