Fen flacon Poster's Maagplllen b'evat een
maand gezondbeid voor een familie. Zij zijn
een uitstekend laxeermiddel, en beteren
maagpijin, galrucht, het zuur, slechte spijs-
vertering, een beslagen tong, schele hoofd-
pijn, en verstopping. Foster's Maagpillen
dienen in elk huis aanwezig te zij.n Prijs per
flacon van vijftig versuikerde pillen f 0.65;
m apotheken ert drogistzaken.
langzamere leerlingen op hun beurt ook weer
zullen krijgen.
Het is den leerlingen niet geboden zich di
rect zoo precies aan den aangegeven vorm
van het werkstukje te houden. Als ze b.v. een
bankje maken met 5 latjes dan mogen kin-
deren, die daar te veel moeite mee hebben, het
model wel wijzigen, door het bankje b.v. van
3 (breedere) latjes te voorzien. In het begin
kregen ze enkel geschaafd hout in handen en
werden zij bekwaamd in het .zagen. Thans
hanteeren ze oo!k al met veel gemak de
Bchaaf.
Het was een aardig gezicht om de kinde-
ren Zaterdagmiddag bezig te zien: deze de
laatste hand leggende aan een houten eend,
gene bezig een stukje hout uit te beitelen, een
derde doende om met de figuurzaag een hon-
denlichaam uit te zagen enz.
Wie dit ziet, kan moeilijk ontkennen, dat er
van handen-arbeid een heilzamen invloed op
den kindergeest uitgaat en bovendien: de kin-
deren zelf hebben er buitengewoon veel ple-
»fer in.
Het spreekt vanzelf, dat de vereeniging
duur werkt, zoowel voor hout als voor gereed-
schappen is veel geld noodig. Op de leerlin
gen kan dit natuurlijk niet worden verhaald,
deze betalen 15 cent per week. Moeht echter
het bestuur der vereeniging, waarvan de heer
Eijts voorzitter is en de heer Mulder secreta-
ris, slagen in de plannen die het heeft voor
den volgenden winter, dan wordt ook dit les-
geld verlaagd en nevens aan houtarbeid ook
aan carton- en kleiwerk gedaan.
Het bestuur rekent daarvoor op de sympa-
thie van vele ouders, die in het belang van
hun kinderen dezen dit alles willen laten lee-
ren, om mee te helpen, dat het later practiscb
bruikbare menschen worden, die niet verle-
gen staan als ze ergens een spijker moeten in
slaan!
Hoe meer leden, des te meer contributie,
des te grooter het aantal leerlingen en des
te omvangrijker het werkplan.
Het was jammer, dat Zaterdagmiddag het
weer niet van dien aard was, dat vele ouders
gekomen waren om te zien wat de kinderen
presteeren.
Moge de ondervinding van anderen, die
het wel zagen en moge voorts dit verslagje de
belangstelling voor deze nuttige vereeniging
gaande maken van hen, die bij nadere kennis-
making gaame lid ervaa wenschen te worden.
MALARIA-BESTRIJDING.
De Provinciale commissie voor de malaria-
bestrijding, enkele genoodigden en het
Districtscomite „Alkmaar" vergaderden Za
terdagmiddag in het Stadhuis.
Deze bijeenkomst werd geleid door dr. J.
J. Th. Doyer, inspecteur der Volksgezond-
heid.
De notulen werden na lezing door den
secretaris, den heer O. Vos, onveranderd
vastgesteld.
Na de vergadering te hebben geopend,
leidde de voorzitter de besprekingen in om-
trent het eenige agendapunt: Utvoering van
de paraffineering in het district Alkmaar,
Heerhugowaard en Bergen.
Dr. Korteweg deelde mede, dat de heer
Jansen voor dit jaar als algemeen controleur
in algemeenen dienst is aangesteld. Spr.
uitte in dit verband waardeerende woorden
over het werk van den heer Jansen en be-
toogde vervolgens de noodzakelijkheid om
bij de betreffende gemeentebesturen aan te
dringen op het verstrekken van de voor de
malariabestrijding benoodigde gelden, daar
men zich voiystelt over ongeveer twee weken
te beginnen met het paraffineeren der sloo-
ten.
Dr. S pie rings (Heerhugowaard) zet
te de onmogelijkheid uiteen dat in de plaats
zijner inwoning binnen den door dr. Korte
weg genoemden termijn met de paraffinee
ring kan worden begonnen, daar voor
zoover spr. bekend de gemeenteraad niet
binnen dien tijd vergadert.
De V o o r z i 11 e r verzocht den heer Spie
lings zijn. medewerking te willen verleenen
om dan desnoods met 3 weken te kunnen be
ginnen.
Dr. Spielings zegde zijn medewer
king gaarne toe. Spr. was bereid daarvoor
zich zoo spoedig mogelijk met burgemeester
van Slooten in verbinding te stellen. Spr.
deelde mede, dat de kosten van de paraffi
neering van den geheelen H. H. Waard circa
J SOO tot 1000 zullen bedragen.
Uitgebreide besprekingen werden gevoerd,
waarbij o.m. bleek dat Bergen gaat paraffi
neeren. Van Heiloo en Egmond-binnen zijn
geen gegevens bekend, hoewel vervvacht
wordt, dat deze eveneens zullen beginnen.
Dr. Zeldenrust A'kersloot) deelde
mede, dat de hooge kosten voor Akersloot
weinig uitzicht openen op paraffineering ai-
daar. Spr. verklaarde zich bereid, den steun
van de afd. Akersloot van het Witte Kruis
in te roepen, om zoodoend? een gedeelte de-
zer gemeente geparaffineerd te krijgen, op-
dat de vastgestelde kring althans bestreken
wordt.
Dr. Spierings merkte op, dat de be
langstelling van de waterschapsbesturen
voor de malaria-bestrijding nog eens gaande
gemaakt moet worden, daar deze na eenige
jaren daar niets meer van gehoord hebben.
De invloed dezer waterschapsbesturen gaat
verder dan enkele polderbelangen.
De Voorzitter zegde toe dat hierin
zal voorzien worden. Ook spr. is overtuigd
van het belang dat de waterschapsbesturen
geraadpleegd worden.
De heer Van Amstel zette in dit ver
band uiteen dat de waterschapsbesturen zeer
zeker in de bespreking betrokken dienen te
worden, alleen reeds om het feit, dat er b.v.
in de Schermeer 50 molens zijn, die, zij het
dan niet alle tegelijk, toch in werking ge-
steld kunnen worden.
De heer C. d e Groot, voorzitter van het
districtscomite, was van meening dat ter ver-
mijding van grens- en districtsgeschillen een
combinatie gevormd moest worden, die de
paraffineering in alle gemeenten ter hand
nam en leidde.
De afgevaardigde van Limoien zeide
desgevraagd er geen bijzouderen prijs op te
•iellen, dat deze gemeente in den schakel
werd opgenomen, daar Limmen stroomend
water heeft. Waar dit niet het geval is, sluit
het water aan bij het gedeelte dat onder
Akersloot ressorteert.
Nader werd genoemde schakel nog gesti-
puleerd, zoodat die nu is als volgt: gemeen
te Bergen langs het Kanaal Huis-
waardpolder gedeelte Oudorp langs
het Kanaal Boekelermeer Heiloo (Ka-
pel) Egmond-binnen Bergen. -
De heer C. de Groot bracht dank aan
dr. Doyer voor de leiding van deze verga
dering.
De bijeenkomst werd vervolgens gesloten.
Tijdens de vergadering werden larven van
de anopheles getoond en werd gedemon-
streerd op welke wijze het slootwater op lar
ven wordt onderzocht.
Speciaal daarvoor medegebrachte larven
werden door middel van paraffine gedood.
VERSLAG VAN DEN SCHOOLARTS
OVER ZIJNE WERKZAAMHEDEN
EN BEVINDINGEN IN HET JAAR 1924-
De schoolarts, dr. J. H, Pameijer, schrijft in
zijn verslag 6. a.:
Het gemeentelijk geneeskundig schooltoe-
zicht strekte zich uit over acht gemeentescho-
len, de U. L. O.-school voor meisjes, de
U. L. O.-school voor jongens en meisjes, de
school voor voorbereidend lager onderwijs,
de Christelijke School, drie Roomsch-Katholie-
ke jongcnsscholen, drie Roomsch-Katholieke
meisjesscholen, de Roomsch-Katholieke be-
waarschool en de school voor buitengewoon
lager onderwijs, met een aantal van resp. 1S1,
195, 260, 241, 192, 237, 150, 170, 55, 60, 210,
278, 250, 259, 215, 24.3, 241, 233, 287, 40, to-
taal 3997 kinderen op 31 December 1924.
In Januari en April werden 7 kinderen on
derzocht voor toelating op de school voor
buitengewoon lager onderwijs en daarvoor
geschikt bevonden. Voortaan zal dit z.g.n.
medisch-paedagogisch onderzoek uitsluitend
in de maand April plaats vinden.
Tijdens de verbouwing der school voor bui
tengewoon lager onderwijs is er les gegeven
in de voormahge le gemeenteschool, totdat na
de groote vacantie de oude keurig verbouwde
school, vergroot met 2 klasse-lokalen, in het
Victoriepark weder betrokken kon worden.
In Februari en Maart is door mij een spreek-
beurt vervuld op de ouderavonden der le, 6e
en 3e gemeenteschool over het gemeentelijk
geneeskundig schooltoezicht. Na afloop der
spreekbeurten zijn mij verschillende vragen
gesteld door de ouders en ook dooi<*nkele on-
derwijzers, waarop ik de gewenschte inlich-
tingen verstrekt hdp.
Het is mij gewcmscht voorgekomen aan B.
en W. voor te stellen het formulier betreffende
het eerste onderzoek der kinderen op school
te wijzigen.
Een correspondence is gevoerd hisschen de
commissie van toezicht op het lager onder
wijs en B. en W. inzake de bestrijding van be
smettelijke ziekten op de scholen. Op mijn
advies zijn in de bestaande voorschriften en te
nemen maatregelen bij besmettelijke ziekten
geen wijzigingen gebracht, voornamelijk zich
hierop Saseerende, dat klasse- infectie niet is
voorgekomen gedurende de 7 jaren, dat de te-
genwoordige gcdragslijn inzake bestrijding
van besmettelijke ziekten op de ^cholen ge-
volgd wordt.
De Raad der gemeente besloot in October
een commissie van voorlichting bij de be-
roepskeuze in te stellen, waarin ook aan den
schoolarts een plaats toegewezen werd. De
hieraan verbonden werkzaamheden zijn mij
niet geheel onbekend, daar ik als zoodanig
reeds advies gegeven heb en kinderen op be-
roepsgeschiktheid onderzocht heb voor de
commissie inzake beroepskeuze, welke hier
werkzaam was sinds het jaar 1919.
In den afgeloopen zomer werd de vergade
ring van schoolartsen door mij bezocht,
waarin het belangrijkc rapport omtrent posi-
tie-werkkring en werkwijze der Nederlandschc
schoolartsen werd uitgebracht, welk rapport
door mij aan het gemeentebestuur is overhan-
digd.
Onderzoek der nieuwe leerlingen.
Het onderzoek der leerlingen, die voor het
eerst op school kwamen, begon 14 Mei en
duurde tot 7 October.
De door mij van school gezonden kinderen
worden voor zoover mogelijk geregeld op
mijn spreekuur gecontroleerd. Zooals bekend
verondersteld mag worden is mijn spreekuur
12 uur, kosteloos toegankelijk voor alle
ouders, die vragen over, hun schoolgaande
kinderen aan den schoolarts wenschen te
stellen.
(Wordt vervolgd).
DE A. R. KIESVEREENIGING
„NEDERLAND EN OR AN J E".
In de zaal van den heer Mooij vergaderde
Vrijdag de vereeniging „Nederland en
Oranje"
Bij het binnen komen van den spreker, den
heer ds. van Lummel, wCrden 2 coupletten
van het Wilhvlrnus gezongen.
De voorzitter, de heer Hoijtink, opende en
het zingen Psalm 08 1 en las Psalm 85.
Hij heette ^n spreker welkom en deelde me
de, dat ter TOorlichting van de kiezers de ver-
eenigiug een 2 of 3 tal openbare vergaderin-
gen zai houden. Deze vergadering was er
een met debat. Een ieder die de orde wilde
bewaren zou in de gelegenheid gesteld wor
den meening tegenover meening te zetten.
Ds. van Lummel, hierna het woord' beko-
mende, ving aan met de opmerking dat men
den strijd die komt in het rechte licht wilde
zien, men deze moest zien in het licht, dat
Gods Woord daarop werpt. Er is altijd strijd
in deze wereld. Waar het evangelie van Je-
zus Christus komt, daar is het altijd geko
men om te zijn een teeken, dat wedersproken
zal worden. Zoolang deze wereld er is, zal
er altijd strijd blijven. Wannecr wij dit goed
b?seffen zullen wij ook het rechte gezicht
hebben op den strijd die komt. Wat dunkt U
van den Christus? Deelt dc volkerengemeen
schap in twee groepen. En deze vraag is
niet opgekomen in den tijd gedurende welken
en na welken Christus onder de menschen ver-
keexde. Neen, van veel oudere tijden dan van
menschen en menschen. In den 2en psalm is
er reeds sprake van. Wij zouden terug kun
nen gaan tot viak aan het begin van de
menschheid. En dan weten wij, dat in het
Paradijs de zonde in de wereld is gekomen.
En dat't God de Heere zelf was, die vijand-
schap zette tusscheu het zaad der vrouw en
't zaad der slang. De groote hoofdzaak die
de menschen verdeeld houdt is de vraag: hoe
staan wij tegenover God. Willen wij Gods
opperhoogheid erkennen, of wel, weigeren
wij dat. Dat Is de vraag.
Nu moeten wij aantsonds op den voor-
grond zetten, dat wij menschen door de be-
perktheid van ons inzicht lang "met altijd
weten wat Gods Woord van ons eischt op
allerlei gebied. Onder de christenen zijn wij
het hierover eens: wij zullen den weg ter
zaligheid moeten vinden. Maar nu komt de
vraag: heeft dat woord ook nog wat anders
tot ons te zeggen en dan bemerken we, dat
ons verstand zoo beperkt is: de toepassing
van Gods Woord op ieder terrain des levens
zien wij dan niet.
Ons zijn tal van menschen bekend, ook
belijdende christenen, die ontkennen dat een
geloovige wetenschap noodig heeft. En als
wij dan komen op het gebied van de Staat-
kunde, dan zijn't niet alleen de soc.-dem. die
zeggen: Godsdienst is privaatzaak.
net zijn helaas ook cbristemnenschen, die
meenen en leven met de gedachte, dat staat-
kunde en godsdienst twee terreinen zijn, die
van elkanaer gehouden moeten worden. De
spreker gaf een breede toelichting hiervan. Ik
hoop, zeide spr., dat het U duidelijk zal zijn,
dat onze God, ook op het staatkundig erf,
het laatste woord moet hebben. Door de
overzijde worden wij gescholden kerkelijke
partijen; dat zijn we niet, we zijn christel.
partij, die ook voor de staatkunde het licht
op ons pad en dte lamp voor onzen voet be-
hoeven. Nu moeten we niet denken, die par
tijen zijn in ons vaderland, omdat ons noil,
volk zoo een bij uitstek godisdienstig volk is.
Wij dwalen zeer, wanneer wij dit meenen.
Toen Groen voor het eerst optrad en zeide:
het gaat om de belijdenis van het evangelie,
waren er tal van menschen, die er niets van
begrepen.
En in de Kamer dorst een mijnheer zeg
gen: mijnheer Groen, uw partij bestaat uit
u zelf alleen. En er was wat waars i% Zo6
heeft ons christenvolk Groen laten staan. En
ook, toen hij zeide: Ik ben geen staatsman.
Ik ben evangeliebelijder. Dat kon cms volk
in die dagen niet verstaan. Gelukkig heeft
God toen later ons een man gegeven, die
meer de gaven had, om aan ons volk duide
lijk te maken waarom het ging. En door dr.
Kuyper is men't gaan begrijpen. En't is de
groote verdienste van dr. Kuyper, dat hij 't
ons volk heeft duidelijk gemaakt, dat er
slechts een middel is om de revolutie grondig
te bestrijden: het evangelie.
Wij hebben het evangelie te belijden; die
overtuigrng moet altijd weer leven en leven-
dig gehouden worden in ons volk. Dat is het
levenswerk geweest van dr. Kuyper. Ook de
Sav. Lohman had bij de chr.-hist. hetzelfde
te doen. En Schaepman heeft bij de r.-kath.
dezelfde gedachte gepropageerd.
Tegen de revolutie het evangelie, tegen
het ongeloof kan alleen stand houden het ge-
loof. Die groote gedachte zien wij leven ook
in de harten van de besten der chr.-hist. En
bij de besten in de r.-kath. partij.
Nergens vindt ge op de wereld een partij-
leven als hier in ons land. En inplaats dat
we nu zeggen: we moeten dit afschaffen zeg
gen we: neen; versterken. Is dit niet eigen-
aardig. Na den wereldoorlog zien we, dat de
menschen in de oorlogvoerende landen tot
bezinning komen; ze hebben gezien de vree-
selijke uitwerking van de revolutie. En nu?
Vindt men ons partijleven gek? Neen. Men
komt uit Duitschland, waar men gevoelt: het
kan zoo niet langer, bij onze partij leiding en
vragen hoe ze dat daar moeten aanpakken
en in dat groote land ook zoo'n partij te ma
ken als in ons kleine landje. En uit Hongarije
en uit Amerika, precies hetzelfde. In
Duitschland is men tegenwoordig bezig de
leuzen aan te heffen, waarmede ook onze po-
litieke actie begonnen is: men eischt de scho
len op voor de ouders. Aller'wege is groote
bezieling en er is ijver tot voorlichting, want
dezelfde moeilijkheden als hier doen zich
voor.
En nu moeten wij als Hollanders zien het
groote voorrecht, door God ons verleend (in-
tusschen hoe hooger bevoorrecht, hoe duur-
der verplicht, dat wij het eerst en het helderst
hebben leeren in zien onze verhouding tegen
over God en ook onze verhouding tegenover
de overheid.)
Hoe dichter 1 Juli nadert, hoe meer komt
het karakter van den strijd ook weer op den
voorgrond. Daarom moeten wij nu reeds we
ten, goed weten, wat wij den len Juli heb
ben te doen. Wanneer dit in orde is, zijn wij
weer een stap in de goede richting. Wij wil
len handhaven het evangelie tegen de mach-
ten van het ongeloof. Onze geachte tegen-
standers willen ons gaarne uit dat hoekje
dringen. Wij kunnen cfit billijken, want't is
ons sterkste hoekje. Wanneer wij daar even-
wel uit komen, zijn wij onze sterkte kwijt.
Het is tegelijk ons goed recht, neen, onze
dure plicht om te zeggen: uit dien hoek krijgt
ge ons niet. Want naar onze heilige overtui-
ging is dit alleen een strijd, waarlijk alles
waard: de machten der revolutie te bestrij
den en het evangelie van Gods genade daar*
tegenover te plaatsen. Het geloof tegen het
ongeloof. Onze tegenstanders zeggen: gij
kunt gerust gelooven wat ge wilt, wilt ge
gereformeerd zijn, best. Doleerend, dat mag
nu ook wel. De afgescheidenen doen ook geen
kwaad meer. Maar kom daarmee niet in de
politick. Wanneer wij dit zouden doen, zou
er van ons geloof niet veel overschieten. Ze
beweren dat en zeggen: het gaat om veel an
dere dingen, die met het geloof niets te ma
ken hebben. We weten, de practijk is anders
Daarom moeten we, gelijk ik reeds zeide. ook
bij den strijd, die komt, tjrachten te bevestigen
de meerderheid van mannen, die, ook op het
gebied. van de staatkunde, rekening houden
met Gods openbaring.
Het gaat er dus om op 1 Juli de rechtsche
meerderheid te bevestigen en, als het kan, on
der Gods zegen te versterkenen in die meer
derheid vooral de Antirevclutionairen. Wij
willen heel gaarne met onze tegenstanders
samensproken in de poort, daar zijn wij heel
niet bang voor. Maar eerst onze meerderheid
verzekeren, want links zal moeten toegeven,
dat, wanneer een links Kabinet moet worden
samengesteld, dit niet kon en zoo men slaag-
de, ken het land niet fatsoenlijk worden gere-
geerd. Van den droom der soc.-dem.'n demo-
cratische regeering met dc R. K., komt niets.
Maar dan is er de tweede mcgelijkheid:
een combinatie van sociaal-democraten, vrijz -
democraten en nu ja, het gruis van de li
berate partij, dat hier en daar te vinden is.
Tot welke regeeringsmoeilijkheden dit aanlei-
ding zou geven zette spr nader uiteen.
Ik geef U de verzekering aldus spr., met
een links Kabinet zou van de behandeling
der groote vraagstukken niets terecfif komen.
Ik aarzel niet te zeggen: wanneer wij een
links Ministerie kregen zou dit de grootstc cl-
lende worden voor ons land en voor ons volk.
En wat zou het einde zijn? Dan kwam er een
Ministerie, dat z.g.n. boven de partijen stond.
Men zegt en ncemt dit Kabinet dan met een
Fransch woord, een Kabinet d'affaire, op dat
ons volk in meerderheid maar niet zou begrij
pen, hoc leelijk het is.
Dan krijgt de kleinste minderheid spr. zin
en weet die door te zetten. Het aftandscne li-
beralisme zal van dezen warboel het mecst
profiteer en. Maar alle gezonden politieke ac
tie wordt den nek gebroken. Dan krijgen we
een regeering en worden geregeerd zonder
leidende gedachte. Dat mag niet. Doch daar-
mede zijn wij nog niet klaar. Wij moeten zeg
gen waarom wij juist een rechts kabinet wil
len hebben. Rechte kan regeren, al is het dan
volgens uitlatingen van debaters niet goed
altijd. En wij willen niet alleen een sterke
rechterzijde, maar daarin odk een sterke A. R.-
fractie. Waarom? Omdat wij er prijs op stel
len, dat de Chr. grondbeginselen van ons
Staatsleven worden gehandhaafd.
De revolutieonaire h an deling, van 1918 heb
ben de mannen der rechterzijde weerstaanze
stonden als een muur en daar tegen is de re
volutie te pletter geloopen. Doch er is meer.
Wij moeten alien begrijpen, dat de rechterzij
de ook hienom moet gesteund worden, omdat
deze opkomt voor de heiligheid van het huwe-
lijk. Men wil allerlei gelijkstellingen voor-
gehuwde- en ongehuwde moeders. Dat mag
niet. Een van de voornaamste Chr. grondsla-
gen is, het huwelijk. Denk voorts aan de be-
teekenis van het Chr. gezin. Onze nu 80-jarige
schoolstrijd is geweest een strijd om de hei
ligheid van het gezin. Voorts onze strijd voor
het huismanskiesrecht, het organise!^ kies-
recht, waarop wij zullen blijven aansturen.
Er moet komen een verandering van ons
kiesstelsel. Moet ik nog wijzen op een ander
punt? De overheid, die het zwaard niet te-
vergeefs draagt? Wij gaan niet mee met de
gedachte, dat een misdadiger in een krankzin-
nigengesticht verpleegd moet worden. Het
verband van schuld en straf, zooals de schrift
dat gelegd heeft, moet blijven. Wij gelooven,
dat ae overheid te een wreekster tot straf van
degenen, die kwaad doen. Steeds wordt van
links geredeneerd tot vergoelijking van de
misdaad, de menschen moeten worden gene-
zen van hun ,^iekte."
Waarom 6ok de rechterzijde aan het bewind
meet blijven? Allereerst ook om het financi-
eele vraagstuk. Is dat nu een Christelijk
vraagstuk?
Onze Heiland heeft gezegd, dat wanneer
wij niet rechtvaardig zijn in den onrechtvaar-
digen Mampon, niemand ons het meerdere
zal vertrouwen. En Paulus zegt: die zijn
ergen huisgezin niet verzorgt, is erger dan n
ongeloovige. Wat Duitschland gedaan heeft
en Rusland is verregaand schandelijk. De
handelwijze van een Rijk dat papier laat
drukken met een waarde van 1000 millicen en
morgen aan den dag zegt: hier hebt ge een
rente-mark, wees tevreden, dat is de waarde,
noemen wij verregaand onzedelijk.
In Duitschland zijn de groot-kapitalisten
niet armer geworden. Die wisten hun geld
wel in veiligheid te brengen toen ze de bui za
gen aankomen. Maar menschen, die hun heele
leven geploeterd hebben, die een klein kapi-
taaltje hadden en daarvan leefden, die zijn
genekt toen het geld zijn waarde verloor. Deze
menschen zijn financieel vermoord door de
oneerlijke praotijken van een gewetenlooze
regeering. En wanneer wij het uit dat oog-
punt eens zien en onze Colijn heeft het
juist zoo gezien, dank zij Gods genade
dan zeggen we, gelukkig, dat hij heeft door-
fezet, dat God hem de noodige strengheid
eeft gegeven.
Er meet bezuinigd worden op onze Staats-
huishouding om tot een sluitende begrooting
te komen. En als nu de leider van onze partij
geroepen wordt tot deze ondankbare, doch
zeer beslist noodzakelijke taak, moet hij dan
zeggendat wij dat maar voor de leus in ons
program hebben geschreven. Neen. Het is een
eere voor hem en voor de partij, dat hij die
taak heeft aanvaard. Hij wist, dat het stee-
nen zou gaan regenen op zijn hoofd en het
onze. Doch deze taak moest aanvaard. Ons
land nuoest eerlijk zijn en blijven. En ik hoop,
dat onze Christen-menschen de tegenstanders
zullen laten smalen, die speculeeren op de
ontevredenheid van ambtenaren; en wijs ge-
noeg zullen zijn om te begrijpen, dat het ging
ongerechtigheid, eerlijkheid en trouw. (Dave-
rend applaus). Wij zijn een rare partij. Wij
zijn een partij in ons vaderland, die door on
ze armoede rijk is geworden.
Wat denkt ge, zou zoo'n partij nu een
klap krijgen door en van menschen, wier sa-
laris vroeger verhoogd en nu aanmerkelijk
verlaagd is. Ik durf het niet gelooven. Men
kent onze menschen niet. Ik heb ons A. R.
volk al zoo'n dikke 30 jaren gadegeslagen;
als er geen wolkje aan de lucht is, dan mop-
peren we, als goede Hollanders, wel eens en
ook de A. R. doen-daaraan mede. Maar ik
heb altijd dit gezien, dat, wanneer de strijd
ontbrandde en de strijdleus werd aangehe-
ven: Tegen de Revolutie het Evangelie, dan
was ons volk weer een. Met Gods hulp heeft
onze leider Colijn het financieele vraagstuk
tot eene oplossing gebracht en het land voor
een bankroet gered. Voor hem moet en mag
geen ander komenhij, die ons land finan
cieel op den zuiveren bodem heeft gebracht,
moeten wij houden.
Voor het vraagstuk der ontwapening heeft
ons land en volk het grootste belang er bij
dat de rechtsche meerderheid behouden blijft.
Wij hebben een vaderland en dat is niet door
menschelijke willekeur onl land geworden.
God heeft de grenzen* van het land ge
steld. Het Internationalisme van onze dagen
is in lijnrechten strijd met Gods ordinantien.
God wil, dat er zijn volken en landen met
eigen grenzen. De belangcn dezer volken ko
men niet altijd overeen. De zonde is in de
wereld gekomen en geen vredes-congressen
of protocollen kunnen dit droeve feit wegre-
deneeren. Daar zal tusschen die volken en
rassen met tegenstrijdige belangen en zondi-
ge begeerten altijd oorlog zijn. De Heerc
Christus, heeft't ons duidelijk gezegd, dat er
tegen het einde der wereld gehoord zullen
worden oorlogen en geruchten van oorlogen.
Lees het laatste Bijbelboek: de openbaring
van Johannes. De oorlog, hoe droef en af te
bidden, blijft; in eeuwen van minder bescha-
ving, intusschen vreeselijker in eeuwen van
de hoog geprezen en hoogstaande cultuur.
Maar, zegt meu, er is uog iiooit ecu tijd
geweest van zoo hoogstaande BescHavfng?
Ik word altijd een beetje raar als ik dit hoor.
50 jaren geleden zei men dit ook en toch
kwam 1914. Ik dweep daar niet zoo mee.
Ik zou zeggen: laat dit nu eens liggen. De
vraag is: hebben wij eenigen grond te ver-
moeden dat toeneming van cultuur het ge-
vaar voor oorlog zal verminderen. Dat kun
nen wij A. R. ons niet voorstellen.
Onze roeping ligt vast om ons land te ver-
dedigen en Gods ordinantien te eerbiedigen
Niet eerst zeggen: wij willen ons land verde-
digen, zoo zuinig mogelijk. Neen. Wij moeten
beginnen te zeggen: wij willen ons land zoo
krachtig mogelijk verdedigen, maar dan re
kening houden met dc geldmiddelen. Indien
mogelijk, dan staat onze partij zeker voor:
vermindering van militaire uitgaven. Doch
de kracht van onze weermiddejen moet be
houden blijven Op oorlog is ongeveer 26
miljoen bezuinigd geworden en er kan mte-
schien op andere wijze nog meer worden be
zuinigd, maar onze verdedigingsmiddelen
moeten in goede conditie gehouden worden in
het belang van het gansche Nederlandsche
volk.
Nu dc sociale kwestie. Hoe zal daartegen-
over de houding der rechtsche meerderheid
zijn?
Rood zegt: het kapitalisme eronder. De
N. R. Crt.de arbciders er onder. Het is de
zelfde strijd. Daartegeuover huldigen wij
deze gedachte: waar die strijd van belangen
is, moeten wij door toenadcring komen tot
het gewenschte doel: Vrede ook in dc maat-
schappelijke verhoudingOn.
De patroon moet weten: de arbeider is zijn
loon waard; en de kleine man moet 'tkun
nen zien: die man'heeft meer middelen van
God ontvangen dan ik.
De sociale kwestie kan niet opgelost war
den door klassenstrijd. Alleen overleg kan
ons helpen. Laat ik nu nog met een enkel
woord wijzen op het onderwijs, waarvoor wij
nu 80 jaren strijd hebben gevoerd. Wij vra
gen vrije examens en vrij schooltoezicht. De
regeering moet met de vingers van ons leer-
plan afblijven, want het stukje vrijheid, dat
we over hebben, loopt ook nog gevaar. Juffr.
Westerman wil door Gedeputeerden laten
uitmaken, of binnen 4 K M. een school is te
vinden, Christelijk geiioeg voor uw kind; en
indien ja, dan moet uw kind naar die doot
Gedeputeerden goedgekeurde school.
Men wil zel.fs scholen bij elkaar plakken.
Als wij zien dat er zulke plannen leven en
wat er in het "Ned. Qnd. Genootschap wordt
gesproken, dan zeg ik: Weest wakker en
steunt bij de verkiezingen de rechterzijde.
Wanneer ik nu denk aan ons Nederland
overzee, met zijn 10-tallen miljoenen, dan
moeten we er vooral op bedacht zijn een eind
te maken aan de comm. propaganda, die daar
gevoerd wordt, en voorts vrijheid om het
Evangelie te verkondigen, overal.
Laten wij er maar voor zorgen, dat er zoo-
veel mogelijk A. R. stemmen worden uitge
bracht. Hoe krachtiger onze A. R. partij, des
te meer kans hebben we, dat ook met onze
beginselen zal worden rekening gehouden.
We stellen daarom de Anti-rev. partij op den
voorgrond, omdat deze het trouwst en
scherpst tegen de revolutie het Evangelu
stelt; deze partij past dit be£insel lict mees'
consequent toe.
De Anti-rev. willen over de heele linie den
strijd voeren.
En daarom herhaal ik mijn woorden: Wie
Christen wil zijn ook in de Staatkunde, voor
hem of haar is er maar een weg. Als wii de
belangen van land en volk in het oog willen
houden, dan maken wij rood (helaas rood1)
het hokje voor den naam van Colijn. Dit is
de man, die in donkere tijden het Schip van
Staat in veilige haven heeft gebracht en
daarmede de grootste diensten aan heel ons
Volk en Vaderland heefi bewezen. Daarom
brengen wij den lsten Juli als een man onze
stem uit op H. Colijn.
De voorzitter dankt den spreker en geeft
gelegenheid tot debat.
Toen zich daarvoor niemand opgaf, werd
de vergadering door Ds. van L. met dankge-
bed gesloten.
HEFFING VAN GELDEN VOOR HET
GEBRU1K VAN OPENBAREN
GEMEENTEGROND OF' -WATER.
De Raad heeft den 15dcn Januari j.l het
voorstel, opgenomen in bijlage 7, aangehou-
den, tencindc de Kamer van Koophauoel en
Fabrieken voor Hollands Noorderkwartier,
welke dit verzocht had, in de gelegenheid te
stellen alsnog hare opmcrkingen over dat
voorstel te onzer kennis te brengen. De Ka
mer van Koophandcl bracht daarop bij brief
van 13 Maart j.l. eenige bezwaren tegen de
voorgestclde wijzigingen ier kennis van B en
W. waarover de Commissie van bijstaud
voor de financien den 21sten April j.l. nader'
adviseerde.
In overcenstemming met de Commissie
achien B. en W. de geopperde bezwaren over
het algemeen weinig klemmend. Zij geloo
ven, dat de voorgestelde tarieven binnen de
perken van het redelijke blijven. Voor wat de
automobiel-omnibussen en de vrachtwagens
bctreft herinncrcn zij.er bovendien aan, dat
zij dc oorspvonkelijk daarvoor ontw^orpen ta
rieven in het voorstel, opgenomen in bijlage
7, reeds belangrijk verlaagden, verder mee
nen zij niet te mogen gaan; men yergete niet,
dat de in richting van en het toezicht op deze
standplaatsen, die voor de onderneiners van
groot nut zijn. voor de gemeente kosten mee-
brengen; het schijnt B. en W. alleszins bil-
lijk toe hiertegenover van de direct belang-
hebbendem een matige vergoeding te vragen.
De Kamer en de Commissie maken nog een
opmerking over het plaatsen van karren op
den openbaren weg gedurende korten tijd, in
verband met het tajjief art. 2 sub lc. B. en
W. meenen dat de in de adviezen bedoelde
gevallen met onder vooraf vast te stellen re-
gelen zijn te brengen. Men moet het aan de
toepassing overlaten, te onderscheiden de
gevallen waarin een kar geacht kan worden
te vallen onder het tarief van art. 2. sub lc.,
en die waarin van een geregeld en herhaald
gehruik niet kan worden gesproken.
Op twee punten meenen B. en W. in over
censtemming met de Commissie, dat aan de
bezwaren der Kamer tegemoet kan worden
gekomen: zij zouden het voorgestelde tarief
voqor rails (sub 3) van 2-50 per jaar en
0.25 per week per M1. willen verlagen
pectievelijk tot /I en 0.10 en voorts hat
tarief sub 35 voor het hebben van een inr#
geheel willen laten vervallen. Zij wijzifjoi
derha.ve hun yoqscstei' dfenoveragfllsmilit