Blanke Hande, Blank Gelaat ■P* ~cv Is PUROL PUROL xGemengd IWenws. EEN MEISJE VAN 10 JAAR DOODGEREDEN. Gisteravond is in de Badhuisstraat te Den Haag een ongeluk gebeurd, dat daar- om zoo tragisch is, wijl het een meisje van 10 jaren het leven heeft gekost en boven- dien omdat het plaats greep op het trottoir. Lijn 8 reed door de Badhuisstraat, komen- de van Scheveningen, naar Den Haag. Uit de Stuunnanstraat kwam een paardenwa- gen, die tegen de tram opbotste. De wagen werd het trottoir opgeduwd en bracht daar de 10-jarige J. V., wonende in de Logger- straat, in de knel. Het kind werd zwaar in- wendig gekneusd. Per auto van den G. G. D. werd zij naar het ziekenhuis gebracht, waar zij na aankomst overleed. Of er van schuld sprake is kan nog niet worden gezegd, omdat het politie-onder- zoek daaromtrent nog niet is afgeloopen. OP EEN KEERDAM GELOOPEN. Gistermiddag omstreeks half zes is vlak bij het Wandelhoofd te Scheveningen het mo tor] acht Bonzo op een keerdam geloopen. Aan boord waren de bekende zeilers Carp, Benthem van den Berg, Tfoclen en van Dok- irum. De Bomzo was omstreeks twee uur uit IJ- muiden vertrokken, op weg naar Ostende, waar de heeren de Paaschvacantie zouden doorbrengen. Tegen half zes, het water was juist begonnen af te nemen, kwam uit zee een zware damp opzetten. Het uitzicht was daar- door slecht. En daar de dam bovendien onder water stond, zag men het gevaar pas, toen het reeds te laat was om stranding te voor- komen. De Bonzo kwam boven op de palen van de wering te zitten. Aan stuurboordzij kreeg zij twee gaten. Onmiddellijk zijn twee sleepbooten uitge- varen om assistentie te verleenen Dit was echter niet noodig. De bemanning blijft aan boord. Men probecrde de gaten te dichten. Bij den vloed van vanmorgen zou men pro- beeren de Bonzo vlot te krijgen. DE RAMP IN DE WIELINGEN. Over de scheepsramp in de Wielingen kan de Telg. nog het volgende inelden: De „L6we", het Duitsche bergingsvaar- tuig, dat zich bij de redding van de schip breukelingen van de „Jonge Catharina" zoo verdienstelijk heeft gemaakt, lag Donderdag- middag rustig in de Vlissingsche haven, na- bij de landingsplaatscn van de Maatschappij „Zeeland". Wij vonden den gezagvoerder van de „Lowe", kapitein Johann Albers, be- reid, ons eenige nadere inlichtingen van het gebeurde te geven. De „Lbwe" is een fors,riie Duitsche sleep boot en sedert veertien dagen te Vlissingen gestationnee;rd, die zeelui eigen is, als zij van bescheidenheid, die zeelui eigen is, als zij van hun daden vertellen, welke zij vanzelfspre- kend achten, maar die voor ons, landrotten •nog zoo vanzelfsprekend niet zijn, eindelijk aan het praten te krijgen, en begint: „Het is natuurlijk, dat je helpt als je hoort, dat er zeelui in nood zitten." „Als mij wat overkomt, ben ik ook blij, dat een ander mij zou helpen. De hulp, die zeelui elkaar bewijzen, is wederkeerig". En daar- mee was weer alles gezegd Maar ten slotte kregen we toch nog iets meer. „Het was kort na drie uur in den nacht, toen we hier in de haven te Vlissingen het S.O.S.-sein opvingen. Direct werd met voile kracht uitgevaren, en in circa een half uur hadden we de 15 mijl afgelegd, die ons van de Wielingen scheidden, tusschen de tonnen 7 en 8, waar de „Jonge Catharina" gezon- ken was. Ik zag de schoorsteenen en de masten van het vaartuig nog boven water uitsteken. Dicht bij lag de „Clan Monroe" ten anker. Wij vceren er heen, en vrcegen, of men hulp noo dig had. Ik vernam teen, dat de „Clan Mon roe" het S.O.S.-sein had gegeven voor de „Jonge Catharina", maar zelf geen hulp noo dig had, doch verzocht, om uit te zien naar drenkelingen van het gezonken vaartuig en de reddingbooten, welke door de „Clan Mon- waren uitgezet. woon tactvolle wijze de kunstmatige ademha- ling bij de slachtoffers heeft toegepast, dat ongetwijfeld daaraan alleen te danken is, dat nog twee hunner gered zijn. Een bijzonder woord van lof achtte dr. Vet- mar dan ook voor deze prestatie wel op zijn plaats. De lijken van de drie Duitschers, hofmees- ter Remberg, kok Stromer en olieman Addin- ken, zullen Zaterdag om twee uur op de Noor- der begraafplaats te Vlissingen in een ge- meenschappelijk graf worden ter aarde be- steld. Ook het lijk van den derde-stuurman May wordt op hetzelfde uur begraven. De eerste-stuurman Meijnderts wordt eerst Maandag begraven; het lijk van Kool wordt naar Rotterdam gebracht. Te Breskens zijn twee portefeuilles aange- spoeld, een met papieren van den kok Strbmer en een met papieren van Stroman, een der geredden. KORTE BER1CHTEN. Bij de kartonfebriek De Phoenix te Veen dam is een grcote hoeveelheid stroo door onbekende oorzaak verbrand. Provinciaal rtienws Noordscharwoude en K. Timmerman te Broek op Langendijk. 3de prijzen niet-leden: F. Muileboom, C. Oudes, wed. C. Komen te Noordscharwou de en C. Paarlberg te Oudkarspel. Troostprijzen werden toegekend aan: J. v. Twuiver te Oudkarspel, A. Groot te Zuid- scharwoude en P. Otto en M. Kool te Broek op Langendijk. Aan alle prijswinners wordt een diploma uitgereikt met een kunstvoorwerp, door hen zelf uit te kiezen. AN ON IE ME BRIEVEN. van mij het zelfde als van jullie gezegd, of ten minsite gediacht worden kan!" De onaangename stemming in huis aan- I vaardde hij als een boete voor eigen wantrou- wen en leugen, en hoopte op een verzoening als er geen epistels meer zouden komen. Het geluk was hem gunstig; op de eenstvolgende reunie der vriendinnen bracht de post geen anoniemen brief. De vriendinnen waren tevre- dentegenover het gepoch van de gastvrouw hadden zij zich twee maal kunnen overtuigen van de kwetsbaarheid van Nederend's huwe- lijk en dat 'n paar anonieme brieven voldoen- de geweest waren hem aan zijn vrouw te doen twijfelen; bewezen was zonneklaar en over- vloedig dat hun huwelijksgeluk niet boven dat van duizenden uitging; mocht de gastvrouw nog eens over eigen huis de loftrompet bla- zen, dan behoefden zij zich niet meer te la- ten overbluffen; desnoods zouden ze, om de ander een toontje lager te doen zingen het geheim van het anoniem geschrijf ophelderen. Toen Nederend dan ook den vierden brief weer aan zijn vrouw toonde, waren ze er ge- rust op het huwelijksgeluk van twee menschen door P. RAeSKIN. Mevrouw nederend had een manie om op haar huwelijk te pochen. Telkens als zij haar u vriendinnen ontving en het gesprek gevoerd voor Socc' te hebben beslo- werd over desillusies in den kring der ge- trouwde kennissen of over het wantrouwen, waarin veel gehuwden tegenover elkaar voort- leefden, beriep zij zich altijd op haar geluk in de iiefde en verzekerde dat noch zij noch ten geen nieuwe meer te phantaseeren. Maar mevrouw Nederend vertrouwde haar man niet; de anonieme brieven hadden haar den laatsten tijd zoo bezig gehouden, dat zij, om bewijzen tegen haar man te kunnen op- haar man er ooit toe zouden komen elkaar stapelen, naar een nieuw epistel uit zag roe Onmiddellijk zijn we teen gaan zoeken, en ul spoedig vonden we de eerste boot, waarin zich een deel van de bemanning en cok ka pitein Zoethout bevonden. De eerste schipbreukelingen konden gemak- kelijk aan boord van de ,,Lowe" komen, maar er waren er onder, die in hcogst nerveuzen ♦cestanc! verkeerden en aan boord gebracht moesten worden, terwijl sommigen bewuste- loos onder in de boot lagen. Daar hadden we natuurlijk de meeste moei te mee. Gelukkig was het prachtig stil weer, zoodat het overnemen der schipbreukelingen nog al niet al te bezwaarlijk ging. In de ver- warring waren echter ook eenige kleurlingen, die tot de bemanning van de „Clan Monroe' behoorden, bij ons aan boord gekomen. De tweede reddingsboot onder bevel van een officier van de „Clan Monroe", vond ik langszij van het Engelscht stoomschip. Ook de schipbreukelingen, die zij aan boord had, heb ik overgenomen, waarbij wederom eenige kleurlingen bij ons aan boord kwamen. Eerst dacht ik, bij het zien van die bruiue kerels, dat het leden van de bemanning van de „Jon- ge Catharina" waren, en maakte daarom geen bezwaar hen toe te laten. Er waren acht schipbreukelingen, van wie de tcestand zeer ernstig was. Ik heb ze alle acht in een, niet al te warme ruimte laten brengen en direct op alien kunstmatige adem- haling toegepast. Bij twee van hen smaakten we het genoegen dat onze pogingen met suc- ces werden beloond, en dat zij werden bijge- bracht. Toen we de- haven binnenkwamen, waren we er nog mede bezig, ook de an der e zes tot het leven terug te roepen. Dr. Vetmar van Vlissingen heeft toen d'adelijk onze pogin gen voortgezet, doch helaas zender resultaat. Al zijn moeite was tevergeefsch. Kaptein Zoethout had ik in mijn hut genomen, waar hij spoedig weer bijigekomen was. Ik ben, na- dat de schipbreukelingen mijn vaartuig verla- ten hadden weer teruggevaren, en heb de kleurlingen weer naar de „Clan Monroe" te- ruggebracht Tot zoover het verhaal van kapitein Johann Albers. In dit geval mogen we niet nalaten de verklaring van dr. Vetmar van Vlissingen, hieraan toe te voegen, die de schipbreukelin gen onder zijn hoede nam, direct na aankomst aan de haven. De Vlissingsche geneesheer vestigde er speciaal de aandacht op, dat dc bemanning van de „L6we" op zoo buitenge- UIT ENKHUIZEN. Gisteren is definitief besloten in Enkhuizen enkel gedurende Juli en Augustus van dit jaar een tentoonstelling te houden ter herden- king van den 300-jarigen geboortedag van den in 1625 te Enkhuizen geboren kunst- schilder Paulus Potter. Indien B. en W. hiertoe vergunning ge ven, zal deze interessante herdenkingstentoon- stelling in de groote witte zaal en een paar bovenzalen van het stadhuis worden gehou- den. Het comite, waarvan eerelid is de heer G. M Tamson te Amsterdam, en bestaande uit het bestuur van de Ver. tot bevordering van Vreemdelingenverkeer en de commissie van het Waaggebouwmuseum heeft van deze ten toonstelling groote verwacbtingen, te meer daar het van het Rijksmuseum, het Maurits- huis en eenige groote kunstschilders medewer- briek de jonge weduwe werkt) en zijn zuster, king verwacht. UIT BERGEN Gedurende de inaand Maart werd op 22 dagen neerslag in den Meter gevonden, tot een gezamenlijk bedrag van 39.3 m.M. ter wijl de gemiddelde regenval der maand 46 m.M. bedraagt. Gedurende het eerste kwar- taal is nu totaal 133 m.M. neerslag afge- tapt, dit is juist de gemiddelde hoeveelheid. Door het inschrijven van 18 en het af- schrijven van 8 leerlingen is de openbare school ditmaal met 10 leerlingen vooruit ge- gaan, zoodat zij thans weer 86 leerlingen telt. Het gemiddeld aantal nieuwe leerlingen was de laatste jaren 13, dus nu eens een extra groot getal. UIT KOEDIJK. De bijdrage voor het centraal neutraal zie- ris te Al ook maar even te wantrouwen. Die eeuwige lofspraak Jjinderde de visite en eindelijk be sloten een paar de gevcelens van gastheer en gastvrouw op de prcef te stellen. Daar mijn- heer Nederend als bewijs van goede echtge- nootelijke verstandhouding te zijnen huize aan het slot van elk dameskransje verscheen en in het salon de post van vijf uur ontving, was tijd en plaats voor de proefneming aangewe- zen. Bij het eerstvclgende kransje ontving hij bij zijn post een anoniemen brief. Zoodra hij dien gelezen had, liep hij lachende naar zijn vrouw, overhandigde het epistel en noodigde alle aanwezigen uit, voor wie hij den inhoud 1 ui-cf voor?as. Hij lachte, had er pret in en plaagde zijn vrouw, die niet nalaten kon tri- cmphantelijk tegen haar vriendinnen te jui- chen: „Zie je nou wel!" Toen het kransje weer bij mevrouw Nede rend vergaderde, ontving hij op denzelfden tijd weer een anoniemen brief. De samenzwe- renden onder de aanwezigen bestudeerden den gastlieer, die dezen keer ernstig bleef na de lezing en den brief voor zijn vrouw weghield. „Zie je wel," fluisterden zij elkaar toe, „hij 'begint al te zwijgen!" Een derden keer gebeurde hetzelfde Ter wijl mijnheer Nederend den brief, die alweer nieuwe bewijzen aanvoerdfe, overlas ontging zijn cntroering zijn vrouw niet. „Scheelt er wat aan?" vroeg ze hem. „Nee, nee," suste hij, ,,'n vervelende zakenbrief, anders niets!" „Wij ovei-winnen," juichten nu de vriendinnen, „want hijliegt tegen haar!" Na eenige dagen kon Nederend niet meer tegen zijn achterdochtige vermoedens op. De getypte beschuldigingen kwamen zoo met den aard en levensopvattingen van zijn vrouw Oivereen, gaven, zonder den naam van den medeplichtige te noemen, zullce overtuigende aanwijzingen, dat hij niet meer twijfelen kon cn den schuldige bij naam durfde te noemen. Niet wetend hoe te handelen, nam hij een er bijna naar verlangde. Teen de visite ver- dwenen was, vroeg ze haar man en dcorzoch f zelve de post. „Dan hou je'm voor mij weg verweet ze, toen ze niets had kunnen vinden. „Wil je dan met alle geweld dat ellendige geschrijf? Je moest blij wezen, dat er een eind aan gekomen was!" Maar zij hield vol dat hij nieuw-ontvangen brieven voor haar verborg. Ten einde raad schreef Nederend een ano- neimen briefaan zich zelven. HISTORISCHE ANECDOTEN. Een beroemd Engelsch tooneelspeler was de grootste zorg voor zijn huisarts, daar hij er nooit toe te krijgen was, medicijnen te ge- bruiken en alle overredingskunst van den arts stuitte af op de categorische verklaring: Ik neem het niet. Eens trad hij op in1 een stuk, waar hij in de laatste oogenblikken vergif uit een kristal len bokaal moest drinken. De kunstenaar had den regisseur vooraf beleefd verzocht, port- wijn in den beker te doen, om zoo ook het publiek duidelijk aan te toonen, hoe de held het vergif langzaame en met overleg koel- bloedig opdrinkt. De kunstenaar had dien avond een reus- achtig succes. Toen hij echter in het laatste bedrijf den gifbeker aan de lippen zette, be- merkte hij tot zijn ontzetting, dat hij in plaats van portwijn een zeer krachtig bereidsel bit- tere drank moest drinken. Natuurlijk kon hij niet meer terug; de medicijn moest gedronken worden. Zijn gebarenspel was daarbij zoo schitterend natuurlijk, dat het publiek hem na afloop een stormachtige ovatie bracht. Ondanks dit en het feit, dat heni de drank zeer goed bekwam heeft de tooneelspeler zijn huisarts nooit vergiffenis geschonken. .Henri Murger, een bekend Fransch dichter, verkeerde steeds in geldverlegenheid. Op zekeren dag, toen hij zich in een restau rant begeven wilde, ontdekt hij dat zijn ge- kenhuis te Alkmaar heeft in onze gemeente opgebracht 1175. UIT BOVENCARSPEL. Te Bovencarspel is Donderdag de 8-jarige G., die op een vrachtauto zat, daaraf geval- len en door een anderen auto overreden. Na enkele minuten trad de dood in. Bij de wed. H. te Eindhoven is Donder- dagavond 7000 gestolen. UIT ZU1DSCHARWOUD'E Begunstigd door prachtig voorjaarsweer is Donderdag de etalage-week begonnen van- wege de winkeliersvereeniging. Vanaf den eersten dag was er al veel be- langstelling van de zijde van het publiek, wat wel bewees dat de Langendijker winkeliers er werk van gemaakt hebben. Het is de moeite dan ook wel waard de diverse goed verzorgde etalages te zien. Door de jury, bestaande uit dc heeren A Engelander, Joh. Weijling te Alkmaar en J. den Broeder te Bergen, werden aan de vol gende winkeliers prijzen toegekend: lste prijzen: Firma Botcher, firma Luiting, Jac. Kuijt en P. Tuijn te Zuidscharwoude, en J. C. Buishand te Broek op Langendijk. 2de prijzen: M. Piersma, C. Langeiclijk te Oudkarspel, Jb. Smit, J. v. Barnevclcl te Noordscharwoude, K. Stain, W. C. Bouman en Jb. dc Bakker te Zuidscharwoude. 2de prijzen niet-leden: K. Nap te Dudkars- pel, L. Huigen te Noordscharwoude. 3de prijzen: K- W. Moller, P. Kok en G Bakker te Oudkarspel, M. Vonkeman en P. Boon te Zuidscharwoude, J. EI. Meijer te vriend in vertrouwen, deze preekte hem voor heele vermogen' uit weinige centen bestond. dat anonieme brieven altijd waardeloos zijn, Nauwelijks had hij deze treurige ontdekking alleen waarde krijgen als er geloof aan ge- gedaan, toen een zijner vrienden hem ont- hecht wordt en dat daarom degene, die ge- j moette, dien hij in zijn lichtzinnigheid ten looft even schuldig is als degene die schrijft; hij gaf hem dan._ook den raad, als hem weer zoo'n vuilaardig ding toegestuurd worden mccht, vooral niet te liegen, ook niet te zwij gen, maar te doen als de eerste maal. De vriendinnen wilden niet alleen overwin- nen, maar hun zege ook uitbuiten en zonden een vierden brief. Zoodra Nederend weer ge lezen had liep hij, zijn vriend gehoorzamend, lachende naar zijn vrouw, overhandigde het epistel en noodigde opnieuw alle aanwezigen uit. „Zie jullie nou wel!" zegepraalde zijn vrouw. Maar toen de visite vertrokken was, las ze nog eens den brief over, waardoor ze ontdekte dat haar man twee brieven voor haar verborgen had gehouden ze hoorde hem uit en ontdekte dat hij tegenover haar had ge- zwegen en een keer gelogen. Ze dacht na en verweet hem haar die tweemaal minder ver- eten had genoodigd Je wilt dus met me eten vroeg Murger. Zeker. Je was immers zoo goed me uit te noodigen. Nu goed, kom maar mee. Maar ik zeg je: zeer rijk aan afwisseling zal het diner niet zijn. De beide vrienden gingen in het naastbij- zijnde restaurant waar ze voor zich lieten opdisschen. De soep kwam en werd door de beide hon- gerige kameraden volop genutigd. Toen bracht men hun groenten. Nauwelijks had Murger de eerste beten verteerd, toen hi] woedend opsprong en den eigenaar verlang de te spreken. Toen deze verscheen toonde hij hem zeer opgewonden eenige haren, die op het bord lagen. Toen stond hij op en verliet, begeleid door zijn vriend schimpend het restaurant. Op de- trouwd te hebben, dan d'en eersten keer. „Daar 1 ze wijze nuttigden zij met behulp van Mur- moet jij een reden vcor hebben gehad!" be- sliste zij en omdat zij zelve onschuldig was, zoch ze die reden bij hem. Na een paar da gen hoofdbrekens was ze in haar vermoedens zoover gevorderd, dat ze niet alleen de in trigue van de onbekende die schreef, maar ook het valsche spel van haar man had door- zien. Voor eerst was degene die ancoiem heette haar en alleen haar slecht gezind; want dde het goed met haar meende zou, zelfs als zij Nederend ontrouw was geweest, eerst haar hebben gewaarschuwd en pas daarna met een brief aan haar man hebben gedreigd: alleen een vijandige adresseerde dadelijk aan Nederend zelven, natuurlijk in de hoop een verwijdering, nrisschilen wel een schei- ding tusschen haar en hem te bewerken Daarom was ook de anonieme een vrouw; evengoed als een heer om haar te veroveren haar man zou hebben beschudigd, was de verdachtmaking van haar persoon het be wijs dat eenintrigante haar echtgenoot wilde behagen. En Nederend kende die vrouw, misschien niet in het begin, maar nu wel; dat stond voor haar als een paal boven wa ter; en niet alleen kende hij haar, maar ge- loofde de vreemde vrouw meer dan zijn wet- tige huisgenoote; haar tweede brief had reeds zijn vertrouwen aan het wankelen gebracht en de derde had hem zoozeer vervreemd, dat hij haar met een leugen afgescheept had en zoo gauw verandert een man niet, of hij moet willen veranderen en zoo vroeg hij zich verder af welke man verandert zoo volkomen als in-denlaatsten-tijd-Nederend voor een vrouw, die hem altijd onbekend zou gebleven zijn! Dat bestaat niet! Nee, nee, hitste ze tegen zich zelve, die twee kennen en zoeken en spreken en schrijven elkaar; op- gestookt door die vrouw, stookte Nedenend nu haar op, dicteerde haar misschien wat ze hem anoniem schrijven moestOp 'n keer had ze het hem vierkant voor de voeten gegooid: „Huichelaar die je bent, jij schrijft zelf die brieven „Nienianci anders dan jij heeft, om vrij spel te lrbben met die slet. er belang bij dat gers dichterlijke haardoos acht soepen in ver- schillende restaurants. Kapitein de Montaignac, die later ia den oorlog tegen Abd el Kader als commandant van Dschemma viel, was een zeer dapper en eerlijk soldaat. In het jaar 1839 had hij zich bij <te Mei- onlusten te Parijs zeer oderscheiden en hij zou daarvoor bij een parade met het legioen van eer gedecoreerd worden. Toen koning Louis Philippe het kruis zelf wilde aanhech- ten, trad Montaignac een schrede terug en zei: Sire, ik heb het niet verdiend. Kapitein, antwoordde Louis Philippe, uw konng schenkt u het kruis. Dat is hetzelfde, sire, Montaignac wijst het af. Natuurlijk moest Montaignac zich daar voor bij den minister van oorlog verant- woorden. Hij zei: Wanneer ik het kruis voor een wapenfeit tegen den vijand verdiend had, zou ik geluk kig geweest zijn en het met trots gedragen hebben. Hier heb ik alleen er toe bijgedra- gen, om de orde te herstellen. Ik meen, dat bij burgertwisten geen orders uitgedeeld moeten worden. De naam van den graaf van Punenrostro een Spaansche edelman, roept een zonderlin- ge geschiedenis uit het verleden in het geheu- gen. Keizer Karel V was eens met een jacht- meester op jacht. De keizer was een voortref- felijk jager en zijn metgezel niet minder. Plotseling zagen zij een patrijs vlak boven himne hoofden. Beide jagers vuurden op het zelfde oogenblik. De vogel viel en des keizers bedienden brachten de patrijs bij hun mees- ter. Wie van ons beiden denkt gij, heeft de ze patrijs dood geschoten? vroeg de keizer. Dat was ik, zeide de jagermeester. Je liegt, schurk! bulderde de keizer. Hij had nog niet gesproken of de jager meester gaf hem een zoo hevigen slag in het aangezicht. dat de keizer ter aarde viel. Nadat hij weer w?s opgestaan, was zijne eerste beweging om zijn geweer op den ver- metelen jagermeester aan te leggen en den trekker over te halen; maar het wapen was juist afgeschoten en nog niet weer geladen. Terwijl de keizer op nieuw laade, besloot hij den jagermeester niet op de plaats dood te schieten, maar hij zond hem naar de gevan- genis en gaf bevel, dat men toebereidselen zou maken tot zijne terechtstelling. Uw vergrijp is des te grooter, zeide de keizer omdat er nog twijfel aan bestond of gij wel inderdaad den vogel geraakt hebt. Daaromtrent kan geen twijfel bestaan. zeide de jagermeester. Wil Uwe Majesteit mij veroorloven den vogel te zien? De patrijs werd gehaald en de jagermees ter toonde den keizer, dat het dier gedood was met een kogel uit zijn geweer. De keizer had den geheelen dag met hagel geschoten. De keizer gevcelde wel eenigen spijt, maar toch hier hij het bevel niet op den jagermees ter ter dood te brengenop het laatste oogen blik liet hij hem evenwel voor zich brengen. Hebt ge er berouw van, dat ge mij ge stagen hebt? Neen Sire, antwoorded de jagermeester, al had ik duizend levens te verliezen. De Amerikaansche admiraal Robley Evans had een Congreslid aan tafel. Toen hij ten slotte bij een glas whisky van de lievelings- soort van den zeeman zat, zeide hij: Hier heb ik nog een flesch cognac, die ik al nveer dan tvvintig jaar in mijn 'bezit heb, maar nooit heb aangeroerd. - We zuden ons maar aan de whisky houden, admiraal! was het antwoord. Nu, vroeg deze, waarom niet een glaas- je oude cognac tot besluit? Denk je dat ze niet goed is? Nu, daar ben ik zoo heel zeker niet van, zei de gast, als jij ze twintig jaar onaange- roerd gelaten hebt dan had jij er niet veel vertrouwen in. De opera te Boston gaf een opvoering van Puccini's Tosca met een Italiaansche zange- res in den titelrol en een Italiaanschen zan- ger als Vavardossi. Alles ging goed en het publiek leefde vol spanning het tragische duo der hoofdpersonen in de tweede acte mee, toen plotseling uit de stalles een uitbundig gelach klonk. Het kwam van twee Italianen. In min der dan geen tijd werden de profane rustver- stoorders verwijderd en naar het politiebu* reau gebracht, om daar opheldering te ge- Ven van hun snood bestaan. Doch daar kreeg het geval een komische ontknooping. Wat was er namelijk gebeurd? De tenor had het onge luk, tengevolge van zijn levendige actie zijn blijkbaar niet al te sterke kousen te scheuren, evenwel zonder dat het publiek het merkte. Alleen Tosca had het ongeluk gezien. Om nu haar partner voor schande te sparen en even- tueele hilariteit te voorkomen, zong ze op een gegeven oogenblik in plaats van de voorge- schreven tekst, met tragisch smartelijk pathos haar Cavardossi toe: Draai je niet om, je kousen zijn gescheurd. Het Amerikaansche publiek verstond zulks niet, echter wel de twee aanwezige landgenoc- ten van de gevatte zangeres. Natuurlijk was een lachbui de onvermijdelijke reactie op de komische conirastwerking. DOBS 90 TO do ct. BijApotli.enDrocisten De heer Henri ter Hall, die het vorig jaar alhier vertoefde en dus de beteekenis van Bergen in het seizoen kan beoordeelen, heeft aanstonds in de berichten om Het Post-, Telegraaf- en Telefoonkantoor tot een bijkantoor te vervangen, aanleiding ge- vonden om zich hierover in een schrijven tot den minister van Waterstaat te wenden. Van den minister mocht de heer ter Hall het volgende schrijven ontvangen: „Naar aanleiding van Uw schrijven van 16 Fcbruari j.l. afdecling B No. 298 heb ik de eer U mede te deelen, dat terugbrenging van het post- en telegraafkantoor te Ber-_ gen (Noord-Holland) tot hulpkantoor niet in' het voornemen ligt. Door de Commissie tot Reorganisatie van den Post-, Telegraaf- en Telefoondienst wordt voorgesteld genoemd kantoor door een bijkantoor te vervangen. ^Vaar inzake de uitvoering van de voorstelien der Com missie nog geen beslissing werd genomen, kunnen hieromtrent geen inlichtingen wor den verstrekt. Niettemin kan reeds nu als vaststaand worden aangenomen, dat be- doelde maatregel eventueel voor het pu- bliek geenerlei ongerief ten gevolge zal hebben". Het is voor Bergen zaak aan den heer ter Hall de gegevens te verstrekken waaruit kan blijken dat deze maatregel voor het pu- bliek wel degelijk ongerief met zich zal moeten brengen. Bergen heeft intusschen wel reden den heer ter Hall dankbaar te zijn voor zijn activiteit in het verdedigen van Bergens belangen. UIT BROEK OP LANGENDIJK. „Ik?" Een weduwe van een officier, die al eens om verhooging van haar pensioen gevraagd had, kreeg den inval een request te richten aan hare Koninklijke Hoogheid Prinses Jo- landa van Savoije, in het paleis 't Quirinaal. Dit prinsesje was toen nauwelijks 6 jaren oud. De brief werd den koning ter hand ge= steld, die na den inhoud aandachtig te heb ben gelezen, hem overhandigde aan den dienstdoenden kamerheer met de woorden: Deze brief is gericht aan prins Jolan- da, bied hem haar aan. De kamerheer begaf zich naar de kamcr van het prinsesje dat onder de cogen van haar voedster, Madalene Cinti speelde en las haar ernstig het request voor. En wat heeft de prinses geantwoord, vroeg Emmanuel even later. Niets, sire, antwoordde de kamerheer. Heel goed, wie zwijgt stemt toe, zeide ko ning. En nog denzelfden dag werd aian het verzoek van de requestrante voldaan. vAJ\T out Humeurige Irianf: Ik fk kan geen woorden vinden om m'n veronlwaeidisring uit te drukken. Brleelde bediende: Kan ik u een vvoordenboek var- koojjen, mentor* {London gpini^n)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1925 | | pagina 11