AlKmaarsche Courant
Sobaakrubriek.
m
Damrubrieb.
De hand met net lidteeken.
w.
m
m
m
m
s
a
m
m
n
w
m
m m m
m m
m m. w
i s§ m m
m m
;1 m
i m m m
m m m
i m m.
m m
FEUILLETON.
1 14
i
1
M
11:
H 1
No. 161 1925
Honderd Zeven en Twintigste Jaargang.
Zaterdag 11 Juli.
BIJZONDER LAGER ONDERWIjS.
BESCHIKBAARSTELLING VAN GEL-
DEN UIT DE GEMEENTEKAS.
BURGEMEESTER en WETFJOUDERS
van ALKMAAR brengen ter openbare ken-
nis, dat de Raad dier gemeente in zijne op 9
Juli jl. genouden vergadering heeft genomen
de volgende besluiten:
A. De raad der gemeente Alkmaar,
Gelezen een adres dd. 20 April jl. van het
bestuur der O.L. Vrouwestichting te Amers-
i'oort, houdende het verzoek gelden uit de ge-
meentekas te willen toestaan voor de stich-
ting van een R- K. school voor lager onder-
wijs in deze gemeente;
Overwegende, dat bij deze aanvrage de in
v artikel 73 der Lageronderwijswet 1920 ge-
vorderde verklaringen en opgaven zijn over-
gelegd;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en
Wethouders, opgenomen in bijlage nr. 99 tot
het verslag van's Raads handelingen;
Gelet op de bepalingen der L,0. wet 1920;
B e s 1 u i t;
aan het bestuur der O. L. Vrouwestichting
te Amersfoort als beschikking op zijn adres
van 20 April j.l. gelden uit de gemeentekas
toe te staan voor de stichting van een R. K.
School voor gewoon lager onderwijs in deze
gemeente.
B. De raad der gemeente ALKMAAR,
Gelezen een adres d.d. 20 April j.l. van het
bestuur der Vereeniging „St. Joseph" alhier,
houdende het verzoek'gelden uit de gemeen
tekas te willen toestaan voor de stichting van
een R. K. school voor gewoon lager onder
wijs in deze gemeente;
Overwegende dat bij deze aanvrage de in
artikel 73 der L. O. wet 1920 gevorderde
verklaringen en opgaven zijn overgelegd;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en
Wethouders, opgenomen in bijlage nr. 99 tot
het verslag van's Raads handelingen;
Gelet op de bepalingen der L. O. wet
1920;
B e s 1 u i t:
aan het bestuur der Vereeniging „St. Jo
seph" alhier als beschikking op zijn adres
van 20 April j.l. gelden uit de gemeentekas
toe te staan voor de stichting van een R. K.
school voor gewoon lager onderwijs in deze
gemeente.
Binnen dertig vrije dagen, te rekenen van
heden, kan ieder ingezetene en het school-
bestuur tegen elk dezer besluiten bij Gedepu-
teerde Staten in beroep komen.
Alkmaar, 10 Juli 1925.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
WENDELAAR, Burgemeester!
A. KOELMA, Secretaris.'
TOELATING VAN LEERLINGEN TOT
HET OPENBAAR VERVOLG-
ONDERWIJS.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van ALKMAAR brengen ter kennis van be-
langhebbenden dat de INSCHRIJVING van
LEERLINGEN voor den cursus van
OPENBAAR VERVOLGONDERWIJS,
welke begin September aanvangt en in het
laatst van April eindigt, kan plaats hebben
op MAANDAG 13, DINSDAG 14, DON-
DERDAG 16 en VRIJDAG 17 JULI e.k.,
telkens des avonds van 7—8 uur, in een der
lokalen van het Stadhuis.
LEERLINGEN DIE DEN CURSUS
REEDS BEZOCHTEN MOETEN ZICH
OPNIEUW AAN MELD EN.
De cursus omvat de gewone vakken la
ger onderwijs en kan, zpo *daaraan behoefte
blijkt te bestaan, worden uitgebreid met een
of meer andere vakken, waaronder de
Fransche, Duitsche en Engelsche taal.
Overiegging van her vaccinatiebewijs is
vereischt.
Aikmaar, Juli 1925.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
WENDELAAR, Burgemeester.
A. KOELMA, Secretaris.
Hit ©nze Staatimachine.
De Gemeenten en de Financi'en
Toen wij de vorige week spraken over de
onvoldoende regeling van de verhouding tus-
schen het Rijk en de Gc-meenten, moesten wij
wel terloops wijzen op de wijzigingen, die de
gemeenten en haar bcheer hebhen ondergaan
en in verband daarmee op de zeer verhoogde
uitgaven, die niet alle veroorzaakt wdrden
door de tueerdere bemoeiingen der gemeenten
in haar eigen belang als op zichzelf staande
organen van den Staat.
De ontzaglijke groei der gemeenten, vooral
van de groote steden, is moeilijk met een
Uit het Engelsch van Baronesse Orczy.
(Geautoriseerde vertaling van A. T.)
41)
Zij verliet kolonel Scrape's tegenwoordig-
heid als een andere vrouw, en voor het eerst
na vele weken en maanden liep zij, zingend
als een jonge vogel, door het huis. Zij ge-
bruikte haar middagmaal met een gezonden
eetlust, en daarna liep zij zingende den tuin
in. Zij zong uit blijdschap, omdat het een
warme dag was, en er lijsters op het grasveld
waren; omdat de roode anjers vol in bloei
stonden en de Madonna lelies knop waren;
omdat zij een specht tegen den ouden eiken-
boom hoorde kloppen; en omdat de menschen
niet zoo slecht en onmenschelijk waren, als
zij dat in den laatsten tijd gedacht had. In
ieder geval zou Jim met rust gelaten worden,
totdat hij voor zich zelf kon zorgen, en al
de afschuwelijkheden, waarop Tubal zoo
wreed bedoeld had, zouden dezen prachtigen
zomerdag niet bederven. Arme Jim! wat
een vreeselijk lot had hij, zich voor zijn le-
ven te moeten verbergen, als een wild dier
door bloeddorstige honden nagezet. Barbara
had-een vaag verlangen, op zijn treurig ge-
laat een glimlach te zien verschijnen, als hij
de goede tijding hoorde, dat hij voor het oo-
genblik veilig was. De vage wensch nam vas
ter vormen aan, en paarde zich aan de ze-
jaarta! vast te leggen, maar wij mogen wel
aannemen, dat het midden en het laatste
kwart van de vorige eeuw in dat opzicht ken-
merkencT zijn.
Het volgende staatje is sprekend genoeg;
de getallen betreffen het eigenlijke middel-
punt der bevolking.
1880 1920
Amsterdam 325000 inw. 661700 inw.
Rotterdam 156500 484100
Den Haag 102000 309600
Utrecht 65000 137000
Haarlem 37000 88300
Groningen 45000 87100
Tilburg 24000 51800
Nijmegen 21200 51000
In 1860 bevatten dc steden met meer dan
50.000 inwoncrs 14,6 proc. der bevolking van
ons land en in 1906 reeds 28,8 proc. 1)
De Gemeentewet van 1851 heeft in haar
grondbeginselen sedert haar ontstaan weinig
verandering ondergaa nen scheert alien oveV
dezelfde kam, niettegenstaande er groote ver-
schillen bestaan, niet alleen wat de grootte
en het bevolkingscijfer aangaat, maar ook in
ander opzicht. In sommige zijn handel en nij-
verheid de hoofdmiddelen van bestaan, in an
dere land- en tuinbouw en veeteelt; er zijn
enkelvoudige gemeenten, die zelf een centrum
zijn, maar er zijn ook samengestelde met
een aantal dorpen van ongeveer gelijken
rang, maar met verschillende behoeften, zoo-
als dat b.v. het geval is met de landelijke
Friesche gemeenten, met Emmen en enkele
Veluwsche gemeenten, waarvan de deelen ja-
loersch op elkander zijn en of de voorziening
in algemeane behoeften belemmeren, of waar
deze tot enorme uitgaven zou verplichten.
De veranderingen in het maatschappelijke
leven hebben, afgescheiden van de toeneming
der bevolking, nieuwe eischen doen ontstaan.
De gemeente uit de dagen, toen de Ge
meentewet ontstond, was een geheel andere
dan de tegenwoordige; van de werkzaamhe-
den en bemoeiingen, die thans de meeste zorg
baren, was toen geen sprake. Wat wij nu ge-
meentebedrijven noemen, was toen onbekend
of kwam niet als gemeentezaak in aanmer-
king; er waren seen of slechts zeldzame gas-
fabieken, geen waterleiding, geen electrici-
teitsbedrijf, geen tramdienst. De latere toene
ming der bevolking en de trek van het platte-
land naar de steden dwong tot stadsuitbrei-
ding met stratenaanleg en verlichting en po-
litietoezicht en tot wOningbouw; de nieuwere
gezondheidsleer eischte verruiming van stra-
ten, reiniging en afbraak van krotten in slop-
pen; het onder.iis was hoogst beperkt en
eerst de wet van 1857 gaf het sfein tot meer
zorg; later volgde het middelbaar onderwijs;
het vak- en ambachtsonderwijs is nog heel
jong; nog weer later volgden gezondheids-
dienst voor volwassepen, voor schoolkinde-
ren, voor zuigelingen; er kwam toezicht op
de kwaliteit der levensmiddelen en zorg voor
de volksvoeding, welke laatste in den distri-
butietijd heel wat bemoeiing vorderde.
En de'meeste van deze zaken werden bij de
wet geregeld of althans bevolen. En onaer-
tusschen kwamen telkens nieuwe wetten van
anderen aard tot stand, voor welker rRhtige
uitvoering de Staat een beroep deed op de ge
meenten en dezen een taak te vervullen gaf.
De verhouding van de gemeente tot den
Staat veranderde, ook die van het gemeente-
bestuur tot de burgerijen het werd hoe lan-
ger hoe moeilijker of onmogelijker om
eenigszins nauwkeurig aan te geven, hoeveel
werk van de gemeente gevorderd wordt op
grond van algemeen geldende wetten of ten
gevolge van bijzondere opdrachten. En som
mige gemeenten, de grootere, werden voor
het gemak van den Staat en de Regeering
belast met werkzaamheden ten behoeve van
'n kring van kleinere gemeenten, aan welke
de bedoelde zorg niet kon of mocht worden
opgedragen, omdat de Staat vreesde, dat het
werk niet goed zou worden gedaan, of te veel
van de financieele krachten van die gemeen
ten zou eischen.
Vpor enkele van die bemoeiingen geeft het
Rijk aan de Gemeente een bijdrage in den
vorm van een zaker percentage van de nood-
zakelijke uitgaven, die de wet eischt, maar
voor tal van werkzaamheden betaalt de Staat
niets; want wij zeiden het reeds de vorige
week de jaarlijksche algemeene rijksuit-
keering is, strikt genomen, nog altijd een te-
gemoetkoming in de schade, die de gemeen
ten leden, toen de heffing van plaatselijke ac-
cijnzen op dc levensmiddelen verboden werd
in 1865.
Behalve die algemeene uitkeering, afhan-
kelijk van het aantal inwoners, die echter niet
verhoogd is, toen'de koopkracht van den gul
den verminderde, ontvangen de gemeenten
nog eenige bijzondere uitkeeringen.
Zoo ontvangt de gemeente uitkeeringen
voor het lager onderwijs en onder zekere
1) Dc liier in cijfers uitgedrukte gegevens
zijn ontleend aan een artikel van J. C. Ra-
maer in de werken van het Ned. Aardrijksk.
Genootschap van 1921.
kerheid, dat iemand hem moest gaan zeggen,
dat hij zoo gauw mogelijk de buurt verlaten
moest en vooral dat hij de nabijheid van
Shutford vermijden moest, alsof hetdoor
pest bezocht was.
En hoe meer zij hierover nadacht, des
te meer werd zij overtuigd, dat het haar
plicjjt was, om te trachten Jim te vinden; al
les om haar heen op dezen warmen middag
midden in den zomer drong haar tot dezen
plicht; de warme bedwelmende lucht, de geur
der rozen, de roep van lijster en merel al-
les scheen op dat zelfde onderwerp aan te
dringen. Zij moest Jim gaan opzoeken, zeiden
zijZij moest Jim gaan opzoeken en hem
zeggen weg te gaan, en zij beloofden alien,
haar te helpen, om hem te vinden. Oh! zij
zou hem vinden, daar was zij niet bang voor.
Zij had een plicht te vervullen en God zou
haar geleiden. Het was een plicht, en zij
moest het doen zelfs ten koste van een slag
aan haar trots. Jim was den laatsten keer
zoo kortaf tegen haar geweest, zij zou haar
humeur in bedwang moeten houden en haar
toorn verduwen, als hij zich koel van haar af-
keerde.
Maar terwijl zij zoo met zichzelf redeneer-
de, wist zij, dat zij trachten zou hem te vin
den, en wist zij ook, dat het haar gelukken
zou, zij wist zelfs precies, waar zij hem zoeken
zou en op welk uur. Ging hij niet naar Shut-
ford, en waren zijn uitverkoren bosschen niet
op korten afstand van het huis? Zij ging
zelfs zoover, dat zij Matthew zeide, haar
naard Stella om zeven uur voor haar te za-
voorwaarden voor het vervolgonderwijsver-
der voor nijvei'heidsonderwijs; voor middel
baar en hooger en voor buitengewoon lager
onderwijs.
Dan zijn er verder de uitkeeringen volgens
de Ziektenwet, de Woningwet, de Landarbei-
derswet, de Warenwet en de Vleeschkeurings-
wet. Maar dit alles geldt voor rechtstreek-
sche uitgaven, die de gemeente moet doen,
terwijl de wet aan den Staat de zorg voor die
diensten in hun geheel opdraagt. Belooning
is het dus niet, niaar of voorschot of terugbe-
taling.
Behalve deze uitkeeringen beschikt de ge
meente over een heele rij van inkomsten of de
opbrengst van heffingen, waartoe de Staat
verlof geeft en en in de wet maximaal vast-
gelegd aantal opcenten op eenige rijksbelas-
tingen.
Onder deze toegestane belastingheffingen
is de gemeentelijke inkomstenbelasting wel de
voornaamste.
Wij stellen ons voor over de geldmiddelen
van de gemeenten en over de begrooting en
andere financieele aangelegenhederi nog na-
der te spreken. Nu stippen wij alleen nog
aan, dat de Rijksinkomstenbelasting een an
der karakter heeft dan de gemeentelijke: de
eerste wordt geheven naar vaste regelen; de
•laatste is een sluitpost en haar tarief kan dus
elk jaar veranderen, wanneer de behoeften
der gemeenten vermeerderen of verminderen.
In de Alkmaarsche Schaakclub V. V. V.
wordt elk jaar een door een der leden ge-
schonken zilveren beker als wisselprijs ver-
speeld. Dit jaar zijn die bekerwedstrijden al
zeer spannend. Drie heeren hebben hog kans
en er nog twee hangpartijen te spelen. De
hier volgende partij is een zeer mooie vooral
wat 't eindspel betreft.
Wit: V. B. Zw.: L.
Geweigerd Koningsgambiet.
1. e4 e5
-■ f4 Lc5 De beste zet als men 't
Koningsgambiet niet aan wil nemen.
3. Pf3 dft
4. c3 Lg4
5. Le2. Anders kan d'4 niet gespeeld
worden.
5Pf6.
6. d!4 ed4
7. cd4 Lb4
8. Ld2 Lb2
9. Pd2 0—0
10. 0—0 Te8
11. Dc2 Pc6
12. Ld3?!
Minder goed want nu ruilt zw. dien L.
af. Maar to:h moest p. d4 gedekt wor
den. Anders zou volgen 12 Lf? en
dan was d4 verloren.
12. Lb4
13. Dc3 Pd3
14. Dd3 Te7.
15. h3 Lf3
16. Tf3 Df8
17. Tafl, Td8. Zwart wil Ta8 naar d8
spelen en stopt daarvoor de Dame weg,
wat minder sterk is.
18. Dc2 c6 Beiden spelen voorzichtig.
19. g4 Wit will aanvalleni; een remise-
stelling is niet naar zijn zin.
19. g6.
20. g5 Ph5? Beter was naar den Da-
mevleugel te gaan. Daar ligt de operatie-
basis voor zwart. Aan dezen vleugel is
niets te doen voor't paard.
21. Dc3 f5? Beter was Dg7 om d4 te
pennen.
22. e5 d5? Nu heeft wit een vrijpion
waardoor zijn stelling beter wordt.
23. Pb3 Pg7
24. h4 Wit wil op den Koningsvleugel
een doorbraak forceeren.
24Pe6 Om Pc5 te verhinderen
25. Th3 T8d7
26. Pc5! Pc5
27. Dc5 Nu is zwart gedwongen tot:
2 7a6. Waarcioor de pionnen
op db dame-vleugel minder gunstig
staan.
28. Tel. Om te verhinderen dat de Zw
K. over f7 naar den Dame-vleugel trekt.
2 8Te6. Om e5 te „stoppen."
29. Df8 I<f8 't Is niet goed gezien
van zwart hier afruil van stukken te
bevorderen. Immers door de vrije'e-pion
staat wit beter.
30. b4 T6e7 Van nu af wordt zwart
geblokkeerd.
31. h5 Tg7.
32. Kf2 voor eventueel aftrekschaak en
om zijn tweeden toren op de h-lijn te
kunnen brengen.
32Ke7
33. Tel Ke6
34. a4. Wit bereidt een doorbraak voor op
de Damevleugel.
34Tc7
35. Ke3 Tge7. Zwart zet doeiloos!
36. hg5 hg5. Nu begint Wit zijn d'oor-
delen; zij dacht, dat dit wel een geschikt tijd
zou zijn, om Jim te vinden, daar Tubal iets
von zonsondergang apzegd had. Toen ging
zij terug langs den kant van de gracht. De
zon was nog zger heet, en daar zij vermoeid
was, van de vele aandoeningen, die haar hart
in de laatste dagen vevscheurd hadden, trok
zij de oude boot van onder het bootenhuis
uit, legde er wat kussens m, en maakte ze
vast onder den overhangenden wilgeboom
Door de takken heen had zij van hier een
prachtig gezicht op het zuidelijke front van
het kasteel, met twee breede torens, waar de
hoofdtrappen zich in bevonden, en onder het
dak van den westelijken toren, de gewichtige
raadkamer, waarop de briefwis^eling van
den koning geborgen was. Droomend, pein-
zend, tusschen de kussens gevlijd, lag zij
daar eenige uren, soms slaperig, soms lezend.
Zij had een van haar lievelingsboeken mede-
genomen „The Fairy Queen" door Spen
ser en in het begin las zij met ijver door,
terwijl zij zachte schommelen van de boot
en de vrede en stilte rondom haar, haar in
een soort van beschouwende extase brach-
ten. Zij las verder, genoot van de zangerige
verzen, de vreemde fantasie van het gedicht,
totdat zij kwam aan den regel: „Zoekend
naar mijn geliefde, ga ik van de eene plaats
naar de andere," waarop haar hand, die het
boek vasthield, op haar schoot viel, en zij
ging achterover in de kussens liggen, keek
naar het doorschijnende blauw boven haar,
zooals het door den wirwar van zachtgroene
wilo-eblaadies heenscheen.
37.
38.
39.
40.
wits
40.
41.
41.
42.
43.
43.
44.
45.
46.
47.
48.
50.
61.
52.
53.
54.
braak.
Th6 Tg7 gedwongen.
Tchl. Tce7. Beter had hij hier op de
Damevleugel wat moeten beginnen. Zw.
laat zich msluitem en Wit komt hoe lan
ger hoe beter te staan.
rh8 Kd7
Tlhb. Wit wil maar op p g6 af. Ziet
hij kans deze hoeksteen te veroveren
dan is't met zwart gedaan. Zwart ziet
manoeuvre niet.
Kc7
4f81 Om via f6 den pion op g6 aan
te vallen.
I<d7
Tf6 Te6
Th8! Ruilt zwart nu op f6 af dan
volgt na 43Tf6 44. ef6 of gf6 en
Tf7 gedwongen. 45. Tg8 en pion g6
valt speelt zwart dan 45Th7 dan
voilgt 46. Tg7f hg7 gedwongen en 47.
fg7 waarop wit dam haalt.
J- ^3
ld6t Ke7. Nu komt de Zw. K. niet
meer naar den Dame-vleugel en Wit
kan met zijn K. daarheen gaan om den
strijd mee te helpen beslissen.
Th6 Teg8. Na 45Kf7 volgt
46. Tf6't en wi twint p. g6.
Kd3 Kf7
Kc3 I<e7
Kb3. Nu is wit klaar en kan hij ge-
volg geven aan zijn voornemen door te
breken op den Dame-vleugel.
Kf7
b5! a5. Zwart offert een pion om
uit de omknelling te komen. Hier toont
hij tevens dat hij meer prohleem-kenner
dan partij-speler is. Hij zet hier een
actie in om de glad verloren partij te
doen eindigen in remise door zich in een
patsteiling te werken. Wit heeft geen
erg in zwarts bedoelingen en volvoert
zijn plannen die lifden tot Toren-winst
op g7.
Zwart laat wit zijn plannen uitvoeren
om tot de patsteiling te geraken.
bc6 bc6
Tc6 Tb8
Kc3 Tb4! Schijnbaar om p. a4 te
vangen
446.^ Ke7.
4a6? Hier had wit niet moeten spelen
op Torepwinst. Hij had eenvoudig moe
ten spelen 54. Tfg6. Na afruil winnen
de vrije g en e-pion en na 54Kf8
volgt dan 55. ThS Kf7. 56. Tf6+ Ke7
57. Ta8 Ta4 58. Tb5 Tc4 59. I<b3 Td4?
60. Ta7 en 61. Tb8 mat.
Tc4!
Kd3 Tb4
Ta7f. Ke6
Wit ziet niets van 't dreigend gevaar
van de patsteiling.
Tg7?? Wit heeft den toren veroverd
maar tengevolge daarvan wordt de par
tij remise. Hacfwi thier den partij a-pion
geslagen dan was zijn winst zeker ge
weest.
7Tc4f!
8. Kd3 Tc3f!
9. Ke2 Te3f! En wit kan niet nemen
want de zwarte Koning staat dan'pat!
Zwart kan blijven schaak geven. Wit
heeft dus de keus tusschen remise door
eeuwig schaak of na neming van den
zwarten Toren-remise doordat de zw.
K. pat staat. 't Is hard' voor wit om zoo
een gewonnen partij te moeten remise
geven
Zwart heeft hier' verbazend mooi ge
speeld!
15e Wedstrijdeindspel no: 66.
8
7
6
5
4
3
2
1
a b c d e f g
Wit speelt en wint.
Opl. van eindspel 63.
1. Dc6: be6 2. Pe5f Kh5. 3. Tf5 Kh4 4.
Lf2 mat.
Of 1. Dc6 bc6 2. Pe5. Kg5 3. Tf3 Kh5 4.
Th3 mat.
Dit is de oplossing van. den auteur.
Maar Zoo hoeft het niet!!
Na 1. Dc6: Ld4kan wel-mat gegeven
worden maar 't hoeft niet daar zwart een
bevredigende voortzetting h'eeft. Beide ge-
vallen zijn gevonden door de heeren D de
Boer en P. Ooijkaas te Alkmaar.
Oplossing probleem Nr. 67 (wedstrijdpro-
54.
55.
56.
57
„Zoekend naar mijn geliefde, ga ik van
de eene plaats naar de andere," fluisterde
zij een paar maal, en toen kreeg zij diep me-
delijden met zich zelf en werd zeer somber.
Wat een heerlijk gevoel moest het zijn rond
te dolen b.v. in de bosschen midden in den
zomer te zoeken naar den geliefde, met de
zekerheid natuurlijk hem in het einde te zul-
len vinden. Iemand te vinden, wiens armen
zich zouden uitstrekken, wiens oogen zouden
schitteren, wiens lippen vreugdekreteu zou
den slaken, als hij haar zag! Mijn God! wat
een zaligheid! Maar een zaligheid, die zij,
Barbara, nooit, nooit in haar leven zou on-
dervinden. Het grootste geluk, dat de hemel
een vrouw op deze aarde schenken kon, zou
zij nooit kennen. Wat had zij gedaan, waar-
in had zij gezondigd, dat het onschatbare
voorrecht van iedere vrouw haar ontzegcl
werd de liefde van een goed man? Het
was wreed, zeer wreed. Jong, vurig, vol van
leven en kracht om lief te hebben, was zij ge-
bonden, onherroepelijk gebonden aan iemand,
die niet de minste liefde voor haar koesterde.
En ze nooit zou hebben. Hij toonde dat dien
middag in de bosschen duidelijk genoeg, toen
zij tegen hem glimlachte en teedere woorden
van vriendschap en medelijden sprak, en hij
zoo kortaf zoo koud was, en haar te verstaan
gaf oh! zoo onbarmhartig! dat hij niets
om haar gaf.
En zij was onherroepelijk gebonden. Zij
kon zich niet langer vleien met het geloof,
dat zij eenmaal vrij zou zijn, vrij om lief te
hebben en weej te trouwen. De tijd was voort-
bleem Nr. 12) van J. F. Scheel.
Wit: Kgl Dd3 Tg4 Pf5 pi f2.
Zwart: I<c5 Da8 Te6 Lf6 en h5 pi a3 b6
e7 g5 en g2.'
1 Ph4 (dreigt Dd4 mat).
1 Eg4: 2. Pg6 mat.
1 gh4: 2. f4 mat.
1rd'6 2. Df5 mat.
1 Tc6 2. Pf3 mat.
1Dd5 2. Dg3 mat.
1 oe4 2. Te4: mat.
1 Da4 (8) 2. Pf3 mat v
'n Merkwaardig verschil in strijdkrach-
ten met 2 a prendre staande witte officie-
ren. Mooie varianten, goede opstelling.
Goede opl. ontvangen van D. de Boer.
F. C. Laas, Jongedijk, Termaat en Jansen
alien te Alkmaar.
Probleem Nr. 70
(15e Wedsfrijd-prcbkemV
Zwart (7)
n
Wit (11)
Wit geeft mat in 2 zetten.
Aan de Dammers!
Nog steeds is er een groot aantal lief-
hebbers in en buiten de stad, die wekeiijks
onze problemen oplossen, doch er nimmer
toe komen deze op te zenden. Vooral in de
zomermaanden. Wij zullen daarom voorjoo-
pig geen oplossingen vermelden. Wij ver-
trouwen echter, dat de vele echte liefhebbers
geregeld de oplossingen zullen zoeken van
onze wekelijksche opgave.
Stand van probleem No. 867.
(Auteur A. D. Querido).
Zwart: 8 schijven op 1, 3, 8, 10, 19, 20,
29, 36.
Wit: 8 schijven op 12, 17, 26, 28, 37, '38,
39, 49.
Oplossing
1. 37—31 1. 36:27
2. 26—21 2. 27 16
3. 39—34 3 29 40
4. 49—44 4. 40 49
5. 17—11 5. 49 7
6. 11 4!
UIT DE PARTIJ.
In den wedstrijd om het kampioenschap
van den Haag kwam van de partij Polman—
Jacobs de volgenda sidling voor:
Si
-
-
3":!
9
m
Ws
V'.
21,23,25,29.
Wit: 12 schijven op 22, 28, 30, 32, 34,
35, 40, 42/45, 48.
Polman speelde nu met wit 44—39, schijn
baar.een sterke positiezet. Hij had echter
overzien, dat zwart nu gelegenheid had een
mooie combinatie te maken.
i.
44—39?
1. 19—24
2.
30 of 28 8
2. 2 13
3.'
28 of 30 8
3 14—20
4.
34 :23
4. 9—13
5.
8 19
5. 25—30
6.
35 :24
6. 20 49! i
In
een partij
Bizet—Dumont
deze
positie aan
if S
i if m m
M 1
m Wl
m si
gegaan, de troebelen waren vermeederd; als
in dit ongelukkige land de vrede was terug-
gekeerd, zou zij waarschijnlijk te oud, en ze
ker te moede zijn, om het leven opnieuw te
beginnen. Het was nu, nu op dit uur, op de
zen schitterenden zomerdag, dat zij verlang-
de naar liefde, naar iets liefs en teeders, dat
haar in beschermende plooien zou hullen,
weg ver weg van strijd en.haat en wreedheid,
en haar zou voeren naar een verwijderde,
eenzame kust, waar zij alles kon vergeten en
alleen voor haar liefde kon kven. In haar
hart voelde zij een oneindige teederheid, die
door het noodlot onvruchtbaar gemaakt werd,
een macht tot zelfopoffering en aanbidding,
die alle machteloos gemaakt waren door een
vijandig lot. Overal rondom haar nestelden
de vogels, de lucht was vervuld van het ge-
gons der insecten, en de rozen bodem hun
geurige kronen aan om door de bijen gekust
te worden. Overal rondom haar was leven,
leven en liefde, de schoonheid van den hemel
en de vlokkige, luchtige wolkjes; de schoon-;
heid van den dauwdruppel op de meeldraden
der waterlelies: de schoonheid van statig riet,
dat zich boog onder de liefkoozing van den
westenwind;"en een hevige pijn, een woest.
verlangen, vulden haar hart zoo, dat een
snik in haar keel opsteeg en de tranen in
haar oogen kwamen. Een verlangen? Zij
wist nauwkeurig naar wat. Zij strekte alleen
haar armen uit en sloeg ze heftig over haar
ionee borsL (Wordt vervolgd.)
Y/aZ/A
•jBaa
;-gp
[J J 1 WJ. X W, 1 J,
<mA