Sohaakrubrieb.
a
Denken aan 3 dingen:
Maak een einde aan die
noodelooze pyn.
k II
I Wi
In en om de hoofdstad.
Voor de huisvrouw.
Ons Raadselhoekje.
Pijn, pijn, pijin
dige rugpijnVan dat gi] opt
naar bed gaat, steeds die afmatteiide pijn"
heel den dag die ellen*
/an dat gij opstaat, tot gij
En morgen preeies hetzelfde. Zoo kunt gij
niet voortgaae! Waarom niet een einde ge
maakt aan die ellende? Waarom niet de oor-
zaak aangetast?
Hoogst waarschijnlijk zijn het uw nieren.
Die doffe, onophoudelijke rugpijn is vaak de
eerste waarschuwing der natirur van een
nierkwaai. Meerdere waar^chuwingen volgen
spoedig, als dtuizeligheid, hoofdpijn, urine-
kwalen, stekende pijnen bij bukken of over-
eird komen, zenuwachtigheid, rheumatische
pijnen, graveel en waterzuchtige zwellingen.
De nieren wordien van kwaad tot erger bij
verwaarloozing. L'aat zich geen dhronische
nierziekte ontwiVkelen, doch kom uw nieren
zonder uitstel te hulp. Gebruik Foster's Rug-
Pijn Nieren Pillen, v66r het te laat is.Fosters
ilen hebben duizenden blijvend baat ver-
schaft. Gij kunt dit overal om u heen hooren.
Let op de verpakking in glazen flacons
met geel etiket (alom verkrijgbaar), waar-
door gij zeker zijt geen verlegen buiten-
landsch goed te ontvangen. Prijs f 1.75 per
flacon.
Zwart: 10 schijven op 1, 7, 8, 9, 10, 12,
14, 20, 26, 45.
Wit: 10 schijVen op 22, 23, 25, 28, 29, 31,
34, 38, 40, 48.
Volgende week geven wij de oplossing.
Ter kenmismaking werd ons toegezonden
„Het Sohaakblad", Orgaan van de schaak-
afdeeling van het Polyteehmsch instituut
Lange Nauwstr. 82 Antwerpen.
't Is eem tijdschriftje dat eens per maand
verschijint a 1.per jaar-abonnement 't
Bevat twee goedgeanalyseerde partijen, twee
mooie tweezet-problemen de biologie van
Alexander A. Alekhine overgenomen uit Dr.
Tartakower's prachtboek „Die Hypermoder-
ine Schackpartie" en een brief van Hilda P.
waarin zij vertelt, hoe zij in haar vacantie
Baden-Baden ging bezoeken om daar de
grootmeesters bezig te zien.
Een beer die daar eveneens rondwandelde
inviteerde haar op een partijtje schaak. Zij
vertelt
„Na een uur was de stand als volgt
Zwart: Hij.
JL
15, to! zuks gesehiedt, goed.
12. h2h3 Pg4f6
13. Ddld2 DeS—d7
14. Dd2—e3
Dit belet, omdat er Da7op zou en,
zwart lang te rocheeren en verhindci i ook
Dc5 of Dd4, na f2£4.
14. Ld7—c6
15. 0—0—0 0—0
16. f2—f4 De5e6
17. e4e5
Nu mag Pd5 niet wegeas IS. Pc3Xd5
Lc6Xd5 19. Ld3Xh7f KgSXh7 20. De3-
d3f en 21. Dd3Xd6, met winst van een pion.
17TfSeS
18. Theel Ta8d8
Wit wacht er zich inu wel voor Da7: te
ten, daar zwart dan door P16—d5 plus
'd8a8 een aanval op zijne rochadestelling
zou kunnen doen. Hij behoeft zich te meer
met deigelijke gevaarlijke ondememingen
niet in te laten(, daar zijm figuren uitmun-
tend staan voor opmarcheeren in het midden
19. f415 De6e7
20. De3—g5 Pf6—d5
21. f5 f6 De7f8
22. Dd3c4
Aljechin speelt de partij zeer sterk. De tot
dusver h7 bedreigende looper bewijst op c4
nog betere diensten.
Als het zwarte paard naar b6 gaat, volgt
23. TdS: TdS24. fg7: DeS 25. Lf7:tKf7:
26. Tflf en wint.
22Pd5Xc3
23. TdlXdS! TeSXdS
24. f6Xg7
Met aanval op den toren d$.
2 4Pc3Xa2f
Als zwart DeS speelt, volgt er 25. Lf7 :f
Kf7: 2h Tilt enz.
25. Kclhi
Om zwart de kans tot ontglippen te on-t-
nemen, die hij zou hebben na 25. La2: Dc5f
26. Kbl, Te8.
2 5DfSe8
26. e5—e6! Lc6—e4f
Nog een aardige tegenzet. Als wit het
paard neemt, geeft zwart mat door Da4 en
ook 27. Te4: Telf zou nog verwikkelingen
hebben gegeven.
27. Kbl—all f7 f5
28. 6e e7f TdS—d5
29. Dg5f7 DeS—f7
30. e7—e8Df
Zwart gaf het op. Zie 30Df7XeS
31. Lc4Xd5t Le4Xd5 32. TelXe8 mat.
Er .was waarlijk voor mij geen redding
meer. Er dreigde mat met Del. Ik die, u
weet het imrners, niet van de zwaksteu ben,
(hm) zou het moeten opgeven tegen een
vreemdeliug. Dat zou nog nooit gebeurd
zijn!want het was de eerste maal dat
ik met een vreemdeling speelde. Het ergste
nog, hij was omringd door een aantal
nieuwsgierigen die me - medelijdend scbenen
gade te slaan.
Om eenigszins een houding aan te nemen
maakte ik mijn tegenstrever een compliment
om zijn overweldigend spel en vroeg hem
met wie ik wel de eer had eene, voor mij, zoo
hopeloze partij te spelen.
„Mijn naam is Alekhine, Mejulfer." (N.B.
Alekhine is een candidaat- voor 't wereld-
kampioenschap.)
Ik was erg verlegen met dit antwoord en
werd bleek. Nadat ik eehter tot het besei ge-
komen was dat het voor mij nog een groote
eer was het zoolang tegen hem te hebben
volgehouden, kreeg ik mijn kleur terug. Ten
■m<fere, niet iedereen komt in de gelegen-
heid met hem een partij te spelen.
Ik keek nog eens de partij ma en
eureka! Ik bevond dat ik, met Da8 mijn
tegenstrever in een moeilijke positie brengen
kon. Na een ernstige studie was ik zeker te
mogem. aankondigen „Mat in acht zetten!"
De omstaanders konden een lach niet
weerhouden. Die lach verdween echter stil-
aan terwijl de*zetten zich aldus opvolgden:
I, Da8 - Kg7; 2. Dg8 - KXf6;
3. DXg6 - Ke5; 4. DXe6 +Kd4;
5. Dd5 - Kc3; 6. Dc4 -Kb2;
7. DXc2 Kat;
S. Dbl Mat.'
De hier volgende partij uit dit tijdschrift
doet zien dat het analyseeren van partijen in
goede handen is.
D4-0pening.
Gespeeld in het meestertournooi te Baden-
Baden 1925.
Wit: A. Aljechin.
1. d2d4 d7d5
2. c2c4 Pg8f6
Deze speelwijze is te Baden-Baden her-
haaidelijk gevolgd. Om bekende varian'en
en. mogelijke nieuwtjes te vepmijden, liet
men zich meermaleg een klein nacleel in de.
opening welgevallen. Men hecht tegenwoor-
dig ook niet zooveei waarde meer aan snelie
bezetting van het midden van het bord als
vroeger.
3. c4Xd5 Pf6Xd5
5. e2e4 Pd5f6
Wit heeft nu twee spionnen in het midd-T,
doch zwart ontneemt hem dit vo-orded spoe
dig.
5. Lfl—d3 e7e5
6. d4Xe5 Pf6—g4
7. Pgl—13
f2f4 is gevaarlijk wegens Lf8—c5
7Pb8c6
8. Lclg5 Lf8e7
9. Lg5Xe7 Dd8Xe7
10. Polc3 Pc6Xe5
II. Pf3Xe5 De7Xe5
Het nemen met de koningin ligt geheel in
Marshall's speeltrant. De koningin kan niet
gemakkelijk .worden yerdxeven en staat op
CXLII.
Behoejtigen en Zieken.
Wanneer in de volgende maand de leden
van den Amsterdamschen gemeenteraad we-
derom hun werkzaamheden tot heil dezer
groote stad gaat hervatten, zullen zij ook te
beslissen hebben over twee aangelegenheden,
waarover hun reeds voorstellen door het Da-
gelijksch Bestuur zijn gedaan en die beiden
van zeer groote beteekenis mogen worden ge-
acht.
Niet alleen om hun inhoud zelf en om het
groote belang, die deze voordrachten hebben
voor duizenden burgers dezer stad, doch ook
omdat zij een belangrijk stuk historie van
Amsterdam raken. Iiet geldt hier n.l. belang-
rijke wijzigingen te brengen in het beheer
over de gemeentelijke instellingen van welda-
digheid en in het verleenen van steun aan ar-
men in het algemeen, en ingrijpende verande-
ringen met betrekking tot de gemeentelijke
ziekenhuizen en in verband daannede ook ten
aanzien van de opleiding van geneeskundigen
aan de Amsterdamsche Universiteit.
Ge ziet, beiden kwesties van zeer groote be
teekenis en die instellingen raken, welke reeds
gedurende eeuwen ten nauwste met' het be
stuur der gemeente samenhingen. Amsterdam
is on tegen zcggelenk steeds een van die stedeu
geweest, waar men altijd een open oog had
voor de.behoeften der nooddruftigen en het li-
chamclijk lijden der burgers en veel deed om
hulp en steun te verleenen. De wijze waarop
men dikwerf meende zulks te moeten doen,
zou in den tijd, waarin wij nu leven, zeker als
totaal onvoldoende, zelfs dikwerf als vernede-
rend en wreed worden gekenmerkt ten aan
zien dergenen, die men trachtte wel te doen,
dogh de menschen, die in vroeger eeuwen ar-
menzorg en ziekenzorg beoefenden, warec
kinderen van hun tijd en handelden als zoo-
danig.
Het slechtste wat men, naar mijn bescher-
den meening, steeds van hen zeggen kan, was
dat zij blijkbaar zooveei voor annen en zie
ken deden met het blijkbare doel om daardoor
op den voorgrond te kunnen treden; dat de
ijdelheid bij hun liefdadigheidswerk zoo sterk
cp den voorgrond kwam. Daaraan hebben wij
echter te danken, dat ons zoovele schilderstuk-
ken, gepenseeld door de besten onzer kunste-'
naars, zijn gebleven, die wij thans tot onze
kunstschatten kunnen rekenen, want die tal-
rijke doeken, waarcp regenten en regentessen
van allerlei weldadigheids-stichtingen zich
duidelijk genoeg, zich wel van hun waardig-
heid bewust hebben laten uitbeelden, be
hooren thans tot de prachtigste uit den bloei
tijd onzer 17e eeuwsche schilderkunst.
In het Amsterdam der middeleeuwen wa
ren het, gelijk trouwens ook in andere landen,
de kloosters en de kerk, in wier handen het be-
oefenen van liefdadigheid en ziekenzorg wa-
ren gelegd en uit dien tijd dateeren dan ook
het St. Elisabeth-gasthuis, hetwelk stond aan
den kant der huidige Paleisstraat, naast het
oude stadhuS; het Lieve Vrouwengasthuis,
dat stond aan dec Nieuwendijk en waaraan
nu nog slechts de Vrouwensteeg, 1 der stegen
tusschen Damrak en Nieuwendijk de herinne-
ring bewaart, en dan het St. Pietergasthuis
in de Nes.
Later, toen de Hervorming in ons land ha,
getriomfeerd, zijn in de 16e en 17e eeuw de
talrijke liefdadigheidsinrichtingen ontstaan,
waarop onze voorouders zoo prat zijn ge-
gaan. Teen heaft men zien ontstaan het Oude
Mannenhuis, nu het hoofdgebouw der Am
sterdamsche universiteit", de gebouwen voor
de thuiszittende anr.en; het Bargerweeshuis;
het stadsarm,enhuis; het Stadsbestede'ingen-
huis en nog zoovele anderen. Dat is ook
de tijd geweest toen zoovele der bekende hof-
jes zijn gesticht en later, met het in kracht
en beteekenis toenemen van godsdienstige sec
ten, ontstonden de weeshuizen en andere iief-
dadige instellingen van joden, Lutherschen,
Walen, enz.
Van stadswege kwam in dien tijd, tusschen
1642 en 1655 het groote gasthuis in stand,
dat nu nog is het Binnengasthuis en dat zijn
norsnrong heeft gevonden in het vroegere St.
Pietei's-gasthuis, en reeds in 1916 wefd, tot
het opnemen van de pestlijders, jjuiten de ves-
te ten Zuiden van den toenmaligen Heiligen-
weg, het Pesthuis gezet, dat echter tusschen
1630 en 1635 plaats maakte voor het nieuwe
Pesthuis, nu aan den Overtoom en dat
Wagenaar geeft de minitieuse cijfers gc-
kost heeft honderd zeven en veertig duizend
en negen gulden en vijftien stuivers. Dat Pest-
huys brandde in 1732 op 14 April af, doch
werd in nagenoeg denzelfden trant herbouwd
en deed toen ook dienst als krankzinnigen-
gesticht. Wagenaar zegt er van: „Na de
jongste herbouwing heeft men er dertig hok-
ken voor dolle menschen getimmerd, die veel-
tijds van zulke ellendigen vol zijn. In ieder
derzelven is een krib en een huiselijk gemak.
Men heeft er behalve deze hokken nog twee
bedsteden, waarin men de lijders cpsluit
Hoe vreeselijk het lot was dier ongelukkigen
in die „hokken" en „bedsteden" van dat dol-
huis van het Pesthuys, kan men thans zien
in het Stedelijk Museum, waar als deel van
de „Historische tentoonstelling" een volledige
krankzinnigen-afdeeling uit dat Pesthuis is
tentoongesteld. Vreeselijk om te zien en te be-
den'ken dat daarin de stads-verpleegden moes-
ten huizen men wist toen nog niet be-ter en
de medische wetenschap stond niet hooger en
was nog niet van groote beteekenis geworden
Het Amsterdamsche Athenaeum, in 1632
opgericht, begon slechts met twee hoogleera-
ren in theologie en klassiAen, de beroemde
Vcssius en Baerlaeus, nu in de Vossiusstraat
en van Baerlestraat vereenigd, maar een
hoogleeraar in de medisohe wetenschappen
was er nog niet; de eerste in die faculteit
kwam eerst in 1662 en wij kennen uit die
dagen de namen van de professoren Tulp en
Deyman, ons op Rembrandt's ;,Anatomische
lessen" b°waard.
En verder had men voor de armen de door
het college van burgemeesteren aangestelde
krankenbezoekers of ziekentroosters, die elk
hun wijk hadden voor de kranken en die ook
de misaadigers, die „op den hals" zaten, in
de gevangenissen bezochten en bij „de uitvoe-
ring van het doodvonnis vergezelden".
Uit dit alles blijkt, dat de bedoeling van de
overheid en van de regenten en regentessen
van de vcrschillende instellingen van liefda
digheid en der gasthuize goed en edel wajjpn,
ook al was de wijze, waarop. die liefdadigheid
en de verzorging der zieken werden betracht,
naar onze begrippen al te primitief en liet
men degenen, die van stadswege geholpen en
gesteund werden, te veel gevoelen, dat zij wel
heel erg op prijs moesten stcllen wat die
overheid en die regenten en regentessen wel
zoo „belangeloos" voor hen deden.
Maar hoe dit alles ook zij, op die grond-
slagen heeft de overheid te Amsterdam dan
toch kunnen voortbouwen toen, vooral in de
19e eeuw, het groote hervormingswerk met
betrekking tot steun der armen en hulp aan
de lichamelijk lijdenden tot stand werd ge-
bracht.
Men heeft toen gekregen de instelling van
het Burgerlijk Annbestuur, hetwelk nog be-
staat, maar niet meer his een regenten-colle
ge van vroeger eeuwen, doch als een lichaam
dat in nauwe aansluiting met het Dagelijksch
Bestuur en den gemeenteraad zijn taak ver-
vult. Ontegenzeggelijk heeft dat Burgerlijk
Armbestuur heel veel goed werk verricht met
betrekking tot de gemeentelijke instellingen
van weldadigheid en de wijkverpleging, maar
zulks neemt niet weg, dat toch in de latere
jaren met het veld winnen der „riemocrati-
sche" strooming, het werk van het Burgerlijk
Armbestuur aan veel kritiek onderhevig is
geweest. De toestanden in Burgerweeshuis,
in het«Stadsbestedelingenhuis, in liet Armen-
huis vooral, werden in den Raad menigmaal
afgekeurd en daarbij is dan meer dan eens
de opmerking gemaakt, dat de leden van liet
Burgerlijk Armbestuur, hoewel geen regenten
meer, toch nog al te veel „zekere allures"
van die vroegere beheerders aannemen, in
elk geval nog te veel vrijheid van handelen
genoten. Misschien dat, bekeken in het licht
van onzen tijd, die opmerkingen hier en daar
eenigen schijn van waarheid hebben gehad.
In elk geval staat vast, dat B. en W. reeds in
het begin van het vorig jaar met voorstellen
kwamen om het Burgerlijk Armbestuur met
betrekking tot eeh aantal gemeente-instellin-
gen tc behouden, doch een algeheele hei'zie-
ning in't leveni te roepen voor de huiszitten-
de armen door het instellen van een Gemeen-
telijk Bureau voor Maatschappelijken Steun
en voor verschillende wijken der stad in te
stellen afdeelingen van' vrijwilligers, die door
nauwe aanraking met degenen. die voor steun
onder een of anderen vorm in aanmerking
komen, in staat zouden zijn de ambtenaren
der gemeente met juistheid voor te lichten.
Het geheele nieuwe stelsel zou neerkomen op
een aanmerkeiijke reorganisatie met veel
meer zeggenschap van het gemeentebestuur,
maar het plan ging vele Raadsleden nog niet
ver genoeg, waarom de zaak gesteld werd in
handen eener Raadscommissie. Deze heeft
nu een uitvoerig rapport uitgebracht. Veel
van hetgeen B. en W. reeds voorstelden wordt
door de commissie overgenomen, met name
die wijk-arbeid, doch het radicale in het rap
port der commissie is feitelijk het opheffen
van het geheele Burgerlijk Armbestuur en
het voorstel de geheele armenzorg in handen
te leggen van het Dageliiksch Bestuur der ge
meente onder voorlichting van in te stellen
Commissies van Bijstand uit den Raad. Het
is te voorzien, dat deze ernstige beginselkwes-
tie straks in den Raad nog aanleiding zal ge
ven tot heel wat discussie, want er zijn er
nog genoeg in deze stad,- die niet zoo radi-
caal met het Burgerlijk Armbestuur zullen
will en breken.
De tweede kwestie van gewicht betreft de
gasthuisverpleging. Hoewel in der jaren loop
heel wat particuliere ziekenhuizen van betee
kenis te Amsterdam zijn ,verrezen, die voor
een groot deel door de gemeente worden ge-
subsideerd in verhouding tot de patienten, die
zij opnemeh, welke niet in de twee stedelijke
gasthuizen genezing zoeken, zijn de beide
gemeente-gasthuizen, 'in de binnenstad en
het Wilhelmina Gasthuis,. van groote betee
kenis gebleven. Zulks te meer, omdat de op
leiding van geneeskundigen door de Amster
damsche Universiteit ten nauwste met die
gasthuizen samenhangt. Daar hebben vele
hoogleeraren in de geneeskunde hun klinie-
ken thans ongeveer twintig hooggeleerden
op dit gebied, tegen een in 1660 en ongeveer
600 medische studenten en telkens weder
heeft men in die gasthuizen moeten verbou-
wen of bij-bouwen om de medische faculteit
op de boogte te houden van de eischen des
tijd3.
In de paar laatste jaren -is men nu reeds
doende om het Wilhelmina-Gast!]uk belang
rijk uit te breiden en feitelijk" de geheele op
leiding der aanstaande arisen daarheen over
te brengen. Ge weet, dat die eerste plannen
tot verbouw en opbouw in zich sloten het af-
brcken van het oude Pesthuys, dat in de la
tere jaren als toevlucht voor onbehuisden
heeft dienst gedaan. Tegen dat voornemen is
te Amsterdam stcrke oppositie gekomen, met
name van de zijde van hen, die het oude
Pesthuys als historisch monument niet wil-
len zien te loor gaan.
De geheele zaak is nog eens door B. en
W. en de commissies uit den Raad en genees
kundigen, die het college voorlichten, onder
de oogen gezien en het ter tafel liggende
voorstel is nu cm een aantal nieuwe laborato-
ria en klinieken op de terfeinen van het Wil-
helmina-Gasthuis te doen verrijzen en het
oude Pesthuys, als onderdeel van het geheele
ziekenhuis-complex daar ter plaatse, te be
houden.
Op dit oogenblik zal ik over al deze plan
nen niet in bij;.onderheden treden; ik twijfei
niet of te zijner tijd zal ik nog wel een en an-
der daarover hebben te vermelden. Genoeg
voor het oogenblik te hebben in het licht ge
steld, dat er thans op het gebied van armen
zorg en ziekenzorg weder belangrijke hoofd-
stukken aan de gesehiedenis, die deze stad
op dit gebied reeds heeft, staan te worden
toegevoegd.
SINI SANA.
Zeifwerkend Waschmiddel,
Ik kreeg het origineele verzoek om nu ook
eens iets voOr den Huisman te schrijven. Er
waren er, die graag de handen uit den mouw
wilden steken, doch die zich hiervan lieten
weerhouden, 1 o. omdat zij vreesdenin
de huishoudelijke dingen te onhandig te zul
len zijn en 2o. om zich opvijandelijk
terrein te gebeven; want hun vrouwen hid
den zich aan den regelde man is koning op
zijn kantoor, maar de vrouw is baas in huis!
Welnu, ik geloof niet, dat er een .vrouw is,
die niet graag zou willen, dat haar man ook
eens een handje meehielp mitshij dit
maar handig doet!
En daar zit'm nu de kneep; de meeste
mannen vinden die huishoudelijke karweitjes
zoo'n koopje, zoo ver beneden hun waardig-
heid, dat zij er hun vingers niet aan zullen
wagen! 't Gevolg is, dat zij het na eenige ja
ren ook totaal afgeleerd zijn, en het zelfs niet
meer kunnen, al wilden zij nog zoo graag.
Over't algemeen zijn jongens handiger dan
meisjes; zij knutselen en timmeren graag; zij
zijn geboren uitvinders; maar als dan de
kantoor- of studententijd begint, als zij dag-
aan-dag urenlang hard moeten werken, "dan
komen die liefhebberijen geheel achterop en
wordt de handigheid, de handgreep verleerd.
Het jonge meisje echter moet zich, hoe
ouder zij wordt, steads beter zelf leeren red
den. De huisvrouw van tegenwoordig zonder
„sehatkist" en dikwijls zonder hulp, komt
voor de heetste vuren te staan; zij oefent dus
haar handigheid en leert, al doende, heel wat
aan.
Daarom is het zoo goed, om nu eens voor
den Huism a n te schrijven. Velen zijn nu
met verlof of vacantie; dus zij hebben volop
tijd om vrouwlief een beetje ter zijde te staan,
en wat huiselijke werkjes te verrichten. Zoo
kan b.v. het venstertomv gebroken zijn of
zeer versleten. Er is op !t oogenblik geen
grooter straf denkbaar dan om in een kamer
te moeten zitten met alle ramen potdicht! En
dat gebeurt als het touw breekt! Voorzie het
dus bijtijds van een plaatsvervanger, dan
heeft u er niet de minste hinder van.
U kijkt toch ook geregeld uw fiets, uw
motor, uw auto na of er geen onderdeelen zijn
versleten? Waarom zou tt het dan uw ven-
stertouw niet doen?
De gewone schuiframen zijn zoo samen-
gesteid: aan het eene uiteinde van cen touw,
dat over een katrol loopt, hangt een ijzer ge
wicht dat even zwaar weegt als het raam
waaraan het andere touweind vast zit. Met
is*maar gelukkig, dat cr gewoonlijk twee tou-
wen zijn; breekt er nu een van, dan is't raam
niet meer zoo gemakkelijk open te schuiven,
doch het veroorzaakt geen direct ongeluk,
vat wel zou gebeurcn als er maar een touw
was; want wanneer dit brak, viel het raam
met een slag naar beneden en verbrijzelde
alies wat er onder lag, hand, pols, arm, kind
of dier. Indien echter een touw breekt, kunt
u er van overtuigd zijn, dat het andere ook
op doorslijten staat. Vernieuw ze dan dus
maar alle twee, dat gaat in een moeite (loor.
Let goed* op, dat het nieuwe vensterkoord
preeies even dik is als het oude; want het
moet om de katrollen passen. Als lengtemaat
kunt u aannemen twee maal de boogte van
het raam per touw.
Nu moet het raam uit de lijst worden ge-
licht; met behulp van schroevendraaier *en
bijtel maakt u de lijst los, waarna het raam
er gemakkelijk uit genomen kan worden, t.m.
wanneer de beide touwen door zijn gesneden
of gebroken.
U zult, als het raam er uit is, in de lijst
'n valdeurtje ontdekken onderaan; dit moet
open gemaakt worden, want hierin zit het
zware gewicht. Neem dit er uit, doch let
eerst goed op hoe het touw hieraan is beves-
tigd en ook hoe het vast zit aan het raam.
De eene keer is het in een gleuf van liet raam
vastgespijkerd (niet heelemaal boven aan) en
een ander maal heeft men het door een gat
van het hout gestoken.
Snij nu uw nieuwe touw op de goede
lengte (dus even lang als de gebroken uit-
einden te samen, maar denk om de knoop en
het punt van vasthechtenDit afmeten van
het touw is een van de belangrijkste onder
deelen van het ganschc karwei; want als 11
hier niet nauwkeurig de goede lengte heeft,
zal het raam of niet geheel open kunnen, als
het touw te lang is, 6f niet kunnen sluiten,
indien u het te kort nam.
Maak nu het iouw aan de vensterlijst vast,
juist zoo als het oude er aan zat; haal het an
dere einde van het touw over de katrol en
maak het aan de gewichten vast. Dit is een
peuterwerkje, dat het gemakkelijkst ge
sehiedt, wanneer u een dun touwtje, waaraan
een klein gewichtje is bevestigd, over de
katrol steekt; het gewichtje trekt het wel naar
beneden; zoodra u het touwtje kunt grijpen,
moet u aan het andere uiteinde het nieuwe
vensterkoord vastbinden, dan trekt u het er
zoo doorheen. Bevestig vervolgens het raam-
koord aan het zware gewicht; zet dit terug
achter het valdeurtje; maak dit weer dicht.
Zet nu het raam er wederom in, bevestis: de
vensterlijst en het karwei is afgeloopen. Wan
neer beide touwen versleten zijn, vernieuwt u
ze allebei; dan moeten aan weerskanten van
het raam de kroonlijst losgemaakt worden.
Voor u uw gereedschappen opbergt, moet u
eerst eens probeeren of uw raam wel goed
open en dicht schuift. Ook kan ik u zeer aan-
bevelen om dit werkjc in den vroegen mor-
genstond op te knappen. Dan is 'tlekker
frisch om bezig te zijn en behoeft het u niet
te agiteeren, als het niet dadelijk in orde
komt. Drink dan eerst eens een rustig kopje
koffie en begin opnieuw!!
Wanneer van een bovenraam het touw ge
broken is, is de reparatie wat bewerkelijker,
want dan moet eerst het onderraam er uit
genomen worden, daarna het houten latje,
dat de beide. ramen scheidt en dan pas kunt
u bij hfet bovenvenster komen, dat overigens
net zoo behandeld wordt als het zoo juist be-
schreven onderschuifraam.
Mocht iets van mijn beschrijving u nog niet
duidelijk zijn, dan kunt u er gerust naar vra-
gen.
Correspondentic. Een lezeres wil inkt-
vlekken uit een tafelkleed halen, maar zegt
niet waarvan dit kleed gemaakt is. Het minst
schadelijke middel is om melk op de vlek te
laten staan, net zoo lang, tot de inkt hierin
is opgelost. U kunt de vlek ook betten met een
linnen lapje, gedoopt in warme alcohol. Ver-
dund zoutzuur (zwaar vergifdurf ik u niet
aanraden, omdat .ik niet weet, waar uw kleed
van gemaakt is.
Oplossingen der raadsels uil 7 vorige
nunwier.
Voor grootercn.
1. Zan, Don, non, ton, ton.
2. A s c h Appingcdam.
s pet
r u p s
t r u i
Harts
e g e 1
e e n d!
Oder
z a a g
t r a m
3. Komt tijd, komt raad'. Dak, mot, kroffl,
mijt, tak, drama.
4. Luik, ui.
Voor kleinercn.
1. Zij kwam na u, toen Elza al weg was. j
(auto.)
Waarom Haar m/zier op zich wachten?
(trein).
Gaat So fie 'I apeelgoed opruimen?
(fieis)s
Waarom gaat Piet ramen open zetten?
(tram).
Laat Rika roomtaart bestel'len. (kar).
2. Hals, wails.
3 Handschoenen, oorvijgen, muilperen,
4.
El, burg; Elburg
OM OP TE LOSSEN.
Voor grooteren.
1. Verborgen plaats in het buitenland.
Doe toch niet zoo mal, Agaat!
Wat was Karel in zijn schik met de
boekcm
Gaat Margot haar koffer nu al pakken?
Zij hadden den trein gemist en kwamen
pas tegen twaalf uur thuis.
Laat den kapper maar binnen komen
2 Mijn geheel wordt met 14 letters ge-
schreven en poemt een groote stad in het
Zuid-Oosten van Europa.
3 6 12, 13, 14, 4 is een stad in Italie.
Een 4, 12, 13, 14, 2, 7, 1 is een hoi, een
grot.
Een 12, 6, 14, 13, 9, 4 is een groot ge-
bouw.
Met een 5, 11, 14 spelen kinderen graag.
8, 9, 10 is een metaai.
4, 5, 6, 7, -1 is een vcrkorte meisjesaaam
3. Een klein plantje, dat meestal in
c d 6 f
Wit: Ik.
1. Persil in koud water oplossen;
2: Het waschgoed in dat koudc sop
doen
3. Het waschgoed gedurende een
kwarticr een maal koken
Zoo, Dames gesehiedt het was*
schen op de juiste manier! Indicn
Gij dan nog grondig naspoelt, eerst
in goed warm vervolgens in koud
water, is Uw waschgoed zoo welrie=
kend en hclder wit als Gij ninimer
betcr zoudt kunnen verlangen.
Gebruikt echter uitsluitend
zonder eenige toevoeging van zecp of
zeeppocder; want alleen dan bereikt
Gij een volmaakt succes en wascht
Gij inderdaad op. z'n voordeeligst 1
Vraagt gratis brochure „De Reiniging
der Wasch" b/d. Eenige Imp.: E. Oster-
njann 6, Co. Amsterdam. Fabrikante .-
Henkel S. Cie., A. G., Diisseldorf.