Blanke Hande,
Blank Gelaat
■P* ~cv
Is
PUROL
PUROL
xGemengd IWenws.
EEN MEISJE VAN 10 JAAR
DOODGEREDEN.
Gisteravond is in de Badhuisstraat te
Den Haag een ongeluk gebeurd, dat daar-
om zoo tragisch is, wijl het een meisje van
10 jaren het leven heeft gekost en boven-
dien omdat het plaats greep op het trottoir.
Lijn 8 reed door de Badhuisstraat, komen-
de van Scheveningen, naar Den Haag. Uit
de Stuunnanstraat kwam een paardenwa-
gen, die tegen de tram opbotste. De wagen
werd het trottoir opgeduwd en bracht daar
de 10-jarige J. V., wonende in de Logger-
straat, in de knel. Het kind werd zwaar in-
wendig gekneusd. Per auto van den G. G. D.
werd zij naar het ziekenhuis gebracht,
waar zij na aankomst overleed.
Of er van schuld sprake is kan nog niet
worden gezegd, omdat het politie-onder-
zoek daaromtrent nog niet is afgeloopen.
OP EEN KEERDAM GELOOPEN.
Gistermiddag omstreeks half zes is vlak
bij het Wandelhoofd te Scheveningen het mo
tor] acht Bonzo op een keerdam geloopen.
Aan boord waren de bekende zeilers Carp,
Benthem van den Berg, Tfoclen en van Dok-
irum.
De Bomzo was omstreeks twee uur uit IJ-
muiden vertrokken, op weg naar Ostende,
waar de heeren de Paaschvacantie zouden
doorbrengen. Tegen half zes, het water was
juist begonnen af te nemen, kwam uit zee een
zware damp opzetten. Het uitzicht was daar-
door slecht. En daar de dam bovendien onder
water stond, zag men het gevaar pas, toen
het reeds te laat was om stranding te voor-
komen. De Bonzo kwam boven op de palen
van de wering te zitten. Aan stuurboordzij
kreeg zij twee gaten.
Onmiddellijk zijn twee sleepbooten uitge-
varen om assistentie te verleenen Dit was
echter niet noodig. De bemanning blijft aan
boord. Men probecrde de gaten te dichten.
Bij den vloed van vanmorgen zou men pro-
beeren de Bonzo vlot te krijgen.
DE RAMP IN DE WIELINGEN.
Over de scheepsramp in de Wielingen kan
de Telg. nog het volgende inelden:
De „L6we", het Duitsche bergingsvaar-
tuig, dat zich bij de redding van de schip
breukelingen van de „Jonge Catharina" zoo
verdienstelijk heeft gemaakt, lag Donderdag-
middag rustig in de Vlissingsche haven, na-
bij de landingsplaatscn van de Maatschappij
„Zeeland". Wij vonden den gezagvoerder
van de „Lowe", kapitein Johann Albers, be-
reid, ons eenige nadere inlichtingen van het
gebeurde te geven.
De „Lbwe" is een fors,riie Duitsche sleep
boot en sedert veertien dagen te Vlissingen
gestationnee;rd, die zeelui eigen is, als zij van
bescheidenheid, die zeelui eigen is, als zij van
hun daden vertellen, welke zij vanzelfspre-
kend achten, maar die voor ons, landrotten
•nog zoo vanzelfsprekend niet zijn, eindelijk
aan het praten te krijgen, en begint:
„Het is natuurlijk, dat je helpt als je
hoort, dat er zeelui in nood zitten."
„Als mij wat overkomt, ben ik ook blij, dat
een ander mij zou helpen. De hulp, die zeelui
elkaar bewijzen, is wederkeerig". En daar-
mee was weer alles gezegd Maar ten slotte
kregen we toch nog iets meer.
„Het was kort na drie uur in den nacht,
toen we hier in de haven te Vlissingen het
S.O.S.-sein opvingen. Direct werd met voile
kracht uitgevaren, en in circa een half uur
hadden we de 15 mijl afgelegd, die ons van
de Wielingen scheidden, tusschen de tonnen
7 en 8, waar de „Jonge Catharina" gezon-
ken was.
Ik zag de schoorsteenen en de masten van
het vaartuig nog boven water uitsteken. Dicht
bij lag de „Clan Monroe" ten anker. Wij
vceren er heen, en vrcegen, of men hulp noo
dig had. Ik vernam teen, dat de „Clan Mon
roe" het S.O.S.-sein had gegeven voor de
„Jonge Catharina", maar zelf geen hulp noo
dig had, doch verzocht, om uit te zien naar
drenkelingen van het gezonken vaartuig en
de reddingbooten, welke door de „Clan Mon-
waren uitgezet.
woon tactvolle wijze de kunstmatige ademha-
ling bij de slachtoffers heeft toegepast, dat
ongetwijfeld daaraan alleen te danken is, dat
nog twee hunner gered zijn.
Een bijzonder woord van lof achtte dr. Vet-
mar dan ook voor deze prestatie wel op zijn
plaats.
De lijken van de drie Duitschers, hofmees-
ter Remberg, kok Stromer en olieman Addin-
ken, zullen Zaterdag om twee uur op de Noor-
der begraafplaats te Vlissingen in een ge-
meenschappelijk graf worden ter aarde be-
steld. Ook het lijk van den derde-stuurman
May wordt op hetzelfde uur begraven. De
eerste-stuurman Meijnderts wordt eerst
Maandag begraven; het lijk van Kool wordt
naar Rotterdam gebracht.
Te Breskens zijn twee portefeuilles aange-
spoeld, een met papieren van den kok Strbmer
en een met papieren van Stroman, een der
geredden.
KORTE BER1CHTEN.
Bij de kartonfebriek De Phoenix te
Veen dam is een grcote hoeveelheid stroo door
onbekende oorzaak verbrand.
Provinciaal rtienws
Noordscharwoude en K. Timmerman te Broek
op Langendijk.
3de prijzen niet-leden: F. Muileboom,
C. Oudes, wed. C. Komen te Noordscharwou
de en C. Paarlberg te Oudkarspel.
Troostprijzen werden toegekend aan: J. v.
Twuiver te Oudkarspel, A. Groot te Zuid-
scharwoude en P. Otto en M. Kool te Broek
op Langendijk.
Aan alle prijswinners wordt een diploma
uitgereikt met een kunstvoorwerp, door hen
zelf uit te kiezen.
AN ON IE ME BRIEVEN.
van mij het zelfde als van jullie gezegd, of
ten minsite gediacht worden kan!"
De onaangename stemming in huis aan-
I vaardde hij als een boete voor eigen wantrou-
wen en leugen, en hoopte op een verzoening
als er geen epistels meer zouden komen. Het
geluk was hem gunstig; op de eenstvolgende
reunie der vriendinnen bracht de post geen
anoniemen brief. De vriendinnen waren tevre-
dentegenover het gepoch van de gastvrouw
hadden zij zich twee maal kunnen overtuigen
van de kwetsbaarheid van Nederend's huwe-
lijk en dat 'n paar anonieme brieven voldoen-
de geweest waren hem aan zijn vrouw te doen
twijfelen; bewezen was zonneklaar en over-
vloedig dat hun huwelijksgeluk niet boven dat
van duizenden uitging; mocht de gastvrouw
nog eens over eigen huis de loftrompet bla-
zen, dan behoefden zij zich niet meer te la-
ten overbluffen; desnoods zouden ze, om de
ander een toontje lager te doen zingen het
geheim van het anoniem geschrijf ophelderen.
Toen Nederend dan ook den vierden brief
weer aan zijn vrouw toonde, waren ze er ge-
rust op het huwelijksgeluk van twee menschen
door
P. RAeSKIN.
Mevrouw nederend had een manie om op
haar huwelijk te pochen. Telkens als zij haar u
vriendinnen ontving en het gesprek gevoerd voor Socc' te hebben beslo-
werd over desillusies in den kring der ge-
trouwde kennissen of over het wantrouwen,
waarin veel gehuwden tegenover elkaar voort-
leefden, beriep zij zich altijd op haar geluk
in de iiefde en verzekerde dat noch zij noch
ten geen nieuwe meer te phantaseeren.
Maar mevrouw Nederend vertrouwde haar
man niet; de anonieme brieven hadden haar
den laatsten tijd zoo bezig gehouden, dat zij,
om bewijzen tegen haar man te kunnen op-
haar man er ooit toe zouden komen elkaar stapelen, naar een nieuw epistel uit zag
roe
Onmiddellijk zijn we teen gaan zoeken, en
ul spoedig vonden we de eerste boot, waarin
zich een deel van de bemanning en cok ka
pitein Zoethout bevonden.
De eerste schipbreukelingen konden gemak-
kelijk aan boord van de ,,Lowe" komen, maar
er waren er onder, die in hcogst nerveuzen
♦cestanc! verkeerden en aan boord gebracht
moesten worden, terwijl sommigen bewuste-
loos onder in de boot lagen.
Daar hadden we natuurlijk de meeste moei
te mee. Gelukkig was het prachtig stil weer,
zoodat het overnemen der schipbreukelingen
nog al niet al te bezwaarlijk ging. In de ver-
warring waren echter ook eenige kleurlingen,
die tot de bemanning van de „Clan Monroe'
behoorden, bij ons aan boord gekomen.
De tweede reddingsboot onder bevel van
een officier van de „Clan Monroe", vond ik
langszij van het Engelscht stoomschip. Ook
de schipbreukelingen, die zij aan boord had,
heb ik overgenomen, waarbij wederom eenige
kleurlingen bij ons aan boord kwamen. Eerst
dacht ik, bij het zien van die bruiue kerels,
dat het leden van de bemanning van de „Jon-
ge Catharina" waren, en maakte daarom geen
bezwaar hen toe te laten.
Er waren acht schipbreukelingen, van wie
de tcestand zeer ernstig was. Ik heb ze alle
acht in een, niet al te warme ruimte laten
brengen en direct op alien kunstmatige adem-
haling toegepast. Bij twee van hen smaakten
we het genoegen dat onze pogingen met suc-
ces werden beloond, en dat zij werden bijge-
bracht. Toen we de- haven binnenkwamen,
waren we er nog mede bezig, ook de an der e
zes tot het leven terug te roepen. Dr. Vetmar
van Vlissingen heeft toen d'adelijk onze pogin
gen voortgezet, doch helaas zender resultaat.
Al zijn moeite was tevergeefsch. Kaptein
Zoethout had ik in mijn hut genomen, waar
hij spoedig weer bijigekomen was. Ik ben, na-
dat de schipbreukelingen mijn vaartuig verla-
ten hadden weer teruggevaren, en heb de
kleurlingen weer naar de „Clan Monroe" te-
ruggebracht
Tot zoover het verhaal van kapitein Johann
Albers. In dit geval mogen we niet nalaten
de verklaring van dr. Vetmar van Vlissingen,
hieraan toe te voegen, die de schipbreukelin
gen onder zijn hoede nam, direct na aankomst
aan de haven. De Vlissingsche geneesheer
vestigde er speciaal de aandacht op, dat dc
bemanning van de „L6we" op zoo buitenge-
UIT ENKHUIZEN.
Gisteren is definitief besloten in Enkhuizen
enkel gedurende Juli en Augustus van dit
jaar een tentoonstelling te houden ter herden-
king van den 300-jarigen geboortedag van
den in 1625 te Enkhuizen geboren kunst-
schilder Paulus Potter.
Indien B. en W. hiertoe vergunning ge
ven, zal deze interessante herdenkingstentoon-
stelling in de groote witte zaal en een paar
bovenzalen van het stadhuis worden gehou-
den.
Het comite, waarvan eerelid is de heer G.
M Tamson te Amsterdam, en bestaande uit
het bestuur van de Ver. tot bevordering van
Vreemdelingenverkeer en de commissie van
het Waaggebouwmuseum heeft van deze ten
toonstelling groote verwacbtingen, te meer
daar het van het Rijksmuseum, het Maurits-
huis en eenige groote kunstschilders medewer-
briek de jonge weduwe werkt) en zijn zuster,
king verwacht.
UIT BERGEN
Gedurende de inaand Maart werd op 22
dagen neerslag in den Meter gevonden, tot
een gezamenlijk bedrag van 39.3 m.M. ter
wijl de gemiddelde regenval der maand 46
m.M. bedraagt. Gedurende het eerste kwar-
taal is nu totaal 133 m.M. neerslag afge-
tapt, dit is juist de gemiddelde hoeveelheid.
Door het inschrijven van 18 en het af-
schrijven van 8 leerlingen is de openbare
school ditmaal met 10 leerlingen vooruit ge-
gaan, zoodat zij thans weer 86 leerlingen
telt. Het gemiddeld aantal nieuwe leerlingen
was de laatste jaren 13, dus nu eens een
extra groot getal.
UIT KOEDIJK.
De bijdrage voor het centraal neutraal zie-
ris te Al
ook maar even te wantrouwen. Die eeuwige
lofspraak Jjinderde de visite en eindelijk be
sloten een paar de gevcelens van gastheer en
gastvrouw op de prcef te stellen. Daar mijn-
heer Nederend als bewijs van goede echtge-
nootelijke verstandhouding te zijnen huize aan
het slot van elk dameskransje verscheen en
in het salon de post van vijf uur ontving, was
tijd en plaats voor de proefneming aangewe-
zen.
Bij het eerstvclgende kransje ontving hij
bij zijn post een anoniemen brief. Zoodra hij
dien gelezen had, liep hij lachende naar zijn
vrouw, overhandigde het epistel en noodigde
alle aanwezigen uit, voor wie hij den inhoud
1 ui-cf voor?as. Hij lachte, had er pret in en
plaagde zijn vrouw, die niet nalaten kon tri-
cmphantelijk tegen haar vriendinnen te jui-
chen: „Zie je nou wel!"
Toen het kransje weer bij mevrouw Nede
rend vergaderde, ontving hij op denzelfden
tijd weer een anoniemen brief. De samenzwe-
renden onder de aanwezigen bestudeerden
den gastlieer, die dezen keer ernstig bleef
na de lezing en den brief voor zijn vrouw
weghield. „Zie je wel," fluisterden zij elkaar
toe, „hij 'begint al te zwijgen!"
Een derden keer gebeurde hetzelfde Ter
wijl mijnheer Nederend den brief, die alweer
nieuwe bewijzen aanvoerdfe, overlas ontging
zijn cntroering zijn vrouw niet. „Scheelt er
wat aan?" vroeg ze hem. „Nee, nee," suste
hij, ,,'n vervelende zakenbrief, anders niets!"
„Wij ovei-winnen," juichten nu de vriendinnen,
„want hijliegt tegen haar!"
Na eenige dagen kon Nederend niet meer
tegen zijn achterdochtige vermoedens op. De
getypte beschuldigingen kwamen zoo met den
aard en levensopvattingen van zijn vrouw
Oivereen, gaven, zonder den naam van den
medeplichtige te noemen, zullce overtuigende
aanwijzingen, dat hij niet meer twijfelen kon
cn den schuldige bij naam durfde te noemen.
Niet wetend hoe te handelen, nam hij een
er bijna naar verlangde. Teen de visite ver-
dwenen was, vroeg ze haar man en dcorzoch f
zelve de post. „Dan hou je'm voor mij weg
verweet ze, toen ze niets had kunnen vinden.
„Wil je dan met alle geweld dat ellendige
geschrijf? Je moest blij wezen, dat er een
eind aan gekomen was!"
Maar zij hield vol dat hij nieuw-ontvangen
brieven voor haar verborg.
Ten einde raad schreef Nederend een ano-
neimen briefaan zich zelven.
HISTORISCHE ANECDOTEN.
Een beroemd Engelsch tooneelspeler was
de grootste zorg voor zijn huisarts, daar hij
er nooit toe te krijgen was, medicijnen te ge-
bruiken en alle overredingskunst van den arts
stuitte af op de categorische verklaring:
Ik neem het niet.
Eens trad hij op in1 een stuk, waar hij in
de laatste oogenblikken vergif uit een kristal
len bokaal moest drinken. De kunstenaar had
den regisseur vooraf beleefd verzocht, port-
wijn in den beker te doen, om zoo ook het
publiek duidelijk aan te toonen, hoe de held
het vergif langzaame en met overleg koel-
bloedig opdrinkt.
De kunstenaar had dien avond een reus-
achtig succes. Toen hij echter in het laatste
bedrijf den gifbeker aan de lippen zette, be-
merkte hij tot zijn ontzetting, dat hij in plaats
van portwijn een zeer krachtig bereidsel bit-
tere drank moest drinken. Natuurlijk kon hij
niet meer terug; de medicijn moest gedronken
worden. Zijn gebarenspel was daarbij zoo
schitterend natuurlijk, dat het publiek hem
na afloop een stormachtige ovatie bracht.
Ondanks dit en het feit, dat heni de drank
zeer goed bekwam heeft de tooneelspeler zijn
huisarts nooit vergiffenis geschonken.
.Henri Murger, een bekend Fransch dichter,
verkeerde steeds in geldverlegenheid.
Op zekeren dag, toen hij zich in een restau
rant begeven wilde, ontdekt hij dat zijn ge-
kenhuis te Alkmaar heeft in onze gemeente
opgebracht 1175.
UIT BOVENCARSPEL.
Te Bovencarspel is Donderdag de 8-jarige
G., die op een vrachtauto zat, daaraf geval-
len en door een anderen auto overreden. Na
enkele minuten trad de dood in.
Bij de wed. H. te Eindhoven is Donder-
dagavond 7000 gestolen.
UIT ZU1DSCHARWOUD'E
Begunstigd door prachtig voorjaarsweer is
Donderdag de etalage-week begonnen van-
wege de winkeliersvereeniging.
Vanaf den eersten dag was er al veel be-
langstelling van de zijde van het publiek, wat
wel bewees dat de Langendijker winkeliers er
werk van gemaakt hebben. Het is de moeite
dan ook wel waard de diverse goed verzorgde
etalages te zien.
Door de jury, bestaande uit dc heeren A
Engelander, Joh. Weijling te Alkmaar en
J. den Broeder te Bergen, werden aan de vol
gende winkeliers prijzen toegekend:
lste prijzen: Firma Botcher, firma Luiting,
Jac. Kuijt en P. Tuijn te Zuidscharwoude, en
J. C. Buishand te Broek op Langendijk.
2de prijzen: M. Piersma, C. Langeiclijk te
Oudkarspel, Jb. Smit, J. v. Barnevclcl te
Noordscharwoude, K. Stain, W. C. Bouman
en Jb. dc Bakker te Zuidscharwoude.
2de prijzen niet-leden: K. Nap te Dudkars-
pel, L. Huigen te Noordscharwoude.
3de prijzen: K- W. Moller, P. Kok en G
Bakker te Oudkarspel, M. Vonkeman en P.
Boon te Zuidscharwoude, J. EI. Meijer te
vriend in vertrouwen, deze preekte hem voor heele vermogen' uit weinige centen bestond.
dat anonieme brieven altijd waardeloos zijn, Nauwelijks had hij deze treurige ontdekking
alleen waarde krijgen als er geloof aan ge- gedaan, toen een zijner vrienden hem ont-
hecht wordt en dat daarom degene, die ge- j moette, dien hij in zijn lichtzinnigheid ten
looft even schuldig is als degene die schrijft;
hij gaf hem dan._ook den raad, als hem weer
zoo'n vuilaardig ding toegestuurd worden
mccht, vooral niet te liegen, ook niet te zwij
gen, maar te doen als de eerste maal.
De vriendinnen wilden niet alleen overwin-
nen, maar hun zege ook uitbuiten en zonden
een vierden brief. Zoodra Nederend weer ge
lezen had liep hij, zijn vriend gehoorzamend,
lachende naar zijn vrouw, overhandigde het
epistel en noodigde opnieuw alle aanwezigen
uit.
„Zie jullie nou wel!" zegepraalde zijn
vrouw. Maar toen de visite vertrokken was,
las ze nog eens den brief over, waardoor ze
ontdekte dat haar man twee brieven voor haar
verborgen had gehouden ze hoorde hem uit
en ontdekte dat hij tegenover haar had ge-
zwegen en een keer gelogen. Ze dacht na en
verweet hem haar die tweemaal minder ver-
eten had genoodigd
Je wilt dus met me eten vroeg Murger.
Zeker. Je was immers zoo goed me uit
te noodigen.
Nu goed, kom maar mee. Maar ik zeg
je: zeer rijk aan afwisseling zal het diner
niet zijn.
De beide vrienden gingen in het naastbij-
zijnde restaurant waar ze voor zich lieten
opdisschen.
De soep kwam en werd door de beide hon-
gerige kameraden volop genutigd.
Toen bracht men hun groenten. Nauwelijks
had Murger de eerste beten verteerd, toen hi]
woedend opsprong en den eigenaar verlang
de te spreken. Toen deze verscheen toonde hij
hem zeer opgewonden eenige haren, die op
het bord lagen.
Toen stond hij op en verliet, begeleid door
zijn vriend schimpend het restaurant. Op de-
trouwd te hebben, dan d'en eersten keer. „Daar 1 ze wijze nuttigden zij met behulp van Mur-
moet jij een reden vcor hebben gehad!" be-
sliste zij en omdat zij zelve onschuldig was,
zoch ze die reden bij hem. Na een paar da
gen hoofdbrekens was ze in haar vermoedens
zoover gevorderd, dat ze niet alleen de in
trigue van de onbekende die schreef, maar
ook het valsche spel van haar man had door-
zien.
Voor eerst was degene die ancoiem heette
haar en alleen haar slecht gezind; want dde
het goed met haar meende zou, zelfs als zij
Nederend ontrouw was geweest, eerst haar
hebben gewaarschuwd en pas daarna met
een brief aan haar man hebben gedreigd:
alleen een vijandige adresseerde dadelijk
aan Nederend zelven, natuurlijk in de hoop
een verwijdering, nrisschilen wel een schei-
ding tusschen haar en hem te bewerken
Daarom was ook de anonieme een vrouw;
evengoed als een heer om haar te veroveren
haar man zou hebben beschudigd, was de
verdachtmaking van haar persoon het be
wijs dat eenintrigante haar echtgenoot
wilde behagen. En Nederend kende die vrouw,
misschien niet in het begin, maar nu wel;
dat stond voor haar als een paal boven wa
ter; en niet alleen kende hij haar, maar ge-
loofde de vreemde vrouw meer dan zijn wet-
tige huisgenoote; haar tweede brief had reeds
zijn vertrouwen aan het wankelen gebracht
en de derde had hem zoozeer vervreemd, dat
hij haar met een leugen afgescheept had
en zoo gauw verandert een man niet, of hij
moet willen veranderen en zoo vroeg hij
zich verder af welke man verandert zoo
volkomen als in-denlaatsten-tijd-Nederend
voor een vrouw, die hem altijd onbekend zou
gebleven zijn! Dat bestaat niet! Nee, nee,
hitste ze tegen zich zelve, die twee kennen
en zoeken en spreken en schrijven elkaar; op-
gestookt door die vrouw, stookte Nedenend
nu haar op, dicteerde haar misschien wat ze
hem anoniem schrijven moestOp 'n keer had
ze het hem vierkant voor de voeten gegooid:
„Huichelaar die je bent, jij schrijft zelf die
brieven
„Nienianci anders dan jij heeft, om vrij
spel te lrbben met die slet. er belang bij dat
gers dichterlijke haardoos acht soepen in ver-
schillende restaurants.
Kapitein de Montaignac, die later ia den
oorlog tegen Abd el Kader als commandant
van Dschemma viel, was een zeer dapper en
eerlijk soldaat.
In het jaar 1839 had hij zich bij <te Mei-
onlusten te Parijs zeer oderscheiden en hij
zou daarvoor bij een parade met het legioen
van eer gedecoreerd worden. Toen koning
Louis Philippe het kruis zelf wilde aanhech-
ten, trad Montaignac een schrede terug en
zei: Sire, ik heb het niet verdiend.
Kapitein, antwoordde Louis Philippe,
uw konng schenkt u het kruis.
Dat is hetzelfde, sire, Montaignac wijst
het af.
Natuurlijk moest Montaignac zich daar
voor bij den minister van oorlog verant-
woorden. Hij zei:
Wanneer ik het kruis voor een wapenfeit
tegen den vijand verdiend had, zou ik geluk
kig geweest zijn en het met trots gedragen
hebben. Hier heb ik alleen er toe bijgedra-
gen, om de orde te herstellen. Ik meen, dat
bij burgertwisten geen orders uitgedeeld
moeten worden.
De naam van den graaf van Punenrostro
een Spaansche edelman, roept een zonderlin-
ge geschiedenis uit het verleden in het geheu-
gen. Keizer Karel V was eens met een jacht-
meester op jacht. De keizer was een voortref-
felijk jager en zijn metgezel niet minder.
Plotseling zagen zij een patrijs vlak boven
himne hoofden. Beide jagers vuurden op het
zelfde oogenblik. De vogel viel en des keizers
bedienden brachten de patrijs bij hun mees-
ter.
Wie van ons beiden denkt gij, heeft de
ze patrijs dood geschoten? vroeg de keizer.
Dat was ik, zeide de jagermeester.
Je liegt, schurk! bulderde de keizer.
Hij had nog niet gesproken of de jager
meester gaf hem een zoo hevigen slag in het
aangezicht. dat de keizer ter aarde viel.
Nadat hij weer w?s opgestaan, was zijne
eerste beweging om zijn geweer op den ver-
metelen jagermeester aan te leggen en den
trekker over te halen; maar het wapen was
juist afgeschoten en nog niet weer geladen.
Terwijl de keizer op nieuw laade, besloot
hij den jagermeester niet op de plaats dood te
schieten, maar hij zond hem naar de gevan-
genis en gaf bevel, dat men toebereidselen zou
maken tot zijne terechtstelling.
Uw vergrijp is des te grooter, zeide de
keizer omdat er nog twijfel aan bestond of
gij wel inderdaad den vogel geraakt hebt.
Daaromtrent kan geen twijfel bestaan.
zeide de jagermeester. Wil Uwe Majesteit
mij veroorloven den vogel te zien?
De patrijs werd gehaald en de jagermees
ter toonde den keizer, dat het dier gedood
was met een kogel uit zijn geweer. De keizer
had den geheelen dag met hagel geschoten.
De keizer gevcelde wel eenigen spijt, maar
toch hier hij het bevel niet op den jagermees
ter ter dood te brengenop het laatste oogen
blik liet hij hem evenwel voor zich brengen.
Hebt ge er berouw van, dat ge mij ge
stagen hebt?
Neen Sire, antwoorded de jagermeester,
al had ik duizend levens te verliezen.
De Amerikaansche admiraal Robley Evans
had een Congreslid aan tafel. Toen hij ten
slotte bij een glas whisky van de lievelings-
soort van den zeeman zat, zeide hij:
Hier heb ik nog een flesch cognac, die
ik al nveer dan tvvintig jaar in mijn 'bezit heb,
maar nooit heb aangeroerd.
- We zuden ons maar aan de whisky
houden, admiraal! was het antwoord.
Nu, vroeg deze, waarom niet een glaas-
je oude cognac tot besluit? Denk je dat ze
niet goed is?
Nu, daar ben ik zoo heel zeker niet van,
zei de gast, als jij ze twintig jaar onaange-
roerd gelaten hebt dan had jij er niet veel
vertrouwen in.
De opera te Boston gaf een opvoering van
Puccini's Tosca met een Italiaansche zange-
res in den titelrol en een Italiaanschen zan-
ger als Vavardossi. Alles ging goed en het
publiek leefde vol spanning het tragische duo
der hoofdpersonen in de tweede acte mee, toen
plotseling uit de stalles een uitbundig gelach
klonk. Het kwam van twee Italianen. In min
der dan geen tijd werden de profane rustver-
stoorders verwijderd en naar het politiebu*
reau gebracht, om daar opheldering te ge-
Ven van hun snood bestaan. Doch daar kreeg
het geval een komische ontknooping. Wat was
er namelijk gebeurd? De tenor had het onge
luk, tengevolge van zijn levendige actie zijn
blijkbaar niet al te sterke kousen te scheuren,
evenwel zonder dat het publiek het merkte.
Alleen Tosca had het ongeluk gezien. Om nu
haar partner voor schande te sparen en even-
tueele hilariteit te voorkomen, zong ze op een
gegeven oogenblik in plaats van de voorge-
schreven tekst, met tragisch smartelijk pathos
haar Cavardossi toe: Draai je niet om, je
kousen zijn gescheurd.
Het Amerikaansche publiek verstond zulks
niet, echter wel de twee aanwezige landgenoc-
ten van de gevatte zangeres. Natuurlijk was
een lachbui de onvermijdelijke reactie op de
komische conirastwerking.
DOBS 90 TO do ct.
BijApotli.enDrocisten
De heer Henri ter Hall, die het vorig
jaar alhier vertoefde en dus de beteekenis
van Bergen in het seizoen kan beoordeelen,
heeft aanstonds in de berichten om Het
Post-, Telegraaf- en Telefoonkantoor tot
een bijkantoor te vervangen, aanleiding ge-
vonden om zich hierover in een schrijven
tot den minister van Waterstaat te wenden.
Van den minister mocht de heer ter Hall
het volgende schrijven ontvangen:
„Naar aanleiding van Uw schrijven van 16
Fcbruari j.l. afdecling B No. 298 heb ik de
eer U mede te deelen, dat terugbrenging
van het post- en telegraafkantoor te Ber-_
gen (Noord-Holland) tot hulpkantoor niet in'
het voornemen ligt.
Door de Commissie tot Reorganisatie van
den Post-, Telegraaf- en Telefoondienst
wordt voorgesteld genoemd kantoor door
een bijkantoor te vervangen. ^Vaar inzake
de uitvoering van de voorstelien der Com
missie nog geen beslissing werd genomen,
kunnen hieromtrent geen inlichtingen wor
den verstrekt. Niettemin kan reeds nu als
vaststaand worden aangenomen, dat be-
doelde maatregel eventueel voor het pu-
bliek geenerlei ongerief ten gevolge zal
hebben".
Het is voor Bergen zaak aan den heer ter
Hall de gegevens te verstrekken waaruit
kan blijken dat deze maatregel voor het pu-
bliek wel degelijk ongerief met zich zal
moeten brengen.
Bergen heeft intusschen wel reden den
heer ter Hall dankbaar te zijn voor zijn
activiteit in het verdedigen van Bergens
belangen.
UIT BROEK OP LANGENDIJK.
„Ik?"
Een weduwe van een officier, die al eens
om verhooging van haar pensioen gevraagd
had, kreeg den inval een request te richten
aan hare Koninklijke Hoogheid Prinses Jo-
landa van Savoije, in het paleis 't Quirinaal.
Dit prinsesje was toen nauwelijks 6 jaren
oud. De brief werd den koning ter hand ge=
steld, die na den inhoud aandachtig te heb
ben gelezen, hem overhandigde aan den
dienstdoenden kamerheer met de woorden:
Deze brief is gericht aan prins Jolan-
da, bied hem haar aan.
De kamerheer begaf zich naar de kamcr
van het prinsesje dat onder de cogen van
haar voedster, Madalene Cinti speelde en
las haar ernstig het request voor.
En wat heeft de prinses geantwoord,
vroeg Emmanuel even later.
Niets, sire, antwoordde de kamerheer.
Heel goed, wie zwijgt stemt toe, zeide ko
ning. En nog denzelfden dag werd aian het
verzoek van de requestrante voldaan.
vAJ\T out
Humeurige Irianf: Ik fk kan geen woorden
vinden om m'n veronlwaeidisring uit te drukken.
Brleelde bediende: Kan ik u een vvoordenboek var-
koojjen, mentor* {London gpini^n)