Damrubrlek. %mmmm Schaakrnbriek. t Backin Het llcht nlet aan bet weer. Ill k Chocoiade-Zandtaart Bakpoeder a-a 65 m Dr,Oel-ker's Gij behoeft bij vochiig weer niet rheuma- tiseh te zija, als gij slechts zorg draagt voor goed werkende mieren. Onder normale om- standigheden siroomt door uw gestel rijk bloed, dat de weefsels herstelt en voedt. Dit bloed zuiver te houden is de taak der nieren. Te veel werk, zorgen en weersveranderin- gen verzwaren deze taak, en dan kuwnen de nieren overspawnen worden. Zij kunnen dan niet het uritjezuur en andere schadeiijke on- zuiverheden behoorlijk uit het bloed filtree- ren. Scherpgekante kristallen vormen zich in de spieren, gewrichten en weefsels der zeou wen. Dit leidif tot rheumatische aardoeningen bekend als spit, icchias of rheumatiek, naar- mate de rug, beenen of andere deelen van het lichaani worden aangetast. Zoodra men urinestoornisen, rugpijn, wa- terzuchtige zwellingen of andere verschijose- len van een nieraandoening opmerkt. gebrni- ke men Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Zij hadden succes, zelfs in gevorderde gevallen van nierkwalen. Let op de verpakking in glazen flacons met geel etiket (alom verkrijgbaar), waar- door gij zekef zijt geen verlegen buiten- landsch goed te ontvangen. Prijs 1.75 per flacon. later op den dag op het droge gebracht. Te- gen den bestuurder van den wagen, die het ongeval veroorzaakte. zal een strafvervol- ging worden ingesteld. INBREKERS; ONGEWOON BEWIJS- STUK. Het Hdbl. v. Antwerpen schrijft: De rechterliijke dienst van het parket te Antwerpen heeft een belangrijke aanhouding gedaan en wel van: een bende beruchte brand- kastinhrekers, die in de Hollandsche plaateen Eindhoven en 's-Hertogenbosch aan net werk fs geweest. Deze dienst had van de Hollandsche poli- tie mededeeling gekregen, dat de brandkast; dieven eerst in de stad Eindhoven een brand kast hadden opengebroken en den volgenden' dag in de stad 's-Hertogenbosch. In deze laatste plaats hadden ze hun werk niet kun nen voleinden, daar ze door den huisbewaar- der waren verrast. Deze, vergezeld van zijn fliaken waakhond, had de stoutmoedige schelmen op de vlucht gedreven, en de vlucht was zoo overhaast, dat ze al hun materieel ter plaatse moesten achterlaten. - Een der agenten van den rechterlijken dienst het feit vernemende, lierinnerde zich, drie beruchte brandkastinbrekers te zamen te hebben gezien. Zij hadden hun rijwiel bij zich en trokken de Mdidenstatie hitmen. Het spoor werd gevolgd cn vastgesteld wend dat ze naar Limburg\varen vertrokken De geheele brigade werd op zoek gezon- den en alle drie werden aangehouden. Het waren A., wonende te St. Mariaburg, L., woonachtig te Borgerhout, en Van L., die daarcnboven, in banbreuk van bewaakzaam- heid verkeerde. Natuurlijk beweerden ze, zoo- als alle boeven van beroep, van niets te we- ten en loochenden hardnekkig elke plichtig- heid. In Holland werden in een statie dfe brief - jes weergevouden van hun rijwielen, die ze er ter bewaring hadden gegeven en waarvan de nummers geheel uitkwamen met de num- mers hunner rijwielen. Dit was voor de ke- rels nog niet voldoende om de feiten te be- kenaen. doch Dinsdagmorgen zijn andere bewijsstukken voor den dag gekomen, heel ongewone, doch die doorslaand waren. Door dc Hollandsche justitie waren name- lijk bijzonderheden medegedeeld over de in break te 's-Hertogenbosch. De hond van den portier, die een kranige waakhond moet zijn, heeft nogal wat spcl aan dc inbrekers gele- verd. Het dier is herhaaldelijk op de schel men toegesprongen en op zeker oogenblik moet een hunner cen flinker; knauw hebben gekregen in zijn „achterwerk". De drie schelmen werden voor den dag gehaald en met afgestroopte broek moesten ze voor de wetsdokters visiet passeerende uitslag was doorslaande. Bij A. werd op het gedeelte van zijn lichaam, waar de rug van uaam verandert, de schoonste afdruk ge- vonden van een hondebeet, die men maar den ken kan. Zou dit bewijsstuk nu ook voor de rechtbank moeten gebracht worden? De recliterlijke brigade, aangemoedigd door dit buitengewoon succes, zet haar op- zoekingen voort. Aan de Dammers! Met dank voor de ontvangen oplossingen van probleem No. 860 (auteur Jlanchat(. Stand Zwart: 10 schijven op 15, 19, 20, 23, 24, OR 20 30 33 34 Wit: 10 schijven op 7, 26, 27, 32, 37, 38, 42, 43, 44, 50. 1. 2 3. 4. 5. Oplossing 27—22 26—21 44—40 37—31 7— 1 32—28 1 :34 1. 2. 3. 4. 5. 28 :17 17 :26 34 45 26 :39 33 42 23 :32 Goede oplossingen ontvingen wij van dc heerenW Blokdijk, P. Dekker, D. Gerling en A. List te Alkmaar. PARTIJGEDEELTE SWART-KELLER. In de wedstrijdpartij, die Keller tegen Swart speelde, kwam de volgende positie voor: WHg niet 38—33 spelen wegens 23—29, 13-19, 18:38, 17-21 en 11 44. Op 39—33 volgt 17—22 en 11 22, waarna aan de dreiging 24—30 niets meer te doen is. 27—22 en 31 :22 is het beste. Wit krijgt dan wel moeilijk spel, doch behoeft niet te In de partij volgde: 28—22' "2. 17:28 27—21 3. 16 27 31 :33 4. 24—29 33:24 5. 19:30 35 24 6. 23—28 32 23 7. 18 40 met winnende doorbraak naar dam De volgende stand is ontstaan doordat zwart als laatsten zet 11—17 heeft gespeeld: Zwart: 12 schijven op 1,8, 11, 12, 13, 16/19, 23, 24,'25. Wit: 12 schijven op 26, 27, 28, 31, 32, 34/39, 48. Keller vervolgt nu met de zwarte schijven: 1 1- 6 Een mooie zet. ^Zwart: 11 schijven op 3, 7, 9, 12, 16/ 19, Wit: 11 schijven op 21, 27, 28, 32, 38, 40, 41,44,46,48,50. Wit liet nu volgen 27—22!, zwart diwim- gende tot IS:27. Nu kwam 28—23H, zwart sloeg 19:37, wit 21:32!!, zwart 37 28, wit 40—34 en 44 2. Ter oplossing voor deze week: PROBLEEM No. 861 van P. KLEUTE Jr., den Haag. Zwart: 15 schijven op 1, 5/10, 12, 17, 18, 20, 22, 24, 26, 35. Wit: 15 schijven op 16, 21, 31, 33, 36/41, 43/46. 50. Oplossingen vodr of op 27 Mei, Bureau van dit Blad. In zijn boek: „Dc verdediging van het Dame-gambiet", verdeelt Dr. Tarrasch dfe verdediging. van de d4 opening als volgt: 1. De Tschechische verdediging. nl. 1 d4 d5 2. c4 c6. 2. De e6 verdediging nl. 1 d4 <35 2. c4 e6 3. De c5 verdediging n.l. 1 d4d5 2 c4 c5 4. De Pf6 verdediging n.l. I d4 d5 2c4 P/6 5. Tschigorins verdediging n.l. 1 d4 do 2 c4 Pet. 6. 't Tegengambiet nl. 1 d4 d5 2 c4 e5 7. Aangenomen gambiet n.l. 1 d4 d5 2 c4 dc4. Wij willen van elk de meest bekende va- rianten hiervan behandelen. 't Is tegenwoordig bij de grootmeesters alsof er maar e£n opening bestaat nl. 1. d4 Hoe komt dat? 0. i. ligt daarin de oorzaak, dat de theo- retici de andere openingen al zoovcr uitge- pluisd hebben, dat er geen nieuws meer te vinden is. Men kent alle sluipwegen en vindt geen nieuwe banen meer. De d4-opening is een van de nieuwste en 't schijnt dat hier nog heel wat terra incognito betsaat. Immers alles wat de theorie van deze opening geeft, is van recente datum. Wat we ervan weten is door Dr. Tarrasch overzichtelijk in zijn pas verschenen boek bovengenoemd1, neergelegd. Vandaar dat't ons't bestl ijkt aan de hand hiervan onze lezers in te leiden in deze opening. 1. De Tsechische verdediging 1. d4 d5 2 c4 c6. 3. Pf3 Pf6. 4. Pc3 dt4: of 4.... Lf5 of 4 Db6 of 4 Pe4 of 4 e6 of 4g6 of 4 cd5 cd5: of 4 e3 Lf5 cf 3 Pc3 e5 of 3. e3 Lf5. Deze speelwijzen zijn op de volgende wijze te voeren: a. 1. d4 d5 2. c4 c6. 3. Pf3! Pf6. 4. Pc3 dc4: 5. e3 b5 6. a4 b4 7. Pbl La6. 8. Dc2? b3 9. Dc3 Pe4 10. Dfi4 e6! en zwart staat beter. b. of 8. Pbd2 c3 9. bc3 bc3. 10. Pbl. Da5 11. Dc2 Pd5 12. e4 Pb4 13 Dc3? Pc2! en zwart staat beter. c. of 8. Pfd2 Dd5 9. Dc2 e6! 10. Pc4: Le7. 11. Pbd2 0—0. 12. Pf3 c5. 13. dc5 Pbd7 en zwart staat beter. d. of 13. Le2! cd4 14. Pd4 Pc6 15. Pc6 Dc6 16. 00. TacS en zwar tstaat beter. eof 7 Pa2 e6. 8. Lc4 Le7? 9. 0—0 0-0. 10. De2 Pbd7 11. e4 en wit staat beter. of 11. b3? a5 12. Lb2 c5 13. Tfdl Db6 14. Pel La6! 15. dc5 Pc5 16. Pe5 Lc4 17. Pc4 Da6 18. Ld4 Pe4! 19. f3 Pc3 20. Lc3 bc3 en zwart staat beter. g. of 8. Dc2 Pbd7! 9. 0—0 Lb7 10. De2 c5! 11. Tfdl DM 12. b3 Le7 13. Lb2 0—0. 14. Pel a5 15. Pb3 Pe4 16. Pfe5 Pe5 17. Pe5 Pc3! 18. Lc3 bc3 19. Lb5 Tfd8 20. Pd7 Da7 en zwart staat beter. A. of 6 a4 Pd5? 7. Pe5! Pc3 8. bc3 Dd5 9-ab5 cb5 10. Le2 Lf5 11. 0—0 f6 12. Lf3 Le4 13. Le4 De4 14 Dh5f g6 15. Pg6 Dg6. 16. Dd5. Wit staat beter. i. of 8Lb7 9. Tbl. Dd5 10. Pc4. Wit' staat beter. of 6Db6? 7. ab5 cb5. 8. ft3 b4 9. Pa4. Wit staat beter. k. of 5. a4 Lf5 6. e3 e6 7. Lc4 Lb4 8. 00 00. De spelen staan gelijk. I. of 4Lf5. 5. Db3 Db6 6. c5? Dc7 7. Lf4 Df4 8. Db7 e6. 9. e3! Wit staat beter. (Wordt vervolgd.) Omtrent het 4e wedstrijdeindspel no. 55 waarvan we de vorige week de oplossing uit- stelden, vermelden we allexeerst de aufeurs- oplossingen die door enkelen is gegeveo m.l. 1. Th6. f5 (gedwongen). 2. Df6f. Tg7. 3. Df5 Tb2 4. Th7!f Kg8. 5. Dd7. en Zwart geeft op. Maar enkele oplossers toonden aani dat zwart niet behoeft te spelen 2Tg7?? doch 2Kg8.1! en nu is er' voor wit geen winstvoortzettiing te vinden. Sommigen gaven aan: 1. Th6 f5. 2. Df6 Kg8! 3. e5 en betoogden dit wit hiermede wint, maar dat is allerminst waar, want na 3 Tb2 en 4 Dd5 moet wit gaan verdedigen en is voor hem van win6t geen sprakel Dit eindspel willen we dus, als onoplosbaar, uitschakelen uit de eindspelen, enlater, om toch een 26 tal te kunnen geven en no. 27 laten volgen. Oplossing 5e westrijdeindspel, no. 56. De auteursoplossing is: 1. Lh6. Pf6. 2. Lg7! Kg7. 3. Tg6. fg6 4. Tg5 benevens Th5 en wit wint. Een andere oplossing is ook goed n.l. 1. Lh6. Pf6. 2. Lg7! Kg. 3. Tg6. fg6 4. Dg6.f KhS 5. ef6 Dd7 6. Lf5 Df7. 7. Dh6 Kg8 8. Le6en den volgenden zet mat Dit is een mooie oplossing. Ook na 1. Tg6. volgt mat. Goede opl. van eindspel 56 ontvangen van D. de Boer, T. C. Laas, N. Termaat. x Correspondent. N. Termaat. Naar aan- ldding van Uw schrijven over't niet vermel den van Uw naam omtrent eindspel 54 wil len wij gaarne erkennen dat dit een vergis sing is. Uw naam staat evenwel geboekt on der de goede oplossers. No. 59. 8e Wedstrijd-eindspeT. a m* i i m" d f g T Wit speelt en wint. Oplossing probleem No. 60 (5e Wedstrijd- probleem) van C. P. Hamilton. Wit: Kbl Tc6 en f7 Pb4 en bS Lei en g2'' pi c5, e3 en g4. Zwart: Ke5 Ph5 Le8 pi b2, b3, c4, d4, e6, e7 en g3. 1. Ld'5 (dreigt Te6: mat) 1 Lf7: (d7) 2. Pd7 mat. 1 Lc6: 2. Pc6 mat. 1ed52. Te7mat. 1 d3 (de3:) 2. Lc3 mat. 1 Pf4 2. ef4 mat. 1P. ancfers 2. Lg3: mat. Op b2 stond abusievelijk een witte pion, dit moest een zwarte zijn. We hebben dit abuis niet willen herstellen, omdat't hier een wedstrijd geldt en we voor eventueele neven- oplossingen lA punt toekennen. No. 60 is een eigenaardig probleem. Van huis uit is 't tempo'2 zet le soort; door den sleutelzet verandert het eensklaps in een dreiger. Daardoor ontstaat varianten-winst (ed5:) maar ook verlies (in de oorspronkelijken stand Pd3 mat na 1 c3!) Doordat't tempo probleem was, moest de W. K. aan zijn plaats gebonden zijn, van daar de 2 neven oplossingen Kal en Kcl, nu er een witte pion op b2 stond. Noemen we de auteursopl. 60, de beide nevenopl. 601 en-6011 dan ontvangen we van T. C Laas 60 601 en 6011. D. Vermeulen 601 en 6011, J. B. Jansen 60 en 601. C. B. 60. S. te S. 60, Jongendiik 60 en 601. D. de Boer 60, 601 en 6011, N. Termaat 60, 601, 6011. Probl. No. 63 (8e wedstrijdprobleem) Zwart (5) 8 7 6 5 i 3 t 1 abedefgh Wit (7) Wit geeft mat in 2 zetten. StadsnieHws. CHRISTELIJKE SCHOOLDAG. Vervolg, Zes dagen heeft de Heere geschapen al de dingen, die hij schiep en hij rustte den zeven- den dag, om wat hij gemaakt had te vervo'- maken. Alles, wat God wilde zetten buiten zijn wezen, was er in die 6 dagen, maar alles was nog niet uitgegroeid tot de volmaaktheid van de schittering van dat werk des Schep- pers. God rustte om te vervolmaken en ieder idee, dat God ging stil zitten, om zijn schepping te bezien, moet worden uitgebannen. „Mijc Vader werkt tot nu toe en Ik werk ook,'' zegt de Christus. Den zevenden dag was het dus een andere tijd, die aanbrak; het was sabbathstijd en voordien was het arbeidstijd. Paulus noemde zich mecfearbeider van God, omdat hij deel had aan het werk van de her- schepping die in den Christus wordt uitge- werkt. Sabbathswerk is het werk van de her- schepping. Adam verscheen in de schepping als een medewerker Gods. Hij stond cm te getuigen, van te dienen cn dienende te heerschen. De geschiedenis van de Sabbath is een stijgende gang van de vervolmaking van al de bcerlijkheden die God in den mensch ge- legd had. Door de zonde van den mensch is de mensch vervallen uit dat jjeerlijk werk en geworden een slaaf, maar de wet tolijft ge- handhaafd. Die blijft de eisch van God als roeping van den mensch en dan wordt die roe- ping hem ten dcode, niet, omclat die roeping niet cfeugf, maar olidai de mensch nief deugt, aangczien deze ziin roeping prijs gaf. Voor den mensch uit dien Adam voorfgesproken blijft echtei- de eisch van God: „Gij zult Uw roeping vervulien." Die roeping omvat ook, dat de mensch Got als zijn Schepper kenne, en nog altijd is cr een drang om hem te kennen. In de historie cfer mensehheid vinden wij altijd het streven naar een idee, naar een begrip van God. De werking van de sabbathswet is nog altijd in den diepste van ieder menschenbestaan aan- wezig. In de wereld richt zich het denken van den menscl; nog altijd naar den onbekenden rnd der dingen, dc trek naar de Almacht dit zoeken naar den grand der dingen, den oorsprong der wereld en in het zoekes naar de wording van den mensch valt nog altijd tc erkennen de roeping van een mensch door God opgelegd, naar Godskennis. He „Gedenkt den Sabbath" beduidt: Gedenkt Uw Schepper en wat hij van U heeft gceischt. In de wedergeboorte krijgt het volk daar in- zicht in. Dan komt het woord Gods alle duisternis opklaren en mededeeien, wie die God in het volk valt onder het gebod: „Uw wil is mijn wet!" Het volk omhelst in openba- ring van die wet de roeping Gods en zoo worat het gebod„Gedenkt den Sabbath, dat gij dien heiligt" in het licht van het werel<j- gebeuren tot een wijd strekkend gebod, zoo wijd, dat het't gansche leven gaat omvatten. De eerste openbaring van dat gebod is, dat er een kerkdienst naar dat woord wordt ge- sticht, maar ook in de samenleving in het gansche sociale, maatschappelijke en staat- kundige leven draagt de wedergeborene de kennis van dien God uit. In dit verband las spr. Ezechiel 20 vers 12, door Ursines aangehaald. De Sabbath heeft tot doel, den mensch te zeggen: „Ik ben de Heere, die U heiligt." Wij komen hier tot de gronden, waaroim de Zondag, de dag des Heere, moet worden gehandhaafd1, maar daarmede is het Sabbath- leven, van de gemeente niet af. De gemeente heeft ook te zorgen voor de leiding van dien Sabbath. Zoo ontstaat de school. De vader en moeder zijn de door God ver- antwoordelijk gestel den voor dc opvdeding van de kinder en en ook in het werk der opvoe- d!ing spreekt de Heer: „Gedenkt den Sab bath," dat gij dien heiligt, „gedenkt Miji dat ik Uw God ben!" Het gebod' van den Sabbath beheerscht dus het geheele werk van dfe Christelijke opvoe- ding en dus ook het geheele werk des Chris- telijken levens. In de eerste vier geboden ligt alles opgesloten. Het zal U duidelijk zijn, dat het Sabbaths gebod ook het program van het Christelijk on aerwijs moet beheerschen. Het beduidt op voeding in de kennis van God, in de kennis van den mensch, in de kennis van de roeping van den mensch en opvoeding in de kennis van de toekomst der wereld; alzoo theologie, antropologie, cosmologie of met een woord: de Ghristelijke wereldbeschouwing. Wij zijn dan de antithese duidelijk staan tusschen ae Christelijke en de niet-Christelijke school. De oude Grieksche school ontstond uit de behoefte van het overdenken, het bestudeeren, het practisch toepassen van de klassieke wt- neldlbeschouwing. Die scholen waren filoso- fenscholen. In Israel bestond de opvoeding in het $nder- wijzen van de wet. En rlavius Josephus ver- felaart, dat de ouders buitengewoon getrouw waren met zelf dat onderwijs in de wel te ge ven en daar ook voor in staat waren. Dat een jongen van 12 jaar, zooals met Christus geschiedde, in den tempel ondervraagd werd naar de kennis van de wet, was geen bizon- derheid. Dat gebeurde met meerdere jongens, die dien leeftijd bereikt hadden. In de Middeleeuwen was de school gehuwd aan de kerk en wag het klassieke onderwijs overwonnen, maar in de eerste tijden van de openbaring der Christelijke Kerk was het hei- densche onderwijs nog zeer sterk. -Vele Chris- tenen zonden hun kinderen nog naar den hei- denschen leeraar. Een uitvloeisel daarvan cunnen wij nog vinden in de waardeering, die zelfs de reformatoren nog hebben behouclen voor de klassieke filosofie. Het ligt dus voor de hand, dat de Christe- ijke school de Christelijke wereldbeschouwing doceert. Dit beduidt niet, dat de kinderen op de Lagere School met de groote problemen van de Chrtstelijke wereldbeschouwing moe ten worden Jastig gevallen, maar toch moet die opvoeding gedragen worden door de ken nis van die Christelijke wereldbeschouwing, waarvan de kinderen doordrongen moeten worden. De hoofdschotel is du®, dat onmiddellijk de wet Gods op dfen voorgrond wordt gesteld. De wet Gods zal in de Christelijke school te meer moeten worden aangehouden, omdat iri* de neutrale school juist aie wet Gods steeds meer gevaar loopt, uitgesleten te worden. Denkt cent aan het reditsbesef, dat vervan- gen dreigt te worden, door een krankheids- theorie: „geen schuld, maar ziekte." Denkt eens aan het huwelijk en aan de stelling, dat het kind is een kind van dfe ge- meenschap en dus opgevoed moet worden voor dc gemeenschap, zoodat die er het mcest mogelijke nut van heeft. Spr. zegt niet, dat daarvan niets gebruikt kan worden.*Hot is noodig, ook dat te bestudeeren, maar voor ons geldt dit, dat als wij gelooven: „Gods woord is Gods woord," dat de wet Gods het best p;5st in overeenstemmirig met het zede- lijke, dat, als wij dc wet Gods onderwijzen, een zedelijk bewustzijn ingeschapen wordt, dat overeen moet komen met den zedelijken aanleg van den mensch: „Zijn bestemming, zijn roeping.' Wij zullen onderscheid maken tussphen de opvoeding in den dienst van God, de religie en de opleichng om een beroep in dit leven te vervulien. Het kwam spr. daarom voor, dat de Christelijke school nog geen behoefte heeft aan het persoonlijkheidscndferwijs. De lagere school komt vooral als opvoedingsschooi op den voorgrond. Het onderwijs moet daar ©ndergeschikt zijn aan het opvoedings doel. Bij het vakonderwijs kan het onderwijs op dfen voorgrond treden. De Christelijke school heeft een eigen ka- rakter, dat hierin bestaat, dat het niet eenzij- dig ziet op de dingen van deze wereld, maar op de dingen, die geboden zijn. Tegenover de stelling van het kind van de gemeenschap stelt de Christelijke opvoeding het kind in dienst van den Allerhoogste, het kind het erf- deel des Heeren, zooals staat in dc 27ste 1 psalm Naast dit alles bestudeeren wij rus- tig, wat daar geschiedt in de levendc weten- schap en doen als voordeel met de wereld- wijsheid, mits die overeen kan komen met de openbaring Gods. Wij hebben efen weg, aangegeven in de wetten "van God. Dat z66 ons volk die persoonlijkheid zal kunnen doen spreken, omclat God die persoonlijkheid heeft geschapen en deze persoonlijkheid zeker het jeste zal opblocien bij zijn woord. Spr. eindigdte met den wensch, dat de spe- cificeering geen versplintering te weeg zal brengen onder de zijnen. (Applaus.) Ds. Verwaal bracht den spr. dank voor zijn rede en verzocht de aanwezigen psalm 72, vers 11 te zingen, waarna de bijeenkomst ondfer dankzegging, waarbij Dr. Severijn vcorging, werd gesloten. OPENLUCHT-SAMENKOMST VAN VRIJZ }NN 1G-GODS DIE N STIGEN. (Vervolg)'. Ds. v a n W ij n g a a r d e n, voorgangef der Vrije Gemeente in Amsterdam, sprak over „Godsdienst en Staat". Wat heeft de gods- dienst met den Staat, wat de Staat met den godsdienst te maken? De Roomsch-Katholie- :en, het oudste Christendom, zegt: Godsr dienst is het voornaamste, het hoofd van de wereld is God, de wereld het Godsrijk- God leeft voor het regeeren van Zijn rijk een ilaatsvervanger aangesteld, die heerscht bij ie gratie Gods. Edh is het hoofd, aan wien al- en en alles moet zijn onderworpen. Sprekef acht dat onbereikbaar, want welke speciale mensch kan met de souvereiniteit over de gan sche wereld zijn bekleed? En als dc twijfet daaraan bij den mensch post vat, .ligt daar mede de geheele godsstaat tegen den grond. :ene andere opvatting is die van de absolu- tistische staatsidee. De staat is hek voornaam ste, de individu op zichzelf bestaat niet, alles. ook het geloof is in en door den staat. De staat is de cultuurstaat, eene andere opvatting is waan, is bijgeloof. (De idee van Rousseau, -asalle e. a.). Het is eene vereeniging van menschen, om het heil der menschen te bevor- deren. Dan moet de staat alles doen: ver- keerswegen aanleggen, de kinderen opvoeden. Met dat laatste nadert de staat den gods- dienst. Dan komt hij in botsing met de men schen, die dat zelf willen weten. Dan toch comt de staat met den eeddwang, waar de mensch getuigt: „mijn ja is ja, mijn neen, neen." Dan komt de staat met den dwang, om op te komen ter verdediging, waar de mensch getuigt: ,,gij zult niet dooden". Wij, Protestanten, getuigen met Luther: „het ia niet geraden, iets tegen het geweten te doen", Wat dan Moeten wij ons zelf of den staat volgen? Hoe nu te handelen. Spreker is dank- oaar, dat hij burger is van den Nederland- schen staat, waaraan hij veel heeft te danken- De mensch op zichzelf kan niet doen, wat de staat doet tot heil van zijne burgers, b.v. dc malariabestrijding. Wij moeten buigen voor den staat, omdat hij voor ons zorgt en ge- meenschappelijk gereed staan, om hem te ver dedigen. Door het buigen voor den staat is nooit iemand persoonlijk verloren gegaan. De persoonlijkheid wordt juist gevormd door bui gen te leeren, zooafs wij dat zien in de huis- gezinnen. Ds. S w ij g h u i s e n Reigersberg sprak over „Godsdienst en Kerk". Vele men schen zeggen, geen behoefte te hebben aan de kerk, evenals een ziekc zegt geen behoefte te lebben aan eten. Als zij echter niet in de kerk komen, blijft hunne meening en het reli- gieuse gevoel kwijnt weg. De kerk is kweek- ster van godsdienstig leven en menschen heb ben behoefte aan godsdienst. Velen vereenzel- vigen uit onwetendheid dc kerk met cofifessio- nallSme, terwijl de vrijzinnigen niet blijven staan bij het dogma, doch steeds voort zoeken. Ook de kerk heeft schuld cr aan dat velen niet tot haar komen, doordat ze te veel de traditie heeft behouden, te onbewegelijk is gebleven, oude, doode vormen handhaaft. Dat kwam, doordat de kerk moet leven in de wereld cn te genover dc wereld. Doch.de kerk is vanaf de middeleeuwen de draagstcr van de hoogete gecstelijke schatten, kweekplaats van gods dienstig leven. De kerk heeft nog hare roeping te vervulien, om het zedelijk godsdienstig be wustzijn van de menschen te versterken. Ieder vinc'lt daar iets goetis en noodigs voor .zijn godsdienstig zedelijk leven. Daarom heeft de 6. 7 6. 3. 4. 5. 6. 7. v, Wft,Vgfp/, 'M m:<A 9 is goedkoop en heeriljk, indien gebekken met Backin vervangt de Gist. 250 gt. ongeiouten of ge» wasschen boter f 0.70 jparg. f 0.30 250 gr. suiker. 200 gr. Dr. Oetker's Gustin of maizena 4 eieren 1 theelepel yan Dr. Oetker's Vanillc«suiker 1 Dr. Oetker's Backin 50 gr. cacao 0.13 0.10 0.24 0.02'/, 0.021/, 0.071/, f 0.89V, Bereiding: De boter wordt c*en verwarmd, dan tot room geroerd. Men voegc lang« zamerhand suiker en Vanillc«suiker toe, dan een ei, een weinig poedcr met Backin ver- mengd; is dit goed vcrwerkt dan weder een ei en wat poeder, tot de eieren en de poedcr verbruikt zijn. Ten laatste wordt de cacao door de massa geroerd en deze in een met boter ingewreven vorm gedaan en bij matige hitte een goed uur in den oven gebakken. Men lette vooral op Backin van Dr. Oetker. en dat op elk pakjc als Eenige Importeurs E. Ostermann Co., A'dam, vcrmeld zijn. Waar niet verkrijgbaar wende men rich direct lot deze Importeurs, die op aanvrage ook een gratis»receptenboekje toezenden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1925 | | pagina 6