Alkmaarsche Gourant
Vraag en Aanbod.
Zaterdag 16 Mei.
Stadnieuws
lis 1#25
Honderd Zeven en Twlntlgste Jaargang,
BOUWEN EN DE SCHOONHEIDS
COMMISSIE.
In de bovenzaal van cafe Central werd
gisteravond door de besturen van de Alk
maarsche organisaties van Bouwvakpatroons
belegde gecombineerde vergadering van bouw
vakpatroons met de schoonheidscommissie ge-
houden.
Deze bijeenkomst sloot aan met de op 9 Fe-
bruari j.l. gehouden lezing van den heer Jan
de Meijer over de bouwkunst, van welke le
zing wij in ons nnmmer vkn 10 Februari een
uitvoerig verslag plaatsten.
Van patroonszijde had men zich voorgeno-
men te behandelen.
1. De schoonheids-commissie en de Aesthe-
tica. 2. De rechtgrond van het instituut
schoonheids-commissie. 3. De schoonheids-
commissie in het licht der huidige economi-
sche vraagstukken.
Dit alles moest voor de pauze geschieden
omdat na de pauze de schoonheidscommissie
gelegenheid zoukrijgen de verschillende
sprekers te beantwoorden.
Met het oog op den beschikbaren tijd, was
het dus niet mogelijk de onderwerpen tot op
hun kern te behandelen.
Dit was evenwel minder noodzakelijk aan-
gezien het doel van de vergadering was om
door overleg en bespreking wederzijds waar-
deering mogelijk te maken en de thans be-
staande moeilijkhedcn tusschen partijen te on
dervangen.
Onder de belangstelenden merkten wij op
de burgemeester en verschillende architecten
terwijl van de raadsleden alleen mej. Carels
aanwezig was, blijkbaar oordeelden de ande-
ren het niet noodig te hoorcn wat er onder de
belanghebbenden in dezen leeft.
De vergadering werd geleicl door den heer
Apeldoorn, die zich verheugde over de aan
wezigheid van den burgemeester en mej. Ca
rels en de heer de Meijer dank bracht voor
het vrij maken van dezen avond.
Spr. gaf een klein resume van de aanlei
ding der vorige vergadering.
Vele klachten over de werkwijze der schoon
heidscommissie hadden de besturen er toe ge
bracht te trachten verbetering in de moeilijk
heden te brengen.
Spr. stelde nog eens voorop, dat voor alles
naar wederzijdsche waardeering wordt ge-
streefd.
Het woord was hierop allereerst aan den
heer C. Kriller uit Sclioorl, die aanving met
de opmerking, dat. er onder de bouwvakpa-
toons ontevredenheid heerscht over de werk
wijze van de schoonheidscommissie. Een on-
derhoud van de besturen en de commissie had
geen resultaat, waardp de vergjclering van
9 Februari volgde.
Hetgeen de heer de Meijer toen naar vo-
ren bracht, gaf velen aanleiding daartegen-
over hun meening te stellen. De gelegenheid
daarvoor ontbrak en men ging ontevreden
huiswaarts, ook omdat de zaak waarover het
ging niet werd aangeroerd.
Na besprekingen volgde de vergadering
van heden, met het doel allereerst het woord
aan de ontevredenen te geven.
Een geest van verzet tegen het knotten van
het vrije bouwbedrijf is geboren.
Bij het. bespreken der innerlijke waarde
van de schoonheidsccmmissie moet allereerst
de vraag gesteld worden of het begrip schoon-
heid voor ieder hetzelfde geldt. Spr. ontkende
dit.
Ook bij de intellectueelen in het bouwbe
drijf en de bouwkunst is een groot verschil in
de appreciate van schoonheid.
Spr. wees op het verschil in woningbouw bij
van Eepen en de Klerk.
Bij de besten is zelfs geen eenheid, zoodat
men die niet mag verwachten bij de minderbe-
gaafden.
Het begrip „schoonheid" draagt een per-
soonlijk karakter. Met welk recht treedt dan
ook een schoonheidscommissie als gezagheb-
bend op?
Menschen die evenzeer hebben leeren tee-
kenen als de heer de Meijer, krijgen hun tee-
keningen terug met de bemerking, dat ze maar
naar een architect moeten gaan.
De heer de Meijer moet niet denken, dat hij
bij ons voor onfeilbaar wordt gehouden. Zijn
werk wordt ook niet algemeen bewonderd.
Welke waarborg geeft iemand, die zich ar
chitect noemt, dat hetgeen hij ontwerpt van
aesthetische waarde is.
Spr. stond sceptisch tegenover de architec
ten en gaf nader aan, hoeveel terreinen en
dorpen door de architecten zijn verknoeid.
Het kwam spr. voor, dat het zenden naar
architecten maar uit solidairiteitsgevoel met
collega's geschiedde.
Ook met de economische kant van het be-
drijf dient rekening gehouden te worden. Een
principaal komt vaak zelf met een plan en
spr. kent architecten die a'les maken, ook al
zet men dat huis op zijn kop.
Of zoover gegaan mag worden, dat leeken
bij het maken van plannen geheel mogen wor
den uitgesloten betwistte spr. Een chemicus
weet het beste aan welke eischen een labora-
torium moet voldoen. Spr. zag een gebouw
het mooiste, dat hij ooit zag, dat door een
priester was.ontworpen.
Spr. kwam er tegen op, dat men steeds meer
onder den druk van ambtenaren komt te
werken.
Het streven naar de alleenheerschappij van
den heer de Meijer vindt verzet bij de bou-
wers, die zich niet willen laten indeelen onder
de ambtenaren, maar voor hun vrijheid vech-
ten om uiting te laten brengen, wat er in hen
leeft.
Ook een vakman verheugd zich in het tot
stand brengen van wat hij schiep en spr. ont-
zegde een ieder het recht om hierop in te
grijpen. Onze plannen kunnen niet worden
verwezenlijkt als de schoonheidscommissie
het niet goedkeurt.
Spr. vroeg welk recht de heer de Meijer
heeft te oordeelen of iets mooi of leelijk is.'
De winkelpuien die thans tot stand komen
spreken steeds van Jan de Meijer, Jan de
Meijer. Vele collega's oordeelen dit werk bar
leelijk.
Zoowel het oordeel van de Meijer, als dat
van een ooagr te iodividueel juist, maar waar-
om is het oor'deel van 3en heer Jan 3e Meijer
over het werk van anderen juist.
Het gevoel van den heer de Meijer zegt hoe
hoog een dak moet zijn, maar zoo staat het
ook "met een ander.
De argumentatie waarom het moet, zooals
de Meijer het juist oordeelt, ontbreekt
Het werk van den meester moet zich niet
aan ons opdringen en in geen geval dwingen
tot ingaan.
Geen praktijken van dwang, zooals de
schoonheidscommissie, maar de Meijer moet
zijn genie als dat van een Berlage ten toon
spreiden, dat alleen heeft waarde.
Door dwang wordt niet bereikt dat hetgeen
men beter dan anderen heeft, gegeven wordt.
De schoonheidscommissie moet overtuigen
van wat leelijk is.
Als er een schoonheidscommissie moet zijn,
dant dient die de ontwerpen van de stad te
maken en in de werken van de gemeente zal
de schoonheidscommissie 'aaar kunnen moe
ten demonstreeren en spr. hoopte, dat deze
werken van cultureele waarde zullen zijn.
Tegenover de particuliere bouw mag slechts
raadgevend, maar niet dwingend worden op-
getreden.
De toekomst zal over de werken moeten
oordeelen.
Komende tot de samenstelling van de
schoonheidscommissie, oordeelde spr. het niet
gelukkig, dat daarin ambtenaren uit de ge
meente met een leidende positie zitting hebben.
Spr. achtte 1 et wel mogelijk, dat menschen
in de plaats deel van een schoonheidscommis
sie kunnen zijn, maar dat moeten dan men
schen zijn uit de belanghebbende groepen.
Spr. hoopte, dat de gewenschte samenwer-
king geboren zal worden.
Aan B. en W. zou een schrijven worden
gezonden, waarin op reorganisatie van de
schoonheidscommissie wordt aangedrongen,
opdat de schoonheidscommissie het karakter
krijgt van een hoogstaande voorlichting.
Applaus.
Het woord was hierop aan den heer
Broersma, die betoogde,- dat hij de
schoonheidscommissie het liefst zag opge-
doekt. Zoover is het nog niet en daarom moet
de samenstelling van de commissie zoo goed
mogelijk zijn.
Wettelijk is de commissie reeds samenge-
steld, maar dit geeft nog niet de rechtsgrond
aan. Spr. toonde dit nader aan en deed uitko-
men, dat de beschaving in de richting is ge-
groeid, dat allerminst bij het kiezen van be-
stuurders rekening is gehouden met de wijs-
heid waarover deze beschikken.
Spr. oordeelde voorte dat de crltiek van dew
heer Boersma een ander terrein raakte van
wat hij had te verdedigen. Diens betoog was
meer tegen de overheid gericht.
De heer Karsten had! volgens spr. de heer
schappij van het gildenwezen vergeten. Spr.
toonde dit nader aan en gaf als zijn persoon-
lijke meening aan, dat de menscheid in een
opgaande lijn gaat, iedere tijd is beter dan de
vorige en ieder komende zal beter zijn.
Hoe krachtig men in de gilden tijd tegen
over het individu was toonde spr. verder aan
Men kan dien tijd niet terug wenschen.
Wie hier wil bouwen zal zich moeten on
derwerpen aan de rcgelen van de organisatie.
Het ligt ook aan U de toestanden te ver-
beteren.
De samenstelling van de schoonheidscom
missie kan misschien anders geregeld worden.
Spr. is niet tegen in schoonheid bclang stel
lende leeken.
In Amsterdam zitten reeds leden in de
commissie die van algemeene schoonheids
waarde zijn.
De schoonheidscommissie is een lapmiddel,
maar het is niet onze schuld, dat er zooveel
beunhazen in de vakkeni zijn getreden, ook
in het vak van architecten.
Ma&r zooveel mogelijke goede werken en
de schoonheidscommissie is overbodig.
1 In het georganiceerd samengaan is de al
lereerste eisch schiften voor het kaf van het
koren.
Tegenover den heer Bruin betoogde spr.
dat de sommissie voor alles wil voorkomen
dat onfatsoenlijk tegenover wie eok wordt ge-
handeld.
Dit is de rede waarom de teekeningen niet
tegenover elkander zijn gelegd, cringt men
er op aan, dan liggen de stukken nog altijd
in het archief.
Met de stukken is te bewijzen dat geen en-
kele maal in stijl is beoordeeld, maar alles
naar de proportien en het nutteloos aanbren-
gen van versieringen, terwijl om spoed te be-
traehten in enkele gevallen er naast is gelegd!
zooals het zijn kan.
Spr. neemt altijd het standpunt in dat wat
eenigsinds dcorgelaten, kan worden doorge-
laten moet worden. De schoonheidscommissie
is er niet om de schoonheid te bevorderen,
maar om de leelijkheid te weren. Met nadruk
verklaarde spr., dat de commissie steeds ge-
tracht heeft de onpartijdigheid te betrachten.
Spr. meent voortaan niet te moeten verbete-
ren, orn te voorkomen dat men verwijt, dat
men een bouwstijl opdringt.. (protesten.
Het dokteren is in Amsterdam verboden,
maar het gebeurd hier om te helpen Wil men
dat dit nog gebeurd, dan heeft men het
maar te zeggen. (Geroep: Neen, neen.) In
wezen is het verbeteren echter fout, want
daardoor worden inderdaad de plannen ge
infecteerd.
De maatschappelijke beschouwingen en
aanvallen op de ambtenaren zal spr. buiten
besehouwing laten. (Applaus).
De heer Kriller was niet voldaan om
dat de heer d,e Meyer het oiderdrukken waar-
van de bouwvakpatroons de nad'eelige ge
volgeno ndervinaen, noodzakelijk oordeeld.
De vraag wie beoordeelt't laat hij buiten be
sehouwing, spr. ontkent dat welk mensch dan
ook't recht heeft vast te stellen wat schoon is.
Spr. meent, dat het opeischen van het recht
van het individu in het belang is van
de maatschappij. Alles berust in het ad
vies, B. eo W. hebben in het algemeen geen
node voor het beoordleelen van een bouwplan.
Zij volgen dus de adviezen van de commissies.
De heer de Meijer ziet in de cosmische
schoonheid een bouwwerk en zegt het is
goed. Als een ander dit ook doet dan zegt
hij het is niet goed. Met welk recht!
De heer d e M e ij er De commissie.
De heer K r i 11 e r U bent de commissie.
Uw werk wordt ook beoordeelt en wordt ook
vaak leelijk gevonden.
Spr. had cle bewijzen, dat de commissie
naar een architect en niet, zooals de heer
de Meijer zeide, naar een bevoegde kracht
had verwezen. Spr.'s grootvader kan bijna
geen potlood hanteeren en toch maakte hij
werk, dat er nog staat en dat schitterend is
om te zien. Spr. wil de kunstenaar niet bui
ten de samenleving plaatseny maar z. i. is
het werk van den kunstenaar gebaseerd op
de toekomst. Men kan oude menschen niet
in een nieuwe bouwwijk plaatsen. Zij voelen
zich in zoo'n omgeving niet gelukkig.
De kunstengar geeft richting aan en als
zoodanig behoort hij in de samenleving.
Spr. bleef de aangegeven reorganisatie
van de commissie noodig oordeelen en hoop
te dat die tot stand zal komen.
De burgemeester had met de groot-
ste belangstelling de besprekingen gevolgd.
Er is echter dit misverstand als zouden B.
en W. door dik en dun de adviezen volgen.
In het algemeen worden de adviezen gevolgd
tenzij de betreffende in verzet komt en dan
staan B. en W. voor een moeielijkheid. Zij
vragen dan desnoods het advies van een
ander deskundige. Zelden ging een aanvra
ger in verzet en juist waar dit gebeurde
werd de verzetter in gelijk gesteld.
Het is de taak van de overheid het alge
meen belang te dienen. Met groote aandacht
heeft spr. zich getracht een oordeel te vor-
men. Tot welke conclusie hij is gekomen zal
hij niet uitspreken.
De schoonheidscommissie mag niet vragen
in welke stijl men bouwt, maar mag wel
vragen of men bouwkundig juist bouwt.
Wanneer door de commissie de gekke din
gen worden afgesneden dan is juist bereikt
wat bereikt moet worden.
Spr. veronderstelt dat beide partijen het
hierover eens zijn en hoopte, dat het dan
op den duur mooi zal worden. (Applaus
De Voorzitter was van oordeel, dat
men op deze wijze wel in de juiste richting
zal gaan.
De heer de M e ij e r oordeelde dat de
heer Kriller hem in het gelijk had gesteld
door naar het werk van zijn grootvader te
verwijzen. Het potlood is een middel om
mede'te deelen. Vroeger maaktem de vak-
lieden zulk goed werk, dat geen schoon
heidscommissie noodig was, maar't is berg
afwaarts gegaan.
Spr. is juist tegen academische opleiding
en zelfs niet voor ambachtsschoolonderwijs,
omdat het veel menschen geeft die veel we
tep maar niet kunnen timmeren. (Instem-
rning.)
Spr. zeide: „leve de vaklieden".
Dat niemand moet beoordeelem is tegen
het wezen van den tijd en niet u drijft maar
de wereld drijft ons.
De heer Boersma stelde in' het licht,
dat hij zich in hoofdzaak tegen het gezag
van de overheid had gericht. De overheid
die het particulier initiatief niet toestaat wat
zij zichzelf veroorlooft.
Spr. besehouwd'e de heer de Meijer als een
man die met hart en ziel zijn werk doet. Er is
echter ook nog een directeur van't bouw- en
woningtoezicht en een inspecteur van den. ar-
beid en vele anderen, die hun posities als de
meest belangrijke zien. De aannemer zit tus
schen al die plichtsgetrouwen in. Al die
plichtsgetrouwe menschen moeten wel eens
gecorrigeerd worden Het gaat niet tegen de
personen van de schoonheidscommissie, maar
toch is het noodig, dat deze commissie gecor-
rigeerd wordt en dit is dan ook de wen9ch
van de aanuemers.
Het is voor B. en W. onmogelijk het hoo-
ger beroep in den goeden zin uit te oefenen.
Spr. vond het in ieder geval gewenscht, de
commissie uit te breiden met iemand, aange
wezen door de aannemers en iemand, aange
wezen door de architecten.
Dc heer d e M e ij e r betuigde zijn instem-
ming met het gesprokene door den heer
Boersma. Deze had echter vergeten, dat ook
de architect en niet alleen de ainnemer ge
maszregeld wordt. Tegen een andere samen
stelling van de commissie had spr. niets.
Spr. deed nog uitkomen, dat het algemeene
aanzien van dc stad zelfs vordert om ook
een tuinarchitect in de commissie te hebben
De heer Karsten erkende, dat het gilde-
wezen dwingend optrad, maar toen bestond
niet de seperatie van thans, die storend
werkt, maar samenwerking. Spr. stelde in het
licht, dat juist de organisaties de samenwer
king wenschen.
Spr. zou gaame zien, dat een lid van de
commissie de bemerkingen over een niet te
accepteeren plan besprak. Er moet komen
minnelijk overleg. Spr. zou zich verheugen
als de commissie daartoe wilde medewerken.
(Applaus).
De heer d e M e ij e r betoogde, dat reeds
thans besprekingen met de indieners worden
geeft ais'haar meening te kennen. dat mede-
zeggingschap inzake den taak der schoon
heidscommissie voor haar onafwijsbaar is,
besluit, ten einde hiertoe te geraken, cen
desbetreffend verzoek te richten tot Burg, en
Weth.
gehouden.
De heer V o s bevestigde dit. Het gebcurt
alleen niet met plannen, die niet voor dokte
ren in aanmerking komen.
Hierna voerden nog de heeren Bruin en
Dubbeld h.et woord.
Te nslotte werd de volgende motie aange-
nomen
De gecombineerde vergadering van Alk
maarsche bouwvakpatroons en architecten,
cehoord de discussi'
REGELING VAN DEN ZONDAGS-
N NACHTDIENST IN DE APOTHEKEN
TE ALKMAAR GEDURENDE 1925.
Op 17 Mei zal geopend zijn de apotheek
van den heer Dr. H. Hartong van Ark (firm?
Molenaar), Langestraat 1.
Op 21 Mei (Hemelvaarsdag) zal geopenc.
zijn de apotheek van den heer C. M. B Wan
na, Mient 11.
Op Zon- en Feestdagen en gedurendc den
nacht is slechts een der apotheken geopend.
De andere apotheken zijn gesloten van de«
avonds 8 uur (Zaterdags 10 uur) tot den vol-
genden morgen 8 uur.
In de apothek, welke Zondags geopend is,
wordt geduredne de daarop volgende week
de naehtdienst waargenomen.
CINEMA AMERICAIN.
Uitsluitend 2e handsgoederen.
Geen dienstaanbiedingen, enz.
TE KOOP EEN HEERENRIJWIEL
MET KETTINGKAST 25.
FORESTUSSTRAAT 17.
TE KOOP wegens overcompleet een
LANDOULET (gummi). Adres- J. B
PEPERKAMP, Stalhouder.
TE KOOP 1 MOTOR, merk Radco, pri
ma loopend voor spotprijs en 1 VOUW-
WAGENTJE. - LIMMERHOEK 18.
TE KOOP CANADEESCHE KANO mei
2 pagaaien en d-ubbelpagaai, als nieuw f 90.
Zelfde adres ROKCOSTUUM f 25.
Adres. bureau van dit blad
TE KOOP een keurige creme-pitrieten
KINDERWAGEN. Prijs 22.50.
VERDRONKENOORD 29.
Tegen elk aann. bod ter overnamt- 2
HEERENRIJWIELEN weinig gebruikt,
mooi in lak en nikkel met terugtraprem.
STATIONSWEG 140.
TE KOOP een zoo goed als nieuwe wa
gen, wegens plaatsgebrek, voor den spotprijs
van f 15.
DIJKGRAAFSTRAAT No. 37.
Twee prima HEERENRIJWIELEN TE
KOOP, 10 en 12. LANDSTRAAT 16.
TE KOOP EEN RONDE KAMPEER
tfNT. Adres le LANDDWARSSTR. 36
Wij leven in cle eeuwen van het advies, wat
voor den overheidspersoon onmisbaar is ge*
worden.
Spr. verduidelijkte deze stelling, door zijn
ervaring mede te deelen met een werk te Lems
mer. waarbij de overheid sterk ingreep en tens
slotte de ambtenaren een 20.000 van de opens
bare kas noojlelpos verspilden.
De overheid veroorlooft zich vaak, wat het
anderen verbiedt.
Een fout is het ten Jcoste van de gemeen*
schap de ambtenaren de handen boven het
hoofd te houden.
De ambtenaren worden gekozen door de
overheid. op adviezen van ambtenaren en het
is reeds zoover, dat de maatschappij in twee
gioepen is verdeeld, de groep die controleert
en de groep die gecontroleerd wordt.
De nadeelen daarvan stelde spr. in het licht,
Degene die controleert, ziet dan vaak in de
gecontroleerdc cen minderwaardige on een ges
socialiseerde samenleving moet het eind zijn.
Zoo lang deze er nog niet is, moet iften maar
niet steeds doorgaan met het afslachten.
Rechtzekerheid met de tegenwoordige
schoonheidscommissie ontbreekt geheel en
d. arom zal men de belanghebbende groepen
het recht moeten geven dc leden van de
schoonheidscommissie te kiezen. Applaus.
De heer Karsten lekwam 't woord voor het
derde deel van het onderwerp, die mededeelde
dat aanvankelijk in*zijn plaats een ander lid
zou spreken.
Het ideaal van ons volk is de vrijheid. Thans
kan men in dit opzicht spreken van den ouden
tijd.
Het schoone op velerlei gebied in wden tijd
van de individueele vrijheid tot stand gebracht
werd door spr. aangestipt.
De schoonste bouwwerken uit den glorietijcl
van ons volk, waren de scheppingen van een
voudige vaklicden. Het was overbodig dat de
overheid zich als voogd opwierp. Men maakte
het elkander zoo gemakkelijk mogelijk en had
geen behoefte aan een schoonheidscommissie,
Door het niet meer naast elkander leven, maar
tegenover elkander te staan, ontstond een ins
zinkinjf met den klassenstrijd als gevolg.
Spr. gaf in korte trekken een beeld van den
groei der samenleving en betoogde, dat de
werkondememers niet al te zeer geknot mogen
worden door ambtenaarsbemoeiingen. Voor
een geregelde productie is niets nadeeliger dan
een vergrooting van de verwijdering tusschen
werknemers en werkgevers.
Vooral de aanne'mers eigenbouwers hebben
het meest te lijden van de ambtenaarsbemoeis
ingen.
De schoonheidscommissie houdt de ontploois
ing van het vrije bedrijf tegen en in dezen tijd
van matheid dient men de belemmerende
bcperkingen weg te nemeu.
Spr. kwam tot de volgende cdnclusies:
le. Het is de taak van de overheid er voor
te waken dat hun bcmoeiingen op het terrein
van het bedrijfsleven niet storend werken;
2e. dat ambtelijke inmenging en bemoeiing
met het bedrijfsleven tot het kleinste minimum
moet worden beperkt;
3e. dat de schoonheidscommissie, gezien het
bovenstaande, in de opvatting van hun taak de
meest mogelijke soepelheid behoort te betrachs
tne;
4e. dat hun streven allereerst moet zijn van
paedagogischen aard;
5e. dat zij zich slechts openbare als een ads
viseerend lichaam;
6e. dat zij in harmonische samenwerking
met belangstellenden hun taak verrichten.
De heer Bruin protesteerde, onder applaus,
tegen de afwezigheid van den wethouder van
publieke werken, die tot plicht had, als komens
de uit onze rijen, de bouwvakpatroons te
steunen. Spr. had1 niet alleen grieven tegen den
heer de Meijer, maar tegen de geheele commiss
sie, met wien hij als lid van een driemanschap
had geconfereerd.
In de conference werd soepelheid toeges
zegd. Spr. heeft daarvan nog niets gemerkt.
Spr. wacht nog steeds op dfe overlegging van
teekeningen die waren mgediend en die waren
verbeterd door de schoonheidscommissie.
Onze bestaanszekerhefS wordt ge'drulrt, al<
dus spr., doordat de goedkeuring van een paar
kleirae teekeningen een paar maanden op zich
l?at wachten. Applaus.
Het woord was hierna aan den heer Jan de
Meijer, die zooveel mogelijk de verschillende
sprekers in volgorde beantwoordde. Spr, cons
cludeerde dat het doel was de hooghouding
van het vak en dat men niet bijeen was om
elkander onaangenaam te zijn.
Dat de vrije uiting van het individu wordt
ondermijnd, oordeelde spr. een noodzakelijk
kwaad. Z. i. gebeurd'e het echter schijnbaar.
Men moet zich vrijwillig in de maatschappij
kunnen schikken op de plaats waar men bes
hoort Het ligt in het doel te komen tot een
samenwerking.
Het offer brengen is in het algemeen de kern
van de samenleving en dus is ©r voor het onges
bonden uitleven geen plaats.
Als men spreekt bij schoonheid over smaak
dan heeft Kriller gelijk, maar als men daarmes
de op het oog heeft de cosmische schoonheid,
dan is dit niet het geval, want deze ligt onhers
roepelijk vast.
Bij bouwkunst is een universeeie kwesfeie
van veihoudingen.
Of de een dit en de ander dat maakt doet er
niet toe, als men het maar in de juiste vers
houdingen doet.
De commissie verwees nimmer naar een ars
chitect, maar wel naar een bevocgde kracht,
dus naar iemand die bouwen kan.
De commissie heeft steeds alles in harmonie
overwogen. Steeds stond men tegenover dc
commissie. Als men wat gaat doen, dan heeft
men echter tenslotte te doen met een man.
Elke kunstenaar is aristocraat en autocraat.
Als een teekening zoo slccht is, dat blijkt,
dat de indiener niet weet wat een constructie
is, dan zou men formeel niet anders doen dan
afkeuren, maar juist door de soepelheid komt
de commissie tot het opdo-kteren.
Dit tegen de commissie te gebruiken is
niet fair, maar het geschiedde met de bedoes
ling om te helpen. Zoodra dit gebeurd, ges
schiedlt het echter door een man en het ligt
voor de hand, dat spr. dit deed. Slechts pros
beerde hij de geest van het werk te vcrbeteren
en vooral in de proporties. Toch gebeurde dit
niet zoo dat het alleen dan goedgekeurd kan
worden.
Spr. is alleen adviseur van B. en W. en alles
wat de commissie doet is niet anders dan een
advies geven aan B. en W. Er kan dus geen
sprake zijn van onfeilbaarheidsgevoelens en
machtswellust. B. en W. hebben Te beoordees
len.
Dat spr. meent het recht te hebben te zeggen
„hoe er gebouwd moet wordenbestrijdt spr.
Elk mensch heeft het recht te denken zoo hij
het wjl en zelfs het recht die denkbeelden te
uiten, maar met het bouwen tast men het open
bare leven aan en dan worden de zaken ans
ders, dan heeft niet ieder individu het recht te
doen was hij wiL v
U mag teekenen wat u wil, maar als u het
bouwen wil, dan heeft ieder mensch het recht
er zich mede te bemoeien.
Juist de modernc bouwkunst Streeft naar
versobering en naar juiste verhoudingen, wat
het streven is van alle tijden. Juist onze sims
pele bouwkunst is goed, omdat ze waarde
heeft voor alle tijden.
De kunst staat niet buiten de maatschappij.
Alles wat goed gedaan wordt is kunst. Het
gaat echter niet om aestethika, maar om geld
te verdienen en bij spr. is dit ook het geval.
Of iemand architect is of niet hangt niet van
het woord af, -omdat een ieder zich dat kan
noemen.
Om orde te scheppen zijn de schoonheids^
commissies ontstaan.
De bond van architecten tracht het kaf van
het koorn te schiften, door alle leden aan te
nemen op grond van een uitgevoerd werk.
De druk van elke regeling valt op aller hoof=
den neer. maar toch kan men niet terug keeren
tot de stelling „laat alles maar groeien en
bloeien" zooals de heer Kriller wilde. Spr. oor«
deelde dit te reactionnair.
Tom Mix komt op zijn zwerftochten overal,
maar dat hij door toevalligc omstandigheden
ook nog eens een damespension zou en-en, en
daarin terecht zou komen, had men toch zeker
niet verwacht. Hoe het hem daar vergaat, hoe
hij een oud moedertje vindt, dat zoo erg ver<
langend is naar haar zoon, hoe hij dien slecht-
oppassenden zoon weer tot zijn moeder weet
terug te brengen, dat alles laat u deze nieuwe
zesacter „Tom Mix in het damespension'
zien. 1
Tom houdt niet van halve maatregelen en
heel zachtzinnig wordt het zoontje, dat in dt
stad feestviert, niet aan zijn plichten herinnerd
Maar toch is hij Tom ten slotte dankbaar. De<
ze heeft tevens nog gelegenheid een aardig
meisje in de auto mee te nemen, waarna ook
de kleine vriend een schaking probeert, wat
tot groote vroolijkheid aanleiding geeft. Tony
toont zich in een korte scene weer een heel
verstandig dier.
Naast Tom Mix treden jn deze film op den
voorgrond Gertrud Olmsted als het lieve meis>
je en Phiio Mc. Cullough als de slechte zoon.
In het voorprogramma is zeer merkwaardi?
de opnarae van den krater van de Vesuvius.
Vanuit een vliegmachine is 't geheel opgeno«
men. 't Was een zeer gevaarvolle toeht.
Het versterkte orkest zorgde voor uitstekeni
de muziek.
ALKMAARSCH BIOSCOOP THEATER.
De film van eigen bodem „Het Hollandsche
CircUs", die thans in het A. B. T. wordt gege*
ven, is zeker een der beste Holl, films ooit
vertoond. De groote beteekenis van de film
wordt hier tevens op treffende wijze gedcmon>
streerd, want als een blijvend document van
wijlen Louis Bouwmeesters speeltalent, kan
deze film worden aangemerkt. Zij die niet
vaak in de gelegenheid waren onzen grootsten
acteur te zien, kunnen thans nog de beste in<
drukken van zijn filmspel meenemen. Want het
spel van Louis Bouwmeester, in de dubbelrol
van Hen'drik en Willem van Dalen, resp. cir«
cusdirecteur en welgestelde Hollandscho boer,
is van 't begin tot het einde prachtig en boei«
end. Misschien in de rol van den boer nog we!
het meest. Dat is sterk Bouwmeester*spel.
Hendri'k en Willem van Dalen zijn twee
broers. De eerste keert na jaren weer in zijn
vaderland1 terug als directeur van een reizend
circus. De zaken gaan slecht. Hij vraagt zijn
broer Willem om hulp.
De circusdirecteur staat geheel onder in«
vloed van een zijner vrouwelijke artisten, een
laag schepsel. Verschillende intriges werken
het geluk van den clown Louisot en de dochter
van Hendrik tegen.
Ook in Willems boerenleven gaat alles niet
voor den wind. Hij vefliest een proces, wordt
arm, ziet zijn dochter weggaan met den zoon
van zijn grootsten vijand, en maakt het ver«
branden zijner hoerderij mee, aangestoken
door den knecht Evert, om den baas aan geld
der verzekering te helpen. Alles echter buiten
medeweten van Willem.
De circujboel wordt ten slotte voor schuld
verkocht.
De oude geheel vervallen Hendrik, zijn
dochter met de clown, Willems dochter Marie
blijven ten slotte met een wagen over, maar
worden liefderijk door Willem opgenomen. Al<
les wordt vergeten en vergeven.
Prachtig is men er in geslaagd door fraaie
opnamen van het Hollandsche landschap, zoo
eoht de atmosfeer te treffen.
Naast Louis Bouwmeester vervullen ta! van
bekende Holl. artisten rollen in dit filmwerk.
Mevr. de Boer van Rijk b.v. als Willems vrouw
en Kitty Kluppell als diens dochter, Agnea
Marou als de dochter van den circusdirecteur,
met Frits Bouwmeester als de clown. Verder
Aaf Bouber, Adrienne Solser, Piet Kohler e. -a.
Het spel van Louis Bouwmeester moet voor
alien echter een mooie herinnering blijven. Men
ga hem daarom in het Holl. Circus zien.