Alkmaarsche Courant Damrabriek. I I I m mm m 1, 1 m De terugkeer van Kiompvoet 11. ■JtfjS M.. 1^ Parijsche Caus&rieen. FEUILLETON. III m1 1 i k kv k H i v 'M m m Ksi it 1|i;: Zaterdag 16 Mei. i I I 0 0 I .#1 f4 k f 1 No. 115 1925 Honderd Zeven en Twintigste Jaargang. CAILLAUX. (Van onzen Parijschen correspondent.) (Nadruk verboden.) Parijs, 3 Mei. De „rentree" van Caillaux op het politieke schouwtooneel heeft minder sensatie gewekt dan men had mogen verwachten. Verschillen- de factoren hebban er toe meegewerkt om het effect ervan af te stompen. Frankrijk is een laird waar men gauw vergeet. Zelfs de ver- kiezing van Hindenburg die als men haar geprofeteerd had slechts enkele jaren geleden, toch nog heel wat meer verontwaardiging, ongerustheid eq. verrassing zou gebaard heb- ben dan de herrijzenis van den grooten fi nancier zelfs zij is hier uiterst lakoniek op- genomen. Wij leven snel, en, om zoo te zeg- gen, bij den dag voltrekt zich in 't gemoed van den gemiddelden Franschman een won- derbaar en vrij pijnlijk proces. Van den oor- logsroes was hij al lang ontnuchterd met al de katterigheid1, welke bij de woorden roes en ontauchtering onvermijdelijke „Dritte im Bunde" pleegt te zijn! Doch zooals een kind dat onvoorwaardelijk geloof en vertrouwen in zijn ouders heeft gesteld en langzamerhand, tot inzicht komend, te begrijpen begint, da; zij dit niet verdienden, zoo begint de Fransch man thans de Clemenceau's, de Poincare's, de Millerand's te zien zonder fascineerende au- reool, commandeurs-kruisen en Marseillaise. De clan van Junkers" (ook in Frankrijk zijn er) en groot-industrieelen, )<apitalisten, hoog- geplaatste geestelijken en militairen heeft on der het volk zijn aanhang vrijwel geheel ver- loten. De gouden jaren der ..Action Fran chise" znij absoluut voorbij. En zij, die nog niet heelemaal beu zijn van de politiek. rich- ten meer en meer den blik naar links. Rechts heeft getoond, den wagen niet uit het moeras te kunnen helpen. Het kabinet-Poincare, dat, dank zij de "deloyale intrigue van Milleraud, op een voor Frankrijk noodlottigen dag, Bri- and was komen verdringen („cotes-toi de la que je m'y mette!") heeft't geloof en vertrou wen misbruikt, en uit gebrek aan moed om't land zijn ware positie te laten zien, steeds maar weer met nieuwe leeningen en credieten de gaten gestopt De regeering wist natuurlijk dat zij niet tot in het onemdige deze taktiek zou kunnen volgen en ook wist zij, dat er, ten- zij een wonder gebeurde, geen redding moge- lij'k was, zoolang de begrooting niet sloot. Iedereen wist dat, die een beetje kijk op de zaken had. Doch de begrooting sluitend ma- ken, daar zag zij geen kans toe, want dan had ze den stand van zaken moeten blootleggen, en dat zou haar het ministerieel leven kosten Dus modderde zij voort en werkte zich hoe ianger zoo meer vast, zich troostend met „Apres nous le deluge!" Toen toonden de Mei-verkiezingen van 1924, dat het land ab soluut links was georienteerd, en dat redde Poincare door hem een behoorlijke reden te geven om heen te gaan, zich drapeerend in den mantel zijner waardigheid De bom van den „deluge" barstte over het hoofd van zijn opvolger: Herriot. Caillaux is door zijn verleden en door zijn beginselen een schakel tusschen links en rechts. Wat zijn verleden betreft heeft hij met rechtsigemeen: zijn aristocratische af- komst en zijn rijkdom: met links: het verza- ken van die afkomst. Zijn politieke beginselen waren steeds sterk democratisch getint en toch vinden ook deze weer tot op zekere hoogte genade en zelfs sympathie in de oogen der plutokratic. omdat als een roode draad door heel zrjn financieel beleid deze richtsnoer loopt: onaangetast laten van het kapitaal Met links heeft Caillaux dit gemeen, dat hij nie geheimzinnig en zwaarwichtig doc t. Hij laat zich graag interviewen; hij spreekt en schrijft veel. Zoo wisten wij dan ook al reeds voor hij de portefeuille, die Painleve hem bood, aanvaardde, dat hij beslist tegenstander is van het plan van links (uitgewerkt door Blum, overgenpmen door Herriot) om ujet be hulp van een flinke amputatie van het kjpitaal de Fransche financien te assaineeren. Herriot stond op het punt het Fransche kapitalisme dik geworden in en na den oorlog bloed af te tappen om Marianne weer op de been te helpen. Daarover meer nog dan over zijn ge brek aan moed („Ook gij, Brutus?") om den onhoudbaren toestand aan de Banque de France, bekend te maken, is Herriot gestrui- keld. Iedere Franschman voelt zich kapita- list, want het „potten" zit dit volk in het bloed. Caillaux wil het noodige geld vinden door belastingheffingen niet van het kapitaal, maar van het inkomen. Het komt practisch Door Valentine Williams. Geautoriseerde vertaling van W. E. Pont. 55) „Laat .Miss Garth en mij vrij naar het jacht terugkeeren," zei ik, „en dan zal ik U vertellen, waar de schat verborgen is!" „Het staat niet aan jou, mij de wet voor te schrijven, schurk," riep hij. ,„Onvoorwaar- delijke overgave is de eenige soort van over- gave, die ik ken. Zeg wat je te zeggen hetbt en dan zal ik besluiten, wat ik met je doen zal Ik keek in de richting van de zee. En mijn hart stood stH. De „Naomi" was verdwenen. Was het dus toch een visioen geweest? „Vooruit!" drong Grundt aan, met een nijdig gezicht. „Ik heb je tijd gegeven om te bedenken. Maar nu is mijn geduld uit Ik zag, dat de koorts hem weer te pakken had en aat hij, wat hij ook deed, het beven niet kon tegenhouden „Wanneer U mij wilt toestaan mijn linker- hand in mijn jaszak te steken," zei ik, „kan ik U iets laten zien, dat alles zal verklaren." t „Bitte sehr! Maar denk eraan, dat ik je neer kan vellen vodr dat je nog tijd hebt op mij te schieten, zelfs dioor je zak heen Uit mijn jas na,m ik het spiegeltje. De zon- nestralen vielen op het glas toen ik het voor vrijwel op hefzelfde neer (het herinnert me aan de vraag van den beulWat wil je lievfr, de duimschroeven of het brandijzer? maar het k 1 i n k t minder onaangenaam Dus was Caillaux de man van het oogen blik de eenige diemisschien de drei- gend gapende kloof tusschen Kamer en Se- naat kon overbruggen. (Als zijn doodsvijand Poincare maar niet in den Senaat zat!) Maar er was nog meer wat gemaakt heeft, dat deze opzienbare „mountee aux enfers" be- trekkdijk weinig beroering heeft gewekt. De pens, maker van de openbare meening in Frankrijk nog meer dan elders, de pers be- handelt hem met zachtheid. De meeste bladen zijn bang voor hem, durven dezen sterken man dubbel sterk door zijn relaties met het groote bankwezen niet aan. Enkele, en juist die waarvan men den heftigsten tegen- stand mocht verwachten, heeft hij al in zijn macht. L'Oeuvre, wiens hoofdredacteur Tery in 1914 een pamflet tegen Caillaux publiceer- de, onder den titel „La Failite des Radicail- laux", L.Oeuvre zwijgt. Het komt doordat in 1914 Tery nog een vrij en cnafhankelijk Vnan was. Om zijn blad tot het aanzien te brengen dat het thans geniet, heeft hij kapitaal noo- dig gehad, en dus zich de handen gebonden. Op het oogenblik heeftCaillaux een optie op de meerderheid der aandeelen van het blad. En dan en dan. zijn er nog altijd de geheime fondsen, en de sleutel van het laadlje waar zij in liggen bevindt zich thans in handen van den heer Caillaux. Het is dan ook allermerkwaardigst en leerzaam voor. wie nog de illusiei mocht hebben door de Fransclve pers onpartijdig te worden ingelicht de bladen over het op- treden van den grooten demagoog te lezen. De H u m a n i t e, orgaan der communis- ten, bestrijdt hem, zcer zeker, doch doet het met een correctheid als wij niet van dezen kant gewend zijn en houdt zich zuiver op politiek terrein. De A c t i o o F r a n 9 a i- s e, van wie men toch een geweldigen aanval had mogen verwachten, bepaalt zich tot en kele onschudige speldenprikken „voor zijn goed fatsoen". Maar het intercssantste is de houding van den Temps, die in een en hetzelfde nummer, dat van 21 April, op de voorpagina Caillaux ,,1'Aristocrate rouge" noemt en op bedekte manier er toe aanzet hem te vermoorden (zooals dit blad den moord op Jaures op zijn geweten heeft). Want wat anders te lezen uit sen Sybillische zinsnede als deze: „Sa chance et probla- blement la notre lui permet l'arriver au poteau avant qu'il soit d'execution pour nous et peut-etre pour lui". Terwijl hetzelfde blad in hetzelfde nummer in de financieele rubriek te lezen geeft: „De promptheid waar- mee dte heer Caillaux contact heeft gezocht met hen die hem het best konden voorlichten omtrent de middelen om het geschokt ver trouwen te herstellen, heeft op de Beurs een uitstekenden indlruk gemaakt". Volgt een uiteenzetting, waarin er op gewezen wordt, dat de Fransche beurswaarden onmiddellijk zijn gestegen na het optreden van Caillaux en de buitenlandsche gedaald (waaruit volgt, dat men een herstel van den franc ver- wacht) en ten slotte een Hallelujah aan den nieuwen minister! Dergelijke tegenstrijdigheden vinden haar verklaring in het felt, dat Caillaux man is van rechts zoowel als van links, en dus zoo- wel links als rechts vijanden en vrienden telt. Er waar hij vooral in het groote bank wezen veel relaties heeft, kon een conserva- tief orgaan als de T emps moeilijk anders doen dan Janus: het keek valsch van voren en zette een lief gezicht op den achterkant der pagina. Caillaux zelf heeft intusschen niet stil ge- zeten. Hij is om zoo te zeggen „nourri dans le Serail" en dus kent hij door en door de vele trues, welke een minister van financien in een land als Frankrijk ten dienste staan om zich „une bonne presse" te verzekeren en zich vrienden te maken. Zijn eerste daad is geweest het afkondigen van een dekreet, waarbij vooruitloopend op de beslissing van het Parlement, dat de begrooting voor 1925 nog immer niet heeft aangenomen, en dus feitelijk onwettig! een rekening van voorschot geopend werd, waaruit voorloopig een bedrag van 250 francs zal worden uitbe- taald aan alle civiele en militaire dienaren van den Staat in afwachting hunner ilader vast te stellen salarisverhooging. Het is handig gespeeld, al lag het ook niet direct op den weg van een bewindisman aan het bewind geroepen om het gevaar van een staatsbankroet te bezweren. LEO FAUST. Aan de Dammers! Met dank voor de ontvangen oplossingen van probleem No. 859 (auteur Dentroux). Stand: Zwart: 18 schijven op: 2, 3, 6, 8, 11, 13, 14, 17, 18, 19, 21/24, 27, 28, 30, 31. den dag haalde en het flikkerde. Tusschen de beide landtogen van de Horse shoe Baai kwam de sloep van de „Naomi" aangestoomd. Ik kon zien hoe't witte schuim in twee gebogen lijnen opspatte, toen haar boeg door het groene water sneed. Het snelle gestamp van haar schroef drong vaag tot mijn oor door. Ik vroeg mij af, of Grundt het gehoord had. Maar hij staarde strak naar het'spiegeltje, dat ik heen en weer bewoog in mijn hand, zoodat het flikkerde, steeds maar flikkerde. „Dit was aan het graf bevestigd, Grundt," zei ik „Dat was wat je ontbrak om het be; richt te kunnen ontcijferen. Je herinnert je den regel ,,Flimmer,' flimmer, viel"? Dat was de aanwijzing om op deze manier een stralen- bundel uit te zenden!" Ik ving de zonne' stralen in den Spiegel op en weerkaatste ze in de richting van de baai „zdo vanuit den spiegel ingesteld op een hoek van 85o; „het garnizoen van Kiel," die Fiinf-und Acht- ziger, dat weet U, Herr Doktor! Toevallig was U het zelf, die zoo vriendelijk was mij die toespeling te doen begrijpen En ik herinnerde hem aan ons gesprek bij het ravijn in het woud. Woest beet hij zich op de lip. „Dus dat was het, dat je ineens bercid maakte mij het papier te geven," dacht hij hardop. „Ik verwonderde mij al, waarom je het deedt. Maar ga verder! We verspillen kostbaren tijd! „De kompaspeiling aangegeven door het Ordensfeest was natuurlijk 27, van 27 Jann Wit: 2 schijven op: 33, 35, 36, 38, 39, 40, 42, 43, 44, 46, 47, 49. O p 1 0 s s i n g 1. 42—37 1. 31 :42 2 36-31 2. 27 36 3. 33—29 3. 23 45 4. 46-41 4. 42:33 5. 44—40 5. 45 34 oi 33 44 6. 47—42 6. 36 38 7. 43 12 7. 33 44 of 45 34 8. 49 7 - 8. 2 11 9. 35 2 9. 17 8 10. 2 13 Goede oplossingen ontvingen wij van de heeren W. Blokdijk, P. Dekker, D Gerling, A. List te Alkmaar. PRACTISCHE ZET VAN FABRE. Als zwart in den volgenden stand 11—16 speelt 1 Zwart: 15 schijven op: 2, 3, 6, 8, 9, 10, II, 12, 13, 15, 17, 18, 19, 20, 24. Wit: 15 schijven op: 2126, 28, 31, 33, 35, 36, 38, 39, 42, 43, 44, 48, 49, 50. laat wit volgen 4237 en ruilt af. Daarna volgt 2823, waardoor zwart als't ware ge- dwongen wordt 18 29 te slaan (anders gaan 2 schijven verloren). Na 18 :29 vervolgt wit 3530, 33 24, 26—21, 37—31, 38—32, 39—33 en 43 5! In de paftij maakte Defoy de volgende com- binatie: m Zwart: 13 schijven op: 1, 4, 7/11, 15, 16, 17, 19, 20, 24. Wit: 13 schijven op: 22, 26, 28, 31, 33/36, 38, 39, 40, 48, 49. 1. 28—23 zwart sloeg 1. 29 28 2. 35—30 2. 24 44 3. 39 50 3. 28 30 4. 49—43 4. 17 28 5. 38—33 5. 28:39 6 42 12 6. 7 IS 7. 26—21 7. 16:27 8. 31 13 "Ter oplossing voor deze week: PROBLEEM No. 860 van M. PLANCHAT (Fr.) Zwart: 10 schijven op: 15, 19, 20, 23, 24, 28, 29, 30, 33, 34. Wit:. 10 schijven op: 7, 26, 27, 32, 37, 38, 42, 43, 44, 50. Oplossingen voor of op 20 Mei, Bureau van dit Blad. FRANSCHE PART1J. Wit: Agapjejew. Zwart: Jerosew. 1e4 e6 2. d4 <J5 3. Pc3 de4 4. Pe4 P47. 5. Lf4. Meestal speelt men hier 5 Pf3. 5Pf6. 6. Ld3 Pe4 7. Le4. Pf6. 8. Ld3 Ld6 9. Lg5 Le7> Daarom was beter op den ari, de datum waarop dit gevierd wordt, zoo als U waarschijnlijk zelf wel hebt kunnen gissen. Het licht langs deze lijn geworpen viel op een bijzonderen steen, een soort pilaar op het bovenste terras, waar je mannen nu aan het zoeken zijn. Vanaf dien pilaar, tusschen twee rotsen, het Suikerbrood en de Lorefci, die beiden heel gemakkeljjk te herkennen wa- ren, zag ik het groote beeld dat bedoeld werd met „Piippehen" in het bericht. Ik weet niet of je het liedje „Puppchen, du bist mein Au. genstern" kent?" „Augenstern ster van het oog sloeg op het "beeld. Het heeft een hoi oog. Wanneer je aan den kant van de rots daarachter er op klimt kun je door het oog kijken en den klei- nen kegelyormigen steenkop zien, dien Ul- rich von Hagel met den dood al in de schoe- nen, heeft opgericht om de bergplaats van het goud aan te wijzen. Aan den voet van het beeld ligt de schat begraven. Uit een doos bovenop nam ik dit handjevol goud. De rest kon ik niet bewegen, want ik had geen spade of schop en de bo- dem is hard en rotsachtig. En dat is alles, geloof ik!" Voor het ecrst ontspanden zich Giundt's onverbiddelijkc trekken. „Uw verhaal klinkt aannemelijk, Herr Ma jor," zei hij. „Ditmaal geloof ik, dat U waar- heid spreekt Ik staarde over de baai. De sloep was ver dwenen. Zij moest geland zijn onder de rot- sen buiten mijn gezichtsveld. 7en zet van Zwart Ld6 te spelen, nu is de 8ste zet van zwart tempoverlies. Im- mers de L is na twee zetten gekomen, waar hij in een zet kon wezen. 10. Pf3 c5 11. dc5 Da5f 12. c3 Dc5. 13. 0—0 Ld7 14. Le3. Ook dit is tempo-verlies, als wit tenminste niet dezen zet doet om de lange rochade van zwart. 14Dc7 15. Ld4 0—0 16. Tfel. Lc6. 17. Pe5 g6? Waarvoor deze verzwak- king van den koningsvleugel? 'tlsner- gens noodig voor. 18. Dd2 natuurlijk! Onmiddellijk trachten h6 te bezetten. 1 8Pe8- Zwart moet meteen 't zwakke veld g7 beschermen. 19. Pg4. Dreigt 20. Pf6t- Hier- tegen helpt nog even Pg7, maar dan speelt wit: 20. Lf6.! waarop volgen moet 20Dd8. (Na 20Lf6? volgt 21. Pf6t en 22. Dh6. en 23. Dh7 mat). 21. Df4 met beteren stand. 1 9f6. Zwart besluit pion eb te geven. Maar wit neemt niet. Hij wil „mooi" winnen en speelt: 20. Dg5! Zwart k^n niet nemen want na 20... fg5 volgt 21 Ph6! Mat. 2 0Tad8. Lasker bewijst dat 20.e5 onvoldoende is, als volgt 21. Lc4f Kh8 22. Te5! fe5 23. Pe5 Lf6 24. Pg6t hg6 25. Dh6t enz. 21. Lg6 hg6? Waarom niet eerst 21Td4> Immers die L. op d4 is en blijft steeds een pistool op de borst! 22. Dg6t- Pg7 23. Te3 Le8 24. Ph6f Kh8 25. Pf7. Zw. geeft op. Immers na 25 Lf7 volgt 26. Th3f KgS 27. Dh7 mat of ina 25Kg8 volgt 26. Th3 (met dreiging 27. ThS mat) daarom moet volgen 26Lf7. en 27. Dh7 mat. (Naar Lasker). Fransche partij (Alechin variant: let op den 6en zet van wit). 1. e4. e5 2. d4 d5 .3. Pc3 Pf6 4. Lg5 Le7 5. e5 Pfd7. 6. h4! Lg5 7. hg5 Dg5. 8. Ph3 De7. (Hier is ook geprobeerd 8Dh6 om Ph3 te binden Maar't is niet bevallen omdat de Zwarte Dame buiten spel komt.) 9. Dg4 g6 10. 0-0-0 Pc6. 11. Df4 Pb6 12. Pg5 h6. 13. Th3 Ld7 14. Pf3 0—0—0 15. Th6 Th6 16. Dh6. DfS 17. Df4 De7 IS. g4 TI18 19. Le2 Pd8. 20. g5 Pa4 21. Pa4 La4 22. Ph2 c5 23. Pg4. c4 24. Df6 Df6 25. ef6 Le8 26. Ph6. b5. 27. c3 Pb7. 28. Lg4 Pd6 29. f3 Ld7 30. Tel Kd8 31. I<d2 Kc7 32. Ke3 a5 33. Kf4 b4 34. Ke3 TbS 35. Te2 bc3 36. bc3 a4 37. Kf4 a3 38. Lh3 Tb2 39. Ke3 Le8 40. Td2 Pb5. 41. Le6. fe6 42. f7 Lf7 43. Pf7 Pc3 44. Pe5. Ta2 45. Ta2 Pa2 Wit geeft op. De Zwarte a-pion is niet te houden. De oplossing van eindspel 55. (4e wed- strijdeindspel) geven we volgende week met de eventueele goede oplossers. No. 58. 7e Wedstrijdeindspel. 8 7 6 5 4 3 3 1 a d c d e Wit speelt en wint. Oplossing probleem Nr. 59 (4e wedstrijd- probleem) van G. Heathcotte. Wit: Khl Dd8 Pd4 en g6 Lb5 en a7. pi b2, b4 en f2. Zwart: Ke4 Pb6 LaS pi a5 c4 en d3 1 Ld7 (dreigt Lf5 mat). 1Kd4:f 2. Lc6 mat. 1 Kd5 2. Lc6 mat. 1Ld5 2. Dh4 mat. 1Pd7: 2. Da8 mat. De sleutelzet geeft den Koning 2 vlucht- veldengeen alledaagsch schouwspel. Een zeer mooi mat na Kd4:f't Feit dat Zwart door dezen zet achaak geeft voorkomt onge twijfeld eventueele nevenoplossingen. Een fijn probleem van een le klas problemist! Goede opl. van C. B„ Termaat, J. B. Jan- sen, T. Jongedijk, D. de Boer, T. C. Laas en D. Vermeulen alien te Alkmaar. C. S. tf Br. op L., S. te S. J. B. Jansen. Uw neven opl. met la DaSf faalt op 1Pd5. „In elk geval," zei Kiompvoet, „wil ik het erop wagen. Daar je een practisch man bent, kun je wel begrijpen dat ik.niet de kans wil lcopen, dat die waardevolle wetenschap, die je nu bezit, ook in het bezit van je vrienden komt. Verder heb ik een wrok tegen je, Oke- wood. Het is een van mijn leefregels, dat ie- mand, die mij verslagen heeft, niet mag blij- ven leven. Daarom zal ik je nu doodschieten." Een kreeten. toen ik mij omwendde viel Marjorie voorover op het gras tusschen Grundt en mij in. „Bah!" zei Kiompvoet, „laat haar maar liggen! Ze zal Hij kwam niet aan het eind van zijn zin. Snel als de gedachte had het meisje zich half opgericht, twee knallende schoten klonken bijna gelijktijdig; toen greep Grundt met een rauwen kreet naar zijn pols. Op hetzelfde oogenblik stormden Garth en Lawless het hoi binnen. Maar ik staarde naar Marjorie, die onbeweeglijk voorover lag. HOOFDSTUK X^IV. De schat van Ulrich van Hagel. De hcele wereld scheen voor mij op dat oogenblik ten einde. Ik had dit meisje uit haar kalme, onbezorgde bestaan gerukt en haar in een maalstroom van avonturen ge- sleept. Moest zij nu haar leven geven voor het mijne op dit verlaten eiland, terwijl ik, de oorzaak van al deze ellende, ongedeerd er van af zou komen? Lawless was Grundt naar de keel gevlo- gen en slingerde hem heen en weer als een V V '■X'VTW""N" WIJ DRUKKEN EW y BEZ0EKAANK0NDIG1NGSKAARTEN VLUG EN NET. N.V. BOEK- EN HANDELSDRUK- KERIJ v.h. HERMS. COSTER EN ZOON, VOORDAM C 9, ALKMAAR Probleem No. 62. 7e Wedstrijdprobleem. Zwart (5) 8 7 e 5 4 3 2 1 a b c d e f g Wit (10) Wit geeft mat in 2 zetten. Uit «nze StaaUmachrae. BIJ HET VOORSTEL-DRESSELHUIJS Ons tegenwoordige kiesstelsel heeft groo te voordeelen boven de vroegere wijze van verkiezing van de leden der Tweede Kamer, maar in de praktijk van nu 8 jaren zijn de gebreken en onvolmaaktheden ook gebleken. Voor eenigen tijd heeft mej. van Dorp een voorstel tot wijziging ingediend, dat wel tot cen schriftelijke behandeling aanleiding heeft gegeven, maar het niet tot openbare behan deling heeft gebracht, doordat de voorstel- ster het introk. Nu heeft de heer Dresselhuijs een voorstel ingediend tot wijziging van de Kieswet, voorloopig alleen wat betreft de Tweede Kamer., Eigenlijk is het onderwerp niet gcschikt voor een initiatief-voorstel. De Regeering zelf echter, die 6 a 7 van de 8 jaren, die het tegenwoordige stelsel werkte, aan het bewind was, heeft of de leemten er van niet gevoeld wat niet te denken is of zij heeft niet den lust of den moed gehad de zaak aan te pakken. Dat er nu een voorstel uit den boe- zem der Tweede Kamer konK, is te verkla ren, maar liever zouden wij gezien hebbem dat een wijzigingsvoorstel niet van een partij was uitgegaan:' bii dc tegenwoordige partij- verhoudingen en bij de onderlinge concur- rentie der partijen vermindert het de kans op aanneming. De Evenredige Vertegenwoordiging, die sedert een jaar of acht gcvolgd wordt, heeft ontegenzeglijk groote voordeelen. Vroeger gingen ontzaglijk veel stemmen verloren; het kon gebeuren, dat de Kamer volstrekt geen beeld was van wat er in het kiezerskorps leefde en zelfs daarmee in strijd was; bij herstemmingen werkten soms groepen samen, wier inzichten sterk uiteen liepen. Aan deze bezwaren heeft de E. V. een einde gemaakt. Maar zij heeft daarentegen ook de vorming van de kleine partijen in de hand gewerkt. Of het een algemeen mensche- lijk gebrek is, durven wij niet beweren. maar zeker ligt het in den Nederlandschen aard om zelf stemmen te winnen, al was het maar alleen om ze aan anderen te onthouden. Ons kiesstelsel is bovendien voor een groot gedeelte van ons volk te weinig over- zichtelijk, om sympathie te wekken en geest- drift bij de on- of halfdeskundigen. En het gevolg is, dat velen niet stemmen of in hun dwaling stemmen verloren doen gaanwat de E. V. juist moest tegengaan of dat, als een kleine groep een vertegenwoordiger krijgt, de verdeeldheid in de Tweede Kamer wat grooter wordt, terwijl de rechtstreekschs invloed van zulk een enkeling geiijk nul is. Het tegenwoordige stelsel dc laatste weken en maanden bewijzen het kvveekt concurrentie tusschen de liefhebbers van een Kamerzetel; de besten en de bescheidenen vallen uit of weigeren zich candidaat te la ten stellen en er zijn voorbeelden, dat ge- kat een muis. Toen waren ook plotseling Cars- tairs en Mackay daar, die met leeren riemeii die groote, harige polsen samenbonden, waar. van de eenc hevig bloedde. Ik stond er hul- peloos bij en keek als in een droom naar Garth, die zijn docliter opnam en haar roer- looze gestalte in zijn armen wiegde. In haai rechterhand omklemde zij nog den revolver, waarmede zij mijn leven gered had. Een schrille kreet klonk bij den ingang van het hoi, Yvonne, MarjorieT kamenicr, kwam aangerend. ,,0 ma clierie! Ma cherie!" kerm- de zij, terwijl dc- tranen haar over de wangen liepen en zij op haar knieen naast het meisje neerzonk. Nu hield Garth een flesch tegen de lippen van zijn dochter. En tot mijn onuit- sprekelijke verlichting begou zij te bewegen en o-pende eindelijk de oogen. „Ik ben weer goed," mom pel de zij, „ik ben heusch weer best! O! Yvonne!" En ze sloot de oogen weer. Garth stond op, een lange, indrukwekkende figuur in zijn smetteloos witie kleeding, en keek naar mij, havelooze kerei, die ik was met een baard van vier dagen en ongc-kamd haar, gescheurde, vuile kleeren en schoenen, die in de rotsen bijna aan Harden gescbcurd waren. „Is zijis zijgewend?" sfauielde ik. De miHionnair schudde het hoofd en sbkte. „Ze is alleen maar flauw gcvailen," woordde hij. „Mijn arme, annc meisje Toen, zijn gevoel beheerschend, >toc£- hfj boos „\Vaar is die kerel, die Custrin?" /Wordt vervolgd)'. /ATT}//,- -7777/// aTTTa-A V ^7T//, i s s y:«' N s N s. ,s it.A S s V f v s\ -\ ■'A/-. iersi

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1925 | | pagina 5