AlKmaarsche Courant
De terugkeer van Klompvoet
PRUSCOURANTEN
FEUILLETON.
Laat ons
Bonder dag- 7 Mei.
Gemengd nieuws
No. 107 1925
Honderd Zeven en Twintigste Jaargang,
De Bloemententoonstelling te Heemstede.
6 Mei16 Mei.
Er komt maar geen einde aan de bloemen-
weeide op deze tentoonstelling. De eene bloe-
mensoort is met been of een ander is al weer
present. Crocussen zijn al voor goed weg;
veel hyacinthen hebben haar besten tijd ook
al gehad en men heeft haar de verflenstc bloe-
men „afgestroopt", zooals de term luidt.
Maar nu komt de Tulp.
In al haar verscheidenheden en in de veler-
lei kleuren, waardoor dit plantengeslacht zich
onderscheidt. En naast en met haar schitte-
ren nog duizenden en duizenden Narcissen.
Het is nu een lust op't uitgebreide terrein
rond te wandelen. 't Is waar, iedereen kent
tulpen, maar dat er zoovele soorten zijn in
zoovele kleuren, neen, dat weet de gewone
burger en de burgeres niet.
Nooit zag men bijeen, wat hier nu bloeit
Het is een onbegonnen werk namen te no-
teeren die staan er trouwens overal bij, zoo-
dat men ze noteeren kan als deze of gene
soort ons bijzonder interesseert.
Zoo zal ongetwijfeld de tulp Pink Beauty
alter aandacht trekken. De bloem zelf is van
flinken vorm, terwijl het prachtige karmijn-
rose der bloemblaadjes onderbroken wordt
door een min of meer gelijkbeenigen driehoek,
geheel wit.
Op vele bezoekers en bezoeksters maakte
deze tulp een machtigen indruk. En inderdaad,
de perken met Pink Beauty zijn ongekend
mooi. Deze tulp is dan ook een pracht-exem-
plaar voor perken. Even voor het restaurant
ligt er een mooi park van en ook rechts van't
hoofdgebouw. Bovendien liggen er nog meer
perken van verspreid over het terrein.
De Prins van Oostenrijk, een zalmroode,
oranje getinte tulp, is al even belangwekkend
en eveneens uitstekend geschikt voor perkbe-
planting.
Voor het hoofdgebouw is't nu heel wat
keuriger en fleuriger, dan in den beginne Op
de kleinere grasperken voor in- en uitgang
van't gebouw staat de tulp Vuurbaken, die
haar naam alle eer aandoet.
Achter't hoofdgebouw valt rechts de inzen-
ding iiit Noordwijk op: een mooie groep per
ken van de bekendste vroege tulpen, zooals
Murillo, Theeroos, Peach Blossom, Electra
e. a.
Een aardige combinatie is die van Tulpen
en Vergeet-mij-niet. Een bed was beplant
-net Thomas Moore donker oranje, een der
beste bovendien voor potcultuur en daar-
tusschen bloeiden rijkelijk de Vergeet-mij-
nietjes. Inderdaad een aardige combinatie.
Als straks Thomas het aflegt, groeit Myosotis
door. Het zou misschien de moeite loonen als
de onderplanting, of, zooals men het in de
groenteelt noemt, „de tusschenteelt" van
bloembollenbedden eens nader werd bestu-
deerd.
E>e enorme kleurenrijkdom der tulpen komt
hier nu wel mooi uit. En nog zijn we niet
aan't einde, want straks komen de „late tul
pen", waarin wederom veel kleuren- en vor-
men-variatie.
Hebben nu de Tulpen zoo ongeveer de lei-
ding, de Narcissen zijn nog lang niet voorne-
mens heen te gaan. Er bloeien hiervan nog
zoovele varieteiten, dat het een lust blijft
haar te zien. De Poeticus-varieteiten staan nu
in vollen bloei! De gewone bezoeker ziet
maar niet zoo dadelijk de botanische verschil-
len, maar de vakman, die deze verschillen ook
op handelswaarde weet te schatten
op handelswaarde weet te taxeeren, ziet ze
wel degelijk.
Dat er zooveel variatie onder de Narcissen
is, neen, dat wist't publiek niet. Daarom is't
zoo noodig, dat men nu zoo goed als alle
varieteiten op dit terrein in bloei kan zien en
vergelijken
Maar behalve deze groote en vele kleurige
bedden Tulpen en Narcissen valt er nog heel
wat meer te zien op't terrein. Nu zijn de Rots-
tuinen wel op hun mooist. Talrijke lage plan-
ten staan nu in bloei en vormen met de steen-
blokken een echt berglandschap, zij 't ook op
bescheiden voet.
De Fruittuintjes van 100 a 150 M2 worden
met den dag mooier. De peren staan al rijk te
bloeien en de appels openen weldra hun rose
bloemknoppen. We vernamen van de exnosan-
ten dezer tuintjes, dat er bij het publiek veel
belangstelling voor deze aanplantingen be-
staat. En geen wonder. Nog zelden was men
in de gelegenheid zulke buitengewoon prac'.i-
sche voorbeelden te zien.
Op allerlei planten wordt door deze ten-
Door Valentine Williams.
Geautoriseerde vertaling van W. E. Pont.
47)
^Zingen is mijn fort niet. Een combinatie
van schroomvalligheid en een echte rookers-
keel brengt, wanneer ik probeer te zingen, ge-
luiden voort, die ik zeker weet dat mijn tce-
hoorders tot wanhoop moeten brengen. Maar
Marjorie, die ernstig zat te luisteren, 't hoofd
even op zij, liet mij mijn voordracht nog eens
herhalen.
Toen zei ze:
„Maar weet je, dat wat je daar tracht te
zingen een deuntje is, dat echt popular was
in Duitschland, teen ik daar was juist voor
den oorlog, LuisterIk zal het je voorzingen
En met heldere, jonge stem zong zij:
„Puppchen, Du bist mein Augenstern,
„Piippchen, hab' Dich zum Essen gem."
Toen hield zij plotseling op en greep mij
bij den arm. „Puppchen!" zei ze: „Denk eens!
Begrijp je het nu?"
„Neenantwoordde ik neerslachtig. „Ik
moet eerlijk bekennen, dat ik het niet snap!
Ik weet dat Piippchen beteekent pop of popje.
maar ik zie niet
Marjorie wees met haar kleinen vinger
naar het sombere beeld aan den tegenoverge-
stelden kant van het dal, dat men tusschen de
toonstelling 3e aandacht van de bezoekers ge-
vestigd. Zoo zijn b.v. heel weinig bekend de
Keizerskroon en de Kievitsbloemen. Hier en
daar vindt men op boerderijen wel eens een
Keizerskroon, maar in tuinen zagen we haar
nooit aangeplant. Toch is het een interessant
bolgewas, waarvan o.a. vermeld wordt, dat
de reuk van den bol de molten op een afstand
houdt Wat een voordeel des te meer is.
De Kievitsbloemen ontleenen haar naam
aan den vorm en de kleur der bloemen, die
aan kievitseieren doen denken, hoewel er ook
rose en witte varieteiten zijn.
Nu bloeien ook de Berberis en de Mahonia,
bekende heesters, met gele bloemen. Ze leve
reft evenals de Keizerskroon en de Kievitsbloe
men nogal wat honing, die reeds op een af
stand is te ruiken. De Keizerskcoon is o.a
bekend door haar diepe honingputten aan
den voet der bloempjes, in welke putten een
groote druppel honing ligt.
Schijnt nu de zon, dan komen de insecten
los en vliegen naar de honingstalletjes in de
bloemen. Op het terrein staan eenige ouder-
wetsche strookorven, rijk bevolkt. En duizen
den bijtjes vliegen over het terrein, overal ho
ning purend, waar zij die maar kunnen vin-
den.
De hommels doen voor haar niet onder; die
zijn ook op het appel. Thans vliegen ook kool-
witjes en citroenvlinders over 't terrein.
Vooral de mannetjes van de citroentjes heb
ben een intense citroengele kleur.
De woudboomen ontplooien hun zachtgroe-
blaadjes; de koekoek roept over't terrein,
de spechten lachen, de vinken slaan en de
merels en kwikstaartjes tippeten onder de
heesters en over den weg.
Het is nu een en al mooi en intens natuur-
leven op het terrein te Heemstede. Wie ver-
zuimt dit te zien, mist veel, dat nooit weer
kan worden ingehaald.
Is't op het terrein nu wondermooi, het
hoofdgebouw, waarin gisteren de 5e tijdelijke
tentoonstelling werd geopend, levert nu een
aanblik, zooals niemand had durven ver-
wachten. Hier is nu de bloemist-artist aan't
woord, neen „aan de daad". Lieten de vier vo-
rige tentoonstellingen ons zien tot welke
hoogte de cultuur der kweekers was gestegen,
thans zijn de mannen naar voren gekomen,
die al die prima artikelen artistiek verwerken
voor „huiselijk en maatschappelijk" gebruik.
Hier komt dus nu uit, op welke wijze de bloe
men gebruikt kunnen worden voor allerlei
familiefeesten, voor herdenkingsdagen in za-
ken en niet minder voor de viering van fees-
ten in vereenigingen.
Bij elk feest behooren bloemen.
Bij de geboorte, bij verjaardagen, bij't hu-
welijk, bloemen mogen niet ontbreken.
Welnu, hoe bij al die gelegenheden bloemen
en planten de feestelijke stemming kunnen
verhoogen, dat wordt hier in het hoofdge
bouw in ruime mate en op bijzonder interes
sante wijze getoond.
Het is tamelijk wel ondoeniijk al die in-
zendingen afzonderlijk te besenr-jven. Maar
dat is ook niet noodig. Als het publiek voor
het geexposeerde staat, valt de beoordeeling
niet mogelijk, omdat bijna uitsluitend bekend
materiaal is verwerkt. Alleen een enkele bloem
zal voor de bezoekers wat onbekend zijn.
Zoo o.a. de Bougainvillea, waarmeae de
Rotterdamsche firma Hartlieb een der inte-
rieurs heeft versierd. De Bougainvillea is een
heester met slappe takken, bezet met honder-
den bloemen, omringt van schitterend raal-
vakleurige schutbladen. In Z.-Frankrijk o.a.
worden deze heesters gebruikt als klimplan-
ten langs de buitenmuren. Maar als „bindma-
teriaal" is het ook prachtig te verwerken, dat
zien we hier.
Het spreekt vanzelf, dat de bloemisten
winkeliers vereenigingen uit Haarlem, Am
sterdam, Den Haag en Rotterdam, die hier
deze expositie dragen, tevens op het oog heb
ben het publiek te leeren hoe men versieren
moet, in welke bedoeling in zooverre eenig
egoi'sme zit, dat men hoopt op vele opdrach
ten na de tentoonstelling.
Ook nog in ander opzicht zit er een „zaken-
element" in deze tentoonstelling. We bedoel-
len n.l.: „de Etalage-versieringen." Menige
fabrikant of winkelier die c p zijn artikel of op
zijn etalage de aandacht wil vestigen, weet
niet hoe dat op de meest pakkende wijze te
doen.
Welnu, de bloemisten laten hier nu zien,
hoe de bloemen kunnen medehelpen de re
clame te bevorderen. We kunnen ons dan
ook voorstellen, dat de fraaie winkeletalages
vooral ook door de winkeliers uit ons gehee-
le land zullen worden beschouwd als voor
beelden, die men elders kan navolgen.
Een etalage pakkend en tevens decoratief
met bloemen en planten aan te kleeden is een
kunst, die nog niet velen verstaan, maar wat
hier wordt gepresteerd, is inderdaad iets bui-
tengevvoons. Een expositie, zooals thans in t
hoofdgebouw wordt gehouden, hebben we in
ons_ land nog niet gehad, ten minste niet op
zoo'n schaal en met zoo'n verscheidenheid.
Lorelei links en het Suikerbrood recht kon
zien.
„Daar heb je je pop!" zei ze.
En ik begreep, dat nu eindelijk het raadsel
was opgelost.
HOOFDSTUK XX.
De grafkamer.
Wat hadden we nu aan onze ontdekking,
dacht ik verbitterd. puizend, twee, drie dui-
zend meters in die ijle atmosfeer was het
cnmogelijk de afstanden zuiver te schatten
van onbeganen rotsgrond lagen tusschen ons
en het beeld. Ik gaf nu niet veel meer dan een
voorbijgaande gedachte aan de oplossing van
het codebericht; want mijn geest was bezig
met het meer dringende vraagstuk hoe Mar
jorie te redden uit den gevaarlijken toestand
waarin ik haar gebracht had.
Wij konden daar niet onbepaalden tijd op
de rots blijven; dat was duidelijk. .Onder den
invlced van de zon, die voortdurend sterker
stralen op dien geexposeerden rots neerzond,
deed zich een gevoel van dorst reeds gevoelen.
Marjorie was de eerste, die er van repte. Zij
vroeg of wij ergens water zouden kunnen
vinden. Op onze hoogte leek mij dat twijfel-
achtig en ik vertelde het haar. Marjorie
Garth, had ik gemerkt, was een meisje, dat
graag de voile waarheid wist.
„Wat denk je van die holte achter den pi-
laar?" vroeg zij, langs mij heen wijzend
naar de lage opening, die ik had opgemerkt
in den achterwand van ons plateau.
„Terwijl het licht is." antwoordde ik, „moet
Bruidsbot quetten, tafelverslmngen, kamer-
stukken hebben we meer gezien, maar niet
in die mate en van zulk een kwaliteit
Het was een aardige gedachte van de
Haagsche firma J. C. Hoogeveen Jr. om op
deze tentoonstelling, tusschen al dat moderne
„bloem- en bmdwerk" eens te laten zien, hoe
een vijftig jaar geleden de bloemen werden
„saamgebcnden" in z.g. manchetten met ge-
perporeerde randen, net als de ,Jcastrandjes"
uit dien tijd. Wel waren de bouquetten toen
stijf. De z.g. „bloemkoolvorm" domineerde.
De rangschikking vroeg weinig artistieken
aanleg. De „binderij" was toen nog geen
speciaal vak, waarvoor in't buitenland reeds
lang leerscholen bestaan. Ook in 't buiten
land bestaat daarovcr reeds een uitgebreide
litteratuur. Maar wij kwamen wat achter.
Thans is het ook bij ons geheel veranderd.
We kunnen nu meedoen, dat bewijst deze
expositie. Het loont nu dubbel ihans naar
Haarlem op te trekken. Het terrein ligt nu in
al zijn kleurenriikdom te schitteren in de zon
En in het hoofdgebouw is nu zoo'n enorme
massa schitterend bloemenbindwerk en bloc-
mensierwerk bijeqn, als nog niet in Holland
bijeen was.
Maar onze lezeressen en lezers moeten
zicht haasten. De expositie in het hoofdge
bouw sluit reeds Zondagavond. Het is dus
kort dag.
HET BEZIT VAN HET STEUNCOMITe.
In de gister gehouden Kamerzitting werd
behandeld de Conclusie van het verslag der
Commissie voor de Staatsuitgaven omtrent de
Missive van de Rekenkamer ten geleide van
een afschrift van de door haar gevoerde
correspondentie met den Minister van Bin-
nenlandsche Zaken en Landbouw, Vcorzitter
van den Raad van Ministers, betreffende het
Kon. Nat. Steuncomite.
In dit verslag meent de Commissie de
vraag, of het juist is geweest dat de Staat on
der de gegeven omstandigheden, het over-
schot der N. O. T. gelden geheel door het
Steuncomite liet behouden, zander voorbe-
houd ontkennend te moeten beantwoorden
Zij is van meening, dat hetgeen het Steun
comite thans nog bezit, evenals hetgeen het
alsnog uit de liquidatie van de N. 0. T.
mocht verkrijgen, na aftrek van hetgeen noo
dig kan zijn in verband met de liquidatie van
bereids door het Comite aanvaarde verplich-
tingen, ten spoedigste in de schatkist behoort
te worden gebracht.
Het gaat toch h.i. niet aan, dat over deze
gelden, die te beschouwen zijn als een te vee1
verleende subsidie uit de Staatskas, verder
door een particulier bestuur, zij het dan met
medewerking van twee Ministers, wordt be-
schikt buiten den begrootingswetgever om.
Wat aangaat de toepassing van art. 39 der
Wet op de Rekenkamer, meent de Commissie.
dat ofschoon het onder de bestaande oms.tan-
digheden wenschelijk zou zijn, dat het Steun
comite, dat de laatste jaren gelden beheerde,
die redelijkerwijze aan den Staat toekomen,
rekening over dat beheer aflegde aan de Re
kenkamer, zulks toch niet op grond van ge-
noemd wetsartikel kan worden gevorderd,
aangezien de gelden wel redelijkerwijze aan
den Staat toekwamen, maar niet gezegd kun
nen worden aan den Staat toe te behooren.
De Commissie stelde ten slotte voor de
Ministers van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw en van Arbeid uit te noodigen te
bevorderen, dat ten spoedigste het bezit van
het Kon. Nat. Steuncomite, benevens het saldo
door dat Comite nog te verkrijgen uit de li
quidatie van de N. O. T., na aftrek van het
geen noodig. kan zijn in verband met de liqui
datie van bereids door het Comite aanvaarde
verplichtingen, in 'sRijks schatkist worden
gebracht.
Dc heer Nolens (r.-k.) had wel geen be-
zwaren tegen de conclusie van de commissie,
doch betreurde het dat in haar verslag zoo
weinig waardeering blijkt voor den arbeid
van het Steuncomite, dat in de oorlogsjaren
zoo veel heeft gedaan
De heer Van G ij n (v b meende, dat de
commisise in haar verslag wel woorden van
hulde voor den arbeid der commissie bad
kunnen invlechten, doch men moet dank-
baarheid onderscheiden van zaken doen.
De heer Vliegen (s.-d.) wees er eveneens
nog op dat het verslag geenszins waardee
ring uitsluit voor den arbeid der commissie.
Hij ried aan de conclusie der commissie aan
te nemen, waartoe de Kamer met 57 tegen 25
stemmen besloot.
1NBRAAK IN EEN R.K. SCHOOL.
In den nacht van Maandag op Dinsdag
heeft men zich, naar de O. H. Crt. meldt,
toegang weten te verschaffen tot de R -K.
school in de Crukuiusstraat te Haarlem In
de kamers van het hoofd en van de concier
ge werd alles cverhoop gehaald. In de kamer
van het hoofd werd het schrijfbureau openge-
broken en daaruit 20 ontvreemd, terwijl uit
de conciergekamer 1.80 medegenomen werd
In de verschillende klassen werd een zestal
missiebusjes leeggehaald, waarvan de inhoud
een van ons hier blijven en het pad bewaken
Ik weet niet, wat hun werkeloos-blijven be
teekent maar wij moeten op alles voor
bereid zijn. Waarom ga je niet eens een kijk-
je nemen in dien holte? Maar wees heel voor-
zichtig- het schijnt erg laag van verdieping
te zijn."
Ik stak haar de hand toe om haar op te
helpen. Zij stapte langs mij, wenclde zich om
en glimlachte mij toe, toen boog zij rich cp
den grond en verdween in de "opening. En
terwijl ik met mijn revolver in de hand scherp
de twee zichtbare stukken van het pad in het
oog hield, pijnigde ik mijn trein om een uit-
weg uit onze moeilijkheden te vinden.
Ik wilde probeeren het vol te houden tot
het donker werd. Wanneer dan de „Naomi"
nog niet gekomen was, zouden wij trachten
onaer dekking van de duisternis ons hoi bi
het strand te bereiken en daar op het jach:
te wachten. Wanneer wij ondertusschen cver-
vallen werden, zou ik mij overgeven en alles
aan Klompvoet vertellen, wat ik wist. Intus-
schen zou ik mijn jachtmaken op den schat
moeten opgeven.
Een flauw geluid achter mij deed mij op-
schrikken. Het was duidelijk, maar op verren
afstand. Ik luisterde. Nu hoorde ik het weer
en ditmaal herkende ik den roep.
„Halloooo
Het was Marjorie, die van foinnen uit de
grot riep. Met een Snellen blik naar het pad
beneden mij, krabbelde ik overeind. De ingang
van de grot was niet meer dan vier voet hoog
en ik moest mij bijna dubbel buisren om er in
onbekend was.
Het is niet bekend op welke wijze men zich
toegang heeft verschaft tot de school.
Dit is binnen enkele dagen de tweede in-
braak in een school.
WETTIGHEID VAN EEN BELAST1NG-
VERORDENING; WETTIGHEID VAN
DEN AANSLAG; ONBEVOEGDHEID
VAN DE RECHTERLIJKE MACHT.
De Hooge Raad heeft gisteren uitspraak
gedaan inzake het cassatieberoep van mr. G.
van den Bergh tegen een vonnis van de recht-
bank te Amsterdam, waarbij was ontzegd
zijn vordering op den burgemeester van Am
sterdam, in deze vertegenwoordigend de ge-
meente tot terugbetaling van een bedrag van
51, zijnde den aanslag van mr. P. v. d.
Bergh volgens een Amsterdamsche belasting-
verordening voor 17 door hem aan zijn per-
ceel aangebrachte over de straat hangende
zonneschermen.
In eerste instantie had mr. v. d. Berg aan-
gevoerd, dat hij deze belasting niet verschul-
digd zou zijn, omdat volgens hem genoemde
belastingverordening rechtsgeldigheid mist.
De Kantonrechter ontzegde evenwel de inge-
stelde vordering.
In hooger beroep werd al verweer door den
burgemeester aangevoerd, dat de kennisne-
ming van een actie als de onderhavige alleen
zou toekomen aan den gemeenteraad en den
Raad van Beroep.
De rechtbank achtte dit verweer evenwel
onjuist, verklaarde zich bevoegd, van de ver-
vordering kennis te nemen, doch ontzegde
eveneens, met bekrachtiging van het vonnis
van den kantonrechter, de vordering tot te
rugbetaling. Van dit vonnis voorzag mr.
Van den Bergh zich in cassatie, terwijl de
burgemeester incidenteel beroep instelde.
Daar dit incidenteel beroep de bevoegdheicl
van den rechter betrof, werd dit het eerst door
den Hoogen Raad behandeld.
Omtrent dit beroep overwoog de Hooge
Raad, dat bezwaren tegen betaling van be-
lastingen, waarvoor (als in het onderhavige
geval) geen kohieren worden opgemaakt vol
gens art. 265c in verband met 205b kunnen
worden ingesteld bij den raad der gemeente
en in hooger beroep bij den raad van beroep
voor de directe belastingen.
Daar de Hooge Raad voorts besliste, dat
een bezwaar tegen de wettigheid van den aan
slag, moet voor de genoemde regeling van
art. 265c en 265b wijken het gestelde in art
2 Rechterlijke Organisatie.
Hieruit volgt, dat de rechtbank zich ten
onrechte heeft bevoegd verklaard van de vor
dering kennis te nemen.
Met vernietiging van de vonnissen van de
rechtbank en den kantonrechter verklaarde de
Hooge Raad derhalve, dat de rechter onbe-
voegd is, van de ingestelde vordering kennis
te nemen. Mr. van den Berg werd veroordeeld
in de kosten van alle instanties.
DE MOORD TE CULEMBORG.
In verband met de moordzaak te Culem-
bcrg is, naar het Hdbl. meldt, gistermiddag
zen achterneef van de slachtoffers van Culem-
borg naar Tiel overgebracht.
OVERBOORD GESLAGEN.
Toen gistemacht de logger Kees, Katwijk
105, de haven van IJmuiden binnenkwam,
wou men tusschen de pieren het achterzeil in-
halen. Daarbij klom de stuurman H. v. B
op de giek, om het zeil af te trekken. Door een
rukwind is hij toen overboord geslagen en
verdronken. Van B. was ongehuwd en woonde
te Katwijk.
KIPPEN VERGIFTIGD.
De heer P. Stroet, wonende aan den Hi!
tegommerdijk te Nieuw-Vennep deed aangifte
bij de politie dat hij 's morgens vijf zijner
kippen d'ood in het hok vond liggen.
De politie stelde, aldus vertelt de O. H. Crt
hierop een onderzoek in, waarbij bleek dat
zijn buurman J.B. er meer van af wist. Deze
werd door de politie aangehouden en bij het
verhoor bekende hij de kippen te hebben ver-
giftigd met rijst, die met fosfor vermengd
was, omdat hij van deze dieren erg veel last
ondervond.
Tegen B is proces-verbaal opgemaakt.
Deze laffe daad is voor den heer S. een
schadepost, daar de kippen volop aan den
leg waren, maar B. zal er wellicht nog meer
last van ondervinden!
ONTWERP Z1EKTE- EN ONGEVAL-
LENWET.
Het bestuur van de Vereeniging van Ne-
derlandsche Gemeenten heeft d.d. 4 Mei een
adres gericht aan de Tweede Kamer, waarin
o.m. de aandacht wordt gevestigd op een ern-
stige leemte in bovengenoemd on twerp, n.l de
niet-bestendiging van de mogelijkheid om ei
gen risico te dragen voor de ongevallenver-
zekering, gelijk zulks thans onder de thans
geldencle wetgeving, tot aanzienlijk voordeel
van een aantal gemeenten mogelijk is.
Als conclusie van zijn adres verzoekt het
bestuur de Kamer te bevorderen dat:
1. bij de voorgenomen herziening van de
te komen. Binnenin was, een paar voet van
de opening af, genoeg licht om te zien, dat
de bedem, bros en brokkelig, afhelde naar
een donkere diepte. Toen klonk van ergens ver
beneden, het leek mij bijna aan mijn voeten,
weer het geroep van Marjorie:
„Hallooo
Ik stond stil.
„Hier!" riep ik. „Waar ben je?"
Van ver beneden klonk de stem, flauw en
wat beverig.
„Hier beneden in het donker en ik vind het
niets plcizierig! Maar ik heb water gevon-
denEr zijn een paar treden in drots uitge
houwen
De aantrekkingskracht van het water was
onweerstaanbaar. Ik wierp een blik naar bui
ten op het pad, waarboven de warme lucht
trilde. Er was niemand te zien. Ik dacht, dat
ik veilig gauw even het hoi binnen kon gaan
om mijn brandenden dorst te lesschen.
Het bol werd nauwer naarmate men dieper
in de rots kwam, en plotseling schoot mijn
voet uit in de ruimte. Ik tastte een beetjc
rond en vond een smalle trede. Toen herinner-
de ik mij plotseling, dat ik een stompje kaars
in mijn zak had, dat ik den vorigen avond
had opgepikt toen wij de sloep aan 't ontla-
den waren. Een oud kampeerder laat nooit
stukjes kaars liggen. Ze kunnen altijd te pas
komen zooals het verdere verhaal zal be-
wijzen.
Ik streek dus een lucifer af, stak mijn
stompje kaars aan en tuurde naar beneden
Het Zwakke schijnsel verlichttc alleen cen
nw
drakken.
H.V, Boek- en
Handelsdrukkerlj
v.h.
HERMS. COSTER &Z00N
V00R0AM C 9 ALKMAAR
sociaie verzekeringswetgeving opzettelijk wor-
de gesteld en onder oogen gezien de vraag:
in welke mate in die wetgeving rekening dient
te worden gehouden me de wetgeving en de
plaatselijke regelingen welke speciaal in het
leven zijn geroepen ten behoeve van hen, die
in dienst zijn van publiekrechtelijke licha-
men, zulks teneinde, zonder de belangeii
van betrokkenen te schaden, te geraken tot
verlichting van lasten, welke onder de be
staande regelingen onnoodig ook van de pu
bliekrechtelijke lichamen waarborgen ter na-
coming van hun verplichtingen worden ge-
eischt en anderzijds eveneens onnoodig die 1'
chamen somtijds ten aauzien van het in hun
dienst zijnde personeel onder de werking van
tweeerlei wetgeving zijn gebracht;
2. onverminderd het sub le. gestelde in het
aanhangig gemaakte ontwerp-Ziekte- en On-
gevallenwet 1925, althans te bestendigen een
practisch mogelijk gebleken en voor de pu
bliekrechtelijke lichamen financieel voordeel
brengende organisatievorm, n.l. dien van het
dragen van eigen risioo.
en overigens uit dat ontwerp te lichten al
datgene wat voor de lichamen tot verzwalv
ring van financieele verplichtingen leidi-
zooals de verplichting tot het storten vari
1/10 pet. van het verzekerd loonbedrag in het
bij art. 94 van het ontwerp bedoelde fonds,
terwijl nochtans door die verzwaring geeri
enkel personeelsbelang is gediend.
HISTORISCHE PORTRETZEGELS.
De afdeeling Jeugdcentrale van het Ne-
derlandsche Roode Kruis heeft ten bate var
tuberculeuze en zwakke kinderen op zich ge-
nomen de uitgave van historischs portretze
gels, voorstellende groote mannen uit de ge-
schiedenis van het Nederlandsche volk. Een
album met korte biogr^fien behoort er bij.
PROF. Mr. C. v. VOLLENHOVEN.
Prof, van Vollen-hoven, die, cen der drie
leden is van de algemeene gemengde com
missie ter regeling van de geschillen tusschen
de Vereenigde Staten van Amerika en Mexi
co, is voor overleg met zijne medc-leden en
besprekingen in verband met de vervulling
van hun scheidsrechtelijke taak, gisteravond
met de Nieuw-Amsterdam naar Amerika ver-
trokken. De hoogleeraar hoopt begin Septem
ber in ons land terug te keeren.
WERKGEVERS IN HET BAKKERS-
BEDRIJF.
Het liqofdbestuur der Nederlandsche Veree
niging van werkgevers in het bakkcrsbedrijf
heeft zich andermaal met een adres tct dc
Tweede Kamer gewend waarin het zijn be
zwaren ontwikkelt tegen de voorgesteldc wij-
ziging van de bepalingen der Arbeidswct
1919 betreffende den arbeid in broodbakke-
rijen.
Het bestuur van het Nsderlandsch Ver-
bend van Vakvereenigingen heeft aan de
Tweede Kamer verzocht, haar goedkeuring
aan bedoeld wetsontwerp tc onthouden.
NEDERLANDSCHE REIS-
VEREENIGING.
De Nedmlandsche Reisvereeniging heeft
in April 943 uieuwe leden gekregen.
De vereeniging is van plan, ter gelegenheid
van het 300-jarige bestaan van New-York in
1926, een of meer gezelschapsreizen naar
Amerika te maken. Ter bespreking van deze
planner is een bijeenkomst voor leden uitge-
schreven tegen Zaterdag 16 dezer in het Cen-
traal Bureau te 's-Gravenhagc.
Het Hoofdbestuur van de vereeniging heeff
voorgesteld de 2Gste jaarlijksche vergadering
in Juni 1926 op den top van den Rigi te hou
den. t
DE KAMERVERKIEZ1NGEN.
Nu het Verbond van Actualisten door een
besluit van zijn centralen raad niet deelneems
aan de verkiezingen, zullen groepen van her
Verbond zelfstandig met een candidatenlijsw
uitkomen. Deze lijst is in de verschillendw
kieskringen gelijkluidend en zal bevatten aim
nummer 1 den heer J. Schouten, in. Den'
Haag, hoofdredacteur van De Vaderlander^
het orgaan van het Verbond, en als no. 2*
W. H A. G. baron Van Ittersum, te Apeb'
doom. v
donkere duisternis, een zwarte, nauwe
schacht; maar ik zag, dat de tredm aan
den een en kant steil naar beneden voerden.
Ik kon nu rechtop staan, en met de eene hand:
den rotswand vastgrijpend en met de andere
mijn kaars vasthouaend, begon ik af te daten.
Ik telde de treden onder het gaan.
Veertien had ik er geteld, toen plotseling
de grond1 onder mijn voeten scheen weg te
zinken. Ik greep blindelings naar de rots
naast mij, mijn hand gleed uit langs de glad-
de oppervlakte en met een dof geromniel
scheen de heele trap in te storten. Mijn licht
was uitgegaan en temidden van een wolk'
van afbrokkelend steen en puin, dat mij bijna
deed stikken, glibberde ik languit naar bene
den in de donkere schacht.
Wel, ik ben eens in Frankrijfc hoog in de
lucht gesmeten door een granaatontploffing
en ik herinner mij, dat ik als gek met mijn
heele lichaam en geest worstelde, tenmiuste
zoo lijkt het mij nu ik achteraf aan dat on-
geval terugdenk tegen de onzichtbaje
kracht, die mij de hoogte in joeg, totdat ik
den strijd opgafik heb mij nooit den val,
die er op volgde kunnen herinneren. Maar in
dit geval verloor ik mijn bewustzijn geen oo-
genblik; ik vocht als een bezetene om miin
val tegen te houden, en ik voelde in alle bot-
ten van mijn lichaam den verschrikkelijken
schok, dien ik kreeg, toen ik op mijn rug be-
landed on een harden, rotsachtigen bodem
(Wordt vervolgd)/