Atkmaarsche Gourant De terugkeer van Ktompvoet Maandag 20 April. Het Hoogheemraadschap en zijn paleisje aanden Kennemerstraatweg. FKU1LLETON. Kuldigingvan de Oostinje- vliegers. Wij kwamen heden in het bezit van de mo- dveering van het besluit, waarbij Ged. Staten het besluit van het bestuur van het Hoog heemraadschap Noordhollands Ncorderkwar- tier tot aankoop van het veel besproken per- ce:l aan den Kennemerstraatweg hcbben goedgekeurd. Na wat wij over deze beslissiug en he; daarvoor door Ged. Staten ingestelde onder - zoek ter plaatse reeds hebben geschreven, kunnen wij ons van verder commentaar ont- houden. Hier volgt woordelijk het bij beschikking van 25 Maart j.l. door Ged. Staten genomen besluit: Gedeputeerde Staten van de provincie Noordholland; Gelezen een brief van Dijkgraaf en Hoog- heemraden van het Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier van 30 De cember 1924, daarbij ter goedkeuring inzendende het be sluit der algemeene vergadering van het be stuur van genoemd Hoogheemraadschap van 18 December 1924, tot aankoop van het per- ceel, kadhstraal bekend gemeente Alkmaar, sectie F No. 1176, voor de som van 60.000, vrij op naam, ten einde dat voo| Gemeen landshuis in te richten; Gelet op de bij hunne vergadering ingeko- men adressen van J. de Jongh e. a. en van het Bestuur van den polder Krommenie. hou- dende verzoek het zooven bedoelde besluil niet goed te keuren, omdat de daaruit voorf- vloeiende lasten ten bedrage van ,7000 a 8000 'sjaars, afgezien van de noodgfc af- schrijvingen, in tijden van bezuiniging en malaise niet verantwoord zijn en te Alkmaar wel andere gebouwcn op billijke voorwaarden te verkrijgen zijn, die eveneens voor het be oogde doel kunaen worden gebezigd; Gelet op de te dezer zake ingewonnen be richten van Dijkgraaf en Hooghcemraden van het Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier van 31 Januari 1925 No. 2 en van den Hoofdingenieur-Directeur van den Provincialen Waterstaat van 13 Februari 1925, dossier 48 No. 4; Gehoord het gerapporteerde door de Com- misisc uit hun midden, welke overeenkomstig de regelen, bedoeld in artikel 4 der instructie voor hun Colege ene plaatselijk onderzoek heeft ingesteld en op den 17en Maart j.l. ten Raadhuize van Alkmaar een zitting heeft ge- houden ten einde de reclamanten in de gele genheid te stellen hunne bezwaren mondeling toe te lichten Overwegende, dat, waar de wijze, waarop het Bestuur en de diensten van het Hoog heemraadschap thans zijn ondei'gebracht, zelfs niet aan inatige eischen voldoet en de liuur van een der daarvoor gebezigde percee len bovendien tegen 1 Juli van dit jaar is op gezegd, de beschikking over een behoorlijk ingericht Gemeenlandshuis voor het Hoog heemraadschap noodzakelijk moet worden geacht Overwegende, dat dit laatste door recla manten ook niet wordt ontkend, maar dezen van oordeel zijn, dat de eischen, waaraan een dergclijk Gemeenlandshuis moet voldoen, door het Hoogheemraadshap in verband met de tegenwoordige tijdsomstandigheden te hoog worden gesteld, en het beoogde doel, hetzij door stichting van een geh,eel nieuw ge- ouw, hetzij door aankoop van een ander icrceel, ten keste van ge: ingere offers bereikt ;an worden; Overwegende, dat reclamanten echter hunne stelling, dat het Hoogheemraadschap voor de oppervlakte en de inrichting van zijn Gemeenlandshuis te hooge eischen stelt, niet voldoende aannemelijk hebben gemaakt en met name in gebreke zijn gebleven aan te toc- nen, dat het Bestuur en de administratie niet met de vereischte soberlleid zouden worden gevoerd Overwegende voorts, dat ook al zouden de aarlijks voor het Hoogheemraadschap uit dezen aankoop voortvloeiende lasten, waar aan intusschen de uit de vestiging van de ver- schillendc diensten in een gebouw voort vloeiende besparing ten goede zal komen, gelijk hun College waarschijnlijk acht, de daarvan door Dijkgraaf en Hoogheemraden bij de toelichting van hun voorstel gegeven raming eenigszins overschrijden, die lasten toch in elk geval zullen blijven beneden het bedrag, waarmede de begrooting van het Hoogheemraadschap zou worden bczwaard, indien tot stichting van een nieuw Gemeen- Door Valentine Williams. Geautoriseerdc vertaling van W. E. Pont. 32) „Wat ons precies te wachten staat Sir Alexander," bcsloot ik, „dat weet ik niet. Maar wij zijn, met een bepaald doel en ik weet zeker, dat U met mij eens is, dat wij'niet mogen tcelaten, dat een bende vuile schurken ons er van af houdt!" „Natuurlijk niet, kerel, natuurlijk niet!" verklaarde de katoenkoning. „Maar eigenlijk kan ik niet gelooven, dat deze kerels werke- lijk kwaad tegen ons in den zin hebben. Wij zijn ten slotte toch Britsche onderdanen en voor alles wat Engdsch is, hebben ze hier een heilig respect „Dat is best mogdijk," antwoordde ik, „maar vergeet niet; dat wij niet weten, hoe sterk deze bende is. Gewcld bekrachtigt de wet, zeggen ze; maar op dit eiland wordt het Britsche prestige vertegenwoordigd door op den kop af drie zeer onvolkomen uitgerustte Engelschen „Maar als ik nu eens zeggen mag," viel Garth vrij grootdioenerig in de rede, „je loopt nogal hard van stapel. Uit het feit, dat je op een eiland, dat wij vroeger onbewoond waan- ring van de in hun adres opgenomen mede- deeliug, dat te Alkmaar wel andere perceelen op billijker voorwaarden te verkrijgen zou den zijn, op de door de Commissie uit hun College gehouden zitting wel eene opgavc hebben overgelegd van een zestal perceelen, dat hiervoor naar hun oordeel in aanmerking kwam, maar dat zij, blijkens het verhandende op die zitting, zich niet hebben vergewist of en op welke voorwaarden die perceelen ver- krijgbaar waren, terwijl de meeste van be doelde perceelen bovendien blijken te behoo- ren tot het veertiental, waarvan de mogelijk- heid van aankoop in den loop des jaars reeds door Dijkgraaf en Hoogheemraden is overwo- gen en ongewenscht bevonden, omdat die aankoop blijkens de door den Dijkgraaf op de gehouden zitting gegeven uiteenzetting niet voldoende aan het beoogde doel zou beant- woorden; dat ten slotte het in de adressen genoemcU bedrag aan jaarlijksche kosten van f 7090 a 8000. dat, ongeacht de noodige afschrijvin- gen. uit dezen aankoop zou voortvloeien, naar op de zitting der commissie gebleken is, slechfs berustte op eene globale schatting, zonder dat kennis genomen was van de in deze bestaande biizondere omstandigheden en plannen, zoodat aan die schatting geen waarde kan worden gehecht: Qyerwegende, dat. nu de,halve als vast- staande mag worden aangencn-en, dat het Hoogheemraadschap over cen h oarlijk inge richt Gemeenlandshuis bebeorv te kunnen be- schiken en niet i« aangetcond, dat het in de gegeven omstandigheden op be'ere of mindere kostbare wijze in ziine huisvesting had kun nen voorzien, hun College ordanks den ook naar zijn oordeel zeer hoogen koopprijs niet voldoende aanleiding vindt zijn? goedkeuring aan het bestreden besluit te onthouden; Gelet on het reg'ement van bestuur .voor het Hoogheemraadschap en op de Water- staatswet 1900: B e s 1 u i t e n het besluit van de algemeene vergadering van het Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwarier van 18 December 1924 tot aankoop van het bovengencemde perceel goed te keuren. Gemensid nieuws Reeds om 5 minuten over een is Zaterdag de H.N.A.C.K., een vliegtuig van het F VII- tvpe, dat Vrij dag naar Parijs was gezonden door de Kon. Nederlandsche Luchtvaart- maatschappij, om daar ter beschikking van de Oostinje-vliegers gesteld te worden, boven het vlieveld Waalhaven aangekomen. Daar stonden twee escadrilles militaire vliegtuigen gereed om Van der Hoop en de zijnen naar Amsterdam te begeleiden. Even voordat de F VII in zicht was, ging kapitein Vcrsteeg met zijn mannen naar bo ven, en onmiddellijk nadat het toestel, laag vliegend, over het vliegveld was gevlogen, ging luitenant ter zee Elkerhout met het es- cadrille marinevliegers eveneens in de lucht. Nog eenmaal werd boven de Waalhaven ge vlogen, en toen werd naar de stad gekoerst. Op Waalhaven werden alle pogingen in het werk gesteld om de F VII, die veel te vroeg was aangekomen, te doen landen. De lichtkogels en pijlen werden blijkbaar door de inzittenden niet waargenomen, althans ze zetten hun reis naar Amsterdam voort, waar ze dus waarschijnlijk door een te vroege aan- komst de officieele ontvangst, die op half-drie was bepaald, eenigszins in de war zullen la ten loopen. Bijster groot was de belangstelling niet op Waalhaven. Hartelijk werden de vliegers, die met handen en zakdoelcen terug wuifden, door de menschen, die zich op het vliegveld had- den verzameld, toegejuicht. Men schreef uit Amsterdam aan de jN R Ct. Bij scheepsladingen, fietsers bij duizenden, automobilisten in overstelpend aantal, in vol- geladen autobussen envrachtauto's.waren dan tegen haifdrie de ontelbare bewonderaars van dt Oostinjevliegers Zaterdagmiddag op het vliegveld Schiphol bijeengekomen, om het heldhaftig drietal bij zijn terugkomst in het mcederland het eerste welkom toe te jubclen, zoodra zij na de laatse etappe van hun thuis- reis door de lucht, ParijsAmsterdam, weer den voet op vasten grond zouden hebben. Maar van dat laatste was eigenlijk geen spra- ke meer, toen de geestdrift onder de ontelbare menschenmassa, die over een duizend meters achter de staketsels op het vliegveld ge schaard stonde, bij hun eerste voorbijtrekken losbarstte. Want nog waren zij niet uit de fokker F VII, een vliegtuig van hetzelfde type als waarin zij het halve wereldrond om- gevlogen zijn, gestapt, of zij werden hoog geheven op de schoudcrs van hun kameraden, officieren en minderen van het militaire Bgenj naar de officieele tribune droegen. Drie aardige kleuters waren hun tegemoct gezonden met zware lauwerkransen, getooid met breede oranjelintendat was de eerste hulde, welke zij van de Kon. Luchtvaartmij, in ontvangst hadden te nemen. En zoodra hun die kransen om de -schouders waren gelegd, gingen zij omhoog boven de hoofden van de woelige menigte die hen omstuwde; en het laat zich denken dat zij handen genoeg hadden om de handen te drukken van al de vrienden en al de onbekenden, die hun gereikt werden. Zoo werden zij in triumf langs de menigte achter de uit houten hefcken bestaande afzetting ge- dragen, terwijl een ware orkaan van toe- juichingen steeds sterker aanzwol en met hen voortgolfde tot voor de officieele tribune, waar zij met niet minder hartelijk gejubel verwelkomd werden. Groot was hier het aan tal autoriteiten, maar deze heele ontvangst had al zeer weimig officieels of plechtigs, om dat alle aanwezigen blijkbaar te zeer onder den indruk van het merkwaardige oogenblik war en. om niet spontaan aan hunne gevoe- lens uiting te geven. Ondanks alle pogingen van de beneden en onbereden militaire politie werd het een ge- warrel van een dichte menschenkluwen om de drie helden van den dag been; hossend har den de soldaten hen tot voor de trappen van de tribune gedragen, en daar zetten zij hen reder voor de voeten van drie aanwezige mi nisters. Eerst toen de muziek van de Tram- harmoni eplechtig het Wilhelmus inzette, kwam er wat rust in de deinende menigte, en dit was Voor van der Hoop, van. Weerden Poelman en van den Broeke het eerste oogen blik, gunstig om even op hun verhaal te ko men. Maar intusschen kwamen alweer van alle kanten de pers-fotografen aanstormen, klauterden op alles wat maar beklimbaar was, riepen hen bij den naam, en boden en smeekten hun om toch een oogenblik naar hun lens te kijken, wattzij dan maar weer met on- uitputtelijk geduld en met groote goedmoe- digheid deden. Zoo duurde het geruimen tijd, voordat ge- neraal Snijders, de voorzitter van het Vlieg- comite Nederland-Indie, het eerste welkomst- woord tot hen kon richten. Dit waren eigenlijk wel de voornaamste momenten geweest van de grootsche huldi- gir.g, waarmede de drie Oostinjevaarders bij hun terugkomst op Schiphol ontvangen zijn, en omdat die het meest indrukwekkend waren, begonnen wij haast onwijlekeurig daarmede ons relaas, hoewel er, gelijk wel vanzelf spreekt, nog ^en eni ander aan voorafgegaan was. Kort nadat twee baby-vliegtuigen de Fok ker F VII in Zuidelijke richting tegemoet wa ren gevlogen steeg een machine op, op de wanden van welker romp de letters geschil- derd waren: „Niet landen voor half drie!" Ook dit vliegtuig zette koers in Zuidelijke richting, en is er uitstekend in geslaagd de boodschap over te brengen, waaraan Van der Hoop en de hem van Rotterdam uit vergezel- Iende escadrilles van land- en zeemacht zich dan ook nauwkeurig gehouden hebben. Even voor twee uur verscheen in de rich ting Aalsmeer een zwarte stip aan den he- mel, waarvan de wind intusschen de wolken uiteengejaagd had, zoodat een milde voor- jaarszon over het feestelijk vliegveld scheen. Grooter werd die stip, en spoedig kon men het eigenaardige type van de Fokker F VII herkennen, voorafgegaan door de twee in V- vorm vliegend escadrilles van land- en zee macht. Bij tientallen kozen de machines van het vliegveld het luchtruim, den terugkeeren- den tegemoet; zoodat, toen zij boven Schip hol eenige wijde cinkels beschreven, de avia- tische verwelkoming die hun omhoog ten deel viel zeker niet de minste is geweest. Daarna koersten al die Vliegtuigen stadwaarts; eeni- gen tijd hebben zij boven Amsterdam gevlo gen,, ook boven de haven, waar op een sein van het stoombootje van den havenmeester alle stoomfluiten en sirenes haar oorverdoo- vende welkomstgroeten de lucht in gilden. Tegen haifdrie waren de Oostinjevliegers met de hen begeleidende vliegtuigen weder boven Schiphol, waar zij eerst weder eenige wijde cirkels beschreven. En toen vielen plot- seling de escadrilles in alle richtingen uit- een, rondom de F VII; een grootsch gezicht was dat, hetwelk even deed denken aan het uiteenspaten van een vuurpeil. Te zeven minuten over half drie had de F. VII den grond bereikt; welk cen beweging kwam er toen onder het talrijke publiek en op de officieele tribune. Daar bevonden zich met generaal Snijders, den voorzitter, en de leden van het Vliegcomite Nederland-Indie; en voorts met de bestuursleden van de K. L. M. en talrijke burger- en militaire vliegers, vele autoriteiten. We zagen er den minister van oorlog, den minister van waterstaat en den minister van marine; den chef van de marinestaf, generaad Torbes Wels; ook c'.en burgemeester van Amsterdarp met zijn fami- lie, en de wethouders ter Haar, Vos en Polak. den, een lied bcorde zingen, dat je (in bijzon- dcre omstandigheden, dat geef ik toe) in Ro-j driguez hadt gehoord, schijn je af te leiden, dat d e mannen, die Adams verm cord hebben, op dit eiland geland zijn. Dat lied van jou kan wel een geliefd volksdeuntje in Rodrigu ez zijji, iedereen zingt het daar misschien. Heb je daaraan wel gedacht?" „Wanneer die gedaante, die jc bij het graf zag staan en die man, dien je in het bosch heorde neurien tot die geheimzinnige bende behooren van El-Hce heet-h ij-ook-weer, dan moeten ze ons hierheen gevolgd zijn. Maar- hoe zijn ze dan gekomen? We hebben geen stcomschip gezien. Wanneer daarentegen dat geneurie vcor een cenvoudige verklaring vat- baat is, zooals ik daareven veronderstelde, dag is de laatste schakel waarmee je deze geheimzinnige bezoekers van Gock Island verbindt met El-Dinges' bende, ook kapot." Dit was heel vexnuftig gevonden. Maar het overtuigde mij niet. De klank van de stem in het bosch was dezelfde als die van den man in het laantje. Dat stond 'bij mij vast. Boven dien had ik diep in mijn bmnenstc een vage verdenking tegen Custrin, die ik liever nog maar niet aan den waardigen katoenkoning had meegedeeld. En wat het feit betreft, dat wij geen stoomschip gezien hadden, dacht ik aan die sleep, die vanuit de haven van Ro driguez achter ons aangekomen was. „Ik zal je wat anders vertellen," hernam Garth, „dat jc misschien niet weet. Veel van deze eilanden in de Stifle Zuidzee houden schatten vcrborgengeen goudstukken, maar iets, dat bijna cvenvcel waarde heeft: phos- phateu. Er zijn altijd avonturiers, die den Oceaan rondzwerven om naar plaatsen te zceken, waar guano gevonden wcrdt.cn veel van die heeren zijn geweldig bang voor an dere bezoekers. Let nu eens op mijn woorden deze kerels, die zich zoo vreema gedragen hebben, zijn naar alle waarschijnlijkheid juist zco'n bende schurken uit Rodriguez na tuurlijk zonder concessies die hier door een schip aan wal gezet zijn en naar phosphaten komen zoeken. Ze denken, dat wij gekomen zijn om hun in dc widen te rijden Ik was uit het veld gestagen. Garth was een handdsman uit Lancashire met een hard hoofd en wat hij zeide, getuigde van gezond verstand. En toch Ik ging naar den ingang van de grot en keek naar buiten. Met indrukwekkende grootschheid ging de zon in het oosten op en het glinsterende strand lichtte in de zachte kleuren van den morgenstond. Op eenige pas- sen afstands was Carsfairs bezig zand te scheppen voor ens levensbehoud. Hij had reeds een twaalftal groote zakken gevuld. „U kunt gelijk hebben, Sir Alexander," zd ik ten laatste. fk hoop, dat U't bij het rechte eind heeft. Maar zelfs wanneer die menschen concessie hebben om onderzoekingen te doen, moeten wij niet vergeten, dat ze een bende scurken zijn. Ze zijn best in staat om eerst ler Hoop, de zuster van van Weerden l'oel- man en de vrouw van van den Broeke, aan wie de drie aanwezige ministers hoffelijk hun plaats voor op de tribune hadden afgestaan. Zooals wij reeds hierboven schreven, droeg hier de officieele begroeting een zeer weinig offideel, maar een wel zeer hartelijk karakter. Het was het een oogenblik, toen de drie lucht- helden hun moeder, vrouw en zuster omhels- den. Daarna werd de eerewijn rondgediend en dan verhief generaal Snijders zijn metaal- heldere stem, die ver boven de hoofden der menigte uitklonk. Hij riep de vliegers een hartelijk welkom toe en noodigde alien uit om in te stemmen met een: „Lang zullen ze leven!" Met onbeschrijfelijke geestdrift, die zich over de heele wijdverspreide, en toch zoo dichte menigte voortplantte, voldeden de om- standers aan dit verzoek. De beer Fokker nam nog even het woord om de bemanning van de F. VII dank te zeg gen voor de door haar met het door hem ge- bouwde toestel geleverde pracht-praestatie, welke zoozeer heeft bijgedragen tot den we- reldnaam van het fabrikaat. Daarna was het drietal opnieuw geduren- de de ongeveer een kwartier aan de persfoto- grafeerende filmoperateu.rs overgeleverd, tot- dat jhr. Van den Bergh van Heemstede het sein gaf voor het aanvaarden van den toeht naar Amsterdam. Er vormde zich een lange stoet van auto's, en de eerste waarvan plaats- namen de leden van het comite Vliegtocht NederlandIndie. In de t-weede volgden de drie vliegers, getooid met hun lauwerkransen; daarachter reed een auto, door den heer Fok ker bestuurd, waarin generaal Snijders reed. In den vierden wagen waren gezeten de moe der van Van der Hoop, de zuster van Van Weerden Poelman en de vrouw van v. d. Broeke. Daarop volgen eenige auto's met officials. Langs den heelen weg viel den Oostinje vliegers van de zijde van het talrijke publiek, dat zich aan weerszijden had geschaard, een buitengewoon hartelijke verwelkoming ten deel. Naarmate men Amsterdam naderde werd de menschenmenigte dichtex; in de stad was zooveel volk op de been als men zich na de jubileumfeesten van 1923 niet herinnert gezien te hebben. De weg welke de stoet hier volgde ging eerst langs Overtoomsche Schut- sluis, Amstelveenschen weg, Kruseman- straat. Hier stopte men eenige oogenblikken, en stelde zich voor en achter de auto van de vliegers, die Fokker op de aohterkap had ge- heschen, de bereden eerewacht der studenten op. Terwijl de auto's nu stapvoet naar Hotel l'Europe in de Doelenstraat reden, liet de Amsterdamsche burgerij de gelegenheid niet voorbijgaan om in geestdiiftige toejuichingen blijk te geven van haar groote bewondering voor het kranig stuk, dat de drie vliegers vol- bracht hebben. Hier en daar regende het bloe- men uit de venstersvorsten hadden zich geen meer vorstlijke ontvangst van de zijde van het opgetogen publiek kunnen denken. Deze tocht door Amsterdam is een waarlijk weer- galooze zegetocht geworden. De politie had uitstekende orde-maatrege- len getroffen, waaraan het achterwege blijven van wanklanken zeker te danken is. De receptie, die om ruim 5 uur in hotel de l'Europe werd gehouden, was zeer druk be- zocht. Het woord werd allereerst gevoerd door den heer Edo Begsma, die met de hee ren Steffelaar, Pos en i.ugard den A.N.W.B., Toeristenbond voor Nederland, vertegeni- woordigde. Wie eens den zeeweg naar Indie vond, zei de hij o.a., brak baan voor de scheepvaart; uw kloeke daad, drietal vliegers, brenge de luchtvaart tot bloei, Nederland tot zegen Nederland hier en het onmetelijk Neder- landsch rijk aan den evenaar, Nederland d'aarginds. Aan de drie vliegers werden door den A. N. W. B. hierop een zilveren plaquette aan- geboden, voorstellende op den voorgrond een Indisch landschap en op den achtergrood een Hollandsch landschap, gescheiden door de zee, waarboven het vliegtuig zich voortbe- weegt. De moeder van v. d. Hoop, de zuster van van Weerden Poelman en de vrouw van van der Broeke kregen bloemen, alsmede een afdruk van de plaquette, terwijl deze afdruk eveneens werd aangebod'en aan den heer A. H. G. Fokker, den bouwer van het vliegtuig, waarmee de toeht werd volbracht en aan den heer J. H. W. van der Meulen, die in 1917 het eerst een plan voor een Nederland-Indie vlucht ontwierp en hieraan in De Kampioen een artikel wijdde. Vice-admiraal Fock, commandant van de marine te Den Helder bracht namens de ma rine hulde aan de vliegers en gaf de verze- kering, dat ook de Kon. Marine buitengewoon waardeert de prestatie door het drietal ver- richt. De heer H. J. de Jonge heette als voorzit ter van d'e commissie voor den Fakeloptocht te schieten en pas daarna iemands naam te vragen. Ik ga een kleine barricade van zand- zakken maken vcor den ingang van deze grot. Die bestrijkt een mooi veld om te vuren en zal U of Carstairs in de gelegenheid stellen ieder af te weren, die binnen een afstand van dcrtig meter komt. Zoodra wij alles hier in bebcorlijken staat van verdediging hebben gebracht, "ga ik op mijn eigen hoirtje een ver- kenningstocht maken „Mijn beste majoor," merkte Garth op, rechtop in bed zittend met de handen om zijn knieen gestagen, „wie U zoo hoort praten, zou denken, dat het goede oude Britsche Rijk had opgehouden mee te tellen in de wereld. Vreemdelingen kunnen niet zoo maar Britsche onderdanen gaan vemroorden. weet U. Ze zouden verduiveld gauw het Ministerie van Buitenlandsche Zaken achter hun vodden hebben, dat een oorlogssdhip op hen af zou zenden en wat er bij hoort. Maar, ging hij op toegeeflijken toon voort, „ik ben volkomen bereid het fort te verdedigen, terwijl U eens gaat rondkijken. Ik ben er niet rouwig om een oclrtend lui door te brengen, want om de waarheid te zeggen, 'ben ik zoo stijf van onze klimpartij van gisteren, dat ik me" nauwelijks kan bewegen!" Garth hielp mij een borstwering op te wer- pen aan den ingang van onze grot, zoo onge veer als een papa, die ziin kleine jongen helpt een fort van zand te maken Er waren niet al te veel zandbakken, maar we konden oas be- le een bloemstuk. Generaal Hoogenboom huldigde de vlie gers namens Nederland in den Vreemde Namens de Vereeniging van Nederlandsche Verlofsotficieren sprak luitenant Nuyen en de heer De Riemer zeide, dat deOnderofficieren- vereemging Ons Belang niet achter wilde blijven in deze huldiging. Hij bood namens zijn vereeniging kransen aan de vliegers en bloemstuken aan de dames aan. De heer P. Masaland, rector van het Am sterdainsch Studentencorps herinnerde er aan, dat de jeugd gaarne iets ziet en doet wat anderen tevoren nog nooit hebben sk- daan. Namens de Tramharmonie sprak de heer Put. Toen de Jobstijding kwam van den Balkan „Ze kunnen niet verder", toen het verkeerd ging, hebben wij, aldus spr., ge- zegd: „Wij ontsporen ook wel eens! Het zal wel weer in orde komen." En het is in orde gekomen! Spr. bracht hulde voor hetneen de vliegers hebben verricht Daarna sprak nog de heer J. Giltay na mens d'e directie van Het Leven en vervolgens kwamen tal van firma's hun fabrikaten ten geschenke aanbieden. De vijftienjarige Theo Alpen bood den vliegers een compositie aan De heer Renkema, die de vliegers in Deli had verwelkomd, sprak ook nu cen kort woord Van der Hoop, namens de drie vliegers het woord voerend, zeide, dat hi] en zijn metgezel- len getroffen, of liever overweldigd zijn door de schittesrend ontvangst. Hij herinnerde er aan, hoe zij een half jaar geleden ook hiei' stonden; ook toen werden er vriendelijke woorden gewisseld, maar nu het zaakje is opgeknapt, voelen wij ons toch een beetje vei- liger. ij hebben aldus spr. de voldoe mug van het welslagen van den tocht; moge deze tocht een begin zijn van een vooruitgang m de luchtvaart en van een geregelde lucht- verbinding met Indie. De muziek speelde hierop het Wilhelmus, dat door de aanwezigen werd medegezongen. waarna mevr. Ziekenoppasser uit naam van de Nederlandsche vrouwen hulde bracht aan cle vliegers en mevr. Alsbach in het bijzondei mevrouw van den Broeke huldigde. Men bleef nog eenigen tijd gezellig bijeen, terwijl velen gebruik maakten van de gele genheid om den vliegers te complimenteeren. Het comite, dat den fakkeloptocht had ge- organiseerd, heeft eer van zijn werk gehad en de fakkel- en zanghulde vormde e« alleraai" digst gedeelte van de Amsterdamsche huldi ging van de Oostiiijevliegers. Reeds vroeg in den avond kwamen van alle kanten de be- langstellenden opdagen. De regeling bij het Vondelpark bleek echter niet erg gelukkig. Erkend zij echter, dat verder alles vlot en uit stekend liep. In de Kattenlabn van het Von delpark stelde de stoet, die 3000 deelnemers, onder wie 550 zangers, teldfe, zich op, onder leiding van den heer Speer, en daar werden ook 600 fakkels aan de deelnemers uitgereikt. Om 20 minuten voor negenen verschenen de vliegers op het hordes van het paviljoen, en- thousiast begroet door het publeik, cti aan- stonds lieten de zangers onder leiding van den heer Jacob Hamel zich hooren. Daarna zette de lange stoet van deetne- mende vereenigingen zich in beweging en trok het paviljoen Vondelpark voorbij. De honderden brandende flambouwen gaven een schitterend effect tegen de donkerte van het Vondelpark. In een. der eerste rijen werd op een wagen, getrokken door vier paarden, een klein model meegevoerd van het Fokkervlieg- tuig, waarmee de vliegers den tocht naar In die hebben volbracht. Voor op den wagen hadden twee Javanen, achterop twee Markers plaats genomen. Het vliegtuig zweefde boven een bloembollenveld. De Nederlandsche Reis- vereeniging was o.a vertegenwoordigd door een mailcoach en door een nieuwerwetsche touringcar en dan waren er verder gymnas tiek en sportvereenigingen, padvinders en studenten, zang- en muziekkorpsen. En al naar den aard hunner vereeniging wuifden en juichten d'e deelnemers den drie vliegers toe, slaakten kreten en zongen het Io vivat en steeds maar weer groetten en wuifden de vliegers terug. Van het Vondelpark trok de stoet naar het Sarphatipark, waar hij werd ontbonden Ook in de stad was de belangstelling voor den fakkeloptocht groot. Onder de goede zoar4 gen van de politie had alles een zeer geregeld beloop. \.1 Zaterdagavond te ruim 8 uur heeft de Ko4 ninklijke Nederlandsche vereeniging voor de luchtvaart de Oostinjevliegers en verschilleo-i de burgerlijke, militaire en luchtvaartautori- teiten aan een feestmaal in het Paviljoen' Von- delpark vereenigd. Ongeveer 150 gas ten za- ten aan. De disch was versierd met de na- tionale kleuren en met oranjetulpen en nar- cissen. Voor de eeretafel prijkte een tafelvec "j siering, bestaande uit een "poort, bekroond met bloemvazen, waaronder een klein model helpen met wat conservenblikken, daar bo- venop legde wij de zandzakken en tot slot schepten wij een laag zand er onder tegen aan. Het heele gordijn van klimplanten voor den ingang van de grot, dat van buitenaf het gezicht belemmerde. was niet zoo dacht, dat men van binnen uit niet onze vesting fcon commandeeren. Carstairs bracht koffie en sandwiches en vulde mijn veldflesch op mijn verzoek met brandewijo, ook bracht hij mij mijn revolver en munitie voor een paar schoten. Toen keeTde ik de zee den nig toe en ging weer de bos- schen in. Mijn plan was naar het graf op de open plek tc gaan. Dit zou de proef op de som zijn. Wanneer onze geheimzinnige bezoekers "op jacht waren naar de schat, zouden zij vast en zeker in de buurt van het graf beginnen te zoeken. Want, zoover ik kon nagaan, was het graf de eenige aanwijzing, die zij bezaten om hen fe leiden bij hun onderzoekingen. Het was nog heel vroeg en wanneer ik ongemerkt de open plek kon bereiken, wilde ik mijzelf op een geschikt punt posteeren, misschien on het hooger gelegen gedeelte achter hef graf. en afwachteii wat er gebeuren zou. Heel behoedzaam ging ik voorwaarts, mijn revolver in den hand. Herhaaldelijik bleef "ik stilstaan en luisterde; maar behalve het ge- kwetter van de vogels in de boomen hoorde ik niets. De bruisende stroom, die van het hcoger gelegen deel van het eiland naar be neden stortte, gaf mij mijn richting aan. (Wordt vervolgd.) 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1925 | | pagina 5