Fen flacon Poster's Maagplllen b'evat een maand gezondbeid voor een familie. Zij zijn een uitstekend laxeermiddel, en beteren maagpijin, galrucht, het zuur, slechte spijs- vertering, een beslagen tong, schele hoofd- pijn, en verstopping. Foster's Maagpillen dienen in elk huis aanwezig te zij.n Prijs per flacon van vijftig versuikerde pillen f 0.65; m apotheken ert drogistzaken. langzamere leerlingen op hun beurt ook weer zullen krijgen. Het is den leerlingen niet geboden zich di rect zoo precies aan den aangegeven vorm van het werkstukje te houden. Als ze b.v. een bankje maken met 5 latjes dan mogen kin- deren, die daar te veel moeite mee hebben, het model wel wijzigen, door het bankje b.v. van 3 (breedere) latjes te voorzien. In het begin kregen ze enkel geschaafd hout in handen en werden zij bekwaamd in het .zagen. Thans hanteeren ze oo!k al met veel gemak de Bchaaf. Het was een aardig gezicht om de kinde- ren Zaterdagmiddag bezig te zien: deze de laatste hand leggende aan een houten eend, gene bezig een stukje hout uit te beitelen, een derde doende om met de figuurzaag een hon- denlichaam uit te zagen enz. Wie dit ziet, kan moeilijk ontkennen, dat er van handen-arbeid een heilzamen invloed op den kindergeest uitgaat en bovendien: de kin- deren zelf hebben er buitengewoon veel ple- »fer in. Het spreekt vanzelf, dat de vereeniging duur werkt, zoowel voor hout als voor gereed- schappen is veel geld noodig. Op de leerlin gen kan dit natuurlijk niet worden verhaald, deze betalen 15 cent per week. Moeht echter het bestuur der vereeniging, waarvan de heer Eijts voorzitter is en de heer Mulder secreta- ris, slagen in de plannen die het heeft voor den volgenden winter, dan wordt ook dit les- geld verlaagd en nevens aan houtarbeid ook aan carton- en kleiwerk gedaan. Het bestuur rekent daarvoor op de sympa- thie van vele ouders, die in het belang van hun kinderen dezen dit alles willen laten lee- ren, om mee te helpen, dat het later practiscb bruikbare menschen worden, die niet verle- gen staan als ze ergens een spijker moeten in slaan! Hoe meer leden, des te meer contributie, des te grooter het aantal leerlingen en des te omvangrijker het werkplan. Het was jammer, dat Zaterdagmiddag het weer niet van dien aard was, dat vele ouders gekomen waren om te zien wat de kinderen presteeren. Moge de ondervinding van anderen, die het wel zagen en moge voorts dit verslagje de belangstelling voor deze nuttige vereeniging gaande maken van hen, die bij nadere kennis- making gaame lid ervaa wenschen te worden. MALARIA-BESTRIJDING. De Provinciale commissie voor de malaria- bestrijding, enkele genoodigden en het Districtscomite „Alkmaar" vergaderden Za terdagmiddag in het Stadhuis. Deze bijeenkomst werd geleid door dr. J. J. Th. Doyer, inspecteur der Volksgezond- heid. De notulen werden na lezing door den secretaris, den heer O. Vos, onveranderd vastgesteld. Na de vergadering te hebben geopend, leidde de voorzitter de besprekingen in om- trent het eenige agendapunt: Utvoering van de paraffineering in het district Alkmaar, Heerhugowaard en Bergen. Dr. Korteweg deelde mede, dat de heer Jansen voor dit jaar als algemeen controleur in algemeenen dienst is aangesteld. Spr. uitte in dit verband waardeerende woorden over het werk van den heer Jansen en be- toogde vervolgens de noodzakelijkheid om bij de betreffende gemeentebesturen aan te dringen op het verstrekken van de voor de malariabestrijding benoodigde gelden, daar men zich voiystelt over ongeveer twee weken te beginnen met het paraffineeren der sloo- ten. Dr. S pie rings (Heerhugowaard) zet te de onmogelijkheid uiteen dat in de plaats zijner inwoning binnen den door dr. Korte weg genoemden termijn met de paraffinee ring kan worden begonnen, daar voor zoover spr. bekend de gemeenteraad niet binnen dien tijd vergadert. De V o o r z i 11 e r verzocht den heer Spie lings zijn. medewerking te willen verleenen om dan desnoods met 3 weken te kunnen be ginnen. Dr. Spielings zegde zijn medewer king gaarne toe. Spr. was bereid daarvoor zich zoo spoedig mogelijk met burgemeester van Slooten in verbinding te stellen. Spr. deelde mede, dat de kosten van de paraffi neering van den geheelen H. H. Waard circa J SOO tot 1000 zullen bedragen. Uitgebreide besprekingen werden gevoerd, waarbij o.m. bleek dat Bergen gaat paraffi neeren. Van Heiloo en Egmond-binnen zijn geen gegevens bekend, hoewel vervvacht wordt, dat deze eveneens zullen beginnen. Dr. Zeldenrust A'kersloot) deelde mede, dat de hooge kosten voor Akersloot weinig uitzicht openen op paraffineering ai- daar. Spr. verklaarde zich bereid, den steun van de afd. Akersloot van het Witte Kruis in te roepen, om zoodoend? een gedeelte de- zer gemeente geparaffineerd te krijgen, op- dat de vastgestelde kring althans bestreken wordt. Dr. Spierings merkte op, dat de be langstelling van de waterschapsbesturen voor de malaria-bestrijding nog eens gaande gemaakt moet worden, daar deze na eenige jaren daar niets meer van gehoord hebben. De invloed dezer waterschapsbesturen gaat verder dan enkele polderbelangen. De Voorzitter zegde toe dat hierin zal voorzien worden. Ook spr. is overtuigd van het belang dat de waterschapsbesturen geraadpleegd worden. De heer Van Amstel zette in dit ver band uiteen dat de waterschapsbesturen zeer zeker in de bespreking betrokken dienen te worden, alleen reeds om het feit, dat er b.v. in de Schermeer 50 molens zijn, die, zij het dan niet alle tegelijk, toch in werking ge- steld kunnen worden. De heer C. d e Groot, voorzitter van het districtscomite, was van meening dat ter ver- mijding van grens- en districtsgeschillen een combinatie gevormd moest worden, die de paraffineering in alle gemeenten ter hand nam en leidde. De afgevaardigde van Limoien zeide desgevraagd er geen bijzouderen prijs op te •iellen, dat deze gemeente in den schakel werd opgenomen, daar Limmen stroomend water heeft. Waar dit niet het geval is, sluit het water aan bij het gedeelte dat onder Akersloot ressorteert. Nader werd genoemde schakel nog gesti- puleerd, zoodat die nu is als volgt: gemeen te Bergen langs het Kanaal Huis- waardpolder gedeelte Oudorp langs het Kanaal Boekelermeer Heiloo (Ka- pel) Egmond-binnen Bergen. - De heer C. de Groot bracht dank aan dr. Doyer voor de leiding van deze verga dering. De bijeenkomst werd vervolgens gesloten. Tijdens de vergadering werden larven van de anopheles getoond en werd gedemon- streerd op welke wijze het slootwater op lar ven wordt onderzocht. Speciaal daarvoor medegebrachte larven werden door middel van paraffine gedood. VERSLAG VAN DEN SCHOOLARTS OVER ZIJNE WERKZAAMHEDEN EN BEVINDINGEN IN HET JAAR 1924- De schoolarts, dr. J. H, Pameijer, schrijft in zijn verslag 6. a.: Het gemeentelijk geneeskundig schooltoe- zicht strekte zich uit over acht gemeentescho- len, de U. L. O.-school voor meisjes, de U. L. O.-school voor jongens en meisjes, de school voor voorbereidend lager onderwijs, de Christelijke School, drie Roomsch-Katholie- ke jongcnsscholen, drie Roomsch-Katholieke meisjesscholen, de Roomsch-Katholieke be- waarschool en de school voor buitengewoon lager onderwijs, met een aantal van resp. 1S1, 195, 260, 241, 192, 237, 150, 170, 55, 60, 210, 278, 250, 259, 215, 24.3, 241, 233, 287, 40, to- taal 3997 kinderen op 31 December 1924. In Januari en April werden 7 kinderen on derzocht voor toelating op de school voor buitengewoon lager onderwijs en daarvoor geschikt bevonden. Voortaan zal dit z.g.n. medisch-paedagogisch onderzoek uitsluitend in de maand April plaats vinden. Tijdens de verbouwing der school voor bui tengewoon lager onderwijs is er les gegeven in de voormahge le gemeenteschool, totdat na de groote vacantie de oude keurig verbouwde school, vergroot met 2 klasse-lokalen, in het Victoriepark weder betrokken kon worden. In Februari en Maart is door mij een spreek- beurt vervuld op de ouderavonden der le, 6e en 3e gemeenteschool over het gemeentelijk geneeskundig schooltoezicht. Na afloop der spreekbeurten zijn mij verschillende vragen gesteld door de ouders en ook dooi<*nkele on- derwijzers, waarop ik de gewenschte inlich- tingen verstrekt hdp. Het is mij gewcmscht voorgekomen aan B. en W. voor te stellen het formulier betreffende het eerste onderzoek der kinderen op school te wijzigen. Een correspondence is gevoerd hisschen de commissie van toezicht op het lager onder wijs en B. en W. inzake de bestrijding van be smettelijke ziekten op de scholen. Op mijn advies zijn in de bestaande voorschriften en te nemen maatregelen bij besmettelijke ziekten geen wijzigingen gebracht, voornamelijk zich hierop Saseerende, dat klasse- infectie niet is voorgekomen gedurende de 7 jaren, dat de te- genwoordige gcdragslijn inzake bestrijding van besmettelijke ziekten op de ^cholen ge- volgd wordt. De Raad der gemeente besloot in October een commissie van voorlichting bij de be- roepskeuze in te stellen, waarin ook aan den schoolarts een plaats toegewezen werd. De hieraan verbonden werkzaamheden zijn mij niet geheel onbekend, daar ik als zoodanig reeds advies gegeven heb en kinderen op be- roepsgeschiktheid onderzocht heb voor de commissie inzake beroepskeuze, welke hier werkzaam was sinds het jaar 1919. In den afgeloopen zomer werd de vergade ring van schoolartsen door mij bezocht, waarin het belangrijkc rapport omtrent posi- tie-werkkring en werkwijze der Nederlandschc schoolartsen werd uitgebracht, welk rapport door mij aan het gemeentebestuur is overhan- digd. Onderzoek der nieuwe leerlingen. Het onderzoek der leerlingen, die voor het eerst op school kwamen, begon 14 Mei en duurde tot 7 October. De door mij van school gezonden kinderen worden voor zoover mogelijk geregeld op mijn spreekuur gecontroleerd. Zooals bekend verondersteld mag worden is mijn spreekuur 12 uur, kosteloos toegankelijk voor alle ouders, die vragen over, hun schoolgaande kinderen aan den schoolarts wenschen te stellen. (Wordt vervolgd). DE A. R. KIESVEREENIGING „NEDERLAND EN OR AN J E". In de zaal van den heer Mooij vergaderde Vrijdag de vereeniging „Nederland en Oranje" Bij het binnen komen van den spreker, den heer ds. van Lummel, wCrden 2 coupletten van het Wilhvlrnus gezongen. De voorzitter, de heer Hoijtink, opende en het zingen Psalm 08 1 en las Psalm 85. Hij heette ^n spreker welkom en deelde me de, dat ter TOorlichting van de kiezers de ver- eenigiug een 2 of 3 tal openbare vergaderin- gen zai houden. Deze vergadering was er een met debat. Een ieder die de orde wilde bewaren zou in de gelegenheid gesteld wor den meening tegenover meening te zetten. Ds. van Lummel, hierna het woord' beko- mende, ving aan met de opmerking dat men den strijd die komt in het rechte licht wilde zien, men deze moest zien in het licht, dat Gods Woord daarop werpt. Er is altijd strijd in deze wereld. Waar het evangelie van Je- zus Christus komt, daar is het altijd geko men om te zijn een teeken, dat wedersproken zal worden. Zoolang deze wereld er is, zal er altijd strijd blijven. Wannecr wij dit goed b?seffen zullen wij ook het rechte gezicht hebben op den strijd die komt. Wat dunkt U van den Christus? Deelt dc volkerengemeen schap in twee groepen. En deze vraag is niet opgekomen in den tijd gedurende welken en na welken Christus onder de menschen ver- keexde. Neen, van veel oudere tijden dan van menschen en menschen. In den 2en psalm is er reeds sprake van. Wij zouden terug kun nen gaan tot viak aan het begin van de menschheid. En dan weten wij, dat in het Paradijs de zonde in de wereld is gekomen. En dat't God de Heere zelf was, die vijand- schap zette tusscheu het zaad der vrouw en 't zaad der slang. De groote hoofdzaak die de menschen verdeeld houdt is de vraag: hoe staan wij tegenover God. Willen wij Gods opperhoogheid erkennen, of wel, weigeren wij dat. Dat Is de vraag. Nu moeten wij aantsonds op den voor- grond zetten, dat wij menschen door de be- perktheid van ons inzicht lang "met altijd weten wat Gods Woord van ons eischt op allerlei gebied. Onder de christenen zijn wij het hierover eens: wij zullen den weg ter zaligheid moeten vinden. Maar nu komt de vraag: heeft dat woord ook nog wat anders tot ons te zeggen en dan bemerken we, dat ons verstand zoo beperkt is: de toepassing van Gods Woord op ieder terrain des levens zien wij dan niet. Ons zijn tal van menschen bekend, ook belijdende christenen, die ontkennen dat een geloovige wetenschap noodig heeft. En als wij dan komen op het gebied van de Staat- kunde, dan zijn't niet alleen de soc.-dem. die zeggen: Godsdienst is privaatzaak. net zijn helaas ook cbristemnenschen, die meenen en leven met de gedachte, dat staat- kunde en godsdienst twee terreinen zijn, die van elkanaer gehouden moeten worden. De spreker gaf een breede toelichting hiervan. Ik hoop, zeide spr., dat het U duidelijk zal zijn, dat onze God, ook op het staatkundig erf, het laatste woord moet hebben. Door de overzijde worden wij gescholden kerkelijke partijen; dat zijn we niet, we zijn christel. partij, die ook voor de staatkunde het licht op ons pad en dte lamp voor onzen voet be- hoeven. Nu moeten we niet denken, die par tijen zijn in ons vaderland, omdat ons noil, volk zoo een bij uitstek godisdienstig volk is. Wij dwalen zeer, wanneer wij dit meenen. Toen Groen voor het eerst optrad en zeide: het gaat om de belijdenis van het evangelie, waren er tal van menschen, die er niets van begrepen. En in de Kamer dorst een mijnheer zeg gen: mijnheer Groen, uw partij bestaat uit u zelf alleen. En er was wat waars i% Zo6 heeft ons christenvolk Groen laten staan. En ook, toen hij zeide: Ik ben geen staatsman. Ik ben evangeliebelijder. Dat kon cms volk in die dagen niet verstaan. Gelukkig heeft God toen later ons een man gegeven, die meer de gaven had, om aan ons volk duide lijk te maken waarom het ging. En door dr. Kuyper is men't gaan begrijpen. En't is de groote verdienste van dr. Kuyper, dat hij 't ons volk heeft duidelijk gemaakt, dat er slechts een middel is om de revolutie grondig te bestrijden: het evangelie. Wij hebben het evangelie te belijden; die overtuigrng moet altijd weer leven en leven- dig gehouden worden in ons volk. Dat is het levenswerk geweest van dr. Kuyper. Ook de Sav. Lohman had bij de chr.-hist. hetzelfde te doen. En Schaepman heeft bij de r.-kath. dezelfde gedachte gepropageerd. Tegen de revolutie het evangelie, tegen het ongeloof kan alleen stand houden het ge- loof. Die groote gedachte zien wij leven ook in de harten van de besten der chr.-hist. En bij de besten in de r.-kath. partij. Nergens vindt ge op de wereld een partij- leven als hier in ons land. En inplaats dat we nu zeggen: we moeten dit afschaffen zeg gen we: neen; versterken. Is dit niet eigen- aardig. Na den wereldoorlog zien we, dat de menschen in de oorlogvoerende landen tot bezinning komen; ze hebben gezien de vree- selijke uitwerking van de revolutie. En nu? Vindt men ons partijleven gek? Neen. Men komt uit Duitschland, waar men gevoelt: het kan zoo niet langer, bij onze partij leiding en vragen hoe ze dat daar moeten aanpakken en in dat groote land ook zoo'n partij te ma ken als in ons kleine landje. En uit Hongarije en uit Amerika, precies hetzelfde. In Duitschland is men tegenwoordig bezig de leuzen aan te heffen, waarmede ook onze po- litieke actie begonnen is: men eischt de scho len op voor de ouders. Aller'wege is groote bezieling en er is ijver tot voorlichting, want dezelfde moeilijkheden als hier doen zich voor. En nu moeten wij als Hollanders zien het groote voorrecht, door God ons verleend (in- tusschen hoe hooger bevoorrecht, hoe duur- der verplicht, dat wij het eerst en het helderst hebben leeren in zien onze verhouding tegen over God en ook onze verhouding tegenover de overheid.) Hoe dichter 1 Juli nadert, hoe meer komt het karakter van den strijd ook weer op den voorgrond. Daarom moeten wij nu reeds we ten, goed weten, wat wij den len Juli heb ben te doen. Wanneer dit in orde is, zijn wij weer een stap in de goede richting. Wij wil len handhaven het evangelie tegen de mach- ten van het ongeloof. Onze geachte tegen- standers willen ons gaarne uit dat hoekje dringen. Wij kunnen cfit billijken, want't is ons sterkste hoekje. Wanneer wij daar even- wel uit komen, zijn wij onze sterkte kwijt. Het is tegelijk ons goed recht, neen, onze dure plicht om te zeggen: uit dien hoek krijgt ge ons niet. Want naar onze heilige overtui- ging is dit alleen een strijd, waarlijk alles waard: de machten der revolutie te bestrij den en het evangelie van Gods genade daar* tegenover te plaatsen. Het geloof tegen het ongeloof. Onze tegenstanders zeggen: gij kunt gerust gelooven wat ge wilt, wilt ge gereformeerd zijn, best. Doleerend, dat mag nu ook wel. De afgescheidenen doen ook geen kwaad meer. Maar kom daarmee niet in de politick. Wanneer wij dit zouden doen, zou er van ons geloof niet veel overschieten. Ze beweren dat en zeggen: het gaat om veel an dere dingen, die met het geloof niets te ma ken hebben. We weten, de practijk is anders Daarom moeten we, gelijk ik reeds zeide. ook bij den strijd, die komt, tjrachten te bevestigen de meerderheid van mannen, die, ook op het gebied. van de staatkunde, rekening houden met Gods openbaring. Het gaat er dus om op 1 Juli de rechtsche meerderheid te bevestigen en, als het kan, on der Gods zegen te versterkenen in die meer derheid vooral de Antirevclutionairen. Wij willen heel gaarne met onze tegenstanders samensproken in de poort, daar zijn wij heel niet bang voor. Maar eerst onze meerderheid verzekeren, want links zal moeten toegeven, dat, wanneer een links Kabinet moet worden samengesteld, dit niet kon en zoo men slaag- de, ken het land niet fatsoenlijk worden gere- geerd. Van den droom der soc.-dem.'n demo- cratische regeering met dc R. K., komt niets. Maar dan is er de tweede mcgelijkheid: een combinatie van sociaal-democraten, vrijz - democraten en nu ja, het gruis van de li berate partij, dat hier en daar te vinden is. Tot welke regeeringsmoeilijkheden dit aanlei- ding zou geven zette spr nader uiteen. Ik geef U de verzekering aldus spr., met een links Kabinet zou van de behandeling der groote vraagstukken niets terecfif komen. Ik aarzel niet te zeggen: wanneer wij een links Ministerie kregen zou dit de grootstc cl- lende worden voor ons land en voor ons volk. En wat zou het einde zijn? Dan kwam er een Ministerie, dat z.g.n. boven de partijen stond. Men zegt en ncemt dit Kabinet dan met een Fransch woord, een Kabinet d'affaire, op dat ons volk in meerderheid maar niet zou begrij pen, hoc leelijk het is. Dan krijgt de kleinste minderheid spr. zin en weet die door te zetten. Het aftandscne li- beralisme zal van dezen warboel het mecst profiteer en. Maar alle gezonden politieke ac tie wordt den nek gebroken. Dan krijgen we een regeering en worden geregeerd zonder leidende gedachte. Dat mag niet. Doch daar- mede zijn wij nog niet klaar. Wij moeten zeg gen waarom wij juist een rechts kabinet wil len hebben. Rechte kan regeren, al is het dan volgens uitlatingen van debaters niet goed altijd. En wij willen niet alleen een sterke rechterzijde, maar daarin odk een sterke A. R.- fractie. Waarom? Omdat wij er prijs op stel len, dat de Chr. grondbeginselen van ons Staatsleven worden gehandhaafd. De revolutieonaire h an deling, van 1918 heb ben de mannen der rechterzijde weerstaanze stonden als een muur en daar tegen is de re volutie te pletter geloopen. Doch er is meer. Wij moeten alien begrijpen, dat de rechterzij de ook hienom moet gesteund worden, omdat deze opkomt voor de heiligheid van het huwe- lijk. Men wil allerlei gelijkstellingen voor- gehuwde- en ongehuwde moeders. Dat mag niet. Een van de voornaamste Chr. grondsla- gen is, het huwelijk. Denk voorts aan de be- teekenis van het Chr. gezin. Onze nu 80-jarige schoolstrijd is geweest een strijd om de hei ligheid van het gezin. Voorts onze strijd voor het huismanskiesrecht, het organise!^ kies- recht, waarop wij zullen blijven aansturen. Er moet komen een verandering van ons kiesstelsel. Moet ik nog wijzen op een ander punt? De overheid, die het zwaard niet te- vergeefs draagt? Wij gaan niet mee met de gedachte, dat een misdadiger in een krankzin- nigengesticht verpleegd moet worden. Het verband van schuld en straf, zooals de schrift dat gelegd heeft, moet blijven. Wij gelooven, dat ae overheid te een wreekster tot straf van degenen, die kwaad doen. Steeds wordt van links geredeneerd tot vergoelijking van de misdaad, de menschen moeten worden gene- zen van hun ,^iekte." Waarom 6ok de rechterzijde aan het bewind meet blijven? Allereerst ook om het financi- eele vraagstuk. Is dat nu een Christelijk vraagstuk? Onze Heiland heeft gezegd, dat wanneer wij niet rechtvaardig zijn in den onrechtvaar- digen Mampon, niemand ons het meerdere zal vertrouwen. En Paulus zegt: die zijn ergen huisgezin niet verzorgt, is erger dan n ongeloovige. Wat Duitschland gedaan heeft en Rusland is verregaand schandelijk. De handelwijze van een Rijk dat papier laat drukken met een waarde van 1000 millicen en morgen aan den dag zegt: hier hebt ge een rente-mark, wees tevreden, dat is de waarde, noemen wij verregaand onzedelijk. In Duitschland zijn de groot-kapitalisten niet armer geworden. Die wisten hun geld wel in veiligheid te brengen toen ze de bui za gen aankomen. Maar menschen, die hun heele leven geploeterd hebben, die een klein kapi- taaltje hadden en daarvan leefden, die zijn genekt toen het geld zijn waarde verloor. Deze menschen zijn financieel vermoord door de oneerlijke praotijken van een gewetenlooze regeering. En wanneer wij het uit dat oog- punt eens zien en onze Colijn heeft het juist zoo gezien, dank zij Gods genade dan zeggen we, gelukkig, dat hij heeft door- fezet, dat God hem de noodige strengheid eeft gegeven. Er meet bezuinigd worden op onze Staats- huishouding om tot een sluitende begrooting te komen. En als nu de leider van onze partij geroepen wordt tot deze ondankbare, doch zeer beslist noodzakelijke taak, moet hij dan zeggendat wij dat maar voor de leus in ons program hebben geschreven. Neen. Het is een eere voor hem en voor de partij, dat hij die taak heeft aanvaard. Hij wist, dat het stee- nen zou gaan regenen op zijn hoofd en het onze. Doch deze taak moest aanvaard. Ons land nuoest eerlijk zijn en blijven. En ik hoop, dat onze Christen-menschen de tegenstanders zullen laten smalen, die speculeeren op de ontevredenheid van ambtenaren; en wijs ge- noeg zullen zijn om te begrijpen, dat het ging ongerechtigheid, eerlijkheid en trouw. (Dave- rend applaus). Wij zijn een rare partij. Wij zijn een partij in ons vaderland, die door on ze armoede rijk is geworden. Wat denkt ge, zou zoo'n partij nu een klap krijgen door en van menschen, wier sa- laris vroeger verhoogd en nu aanmerkelijk verlaagd is. Ik durf het niet gelooven. Men kent onze menschen niet. Ik heb ons A. R. volk al zoo'n dikke 30 jaren gadegeslagen; als er geen wolkje aan de lucht is, dan mop- peren we, als goede Hollanders, wel eens en ook de A. R. doen-daaraan mede. Maar ik heb altijd dit gezien, dat, wanneer de strijd ontbrandde en de strijdleus werd aangehe- ven: Tegen de Revolutie het Evangelie, dan was ons volk weer een. Met Gods hulp heeft onze leider Colijn het financieele vraagstuk tot eene oplossing gebracht en het land voor een bankroet gered. Voor hem moet en mag geen ander komenhij, die ons land finan cieel op den zuiveren bodem heeft gebracht, moeten wij houden. Voor het vraagstuk der ontwapening heeft ons land en volk het grootste belang er bij dat de rechtsche meerderheid behouden blijft. Wij hebben een vaderland en dat is niet door menschelijke willekeur onl land geworden. God heeft de grenzen* van het land ge steld. Het Internationalisme van onze dagen is in lijnrechten strijd met Gods ordinantien. God wil, dat er zijn volken en landen met eigen grenzen. De belangcn dezer volken ko men niet altijd overeen. De zonde is in de wereld gekomen en geen vredes-congressen of protocollen kunnen dit droeve feit wegre- deneeren. Daar zal tusschen die volken en rassen met tegenstrijdige belangen en zondi- ge begeerten altijd oorlog zijn. De Heerc Christus, heeft't ons duidelijk gezegd, dat er tegen het einde der wereld gehoord zullen worden oorlogen en geruchten van oorlogen. Lees het laatste Bijbelboek: de openbaring van Johannes. De oorlog, hoe droef en af te bidden, blijft; in eeuwen van minder bescha- ving, intusschen vreeselijker in eeuwen van de hoog geprezen en hoogstaande cultuur. Maar, zegt meu, er is uog iiooit ecu tijd geweest van zoo hoogstaande BescHavfng? Ik word altijd een beetje raar als ik dit hoor. 50 jaren geleden zei men dit ook en toch kwam 1914. Ik dweep daar niet zoo mee. Ik zou zeggen: laat dit nu eens liggen. De vraag is: hebben wij eenigen grond te ver- moeden dat toeneming van cultuur het ge- vaar voor oorlog zal verminderen. Dat kun nen wij A. R. ons niet voorstellen. Onze roeping ligt vast om ons land te ver- dedigen en Gods ordinantien te eerbiedigen Niet eerst zeggen: wij willen ons land verde- digen, zoo zuinig mogelijk. Neen. Wij moeten beginnen te zeggen: wij willen ons land zoo krachtig mogelijk verdedigen, maar dan re kening houden met dc geldmiddelen. Indien mogelijk, dan staat onze partij zeker voor: vermindering van militaire uitgaven. Doch de kracht van onze weermiddejen moet be houden blijven Op oorlog is ongeveer 26 miljoen bezuinigd geworden en er kan mte- schien op andere wijze nog meer worden be zuinigd, maar onze verdedigingsmiddelen moeten in goede conditie gehouden worden in het belang van het gansche Nederlandsche volk. Nu dc sociale kwestie. Hoe zal daartegen- over de houding der rechtsche meerderheid zijn? Rood zegt: het kapitalisme eronder. De N. R. Crt.de arbciders er onder. Het is de zelfde strijd. Daartegeuover huldigen wij deze gedachte: waar die strijd van belangen is, moeten wij door toenadcring komen tot het gewenschte doel: Vrede ook in dc maat- schappelijke verhoudingOn. De patroon moet weten: de arbeider is zijn loon waard; en de kleine man moet 'tkun nen zien: die man'heeft meer middelen van God ontvangen dan ik. De sociale kwestie kan niet opgelost war den door klassenstrijd. Alleen overleg kan ons helpen. Laat ik nu nog met een enkel woord wijzen op het onderwijs, waarvoor wij nu 80 jaren strijd hebben gevoerd. Wij vra gen vrije examens en vrij schooltoezicht. De regeering moet met de vingers van ons leer- plan afblijven, want het stukje vrijheid, dat we over hebben, loopt ook nog gevaar. Juffr. Westerman wil door Gedeputeerden laten uitmaken, of binnen 4 K M. een school is te vinden, Christelijk geiioeg voor uw kind; en indien ja, dan moet uw kind naar die doot Gedeputeerden goedgekeurde school. Men wil zel.fs scholen bij elkaar plakken. Als wij zien dat er zulke plannen leven en wat er in het "Ned. Qnd. Genootschap wordt gesproken, dan zeg ik: Weest wakker en steunt bij de verkiezingen de rechterzijde. Wanneer ik nu denk aan ons Nederland overzee, met zijn 10-tallen miljoenen, dan moeten we er vooral op bedacht zijn een eind te maken aan de comm. propaganda, die daar gevoerd wordt, en voorts vrijheid om het Evangelie te verkondigen, overal. Laten wij er maar voor zorgen, dat er zoo- veel mogelijk A. R. stemmen worden uitge bracht. Hoe krachtiger onze A. R. partij, des te meer kans hebben we, dat ook met onze beginselen zal worden rekening gehouden. We stellen daarom de Anti-rev. partij op den voorgrond, omdat deze het trouwst en scherpst tegen de revolutie het Evangelu stelt; deze partij past dit be£insel lict mees' consequent toe. De Anti-rev. willen over de heele linie den strijd voeren. En daarom herhaal ik mijn woorden: Wie Christen wil zijn ook in de Staatkunde, voor hem of haar is er maar een weg. Als wii de belangen van land en volk in het oog willen houden, dan maken wij rood (helaas rood1) het hokje voor den naam van Colijn. Dit is de man, die in donkere tijden het Schip van Staat in veilige haven heeft gebracht en daarmede de grootste diensten aan heel ons Volk en Vaderland heefi bewezen. Daarom brengen wij den lsten Juli als een man onze stem uit op H. Colijn. De voorzitter dankt den spreker en geeft gelegenheid tot debat. Toen zich daarvoor niemand opgaf, werd de vergadering door Ds. van L. met dankge- bed gesloten. HEFFING VAN GELDEN VOOR HET GEBRU1K VAN OPENBAREN GEMEENTEGROND OF' -WATER. De Raad heeft den 15dcn Januari j.l het voorstel, opgenomen in bijlage 7, aangehou- den, tencindc de Kamer van Koophauoel en Fabrieken voor Hollands Noorderkwartier, welke dit verzocht had, in de gelegenheid te stellen alsnog hare opmcrkingen over dat voorstel te onzer kennis te brengen. De Ka mer van Koophandcl bracht daarop bij brief van 13 Maart j.l. eenige bezwaren tegen de voorgestclde wijzigingen ier kennis van B en W. waarover de Commissie van bijstaud voor de financien den 21sten April j.l. nader' adviseerde. In overcenstemming met de Commissie achien B. en W. de geopperde bezwaren over het algemeen weinig klemmend. Zij geloo ven, dat de voorgestelde tarieven binnen de perken van het redelijke blijven. Voor wat de automobiel-omnibussen en de vrachtwagens bctreft herinncrcn zij.er bovendien aan, dat zij dc oorspvonkelijk daarvoor ontw^orpen ta rieven in het voorstel, opgenomen in bijlage 7, reeds belangrijk verlaagden, verder mee nen zij niet te mogen gaan; men yergete niet, dat de in richting van en het toezicht op deze standplaatsen, die voor de onderneiners van groot nut zijn. voor de gemeente kosten mee- brengen; het schijnt B. en W. alleszins bil- lijk toe hiertegenover van de direct belang- hebbendem een matige vergoeding te vragen. De Kamer en de Commissie maken nog een opmerking over het plaatsen van karren op den openbaren weg gedurende korten tijd, in verband met het tajjief art. 2 sub lc. B. en W. meenen dat de in de adviezen bedoelde gevallen met onder vooraf vast te stellen re- gelen zijn te brengen. Men moet het aan de toepassing overlaten, te onderscheiden de gevallen waarin een kar geacht kan worden te vallen onder het tarief van art. 2. sub lc., en die waarin van een geregeld en herhaald gehruik niet kan worden gesproken. Op twee punten meenen B. en W. in over censtemming met de Commissie, dat aan de bezwaren der Kamer tegemoet kan worden gekomen: zij zouden het voorgestelde tarief voqor rails (sub 3) van 2-50 per jaar en 0.25 per week per M1. willen verlagen pectievelijk tot /I en 0.10 en voorts hat tarief sub 35 voor het hebben van een inr# geheel willen laten vervallen. Zij wijzifjoi derha.ve hun yoqscstei' dfenoveragfllsmilit

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1925 | | pagina 6