Alkmaarsciie Gcurant Scbaakrubriek. AM m m p Damrnbriek. m - Alkmaarsche - Huishoud- en Industrieschool. De hand met het lidteeken. ^00^ m m m w m L ■JLSfl m m H M I n H M Medezeggenschap. FEUILLBTON. m. WA jfei Mil" i* a .m ms9A3 Zaterdag 6 Juni. '(M 1 1 2i m m M 0 M Wl m g MM M M i| Toelating van leerlingen tot de U. L. School voor meisjes en die voor jongens en meisjes. No. 131 1925 Honderd Zevsn en TwJntigste Jaargang. Aangifte voor de 2-jarige Opleiding tot Huishouikundige of Huishoudster (tevens voor opl. leerares Huishoudonderwvjs). Eischen van tool. void. gen. M.Q. of M.U.L.O.; leeftijd 17 jaar, lesgoldfl.50 per jaar. Aangifto mondeling Vrqdags 2—4 uur of schriftelijk tot uiterlijk 14 Juli e.k. De Directrice, J. P. BEUMER. Medezeggenschap is een begrip, dat al- lerminst vaststaat en dat door verschillende partijen in verschillende beteekenis gebruikt wordt Waoneer er onder verstaan wordt, dat niet de arbeider zich eenvoudig zal heb- ben neer te leggen bij wat van andere zijoe, van de zijde van den werkgever, gedecreteerd wordt, maar dat de werknemer mede een stem in het kapittel moet hebben, vooral wat betreft de vaststelling der loonen en de rege- Hmg der arbeidsvoorwaarden in het alge- meen, dan zal dit ongetwijfeldi instemming verdienen, wanneer een dergelijk overleg op vrijwillige wijze, door samenwerking der beide partijen tot stand kah komen. Hoewel toegegeven moet worden, dat nog te veel werkgevers op een verouderd standpunt staan, moet aan den anderen kant niet over het hoofd worden gezien, dat de voortduren- de prediking van den klassenstrijd, waar- door het leven van millioenen arbeiders wordt verbitterd en vergald, er niet toe bij- gedragen heeft bij de arbeiders een mentali- teit te kweeken, waarin de geest van overleg wortel kan schieten. Merkwaardig is, dat de Engelschen ook op dit terrein blijk geven van zooveel meer zelfbeheersching. Het treft tel- kens, dat in Emgeland verschillende voor- aanstaande vakvereenigingen den klasse- strijd verloochenen en blijk geven in te zien dat de belangen van werkgevers en werkne- mers in veel grooter mate samenvallen, dan gewoonlijk wordt voorgesteld. Hoewel deze belangen ongetwijfe'ld wel eens tegen elkaar indruischen, b.v. bij de vaststelling der loo- nen, hebben beide partijen toch het grootste belang bij den bloei der onderneming, omdat goede loonen zonder een bloeiende onderne ming op den duur niet houdbaar zijn, en de prediking van den klassestrijd is den gang van zaken in de bedrijven niet ten goede ge komen. Wat men in radicale kringem onder mede zeggenschap verstaat is echter geheel iets anders dan overleg berustende op vrijwillige samenwerking der partijen. Daar verstaat men onder medezeggenschap een wettelijk ingrijpen van den Staat, waarbij aan de ar beiders het recht van medebeslissing, ook in de leiding van het bedrijf en van de onderne- ming zal worden verleend1. Hoewel'het nog zeer de vraag zal zijn, of door wettelijk ingrijpen het beoogde doel te bereiken zou zijn een dfergelijke regelmg is in Duitschland vrijwel op mislukking uit- geloopen is het niet te ontkennen, dat aan een dergelijk optreden van den Staat't gnoo- te gevaar is verbonden, dat aan menschen, die niet verantwoordelijk zijn voor den gang van zaken en die in groote meerderheid ook nog nooit de bewijzen hebben geleverd, voor den opbouw van de onderneming kosten noch moeite te willen ontzien, een deel der beslis- sing, die het wel en wee der onderneming raakt, in handen wordt gegeven. Nu behoeft men toch waarlijk niet op werkgeversstand- pimt te staan am toe te geven, dat daarvoor net verantwoordelijkheidsgevoel van de groo te massa niet vo'ldoende ontwikkeld is en dat de leer van den klassenstrijd er niet toe bijgedragen heeft dat gevoel in meerdere mate aanwezig te doen zijn. Men leze daarvoor slechts, wat de heer de Miranda, sociaal-democratisch wethouder van Amsterdam, in zijn bekcnde brochure: „De kip, het ei en het voer" heeft geschre ven. Men leest o. a. op biz. 5 „Wil men nog een ander voorbeeld? „Neemt dan het tragische erode van de sa- „menwerkende groepen'irt de bouwvakken te ..Amsterdam. Niettegenstaande de voile me- „dewerking van de overheid, groote gedachte „en conciliante beoordeeling is het op een „mislukking uitgeloopen. De werklieden heb ben eerst het werk en daarna hun eigen „cooperatie opgegegeten. Hier was niemand Uit het Engelsch van Baronesse Orczy. (Geautoriseerde vertaling van A. T.) 10) „Wel jongmenschbegon de Squire na een oogenblik, „wat heeft U vandaag liierheen gevoerd? Ge zijt buitengewoon stilzwijgend. merk ik, maar dat verwondert mij niet. Wat mij wel verwondert, is dat gij en uwsgelijken de onbeschaamdheid hebt, om vergiffeais ie smeekei^, nu gij gevoel t dai Uwe kostbare halzen gevaar loopen Daar Jim geen antwoord gaf, zijn tong scheen inderdaad vast gebonden, ging de Squire nog kribbiger voort: „Ik vermoed, dat ge gekomen zijt, om mij te vragen, mijn invloed bij Zijne Majesteit te gebruiken en vergiffenis voor U te vragen. Maar dat doe ik niet," ging hij vastbesloten verder. „Ik doe het niet. Zooals gij en de an deren en Uw vader, die befer had moeten we- ten hij, een pair van dit rijk en eens mijn vriend die verraderlijke bedden hebt opge- maakt, zoo moet gij er in liggen, zonder mijn hulp om er uit te komen. Frankrijk of een an der godverlaten, onzedeiijk land, is een ge- schikter plaats voor Uw soort om te wonen, nadat ge de zuivere lucht van Engeland be- dorven hebt met Uw schandelijk verraad." Hij *vond zich tot steeds grooter woede op, terwi'il James Fiennes bleef zwijgen. Het was „die aan een verdwaasde politiek weerstand ,durfde te bieden." Wanneer de heer de Miranda meent zulk een somber geluid te moeten doen hooren en de sociaal-democratische leiders zijn ge- woonlijk eerder geneigd tot een te groot op- timisme dan pessisme dan blijikt er toch wel uit, dat een wettelijk geregelde medezeg genschap, nog heel wat bedenkelijker gevol- gen kan hebben dan een op min of meer vrijwillige wijze tot stand gekomen medezeg genschap, waarop de heer de Miranda doelde. Het is dan ook volkomen begrijpelijk, dat de Algemeene Vergadering van den Midden- stand, onlaugs in Utrecht gehouden, zich met algemeene stemmen teg em een wettelijk geregelde medezeggenschap uitsprak. Zelfs degenen onder.do sociaal-democra- ten, die in de praktijk met deze vragen te ste'llen krijgen, blijken daarover geheel an ders ie denken dan de thcoretici. Niet onver- lnakelijk bleek dat op het congres van het Ned. Verbond van Vakvereenigingen en de D. A. P. over bedrijfsorganisatie en me dezeggenschap. Dc heer Masereeuw, direc- teur van „het Volk", maakt de opmerking, dat hij onder de namen der commissieleden dien van een practisch ^eorienteerden be- drijfsleider miste en dat't uitgebracht rapport dan ook daarvan de sporen droeg. De sociaal-democraat Prof. Bonger heeft in ,het Volk" een ernstige critiek geleverd op deze medezeggenschap. Hij is van oordeel dat het geheele probleem van de medezeg genschap niet a fond behandeld kan worden zonder de ontwikkeling van het arbeidspro- ces na te gaan: de onafwendbare mechani- seering eenerzijds, het steeds hooger eischen stellen aan de leiding anderzijds. Dc kloof tusschen beide wordt steeds grooter, ziender oogen groeien de moeilijkheden van de lei ding, voortdurend worden grooter aanleg en beter opleiding geeischt, wil men aan die moeilijkheden het hoofd bieden. Naar het oordeel van Prof. Bonger is de leuze: „De arbeider zal ingewijd worden in de moge- lijkheden en moeilijkheden van het bedrijf" even tastbaar omjuist als b.v.: „De mensch zal opgeleid worden in de hoogere wiskunde" De hemel moge hen beiden daarvoor bewa- ren Zelfs de voorstelling, dat de arbeider zoo vurig zou verlangen naar de medezeggen schap van het bedrijf, betwist Prof. Bonger. Hij zegt: „De voorstelling van zaken, alsof „de arbeider (d. w. z. de gewone arbeider) „naar medezeggenschap in de leiding van „een grootbcdrijf streeft is een syndikalis- „tisch bolsjewistisch praatje; om dat te wil- „len heeft de 'arbeider veel te veel gezond „verstand." Het komt mij voor, dat dit uitingen zijm van een gezond inzicht. Het gevaar van de leuze van de wettelijk geregelde medezeggenschap bestaat daarin, dat men bij het opstdlen daarvan niet is uit gegaan van het algemeen belang, omdat naar eigen overtuiging een verhoogd'e pro- ductie daarvan het gevolg zou zijn, maar men is uitgegaan van een vermeend verlan gen, dat bij een groep der bevolking zou be- staan en meent daaraan te moeten toegeven. Een dergelijke kunstmatige constructie van boven af lijkt mij uit den booze. Het is on- getwijfeld wenschelijk, dat in onderlinge sa menwerking, berustende op vrijwillig over- leg, aan den arbeider recht van medespreken wordt gegeven in aangelegenhedien, waarmee hij dagelijks te maken heeft en waarover hij oordeelen kan en dat oordeel is dikwijls heel wat beter gefundeerd dan vele bedrijfsleiders zich wel eens voorstellen. Trouwens in de kleine bedrijven vindt een dergelijk overleg gewoonlijk wel degelijk plaats en een ver- standig bedrijfsleider zal daarmee zijn voor- deel doen. Taak van de libera'len zal het zijn in deze richting mede te werken om te komen tot een betere samenwerking tusschen onderne- mers en werkgevers. De prediking van den klassestrijd heeft reeds te veel kwaad ge- daan en te groote belangen staan hier op het spel voor de geheele gemeenschap, om niet met liefde te willen mede werken tot een oplossing der moeilijkheid. Ongunstig zijn daarvoor cte tijden niet: immers ook vele ar beiders beginnen gelukkig het schadelijke van den klassestrijd in te zien. Dr. S. E. B. BIEREMA. In de Wiener Schachzeitung van Mei j.l geeft A. T. zijn opmerkingen ten beste bij de partij HarshallRabinarvitsch uit de 3e romde van het internationale meestertournooi te Baden-Baden in 1925. Damegambiet. Wit: Marshall. Zw. Rabinowitsch. 1. d4 d5. 2. c4 c6. De Techische verded'iging. 3. Pc3. Hier kan met 3e5 ten tegen- juist het zwijgen van den jongen man, dat den ouden man verbitterde. „Nu," riep de laatste met woedende drift uit, „waarom spreekt ge niet?" Een zweem van een glimlach verscheen weer op Jim's gelaat, waardoor de uitdruk- king van hardne'kkigheid even verdreven werd, die er langzamerfiand op gekomen was onder den stortvloed van de beleedigingen van den ouden man. ,,Uw Genade heeft mij nog geen gele£en- lieid gegeven een woord te zeggen," zei hij eenvoudig. „Vervloekt! Ik geef ze U nu", antwoordde Squire Brent. „Zeg op, maar ik waarschuw U, verwacht geen goedertierenheid van mij." „Helaas ik heb reeds lang alle hoop daar- op opgegeven, en ik vrees zelfs, dat ik voor altijd Uw goedgunstigheid verbeuren zal, als ge gehoord hebt, wat ik kom zeggen." „Gaat ge weg?" viel de oude man met een bitteren toon van minachting in, „gij en Uw familie zullen Uw hoofden gaan verbergen, tot de storm voorbij is, en ge terug kunt kee ren onder het voorwendsel van trouw en in de hoop, dat het verleden vergeten zal wor den! Op mijn woord, het is wijs, maar niet heldhaftig! Waar gaat ge heen? Naar Frank rijk?" „Naar het kamp, mijnheer, om mij bij het leger te voegen," antwoordde Jim. De oude man fronste het voorhoofd, eenigs- zins verward. „U bij het leger te voegen?" mompelde hij langzaam. „Zijne Majesteit heeft u dus ver- aeven gambiet beginnen; uitgevonden door Winawer. Dit gambiet lijkt op't tegengambiet van Albini dan aldus luidt 1. d4' d5 2. c4 e5 Wil men deze gambiet voorkomen dan speelt men 1. dl d5 2. Pf3! en 3. e3. 3Pf6. 4. e3 e6. Inplaats hiervan kan zwart beter eerst 4Lf5 spelen en daar na e6. Immers door de tekstzet wordt Lc8 ingesloten. Vroeger durfde men 4.Lf5 niet te spelen uit vrees voor 5. Db3. Dit wordt evenwel met succes weer leg A door 5Db6. 5. Dc2 Ld6. 6. f4. 0—0. 7. Pf3 c5! 8. Ld3 Pc6 9. a3! om 9Pb4 en den afruil op d3 te voorkomen. 9a6? Zwart's bedoeling is met 10dc4. 11. Le4 b5 te vervolgen. om daarna zijn L. te fianchetteeren (dat is op de diagonaal a8— hi te brengen). Wit speelt daarom: 10. b3! b6. 11. 0—0 dc4 12. bc4. cd4 13. Pe4! Een ouaangename zet voor zwart. 1 3Lc5. 14. Khl. Anders dreigt na de3 en daar na e2 aftrekschaak, dat zeer slecht wordt voor wit. 1 4h6 15. Pf6. Dfb. 16. Lb2 Lb7. 17. Le4! Er dreigt nu behalve pion- ook stuk-verlies door 18. ed4 en 19. d5. Ook staat Lb7 niet veilig. 17d3 18. Ld3 Det. 19. Dc3 f6? Veel beter was 19 f5 20. Tad. Tfd8 Beter was Tad8. Van nu af gaat't zwarte spel verloren. 21. Lbl Td7. 22. Dc2 f5. 23. e4! Tf8. 24. ef5 Tf5. 25." g4! Sterk! maar gewaagd. En temeer omdat de zwarte Looper n>u zoo drei- gend komen te staan. 25. Tf4. 26. Dh7 Kf8. 27. Lg6! Nu dreigt mat Dh8. Dit is alleen te voorkomen met 27Df7. Maar deze zet is ook zeer goed want na 28. Lf7. Tdf7.! ziet't er voor wit niet best uit. Maar wit heeft inog andere pijlen op zijn boog en speelt van nu af zeer sterk. Er volgt n.l. na 2 7Df7 28. Dh8f! Had zwart gespeeld 17 Dd6, dan zou gevolgd zijn 28. DhS en 29. De8 mat!! en na 27Dd8 volgt 28. Te6! waar na 29. Dh8 mat geeft. 2 8Dg8 29 Te6Zwart geeft op want er dreigt mat met Te8 of Lg7. en deze beide zijn niet te voorkomen. Een prachtig slot! Oplossing eindspel 58. 1. Tg7 Kg7 2. Ph5 Lh5 3. Tf5 Le2 4. Df6. Kg8 5. Tg5 Pg6. 6. Dc6 Kg7 7. Dc2 en wint. Of 2Kg6. 3. Tf5 Kf5 4. Df6 en wint of 2Dh5 3 .Lh5 en wint. 1Lg6 2. Pg6. Dg6. 3. Tg6. Pg6. 4. Df6 en wint. Of 1.Lg6 2. Pg6 Kg7 3. Tf5. Pg6 4. Df6 en wint 1Dd7 2. Df6. Pe6 3. Tg6. Pg7 4. Dg7 mat. Goede oplossingen ontvangen van D. de Boer en P. Ooijkaas te Alkmaar. Wedstrijdeindspel no. 61. HI w/m 1,9-% c d e f g 1 Wit speelt en wint. Oplossing probleem No. 62 van A. Char- lick. Wit: Ka6 Dbl Tc5 en e7 PdQ en e5 Lb2 en d7 pi <12 en g3. Zwart: Ke4 Pd6 en gl Le2 pi g4. 1 Ddli Ldl(f3) 2. Pf2 mat. 1 Ld3:t 2. Pc4 mat. „Om mij bij het leger te voegen mijnheer," herhaalde de jonge man. „Lord Essex heeft aan ieder van mijn breeders een compagnie toevertrouwd. Het zou niet passen dat ik thuis bleef." - Weer fronste Squire Brent het voorhoofd. Het drong voor het oogenblik niet geheel tot hem door, wat Jim's woorden werkdijk in- hielden, hij keek eerst met een soort van ver- bazing naar den jongen man, die weer in zijn gewonen staat van kalme onverschilligheid scheen teruggevallen te zijn. „Lord Essex mompelde Squire Brent weer, zonder te begrijpen. Jim glimlachte een vreamde, zelf-vemede- rende glimlach. „Mijn breeder Nathaniel neemt de leiding van dit alles. Hij zegt, dat ik een te groote dwaas ben, om een compagnie te hebben, maar dat zii zeer veel strijdbare mannen noo- dig hebben. Toen de naam van den generaal van het Parlement voor het eerst genoemd werd, had Barbara onwillekeurig een kreet geslaakt. Daarop sloeg zij de hand voor den miond. Zij had spoedig genoeg begrepen, wat Jim's woorden beteekenden. De geest van den ou den Squire werkte Iangzamer. Hij bleef maar dof en alsof hij het niet begreep de woorden „Lord Essex" herhalen. Toen werd cpeens de waarlieid hem duide- lijk. James Fiennes, Barbara's echtgenoot, de echtgenoot van het kind, dat hij het meest in de geheele wereld liefhad, nam de wapenen op tegen des Konings heilige Majesteit! Een paar seconden lang bleef de oude man dood- 1 Lfl 2. Dg4: mat. 1 Pg onv. 2. De2: mat. 1 Pb5 (c4) 2. Pf2 mat. 1 Pf 5 2. Lc6 mat. 1 P anders 2. Da4 mat. Een pikantc sleutelzet, niet zoo voor dc hand1 liggend. Fraaie varianten, vooral door het spel van Pd6. Men lette op 't bezetten van f3 door de D, ma Ld3, waardoor P15 van dien taak ontheven wordt. Goede oplossingen ontvangen van Jonge- dijk en D. de Boer. Probleem Nr. 65. Zwart (8) .-M', d e Wit (9) Wit geeft mat in 2 zetten. Aan de Dammers! Met dank voor de ontvangen oplossingen van probleem No. 862 (auteur Charly). Stand Zwart: 12 schijven op 9, 10, 12, 13, 14, 16, 18, 19, 20, 24, 25, 35. Wit: 12 schijven op 21, 28, 31, 33, 34, 36, 38, 39, 42, 44, 48, 49. Oplossing 1. 33—29 1. 24:22 2. 34—30 2. 25 32 3. 49—43 3. 16:27 4. 44—40 4. 35 44 5. 43-39 S. 44:33 6. 42—38 6. 32 43 7. 48 8 7. 13 2 8. 31 13! Goede oplossingen ontvingen wij van de heeren: W. Blokdijk, P. Dekker, D. Gerliug en A- List te Alkmaar. DE WEDSTRIJD OM HET WERELD- KAMPIOENSCHAP TE PARIJS. Deze wedstrijd is-met de Piksterdagen aan- gevangen en reeds zijn een aantai partijen gespeeld. Het aantai deelnemers is ten slotte bepaald op 10, maar als wij de namen lezen, moet ons toch de opmerking" van het hart, dat hier moeihjk kan gesproken worden van wereld- kampioenschap, want wij missen de namen van de Haas, Weiss, Molimard, Bonnard, Springer en Beauregard, en als, deze meester- spelers ontbreken, verliest een tournooi zeer veel aan belangrijkheid. Van Fransche zijde is alleen Fabre de man, de andere spelers zijn voor velen msschien onbekenden, n.l.: E>u- mont, Bizot, Sonnier en Causse. De Holland- sche spelers zijn Hoogland. Keller, H. de Jongh, Vos en van Dartelen. Holland is o. i. beter vertegenwoordigd dan Frankrijk. Hoog land en Keller lijden eenigszins aan een re- misekwaal. Zij beiden speelden hun eerste 7 partijen remise. Na de 8e ronde had Bizot de leiding met 13 puntcn, waarop volgden Kel ler, H. de Jongh, Dumont en van Dartelen met 9 punten. De volgendc stand is van C.harlv: Zwart: 14 schijven op 9, 10, 12, 13, 14 16, 18, 19, 20, 22/25, 35 Wit: 13 schijven op 31, 32, 33, 36/40, 42, 43, 47, 48, 50. Wit speelt hier: 1. 32—27 1. 35:44 2. 27-21 2. 16:27 3. 33—28 3. 23:41 4. 50—45 4. 44 33 5. 38 29 5. 24 33 6. 42—37 6. 41 :32 7. 43—38 7. 33 42 stil een stilte gelijkend op die in de natuur voor een hevigen donderslag, scheen over het oude kasteel te kiomen, terwijl zijn heer daar stond met bliksemende oogen, trillende lippen en wangen, die de kleur van lood hadden. Toen liet hij plotseling een schorren kreet hooren. „Verrader!" riep hij, en zonder waarschu- wing greep hij met beide handen een der mas- sieve eiken stoelen, die naast hem stond en zwaaide dien met verwonderlijke kracht. Het volgend oogenblik zou hij den jongen man temeergeslagen hebben, want Jim die dit niet verwachtte, was geen duimbreed ge- weken en Squire Brent was, ondanks zijn ja- ren, nog krachtig genoeg, om het geheele ge- wioht van den stoel met cen vreeselijken slag op het hoofd van den jongen man te doen neerkomen. Maar met de snelheid van een bliksem- straal stond Barbara naast den Squire tus schen hem en Jim. Den laatsten trok zij met een ruk ter zijde, en toen sloeg zij haar jon ge, sterke armen om den ouden Squire heen. Haar vlugge handeling had een slag voorko men, die zeker noodlottig zou geweest zijn. Later verweet de oude Squire Brent zijn doch- ter meermaien, dat zij tusschen beide was gekomen. Hij beweerde, dat veel van de ellen- de en het verdriet der latere jaren voorkomen zou zijn, als die verdorven verrader, James Fiennes, toen en op die plaats door een recht- vaardige hand gedood was. Zooals het nu was, stond de oude man nog een paar secon den stil zoo stijf als een waar beeld van toornige wraak met het wapen in de hand; HANDELSONDERWIJS TE ALKMAAR. Aangifte van nieuwe leerlingen voor: a. de Handelsdagschool; b. de Hoogere. Handelsschool kan geschieden voor 20 Juni a.s. bij den Directeur, schriftelijk onder opgave van volledigen naam en voornamen, geboorte- datum, alsmede adres van de(n) leerling'(e) en van de ouders of verzorgers, en met vermelding van de laatst bezochte school en van de klasse waarvoor toelating ge- wenscht wordt, en mondeling op Maan- dag- 'en Vrijdagmorgen van 9 tot 10 uur en Donderdagmiddag van 2 tot 3 uur, in het schoolgebouw aan de Doelenstraat, hoek Nieuwesloot. Schoolgeld aan de Hoogere Handels school ongeveer gelijk aan dat voor Rijks Hoogere Burgerscholen, voor de Han delsdagschool belangrijk lager, naar ge- lang van het inkomen. Leerlingen, die zelf niet in Alkmaar woonachtig zijn, moeten zich bovendien aanmelden bij het gemeentebestuur der woonplaats hunner ouders, voogden of verzorgers. De voorwaarden, waarop leerlingen nil andere gemcenten worden toegelaten, zijn aanmerkelijk verlicht. Nadere inlichtingen bij den Directeur der scholen, den heer J. POSTMA. Alkmaar, 29 Mei 1925. Burgemeester en Wethouders van Alkmaar, WENDELAAR, Burgemeester. A. KOELMA, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van be- langhebbenden, dat zii, die na afloop der zomervacantie hun kinderen hetzij de U L. school voor Meisjes (tijdelijk hoofd mejuffr. M. J. POELMAN), hetzij die voor Jongens en Meisjes fhoofd de heer A R. MULDER) wenschem te doen bezoeken, daarvan aan gifte moeten doen bij de hoofden, onder oyerlegging van het geboortebewijs van het kind (eventueel trouwboekje) en van een verklaring van het hoofd der door de(n) aan te geven leerling(e) tot dusver bezochte school, dat hij (zij) het gewoon lager onder wijs iu ten minste zes leerjaren met vrucht heeft doorloopen. De gelegenheid tot aangifte is opengesteld bij de hoofden en wel voor dc U. L. School voor Meisjes in het gebouw der Openbare Meisjesschool aan de Oudegracht nr. 170 op D1NSDAG 9 JUNI a.s. van 12 uur nam. en op VRIJDAG 12 JUNI a.s. nam. van 3—4 uur; voor de U. L. School voor Jongens en Meisjes in het gebouw dier school aan de Krelagestraat op D1NSDAG 9 en VRIJ DAG 12 JUNI e.k., telkens van 45 uur nam. De ouders of verzorgers van leerlingen uit andere gemeenten zijn verplicht de aan- vragen tot toelating te richten tot de gemeen- tebesturen van hun woonplaats. Alkmaar, 6 Juni 1925. Burgemeester en Wethouders van Alkmaar, WENDELAAR, Burgemeester. A. KOELMA, Secretaris. 8. 48 S 8. 13 2 9. 31 13! Een variatie op ons vorig pro bleem. In den tweeden stand van Gabriel Fabre (nict'de bekende rneester). -«L a Zwart: 14 schijven op 7/10, 12/15, 17, 18. 21,22,26,40. Wit: 13 schijven op 23, 24, 28, 29, 30, 32, 33, 36, 37, 39, 47, .48, 49. wint wit door 1. 49—44 1. 40:49. 2. 30—25 2. 49 27. 3. 37—31 3. 26 37. 4. 24—19 4. 13:24. 5. 29:20 5. 18:38. 6. 36—31 6. 22 44. toen werd de spanning zijner armen gaande- weg minder, en kalm en langzaam liet hij den stoel zinken en zette hem naast zich neer toen duwde hij Barbara heel zacht van zich weg, en keek nog eens den man aan, d'ie hem zoo diep beleedigd had. Met uitgestrekte hand wees hij naar de deur. „Uit mijn huis!" mompelde hij lieesch, want opgekropte woede had hem uitgeput en buiten adem gelaten. Eerst scheen het, dat Jim, zonder een woord te spreken, wilde gehoorzamen, toen zei hij, als met tegenzin: „Ik zou graag een paar woorden tot mijn vrouw zeggen." „Uit mijn huis!" herhaalde Sqquire Brent krachtiger. „Zij is mijn vrouw," zei Jim met een toon van bartstochtelijke smeeking in zijn stem, die vreemd genoeg afstak bij de gewone on verschilligheid van zijn voorkomen. En mis- schien kom ik nooit weer terug." „God geve dat dit zoo is!" riep de oude man uit. „Want ik zweer bij den heme!, dat ge nooit weer met haar spreken zult, voordat ge vrede met uw Konink en uw God zult gemaakt hebben!" „Uit mijn huis!" herhaalde hij nog eens weel en zijn geheele lichaam trilde nu van woede, „of ik zal er u door mijn knechten uit laten gooien." Hierop ging James heen. zender een woord meer te spreken. Wordt vervolgd. -vy/i W" 1, m i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1925 | | pagina 5