Alkmaarsche Courant
71
3El
- Oe hand met het iidteeken.
EEUILLETON.
No. 139 1925
Honderd Zeven en Twintigste Jaargang.
Dinsdag 16 Juni.
Zij, die zich met 1 Juli voor minstens
3 maanden op dit blad abonneeren, ont-
vangen de tot dien datum verschijnende
nummers franco en gratis.
De Directie.
De Axolotl.
Door HANS HYAN.
i Ceautoriseerde vertaling van SUZE VOS.
In den grooten winkel rook het naar water-
planten en waterdieren een lucht, die Al
fred gretig opsnoof. En terwijl een dame
watervlooien voor haar visschen kocht,
dwaalden de oogen van den gymnasiast rus-
teloos rond, bekeken de glazen bakken met te-
lescoopvisschen, rustten een poosje op de ja-
loersche makropoden, om ten slotte telkens
weer naar een aquarium terug te keeren,
waarin zich eenige lichtvleeschkleurige axo-
lotl-salamanders in het water bewoken. Dien
daar met zijn bijzonder dikke, straalvormige
kieuwen, den allergrootsten dien moest hij
hebben!.
Nu kwam er uit de kamer naast den winkel
een bediende, die Alfred vroeg, wat er van
?ijn dienst was. De gymnasiast werd vuur-
rood, hij stotterde en zou het liefst weer weg-
geloopen zijn. Maar de heimelijke vrees, die
Rem bijna wegjaagde, hield hem aan den an-
deren kant op die plaats gevangen en zijn
verstand zeide hem, dat hij hier absoluut
niets te vreezen had. Hij vroeg daarom vast-
beraden naar den prijs van den salaman
der Ofsehoon hij voor eenigen tijd den prijs
aan het aquarium in het uitstalraam had zien
hangen, informeerde hij dit weer, omdat hij
voelde, dat zijn optreden daardoor zekerder
zou worden
„Vijf gulden!" zeide de winkelbcdiende,
„de grootste daar ginds in den hoek zes!"
Alfred haalde diep adem.
„Dien wil ik hebben!"
„Hebt u een glas?" vroeg de verkooper.
De beleefdheid, waarmede hij hier behan-
deld werd, gaf den knaap, die groot en flink
voor zijn twaalf jaren was, den moed terug;
hij had geen bakje, maar als men er een wil-
de leenen, dan zou hij het vandaag of morgen
terugbrengen.
Alfred haalde, nu weer met hartklopping,
zijn portemonnaie, waarin de vijf gulden af-
getela lagen, uit zijn zak, legde het geld neer
en bevond zich even later op straat, de blik-
ken bus voorzichtig aan het hengsel dragend
Hij Hep langzaam Wei had hij den
salamander al'graag thuis in zijn aquarium
gehad en bekeken, maar de heimelijke angst
weerhield hem, haastig naar huis te loopen
of de bus te openen.
Plotseling bleef de knaap, als door den
bliksem gelroffen, staan iemand had hem
bij zijn naam geroepen En daar kwam
hit ook al aangerend, de schoolkameraad, die
Alfred van den anderen kant der straat had
gezien en nu gaarne wilde wetcn, wat zijn
vriendje in die blikken bus had
„Het is de axolotl, ik heb jullie toch ver-
teld, dat ik er op mijn verjaardag een krijg!"
zeide Alfred, nu zichzelf weer volkomen
meester.
„He, laat hem eens zien?"
Alfred schudde zijn welgevormd hoofd,
waarvan het haar als een borstel afgeknipt
was.
„Je kunt toch bij mij komen, dan zie je
De andere jongen hield nog een beetje aan,
eindelijk liep hij door met de woorden: .,1k
kom, hoor!... Misschien nog vandaag!"
Toen hij weg was, had Alfred hem 't liefst
weer teruggeroepenhij voelde zich niet op
zijn gemak alleenEn opeens kreeg hij
het idee, den axolotl naar den winkel terug
te brengen en het geld ervoorhet geld
Hij liep terug in de richting, waaruit hij
was gekomen Maar de man uit den
aquariumwinkel zou den salamander toch
niet terugnemen geen denken aan! Hij
maakte zich alleen maar belachelijken
waarom ook? Niemand wist toch, hoe hij aan
het geld was gekomen!.. Neen! Hij
keerde vastberaden om: hij had eenmaal A
gezegd en moest nu ook B zeggenNu
was het maar zaak, niets te laten merken
en als iemand hem vroeg, kalm en flink te
antwoorden
Zoo tegen zichzelf sprekend en zich veront-
schuldigend. kwam Alfred Erlinger voor het
huis, waar hij woondcHij ging naar
binnen met een soort kramp in de borst, een
gevoel, dat hij anders alleen had, als hij had
moeten schoolblijven of zijn vader een slecht
rapport moest lateh zien Greta, zijn
zusje, deed de deur open. „Wat Heb' je
daar? Och, een axolotlEen axo
lotl MoederMoederHij
heeft een axolotl
Dit zeggende rende het levendige, een jaar
jongere zusje door de lange gang en alar-
meerde de moeder.
Mevrouw Erlinger vroeg: ,,Wel, kind,
waar haal ie dien vandaan?"
„Oom Gerard heeft mij het geld gege-
venik was er toch zooeven Hij koit
vijf gulden."
Hij zeide dit zonder te haperen, zonder te
kleuren. En toch hoorde het fijne oor der
moeder de kleine pauze, die Alfred maakte,
voordat hij den prijs noemde Het vriendelij-
ke, verstandige gelaat der nog jonge vrouw
kreeg een uitdrukking, alsof zij verwachtte
meer te hooren- Maar zij zeide geen woord.
Alfred, die haar blik voelde, ging gauw naar
de eetkamer, z,ooals hij zei, om den salaman
der in't aquarium te leggen, dat daar voor't
breed raam stondMaar hoezeer de
knaap zich ook er op verheugd, hoeveel hij
van dit kostbare bezit gedroomd had, thans
voelde hij niets dan een verschrikkelijke te-
leurstelling en een doodelijken angst voor't
oogenblik, waarop hij met zijn vader moest
spreken
Daar er werd gebeldhij kwam!
Bevend en al zijn krachten verzamelend om
dit sidderen te verbergen, stond de knaap
voor het aquarium, waarin de axolotl juist
tusschen de slingerplanten door den kiezel-
grond bereikt had, kleine, fijne luchtblaasjes
naar de oppervlakte van het water dringend.
Alfred hoorde, dat zijn ouders en zuster
achter hem aan in de kamer kwamenmaar
hij ontweek instinctmatig hun blik dien hij
niet dacht te kunnen verdragen door het
staren op den salamander
„Je bent heelemaal buiten jezelf", liep de
vader. een bekend specialist, die weinig tijd
had, om zich met zijn gezin bezig te hou-
den, ofsehoon hij de zijnen hartelijk liefhad,
„je kan me toch wel eerst goedendag zeg
gen
„Ja vader, kijk toch kijk toch eens naar
den axoltl!"
Dit zeggende draaide de gymnasiast zich
langzaam om en ging met een ontdaan ge-
zicht zijn vader tegemoet.
Deze zou geen dokter hebben moeten zijn
om niet dadelijk iets geagiteerds op het ge
laat van den knaap te zien. Hij keek even
zijn vrouw aan en zeide toen tamelijk ernstig:
Ik geloof, dat ik groot gelijk had je dat
ding niet te willen gevenHoe kan je
je over zoo iets zoo opwindenNatuur-
iijk kan je nu niet goed je huiswerk maken!
Maar dat zeg ik je, Fred, als je daardoor de
school verwaarloostnu, je begrijpt me?!
Dus denk daaraan
„Ja, vader, ja
Alfred, blij, dat zijn vader zelf een verka-
ring voor zijn veranderd uiterlijk gevonden
had, ging met de anderen aan tafel zitten en
dronk haastig een groot glas water.
De dokter scheen nog eens aan de kwestie
te denken, want hij zeide: „Zeg eens, oom
Gerard moet toch ook op zijn ouden dag erg
veranderd zijn!Je,zegt toch. dat de
axolotl vijf gulden kost, anders heeft hij toch
ncoit meer dan een gulden gegeven?
En Greta, die altijd graag meepraatte, riep
dadelijk: „Ja, ik heb ook maar een gulden
gekregen
Maar toen viel de vader weer iets anders
in, dat hem interesseerde en waarover hij
sprak.
Alfred kon het eten bijna niet door zijn
keel krijgen. Hij had niets gezegd en zou ook
niets hebben kunnen zeggen; bij het eerste
woord was hij zeker in tranen uitgebarsten
en had hij zijn schuld moeten bekennen
Maar eindelijk sloeg het half twee en kon hij
weggaan, naar school. Hoezeer hij a- naar
verlangde uit de kamer te komen, gaf hij toch
aan ieder eerst een handDe moeder
hield die een oogenblik langer in de hare; hij
trok ze wat wild terugEn nauwelijks
was de jdngen weg, of er belde een patient
het sprekuur begon en de dokter haastte zich
naar zijn behandelkamer. i
Mevrouw Erlinger wachtte tot Greta ook
weg was, daarna kleedde zij zich aan en ver-
liet het huis, zonder, evenals anders te zeg
gen, waar zij heenging. Zij wilde een visits
maken, die haar zeer onaangenaam was
bij oom Gerard, eigenlijk haar oom, die heel
ver buiten de stad woonde in een onaanzien-
lijk huisje. Door de deur, waarop hij nog den
ketting hield, vroeg de oude man„Wie is
daar?" En toen hij haar herkend en binnen-
gelaten had. ging hij op zijn brommige wij-
ze voort: „Wat wil je hebben? Ik heb toch
zelf niets Wat is er? Mevrouw
Erlinger stoorde zich niet aan die onaange-
name ontvangst, maar vroeg, of haar jongen
er gewecst was. „Ja, dat heeft me weer geld
gckost
„Dus u hebt het hem gegeven, oom?'!! Zoo
onbeschrijflijk gelukkig klonk die vraag, alsof
er een pak van haar hart was genomen
Maar hij, hij staarde Haar wanti'ouwend en
bromde: „Natuurlijk, een gulden, zooals al
tijd is Ret soms niet genoeg!?"
„Dus u hebt hem niet vijfof zes gul
den gegeven, oom?"
De gierige man beschouwde dit als onte-
vredenheid over zijn cadeautje, was kwaad en
jaagde zijn visite bijna weg.
Mevrouw Erlinger was dit eigenlijk aan-
genaamWas haar op dat oogenblik
niet alles onverschillig? Het eenige, dat haar
intetesseerde, was: Waar heeft Alfred het
geld vandaan ge ...haald?... Want
het andere, het vreeselijke woord, dat wilde
ze zelfs in haar binnenste niet hooren. Zij
ging niet per tram naar huis. Zij moest tijd
winnen, nadenken. Zij liep steeds met Al
fred' bezig door de straten. Zij voelde, dat
zij dit treurige geheim niet voor haar man
mocht verzwijgen, zelfs geen dag.... En
langzaam kon ze het raadsel oplossenin den
laatsten tijd had de dokter, die dikwijls wat
verstrooid was, meermalen gezegd, dat het
kleingeld, hetwelk hij los in zijn zakken stak,
was weggeraakt. Mina, die er sederf jaren
was en dikwijls bij het kleeren borstelen geld-
stukjes gevonden en aan mevrouw Erlingen
gegeven had, wilde bijna den dienst opzeg-
gen, toen men haar naar het verdwenen geld
vroeg
Toen zij aan haar huis belde, kwam Alfred
juist aan. Hij hield zijn pas in, toen hij zijn
moeder zag. En in zijn gelaat kwam een stug-
ge uitdrukking, waarmede hij berouw en
schaamte wilde onderdrukken.
Zij gingen samen na een weinig hartelijke
begroeting naar binnen en de moeder kon
haar kind niet aanzien, omdat ze radeloos was
over hetgeen zij nu stellig wist.
In haar angst wachtte ze bij de spreekka-
mer van haar man, tot er een patient weg-
ging en sloop haastig naar binnen, voordat
dh volgende geroepen werd.
„Maar kind! Je weet toch datik
Zij legde haar hand op den mond, hij zou
toch even luisteren! En toen zeide zij, inner-
lijk bevend, wat zij gehoord had.
De dokter was verbluft. Als practisch man
overzag hij dadelijk den stand van zafcen en
dacht er het eerst aan, dat er geen moeilijk-
heden voor zijn zoontje uit konden voortko-
men. Hij was daarom niet zoo ontsteld als
zijn vrouw. Maar hij werd kwaad, vreeselijk
kwaadEn hij wilde den misdadiger liefst nu
dadelijk, midden in het spreekuur, afstraffen.
Zijn vrouw moest, al haar overredingskunst
aanwenden
„Het zou zoo verkeerd zijn, Herman, dat
te aoenDit is geen stoutheid', dit is een
afdwaling."
Zij huilde en zeide: „Als je hem nu over-
rompelt en slaat, wie weet, of hij dan niet in
ziju koppigheid dat, wat hij gedaan heeft,
voor iets aanziet, dat men weer eens kan
doen, waarvoor je straf krijgt en daarmede
bastaIk vind, Herman, dat hij tot de
conclusie moet komen, dat hij een mispas
begaan heeft geen stoutheid. En dat moet
hij zoo inzien, uit zich zelf!"
„En je denkt, dat hij dat doet?"
„Ik geloof het bepaald! Hij heeft toch een
oprecht karakterWie weet, wat voor
vreemde dingen in hem zijn omgegaan
Wat weten we eigenlijk van dien leeftijd!..
Van ons zelf kunnen we ons zoo weinig her-
inneren en de jongen is al zoo groot,
200 volwassen ik weet immers niet
maar je laat het voorloopig zoo, niet? je doet
hem niets?"
De arts dacht na, hij keek zijn vrouw aan
en hun oogen spraken lang en innig met el-
kander; daarna zeide hij: „Goed, ik zal
wachten."
„En zal je niets tegen hem zeggen, vriende-
lijk zijn als steeds?"
Aarzelend, met een rimpel op zijn voor-
hoofd, zeide dr. Erlinger: „Dat is moeilijk
voor meik houd1 niec van oncerlijke men-
schen
„Doe het voor mij!"
„Goed dan!" Hij kuste haar.-„Maar nu
mcet.ik mijn patienten behandelen we spre
ken er nog wel over
Mevrouw Erlinger ging weg en van dit oo-
genblik af dacht zij er alleen over, hoe zij
haar zoontje den weg tot ommekeer zou wij-
zen en hem het bekennen van zijn schuld ge-
makkelijker zou kunnen maken
Alfred kon dien nacht niet in slaap komen.
Mij wilde zichzelf inpraten dat niemand iets
gemerkt had en hoorde toch in zijn binnenste
zoo duidelijk de stem van zijn moeder, die
hem smeekte, haar de waarheid te zeggen
Den volgenden dag gaf hij op school voort-
durend verkeerde antwoorden. Onder het eten
was hij stil en lachte flauwtjes, toen zijn moe
der hem vroeg, wat hem scheeldeToen
hij zijn huiswerk wilde gaan maken, vroeg
mevrouw Erlinger zacht: „Heb je je sala
mander al eten gegeven, Fredi...? Ik heb
Mina gezegd, dat ze een beetje gehakt rund-
vleesch zou meebrengen, dat ect hij toch,
niet?"
De dokter was in zijn studeerkamer, Greta
N.V. BOEK- EN HANDELSBRUKKERIJ
voorh. HERMS, COSTER EN ZOON,
ZfET UWE DRUKWERKEN NA
ONZE ZETMACHINES STEL-
LEN ONS IN STAAT U VLUG
TE BEDIENEN
VOORDAM C 9 ALKMAAR
Uit het Engelsch van Baronesse Orczy.
(Geautoriseerde vertaling van A. T.)
„Zij zijn bang van wel," antwoordde
Doudsley; „maar de man, die het mij vertel-
de, beweert, dat het tweede schot raak was,
en dat, ofsehoon de schelm in Moor Lane
verdween, dat nauw en slecht verlicht is, de
pairouille hem wel later te pakken zal krij
gen, omdat hij zeker gewond was en onmoge-
lijk ver heeft kunnen wegkomen."
„Laten wij hopen, dat zij hem pakken.'
zei de Squire, met meeite een geeuw binnen-
houdend. „Het moet die schurk geweest zijn
die je verschrikt heeft, meisjelief. Zag je hem
door het open raam? Hij probeerde waar-
schijnlijk zoo binnen te komen, toen hij jouw
zag en maakte, dat hij wegkwam. He?"
„Ja waarschijnlijik zei Barbara
vaag.
„Ik weet het werkelijk niet:"
Zij was koud en voelde zich ziek, haar tan-
den klapperden. Zij was inderdaaa zeer ver
schrikt; en toch door alles heen voelde zij,
dat de geheele gebeurtenis een nachtmerrie
was geweest; er was niets dan een dief, ge
weest, die getracht had door het raam binnen
te sluipen, en bij die daad gestoord was; al
het andere was een droom de gemaskerde
man, het pistool en die hand op het raamko-
zijn. Ohdie handMaar zij nam dankbaar
het voorstel van den Squire aan, dat zij naar
bed zou gaan. Juffrouw Doudsley met de
kaars in de hand ging haar voor; de Squire
trok Barbara's koude handje onder zijn arm,
en haar teeder geleidend, volgde hij de vrouw.
Langs de vertrekken van Zijne Majesteit ging
het kleine gezelschap door de kronkelende
gangen der oude herberg en toen twee trap-
pen op, en zoo ging de Squire naar zijn ka
mer en Barbara naar de hare.
Maar zij kon dien nacht niet slapen. Uren-
lang lag zij te woelen in haar bed, haar zenu-
wen gespannen, haar oogen staTend in de
duisternis en altijd weer ziende de gestalte
van den gemaskerden. tnan, in een mantel ge-
huld, en sluipend als een kat, zich bewegend
naar het raam, en dan die hand, altijd die
hand op het raamkozijn. Dan weerklonken
weer in haar ooren die pistoolschoten en haar
hart klopte in begeleiding van den eentonigen
klank van een geestesstem, die altijd de nood-
lottige vraag herhaalde:
Was de misdadiger gepakt zooals hij ver-
diende? was hij gewond, dood of stervende,
of zou de galg de wereld van zoo'n schande-
lijken verrader bevrijden?
En toen zij haar oogen sloot, zag zij visi-
oenen van het verleden; haar huwelijksmor-
gen, het geval met de wespen, en haar hondje,
Dina, dat zich een oogenblik in Tubal's be-
schermenden- arm nestelde en toen zich om-
draaide, om de hand te bijten, die het streelde
en die hand blocdend, bloedend door den
beet van den hond, die een blijvend litteeken
had nagelaten.
En de hand, die zij een oogenblik het raam
kozijn had zien vasthouden, had een litteeken
op den rug van twee strepen die ivoonvrt af-
staken tegen het donkere door de zon verbran-
de vleescn.
HOOFDSTUK IV.
1-
Een Eercschuld.
Het was nog een uur voor de ochtendsche-
mering in dien donkeren Juninacht. Spocdig
na middemacht was het gaan motregenen, en
later ging die over in stortregen. Zware wol-
kenbanken kwamien van het Westeu aandrij-
ven en hingen boven de heide en de heuvels.
Boven Borough Hill waren deze wolken vuur-
rood getint, terwijl langs de hcllingen dichte
massa's rook, verzadigd van vocht, de vallei
kwamen invallen.
Een zwak geheimzinnig licht, schaduwloos
en grijs, teekende den omtrek af van Rutput
Hill en Dust Hill, van Hille en Broadmoor,
en van het smalle lint der Neu, dat dcor een
geestenvinger op het kleurlooze landschap
getrokken was. Aan den rand van de heide
bij het dorp Kislingbury en langs de oevers
van de Neu verrieden verspreide kampvuren
de voorposten van het Parlementsleger. Van-
daar reed een eenzaam ruiter door den regen.
jdij volgde den ongelijken weg, die recht door
zaf met een b'oek' op Het Halcon ae knaap
stond dus in de helder verlichte kamer gehcel
alleen bij zijn moeder. Maar hij antwoordde
niet op haar vraag, hij zeide alleen:
Moeder!" en holde de gang in.
Alfred!" zeide zij met haar oogen vol
tranen.
Daar kwam hij bij haar terug, ging voor
haar liggen en paktc haar vast met al de
kracht zijner jonge armen en snikte: Moe
der! Moeder! Ik wil hem niet meer hebben!
Het geld is niet van oom GerardIk heb het
uit vaders zak genomen
En de moeder? Kan een moeder anders
dan vergeven Toen hij bij zijn vader
moest komen, was Alfred op het ergste voor-
bereid. Maar deze zag hem alleen emstig en
verwijtend aan en zeide: „Wees blij, dat je
zoo'n moeder hebt!
Provineiaal nienws
UIT URSEM.
De Raad dezer gemeente vergaderde Vrij-
dagmiddag 3 uur onder leiding van den heer
D. F. C. F. v. d. Heuvel, burgemeester-secre-
taris. Afwezig de heer J. L. Koopman.'
De voorzitter bracht ter tafel
1. Proces-verbaal van kasopname bij den
administrateur van het Gemeentelijk Elec-
trisch Bedrijf, op 20 Mei j.l. In kas was en
moest zijn J 5134.87.
2. Verslag van de vergadering van de af-
deeling Noord-Holland van de Vereeniging
van Nederlandsche Gemeenten over het stich-
ten van een N. V. Thermo Chemische Fabriek.
3. Schrijven van den Minister van Bin-
nenlandsche Zaken enz. d.d. 16 Mei j.l, No.
3990, dat ingaande 5 Juni wordt ingevoerd
de zomertijd en zal eindigen 4 October 1925
4. Circulaire Dir. Rijksdienst Werkloos-
htidsverzekering, dat in Januari en Februari
j.l. geen uitkeeringen hebben plaats gehad
aan leden der werkloozenkassen in deze ge
meente.
5. Schrijven van Ged. Staten d.d. 27 Mei
j-1., No. 59, houdende toezending van het
door hen goedgekeurde Raadsbesluit tot af-
en overschrijving ad 140.51.
6. Schrijven van Ged. Staten d.d. 27 Mei
j.l., No. 58, houdende toezending van de
door hen goedgekeurde suppl. begrooting d.j.
1924 ad 171.
7. Idem d.d. 6 Mei j.l., No. 100, houdende
toezending van het door hen goedgekeurde
raadsbesluit tot onderhandsche verhuring
woning Hoofd der School.
8. Idem d.d 13 Mei j.l., No. 44, houdende
toezending uittreksel uit het Koninklijk Be-
sluit 28 April 1925, No. 71 van verordening
op de heffing van opcenten vermogensfoelas-
ting en heffingsfactor gem. Inkomstenbelas-
ting.
9. Schrijven yan den Minister van Fi-
nancien d.d. 12 Mei j.l., No. 152, houdende
nadere aanvulling opgaaf forensen, als be-
doeld in zijn circulaire d.d. 22 Sept. 1924,
Nb. 46.
10. Schrijven van het gemeentebestuur
van Alkmaar d.d. 30 Mei j.l., 2e afd., No.
352-K, houdende toezending begrooting Keu-
ringsdienst voor Waren 1925.
11. Idem toezending verslag Keurings-
dienst voor Waren over 1924.
12. Jaarverslag Haarlemsche Brandverze-
keringmaatschappij over 1924.
13 Jaarverslag Vereeniging Ned. Ge
meenten over 1924.
14- Agenda alg. vergadering van de Ver.
van Ned. Gemeenten op 23 en 24 Juni te Am
sterdam.
Al deze stukken werden voor kennisgeving
aangenomen.
Alsnu was aan de orde een adres van de
wed. v. d. N., die verzocht om vrijstelling
betaling electrisch licht, daar zij met haar
gezin van 3 kinderen zulks niet kon betalen.
De voorzitter decide mede, dat uit het
adres verder bleek, dat het Armbestuur op't
verzoek afwijzend beschikt heeft.
Alle leden vonden, dat het Armbestuur
een bekrompen standpunt in deze zaak in-
neOmt.
De Raad heeft meermalen er op aangedron-
gen, dat het Armbestuur voor de allerarmste
het aansluitingsrecht en het licht b'etaalt.
De voorzitter achtte het niet gewenscht dat
de gemeente gunstig op het verzoek beschikt.
Dit is zuiver bedeehng en dat behoort bij het
Armbestuur thuis.
Wethouder Veldbocr beloofde deze aange-
legenheid door het Liefdadigheidsfonds in
orde te zullen maken.
De voorzitter vond dit een prachtige oplos-
sing en zou de weduwe hiermede in kennis
stellen.
De gemeentebegrooting 1925 werd daarop
overcenkomstig eenige administratieve op-
merkingen van Ged. Staten opnieuw vastge-
steld.
Op het adres der vereeniging tot bevorde-
riug van het Vakondei"wijs in Westfriesland
om subsidie, waarover in de vorige vergade
ring de stemmcn staakten, werd besloten met
de heide liep. Toen hij den top van Classthor-
pc Hill bereikt had, hield hij zijn paard in
en zag naar het vuurrcode licht boven Bo
rough Hill, en naar de rookwolken, die langs
de hellingen rolden. De regen scheen hem niet
te kunnen schclen, want hij was blootshoofds
nu en dan grecp een windvlaag een hoek van
zijn mantel en speelde er een spelletje mee,
door hem als de vleugels van een reusachtl-
gen nachtvogel te doen klepperen, en het
paard uit zijn rust op te schrikken. Dan kal-
meerde de ruiter zijn paard met een vriendc-
lijk woord, om daarna zijn stilzwijgende be-
schouwing van de vuren op Borough Hill
voort te zetten.
Dc schemering brak langzaam aan. Een
zwakkc streep van lichtgeel gekleurd licht
scheurde de verwijderdc wolken in het Oosten.
Het lartd verloor zijn vagen, vormeloozen om
trek, boschjes brem en struiken en berke-
boompjes kwamen duidelijker uit de schadu-
wen te voorschijn. De vage omtrek der verwij
derdc heuvels werd duidelijker en verspreide
kreupelboschjes namen fantastische vormen
aanhet roode licht boven Borough Hill had
iets van zijn tooverachtigc scherptc verloren;
en langzamerhand kwam een kreupelbcschje
'dicht bij duidelijk uit de zwakke schaduwen
te voorschijn. Maar het gevoel van eenzaam-
lieid bleef, de eenzaamheid van een scheme-
ring op de heide, waar vogelleven slechts
schaarsch is. En de ruiter op Classthcrpe Hill
scheen slechts een deel van de stille, door
den wind bewogen nattiur, strak in zijn hou-
ding en rustige afwachting.
4 tegen 2 stemmen, die van de hecren wet-
houders, een subsidie over 1925 toe te kennen
van f 10.
Vervolgens werd besloten tot het aangaan
van een geldleening groot 800, rentende
5 pet., jaarlijksche aflossing 80, vftor aan-
koop speelterrein openbare lagere school.
Bij de bespreking huurverlaging arbei-
derswoningen van de bouwvereeniging drong
de heer Ruijter op verlaging der huur aan,
zonder medewerking van den Haag. Spreker
verwachtte, dat de Raad dat offertje, wat fei-
telijk toegezegd is, zal willen brengen.
De heer Broertjes vond het voorstel van
den heer Ruijter zeer billijk. Het verwonder-
de spreker, dat niet op 50 cent per week is
aangedrongen.
Na breedvoerige discussie werd besloten dc
zaak nader in handen te stellen van B. en W.,
om in overleg met den Haag een oplossing te
vinden voor een lagere huur der arbeiderswo-
ningen.
door het R. K. Schoolbestuur alhier in-
gediende rekeningen over 1922, 1923 en
1924, welke bescheiden door B. en W. zijn
nagezien, werden goedgekeurd en werd beslo
ten tot vaststelling der gemeente!ijke vergoe-
ding over 1924.
Vervolgens werd vastgesteld en goedge
keurd de door, de bouwvereeniging „St. Jo
seph" ingediende balans en winst- en verlies-
rekening over 1924.
Bij de rondvraag drong de heer Buis op
een spoedige oplevering van het speellterrein
aan en dat die behoorlijk geegaliseerd wordt
en voor behoorlijke afvoer van water zal
worden zorg gedragen.
De voorzitter antwoordde spreker, dat de
aannemer onder toezicht van den gemeente-
opzichter het werk behoort op te leveren.
Spreker zal op spoed aandringen.
Wethouder van Diepen drong er op aan,
dat de electrische palen goed met carbolineum
zouden worden ingesmeerd, zoowel een ge-
deelte onder als boven den grond
De voorzitter zou den lijnwerker er mee in
kennis stellen en op spoedige uitvoering aan
dringen.
De rondvraag leverde verder niets bijzon-
ders op, waarna de vergadering werd geslo-
ten.
UIT HOORN.
Tot lid van het college van regen ten der
Rijks Werkinrichting is benoemd dr. G. J. de
Boer alhier, in de plaats van den heer Ir. M.
J. van Thiel, aan wien eervol ontslag werd
verleend met dank voor de bewezen diensten.
Alhier komen gedurende den laatsten
tijd herhaaldelijk diefstallen voor van rij-
wielbelastingplaatjes. Het gelukte de politic
nog niet de(n) dader(s) te vinden.
Door het college van regenten van het
Stadsziekenhuis is het verbouwen van per-
ceel Kerkplein 23 tot Zusterhuis gcgund aan
de N.V. Tcchnisch Bouwbedrijf voorh. Joh.
Verberne alhier voor 11215.
UIT NOORDSCHARWOUDE.
Holland I behaalde in Nieuwe Niedorp
voor dc nederlaagwedstrijden van N. V. V.
een mooie 42 overwinning.
Vanwcge de afdeeling Langedijk van de
I. A. M- V. had Zondagmiddag een open-
luchtmeeting plaats welke door slechts een
35-tal belangstellcnden bezocht was.
Als sprekers traden op de heer G. Reinder»
en Mej. Jeanc de Jong.
Een verkieziugsvergadering van den
Vrijheidsbond welke hier Zaterdagavond ge-
houden zou worden kon wegens al te geringe
belangstelling niet doorgaan. Er waren
slechts een tiental bezoekers en die waren on-
geveer alle met den spreker meegekomen.
Na enkele dagen rust is Vrijdag d<
markt weer bsgonncn. Dc aanvoer bepaaldc
zidi tot slechts enkele vaartuigen aardappe-
len. Ook Zaterdag was de aanvoer weinig ol
niet grooter. Dc komende week zal er echter
wel meer aanvccr kemen.
Thans maakte een andere gcdaante, insge-
lijks eenzaam en zwijgend zich van dc grau-
we uitgestrektheid los. Langs het smalle pad,
dat een kortcre weg van Davcntry naar Kis
lingbury is, liep of liever strompelde een
man, voortgeduwd door den wind, als iemand
die uitgeput van vermoeienis en pijn is. Hij
boog het hoofd en trok zijn schouders krom
tegen de wind- en regenviagen, die hem nu
en clan bijna omverwierpen. Icdcre paar hon
derd meter ongeveer hield hij stil, en de vin-
gers van zijn rechterhand aan zijn lippen zct-
tend, floot hij tweemaal schel, wachtte hij
even, alsof hij op een antwoord wachtte, en
daar hij niets hoorde, strompelde hij verder.
Op de hoogte voor hem uit, werd de een-
zame ruiter-plotseling uit zijn peinzende hou-
ding opgeschrikt. Hij had ondanks wind en
regen en het ruischen der boomen, den twee
maal herhaalden rocp zeer gced gehoord. On-
middellijk antwoordde hij; zijn scherpe oogen
doorzochten den grauwen afstand voor hem,
en een diepe zucht dccls uit ongeduld en ge-
heel uit opluchting baande zich een weg over
zijn vastgesloten lippen. Een paar minuten
later kwam de gedaante van den eenzamen
voetganger in het gezicht, met meeite voort.
zwoegendc op den stijgenden grond. De rui
ter sprong dadelijk van zijn paard, sloeg dc
teugcls over zijn arm en zijn paard bij don
tooin leidende, ging hij den nieuw aangeko-
mene tegemoet.
„God zij geloofd," zei hij, zoodra de andcr
dicht genoeg bij was, om hem te kunnen ver-
staan, en met een kalmte, die merkbaar otina-
tuurlijk was: „ge zijt veilig!"
Wordt vervolgd. -
ii ii ii
I B .■■■■■■..I. ■MWI.I.K. .1 II I I II
18)