AlKmaarsche Courant De terugkeer van Klompvoet PRUSCOURANTEN FEUILLETON. Laat ons Bonder dag- 7 Mei. Gemengd nieuws No. 107 1925 Honderd Zeven en Twintigste Jaargang, De Bloemententoonstelling te Heemstede. 6 Mei16 Mei. Er komt maar geen einde aan de bloemen- weeide op deze tentoonstelling. De eene bloe- mensoort is met been of een ander is al weer present. Crocussen zijn al voor goed weg; veel hyacinthen hebben haar besten tijd ook al gehad en men heeft haar de verflenstc bloe- men „afgestroopt", zooals de term luidt. Maar nu komt de Tulp. In al haar verscheidenheden en in de veler- lei kleuren, waardoor dit plantengeslacht zich onderscheidt. En naast en met haar schitte- ren nog duizenden en duizenden Narcissen. Het is nu een lust op't uitgebreide terrein rond te wandelen. 't Is waar, iedereen kent tulpen, maar dat er zoovele soorten zijn in zoovele kleuren, neen, dat weet de gewone burger en de burgeres niet. Nooit zag men bijeen, wat hier nu bloeit Het is een onbegonnen werk namen te no- teeren die staan er trouwens overal bij, zoo- dat men ze noteeren kan als deze of gene soort ons bijzonder interesseert. Zoo zal ongetwijfeld de tulp Pink Beauty alter aandacht trekken. De bloem zelf is van flinken vorm, terwijl het prachtige karmijn- rose der bloemblaadjes onderbroken wordt door een min of meer gelijkbeenigen driehoek, geheel wit. Op vele bezoekers en bezoeksters maakte deze tulp een machtigen indruk. En inderdaad, de perken met Pink Beauty zijn ongekend mooi. Deze tulp is dan ook een pracht-exem- plaar voor perken. Even voor het restaurant ligt er een mooi park van en ook rechts van't hoofdgebouw. Bovendien liggen er nog meer perken van verspreid over het terrein. De Prins van Oostenrijk, een zalmroode, oranje getinte tulp, is al even belangwekkend en eveneens uitstekend geschikt voor perkbe- planting. Voor het hoofdgebouw is't nu heel wat keuriger en fleuriger, dan in den beginne Op de kleinere grasperken voor in- en uitgang van't gebouw staat de tulp Vuurbaken, die haar naam alle eer aandoet. Achter't hoofdgebouw valt rechts de inzen- ding iiit Noordwijk op: een mooie groep per ken van de bekendste vroege tulpen, zooals Murillo, Theeroos, Peach Blossom, Electra e. a. Een aardige combinatie is die van Tulpen en Vergeet-mij-niet. Een bed was beplant -net Thomas Moore donker oranje, een der beste bovendien voor potcultuur en daar- tusschen bloeiden rijkelijk de Vergeet-mij- nietjes. Inderdaad een aardige combinatie. Als straks Thomas het aflegt, groeit Myosotis door. Het zou misschien de moeite loonen als de onderplanting, of, zooals men het in de groenteelt noemt, „de tusschenteelt" van bloembollenbedden eens nader werd bestu- deerd. E>e enorme kleurenrijkdom der tulpen komt hier nu wel mooi uit. En nog zijn we niet aan't einde, want straks komen de „late tul pen", waarin wederom veel kleuren- en vor- men-variatie. Hebben nu de Tulpen zoo ongeveer de lei- ding, de Narcissen zijn nog lang niet voorne- mens heen te gaan. Er bloeien hiervan nog zoovele varieteiten, dat het een lust blijft haar te zien. De Poeticus-varieteiten staan nu in vollen bloei! De gewone bezoeker ziet maar niet zoo dadelijk de botanische verschil- len, maar de vakman, die deze verschillen ook op handelswaarde weet te schatten op handelswaarde weet te taxeeren, ziet ze wel degelijk. Dat er zooveel variatie onder de Narcissen is, neen, dat wist't publiek niet. Daarom is't zoo noodig, dat men nu zoo goed als alle varieteiten op dit terrein in bloei kan zien en vergelijken Maar behalve deze groote en vele kleurige bedden Tulpen en Narcissen valt er nog heel wat meer te zien op't terrein. Nu zijn de Rots- tuinen wel op hun mooist. Talrijke lage plan- ten staan nu in bloei en vormen met de steen- blokken een echt berglandschap, zij 't ook op bescheiden voet. De Fruittuintjes van 100 a 150 M2 worden met den dag mooier. De peren staan al rijk te bloeien en de appels openen weldra hun rose bloemknoppen. We vernamen van de exnosan- ten dezer tuintjes, dat er bij het publiek veel belangstelling voor deze aanplantingen be- staat. En geen wonder. Nog zelden was men in de gelegenheid zulke buitengewoon prac'.i- sche voorbeelden te zien. Op allerlei planten wordt door deze ten- Door Valentine Williams. Geautoriseerde vertaling van W. E. Pont. 47) ^Zingen is mijn fort niet. Een combinatie van schroomvalligheid en een echte rookers- keel brengt, wanneer ik probeer te zingen, ge- luiden voort, die ik zeker weet dat mijn tce- hoorders tot wanhoop moeten brengen. Maar Marjorie, die ernstig zat te luisteren, 't hoofd even op zij, liet mij mijn voordracht nog eens herhalen. Toen zei ze: „Maar weet je, dat wat je daar tracht te zingen een deuntje is, dat echt popular was in Duitschland, teen ik daar was juist voor den oorlog, LuisterIk zal het je voorzingen En met heldere, jonge stem zong zij: „Puppchen, Du bist mein Augenstern, „Piippchen, hab' Dich zum Essen gem." Toen hield zij plotseling op en greep mij bij den arm. „Puppchen!" zei ze: „Denk eens! Begrijp je het nu?" „Neenantwoordde ik neerslachtig. „Ik moet eerlijk bekennen, dat ik het niet snap! Ik weet dat Piippchen beteekent pop of popje. maar ik zie niet Marjorie wees met haar kleinen vinger naar het sombere beeld aan den tegenoverge- stelden kant van het dal, dat men tusschen de toonstelling 3e aandacht van de bezoekers ge- vestigd. Zoo zijn b.v. heel weinig bekend de Keizerskroon en de Kievitsbloemen. Hier en daar vindt men op boerderijen wel eens een Keizerskroon, maar in tuinen zagen we haar nooit aangeplant. Toch is het een interessant bolgewas, waarvan o.a. vermeld wordt, dat de reuk van den bol de molten op een afstand houdt Wat een voordeel des te meer is. De Kievitsbloemen ontleenen haar naam aan den vorm en de kleur der bloemen, die aan kievitseieren doen denken, hoewel er ook rose en witte varieteiten zijn. Nu bloeien ook de Berberis en de Mahonia, bekende heesters, met gele bloemen. Ze leve reft evenals de Keizerskroon en de Kievitsbloe men nogal wat honing, die reeds op een af stand is te ruiken. De Keizerskcoon is o.a bekend door haar diepe honingputten aan den voet der bloempjes, in welke putten een groote druppel honing ligt. Schijnt nu de zon, dan komen de insecten los en vliegen naar de honingstalletjes in de bloemen. Op het terrein staan eenige ouder- wetsche strookorven, rijk bevolkt. En duizen den bijtjes vliegen over het terrein, overal ho ning purend, waar zij die maar kunnen vin- den. De hommels doen voor haar niet onder; die zijn ook op het appel. Thans vliegen ook kool- witjes en citroenvlinders over 't terrein. Vooral de mannetjes van de citroentjes heb ben een intense citroengele kleur. De woudboomen ontplooien hun zachtgroe- blaadjes; de koekoek roept over't terrein, de spechten lachen, de vinken slaan en de merels en kwikstaartjes tippeten onder de heesters en over den weg. Het is nu een en al mooi en intens natuur- leven op het terrein te Heemstede. Wie ver- zuimt dit te zien, mist veel, dat nooit weer kan worden ingehaald. Is't op het terrein nu wondermooi, het hoofdgebouw, waarin gisteren de 5e tijdelijke tentoonstelling werd geopend, levert nu een aanblik, zooals niemand had durven ver- wachten. Hier is nu de bloemist-artist aan't woord, neen „aan de daad". Lieten de vier vo- rige tentoonstellingen ons zien tot welke hoogte de cultuur der kweekers was gestegen, thans zijn de mannen naar voren gekomen, die al die prima artikelen artistiek verwerken voor „huiselijk en maatschappelijk" gebruik. Hier komt dus nu uit, op welke wijze de bloe men gebruikt kunnen worden voor allerlei familiefeesten, voor herdenkingsdagen in za- ken en niet minder voor de viering van fees- ten in vereenigingen. Bij elk feest behooren bloemen. Bij de geboorte, bij verjaardagen, bij't hu- welijk, bloemen mogen niet ontbreken. Welnu, hoe bij al die gelegenheden bloemen en planten de feestelijke stemming kunnen verhoogen, dat wordt hier in het hoofdge bouw in ruime mate en op bijzonder interes sante wijze getoond. Het is tamelijk wel ondoeniijk al die in- zendingen afzonderlijk te besenr-jven. Maar dat is ook niet noodig. Als het publiek voor het geexposeerde staat, valt de beoordeeling niet mogelijk, omdat bijna uitsluitend bekend materiaal is verwerkt. Alleen een enkele bloem zal voor de bezoekers wat onbekend zijn. Zoo o.a. de Bougainvillea, waarmeae de Rotterdamsche firma Hartlieb een der inte- rieurs heeft versierd. De Bougainvillea is een heester met slappe takken, bezet met honder- den bloemen, omringt van schitterend raal- vakleurige schutbladen. In Z.-Frankrijk o.a. worden deze heesters gebruikt als klimplan- ten langs de buitenmuren. Maar als „bindma- teriaal" is het ook prachtig te verwerken, dat zien we hier. Het spreekt vanzelf, dat de bloemisten winkeliers vereenigingen uit Haarlem, Am sterdam, Den Haag en Rotterdam, die hier deze expositie dragen, tevens op het oog heb ben het publiek te leeren hoe men versieren moet, in welke bedoeling in zooverre eenig egoi'sme zit, dat men hoopt op vele opdrach ten na de tentoonstelling. Ook nog in ander opzicht zit er een „zaken- element" in deze tentoonstelling. We bedoel- len n.l.: „de Etalage-versieringen." Menige fabrikant of winkelier die c p zijn artikel of op zijn etalage de aandacht wil vestigen, weet niet hoe dat op de meest pakkende wijze te doen. Welnu, de bloemisten laten hier nu zien, hoe de bloemen kunnen medehelpen de re clame te bevorderen. We kunnen ons dan ook voorstellen, dat de fraaie winkeletalages vooral ook door de winkeliers uit ons gehee- le land zullen worden beschouwd als voor beelden, die men elders kan navolgen. Een etalage pakkend en tevens decoratief met bloemen en planten aan te kleeden is een kunst, die nog niet velen verstaan, maar wat hier wordt gepresteerd, is inderdaad iets bui- tengevvoons. Een expositie, zooals thans in t hoofdgebouw wordt gehouden, hebben we in ons_ land nog niet gehad, ten minste niet op zoo'n schaal en met zoo'n verscheidenheid. Lorelei links en het Suikerbrood recht kon zien. „Daar heb je je pop!" zei ze. En ik begreep, dat nu eindelijk het raadsel was opgelost. HOOFDSTUK XX. De grafkamer. Wat hadden we nu aan onze ontdekking, dacht ik verbitterd. puizend, twee, drie dui- zend meters in die ijle atmosfeer was het cnmogelijk de afstanden zuiver te schatten van onbeganen rotsgrond lagen tusschen ons en het beeld. Ik gaf nu niet veel meer dan een voorbijgaande gedachte aan de oplossing van het codebericht; want mijn geest was bezig met het meer dringende vraagstuk hoe Mar jorie te redden uit den gevaarlijken toestand waarin ik haar gebracht had. Wij konden daar niet onbepaalden tijd op de rots blijven; dat was duidelijk. .Onder den invlced van de zon, die voortdurend sterker stralen op dien geexposeerden rots neerzond, deed zich een gevoel van dorst reeds gevoelen. Marjorie was de eerste, die er van repte. Zij vroeg of wij ergens water zouden kunnen vinden. Op onze hoogte leek mij dat twijfel- achtig en ik vertelde het haar. Marjorie Garth, had ik gemerkt, was een meisje, dat graag de voile waarheid wist. „Wat denk je van die holte achter den pi- laar?" vroeg zij, langs mij heen wijzend naar de lage opening, die ik had opgemerkt in den achterwand van ons plateau. „Terwijl het licht is." antwoordde ik, „moet Bruidsbot quetten, tafelverslmngen, kamer- stukken hebben we meer gezien, maar niet in die mate en van zulk een kwaliteit Het was een aardige gedachte van de Haagsche firma J. C. Hoogeveen Jr. om op deze tentoonstelling, tusschen al dat moderne „bloem- en bmdwerk" eens te laten zien, hoe een vijftig jaar geleden de bloemen werden „saamgebcnden" in z.g. manchetten met ge- perporeerde randen, net als de ,Jcastrandjes" uit dien tijd. Wel waren de bouquetten toen stijf. De z.g. „bloemkoolvorm" domineerde. De rangschikking vroeg weinig artistieken aanleg. De „binderij" was toen nog geen speciaal vak, waarvoor in't buitenland reeds lang leerscholen bestaan. Ook in 't buiten land bestaat daarovcr reeds een uitgebreide litteratuur. Maar wij kwamen wat achter. Thans is het ook bij ons geheel veranderd. We kunnen nu meedoen, dat bewijst deze expositie. Het loont nu dubbel ihans naar Haarlem op te trekken. Het terrein ligt nu in al zijn kleurenriikdom te schitteren in de zon En in het hoofdgebouw is nu zoo'n enorme massa schitterend bloemenbindwerk en bloc- mensierwerk bijeqn, als nog niet in Holland bijeen was. Maar onze lezeressen en lezers moeten zicht haasten. De expositie in het hoofdge bouw sluit reeds Zondagavond. Het is dus kort dag. HET BEZIT VAN HET STEUNCOMITe. In de gister gehouden Kamerzitting werd behandeld de Conclusie van het verslag der Commissie voor de Staatsuitgaven omtrent de Missive van de Rekenkamer ten geleide van een afschrift van de door haar gevoerde correspondentie met den Minister van Bin- nenlandsche Zaken en Landbouw, Vcorzitter van den Raad van Ministers, betreffende het Kon. Nat. Steuncomite. In dit verslag meent de Commissie de vraag, of het juist is geweest dat de Staat on der de gegeven omstandigheden, het over- schot der N. O. T. gelden geheel door het Steuncomite liet behouden, zander voorbe- houd ontkennend te moeten beantwoorden Zij is van meening, dat hetgeen het Steun comite thans nog bezit, evenals hetgeen het alsnog uit de liquidatie van de N. 0. T. mocht verkrijgen, na aftrek van hetgeen noo dig kan zijn in verband met de liquidatie van bereids door het Comite aanvaarde verplich- tingen, ten spoedigste in de schatkist behoort te worden gebracht. Het gaat toch h.i. niet aan, dat over deze gelden, die te beschouwen zijn als een te vee1 verleende subsidie uit de Staatskas, verder door een particulier bestuur, zij het dan met medewerking van twee Ministers, wordt be- schikt buiten den begrootingswetgever om. Wat aangaat de toepassing van art. 39 der Wet op de Rekenkamer, meent de Commissie. dat ofschoon het onder de bestaande oms.tan- digheden wenschelijk zou zijn, dat het Steun comite, dat de laatste jaren gelden beheerde, die redelijkerwijze aan den Staat toekomen, rekening over dat beheer aflegde aan de Re kenkamer, zulks toch niet op grond van ge- noemd wetsartikel kan worden gevorderd, aangezien de gelden wel redelijkerwijze aan den Staat toekwamen, maar niet gezegd kun nen worden aan den Staat toe te behooren. De Commissie stelde ten slotte voor de Ministers van Binnenlandsche Zaken en Landbouw en van Arbeid uit te noodigen te bevorderen, dat ten spoedigste het bezit van het Kon. Nat. Steuncomite, benevens het saldo door dat Comite nog te verkrijgen uit de li quidatie van de N. O. T., na aftrek van het geen noodig. kan zijn in verband met de liqui datie van bereids door het Comite aanvaarde verplichtingen, in 'sRijks schatkist worden gebracht. Dc heer Nolens (r.-k.) had wel geen be- zwaren tegen de conclusie van de commissie, doch betreurde het dat in haar verslag zoo weinig waardeering blijkt voor den arbeid van het Steuncomite, dat in de oorlogsjaren zoo veel heeft gedaan De heer Van G ij n (v b meende, dat de commisise in haar verslag wel woorden van hulde voor den arbeid der commissie bad kunnen invlechten, doch men moet dank- baarheid onderscheiden van zaken doen. De heer Vliegen (s.-d.) wees er eveneens nog op dat het verslag geenszins waardee ring uitsluit voor den arbeid der commissie. Hij ried aan de conclusie der commissie aan te nemen, waartoe de Kamer met 57 tegen 25 stemmen besloot. 1NBRAAK IN EEN R.K. SCHOOL. In den nacht van Maandag op Dinsdag heeft men zich, naar de O. H. Crt. meldt, toegang weten te verschaffen tot de R -K. school in de Crukuiusstraat te Haarlem In de kamers van het hoofd en van de concier ge werd alles cverhoop gehaald. In de kamer van het hoofd werd het schrijfbureau openge- broken en daaruit 20 ontvreemd, terwijl uit de conciergekamer 1.80 medegenomen werd In de verschillende klassen werd een zestal missiebusjes leeggehaald, waarvan de inhoud een van ons hier blijven en het pad bewaken Ik weet niet, wat hun werkeloos-blijven be teekent maar wij moeten op alles voor bereid zijn. Waarom ga je niet eens een kijk- je nemen in dien holte? Maar wees heel voor- zichtig- het schijnt erg laag van verdieping te zijn." Ik stak haar de hand toe om haar op te helpen. Zij stapte langs mij, wenclde zich om en glimlachte mij toe, toen boog zij rich cp den grond en verdween in de "opening. En terwijl ik met mijn revolver in de hand scherp de twee zichtbare stukken van het pad in het oog hield, pijnigde ik mijn trein om een uit- weg uit onze moeilijkheden te vinden. Ik wilde probeeren het vol te houden tot het donker werd. Wanneer dan de „Naomi" nog niet gekomen was, zouden wij trachten onaer dekking van de duisternis ons hoi bi het strand te bereiken en daar op het jach: te wachten. Wanneer wij ondertusschen cver- vallen werden, zou ik mij overgeven en alles aan Klompvoet vertellen, wat ik wist. Intus- schen zou ik mijn jachtmaken op den schat moeten opgeven. Een flauw geluid achter mij deed mij op- schrikken. Het was duidelijk, maar op verren afstand. Ik luisterde. Nu hoorde ik het weer en ditmaal herkende ik den roep. „Halloooo Het was Marjorie, die van foinnen uit de grot riep. Met een Snellen blik naar het pad beneden mij, krabbelde ik overeind. De ingang van de grot was niet meer dan vier voet hoog en ik moest mij bijna dubbel buisren om er in onbekend was. Het is niet bekend op welke wijze men zich toegang heeft verschaft tot de school. Dit is binnen enkele dagen de tweede in- braak in een school. WETTIGHEID VAN EEN BELAST1NG- VERORDENING; WETTIGHEID VAN DEN AANSLAG; ONBEVOEGDHEID VAN DE RECHTERLIJKE MACHT. De Hooge Raad heeft gisteren uitspraak gedaan inzake het cassatieberoep van mr. G. van den Bergh tegen een vonnis van de recht- bank te Amsterdam, waarbij was ontzegd zijn vordering op den burgemeester van Am sterdam, in deze vertegenwoordigend de ge- meente tot terugbetaling van een bedrag van 51, zijnde den aanslag van mr. P. v. d. Bergh volgens een Amsterdamsche belasting- verordening voor 17 door hem aan zijn per- ceel aangebrachte over de straat hangende zonneschermen. In eerste instantie had mr. v. d. Berg aan- gevoerd, dat hij deze belasting niet verschul- digd zou zijn, omdat volgens hem genoemde belastingverordening rechtsgeldigheid mist. De Kantonrechter ontzegde evenwel de inge- stelde vordering. In hooger beroep werd al verweer door den burgemeester aangevoerd, dat de kennisne- ming van een actie als de onderhavige alleen zou toekomen aan den gemeenteraad en den Raad van Beroep. De rechtbank achtte dit verweer evenwel onjuist, verklaarde zich bevoegd, van de ver- vordering kennis te nemen, doch ontzegde eveneens, met bekrachtiging van het vonnis van den kantonrechter, de vordering tot te rugbetaling. Van dit vonnis voorzag mr. Van den Bergh zich in cassatie, terwijl de burgemeester incidenteel beroep instelde. Daar dit incidenteel beroep de bevoegdheicl van den rechter betrof, werd dit het eerst door den Hoogen Raad behandeld. Omtrent dit beroep overwoog de Hooge Raad, dat bezwaren tegen betaling van be- lastingen, waarvoor (als in het onderhavige geval) geen kohieren worden opgemaakt vol gens art. 265c in verband met 205b kunnen worden ingesteld bij den raad der gemeente en in hooger beroep bij den raad van beroep voor de directe belastingen. Daar de Hooge Raad voorts besliste, dat een bezwaar tegen de wettigheid van den aan slag, moet voor de genoemde regeling van art. 265c en 265b wijken het gestelde in art 2 Rechterlijke Organisatie. Hieruit volgt, dat de rechtbank zich ten onrechte heeft bevoegd verklaard van de vor dering kennis te nemen. Met vernietiging van de vonnissen van de rechtbank en den kantonrechter verklaarde de Hooge Raad derhalve, dat de rechter onbe- voegd is, van de ingestelde vordering kennis te nemen. Mr. van den Berg werd veroordeeld in de kosten van alle instanties. DE MOORD TE CULEMBORG. In verband met de moordzaak te Culem- bcrg is, naar het Hdbl. meldt, gistermiddag zen achterneef van de slachtoffers van Culem- borg naar Tiel overgebracht. OVERBOORD GESLAGEN. Toen gistemacht de logger Kees, Katwijk 105, de haven van IJmuiden binnenkwam, wou men tusschen de pieren het achterzeil in- halen. Daarbij klom de stuurman H. v. B op de giek, om het zeil af te trekken. Door een rukwind is hij toen overboord geslagen en verdronken. Van B. was ongehuwd en woonde te Katwijk. KIPPEN VERGIFTIGD. De heer P. Stroet, wonende aan den Hi! tegommerdijk te Nieuw-Vennep deed aangifte bij de politie dat hij 's morgens vijf zijner kippen d'ood in het hok vond liggen. De politie stelde, aldus vertelt de O. H. Crt hierop een onderzoek in, waarbij bleek dat zijn buurman J.B. er meer van af wist. Deze werd door de politie aangehouden en bij het verhoor bekende hij de kippen te hebben ver- giftigd met rijst, die met fosfor vermengd was, omdat hij van deze dieren erg veel last ondervond. Tegen B is proces-verbaal opgemaakt. Deze laffe daad is voor den heer S. een schadepost, daar de kippen volop aan den leg waren, maar B. zal er wellicht nog meer last van ondervinden! ONTWERP Z1EKTE- EN ONGEVAL- LENWET. Het bestuur van de Vereeniging van Ne- derlandsche Gemeenten heeft d.d. 4 Mei een adres gericht aan de Tweede Kamer, waarin o.m. de aandacht wordt gevestigd op een ern- stige leemte in bovengenoemd on twerp, n.l de niet-bestendiging van de mogelijkheid om ei gen risico te dragen voor de ongevallenver- zekering, gelijk zulks thans onder de thans geldencle wetgeving, tot aanzienlijk voordeel van een aantal gemeenten mogelijk is. Als conclusie van zijn adres verzoekt het bestuur de Kamer te bevorderen dat: 1. bij de voorgenomen herziening van de te komen. Binnenin was, een paar voet van de opening af, genoeg licht om te zien, dat de bedem, bros en brokkelig, afhelde naar een donkere diepte. Toen klonk van ergens ver beneden, het leek mij bijna aan mijn voeten, weer het geroep van Marjorie: „Hallooo Ik stond stil. „Hier!" riep ik. „Waar ben je?" Van ver beneden klonk de stem, flauw en wat beverig. „Hier beneden in het donker en ik vind het niets plcizierig! Maar ik heb water gevon- denEr zijn een paar treden in drots uitge houwen De aantrekkingskracht van het water was onweerstaanbaar. Ik wierp een blik naar bui ten op het pad, waarboven de warme lucht trilde. Er was niemand te zien. Ik dacht, dat ik veilig gauw even het hoi binnen kon gaan om mijn brandenden dorst te lesschen. Het bol werd nauwer naarmate men dieper in de rots kwam, en plotseling schoot mijn voet uit in de ruimte. Ik tastte een beetjc rond en vond een smalle trede. Toen herinner- de ik mij plotseling, dat ik een stompje kaars in mijn zak had, dat ik den vorigen avond had opgepikt toen wij de sloep aan 't ontla- den waren. Een oud kampeerder laat nooit stukjes kaars liggen. Ze kunnen altijd te pas komen zooals het verdere verhaal zal be- wijzen. Ik streek dus een lucifer af, stak mijn stompje kaars aan en tuurde naar beneden Het Zwakke schijnsel verlichttc alleen cen nw drakken. H.V, Boek- en Handelsdrukkerlj v.h. HERMS. COSTER &Z00N V00R0AM C 9 ALKMAAR sociaie verzekeringswetgeving opzettelijk wor- de gesteld en onder oogen gezien de vraag: in welke mate in die wetgeving rekening dient te worden gehouden me de wetgeving en de plaatselijke regelingen welke speciaal in het leven zijn geroepen ten behoeve van hen, die in dienst zijn van publiekrechtelijke licha- men, zulks teneinde, zonder de belangeii van betrokkenen te schaden, te geraken tot verlichting van lasten, welke onder de be staande regelingen onnoodig ook van de pu bliekrechtelijke lichamen waarborgen ter na- coming van hun verplichtingen worden ge- eischt en anderzijds eveneens onnoodig die 1' chamen somtijds ten aauzien van het in hun dienst zijnde personeel onder de werking van tweeerlei wetgeving zijn gebracht; 2. onverminderd het sub le. gestelde in het aanhangig gemaakte ontwerp-Ziekte- en On- gevallenwet 1925, althans te bestendigen een practisch mogelijk gebleken en voor de pu bliekrechtelijke lichamen financieel voordeel brengende organisatievorm, n.l. dien van het dragen van eigen risioo. en overigens uit dat ontwerp te lichten al datgene wat voor de lichamen tot verzwalv ring van financieele verplichtingen leidi- zooals de verplichting tot het storten vari 1/10 pet. van het verzekerd loonbedrag in het bij art. 94 van het ontwerp bedoelde fonds, terwijl nochtans door die verzwaring geeri enkel personeelsbelang is gediend. HISTORISCHE PORTRETZEGELS. De afdeeling Jeugdcentrale van het Ne- derlandsche Roode Kruis heeft ten bate var tuberculeuze en zwakke kinderen op zich ge- nomen de uitgave van historischs portretze gels, voorstellende groote mannen uit de ge- schiedenis van het Nederlandsche volk. Een album met korte biogr^fien behoort er bij. PROF. Mr. C. v. VOLLENHOVEN. Prof, van Vollen-hoven, die, cen der drie leden is van de algemeene gemengde com missie ter regeling van de geschillen tusschen de Vereenigde Staten van Amerika en Mexi co, is voor overleg met zijne medc-leden en besprekingen in verband met de vervulling van hun scheidsrechtelijke taak, gisteravond met de Nieuw-Amsterdam naar Amerika ver- trokken. De hoogleeraar hoopt begin Septem ber in ons land terug te keeren. WERKGEVERS IN HET BAKKERS- BEDRIJF. Het liqofdbestuur der Nederlandsche Veree niging van werkgevers in het bakkcrsbedrijf heeft zich andermaal met een adres tct dc Tweede Kamer gewend waarin het zijn be zwaren ontwikkelt tegen de voorgesteldc wij- ziging van de bepalingen der Arbeidswct 1919 betreffende den arbeid in broodbakke- rijen. Het bestuur van het Nsderlandsch Ver- bend van Vakvereenigingen heeft aan de Tweede Kamer verzocht, haar goedkeuring aan bedoeld wetsontwerp tc onthouden. NEDERLANDSCHE REIS- VEREENIGING. De Nedmlandsche Reisvereeniging heeft in April 943 uieuwe leden gekregen. De vereeniging is van plan, ter gelegenheid van het 300-jarige bestaan van New-York in 1926, een of meer gezelschapsreizen naar Amerika te maken. Ter bespreking van deze planner is een bijeenkomst voor leden uitge- schreven tegen Zaterdag 16 dezer in het Cen- traal Bureau te 's-Gravenhagc. Het Hoofdbestuur van de vereeniging heeff voorgesteld de 2Gste jaarlijksche vergadering in Juni 1926 op den top van den Rigi te hou den. t DE KAMERVERKIEZ1NGEN. Nu het Verbond van Actualisten door een besluit van zijn centralen raad niet deelneems aan de verkiezingen, zullen groepen van her Verbond zelfstandig met een candidatenlijsw uitkomen. Deze lijst is in de verschillendw kieskringen gelijkluidend en zal bevatten aim nummer 1 den heer J. Schouten, in. Den' Haag, hoofdredacteur van De Vaderlander^ het orgaan van het Verbond, en als no. 2* W. H A. G. baron Van Ittersum, te Apeb' doom. v donkere duisternis, een zwarte, nauwe schacht; maar ik zag, dat de tredm aan den een en kant steil naar beneden voerden. Ik kon nu rechtop staan, en met de eene hand: den rotswand vastgrijpend en met de andere mijn kaars vasthouaend, begon ik af te daten. Ik telde de treden onder het gaan. Veertien had ik er geteld, toen plotseling de grond1 onder mijn voeten scheen weg te zinken. Ik greep blindelings naar de rots naast mij, mijn hand gleed uit langs de glad- de oppervlakte en met een dof geromniel scheen de heele trap in te storten. Mijn licht was uitgegaan en temidden van een wolk' van afbrokkelend steen en puin, dat mij bijna deed stikken, glibberde ik languit naar bene den in de donkere schacht. Wel, ik ben eens in Frankrijfc hoog in de lucht gesmeten door een granaatontploffing en ik herinner mij, dat ik als gek met mijn heele lichaam en geest worstelde, tenmiuste zoo lijkt het mij nu ik achteraf aan dat on- geval terugdenk tegen de onzichtbaje kracht, die mij de hoogte in joeg, totdat ik den strijd opgafik heb mij nooit den val, die er op volgde kunnen herinneren. Maar in dit geval verloor ik mijn bewustzijn geen oo- genblik; ik vocht als een bezetene om miin val tegen te houden, en ik voelde in alle bot- ten van mijn lichaam den verschrikkelijken schok, dien ik kreeg, toen ik op mijn rug be- landed on een harden, rotsachtigen bodem (Wordt vervolgd)/

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1925 | | pagina 5