Alkmaarsche Courant 71 3El - Oe hand met het iidteeken. EEUILLETON. No. 139 1925 Honderd Zeven en Twintigste Jaargang. Dinsdag 16 Juni. Zij, die zich met 1 Juli voor minstens 3 maanden op dit blad abonneeren, ont- vangen de tot dien datum verschijnende nummers franco en gratis. De Directie. De Axolotl. Door HANS HYAN. i Ceautoriseerde vertaling van SUZE VOS. In den grooten winkel rook het naar water- planten en waterdieren een lucht, die Al fred gretig opsnoof. En terwijl een dame watervlooien voor haar visschen kocht, dwaalden de oogen van den gymnasiast rus- teloos rond, bekeken de glazen bakken met te- lescoopvisschen, rustten een poosje op de ja- loersche makropoden, om ten slotte telkens weer naar een aquarium terug te keeren, waarin zich eenige lichtvleeschkleurige axo- lotl-salamanders in het water bewoken. Dien daar met zijn bijzonder dikke, straalvormige kieuwen, den allergrootsten dien moest hij hebben!. Nu kwam er uit de kamer naast den winkel een bediende, die Alfred vroeg, wat er van ?ijn dienst was. De gymnasiast werd vuur- rood, hij stotterde en zou het liefst weer weg- geloopen zijn. Maar de heimelijke vrees, die Rem bijna wegjaagde, hield hem aan den an- deren kant op die plaats gevangen en zijn verstand zeide hem, dat hij hier absoluut niets te vreezen had. Hij vroeg daarom vast- beraden naar den prijs van den salaman der Ofsehoon hij voor eenigen tijd den prijs aan het aquarium in het uitstalraam had zien hangen, informeerde hij dit weer, omdat hij voelde, dat zijn optreden daardoor zekerder zou worden „Vijf gulden!" zeide de winkelbcdiende, „de grootste daar ginds in den hoek zes!" Alfred haalde diep adem. „Dien wil ik hebben!" „Hebt u een glas?" vroeg de verkooper. De beleefdheid, waarmede hij hier behan- deld werd, gaf den knaap, die groot en flink voor zijn twaalf jaren was, den moed terug; hij had geen bakje, maar als men er een wil- de leenen, dan zou hij het vandaag of morgen terugbrengen. Alfred haalde, nu weer met hartklopping, zijn portemonnaie, waarin de vijf gulden af- getela lagen, uit zijn zak, legde het geld neer en bevond zich even later op straat, de blik- ken bus voorzichtig aan het hengsel dragend Hij Hep langzaam Wei had hij den salamander al'graag thuis in zijn aquarium gehad en bekeken, maar de heimelijke angst weerhield hem, haastig naar huis te loopen of de bus te openen. Plotseling bleef de knaap, als door den bliksem gelroffen, staan iemand had hem bij zijn naam geroepen En daar kwam hit ook al aangerend, de schoolkameraad, die Alfred van den anderen kant der straat had gezien en nu gaarne wilde wetcn, wat zijn vriendje in die blikken bus had „Het is de axolotl, ik heb jullie toch ver- teld, dat ik er op mijn verjaardag een krijg!" zeide Alfred, nu zichzelf weer volkomen meester. „He, laat hem eens zien?" Alfred schudde zijn welgevormd hoofd, waarvan het haar als een borstel afgeknipt was. „Je kunt toch bij mij komen, dan zie je De andere jongen hield nog een beetje aan, eindelijk liep hij door met de woorden: .,1k kom, hoor!... Misschien nog vandaag!" Toen hij weg was, had Alfred hem 't liefst weer teruggeroepenhij voelde zich niet op zijn gemak alleenEn opeens kreeg hij het idee, den axolotl naar den winkel terug te brengen en het geld ervoorhet geld Hij liep terug in de richting, waaruit hij was gekomen Maar de man uit den aquariumwinkel zou den salamander toch niet terugnemen geen denken aan! Hij maakte zich alleen maar belachelijken waarom ook? Niemand wist toch, hoe hij aan het geld was gekomen!.. Neen! Hij keerde vastberaden om: hij had eenmaal A gezegd en moest nu ook B zeggenNu was het maar zaak, niets te laten merken en als iemand hem vroeg, kalm en flink te antwoorden Zoo tegen zichzelf sprekend en zich veront- schuldigend. kwam Alfred Erlinger voor het huis, waar hij woondcHij ging naar binnen met een soort kramp in de borst, een gevoel, dat hij anders alleen had, als hij had moeten schoolblijven of zijn vader een slecht rapport moest lateh zien Greta, zijn zusje, deed de deur open. „Wat Heb' je daar? Och, een axolotlEen axo lotl MoederMoederHij heeft een axolotl Dit zeggende rende het levendige, een jaar jongere zusje door de lange gang en alar- meerde de moeder. Mevrouw Erlinger vroeg: ,,Wel, kind, waar haal ie dien vandaan?" „Oom Gerard heeft mij het geld gege- venik was er toch zooeven Hij koit vijf gulden." Hij zeide dit zonder te haperen, zonder te kleuren. En toch hoorde het fijne oor der moeder de kleine pauze, die Alfred maakte, voordat hij den prijs noemde Het vriendelij- ke, verstandige gelaat der nog jonge vrouw kreeg een uitdrukking, alsof zij verwachtte meer te hooren- Maar zij zeide geen woord. Alfred, die haar blik voelde, ging gauw naar de eetkamer, z,ooals hij zei, om den salaman der in't aquarium te leggen, dat daar voor't breed raam stondMaar hoezeer de knaap zich ook er op verheugd, hoeveel hij van dit kostbare bezit gedroomd had, thans voelde hij niets dan een verschrikkelijke te- leurstelling en een doodelijken angst voor't oogenblik, waarop hij met zijn vader moest spreken Daar er werd gebeldhij kwam! Bevend en al zijn krachten verzamelend om dit sidderen te verbergen, stond de knaap voor het aquarium, waarin de axolotl juist tusschen de slingerplanten door den kiezel- grond bereikt had, kleine, fijne luchtblaasjes naar de oppervlakte van het water dringend. Alfred hoorde, dat zijn ouders en zuster achter hem aan in de kamer kwamenmaar hij ontweek instinctmatig hun blik dien hij niet dacht te kunnen verdragen door het staren op den salamander „Je bent heelemaal buiten jezelf", liep de vader. een bekend specialist, die weinig tijd had, om zich met zijn gezin bezig te hou- den, ofsehoon hij de zijnen hartelijk liefhad, „je kan me toch wel eerst goedendag zeg gen „Ja vader, kijk toch kijk toch eens naar den axoltl!" Dit zeggende draaide de gymnasiast zich langzaam om en ging met een ontdaan ge- zicht zijn vader tegemoet. Deze zou geen dokter hebben moeten zijn om niet dadelijk iets geagiteerds op het ge laat van den knaap te zien. Hij keek even zijn vrouw aan en zeide toen tamelijk ernstig: Ik geloof, dat ik groot gelijk had je dat ding niet te willen gevenHoe kan je je over zoo iets zoo opwindenNatuur- iijk kan je nu niet goed je huiswerk maken! Maar dat zeg ik je, Fred, als je daardoor de school verwaarloostnu, je begrijpt me?! Dus denk daaraan „Ja, vader, ja Alfred, blij, dat zijn vader zelf een verka- ring voor zijn veranderd uiterlijk gevonden had, ging met de anderen aan tafel zitten en dronk haastig een groot glas water. De dokter scheen nog eens aan de kwestie te denken, want hij zeide: „Zeg eens, oom Gerard moet toch ook op zijn ouden dag erg veranderd zijn!Je,zegt toch. dat de axolotl vijf gulden kost, anders heeft hij toch ncoit meer dan een gulden gegeven? En Greta, die altijd graag meepraatte, riep dadelijk: „Ja, ik heb ook maar een gulden gekregen Maar toen viel de vader weer iets anders in, dat hem interesseerde en waarover hij sprak. Alfred kon het eten bijna niet door zijn keel krijgen. Hij had niets gezegd en zou ook niets hebben kunnen zeggen; bij het eerste woord was hij zeker in tranen uitgebarsten en had hij zijn schuld moeten bekennen Maar eindelijk sloeg het half twee en kon hij weggaan, naar school. Hoezeer hij a- naar verlangde uit de kamer te komen, gaf hij toch aan ieder eerst een handDe moeder hield die een oogenblik langer in de hare; hij trok ze wat wild terugEn nauwelijks was de jdngen weg, of er belde een patient het sprekuur begon en de dokter haastte zich naar zijn behandelkamer. i Mevrouw Erlinger wachtte tot Greta ook weg was, daarna kleedde zij zich aan en ver- liet het huis, zonder, evenals anders te zeg gen, waar zij heenging. Zij wilde een visits maken, die haar zeer onaangenaam was bij oom Gerard, eigenlijk haar oom, die heel ver buiten de stad woonde in een onaanzien- lijk huisje. Door de deur, waarop hij nog den ketting hield, vroeg de oude man„Wie is daar?" En toen hij haar herkend en binnen- gelaten had. ging hij op zijn brommige wij- ze voort: „Wat wil je hebben? Ik heb toch zelf niets Wat is er? Mevrouw Erlinger stoorde zich niet aan die onaange- name ontvangst, maar vroeg, of haar jongen er gewecst was. „Ja, dat heeft me weer geld gckost „Dus u hebt het hem gegeven, oom?'!! Zoo onbeschrijflijk gelukkig klonk die vraag, alsof er een pak van haar hart was genomen Maar hij, hij staarde Haar wanti'ouwend en bromde: „Natuurlijk, een gulden, zooals al tijd is Ret soms niet genoeg!?" „Dus u hebt hem niet vijfof zes gul den gegeven, oom?" De gierige man beschouwde dit als onte- vredenheid over zijn cadeautje, was kwaad en jaagde zijn visite bijna weg. Mevrouw Erlinger was dit eigenlijk aan- genaamWas haar op dat oogenblik niet alles onverschillig? Het eenige, dat haar intetesseerde, was: Waar heeft Alfred het geld vandaan ge ...haald?... Want het andere, het vreeselijke woord, dat wilde ze zelfs in haar binnenste niet hooren. Zij ging niet per tram naar huis. Zij moest tijd winnen, nadenken. Zij liep steeds met Al fred' bezig door de straten. Zij voelde, dat zij dit treurige geheim niet voor haar man mocht verzwijgen, zelfs geen dag.... En langzaam kon ze het raadsel oplossenin den laatsten tijd had de dokter, die dikwijls wat verstrooid was, meermalen gezegd, dat het kleingeld, hetwelk hij los in zijn zakken stak, was weggeraakt. Mina, die er sederf jaren was en dikwijls bij het kleeren borstelen geld- stukjes gevonden en aan mevrouw Erlingen gegeven had, wilde bijna den dienst opzeg- gen, toen men haar naar het verdwenen geld vroeg Toen zij aan haar huis belde, kwam Alfred juist aan. Hij hield zijn pas in, toen hij zijn moeder zag. En in zijn gelaat kwam een stug- ge uitdrukking, waarmede hij berouw en schaamte wilde onderdrukken. Zij gingen samen na een weinig hartelijke begroeting naar binnen en de moeder kon haar kind niet aanzien, omdat ze radeloos was over hetgeen zij nu stellig wist. In haar angst wachtte ze bij de spreekka- mer van haar man, tot er een patient weg- ging en sloop haastig naar binnen, voordat dh volgende geroepen werd. „Maar kind! Je weet toch datik Zij legde haar hand op den mond, hij zou toch even luisteren! En toen zeide zij, inner- lijk bevend, wat zij gehoord had. De dokter was verbluft. Als practisch man overzag hij dadelijk den stand van zafcen en dacht er het eerst aan, dat er geen moeilijk- heden voor zijn zoontje uit konden voortko- men. Hij was daarom niet zoo ontsteld als zijn vrouw. Maar hij werd kwaad, vreeselijk kwaadEn hij wilde den misdadiger liefst nu dadelijk, midden in het spreekuur, afstraffen. Zijn vrouw moest, al haar overredingskunst aanwenden „Het zou zoo verkeerd zijn, Herman, dat te aoenDit is geen stoutheid', dit is een afdwaling." Zij huilde en zeide: „Als je hem nu over- rompelt en slaat, wie weet, of hij dan niet in ziju koppigheid dat, wat hij gedaan heeft, voor iets aanziet, dat men weer eens kan doen, waarvoor je straf krijgt en daarmede bastaIk vind, Herman, dat hij tot de conclusie moet komen, dat hij een mispas begaan heeft geen stoutheid. En dat moet hij zoo inzien, uit zich zelf!" „En je denkt, dat hij dat doet?" „Ik geloof het bepaald! Hij heeft toch een oprecht karakterWie weet, wat voor vreemde dingen in hem zijn omgegaan Wat weten we eigenlijk van dien leeftijd!.. Van ons zelf kunnen we ons zoo weinig her- inneren en de jongen is al zoo groot, 200 volwassen ik weet immers niet maar je laat het voorloopig zoo, niet? je doet hem niets?" De arts dacht na, hij keek zijn vrouw aan en hun oogen spraken lang en innig met el- kander; daarna zeide hij: „Goed, ik zal wachten." „En zal je niets tegen hem zeggen, vriende- lijk zijn als steeds?" Aarzelend, met een rimpel op zijn voor- hoofd, zeide dr. Erlinger: „Dat is moeilijk voor meik houd1 niec van oncerlijke men- schen „Doe het voor mij!" „Goed dan!" Hij kuste haar.-„Maar nu mcet.ik mijn patienten behandelen we spre ken er nog wel over Mevrouw Erlinger ging weg en van dit oo- genblik af dacht zij er alleen over, hoe zij haar zoontje den weg tot ommekeer zou wij- zen en hem het bekennen van zijn schuld ge- makkelijker zou kunnen maken Alfred kon dien nacht niet in slaap komen. Mij wilde zichzelf inpraten dat niemand iets gemerkt had en hoorde toch in zijn binnenste zoo duidelijk de stem van zijn moeder, die hem smeekte, haar de waarheid te zeggen Den volgenden dag gaf hij op school voort- durend verkeerde antwoorden. Onder het eten was hij stil en lachte flauwtjes, toen zijn moe der hem vroeg, wat hem scheeldeToen hij zijn huiswerk wilde gaan maken, vroeg mevrouw Erlinger zacht: „Heb je je sala mander al eten gegeven, Fredi...? Ik heb Mina gezegd, dat ze een beetje gehakt rund- vleesch zou meebrengen, dat ect hij toch, niet?" De dokter was in zijn studeerkamer, Greta N.V. BOEK- EN HANDELSBRUKKERIJ voorh. HERMS, COSTER EN ZOON, ZfET UWE DRUKWERKEN NA ONZE ZETMACHINES STEL- LEN ONS IN STAAT U VLUG TE BEDIENEN VOORDAM C 9 ALKMAAR Uit het Engelsch van Baronesse Orczy. (Geautoriseerde vertaling van A. T.) „Zij zijn bang van wel," antwoordde Doudsley; „maar de man, die het mij vertel- de, beweert, dat het tweede schot raak was, en dat, ofsehoon de schelm in Moor Lane verdween, dat nauw en slecht verlicht is, de pairouille hem wel later te pakken zal krij gen, omdat hij zeker gewond was en onmoge- lijk ver heeft kunnen wegkomen." „Laten wij hopen, dat zij hem pakken.' zei de Squire, met meeite een geeuw binnen- houdend. „Het moet die schurk geweest zijn die je verschrikt heeft, meisjelief. Zag je hem door het open raam? Hij probeerde waar- schijnlijk zoo binnen te komen, toen hij jouw zag en maakte, dat hij wegkwam. He?" „Ja waarschijnlijik zei Barbara vaag. „Ik weet het werkelijk niet:" Zij was koud en voelde zich ziek, haar tan- den klapperden. Zij was inderdaaa zeer ver schrikt; en toch door alles heen voelde zij, dat de geheele gebeurtenis een nachtmerrie was geweest; er was niets dan een dief, ge weest, die getracht had door het raam binnen te sluipen, en bij die daad gestoord was; al het andere was een droom de gemaskerde man, het pistool en die hand op het raamko- zijn. Ohdie handMaar zij nam dankbaar het voorstel van den Squire aan, dat zij naar bed zou gaan. Juffrouw Doudsley met de kaars in de hand ging haar voor; de Squire trok Barbara's koude handje onder zijn arm, en haar teeder geleidend, volgde hij de vrouw. Langs de vertrekken van Zijne Majesteit ging het kleine gezelschap door de kronkelende gangen der oude herberg en toen twee trap- pen op, en zoo ging de Squire naar zijn ka mer en Barbara naar de hare. Maar zij kon dien nacht niet slapen. Uren- lang lag zij te woelen in haar bed, haar zenu- wen gespannen, haar oogen staTend in de duisternis en altijd weer ziende de gestalte van den gemaskerden. tnan, in een mantel ge- huld, en sluipend als een kat, zich bewegend naar het raam, en dan die hand, altijd die hand op het raamkozijn. Dan weerklonken weer in haar ooren die pistoolschoten en haar hart klopte in begeleiding van den eentonigen klank van een geestesstem, die altijd de nood- lottige vraag herhaalde: Was de misdadiger gepakt zooals hij ver- diende? was hij gewond, dood of stervende, of zou de galg de wereld van zoo'n schande- lijken verrader bevrijden? En toen zij haar oogen sloot, zag zij visi- oenen van het verleden; haar huwelijksmor- gen, het geval met de wespen, en haar hondje, Dina, dat zich een oogenblik in Tubal's be- schermenden- arm nestelde en toen zich om- draaide, om de hand te bijten, die het streelde en die hand blocdend, bloedend door den beet van den hond, die een blijvend litteeken had nagelaten. En de hand, die zij een oogenblik het raam kozijn had zien vasthouden, had een litteeken op den rug van twee strepen die ivoonvrt af- staken tegen het donkere door de zon verbran- de vleescn. HOOFDSTUK IV. 1- Een Eercschuld. Het was nog een uur voor de ochtendsche- mering in dien donkeren Juninacht. Spocdig na middemacht was het gaan motregenen, en later ging die over in stortregen. Zware wol- kenbanken kwamien van het Westeu aandrij- ven en hingen boven de heide en de heuvels. Boven Borough Hill waren deze wolken vuur- rood getint, terwijl langs de hcllingen dichte massa's rook, verzadigd van vocht, de vallei kwamen invallen. Een zwak geheimzinnig licht, schaduwloos en grijs, teekende den omtrek af van Rutput Hill en Dust Hill, van Hille en Broadmoor, en van het smalle lint der Neu, dat dcor een geestenvinger op het kleurlooze landschap getrokken was. Aan den rand van de heide bij het dorp Kislingbury en langs de oevers van de Neu verrieden verspreide kampvuren de voorposten van het Parlementsleger. Van- daar reed een eenzaam ruiter door den regen. jdij volgde den ongelijken weg, die recht door zaf met een b'oek' op Het Halcon ae knaap stond dus in de helder verlichte kamer gehcel alleen bij zijn moeder. Maar hij antwoordde niet op haar vraag, hij zeide alleen: Moeder!" en holde de gang in. Alfred!" zeide zij met haar oogen vol tranen. Daar kwam hij bij haar terug, ging voor haar liggen en paktc haar vast met al de kracht zijner jonge armen en snikte: Moe der! Moeder! Ik wil hem niet meer hebben! Het geld is niet van oom GerardIk heb het uit vaders zak genomen En de moeder? Kan een moeder anders dan vergeven Toen hij bij zijn vader moest komen, was Alfred op het ergste voor- bereid. Maar deze zag hem alleen emstig en verwijtend aan en zeide: „Wees blij, dat je zoo'n moeder hebt! Provineiaal nienws UIT URSEM. De Raad dezer gemeente vergaderde Vrij- dagmiddag 3 uur onder leiding van den heer D. F. C. F. v. d. Heuvel, burgemeester-secre- taris. Afwezig de heer J. L. Koopman.' De voorzitter bracht ter tafel 1. Proces-verbaal van kasopname bij den administrateur van het Gemeentelijk Elec- trisch Bedrijf, op 20 Mei j.l. In kas was en moest zijn J 5134.87. 2. Verslag van de vergadering van de af- deeling Noord-Holland van de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten over het stich- ten van een N. V. Thermo Chemische Fabriek. 3. Schrijven van den Minister van Bin- nenlandsche Zaken enz. d.d. 16 Mei j.l, No. 3990, dat ingaande 5 Juni wordt ingevoerd de zomertijd en zal eindigen 4 October 1925 4. Circulaire Dir. Rijksdienst Werkloos- htidsverzekering, dat in Januari en Februari j.l. geen uitkeeringen hebben plaats gehad aan leden der werkloozenkassen in deze ge meente. 5. Schrijven van Ged. Staten d.d. 27 Mei j-1., No. 59, houdende toezending van het door hen goedgekeurde Raadsbesluit tot af- en overschrijving ad 140.51. 6. Schrijven van Ged. Staten d.d. 27 Mei j.l., No. 58, houdende toezending van de door hen goedgekeurde suppl. begrooting d.j. 1924 ad 171. 7. Idem d.d. 6 Mei j.l., No. 100, houdende toezending van het door hen goedgekeurde raadsbesluit tot onderhandsche verhuring woning Hoofd der School. 8. Idem d.d 13 Mei j.l., No. 44, houdende toezending uittreksel uit het Koninklijk Be- sluit 28 April 1925, No. 71 van verordening op de heffing van opcenten vermogensfoelas- ting en heffingsfactor gem. Inkomstenbelas- ting. 9. Schrijven yan den Minister van Fi- nancien d.d. 12 Mei j.l., No. 152, houdende nadere aanvulling opgaaf forensen, als be- doeld in zijn circulaire d.d. 22 Sept. 1924, Nb. 46. 10. Schrijven van het gemeentebestuur van Alkmaar d.d. 30 Mei j.l., 2e afd., No. 352-K, houdende toezending begrooting Keu- ringsdienst voor Waren 1925. 11. Idem toezending verslag Keurings- dienst voor Waren over 1924. 12. Jaarverslag Haarlemsche Brandverze- keringmaatschappij over 1924. 13 Jaarverslag Vereeniging Ned. Ge meenten over 1924. 14- Agenda alg. vergadering van de Ver. van Ned. Gemeenten op 23 en 24 Juni te Am sterdam. Al deze stukken werden voor kennisgeving aangenomen. Alsnu was aan de orde een adres van de wed. v. d. N., die verzocht om vrijstelling betaling electrisch licht, daar zij met haar gezin van 3 kinderen zulks niet kon betalen. De voorzitter decide mede, dat uit het adres verder bleek, dat het Armbestuur op't verzoek afwijzend beschikt heeft. Alle leden vonden, dat het Armbestuur een bekrompen standpunt in deze zaak in- neOmt. De Raad heeft meermalen er op aangedron- gen, dat het Armbestuur voor de allerarmste het aansluitingsrecht en het licht b'etaalt. De voorzitter achtte het niet gewenscht dat de gemeente gunstig op het verzoek beschikt. Dit is zuiver bedeehng en dat behoort bij het Armbestuur thuis. Wethouder Veldbocr beloofde deze aange- legenheid door het Liefdadigheidsfonds in orde te zullen maken. De voorzitter vond dit een prachtige oplos- sing en zou de weduwe hiermede in kennis stellen. De gemeentebegrooting 1925 werd daarop overcenkomstig eenige administratieve op- merkingen van Ged. Staten opnieuw vastge- steld. Op het adres der vereeniging tot bevorde- riug van het Vakondei"wijs in Westfriesland om subsidie, waarover in de vorige vergade ring de stemmcn staakten, werd besloten met de heide liep. Toen hij den top van Classthor- pc Hill bereikt had, hield hij zijn paard in en zag naar het vuurrcode licht boven Bo rough Hill, en naar de rookwolken, die langs de hellingen rolden. De regen scheen hem niet te kunnen schclen, want hij was blootshoofds nu en dan grecp een windvlaag een hoek van zijn mantel en speelde er een spelletje mee, door hem als de vleugels van een reusachtl- gen nachtvogel te doen klepperen, en het paard uit zijn rust op te schrikken. Dan kal- meerde de ruiter zijn paard met een vriendc- lijk woord, om daarna zijn stilzwijgende be- schouwing van de vuren op Borough Hill voort te zetten. Dc schemering brak langzaam aan. Een zwakkc streep van lichtgeel gekleurd licht scheurde de verwijderdc wolken in het Oosten. Het lartd verloor zijn vagen, vormeloozen om trek, boschjes brem en struiken en berke- boompjes kwamen duidelijker uit de schadu- wen te voorschijn. De vage omtrek der verwij derdc heuvels werd duidelijker en verspreide kreupelboschjes namen fantastische vormen aanhet roode licht boven Borough Hill had iets van zijn tooverachtigc scherptc verloren; en langzamerhand kwam een kreupelbcschje 'dicht bij duidelijk uit de zwakke schaduwen te voorschijn. Maar het gevoel van eenzaam- lieid bleef, de eenzaamheid van een scheme- ring op de heide, waar vogelleven slechts schaarsch is. En de ruiter op Classthcrpe Hill scheen slechts een deel van de stille, door den wind bewogen nattiur, strak in zijn hou- ding en rustige afwachting. 4 tegen 2 stemmen, die van de hecren wet- houders, een subsidie over 1925 toe te kennen van f 10. Vervolgens werd besloten tot het aangaan van een geldleening groot 800, rentende 5 pet., jaarlijksche aflossing 80, vftor aan- koop speelterrein openbare lagere school. Bij de bespreking huurverlaging arbei- derswoningen van de bouwvereeniging drong de heer Ruijter op verlaging der huur aan, zonder medewerking van den Haag. Spreker verwachtte, dat de Raad dat offertje, wat fei- telijk toegezegd is, zal willen brengen. De heer Broertjes vond het voorstel van den heer Ruijter zeer billijk. Het verwonder- de spreker, dat niet op 50 cent per week is aangedrongen. Na breedvoerige discussie werd besloten dc zaak nader in handen te stellen van B. en W., om in overleg met den Haag een oplossing te vinden voor een lagere huur der arbeiderswo- ningen. door het R. K. Schoolbestuur alhier in- gediende rekeningen over 1922, 1923 en 1924, welke bescheiden door B. en W. zijn nagezien, werden goedgekeurd en werd beslo ten tot vaststelling der gemeente!ijke vergoe- ding over 1924. Vervolgens werd vastgesteld en goedge keurd de door, de bouwvereeniging „St. Jo seph" ingediende balans en winst- en verlies- rekening over 1924. Bij de rondvraag drong de heer Buis op een spoedige oplevering van het speellterrein aan en dat die behoorlijk geegaliseerd wordt en voor behoorlijke afvoer van water zal worden zorg gedragen. De voorzitter antwoordde spreker, dat de aannemer onder toezicht van den gemeente- opzichter het werk behoort op te leveren. Spreker zal op spoed aandringen. Wethouder van Diepen drong er op aan, dat de electrische palen goed met carbolineum zouden worden ingesmeerd, zoowel een ge- deelte onder als boven den grond De voorzitter zou den lijnwerker er mee in kennis stellen en op spoedige uitvoering aan dringen. De rondvraag leverde verder niets bijzon- ders op, waarna de vergadering werd geslo- ten. UIT HOORN. Tot lid van het college van regen ten der Rijks Werkinrichting is benoemd dr. G. J. de Boer alhier, in de plaats van den heer Ir. M. J. van Thiel, aan wien eervol ontslag werd verleend met dank voor de bewezen diensten. Alhier komen gedurende den laatsten tijd herhaaldelijk diefstallen voor van rij- wielbelastingplaatjes. Het gelukte de politic nog niet de(n) dader(s) te vinden. Door het college van regenten van het Stadsziekenhuis is het verbouwen van per- ceel Kerkplein 23 tot Zusterhuis gcgund aan de N.V. Tcchnisch Bouwbedrijf voorh. Joh. Verberne alhier voor 11215. UIT NOORDSCHARWOUDE. Holland I behaalde in Nieuwe Niedorp voor dc nederlaagwedstrijden van N. V. V. een mooie 42 overwinning. Vanwcge de afdeeling Langedijk van de I. A. M- V. had Zondagmiddag een open- luchtmeeting plaats welke door slechts een 35-tal belangstellcnden bezocht was. Als sprekers traden op de heer G. Reinder» en Mej. Jeanc de Jong. Een verkieziugsvergadering van den Vrijheidsbond welke hier Zaterdagavond ge- houden zou worden kon wegens al te geringe belangstelling niet doorgaan. Er waren slechts een tiental bezoekers en die waren on- geveer alle met den spreker meegekomen. Na enkele dagen rust is Vrijdag d< markt weer bsgonncn. Dc aanvoer bepaaldc zidi tot slechts enkele vaartuigen aardappe- len. Ook Zaterdag was de aanvoer weinig ol niet grooter. Dc komende week zal er echter wel meer aanvccr kemen. Thans maakte een andere gcdaante, insge- lijks eenzaam en zwijgend zich van dc grau- we uitgestrektheid los. Langs het smalle pad, dat een kortcre weg van Davcntry naar Kis lingbury is, liep of liever strompelde een man, voortgeduwd door den wind, als iemand die uitgeput van vermoeienis en pijn is. Hij boog het hoofd en trok zijn schouders krom tegen de wind- en regenviagen, die hem nu en clan bijna omverwierpen. Icdcre paar hon derd meter ongeveer hield hij stil, en de vin- gers van zijn rechterhand aan zijn lippen zct- tend, floot hij tweemaal schel, wachtte hij even, alsof hij op een antwoord wachtte, en daar hij niets hoorde, strompelde hij verder. Op de hoogte voor hem uit, werd de een- zame ruiter-plotseling uit zijn peinzende hou- ding opgeschrikt. Hij had ondanks wind en regen en het ruischen der boomen, den twee maal herhaalden rocp zeer gced gehoord. On- middellijk antwoordde hij; zijn scherpe oogen doorzochten den grauwen afstand voor hem, en een diepe zucht dccls uit ongeduld en ge- heel uit opluchting baande zich een weg over zijn vastgesloten lippen. Een paar minuten later kwam de gedaante van den eenzamen voetganger in het gezicht, met meeite voort. zwoegendc op den stijgenden grond. De rui ter sprong dadelijk van zijn paard, sloeg dc teugcls over zijn arm en zijn paard bij don tooin leidende, ging hij den nieuw aangeko- mene tegemoet. „God zij geloofd," zei hij, zoodra de andcr dicht genoeg bij was, om hem te kunnen ver- staan, en met een kalmte, die merkbaar otina- tuurlijk was: „ge zijt veilig!" Wordt vervolgd. - ii ii ii I B .■■■■■■..I. ■MWI.I.K. .1 II I I II 18)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1925 | | pagina 5