ep^hi^chend Triendschap. B ETC END MAKING. De Direeteur van den Genre en+elijken Dienst der Werkloosheidsverzekering em Ar- beidsbemiddeling maakt bekend. dat op he- den de navolgende werkzoekenden zijn inge- schreven: 1 bakker, 3 bankwerkers, 1 betoin- werker, 1 boekdrukker, 1 boerenarbcicler, 1 bouwkund ig-opzich ter, 2 chauffeurs, 1 dek- sorteerder, 3 electriciens, 1 fundeeringwer- ker, lb grondwerkers, 2 kantoorbedienden 1 kellner, 1 kistanmaker, 1 kleermaker, 1 koet- sier, 1 kok, 1 letterzetter, 1 loodgieter-zink- werker, 1 loopjongen, 1 mach.-bankwerker, 1 magazijnbed'iende, 7 metseiaars, 9 opper- liedfen, 6 pakhuisknechts, 2 plaatwerkers, 1 schipper, 1 schoenmaker, 21 sigarenmakers, 1 sigarensorteerder, 4 smeden, 1 steenbikker, 1 steenhouwer. 2 stokers, 1 stucadoor, 14 t'immerlieden, 1 voeger, 1 wisseMooper, 1 za- delmaker en 45 losse arbeiders. Plaatsimgen gedurende de afgeloopen week: I hankwerker, 2 schilders, 2 Hmmer- lieden, 1 tuinmati, 1 meubelmaker, 1 vlechter (betour-) en 4 losse arbeiders. Gevraagd worden: 2 ioopjongens en erw- tenlezers. Aikmaar, 1 Augustus 1925. De Direeteur, P. KIKKERT. geving aangenomen de navolgende stukken: Van Ged. Staten een missive van gedkeuJ ring van de suppletoire begrooting; van de Gezondheidscominissie to Pur- merend en opgave, dat door dezc gemeente in de kosten zal moeten worden bijgedragen voor een bedrag groot 26.82; van Ged. Staten een bericht van ontvangst tot wijziging van de politieverordening, vast- gesteld in een vorige vergadering; van Ged. Staten een schrijven, dat voor den Keuringsdienst van Waren te Aikmaar over 1923 te veel is betaald 37 89, welk be drag gerestiuteerd zal worden; van Ged. Staten eene mededeeling, dat de aanslag van een forensenbelasting- van den heer Kalis moot worden vcrnietigd De heer Oostwouder wenschte in hooger beroep te gaan bij den Raad van State. De voorzitter ontraadde dit, omdat er geen baat bij te vinden zal zijn. De heer Mantel vroeg volgens welk artikcl dezen aanslag moet worden vernietigd De voorzitter zeide, dat dit door Ged. Sta ten niet nader wordt omschreven. Het voorstel-Oostwouder, ondersfeund door den heer de Goede, werd in stemming gebracht en aangenomen met 4 tegen 3 stem- men (Mantel, Voorthuizen en Plugboer). Door B. en W. werden vervolgens aange- boden de gemeente-rekening, dienst 1924. Deze rekening gaf aan een nadeelig saldo van 1059.96, een voordeelig saldo van f 38581, alzoo een nadeelig saldo van 664.15; de rekening van het Burgerlijk Armbe- stuur,, dienst 1924, welke aangaf in ontvang- sten een bedrag van 4037.51, in uitgaven van 2899.66, alzoo een saldo van 113785; dc rekening van het electrisch bedrijf over 1924, groot in ontvangsten 7465.67, in uit gaven van 5858.55, alzoo een voordeelig saldo van 1607.12. De heeren Groot. Voorthuizen en Oost wouder werden aangewezen tot leden van de commissie van oderzoek van deze rekenin- gen. Vex-volgens werd door B. en W voorgesteld een wijziging betreffende het heffen van de secretarielegcs betreffende het heffen van een recht van f 1 voor iedere uit te reiken jacht- acte, waaraan door den Minister goedkeuring was onthouden. Werd algemeen gordgevonden. Aan de orde werd gesteld het in de vorige vergadering verdaagde verzoek van den heer K Oostwouder tot verkrijging van een plaatsje, ingevolge de Landarbeiderswet De voorzitter stekle voor. voor genoemd goed 18 Aren grond te verkoopen van den Westertuin. De heer Westerhof wilde liever het restee- rendc terrein van den Oostertuin verkoopen. De voorzitter: Bij onderzoek is geblcken, daf dit terrein te klein is en totaal onge- schikt. De voorzitter stelde derhalve vor, als ter rein daarvoor aan te wijzen een stuk grond, groot IS Aren, vanaf het zttidelijk gedeelte, tegen 40 cent per M-. De heer Groot vroeg hoe de voorzitter dacht over art. 2 al. 1 van de Landarbeiders- wet. Dc voorzitter antwoordde, dat ingediende aanvragen van personen, die vroeger landar- oeider waren en thans een ander bedrijf uit- oefenen, worden toegestaan. De heer Mantel: Moet de Raad uitmaken ot de aanvrager volldeed aan de verschil- lende eischen? De voorzitter. Dit moet niet zoo nauwkeu- rig worden uitgevorscht, want dan zou aan niemand een plaatsje kunnen worden gene- ven. ^eer Groot. De bedoeling van de wet ,S a™!.??1}- zu.miSe landarbeiders, die zelf reeds het tiende gedeelte der kosten hebben bespaard, een plaatsje te verschaffen, "wat wordt gedaan om den trek naar de Steden te- gen te gaan. Nogmaals zeg ik dgt de heer Oostwouder geen landarbeider maar tuinder der-tuinder" te schrijven, hetgeen werd goed- gevonden. De voorzitter vroeg nu, of goedgekeurd werd eene aanvrage bij het Rijk te doen voor een bedrag van 3600 voor stichting van een plaatsje voor den heer Oostwonder, groot 18 Aren aan het Zuidelijk deel van den Wes tertuin tegen 40 cent dc M2. De heer de Goede zeideri dat de gemeente schade van dezen verkoop heeft, omdat de rente van het bedrag minder zal bedragen dan de huursom, die het perceel thans op- brengt. De voorzitter zeide, dat voor woningbouw ook tegen 40 cent per M2 is verkocht. Het voorstel van den voorzitter werd zon- der hoofdelijke stemming aangenomen. Alsnog werd algemeen goedgevonden een voorstel van den heer de. Goede, om in de hypotheekacte de bepaling op te nemen, dat de te niaken afscheicfing voor gezamenlijke rekening moet worden gemaakt en onderhou den. Ook werd nog gezegd1 dat over genoemd terrein een overpad is, wat door den voorzit ter nader zal worden onderzocht. Rondvraag. De heer Groot vroeg of B. en W. reeds een conferentie hebben gcliad met het „P.E.N_" De voorzitter zei, dat deze 7 Augustus zal plaats hebben. De heer Groot zei v-erder, dat men omte- vreden is, dat de waterleiding in de Scher- mcr zoo slecht vordert. Spr. vond de hou- ding van het waferleidingbedrijf, waarin deze gemeente wordt veraditzaamd, niet zoo- als het behoort. De voorzitter antwoordde, dat gisteren (Vrijdag) een conferentie met het waterlei- dingbedrijf zou plaats hebben en dat alsdan de belangen zullen worden besproken. De heer Oostwouder meetide, dat de Hjken op de begraafplaats van den Oostertuin te ondiep worden begraven en dat daardoor dikwijls een onaangename reuk daar waar te nemen is. De voorzitter zeide, dat dit begraven ge- heel volgens de vaorschriften plaats heeft. De heer Plugboer uitte een klacht over het minder aangenaam ruiken bij de bewuste scheidingssloot te Stompetoren, die weer be- gint te vervuilen. De voorzitter zeide een nader onderzoek in dezen toe. Hierna sluiting der vergadering. leu steunen. Daartoe bestaan vier wegen en wel: door als lid (conitributie jaarlijks 5) of begunstiger (contribute jaarlijks 2.50) toe te treden, of als domateur door een scheuking ineens van plm. 25.of (en dit is iets wat 'n ieder kan odeini en voor den kymoloog plicht is) indien mein een Holland- schen Smoushond onitdekt alle bijzonderheden dien hond betreffende, ziet uit te vinden en aan het secretariaat te willen opgeven. Steunt ons in de pogingen iets uit het moe- derland te helpen be waren,. Namens het bestuur: Mr. C. j. HEEMSKERK, Voorzitter. Mejuffrouw I. JOH. W. DE VRIES, Secretaresse, Koepoortsweg 65, Hoorn. Buiteni^ud. De voorzitter stelde voor bij de aanvrane in de plaats van „landarbeider"- „landarbei- DE GROOTS!E L1CHTRECLAME TER WERELD. De Parijzenaars kunnen thans elken avond van een fantastisch schouwspei geme- ten. In strakke lichtlijnen, gevormd door guir- landes van duizend-en gioeilampen, teekent zich plotsding het maehtig silhouet van den Eiffeltoren tegen den donkeren nachthemel af, om dan een oogen-blik later-in een luch- tig kleed van fonkelende sterren gehuld te worden. Dan schiet een reusaehtige, roode vlam omiioog, waarna zich schittcrend witte sterren vexloonen, gevolgd door kometen met breeden gouden staart, welke in de woorden „Citroen" overgaan. De geleiddijke over- gang van sterrebeelden en kometen tot let ters van enorme afmetingen (21 M. hoogte) is ongetwijfeld een buitengewone gelukkige oplossing van het zoo moeilijke probleem om kunst en letter-reclame op practische wijze te vereenngen. 24.000 Philips-lampen worden voor deze lichtreclame gebruikt Voor de elc- trischc leidingen waren 34 kilometer kabel en ob kilometer draad noodig. De technische moeilijkheden, welke men overwinnen moest, waren niet geriing, temeer waar het werk voor het grootste gedeelte op duizeiingwekkende hoogte gcschicden moest. De werklieden, die voor de montage op den spits van den toren zo-rgden, verdienden dan ook een iiurloon van niet minder dan 250 francs. Ingezonden stukken (Buiten verant woordelijkhetd van de Redac- lie. De op name in deze rubriek bewijst geens- zins dat de redactie er mede instemt.) OP ROE P AAN ALLE KYNOLOGEN EN DIERENVRIENDEN. Het zal U waarschijnlijk wel bekend zijn, dat er pogingen worden gedaan om een on- zer natiooale rassen „den ■Hollandschen Smoushond" van den ondergamg (algeheple verdwijniug) te redden. Daartoe is opgericht een Holiandsche Smoushondenclub, welke met alle kracht zal probeeren het ras weer op peil te breingen. Het bestuur, bestaande uit den 'heer mr. C. J. Heemskcrk, voorzitter, mejuffrouw Joh. W. de Vries, secretaresse, den heer Medard Kesslcr stamboek redacteur, den heer L. C. Kloos, penningmeester, mevrouw J. C. A. Wcerts van St. Philipsland, comm., vraagt aan een ieder om hen in die pogingen, te wi'l- JT (verontwaardi^d)- jfj goh0nt er plerier in te nebben om andere mensoben der vrije dagen te verknoeien. De ▼onge keer viel je w die eendenvfjver en bedierf alle plezier en weer het eejst .wat je doet je door een weep te laten (Humorist), door HENRI BOREL. Nadruk verboden. Otakisan was de schoonste der Geisha's uit het schoonste theehuis van Tokio. Haar lichaam was slank en rank als de boom de Bamboe welker naam zij droeg, het was rijzig en stak boven dat der "andere Geisha's uit, zooals een hooge Bamboeboom boven anderen, haar gezicht was eilipsvor- mig, zooals de vorm van een volmaakt ei,,het was het „ei-gezicht", dat ook de verhevenste Kwannon beclden der meest lregenadigde schilders en beeldhouwers hebben, en dat een kenteeken is der oude Samoerai geslachten. De groote schilder Outantaro is aan de liefde voor deze vrouwengezichten gestorven Ota- kisan's wenkbrauwen waren teeder en vaag als de omtrekken van verre bergen, haar niondje was rood en sappig als de kers. die uit schoonsten bloesem gerijpt is, haar voctjes waren liefelijk als lotussen, en de donskleur der perziken bloosde, op haar wangen, die de tint hadden van oud-ivoor. Ja, voorzeker, Otakisan was uit een oud, verarmd Sanioerai- geslacht, haar ouders waren schier van hon- ger omgekomen toen zij besloten, haar voor Geisha te doen opleiden, en zij had het offer aanvaard, zooals iedere Japansche dochter het aanvaard zou hebben, 'om haar ouders te redden. Behoort het leven van een Japansch meisje niet eerst aan haar ouders, en dan aan haar man toe? Nu zou nimmer Otaki- san's schoonheid aan een man, een echtge- noct toebehooren, maar een ding van vermaak en verstrooiing zijn voor velc mannen, die in het theehuis hun zorgen en verdriet komen vergeten. Als de mannen en jongelieden van ,,de win eh de wilgen" 1) in't theehuis onder vroolijken kout hun verhemelte lieten streelen door thee, uit lotus-pitten getrokken, kwamen de Geisha's met haar „sauiese.n" 2) hun ziel streelen met zoete liederen, en dansten zij den statigen waaier-dans om hun begeerte te ver- edelen. Maar ieder in Tokio wist, dat in het theehuis van de oude Osatosan, de „mama" der Geisha's, de mooie meisjes eigenlijk in den strikten zin niet alleen Geisha's waren,^ voor enkel zang en spel en dans, maar ook, voor zeer duur geld, heimelijk a; a de oude geofferd, het spel van wind en wilgen speel- den. Okakura en Takahashi waren twee onaf- scheidelijke vrienden, studenten in de rech- ten, die tot de getrouwe bezoekers van he* theehuis behoorden. Het duurde niet lang, of aan de onverschilligheid, ja bijna onbeleefd- heid, die de jonge Okakura in 't oogloopend aan de schoone Otakisan betoonde, zoolangs de vrienden er bij waren, als zij naast hem kwain hurken met haar ..saniesen" was dui- delijk te l->emerken, dat hij haar lief had ge- kregen.- Japanncrs moeten hun innigste ge- voelens voor de buitenwcreld verbergen, dit wil de zede, die \?et is van het ongeschreven wetboek Bocshido 3) en zeifs leed en rampen, hun overkomcn, belijden zij slechts met een glimlach, ja, zoo ver gaat dit, dat nieesta! door al te sterk uitgesproken onverschillig heid de liefde zich verraad. Takahashi, die het hart van zijn vriend lcende door de heilige communie der vriendschap, al spraken zij over de innigste hartedingen niet. voelde on- middellijk hoe de liefde voor een Geisha wier schoonheid voor alien was, over Okakura was gekomen, en een groote bezorgdheid welde in hem op want Okakura was niet rijk en moest van een zeer beperkt studiegeld le ven. Hoe kan liefde voor een Geisha bestaan. zonder noodlot en cllende, als hij niet over een vollen buidcl beschikt? In den begirme zweeg Takahashi, omdat hij wel wist, dat woorden toch niet helpen te gen het noodlot.dcr liefde. Is liefde niet Kar ma, oorzaak en gevolg uit vroegere levens, en moet die niet worden uitgewerkt tusschen 2 menschen? Hij wist wel, dat zijn vriend hei- melijke nachtelijke samenkomsteri met de schoone Otakisan had, dat hij dichterlijke boottochten met haar maakte in den mane- sehijn, in den lotusviiver achtcr in den tuin, en hij wist ook dat Okakura er zich voor rui- neerde, en in handen van geldschieters was gevallen. Eens echter werd de ondergang van zijn vriend hem te maehtig, en dat'was, toen hij hoorde, dat hij het heilige zwaard van zijn voorvaderen ging verkoopen aan een anti- quair. Okakura stamde af van een oude aclel- lijke familie van Daimyo's 4), die door den val van het Shogunaat en de sociale revoiu- tic hare bezittingen had verlorcn, en van a! haar rijkdom was niets overgeblcven dan een heilig zwaard. dat eeuwen en eeuwen gele- den door den Keizer zelf, den afstammeling van de Zonnegodin Amaferam, aan een zij- Het was een zwaard van groote waarde, waarvan de stootplaat alleen, door een be- roemd kunstenaar gewrocht, al meer dan duizend yen (dollars) vertegenwoordigde, het was gebruikt door roemzuchte Daimyo's in roemrijke veldslagen, eens had het den Keizer zelf het leven gered, en er werd in de familie van gezegd, dat een Kami (geest) den eige- naar er van beschermde. Toen waarschuwde Takahashi zijn vriend, omdat waarschuwen tegen booze daden de eerste plicht van een vriend tegenover den anderen is, zoo wil 't het Boeshido. Maar Okakura was niet te bereden, en ontstak zclfs in toorn. Het hielp niet of zijn vriend hem al zeide, dat de liefde van een Geisha niets waard kan zijn, als zij betaald moet worden. het hielp evenmin toen Takahaski hem er op wees, dat Okakura's voorvaderen geen rus zouden hebben in de geestenwereld als hun laatste afstammeling het zwaard uit 's Kei- zers handen verkocht, dat hun heilig was, ja dat de Kami, die hun geslacht beschermd het voor goed verlaten zou met het heilige erf- stuk, de liefde had den jongen man zoc gansehelijk verblind, dat zelfs het Boeshido- in hem was aangetast, en de eer van den edelman hem minder waard werd dan de be- koringen van de schoone Geisha. Toen besloot Takahashi, zich voor zijn vriend op te offeren, zooals de heilige vriend schap dat eischt, die eene wenschelijke betrek king is, door de Goden zelf ingesteld. Hij verkocht de weinige bezittingen, die hij had, waaronder een kostbare schildering van den grooten Kano Motonobu, die hij van zijn vader geerfd had, hij stak zich in schulden, en gaf zich over aan geldschieters, totdat hij het zwaard van zijn vriend van den anti- quair kon terugkoopen, die er bijna het dub- bele voor vroeg, dat hij er Okakura voor ge- geven had. Heimelijk bewaarde hij het, om net later aan zijn vriend te kunnen geven, zoodra deze het weer waardig zou zijn. Oka kura zwijmelde nu zijn leven door met de schoone Geisha, die hij rijke kimono's en waaiers en sieraden schonk, en die alleen voor hem werd uitverkoren, omdat de oude moeder Osatosan er zoo rijkelijk voor betaald werd. Toen was het, dat de oorlog met Rusland uitbrak, het gehalte Rusland, dat de eer van Japan had durven aantasten. Heel de Japan sche ziel sidderdc, want het ging er nu om, de gansche wereld te toonen, wat het Boeshido en het Land der Rijzende zon vermag. Dit was de tijd, toen de vrouwen en meisjes hue zonen en verloofden vrijwillig als reeds ge- sneuveld beschouwden, toen zij op de groote oorlogschepen de monden der kanonnen kwa men kussen, en de stalen wanden der bepant- sering, en over de moordtuigen bloemenkran sen hingen, offerend aan de Goden. Taka haski en Okokura moesten mede naar het front om voor het vaderland te strijden, en vermocht hadden, deed thans het Boeshido. wat de waarschuwingen van zijn vriend niet dat nog in Okakura's ziel was overgebleven na den eerloozen verkoop van het heilige zwaard. Hij ging afscheid nemen van Otaki san, die trouwens nooit een omhelzing van hem geduld zou hebben, als hij lafhartig was achtergebleven, waar de anderen den dood te- gemoet gingen voor het vaderland. Toen, in dat laatste afscheidsuur, vielen een oogenblik de kalmte en de zelfbeheer- sehing van hem weg, die den Japanner zijn opgelegd, en hij vroeg haar met tranen in -de oogen, en bevende stem: „Heb je mij waarlijk lief, o aanbiddelijke dochter van de Bamboe, en zal je mij trouw blijven tot ik terugkom zoo de Goden mij sparen. Zij zag hem aan met hare geheimzinnige amandel-oogen, en een wonderlijk lachje spcelde om haar kersrooden mond. „Ik ben een Geisha," antwoordde zij eer- lijk. Foen verloor hij al de zelfbeheersching, die hem nog over was, en viel haar te voet. „Ik heb je alles geofferd wat ik bezat," snikte hij, „ik heb alles verkocht wat ik had, om je te kunnen bezitten, en ik heb het heili ge zwaard van mijn voorvaderen voor je ver- kwamseld." Op datzelfde oogenblik kwam Takahashi hem halen, het was nog juist tijd, anders zou het schip vertrokken zijn, en ware hij 'n ee^looze deserteur geweest. Blozend van scliaamte, toen hij zijn vriencl voor een veile Geisha zag knielen, trok Takahashi den diep vernederden Okakura mede, weg van de lief de der zinnen, naar de roemrijke slagvelden van Mandsjoerije, waarheen het heilige Va derland riep Drie maanden later, in een barre Mand- sjoerijsche vlakte, vol kuilen van gesprongen granaten, lagen twee gewonde Japansche soldaten jammerlijk naast elkaar, in barren, vriezenden wind. Zij waren het eerste door een Russischen granaat getroffen, en de zege- vierende Japansche troepen »varen, onder donderende Banzai's tegen de Russische ka nonnen, ingestormd, ver, ver weg, zonder naar hun gewonden te kunnen omzien. De beide vrienden, die wel wisten, dat zij ver- loren waren, lagen hand in hand, en nooit waren hun zielen zoo dicht bij elkaar geweest als nu in het aangezicht van den dood. - Wij gaan sterven," zeide Okakura, „of misschien sterven wij een van beiden, en blijft een over. Mijn vriend, als ik het mocht wezen, die sterven mag voor het Vaderland, moet je mij een laatsten dienst bewijzen. Je moet dan voor mij naar Otakisan gaan, de eenige vrouw, die ik ooit heb liefgehad, en haar zeggen, dat mijn laatste gedachte voor haar is geweest, die ik zegen, en in een vol- gend leven hoop terugte vinden. Beloof je mij dat? Zweer het Ik zweer het," antwoordde Takahashi, „maar ook mij moet je iets befoven, als ik het zijn mocht, die sterven gaat. Bij mijn onden oom, dien je wel kent in Tokio, sta'at1 een kist van kamferhout, die moet je ope- nen, er zijn een paar crfstukken in," die je aan de adressen moet bezorgen, die er op staan. Zweer mij dat. Ik zweer het," anwoordde Okakura. En nu," vervolgde Takahashi, „druk mijn hand even vaster, want alleen heel groo te vriendschap kan je beletten, booze woorden te spreken in cEf plecfitfge uur. "Als je mocht worden gered, begin dan een nieuw leven, ga hard studeeren, en laat die mooie Geisha uit je leven gaan. Zij is je niet waard, geloof mij, ik ben er zeker van, .dat zij niet alleen voor jou is geweest, maar ook aan anderen, tegelijkertijd heeft toebehoord. Ze is je onder gang. Heb je niet het heilige zwaard aan jej voorvaderen voor haar verkocht? Wat moet- je doen als je nu eens sterven mocht en zer je rekenschap vragen?" Maar Okakura, koortsig als fiij reeds was door zijn wonden, ontstak in ziedenden toorn.^ Je liegt!" riep hij uit, „nooit heeft mijm Liefsie eefi ander toebehoord, zijf is rein als een lotus, trek je woorden terug, of het is met onze vriendschap gedaan!" Toen besloot Takahashi, die van zijn eigent kennissen reeds lang wist, dat de schoonaj Otakisan Okakura met hen bedrogen had,' zijn vriend ten koste van alles, van hun dier-4 bare vriendschap zelfs, van verderen onder-i gang te redden, zoo hij gespaard mocht b!ij-» ven. En hij sprak, zijn vriend diep m de oogen ziende, en zijn hand vaster omklemmend: „Geliefde vriend, mij door de Goden gegevi ven, als je ooit weer terug mocht komen ill ons dierbare Vaderland, word dan weer de edelman die je eens was, ik bezw£er het je, keer niet terug tot die Geisha, die je leven verwoest, ga studeeren, hard studeeren, en word later een groot man. Z6o kan je alleen je voorvaderen verzoenen, die je beleedigd liebt ter wille van die vrouw! Toe,-zweer mij. van haar af te zien!" Okakura liet de hand van zijn vriend Toe, am trachtte zich toornig van hem af te wen- den. Maar Takahashi, in h'et aangezichb van den dood, besloot een leugen op zich te ne men, om zijn vriend de eer van het Boeshi do te hergeven, zoo hij gespaard mocht wor den, om zijn toekomstige leven te behocden. Hoor mij aan, Okakura," riep hij wan- hopig uit, „ik wil je ziel redden. Weet dan, dat ik zelf onde.- de velen ben, met wien Ota kisan het spel van wind en wilgen spcelde, dat jou ten gronde richtte! En als je mij niet geloo.ft Hij kon zijn woorden niet voloindigen, want, tot het uiterste gebracht van woede en razernij, had zijn vriencl hem met zijn ba- jonet in het hart gestooten, om cfan .(zelf be-! wusteloos neer te vail en... Zes maanden later zwierf een Japansch soldaat, strompelend op een ziek been, met een afgezetten arm, door de straten van To kio om naar het theehuis van moeder Osa tosan te zoeken, dat hij nergens meer in de welbekende straat kon vinden. Na veel rond- vragen kwam hij te weten, dat het niet meer bestond, omdat tijdens den oorlog het bezoek niet, toereikend was geweest. be Geisha's waren alien naar het Yoskiwara 5) verhuisd, en de schoonste, Otakisan, was daar aan een ongeneeslijke besmettelijke ziekfe gestorven. Glimlachend hoorde Okakura het aan, met den dood in zijn hart. Na maandenlang in veldhospitalen verpleegd te zijn, en slechts door een wonder genezen, was hij emdelijk als ongeschikt voor den dienst naar Japan teruggezonden. Hij ieefde nog, voorzeker, maar rouw en boete knaagden aan zijn ziel. In de lange nachten van het ziekbed had hij tijd te over gehad, om de woorden van zijn dooden vriend te overdenken, en aan de ver- schrikking van den door hem gepleegden moord. Hij was alleen naar het theehuis gaan zoeken, om van Otakisan zelve te hoo- en, of zijn vriend waarheid had gesproken en, zoo ja, om dan „harakiri" 6) te plegen. Nu bleef hem nog slechts een ding over, de laatste wil van zijn vermoorden vriend uit te voeren. In een zijstraatje van, een cfer hoofdwegen woonde Takahashi's oom in een eenvoudige bamboe-woning, waar hij aan- klopte en werd binnengelaten. Toen hij de reden van zijn komst had gemeld, haalde de oude man van uit ^en zijkamertje een lange kamferhouten kist te voorschijn en samen lichtten zij de dekplanken van af. Okakura uitte een kreet van smart en vreugde tegelijk, want, in een geel zijden doek gewikkeld, lag daar het zwaard zijner voor vaderen, ongerept, en heilig. Toen hij het uit de scheede trok, vond hij een klein rolle- tje papier aan de stootplaat bevestigd, waar- op stond geschreven: „Uw vriend heeft dit smettelooze zwaard voor u teruggekocht opdat uw eer even smet- teloos worde. Laat uw Boeshido even zuiver glanzen als dit lemmet, waar noort een viek op kwam." Zoo leerde Okahura de heiligh'eid der Vriendschap kennen, die van goddelijken aard is, hoog boven alle liefde der zinnen, en hij Ieefde van nu af aan een leven van wroeging en berouw, zonder ooit meer een vrouw aan te zien. Aan zijn dooden vriend Tokahashi wijdde hij een bundel verzen. Het Boeshido der Vrienden geheeten, schooner en reiner dan alle verzen, die ooit over liefde tusschen man en vrouw geschreven zijn. HENRI BOREL'. 1) poetische term voor losbandigheid, debauche. 2) Japansche gi.taar. 3) .Een ongeschreven bode der eer en rid- dcrlijkheid. 4) Hooge edelen. 5) Het Yoskiwara is cfe galanfe Kmirt van groote Japansche steden. 6) Zelfmoord door middel van opensnijder van den buik. Hulpvsardig voorbijganger: Gommie, kijk dat achterwiel, eens naar (Punah) IS.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1925 | | pagina 7