Damrubrlek.
%mmmm
Schaakrnbriek.
t
Backin
Het llcht nlet aan bet weer.
Ill
k
Chocoiade-Zandtaart
Bakpoeder
a-a
65 m
Dr,Oel-ker's
Gij behoeft bij vochiig weer niet rheuma-
tiseh te zija, als gij slechts zorg draagt voor
goed werkende mieren. Onder normale om-
standigheden siroomt door uw gestel rijk
bloed, dat de weefsels herstelt en voedt. Dit
bloed zuiver te houden is de taak der nieren.
Te veel werk, zorgen en weersveranderin-
gen verzwaren deze taak, en dan kuwnen de
nieren overspawnen worden. Zij kunnen dan
niet het uritjezuur en andere schadeiijke on-
zuiverheden behoorlijk uit het bloed filtree-
ren. Scherpgekante kristallen vormen zich in
de spieren, gewrichten en weefsels der zeou
wen. Dit leidif tot rheumatische aardoeningen
bekend als spit, icchias of rheumatiek, naar-
mate de rug, beenen of andere deelen van
het lichaani worden aangetast.
Zoodra men urinestoornisen, rugpijn, wa-
terzuchtige zwellingen of andere verschijose-
len van een nieraandoening opmerkt. gebrni-
ke men Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Zij
hadden succes, zelfs in gevorderde gevallen
van nierkwalen.
Let op de verpakking in glazen flacons
met geel etiket (alom verkrijgbaar), waar-
door gij zekef zijt geen verlegen buiten-
landsch goed te ontvangen. Prijs 1.75
per flacon.
later op den dag op het droge gebracht. Te-
gen den bestuurder van den wagen, die het
ongeval veroorzaakte. zal een strafvervol-
ging worden ingesteld.
INBREKERS; ONGEWOON BEWIJS-
STUK.
Het Hdbl. v. Antwerpen schrijft:
De rechterliijke dienst van het parket te
Antwerpen heeft een belangrijke aanhouding
gedaan en wel van: een bende beruchte brand-
kastinhrekers, die in de Hollandsche plaateen
Eindhoven en 's-Hertogenbosch aan net werk
fs geweest.
Deze dienst had van de Hollandsche poli-
tie mededeeling gekregen, dat de brandkast;
dieven eerst in de stad Eindhoven een brand
kast hadden opengebroken en den volgenden'
dag in de stad 's-Hertogenbosch. In deze
laatste plaats hadden ze hun werk niet kun
nen voleinden, daar ze door den huisbewaar-
der waren verrast. Deze, vergezeld van zijn
fliaken waakhond, had de stoutmoedige
schelmen op de vlucht gedreven, en de vlucht
was zoo overhaast, dat ze al hun materieel
ter plaatse moesten achterlaten. -
Een der agenten van den rechterlijken
dienst het feit vernemende, lierinnerde zich,
drie beruchte brandkastinbrekers te zamen
te hebben gezien. Zij hadden hun rijwiel bij
zich en trokken de Mdidenstatie hitmen. Het
spoor werd gevolgd cn vastgesteld wend dat
ze naar Limburg\varen vertrokken
De geheele brigade werd op zoek gezon-
den en alle drie werden aangehouden. Het
waren A., wonende te St. Mariaburg, L.,
woonachtig te Borgerhout, en Van L., die
daarcnboven, in banbreuk van bewaakzaam-
heid verkeerde. Natuurlijk beweerden ze, zoo-
als alle boeven van beroep, van niets te we-
ten en loochenden hardnekkig elke plichtig-
heid.
In Holland werden in een statie dfe brief -
jes weergevouden van hun rijwielen, die ze
er ter bewaring hadden gegeven en waarvan
de nummers geheel uitkwamen met de num-
mers hunner rijwielen. Dit was voor de ke-
rels nog niet voldoende om de feiten te be-
kenaen. doch Dinsdagmorgen zijn andere
bewijsstukken voor den dag gekomen, heel
ongewone, doch die doorslaand waren.
Door dc Hollandsche justitie waren name-
lijk bijzonderheden medegedeeld over de in
break te 's-Hertogenbosch. De hond van den
portier, die een kranige waakhond moet zijn,
heeft nogal wat spcl aan dc inbrekers gele-
verd. Het dier is herhaaldelijk op de schel
men toegesprongen en op zeker oogenblik
moet een hunner cen flinker; knauw hebben
gekregen in zijn „achterwerk".
De drie schelmen werden voor den dag
gehaald en met afgestroopte broek moesten ze
voor de wetsdokters visiet passeerende
uitslag was doorslaande. Bij A. werd op het
gedeelte van zijn lichaam, waar de rug van
uaam verandert, de schoonste afdruk ge-
vonden van een hondebeet, die men maar
den ken kan. Zou dit bewijsstuk nu ook voor
de rechtbank moeten gebracht worden?
De recliterlijke brigade, aangemoedigd
door dit buitengewoon succes, zet haar op-
zoekingen voort.
Aan de Dammers!
Met dank voor de ontvangen oplossingen
van probleem No. 860 (auteur Jlanchat(.
Stand
Zwart: 10 schijven op 15, 19, 20, 23, 24,
OR 20 30 33 34
Wit: 10 schijven op 7, 26, 27, 32, 37, 38,
42, 43, 44, 50.
1.
2
3.
4.
5.
Oplossing
27—22
26—21
44—40
37—31
7— 1
32—28
1 :34
1.
2.
3.
4.
5.
28 :17
17 :26
34 45
26 :39
33 42
23 :32
Goede oplossingen ontvingen wij van dc
heerenW Blokdijk, P. Dekker, D. Gerling en
A. List te Alkmaar.
PARTIJGEDEELTE SWART-KELLER.
In de wedstrijdpartij, die Keller tegen
Swart speelde, kwam de volgende positie
voor:
WHg niet 38—33 spelen wegens 23—29,
13-19, 18:38, 17-21 en 11 44.
Op 39—33 volgt 17—22 en 11 22, waarna
aan de dreiging 24—30 niets meer te doen is.
27—22 en 31 :22 is het beste. Wit krijgt
dan wel moeilijk spel, doch behoeft niet te
In de partij volgde:
28—22' "2. 17:28
27—21 3. 16 27
31 :33 4. 24—29
33:24 5. 19:30
35 24 6. 23—28
32 23 7. 18 40 met winnende
doorbraak naar dam
De volgende stand is ontstaan doordat
zwart als laatsten zet 11—17 heeft gespeeld:
Zwart: 12 schijven op 1,8, 11, 12, 13,
16/19, 23, 24,'25.
Wit: 12 schijven op 26, 27, 28, 31, 32,
34/39, 48.
Keller vervolgt nu met de zwarte schijven:
1 1- 6
Een mooie zet.
^Zwart: 11 schijven op 3, 7, 9, 12, 16/ 19,
Wit: 11 schijven op 21, 27, 28, 32, 38, 40,
41,44,46,48,50.
Wit liet nu volgen 27—22!, zwart diwim-
gende tot IS:27. Nu kwam 28—23H,
zwart sloeg 19:37, wit 21:32!!, zwart
37 28, wit 40—34 en 44 2.
Ter oplossing voor deze week:
PROBLEEM No. 861
van P. KLEUTE Jr., den Haag.
Zwart: 15 schijven op 1, 5/10, 12, 17, 18,
20, 22, 24, 26, 35.
Wit: 15 schijven op 16, 21, 31, 33, 36/41,
43/46. 50.
Oplossingen vodr of op 27 Mei, Bureau
van dit Blad.
In zijn boek: „Dc verdediging van het
Dame-gambiet", verdeelt Dr. Tarrasch dfe
verdediging. van de d4 opening als volgt:
1. De Tschechische verdediging.
nl. 1 d4 d5 2. c4 c6.
2. De e6 verdediging
nl. 1 d4 <35 2. c4 e6
3. De c5 verdediging n.l.
1 d4d5 2 c4 c5
4. De Pf6 verdediging n.l.
I d4 d5 2c4 P/6
5. Tschigorins verdediging n.l.
1 d4 do 2 c4 Pet.
6. 't Tegengambiet nl.
1 d4 d5 2 c4 e5
7. Aangenomen gambiet n.l.
1 d4 d5 2 c4 dc4.
Wij willen van elk de meest bekende va-
rianten hiervan behandelen.
't Is tegenwoordig bij de grootmeesters
alsof er maar e£n opening bestaat nl. 1. d4
Hoe komt dat?
0. i. ligt daarin de oorzaak, dat de theo-
retici de andere openingen al zoovcr uitge-
pluisd hebben, dat er geen nieuws meer te
vinden is. Men kent alle sluipwegen en vindt
geen nieuwe banen meer. De d4-opening is
een van de nieuwste en 't schijnt dat hier
nog heel wat terra incognito betsaat. Immers
alles wat de theorie van deze opening geeft,
is van recente datum.
Wat we ervan weten is door Dr. Tarrasch
overzichtelijk in zijn pas verschenen boek
bovengenoemd1, neergelegd.
Vandaar dat't ons't bestl ijkt aan de hand
hiervan onze lezers in te leiden in deze
opening.
1. De Tsechische verdediging 1. d4 d5
2 c4 c6. 3. Pf3 Pf6. 4. Pc3 dt4: of 4....
Lf5 of 4 Db6 of 4 Pe4 of 4
e6 of 4g6 of 4 cd5 cd5: of 4 e3 Lf5 cf
3 Pc3 e5 of 3. e3 Lf5.
Deze speelwijzen zijn op de volgende wijze
te voeren:
a. 1. d4 d5 2. c4 c6. 3. Pf3! Pf6. 4. Pc3
dc4: 5. e3 b5 6. a4 b4 7. Pbl La6. 8.
Dc2? b3 9. Dc3 Pe4 10. Dfi4 e6! en
zwart staat beter.
b. of 8. Pbd2 c3 9. bc3 bc3. 10. Pbl. Da5
11. Dc2 Pd5 12. e4 Pb4 13 Dc3? Pc2!
en zwart staat beter.
c. of 8. Pfd2 Dd5 9. Dc2 e6! 10. Pc4: Le7.
11. Pbd2 0—0. 12. Pf3 c5. 13. dc5 Pbd7
en zwart staat beter.
d. of 13. Le2! cd4 14. Pd4 Pc6 15. Pc6
Dc6 16. 00. TacS en zwar tstaat beter.
eof 7 Pa2 e6. 8. Lc4 Le7? 9. 0—0 0-0.
10. De2 Pbd7 11. e4 en wit staat beter.
of 11. b3? a5 12. Lb2 c5 13. Tfdl Db6
14. Pel La6! 15. dc5 Pc5 16. Pe5 Lc4
17. Pc4 Da6 18. Ld4 Pe4! 19. f3 Pc3
20. Lc3 bc3 en zwart staat beter.
g. of 8. Dc2 Pbd7! 9. 0—0 Lb7 10. De2
c5! 11. Tfdl DM 12. b3 Le7 13. Lb2
0—0. 14. Pel a5 15. Pb3 Pe4 16. Pfe5
Pe5 17. Pe5 Pc3! 18. Lc3 bc3 19. Lb5
Tfd8 20. Pd7 Da7 en zwart staat beter.
A. of 6 a4 Pd5? 7. Pe5! Pc3 8. bc3 Dd5
9-ab5 cb5 10. Le2 Lf5 11. 0—0 f6 12.
Lf3 Le4 13. Le4 De4 14 Dh5f g6 15.
Pg6 Dg6. 16. Dd5. Wit staat beter.
i. of 8Lb7 9. Tbl. Dd5 10. Pc4. Wit'
staat beter.
of 6Db6? 7. ab5 cb5. 8. ft3 b4 9.
Pa4. Wit staat beter.
k. of 5. a4 Lf5 6. e3 e6 7. Lc4 Lb4 8. 00
00. De spelen staan gelijk.
I. of 4Lf5. 5. Db3 Db6 6. c5? Dc7
7. Lf4 Df4 8. Db7 e6. 9. e3! Wit staat
beter.
(Wordt vervolgd.)
Omtrent het 4e wedstrijdeindspel no. 55
waarvan we de vorige week de oplossing uit-
stelden, vermelden we allexeerst de aufeurs-
oplossingen die door enkelen is gegeveo m.l.
1. Th6. f5 (gedwongen). 2. Df6f. Tg7. 3.
Df5 Tb2 4. Th7!f Kg8. 5. Dd7. en Zwart
geeft op.
Maar enkele oplossers toonden aani dat
zwart niet behoeft te spelen 2Tg7??
doch 2Kg8.1! en nu is er' voor wit
geen winstvoortzettiing te vinden.
Sommigen gaven aan:
1. Th6 f5. 2. Df6 Kg8! 3. e5 en betoogden
dit wit hiermede wint, maar dat is allerminst
waar, want na 3 Tb2 en 4 Dd5 moet
wit gaan verdedigen en is voor hem van win6t
geen sprakel Dit eindspel willen we dus, als
onoplosbaar, uitschakelen uit de eindspelen,
enlater, om toch een 26 tal te kunnen geven
en no. 27 laten volgen.
Oplossing 5e westrijdeindspel, no. 56.
De auteursoplossing is:
1. Lh6. Pf6. 2. Lg7! Kg7. 3. Tg6. fg6 4.
Tg5 benevens Th5 en wit wint.
Een andere oplossing is ook goed n.l.
1. Lh6. Pf6. 2. Lg7! Kg. 3. Tg6. fg6 4.
Dg6.f KhS 5. ef6 Dd7 6. Lf5 Df7. 7. Dh6
Kg8 8. Le6en den volgenden zet mat
Dit is een mooie oplossing.
Ook na 1. Tg6. volgt mat.
Goede opl. van eindspel 56 ontvangen van
D. de Boer, T. C. Laas, N. Termaat. x
Correspondent. N. Termaat. Naar aan-
ldding van Uw schrijven over't niet vermel
den van Uw naam omtrent eindspel 54 wil
len wij gaarne erkennen dat dit een vergis
sing is. Uw naam staat evenwel geboekt on
der de goede oplossers.
No. 59.
8e Wedstrijd-eindspeT.
a m* i i m"
d f g T
Wit speelt en wint.
Oplossing probleem No. 60 (5e Wedstrijd-
probleem) van C. P. Hamilton.
Wit: Kbl Tc6 en f7 Pb4 en bS Lei en g2''
pi c5, e3 en g4.
Zwart: Ke5 Ph5 Le8 pi b2, b3, c4, d4,
e6, e7 en g3.
1. Ld'5 (dreigt Te6: mat)
1 Lf7: (d7) 2. Pd7 mat.
1 Lc6: 2. Pc6 mat.
1ed52. Te7mat.
1 d3 (de3:) 2. Lc3 mat.
1 Pf4 2. ef4 mat.
1P. ancfers 2. Lg3: mat.
Op b2 stond abusievelijk een witte pion,
dit moest een zwarte zijn. We hebben dit
abuis niet willen herstellen, omdat't hier een
wedstrijd geldt en we voor eventueele neven-
oplossingen lA punt toekennen. No. 60 is
een eigenaardig probleem. Van huis uit is
't tempo'2 zet le soort; door den sleutelzet
verandert het eensklaps in een dreiger.
Daardoor ontstaat varianten-winst (ed5:)
maar ook verlies (in de oorspronkelijken
stand Pd3 mat na 1 c3!)
Doordat't tempo probleem was, moest de
W. K. aan zijn plaats gebonden zijn, van
daar de 2 neven oplossingen Kal en Kcl, nu
er een witte pion op b2 stond.
Noemen we de auteursopl. 60, de beide
nevenopl. 601 en-6011 dan ontvangen we van
T. C Laas 60 601 en 6011. D. Vermeulen 601
en 6011, J. B. Jansen 60 en 601. C. B. 60.
S. te S. 60, Jongendiik 60 en 601. D. de Boer
60, 601 en 6011, N. Termaat 60, 601, 6011.
Probl. No. 63 (8e wedstrijdprobleem)
Zwart (5)
8
7
6
5
i
3
t
1
abedefgh
Wit (7)
Wit geeft mat in 2 zetten.
StadsnieHws.
CHRISTELIJKE SCHOOLDAG.
Vervolg,
Zes dagen heeft de Heere geschapen al de
dingen, die hij schiep en hij rustte den zeven-
den dag, om wat hij gemaakt had te vervo'-
maken. Alles, wat God wilde zetten buiten
zijn wezen, was er in die 6 dagen, maar alles
was nog niet uitgegroeid tot de volmaaktheid
van de schittering van dat werk des Schep-
pers.
God rustte om te vervolmaken en ieder idee,
dat God ging stil zitten, om zijn schepping
te bezien, moet worden uitgebannen. „Mijc
Vader werkt tot nu toe en Ik werk ook,'' zegt
de Christus.
Den zevenden dag was het dus een andere
tijd, die aanbrak; het was sabbathstijd en
voordien was het arbeidstijd.
Paulus noemde zich mecfearbeider van God,
omdat hij deel had aan het werk van de her-
schepping die in den Christus wordt uitge-
werkt. Sabbathswerk is het werk van de her-
schepping.
Adam verscheen in de schepping als een
medewerker Gods. Hij stond cm te getuigen,
van te dienen cn dienende te heerschen.
De geschiedenis van de Sabbath is een
stijgende gang van de vervolmaking van al
de bcerlijkheden die God in den mensch ge-
legd had. Door de zonde van den mensch
is de mensch vervallen uit dat jjeerlijk werk
en geworden een slaaf, maar de wet tolijft ge-
handhaafd. Die blijft de eisch van God als
roeping van den mensch en dan wordt die roe-
ping hem ten dcode, niet, omclat die roeping
niet cfeugf, maar olidai de mensch nief deugt,
aangczien deze ziin roeping prijs gaf. Voor
den mensch uit dien Adam voorfgesproken
blijft echtei- de eisch van God: „Gij zult Uw
roeping vervulien."
Die roeping omvat ook, dat de mensch Got
als zijn Schepper kenne, en nog altijd is cr
een drang om hem te kennen. In de historie
cfer mensehheid vinden wij altijd het streven
naar een idee, naar een begrip van God. De
werking van de sabbathswet is nog altijd in
den diepste van ieder menschenbestaan aan-
wezig. In de wereld richt zich het denken van
den menscl; nog altijd naar den onbekenden
rnd der dingen, dc trek naar de Almacht
dit zoeken naar den grand der dingen,
den oorsprong der wereld en in het zoekes
naar de wording van den mensch valt nog
altijd tc erkennen de roeping van een mensch
door God opgelegd, naar Godskennis. He
„Gedenkt den Sabbath" beduidt: Gedenkt
Uw Schepper en wat hij van U heeft gceischt.
In de wedergeboorte krijgt het volk daar in-
zicht in. Dan komt het woord Gods alle
duisternis opklaren en mededeeien, wie die
God in het volk valt onder het gebod: „Uw
wil is mijn wet!" Het volk omhelst in openba-
ring van die wet de roeping Gods en zoo
worat het gebod„Gedenkt den Sabbath, dat
gij dien heiligt" in het licht van het werel<j-
gebeuren tot een wijd strekkend gebod, zoo
wijd, dat het't gansche leven gaat omvatten.
De eerste openbaring van dat gebod is, dat
er een kerkdienst naar dat woord wordt ge-
sticht, maar ook in de samenleving in het
gansche sociale, maatschappelijke en staat-
kundige leven draagt de wedergeborene de
kennis van dien God uit.
In dit verband las spr. Ezechiel 20 vers
12, door Ursines aangehaald. De Sabbath
heeft tot doel, den mensch te zeggen: „Ik ben
de Heere, die U heiligt."
Wij komen hier tot de gronden, waaroim
de Zondag, de dag des Heere, moet worden
gehandhaafd1, maar daarmede is het Sabbath-
leven, van de gemeente niet af. De gemeente
heeft ook te zorgen voor de leiding van dien
Sabbath. Zoo ontstaat de school.
De vader en moeder zijn de door God ver-
antwoordelijk gestel den voor dc opvdeding
van de kinder en en ook in het werk der opvoe-
d!ing spreekt de Heer: „Gedenkt den Sab
bath," dat gij dien heiligt, „gedenkt Miji dat
ik Uw God ben!"
Het gebod' van den Sabbath beheerscht dus
het geheele werk van dfe Christelijke opvoe-
ding en dus ook het geheele werk des Chris-
telijken levens. In de eerste vier geboden ligt
alles opgesloten.
Het zal U duidelijk zijn, dat het Sabbaths
gebod ook het program van het Christelijk on
aerwijs moet beheerschen. Het beduidt op
voeding in de kennis van God, in de kennis
van den mensch, in de kennis van de roeping
van den mensch en opvoeding in de kennis
van de toekomst der wereld; alzoo theologie,
antropologie, cosmologie of met een woord:
de Ghristelijke wereldbeschouwing. Wij zijn
dan de antithese duidelijk staan tusschen ae
Christelijke en de niet-Christelijke school.
De oude Grieksche school ontstond uit de
behoefte van het overdenken, het bestudeeren,
het practisch toepassen van de klassieke wt-
neldlbeschouwing. Die scholen waren filoso-
fenscholen.
In Israel bestond de opvoeding in het $nder-
wijzen van de wet. En rlavius Josephus ver-
felaart, dat de ouders buitengewoon getrouw
waren met zelf dat onderwijs in de wel te ge
ven en daar ook voor in staat waren. Dat
een jongen van 12 jaar, zooals met Christus
geschiedde, in den tempel ondervraagd werd
naar de kennis van de wet, was geen bizon-
derheid. Dat gebeurde met meerdere jongens,
die dien leeftijd bereikt hadden.
In de Middeleeuwen was de school gehuwd
aan de kerk en wag het klassieke onderwijs
overwonnen, maar in de eerste tijden van de
openbaring der Christelijke Kerk was het hei-
densche onderwijs nog zeer sterk. -Vele Chris-
tenen zonden hun kinderen nog naar den hei-
denschen leeraar. Een uitvloeisel daarvan
cunnen wij nog vinden in de waardeering, die
zelfs de reformatoren nog hebben behouclen
voor de klassieke filosofie.
Het ligt dus voor de hand, dat de Christe-
ijke school de Christelijke wereldbeschouwing
doceert. Dit beduidt niet, dat de kinderen op
de Lagere School met de groote problemen
van de Chrtstelijke wereldbeschouwing moe
ten worden Jastig gevallen, maar toch moet
die opvoeding gedragen worden door de ken
nis van die Christelijke wereldbeschouwing,
waarvan de kinderen doordrongen moeten
worden.
De hoofdschotel is du®, dat onmiddellijk de
wet Gods op dfen voorgrond wordt gesteld.
De wet Gods zal in de Christelijke school te
meer moeten worden aangehouden, omdat iri*
de neutrale school juist aie wet Gods steeds
meer gevaar loopt, uitgesleten te worden.
Denkt cent aan het reditsbesef, dat vervan-
gen dreigt te worden, door een krankheids-
theorie: „geen schuld, maar ziekte."
Denkt eens aan het huwelijk en aan de
stelling, dat het kind is een kind van dfe ge-
meenschap en dus opgevoed moet worden
voor dc gemeenschap, zoodat die er het mcest
mogelijke nut van heeft. Spr. zegt niet, dat
daarvan niets gebruikt kan worden.*Hot is
noodig, ook dat te bestudeeren, maar voor
ons geldt dit, dat als wij gelooven: „Gods
woord is Gods woord," dat de wet Gods het
best p;5st in overeenstemmirig met het zede-
lijke, dat, als wij dc wet Gods onderwijzen,
een zedelijk bewustzijn ingeschapen wordt,
dat overeen moet komen met den zedelijken
aanleg van den mensch: „Zijn bestemming,
zijn roeping.'
Wij zullen onderscheid maken tussphen de
opvoeding in den dienst van God, de religie
en de opleichng om een beroep in dit leven te
vervulien. Het kwam spr. daarom voor, dat
de Christelijke school nog geen behoefte heeft
aan het persoonlijkheidscndferwijs. De lagere
school komt vooral als opvoedingsschooi op
den voorgrond. Het onderwijs moet daar
©ndergeschikt zijn aan het opvoedings doel.
Bij het vakonderwijs kan het onderwijs op
dfen voorgrond treden.
De Christelijke school heeft een eigen ka-
rakter, dat hierin bestaat, dat het niet eenzij-
dig ziet op de dingen van deze wereld, maar
op de dingen, die geboden zijn. Tegenover de
stelling van het kind van de gemeenschap
stelt de Christelijke opvoeding het kind in
dienst van den Allerhoogste, het kind het erf-
deel des Heeren, zooals staat in dc 27ste 1
psalm Naast dit alles bestudeeren wij rus-
tig, wat daar geschiedt in de levendc weten-
schap en doen als voordeel met de wereld-
wijsheid, mits die overeen kan komen met
de openbaring Gods. Wij hebben efen weg,
aangegeven in de wetten "van God. Dat z66
ons volk die persoonlijkheid zal kunnen doen
spreken, omclat God die persoonlijkheid heeft
geschapen en deze persoonlijkheid zeker het
jeste zal opblocien bij zijn woord.
Spr. eindigdte met den wensch, dat de spe-
cificeering geen versplintering te weeg zal
brengen onder de zijnen. (Applaus.)
Ds. Verwaal bracht den spr. dank voor
zijn rede en verzocht de aanwezigen psalm
72, vers 11 te zingen, waarna de bijeenkomst
ondfer dankzegging, waarbij Dr. Severijn
vcorging, werd gesloten.
OPENLUCHT-SAMENKOMST VAN
VRIJZ }NN 1G-GODS DIE N STIGEN.
(Vervolg)'.
Ds. v a n W ij n g a a r d e n, voorgangef
der Vrije Gemeente in Amsterdam, sprak over
„Godsdienst en Staat". Wat heeft de gods-
dienst met den Staat, wat de Staat met den
godsdienst te maken? De Roomsch-Katholie-
:en, het oudste Christendom, zegt: Godsr
dienst is het voornaamste, het hoofd van de
wereld is God, de wereld het Godsrijk- God
leeft voor het regeeren van Zijn rijk een
ilaatsvervanger aangesteld, die heerscht bij
ie gratie Gods. Edh is het hoofd, aan wien al-
en en alles moet zijn onderworpen. Sprekef
acht dat onbereikbaar, want welke speciale
mensch kan met de souvereiniteit over de gan
sche wereld zijn bekleed? En als dc twijfet
daaraan bij den mensch post vat, .ligt daar
mede de geheele godsstaat tegen den grond.
:ene andere opvatting is die van de absolu-
tistische staatsidee. De staat is hek voornaam
ste, de individu op zichzelf bestaat niet, alles.
ook het geloof is in en door den staat. De
staat is de cultuurstaat, eene andere opvatting
is waan, is bijgeloof. (De idee van Rousseau,
-asalle e. a.). Het is eene vereeniging van
menschen, om het heil der menschen te bevor-
deren. Dan moet de staat alles doen: ver-
keerswegen aanleggen, de kinderen opvoeden.
Met dat laatste nadert de staat den gods-
dienst. Dan komt hij in botsing met de men
schen, die dat zelf willen weten. Dan toch
comt de staat met den eeddwang, waar de
mensch getuigt: „mijn ja is ja, mijn neen,
neen." Dan komt de staat met den dwang,
om op te komen ter verdediging, waar de
mensch getuigt: ,,gij zult niet dooden". Wij,
Protestanten, getuigen met Luther: „het ia
niet geraden, iets tegen het geweten te doen",
Wat dan Moeten wij ons zelf of den staat
volgen? Hoe nu te handelen. Spreker is dank-
oaar, dat hij burger is van den Nederland-
schen staat, waaraan hij veel heeft te danken-
De mensch op zichzelf kan niet doen, wat de
staat doet tot heil van zijne burgers, b.v. dc
malariabestrijding. Wij moeten buigen voor
den staat, omdat hij voor ons zorgt en ge-
meenschappelijk gereed staan, om hem te ver
dedigen. Door het buigen voor den staat is
nooit iemand persoonlijk verloren gegaan. De
persoonlijkheid wordt juist gevormd door bui
gen te leeren, zooafs wij dat zien in de huis-
gezinnen.
Ds. S w ij g h u i s e n Reigersberg
sprak over „Godsdienst en Kerk". Vele men
schen zeggen, geen behoefte te hebben aan de
kerk, evenals een ziekc zegt geen behoefte te
lebben aan eten. Als zij echter niet in de
kerk komen, blijft hunne meening en het reli-
gieuse gevoel kwijnt weg. De kerk is kweek-
ster van godsdienstig leven en menschen heb
ben behoefte aan godsdienst. Velen vereenzel-
vigen uit onwetendheid dc kerk met cofifessio-
nallSme, terwijl de vrijzinnigen niet blijven
staan bij het dogma, doch steeds voort zoeken.
Ook de kerk heeft schuld cr aan dat velen niet
tot haar komen, doordat ze te veel de traditie
heeft behouden, te onbewegelijk is gebleven,
oude, doode vormen handhaaft. Dat kwam,
doordat de kerk moet leven in de wereld cn te
genover dc wereld. Doch.de kerk is vanaf de
middeleeuwen de draagstcr van de hoogete
gecstelijke schatten, kweekplaats van gods
dienstig leven. De kerk heeft nog hare roeping
te vervulien, om het zedelijk godsdienstig be
wustzijn van de menschen te versterken. Ieder
vinc'lt daar iets goetis en noodigs voor .zijn
godsdienstig zedelijk leven. Daarom heeft de
6.
7
6.
3.
4.
5.
6.
7.
v, Wft,Vgfp/,
'M m:<A
9
is goedkoop en heeriljk, indien gebekken met
Backin vervangt de Gist.
250 gt. ongeiouten of ge»
wasschen boter f 0.70 jparg. f 0.30
250 gr. suiker.
200 gr. Dr. Oetker's Gustin
of maizena
4 eieren
1 theelepel yan Dr. Oetker's
Vanillc«suiker
1 Dr. Oetker's Backin
50 gr. cacao
0.13
0.10
0.24
0.02'/,
0.021/,
0.071/,
f 0.89V,
Bereiding: De boter wordt c*en verwarmd,
dan tot room geroerd. Men voegc lang«
zamerhand suiker en Vanillc«suiker toe, dan
een ei, een weinig poedcr met Backin ver-
mengd; is dit goed vcrwerkt dan weder een
ei en wat poeder, tot de eieren en de poedcr
verbruikt zijn. Ten laatste wordt de cacao
door de massa geroerd en deze in een met
boter ingewreven vorm gedaan en bij matige
hitte een goed uur in den oven gebakken.
Men lette vooral op Backin van Dr. Oetker.
en dat op elk pakjc als Eenige Importeurs
E. Ostermann Co., A'dam, vcrmeld zijn.
Waar niet verkrijgbaar wende men rich
direct lot deze Importeurs, die op aanvrage
ook een gratis»receptenboekje toezenden.