Alkmaarsche Courant
Damrabriek.
I I
I
m
mm
m
1,
1 m
De terugkeer van Kiompvoet
11. ■JtfjS
M..
1^
Parijsche Caus&rieen.
FEUILLETON.
III
m1
1 i k
kv
k
H i v 'M
m m Ksi
it
1|i;:
Zaterdag 16 Mei.
i
I I
0 0
I
.#1
f4
k
f 1
No. 115
1925
Honderd Zeven en Twintigste Jaargang.
CAILLAUX.
(Van onzen Parijschen correspondent.)
(Nadruk verboden.)
Parijs, 3 Mei.
De „rentree" van Caillaux op het politieke
schouwtooneel heeft minder sensatie gewekt
dan men had mogen verwachten. Verschillen-
de factoren hebban er toe meegewerkt om het
effect ervan af te stompen. Frankrijk is een
laird waar men gauw vergeet. Zelfs de ver-
kiezing van Hindenburg die als men haar
geprofeteerd had slechts enkele jaren geleden,
toch nog heel wat meer verontwaardiging,
ongerustheid eq. verrassing zou gebaard heb-
ben dan de herrijzenis van den grooten fi
nancier zelfs zij is hier uiterst lakoniek op-
genomen. Wij leven snel, en, om zoo te zeg-
gen, bij den dag voltrekt zich in 't gemoed
van den gemiddelden Franschman een won-
derbaar en vrij pijnlijk proces. Van den oor-
logsroes was hij al lang ontnuchterd met
al de katterigheid1, welke bij de woorden roes
en ontauchtering onvermijdelijke „Dritte im
Bunde" pleegt te zijn! Doch zooals een kind
dat onvoorwaardelijk geloof en vertrouwen in
zijn ouders heeft gesteld en langzamerhand,
tot inzicht komend, te begrijpen begint, da;
zij dit niet verdienden, zoo begint de Fransch
man thans de Clemenceau's, de Poincare's, de
Millerand's te zien zonder fascineerende au-
reool, commandeurs-kruisen en Marseillaise.
De clan van Junkers" (ook in Frankrijk zijn
er) en groot-industrieelen, )<apitalisten, hoog-
geplaatste geestelijken en militairen heeft on
der het volk zijn aanhang vrijwel geheel ver-
loten. De gouden jaren der ..Action Fran
chise" znij absoluut voorbij. En zij, die nog
niet heelemaal beu zijn van de politiek. rich-
ten meer en meer den blik naar links. Rechts
heeft getoond, den wagen niet uit het moeras
te kunnen helpen. Het kabinet-Poincare, dat,
dank zij de "deloyale intrigue van Milleraud,
op een voor Frankrijk noodlottigen dag, Bri-
and was komen verdringen („cotes-toi de la
que je m'y mette!") heeft't geloof en vertrou
wen misbruikt, en uit gebrek aan moed om't
land zijn ware positie te laten zien, steeds
maar weer met nieuwe leeningen en credieten
de gaten gestopt De regeering wist natuurlijk
dat zij niet tot in het onemdige deze taktiek
zou kunnen volgen en ook wist zij, dat er, ten-
zij een wonder gebeurde, geen redding moge-
lij'k was, zoolang de begrooting niet sloot.
Iedereen wist dat, die een beetje kijk op de
zaken had. Doch de begrooting sluitend ma-
ken, daar zag zij geen kans toe, want dan had
ze den stand van zaken moeten blootleggen,
en dat zou haar het ministerieel leven kosten
Dus modderde zij voort en werkte zich hoe
ianger zoo meer vast, zich troostend met
„Apres nous le deluge!" Toen toonden de
Mei-verkiezingen van 1924, dat het land ab
soluut links was georienteerd, en dat redde
Poincare door hem een behoorlijke reden te
geven om heen te gaan, zich drapeerend in
den mantel zijner waardigheid De bom van
den „deluge" barstte over het hoofd van
zijn opvolger: Herriot.
Caillaux is door zijn verleden en door zijn
beginselen een schakel tusschen links en
rechts. Wat zijn verleden betreft heeft hij
met rechtsigemeen: zijn aristocratische af-
komst en zijn rijkdom: met links: het verza-
ken van die afkomst. Zijn politieke beginselen
waren steeds sterk democratisch getint en toch
vinden ook deze weer tot op zekere hoogte
genade en zelfs sympathie in de oogen der
plutokratic. omdat als een roode draad door
heel zrjn financieel beleid deze richtsnoer
loopt: onaangetast laten van het kapitaal
Met links heeft Caillaux dit gemeen, dat hij
nie geheimzinnig en zwaarwichtig doc t. Hij
laat zich graag interviewen; hij spreekt en
schrijft veel. Zoo wisten wij dan ook al reeds
voor hij de portefeuille, die Painleve hem
bood, aanvaardde, dat hij beslist tegenstander
is van het plan van links (uitgewerkt door
Blum, overgenpmen door Herriot) om ujet be
hulp van een flinke amputatie van het kjpitaal
de Fransche financien te assaineeren. Herriot
stond op het punt het Fransche kapitalisme
dik geworden in en na den oorlog bloed
af te tappen om Marianne weer op de been te
helpen. Daarover meer nog dan over zijn ge
brek aan moed („Ook gij, Brutus?") om den
onhoudbaren toestand aan de Banque de
France, bekend te maken, is Herriot gestrui-
keld. Iedere Franschman voelt zich kapita-
list, want het „potten" zit dit volk in het
bloed.
Caillaux wil het noodige geld vinden door
belastingheffingen niet van het kapitaal,
maar van het inkomen. Het komt practisch
Door Valentine Williams.
Geautoriseerde vertaling van W. E. Pont.
55)
„Laat .Miss Garth en mij vrij naar het
jacht terugkeeren," zei ik, „en dan zal ik U
vertellen, waar de schat verborgen is!"
„Het staat niet aan jou, mij de wet voor
te schrijven, schurk," riep hij. ,„Onvoorwaar-
delijke overgave is de eenige soort van over-
gave, die ik ken. Zeg wat je te zeggen hetbt
en dan zal ik besluiten, wat ik met je doen
zal
Ik keek in de richting van de zee. En mijn
hart stood stH. De „Naomi" was verdwenen.
Was het dus toch een visioen geweest?
„Vooruit!" drong Grundt aan, met een
nijdig gezicht. „Ik heb je tijd gegeven om te
bedenken. Maar nu is mijn geduld uit
Ik zag, dat de koorts hem weer te pakken
had en aat hij, wat hij ook deed, het beven
niet kon tegenhouden
„Wanneer U mij wilt toestaan mijn linker-
hand in mijn jaszak te steken," zei ik, „kan
ik U iets laten zien, dat alles zal verklaren."
t „Bitte sehr! Maar denk eraan, dat ik je
neer kan vellen vodr dat je nog tijd hebt op
mij te schieten, zelfs dioor je zak heen
Uit mijn jas na,m ik het spiegeltje. De zon-
nestralen vielen op het glas toen ik het voor
vrijwel op hefzelfde neer (het herinnert me
aan de vraag van den beulWat wil je lievfr,
de duimschroeven of het brandijzer?
maar het k 1 i n k t minder onaangenaam
Dus was Caillaux de man van het oogen
blik de eenige diemisschien de drei-
gend gapende kloof tusschen Kamer en Se-
naat kon overbruggen. (Als zijn doodsvijand
Poincare maar niet in den Senaat zat!)
Maar er was nog meer wat gemaakt heeft,
dat deze opzienbare „mountee aux enfers" be-
trekkdijk weinig beroering heeft gewekt. De
pens, maker van de openbare meening in
Frankrijk nog meer dan elders, de pers be-
handelt hem met zachtheid. De meeste bladen
zijn bang voor hem, durven dezen sterken
man dubbel sterk door zijn relaties met
het groote bankwezen niet aan. Enkele, en
juist die waarvan men den heftigsten tegen-
stand mocht verwachten, heeft hij al in zijn
macht. L'Oeuvre, wiens hoofdredacteur Tery
in 1914 een pamflet tegen Caillaux publiceer-
de, onder den titel „La Failite des Radicail-
laux", L.Oeuvre zwijgt. Het komt doordat in
1914 Tery nog een vrij en cnafhankelijk Vnan
was. Om zijn blad tot het aanzien te brengen
dat het thans geniet, heeft hij kapitaal noo-
dig gehad, en dus zich de handen gebonden.
Op het oogenblik heeftCaillaux een optie
op de meerderheid der aandeelen van het blad.
En dan en dan. zijn er nog altijd
de geheime fondsen, en de sleutel van het
laadlje waar zij in liggen bevindt zich thans
in handen van den heer Caillaux.
Het is dan ook allermerkwaardigst en
leerzaam voor. wie nog de illusiei mocht
hebben door de Fransclve pers onpartijdig te
worden ingelicht de bladen over het op-
treden van den grooten demagoog te lezen.
De H u m a n i t e, orgaan der communis-
ten, bestrijdt hem, zcer zeker, doch doet het
met een correctheid als wij niet van dezen
kant gewend zijn en houdt zich zuiver op
politiek terrein. De A c t i o o F r a n 9 a i-
s e, van wie men toch een geweldigen aanval
had mogen verwachten, bepaalt zich tot en
kele onschudige speldenprikken „voor zijn
goed fatsoen". Maar het intercssantste is de
houding van den Temps, die in een en
hetzelfde nummer, dat van 21 April, op de
voorpagina Caillaux ,,1'Aristocrate rouge"
noemt en op bedekte manier er toe aanzet
hem te vermoorden (zooals dit blad den
moord op Jaures op zijn geweten heeft).
Want wat anders te lezen uit sen Sybillische
zinsnede als deze: „Sa chance et probla-
blement la notre lui permet l'arriver au
poteau avant qu'il soit d'execution pour nous
et peut-etre pour lui". Terwijl hetzelfde
blad in hetzelfde nummer in de financieele
rubriek te lezen geeft: „De promptheid waar-
mee dte heer Caillaux contact heeft gezocht
met hen die hem het best konden voorlichten
omtrent de middelen om het geschokt ver
trouwen te herstellen, heeft op de Beurs een
uitstekenden indlruk gemaakt". Volgt een
uiteenzetting, waarin er op gewezen wordt,
dat de Fransche beurswaarden onmiddellijk
zijn gestegen na het optreden van Caillaux
en de buitenlandsche gedaald (waaruit
volgt, dat men een herstel van den franc ver-
wacht) en ten slotte een Hallelujah aan den
nieuwen minister!
Dergelijke tegenstrijdigheden vinden haar
verklaring in het felt, dat Caillaux man is
van rechts zoowel als van links, en dus zoo-
wel links als rechts vijanden en vrienden
telt. Er waar hij vooral in het groote bank
wezen veel relaties heeft, kon een conserva-
tief orgaan als de T emps moeilijk anders
doen dan Janus: het keek valsch van voren
en zette een lief gezicht op den achterkant
der pagina.
Caillaux zelf heeft intusschen niet stil ge-
zeten. Hij is om zoo te zeggen „nourri dans
le Serail" en dus kent hij door en door de
vele trues, welke een minister van financien
in een land als Frankrijk ten dienste staan
om zich „une bonne presse" te verzekeren en
zich vrienden te maken. Zijn eerste daad is
geweest het afkondigen van een dekreet,
waarbij vooruitloopend op de beslissing
van het Parlement, dat de begrooting voor
1925 nog immer niet heeft aangenomen, en
dus feitelijk onwettig! een rekening van
voorschot geopend werd, waaruit voorloopig
een bedrag van 250 francs zal worden uitbe-
taald aan alle civiele en militaire dienaren
van den Staat in afwachting hunner ilader
vast te stellen salarisverhooging.
Het is handig gespeeld, al lag het ook
niet direct op den weg van een bewindisman
aan het bewind geroepen om het gevaar van
een staatsbankroet te bezweren.
LEO FAUST.
Aan de Dammers!
Met dank voor de ontvangen oplossingen
van probleem No. 859 (auteur Dentroux).
Stand:
Zwart: 18 schijven op: 2, 3, 6, 8, 11, 13,
14, 17, 18, 19, 21/24, 27, 28, 30, 31.
den dag haalde en het flikkerde.
Tusschen de beide landtogen van de Horse
shoe Baai kwam de sloep van de „Naomi"
aangestoomd. Ik kon zien hoe't witte schuim
in twee gebogen lijnen opspatte, toen haar
boeg door het groene water sneed. Het snelle
gestamp van haar schroef drong vaag tot
mijn oor door. Ik vroeg mij af, of Grundt het
gehoord had. Maar hij staarde strak naar
het'spiegeltje, dat ik heen en weer bewoog in
mijn hand, zoodat het flikkerde, steeds maar
flikkerde.
„Dit was aan het graf bevestigd, Grundt,"
zei ik „Dat was wat je ontbrak om het be;
richt te kunnen ontcijferen. Je herinnert je
den regel ,,Flimmer,' flimmer, viel"? Dat was
de aanwijzing om op deze manier een stralen-
bundel uit te zenden!" Ik ving de zonne'
stralen in den Spiegel op en weerkaatste ze
in de richting van de baai „zdo vanuit
den spiegel ingesteld op een hoek van 85o;
„het garnizoen van Kiel," die Fiinf-und Acht-
ziger, dat weet U, Herr Doktor! Toevallig
was U het zelf, die zoo vriendelijk was mij die
toespeling te doen begrijpen
En ik herinnerde hem aan ons gesprek bij
het ravijn in het woud.
Woest beet hij zich op de lip.
„Dus dat was het, dat je ineens bercid
maakte mij het papier te geven," dacht hij
hardop. „Ik verwonderde mij al, waarom je
het deedt. Maar ga verder! We verspillen
kostbaren tijd!
„De kompaspeiling aangegeven door het
Ordensfeest was natuurlijk 27, van 27 Jann
Wit: 2 schijven op: 33, 35, 36, 38, 39, 40,
42, 43, 44, 46, 47, 49.
O p 1 0 s s i n g
1. 42—37 1. 31 :42
2 36-31 2. 27 36
3. 33—29 3. 23 45
4. 46-41 4. 42:33
5. 44—40 5. 45 34 oi 33 44
6. 47—42 6. 36 38
7. 43 12 7. 33 44 of 45 34
8. 49 7 - 8. 2 11
9. 35 2 9. 17 8
10. 2 13
Goede oplossingen ontvingen wij van de
heeren W. Blokdijk, P. Dekker, D Gerling,
A. List te Alkmaar.
PRACTISCHE ZET VAN FABRE.
Als zwart in den volgenden stand 11—16
speelt 1
Zwart: 15 schijven op: 2, 3, 6, 8, 9, 10,
II, 12, 13, 15, 17, 18, 19, 20, 24.
Wit: 15 schijven op: 2126, 28, 31, 33, 35,
36, 38, 39, 42, 43, 44, 48, 49, 50.
laat wit volgen 4237 en ruilt af. Daarna
volgt 2823, waardoor zwart als't ware ge-
dwongen wordt 18 29 te slaan (anders gaan
2 schijven verloren).
Na 18 :29 vervolgt wit 3530, 33 24,
26—21, 37—31, 38—32, 39—33 en 43 5!
In de paftij maakte Defoy de volgende com-
binatie:
m
Zwart: 13 schijven op: 1, 4, 7/11, 15, 16,
17, 19, 20, 24.
Wit: 13 schijven op: 22, 26, 28, 31, 33/36,
38, 39, 40, 48, 49.
1. 28—23 zwart sloeg 1. 29 28
2. 35—30 2. 24 44
3. 39 50 3. 28 30
4. 49—43 4. 17 28
5. 38—33 5. 28:39
6 42 12 6. 7 IS
7. 26—21 7. 16:27
8. 31 13
"Ter oplossing voor deze week:
PROBLEEM No. 860
van M. PLANCHAT (Fr.)
Zwart: 10 schijven op: 15, 19, 20, 23, 24,
28, 29, 30, 33, 34.
Wit:. 10 schijven op: 7, 26, 27, 32, 37, 38,
42, 43, 44, 50.
Oplossingen voor of op 20 Mei, Bureau
van dit Blad.
FRANSCHE PART1J.
Wit: Agapjejew. Zwart: Jerosew.
1e4 e6
2. d4 <J5
3. Pc3 de4
4. Pe4 P47.
5. Lf4. Meestal speelt men hier 5 Pf3.
5Pf6.
6. Ld3 Pe4
7. Le4. Pf6.
8. Ld3 Ld6
9. Lg5 Le7> Daarom was beter op den
ari, de datum waarop dit gevierd wordt, zoo
als U waarschijnlijk zelf wel hebt kunnen
gissen.
Het licht langs deze lijn geworpen viel
op een bijzonderen steen, een soort pilaar op
het bovenste terras, waar je mannen nu aan
het zoeken zijn. Vanaf dien pilaar, tusschen
twee rotsen, het Suikerbrood en de Lorefci,
die beiden heel gemakkeljjk te herkennen wa-
ren, zag ik het groote beeld dat bedoeld werd
met „Piippehen" in het bericht. Ik weet niet
of je het liedje „Puppchen, du bist mein Au.
genstern" kent?"
„Augenstern ster van het oog sloeg
op het "beeld. Het heeft een hoi oog. Wanneer
je aan den kant van de rots daarachter er op
klimt kun je door het oog kijken en den klei-
nen kegelyormigen steenkop zien, dien Ul-
rich von Hagel met den dood al in de schoe-
nen, heeft opgericht om de bergplaats van het
goud aan te wijzen.
Aan den voet van het beeld ligt de schat
begraven. Uit een doos bovenop nam ik dit
handjevol goud. De rest kon ik niet bewegen,
want ik had geen spade of schop en de bo-
dem is hard en rotsachtig. En dat is alles,
geloof ik!"
Voor het ecrst ontspanden zich Giundt's
onverbiddelijkc trekken.
„Uw verhaal klinkt aannemelijk, Herr Ma
jor," zei hij. „Ditmaal geloof ik, dat U waar-
heid spreekt
Ik staarde over de baai. De sloep was ver
dwenen. Zij moest geland zijn onder de rot-
sen buiten mijn gezichtsveld.
7en zet van Zwart Ld6 te spelen, nu is
de 8ste zet van zwart tempoverlies. Im-
mers de L is na twee zetten gekomen,
waar hij in een zet kon wezen.
10. Pf3 c5
11. dc5 Da5f
12. c3 Dc5.
13. 0—0 Ld7
14. Le3. Ook dit is tempo-verlies, als wit
tenminste niet dezen zet doet om de
lange rochade van zwart.
14Dc7
15. Ld4 0—0
16. Tfel. Lc6.
17. Pe5 g6? Waarvoor deze verzwak-
king van den koningsvleugel? 'tlsner-
gens noodig voor.
18. Dd2 natuurlijk! Onmiddellijk trachten
h6 te bezetten.
1 8Pe8- Zwart moet meteen 't
zwakke veld g7 beschermen.
19. Pg4. Dreigt 20. Pf6t- Hier-
tegen helpt nog even Pg7, maar dan
speelt wit: 20. Lf6.! waarop volgen
moet 20Dd8. (Na 20Lf6?
volgt 21. Pf6t en 22. Dh6. en 23. Dh7
mat). 21. Df4 met beteren stand.
1 9f6. Zwart besluit pion eb
te geven. Maar wit neemt niet. Hij wil
„mooi" winnen en speelt:
20. Dg5! Zwart k^n niet nemen want na
20... fg5 volgt 21 Ph6! Mat.
2 0Tad8. Lasker bewijst dat
20.e5 onvoldoende is, als volgt
21. Lc4f Kh8 22. Te5! fe5 23. Pe5
Lf6 24. Pg6t hg6 25. Dh6t enz.
21. Lg6 hg6? Waarom niet eerst
21Td4> Immers die L. op d4 is en
blijft steeds een pistool op de borst!
22. Dg6t- Pg7
23. Te3 Le8
24. Ph6f Kh8
25. Pf7. Zw. geeft op. Immers na 25
Lf7 volgt 26. Th3f KgS 27. Dh7 mat
of ina 25Kg8 volgt 26. Th3 (met
dreiging 27. ThS mat) daarom moet
volgen 26Lf7. en 27. Dh7 mat.
(Naar Lasker).
Fransche partij (Alechin variant: let op
den 6en zet van wit).
1. e4. e5 2. d4 d5 .3. Pc3 Pf6 4. Lg5 Le7
5. e5 Pfd7. 6. h4! Lg5 7. hg5 Dg5. 8. Ph3
De7. (Hier is ook geprobeerd 8Dh6
om Ph3 te binden Maar't is niet bevallen
omdat de Zwarte Dame buiten spel komt.)
9. Dg4 g6 10. 0-0-0 Pc6. 11. Df4 Pb6
12. Pg5 h6. 13. Th3 Ld7 14. Pf3 0—0—0
15. Th6 Th6 16. Dh6. DfS 17. Df4 De7 IS.
g4 TI18 19. Le2 Pd8. 20. g5 Pa4 21. Pa4
La4 22. Ph2 c5 23. Pg4. c4 24. Df6 Df6 25.
ef6 Le8 26. Ph6. b5. 27. c3 Pb7. 28. Lg4
Pd6 29. f3 Ld7 30. Tel Kd8 31. I<d2 Kc7
32. Ke3 a5 33. Kf4 b4 34. Ke3 TbS 35. Te2
bc3 36. bc3 a4 37. Kf4 a3 38. Lh3 Tb2 39.
Ke3 Le8 40. Td2 Pb5. 41. Le6. fe6 42. f7
Lf7 43. Pf7 Pc3 44. Pe5. Ta2 45. Ta2 Pa2
Wit geeft op. De Zwarte a-pion is niet te
houden.
De oplossing van eindspel 55. (4e wed-
strijdeindspel) geven we volgende week met
de eventueele goede oplossers.
No. 58.
7e Wedstrijdeindspel.
8
7
6
5
4
3
3
1
a d c d e
Wit speelt en wint.
Oplossing probleem Nr. 59 (4e wedstrijd-
probleem) van G. Heathcotte.
Wit: Khl Dd8 Pd4 en g6 Lb5 en a7. pi
b2, b4 en f2.
Zwart: Ke4 Pb6 LaS pi a5 c4 en d3
1 Ld7 (dreigt Lf5 mat).
1Kd4:f 2. Lc6 mat.
1 Kd5 2. Lc6 mat.
1Ld5 2. Dh4 mat.
1Pd7: 2. Da8 mat.
De sleutelzet geeft den Koning 2 vlucht-
veldengeen alledaagsch schouwspel. Een
zeer mooi mat na Kd4:f't Feit dat Zwart
door dezen zet achaak geeft voorkomt onge
twijfeld eventueele nevenoplossingen. Een
fijn probleem van een le klas problemist!
Goede opl. van C. B„ Termaat, J. B. Jan-
sen, T. Jongedijk, D. de Boer, T. C. Laas en
D. Vermeulen alien te Alkmaar. C. S. tf
Br. op L., S. te S.
J. B. Jansen. Uw neven opl. met la DaSf
faalt op 1Pd5.
„In elk geval," zei Kiompvoet, „wil ik het
erop wagen. Daar je een practisch man bent,
kun je wel begrijpen dat ik.niet de kans wil
lcopen, dat die waardevolle wetenschap, die
je nu bezit, ook in het bezit van je vrienden
komt. Verder heb ik een wrok tegen je, Oke-
wood. Het is een van mijn leefregels, dat ie-
mand, die mij verslagen heeft, niet mag blij-
ven leven. Daarom zal ik je nu doodschieten."
Een kreeten. toen ik mij omwendde viel
Marjorie voorover op het gras tusschen
Grundt en mij in.
„Bah!" zei Kiompvoet, „laat haar maar
liggen! Ze zal
Hij kwam niet aan het eind van zijn zin.
Snel als de gedachte had het meisje zich half
opgericht, twee knallende schoten klonken
bijna gelijktijdig; toen greep Grundt met een
rauwen kreet naar zijn pols.
Op hetzelfde oogenblik stormden Garth en
Lawless het hoi binnen. Maar ik staarde
naar Marjorie, die onbeweeglijk voorover lag.
HOOFDSTUK X^IV.
De schat van Ulrich van Hagel.
De hcele wereld scheen voor mij op dat
oogenblik ten einde. Ik had dit meisje uit
haar kalme, onbezorgde bestaan gerukt en
haar in een maalstroom van avonturen ge-
sleept. Moest zij nu haar leven geven voor
het mijne op dit verlaten eiland, terwijl ik,
de oorzaak van al deze ellende, ongedeerd er
van af zou komen?
Lawless was Grundt naar de keel gevlo-
gen en slingerde hem heen en weer als een
V V '■X'VTW""N"
WIJ DRUKKEN EW y
BEZ0EKAANK0NDIG1NGSKAARTEN
VLUG EN NET.
N.V. BOEK- EN HANDELSDRUK-
KERIJ v.h. HERMS. COSTER EN
ZOON, VOORDAM C 9, ALKMAAR
Probleem No. 62.
7e Wedstrijdprobleem.
Zwart (5)
8
7
e
5
4
3
2
1
a b c d e f g
Wit (10)
Wit geeft mat in 2 zetten.
Uit «nze StaaUmachrae.
BIJ HET VOORSTEL-DRESSELHUIJS
Ons tegenwoordige kiesstelsel heeft groo
te voordeelen boven de vroegere wijze van
verkiezing van de leden der Tweede Kamer,
maar in de praktijk van nu 8 jaren zijn de
gebreken en onvolmaaktheden ook gebleken.
Voor eenigen tijd heeft mej. van Dorp een
voorstel tot wijziging ingediend, dat wel tot
cen schriftelijke behandeling aanleiding heeft
gegeven, maar het niet tot openbare behan
deling heeft gebracht, doordat de voorstel-
ster het introk. Nu heeft de heer Dresselhuijs
een voorstel ingediend tot wijziging van
de Kieswet, voorloopig alleen wat betreft de
Tweede Kamer.,
Eigenlijk is het onderwerp niet gcschikt
voor een initiatief-voorstel. De Regeering
zelf echter, die 6 a 7 van de 8 jaren, die het
tegenwoordige stelsel werkte, aan het bewind
was, heeft of de leemten er van niet gevoeld
wat niet te denken is of zij heeft niet
den lust of den moed gehad de zaak aan te
pakken. Dat er nu een voorstel uit den boe-
zem der Tweede Kamer konK, is te verkla
ren, maar liever zouden wij gezien hebbem
dat een wijzigingsvoorstel niet van een partij
was uitgegaan:' bii dc tegenwoordige partij-
verhoudingen en bij de onderlinge concur-
rentie der partijen vermindert het de kans op
aanneming.
De Evenredige Vertegenwoordiging, die
sedert een jaar of acht gcvolgd wordt, heeft
ontegenzeglijk groote voordeelen. Vroeger
gingen ontzaglijk veel stemmen verloren; het
kon gebeuren, dat de Kamer volstrekt geen
beeld was van wat er in het kiezerskorps
leefde en zelfs daarmee in strijd was; bij
herstemmingen werkten soms groepen samen,
wier inzichten sterk uiteen liepen.
Aan deze bezwaren heeft de E. V. een
einde gemaakt. Maar zij heeft daarentegen
ook de vorming van de kleine partijen in de
hand gewerkt. Of het een algemeen mensche-
lijk gebrek is, durven wij niet beweren. maar
zeker ligt het in den Nederlandschen aard
om zelf stemmen te winnen, al was het maar
alleen om ze aan anderen te onthouden.
Ons kiesstelsel is bovendien voor een
groot gedeelte van ons volk te weinig over-
zichtelijk, om sympathie te wekken en geest-
drift bij de on- of halfdeskundigen. En het
gevolg is, dat velen niet stemmen of in hun
dwaling stemmen verloren doen gaanwat
de E. V. juist moest tegengaan of dat, als
een kleine groep een vertegenwoordiger
krijgt, de verdeeldheid in de Tweede Kamer
wat grooter wordt, terwijl de rechtstreekschs
invloed van zulk een enkeling geiijk nul is.
Het tegenwoordige stelsel dc laatste
weken en maanden bewijzen het kvveekt
concurrentie tusschen de liefhebbers van een
Kamerzetel; de besten en de bescheidenen
vallen uit of weigeren zich candidaat te la
ten stellen en er zijn voorbeelden, dat ge-
kat een muis. Toen waren ook plotseling Cars-
tairs en Mackay daar, die met leeren riemeii
die groote, harige polsen samenbonden, waar.
van de eenc hevig bloedde. Ik stond er hul-
peloos bij en keek als in een droom naar
Garth, die zijn docliter opnam en haar roer-
looze gestalte in zijn armen wiegde. In haai
rechterhand omklemde zij nog den revolver,
waarmede zij mijn leven gered had.
Een schrille kreet klonk bij den ingang van
het hoi, Yvonne, MarjorieT kamenicr, kwam
aangerend. ,,0 ma clierie! Ma cherie!" kerm-
de zij, terwijl dc- tranen haar over de wangen
liepen en zij op haar knieen naast het meisje
neerzonk. Nu hield Garth een flesch tegen de
lippen van zijn dochter. En tot mijn onuit-
sprekelijke verlichting begou zij te bewegen
en o-pende eindelijk de oogen.
„Ik ben weer goed," mom pel de zij, „ik ben
heusch weer best! O! Yvonne!"
En ze sloot de oogen weer.
Garth stond op, een lange, indrukwekkende
figuur in zijn smetteloos witie kleeding, en
keek naar mij, havelooze kerei, die ik was
met een baard van vier dagen en ongc-kamd
haar, gescheurde, vuile kleeren en schoenen,
die in de rotsen bijna aan Harden gescbcurd
waren.
„Is zijis zijgewend?" sfauielde ik.
De miHionnair schudde het hoofd en sbkte.
„Ze is alleen maar flauw gcvailen,"
woordde hij. „Mijn arme, annc meisje
Toen, zijn gevoel beheerschend, >toc£- hfj
boos
„\Vaar is die kerel, die Custrin?"
/Wordt vervolgd)'.
/ATT}//,- -7777///
aTTTa-A
V ^7T//,
i
s s y:«' N s N s. ,s it.A S s V
f
v s\ -\
■'A/-. iersi