De kunstenaar.
word aangenomcn met 42 te-
Het ontwerp werd a an gen omen.
Goedgekeurd werden daarna enkeie kleine-
re onhwrpen.
De openbare vergadering werd hierop tot
heden 2 uur verdaagdt.
TWEEDE KAMER.
Als lid van de Tweede Kamer werd gei'n-
stalleerd de heer W. Warnaar. opvolger van
wijlen den heer de Monte ver Loren.
Aan de orde was de voortzetting van de be-
handeling van de pensioenen der militairen.
Het amendement-Tilanus om den aftrek
van de pensioenen door cumulatie met de
wedden niet te doen plaats hebben voor ge-
pensionneerden van voor 1 Juni 1925, werd
verworpen met 34 tegen 26 stemmen.
Het amendement-K. ter La an om ieder
wiens recht op pensioen verloren gaat op
grond van ontslag recht te geven op beroep,
werd ingetrokken, na toezegging van den mi
nister, dat de cotnmissie van beroep voor
iedere aangelegenheid zal worden ingesteld.
De heer K. t e r L a a n (S. D.) verdedigde
voorts een amendement dat tot strekking
heeft eindelijk een gunstige beschikking te
verkrijgen in zake pensioen-aanspraken der
oud-gepensionneerden. De regeling zal vol-
gens het amendement zoo zijn, dat alien die
voor 1 Januari 1918 gepensionneerd zijn, ge
lijk behandeld zullen worden als degenen die
daarna gepensionneerd zijn, maar v6or 1 Ja
nuari 1920. Het is tijd dat nu eens een af-
doende regeling wordt getroffen.
De heer T e r H a 11 (V. B.) ondersteunde
van harte en met veel sympathie het amende-
ment-Ter Laan. Een verhooging van 40 pet.
dier pensioenen achtte hij alleszins billijk.
De heer Duymaervan Twist (A. R.)
meende dat het amendement niet zal brengen
.wat de heer Ter Laan zich voorstelt.
De Minister stond sympathick tegen-
over het streven de oud-gepensionneerden te
steunen. Waarom heeft men dit punt bij de
burgerlijke wet ook niet ter sprake gebracht?
Het voorstel-Ter Laan is echter niet altijd in
het belang der oud-gepensionneerden, nu
vroeger reeds de pensioenen met 40 pet. zijn
verhoogd. De heer Ter Hal! heeft gelijk in
zijn opinerkingen dat een algemeene regeling
als die van het amendement niet het meest
gewenscht is. Het is de bedoeling een bedrag
beschikbaar te stellen als de toestand der
rijksfinancien blijvend1 beter wordt. Het
amendement is daarom onaannemelijk voor
de regeering.
De heer D r e s s e 1 h u y s (V. B wenschte
de Kamer zich te laten uitspreken dat thans
maatregelen genomen moeten worden tot
vaststelling van de positie der z.g. oud-gepen
sionneerden. In dien geest diende hij een mo-
tie in.
DeVoor-zitter stelde voor de rnotie op
een nader te bepalen dag te behandelen.
De heer Rutgers (A. R.) zeide dat de
motie wel behandeld kon worden, maar voor
het reces kunnen toch geen maatregelen meer
worden getroffen waarvoor een wetsontwerp
noodig is.
Het voorstel van den Voorzitter latere
behan deling
gen 18 stemmen
Hetamendement-Ter Laan werd verworpen
met 44 tegen 15 stemmen.
Ovcrgangsbepalingen.
De heer K. t e r L a a n (S. D.) verdedigde
een amendement om te bepalen dat op den
miiitair, die voor 1 Juli 1925 op wacntgeld
gesteld is, van toepassing blijveh de bepalin-
gen omtrent de regeling van het pensioen en
die omtrent de ter beoordeeling van pensioen-
aanspraken te maken berekeningen zooals
deze op hen van toepassing waren voor de
inwerkingtreding dezer wet.
De heer T i 1 a n u s (C. H.) lichtte een
amendement toe, waarvan de strekking is be-
perking van bestaande pensioenen vaor
wachlgelders te niet te doen- Voor de toe-
komst heeft hij daarvoor geen bezwaar, maar
wel wil hij het bestaande handhaven. Hij
hoopte, dat de regeering daar geen bezwaar
tegen zou hebben.
De Minister zeide, dat aaiineming van
het amendement-Ter Laan een groot deel van
het financieel effect van het on twerp zou
wegnemen. Het is daarom dat hij het amen
dement ten stelligste afwijs.
Hetzelfde geldt voor het amendement-Tila
nus.
Het amendement-Ter Laan werd verwor
pen met 41 tegen 16 stemmen.
Het amendement-Tilanus werd bij zitten en
opstaan verworpen.
Het ontwerp is afgehandeld. Er heeft een
tweede lezing plaats Vrijdag a.s.
Pcnsioeawct voor de Zeemacht.
Aan de orde was de Pensioenwet voor fie
Zeemacht.
De Regeering bracht wijzigingen aan over-
eenkomstig de wijzigingen aangebracht in de
Pensioenwet voor ae Landmacht.
De eindstemming heeft Vrijdag plaats.
Militaire Weduwenwel.
Aan de orde was het wetsontwerp tot wij-
ziging en aauvulling van de Militaire Wedu-
wenwet.
Dc heer T i 1 a n u s (C. H.) wenschte de
met reserveplicht voor 1 Juli 1925 gepension-
neerde militairen vrij te stellen van bijch'age
voor weduwen- en weezenpensioen. Het is
een kwestie analoog aan die voor de pensioe
nen van de Landmacht.
De M i n i s t er wees dit amendement op
financieele gronden af. Het zou te veel van
het financieel effect der wijziging wegnemen.
Het amendement-Tilanus werd verworpen
met 29 tegen 22 stemmen.
De heer K. Ter Laan (S. D.) verdedigde
nu een amendement om te bepalen, dat de in
deze wet aangebrachte wijzigingen niet van
toepassing zijn op de militairen, die voor de
inwerkingtreding dezer wet op wachtgeld
zijn gesteld of met reserveplicht zijn gepen
sionneerd.
De Minister moest wederom dit amen
dement afwijzen, omdat het dezelfde strek
king heeft als verschillende vorige amende-
meneen van den heer Ter Laan, die verwor
pen zijn.
De heer T e r L' a a n (S. D.) trok het amen
dement in.
Het wetsontwerp is afgehandeld. Vrijdag
eindstemming.
Pensioenwettcn Rescrvepersoneel.
Aan de orde zijn de wetsontwerpen tot
wijziging en aanvulling van de Pensioenwet-
ten voor het reservepersoneel der landmacht
en voor het personeel der 'Kon. marine-
tsssree,
opmericrageh van den Seer Y.
Ter Laan (S. D.) werden de algemeene be-
schouwingen gesloten.
Het wetsontwerp is afgehandeld. Vrijdag
eindstemming.
Mijnconcessien.
Aan dc orde was het wetsontwerp tot bij-
zondere regeling voor het verleenen van
mijnconcessien.
De heer v. dWaerdem (S.D.) criti-
seerde de mijn-politiek en wees op de voor-
deelen der staats-exploitatie, die ook door den
heer Vara IJsselsteijn zijn erkend.
De heer Hermans (R. K.) was voor dit
ontwerp, dat er wel eerder had moeten zijn,
omdat vele concessie-aanvragen zijn blijven
liggen.
De Minister van Waterstaat, de heer van
Swaay, constateerde, dat de discussie bui-
ten het ontwerp omging. Discussie heeft fei-
telij'k weinig zin, want ieder gevaf komt op-
nieuw bij de Kamer aan de orde. Veel van
wat de heer Van der Waerden zeide, kon spr.
niet onderschrijven, maar naast het staatsbe-
drijf moet het particulier bedrijf een plaats
krijgen. Daar is niets tegen, maar veel voor,
gelijk de heer Hermans betoogde. Spr. ge-
loofde niet, dat het storm zal loopen met
aanvragen.
Het ontwerp werd goedgekeurd.
De vergadering werd verdaagd tot heden
1 uur.
Gemengd Hfienws
GEEN MELKOORLOG TE
AMSTERDAM.
Naar wij vernemen is in de gisteravond in
,,Parkzicht te Amsterdam gehouden gecom-
bineerde vergadering van de besturen van de
Bonden van Melkveehouders en de besturen
van den georganiseerden melkhandel beslo-
tcn, dat met ingang van Maandag a.s. de in-
en verkoopprijs van de melk in de hoofdstad
met 1 cent zal worden verhoogd.
Een grooj bezwaar tegen.de verhooging
was het feit, dat nog steeds melk op straat
wordt „verklad".
In verband hiermede is uit de gecombi-
neerde vergadering een commissie benoemd,
die ten doel zal hebben, de melk „van de
straat te nemen".
De handel stelde den eisch, dat dit laatste
zal moeten geschieden, alvorens tot verhoo
ging kan worden overgegaan.
Men was ter vergadering van oordeel, dat
aan dezen eisch wel voor den bepaalden da
tum kan worden voldaan. -
DE INWERKINGTREDING VAN DE
TARIEFWET.
Het Eerste Kamerlid Van den Bergh heeft
aan den minister van financien de volgende
vragen gesteld:
Is de minister bereid den juisten datum op
te geven, waarop de nieuwe Tariefwet in
haar geheel zal in werking treden?
Indien de minister die mededeeling nog
niet kan doen, zou hij dan bereid zijn, nu de
verkiezingen voor de Tweede Kamer der
Staten-Generaal binnen zoo korten tijd zul
len plaats vinden, met die invoering te wach-
ten tot het Nederlandsche volk zich zal heb
ben uitgesproken?
DE KONING1N-MOEDER.
De Koningin-Moeder heeft gisteren, verge-
zeld van freule Van Ittersum en rar. graaf
van Limburg Stirum, een bezoek gebracht aan
de Rekkensdie inrichtingen voor zwakzinni-
gen en met groote belangstelling de verschil
lende paviljcens en de boerderij in oogen-
schouw genomen. Na de thee gebruikt te heb
ben ten huize van den directeur, dr. Slot, ver-
trok H.M. onder de toejuichingen van de ver-
pleegden.
VERZEKER1NG TEGEN DE NADEELI-
GE GEVOLGEN VAN WERKLOOS-
HEID EN ZIEKTE.
Het bestuur van de Landelijke vereeniging
tot onderlinge verzekering tegen de nadeelige
gevolgen van werkloosheid en zickte heeft
aan de gemeentebesturen in ons land een cir-
culaire gezonden, waarin het meedeelt, dat
deze vereeniging van den 4den dezer af ge-
subsideerd wordt door Rijk en gemeenten vol-
gens het Werkltiosheidsbesluit 1917. De mi
nister heeft bepaald, dat van de vereeniging
lid kunnen worden: bouwvakarbeiders, fa-
brieksarbeiders, metaalarbeiders en land-, tuin
en veenarbeiders.
Het bestuur schrijft verder o.m.
Waar in uwe gemeente ook nog vele onge-
organiseerden (in boven aangegeven groepen
werkzaam) gevestigd zijn, die bezwaar heb
ben, lid te worden van een vakvereeniging en
bij werkloosheid steeds aangewezen zijn op
de kassen van armbestuur en steunregelingen,
en dus geheel ten laste van de gemeenschap
komen, zou het naar onze meening aan'beve-
ling verdienen, indien deze naar onze veree
niging verwezen werden. Het belang der ge-
meente-financien zal er door gediend worden.
Het moreel van den arbeider zal verbeteren.
Deze leert dc toekomst te zorgen en behoft
nit onmiddellijk te teren op de gemeenschap,
terwijl het te respectecren bezwaar van velen,
om als armlastige geholpen te moeten wor
den, wordt opgeheven. Onze vereeniging is
daartoe het aangewezen lichaam. Hierbij zij
bedacht, dat wij geen politieke of godsdiensti-
ge richting nastreven, en onze vereeniging
dus geen vakstrijd behoeft te voeren. Hierdoor
zijn onze contributies van 40—85 cts. per
week aaninerkelijk lager, dan die der vakbon-
den. De uitkeeringen zijn gelijk aan die der
vakbonden, terwijl de bijdragen voor de werk-
loozenkas hooger zijn, dan die der vakben-
den. Daar er dus meer gereserveerd wordt, is
de financieele basis sterker.
DE LOONEN VAN HET SPOOR-
PERSONEEL.
lira de gister te Utrecht gehouden confe-
rentie tusschen de directie der Nederland
sche Spoorwegen en de vertegenwoordigers
der vijf erkende vakbonden, maakte, volgens
de Tel., dc directie bezwaar het; personeel bij
te staan in het treffen van een regeling ter
voorkoming van beslaglegging bij belasting
schuld, aangezien zij van oordeel is zich niet
te moeten mengen in huishoudelijke zaken
van het personeel.
De directie deed toezegging, dat zooveel
mogelijk tegemoet zal worden gekomen om
personeel, dat afgekeurd is wegens invalidi-
teit, aan andere geschikte betrekkingen te
helpen.
Vervolgens kwam ter sprake de loonrege-
ling na 1 Juli 1925. Ofschoon de eerste vier
maanden van 1925 voor het bedrijf finan
cieel ongunstig zijn te noemen, verklaarde
"de directie rich' Bereid mede fe deelen, dat
harerzijds geen wijzigingen in de loonrege-
ling zullen worden ingediend tot 1 Januari
1926, den datum waarop een nieuwe loon-
regeling moet tot stand komen.
EUGeNE GOULMY E'N BAER.
Men schrijft ons uit's HertogenboschIn
Den 'Bosch loopen den laatsten tijd geruch-
ten, dat de groote sigarenfabrieken van Eu
gene Goulmv en Baer, alsmede het Kon. Mu-
ziekcorps binnen korten tijd zullen verdwij-
nen.
Wij hebben ons dezer dagen tot den heer
Eugene Goulmy Sir gewend. Deze sprak alle
geruchten over het ^.s. verdwijnen der siga
renfabrieken tegen. Ook het beroemdc mu-
ziekcorps zal niet opgeheven worden.
HOLLANDSCHE PLEEGOUDERS
NAAR WEENEN.
Voor de ontvangst van de 530 Nederland
sche pleegouders van Oostenrijksche kinde-
ren, die VrijdagavoD te Weenen zullen aan-
komen en tot 9 Juni in Oostenrijk zullen blij
ven, worden groote voorbereidingen ge-
maakt. Voor hun verblijf te Weenen staat
o.m. op het programma een receptie bij den
Bondspresident en bij den burgemeester.
KORTE BERTCHTEN.
Gisternacht is ingebroken in de pasto-
rie der Nederl. herv. kerk te Wannond, be-
woond door ds. Woldendorp: De dievcra heb
ben de geheele pastorie doorsnuffeld en een
partij tafelzilver ontvreemd.
Buitenland
EEN MIJNRAMP.
Meer dan 50 mijnwerkers werden opgeslo-
ten in een mijn van dc Carolina Coal Cy. te
Sanford (N.-Carolina), ten gevolge van een
ontploffing, welke daar gistermiddag plaats
vond. Dichte wolken gele rook, welke uit de
mijn opstegen, bemoeilijken het reddingswerk
ten zeerste. Twee mijnwerkers met gasmas-
kers drongen tot dicht bij de si achfoffers
door. Later werd gemeid, dat een groote
groep redders 6 dooden naar boven bracht.
DE ONTWAPENING VAN DUITSCH-
LAND.
De vergadering van den Gezantenraad
voor de vaststelling van de voorwaarden van
de nota aan Duitschlancl over de ontwape-
ning en ontruiming dfcr Keulsche zone is op
aanstaanden Zaterdag vastgesteld.
De Commissie van Herstel zal heden m
plenaire zitting bijeenkomen, om te verkla-
ren, dat Duitschland zijn financieele vefplich-
tingen ingevolge het Verdrag van Versalles
heeft vervuld, door het in werking stellen van
't Dawesplan.
Deze verklaring is noodzakelijk, omdat de
bezetting Van de zone aan den linkeroever
van den Rijn en van de bruggehoofden ver-
lengd kan worden. indien Duitschland in ge-
breke zou zijn gebleven ten opzichte van eeni-
ge verplichting, opgelegd door het Verdrag
van Versailles, niet'slechts in zake de mili
taire clausules.
KORTE BER1CHTEN.
Een delegatie uit de industrieele groep
van het Engelsche Lagerhuis is naar Polen
vertrokken ten einde daar een onderzoek in
te 6tellen naar dc mogelijkheid1 van uitbrci-
ding van den Engelsch-Poolsdien handel.
Blijkena berichten aan de bladen uit
Keulen zijn 40 soldaten van het Engelsche
bezettingsieger ernstig ziek geworden na het
eten van geconserveerde levensmiddelen. Twee
hunner zijn reeds overleden.
Onder den naam German Railroad In
formation Office is te New York een bureau
ter bevordering van het toerisme in Duitsch
land geopend.
Stadsmieawg
PROPAGANDA-AVOND
padvindsters.
I® het Wapen van Heemskerk had gisteren
de propagandaavond plaats van de afdee-
ling Bergen van het Nederlandsche Meisjes-
Gilde.
Na de opening door de voorzitster van het
bestuur, mevrouw Zweedijk, zongen de meis-
jes haar padvinders-maisch en begon me
vrouw A. F. GouvenneZaadnoordijk haar
lezing. De padvinderij, aldus mevr. Gou-
verne, spreekt van blijheid, moed en jonge
frissche levenskracht en die voelt dat er wat
van het leven te maken is. Zij wil dit in de
goede richting leiden en wel op een bijzonde-
re manier; niet door dwang en moeten, maar
door spel en mogen. Als de jongens en meis-
jes ongeveer 12 en 13 jaar worden, zijn ze
niet meer tevreden onder vaders en moeders
hoede en hebben den intuitieven drang naar 'n
grootere wereld1. Ze worden avontuurlijk,
vormera clubs enz. In dezen drang voorziet
de padvinderij, die b.v. ook clubjes vonnt,
die rondes of pafrouilles genoemd1 worden,
die als een samenhangend geheel werken. De
meisjes in zoo'n roncfe werken bij wedstrij-
den enz. voor hun ronde voor een geheel dus,
waardoor hun p e r s o o n 1 ij k e eerzucht
niet gestreeld wordt. Ze leeren al spelende
hun eigem ,4'k" op den achtergrond duwen,
om later in de' maatschappij; vaak belange-
loos werk te verrichten.
Het doel van de padvinderij is een hulp-
middel te zijn naast huis en school. Zij leert
de kinderen ook noodige en prettige dingen
als lichamelijke oefening, zintuigelijke vaar-
digheid, aanpassen, karaktervorming enz.
De lichamdijke geoefendheid komt tot uiting
in de spelen en tochten, handigheid wordt
aangekweekt do of spelen; die niet gespeeld
worden om bezig gehoudeni te worden, maar
om daarmede iets te bereiken b.v .behendig-
heid, vlugheid, opmerken en orienteeren. Van
seinen leeren ze scherp waarnemen en vlug
reageeren. De karaktervorming ondergaat
den goedem invloed en van onderling wrij-
ving, het met elkaar omgaan en het onder
ling aanpassen. Deze dingen komen vooral
in kampen naar vorco, die voor een goed
enthousiast padVindster het hoogtepunt is,
want al heb je jaren met eflkaar geoefend.
zonder een kamp ken je elkaar toch nog nieT
Het komt daar vooral aan op werklust hulp-
vaardigheid en goed humeur. Ze weten dat
het daar van henzelf moet komen en dat er
aangepakt zal moeten worden. Ouders heb-
den voor den eersten keer een zekere angst,
maar als zij zouden zien hoe prettig en op-
gewekt daar gewerkt, geleefd en genoten
wordt, zal die vrees werkelijk opgeheven
worden.
Als men na een drukken kampd^g om het
kampvuur tot rust komt, is het heerlijk naar
die vlammen te kijken, om die bijzonder
kampvuurafemmTng op je In te laten werken'
Je komt tot andere gedachten en krijgt be
hoefte over iets anders dan alledaagsche be
slommeringen te spreken. Dan wordt een
mooi stuk voorgelezen of een of ander on-
derwerp behandeld. Daarnaast zijn ook- de
pretkampvuren, waarbij het aan de luitjes
zelf overgelaten wordt, wat voor voorstellin-
gen ze willem geven met behu'lp van de pri
mitiefste hulpmiddelen. Dan kunnen ze al
hun verbeeldingskracht bot vieren en ieder
krijgt de kans om zichzelf als het ware te
ontdekken, al zullen zijzelf zich daarvan
niet bewust zijn. Dit zal hum 'later een steun
zijn om huim richting in de wereld te zoeken
De overvloedige levenskracht die tot uiting
wil komen, wil de padvinderij in de goede
richting leiden. Door de wet en de belofte wil
zij niet alleen om zichzelf denken, het moet
een genoegen worden om voor elkaar wat
over te hebben'. Een troep heeft meestal ver-
bazend met moeilijkheden te kampen maar
haar devies inoet zijn: Ga door, al zie je geen
resultaten, ze zullen er toch op den" auur
wel zijn.
Als de padvinders(sters) ouder worden en
volggreeicf, moeten ze op hufl beurt gaan
geven. Ze zeggen dan na 18 jarigen leeftijd
de gewone padvinderij vaarwel: de meisjes
worden pionier, de jongens voortrekker om
hun idealen uit te dragen in 't voile men-
schen leven.
Na deze goede uiteenzetting van het doel
en streven der padvinderij kwamen de meis
jes ini actie, die vol enthousiasme De Over-
strooming van Zaltbommel, PadVindsters
goede daad (een liedje aanschouwelijk voor-
gesteld en 't Poppendrama opvoerden, die
alle veel succes hadden en voor eeo aller-
prcttigste stemming zorgden.
Verder werden nog uit het praktische pad-
vindstersleven aardige lichtbeelden vertoond,
die een kijkje gaven in het kampleven der
meisjes.
Een waardig slot vormde „Een Kampvuur-
avond in het troephuis" waarin die acht ar-
tikelen van de padvindsterswet elk.-met een
mooien spreuk duidelijk werden gemaakt.
(Nadruk. verboden).
De bleeke winierzon wierp een bundel licht
op de breede, groene parasol, waaronder
Agostino Aepli stond, starend naar dc vaag
blauw-getimte bergen in de verte.
Daar, achter de waeige nevelen, in Tesslno,
behoorde hij thuis; daar had hij het vee de
froene weidjes in gedreven. Nu echter was
ij koopman gewordenAgostino Aepli, de
elf jarige, uit het dal di Blcno.
Hij greep uit de lage kist aan zijn voeten
een hand vol kastanjes, knipte met zijn stevi-
ge vingers zijn zakmes open, sneed in de
glanzende, bruine schil, legde de donkere
vruchten een voor een vol zorg op zijn ijzeren
kacheltjelegdt toen daarover heen het
deksel en haalde diep adem. Ziezoodat
was al weer een heel stuk werk van den dag
achter den rug.
Met beide schouders zocht hij nu een steun-
tje tegen de grijze, versierde kolommen van
het kleine huisje met den mooien gevel, dat
kantig aan de kade stond, nam 'n wijdbeen-
sche houding aan, flcot een wijsje, een wille-
keurig, dat hij ergen3 had opgevangen en
staarde naar het Vierwaldstattermeer.
Zijn sprekend-groene parasol wierp tur-
kooisgroene lichtflikkeringen over het krinke-
lende water, lustige, oolijke flikkeringen, die
heen en weer huppelden en zilverglanzend
oplichtten als een zwart waterhoentje door de
glinstering kwam gezwommen.
Denkendat was eigenlijk niets voor
Agostino. Maar dat het hier mooi was, dat
ondervond hij. Allen hij wist niet, wat het al-
lermooiste was. Misschien dat dagelijks daar
staan op dezelfde plek en dat om hem heen
alles wisselde zonder zijn toedoen; dat
's a vends het water zich donker klcurde, zoo
als de wijn in den herfst en dat de schadu-
wen om de kolommen en op de lange, houten
brug dieper werden en dan paars schenen als
de bloesems van de malva's.
'a Nachts, op zijn slaapplaats, sloof hij de
oogen stevig toe, probeerde zich weer voor
den geest te roepen hoe precies zijn hoekje er
had uitgezien, toen het twaalf uur sloeg van
den toren der kerk en hoe het geweest was in
den namiddag, toen de vreemaeling met den
grijzen baard en de breede schouders zoo
lang voor hem had' gestaan en hem aange-
staard, Maar heelemaal precies bracht hij't
niet meer voor elkaar, hoe het geweest was.
Dan rolde hij zich kwaad in de dekens, zoo-
dat zijn zwarte krullekop geheel onder het
rooie dekbed verdween, bromde geergend
wat in zich zelf en verheugde zich tevens
opnieuw op den morgen.
Den volgenden dag stond de vreemdeling
opnieuw Voor hem, kocht wat kastanjes bij
hem en haalde op cmslachtige manier een
gebreide, schitterend-groene muts uit een
papier te voorschijn,
„Hoe heet je?"
Agostino Aepli!"
„Die muts is voor jou, "Agostino Aepli
De jongen werd bloedrood. Wat een mooie
muts! Juist de kleur van zijn parasol, dat-
zelfde, schitterendc groen. Op feestdagen, dan
zou hij ze dragenHij stopte ze weg in zijn
zak.
„Neen, neen, zoo heb ik het niet bedoeld,
je moet de muts direct opzetten
De kleine haalde zijnschouders op.
„Vooruit dan maar! Wat Zondags mooi is
is ook vandaag mooi
Agostino trok den gebreiden vorm over
beide ooren, nam een laagje heete kastanjes
van het vuurplaatje af, legde ze voor den
verkoop klaar tusschen de plooien van den
uitwasemenden, grijzen linnen zak en zocht
opnieuw tegen den pilaar zijn steuntje.
De vreemdeling echter zette een schilders-
ezeltje in elkaar, drukte uit tuben allerlei
kleuren op zijn palet en keek den jongeti
scherp aan.
Agostino werd inwendig razend over dat
malic aanstaren en zijn oogen tintten zich
donker.
Van nu af aan kwam de vreemdeling elken
dg, groette heel vriendelijk en plantte zich
voor hem neer. Wanneer het begon te sche-
meren, pakte hij zijn gerei weer op en vertrok
met een kort knikje, nadat zijn pogingen om
een gesprek te beginnen'door Agostino's af-
wijzende houding schipbreuk hadden geleden.
De kleine jongen uit Tessino mocht dezen
vreemdeling niet. Ten eerste omdat hij hem
het uitzicht benam en dan ook, omdat er ook
andere mensdien bij kwaVnen, 'die Bern Me
den, knikten, praatten en weer heengingeso,
zonder iets van hem te hebben gekocht.
Op zekeren avond scheen de vreemdeliing
bijzonder in zijn humeur te zijn. Wijdbeeps
stond hij voor hem:
„Agostino(. kom eens hier! Herken je
dat?"
Met een slenterstapje, onwillig, verliet (het
kereltje zijn rond kacheLtje en schoof terz'jjde
van het schildersezeltje.
Hij uitte een luide kreet, werd vuurnjtod,
knipte met de oogen van pure verlegenheicl:
„Dat isdat is waarachtigdat :ben
ik, mijmijn hoekje!
Agostine strekte aarzelend zijn hand uit,
maar de vreemdeling drukte zijn arm omlaag.
„Neen, neen, alleen maar kijken P
En dat deed hij. Stom staarde hij op het
stukje doek.. zag een heel groote, gwoene
parasol en een zwarten jongen eronder met
een groene muts op, die fcraag tegen een .grij-
ze pilaar geleuna stond.. zag een ijzeren
potkacheltje, een stukje van het groen-bliauwe
meer in pareienglans en achter de bnjgr de
sneeuwbergen.
„Dio mioHoe prachtig
Dof sloeg het hart hem in de keel, ferwijt
hij er met open mond bijstomd.
De vreemdeling lachte een 'gelukzajigen,
diepen lach.
„Welnu?... een beetje tevreden over mij,
mijn jongen jaje hebt ook niet wei
nig dol op je hoekje. wat? vindt dat oolt
maar wat mooi!"
Agostino stotterde: „Maar u is toovenaar,
een groot toovenaar! Ik heb dat ook gewild,
des nachts in bedmet dichte oogen. Maar
z6o heb ik het nooit klaiargespeeldzoo
nooit!"
Hij tippelde rondom den ezel als ware hij
de een of andere zaakkundige, boog hot hoofd
naar alle kanfen en was zselsgelukkig.
Toen de tijd van verkoop der kastanjes
voorbij raaktc en hij weer huiswaarts moest,
terug naar de bergen, pakie hij zijn. zaakjes
bijeen, legde de schilderij zorgzaam boven-
op.en zou nooit, nooit meer vergeten kunnen
hoe mooi het geweest wasf
„Signor!" riep hij uit, altijd zal ik aan u.
denken, als ik dat zief
In een kinderlijk-dankbare beweging drukte
hij zijn krullekopje tegen den arm van de#»
vreemdeling, rukte zich toen plotseling log,
schoot op de kist af en draaide van een groc/te
courant 'n reusachtigen zak, dien hij volstcjp-
te met dampende kastanjes.
„Hier... 1 hier..voor u!"
De andere hicld hem geroerd tegen.
De witta tanden van het joggie adiitter fler
tusschen de bloedroode lippen.
„U heeft me toch zoo iets wonderv^on
dermoois gegeven
„Maar wat bedoel je, jongen?" 1 1
„Dit hiermijn hoekje! De schilderij].'"
De vreemdeling barstte in lachen uit, ^Ge
geven...??! Maar kleine Agostino, wat
denk je dan eigenlijk Die schilderij kan
ik jou toch niet achterlaten!Die meet ik
zelf meenemen naar mijn vaderland!"
Agostino fluisteide: „meenemen?
Hij slikte en slikte terwijl de tranen. over
zijn gebruinde wangen biggelden, snikte hij:
„Dat is toch mijn hoekjewat hjebben
anderen daar nu aan?'
De vreemdeling, die zijn penseelen peinig-
de, tuurde nadenkend de verte in:
,,Weet je, Agostinodaarginds in mijn
vaaerland, daar is het niet zooals htier..,
daar liggen de meren als een grauw w olken-
spel in zandgrond. De menschen echtur, die
daar nu eenmaal wonen, koesteren ook een
Verlangen naar zon en licht en blauwe hemel
en hoekige, oud-versierde huisjes!,ze heb-
)en ook een heimelijk verlangen naasr jouw
loekjezonder dat te kennen. En als ik dat
lun plotseling breng dan zullen zij weten,
dat zoo iets heusch bestaat en (fat zij dat
ook eens zullen kunnen zien
Agostino hield vol: „maar ikik be-
grijp toch het allerbeste, hoe mooi diat is. Ik
zelf heb die parasol uit vele gekozeo, omdat
ik wist, dat ik hier staan zouen omdat
mij dat zoo verrukkelijk voorkwam bij de groe
ne weerspiegeling in het waterEnja."
De vreemdeling legde zijn hand licfkozend
op den schouder van den koaap.
„Zie je dtis wel, Angostino, hoe ik gelijk
heb? Jij hebt d#e schilderij heelentaal niet
noodigJij zult dit alles hier als iets le-
vends met je meedragenook als je eens
niet meer hier zoudt zijn. Jij zult altijd je
hoekje hebben overall.., Jij bent immers
zelf een kleine kunstenaar. Ja, een kunste
naar! Precies zooals ik er een ben ook
al maak jij geen schilderijen, en verkoop je
kastanjes en later misschien een winkel
opent van 6pecerijen!Kom, wees dan nu
verstandig. Geef mij ie handzoo!
Ik dank je voor je hulpr
Agostino legde zijn roetvingers in de bree-
de hand van den vreemdeling. Hij was erg
van streek. Opeens hoorde hij stemmen, onge-
duldig trappelen met voeten. Hij rukte zicbr
los en riep:
„Ja, ja, subitof hier ben ik al!
En hij draaide zakken, telde kastanjes,
verdeelde de pakjes meteen wantrouwend
nacir de ijzeren kachelplaat, waarop de 20
centimes-stukken met zacht gedruisch neer-
vielen. j;
Toen hij wederom keek, was de vreemde-
ing verdwenen.
Agostino stond alleen in het glanzend
blauw van den vallenden avond, leunde droo-
merig tegen zijn donkere pilaar en zag hoe
op de bergen uit den sluier van nevelen kleine,
gele lichtjes opdoken.
Als weerschijn van de verre vlammetjes
gleed er opeens een kwajongensachtig laebje
over zijn gezicht, het lichtje in zijn oogen
het legde zich vast om zijn mondhoeken, die
even trilden.
Dus wanneer die daar thuis kwaad wa
ren, omdat hij niets deeddaar vr.aar zoo
stood... en voor zich uit staarde uren en
uren dan kwam dat, omdat hij een kun
stenaar was!
Dat het niet heel erg moeilijk was om zoo
iemand te zijn dat behoefden nu juist die
daar thuis met te weten
En Agostino Aepli pakte bedaard zijn ka
cheltje, zijn kisten en zijn parasol bij elkaar,
keek even langs den grond of er niet mogelijk
nog een geldstuk verdwaald was tusschen de
rantige steentjes, floot een liedje voor zich urt!
en duwde zijn karretje over de vergane, hou
ten brug, vanwaar zijn voetstapepn Iuid den
stillen avond inklonken.
r-
„AhI
tt