Alkmaarsche Courant Schaakrabrieb. keuilleton. De hand met het litteeken. a a N.V. Boek- en Han- delsdrukkerij voorh. Herms. Coster Zn, Zaterdag 15 Angustns. jvo. m r~- --r 1925 Honderd Zwen en Twintigste iaargang. Uit enze Staatsmachine. DE AUTOBUS EN DE WETGEVING. Den 23sten April 1880 onderieekende Wil- lem III de door Eerste en Tweede Kamer aan genomen „Wet van 23 April 1880 (Stbl. No 67) betreffende de openbare middelen van yervoer met uitzondering der Spoorwegdien- sten." Deze wet trad in werking 1 September 1880, en met de invoering ervan vervielen er een elftal Koninklijke Besluiten, waarvan het oudste dateerde van 1 Maart 1818 en het iongste van 12 Februari 1850. Uit de menig- vuldigheid dier besluiten, elf in 32 jaar, blijkt wel, dat het openbare vervoermidde- lenvraagstuk een voortdurende zorg der el- kaar opvolgende regeeringen geweest is. Op denzelfden dag als deze wet, traden in wer- kino- een dertiental besluiten, vervat in het Koninklijk Besluit van 31 Juli 1880, ter ver- zekering van de veiligheid der reizigers met de openbare middelen van vervoer. Sindsdien heeft de autobus intrede gedaan in de wereld en heeft doorslaande bewijzen geleverd te voorzien in een lang gevoelde be- hoefte. De snel opkomende en zich uitbreiden- de nieuwe wijken der groote steden worden door een autobus met het centrum der oude stad verbonden, en ver afgelegen dorpjes en gehuchten hebben in de autobus de lijn, die hen met het wereldverkeer verbindt. De opkomst van de autobus, de menigvul- digheid van de autobus-ondernemingen, als- mede de vele gevaren en ongelukken, verbon den aan en teweeggebracht door de aiyobus- sen, deden gevoelen, dat de „Wet Openbare Vervoermiddelen" niet meer voldeed aan de ei- schen van den nieuweren tijd, vandaar dat een wetsontwerp verschenen is, dat aanpast aan de nieuwe eischen. Leggen we de oude wet en het nieuwe wets ontwerp naast elkander, dan blijkt, dat men niet spreken kan van een nieuw wetsontwerp, maar veel meer van aanvullende, nieuwe be- palingen. Wat hidden de oude en liouden de nieuwe artikelen in? Voor het in-werking-brengen van een open- baar middel van vervoer had men geen voor- afgaande vergunning noodig. Wie wilde kon een nieuwe passagiersdienst op touw zetten. Genoeg was, dat hij van zijn voornemen om den dienst te begimen aankondiging deed in het dagblad van dc hoofdstad der provinde of provincien, waarin de dienst zou plaats hebben en dan die aankondiging met een exemplaar van de courant zond aan Gedepu- teerde Staten der provincie, aan de besturen van alle gemeenten, waar stilgehouden werd tot het in- en uitlaten van reizigers en verder aan de officieren van justitie in de arrondis- sementen dier gemeenten. Ook de vorm dier aankondiging was bij de wet geregeld en moest o.a. inhouden de te volgen route, de stopplaatsen en de dienstregeling, benevens de tarieven voor personen en goederen. Bij verandering van een en ander moest daarvan weder op dezelfde wijze en aan de- zelfde personen mededeeling worden gedaan. Indien reizigers door zijn schuld schade leden bij de uitoefening of door nietnakoming van den dienst, dan was de ondernemer daarvoor hcofdelijk aansprakelijk. Verder werd be- paald, dat zij, tegen schadeloosstelling, de brievemnalen der posterijen moesten vervoe- ren, voor welk vervoer ze ook verantwoorde- lijk waren. Natuurlijk bepaalde de wet ook welke straffen bij nietnakoming der verplich- tingen kon worden opgelegd. Dus was „der langen Rede kurzer Sinn" In de nieuwe wet is dit alles met een enkele toevoeging overgenomen, lerwijl naar eisch des tijds de geldboeten werden verhoogd. Behalve de oude artikelen bevat het nieuwe wetsontwerp 4 nieuwe artikelen, waardoor hun aantal steeg tot zestien; die vier nieuwe artikelen betreffen uitsluitend de autobussen die, zooals zal blijken, flink aan den band worden gelegd. De vrijheid, men kan wel zeg- gen de bandeloosheid, die op dit gebied heerschte, zeer tot schade der bona fide-on- dernemers, is nu uit. En reeds uit dat oogpunt bezien verdient de afgetreden minister den dank van het autobussende publiek, dat hij in deze materie regelend is opgetreden. Hoe luiden nu de nieuwe bepalingen? Al- lereerst wordt vastgelegd, dat iemand, die een autobusonderneming gaatbeginnen, daar voor noodig heeft een speciale vergunning van de Gedeputeerde Staten der provincie. We hebben dus hie rhet geval van het al of niet verleenen van een concessie. Men voelt aanstonds, hoe heilzaam zulk een bepaling werken gaat. Want wie een concessie verlee nen mag, heeft nog twee andere bevoegdhe- den. Hij kan die concessie weigeren cn hij kan haar, wanneer daartoe crnstige redenen bestaan, ook weer intrekken. Tot dusverre destond die concessie niet het wetsontwerp zegt het wat aangelengder, spreekt van ver gunning maar het wezen der zaak waarom het hier gaat, verandert er geen ziertje om vandaar dat ieder, die „een paar losse gul dens" had om een tweede- of derdehandsch autobus te koopen, een riieuwen dienst begin- nen kon. Soms werd die dienst eenvoudig gedreven met een vrachtauto, waarin wat los se banken gezet werden, 't geen te gevaarlij- ker was, daar juist deze autobussen op markt- of feestdagen of ter gelegenheid van een ker mis bijv. werden ingesteld om even spoedig te verdwijnen, als het feest achter den rug, of de marktdag voorbij was. Zeer juist is daarom het tweede lid in het nieuwe artikel 15 (oud 11) dat bepaalt: „Motorrijtuigen met andere bestemming, welke voor vervoer van personen worden gebezigd, worden voor de toepassing van den bij artikel 10 bedoel- den algemeenen maatregel van bestuur mede als openbare middelen tot vervoer van perso nen beschouwd, indien zij ruimte bieden voor ten minste acht personen buiten den vervoer- der." (De maatregel van bestuur, bij art. 10 (oud 7) bedoeld, is genomen in het Kon. Besluit, houdende bepalingen ter verzeke- ring van de veiligheid der reizigers met open- bare middelen van vervoer.) Reeds bij voor- baat wordt dus de kans om deze wet te ont- duiken voorkomen, althans zooveel doenlijk is. Immers een vervoer van zeven personen levert de kosten niet op en tot schade wordt die nieuwe dienst niet ondernomen. Het con- cessieartikel maakt ook een einde aan het on- beperkte jachtgebiecf der autobusondernemin- gen. Rendeerde een nieuwe onderneming, dan was een ander er vaak als de kippen bij om naast de oude A.B.O. een nieuwe te beginnen. Was het tarief niet hooger en de wagens ge- lijkwaardig of beter, dan was het nog iets; maar was een en ander inderdaad minder, dan leverde de concurrence groot gevaar voor de veiligheid, omdat menigmaal die bus ge- prefereerd werd, die de grootste snelheid had, zoodat het tot een jakkerenden wed- strijd werd op de buitenwegen, dat men niet voor elkander wilde uitwijken, dat men elkaar passeeren ging aan den verkeerden kant bui ten het oog van Hermandad's dienaar. Aan dat alles kan nu een einde komen we zeg- gen niet, dat er een einde aan komt, maar de mogelijkheid bestaat, omdat Ged. Staten, volgens het nieuwe artikel 10 al. 2, het recht hebben verordeningen vast te stellen, ook tot aanvulling van die, welke de veiligheid der reizigers dienen te verzekeren. Vatten we een en ander samen, dan kunnen we gerust zeg- gen, dat de droeve dagen der vrijheid voorbij zijn en dat van*!iet oogenblik af, dat dit wets ontwerp een in werking zijnde wet zal wezen, Gedeputeerde Staten de regeling van het autobuswezen in handen zullen hebben. Maar ook zijn niet alle Gedeputeerde Statenleden tot al deze dingen bekwaam, daarom kunnen zij, 'volgens't nieuwe artikel 2 al. 3, zich of- ficieel doen inlichten door ondernemers van spoorwegdiensten en van andere openbare middelen tot vervoer van personen. In dit nieuwe artikel lezen we ook, dat de kosten, verbonden aan alles wat los en vast is, aan het al of niet verleenen van een vergunning moeten betaald worden door den aanvrager. Een heel heirieger van ambtenaren wordt bevoegd verklaard om overtredingen van de ze wet op te sporen: behalve de bij het Wet- boek van Strafvordening aangewezen perso nen,-ook de ambtenaren van Rijks- en Ge- meeentepolitie, de hoofdingenieurs, inge- nieurs, hoofdopzichters, technische ambtena ren en opzichters van den provincialen water- staat en de ambtenaren van de provinciale verkeerspolitie. Hun wordt inderdaad een zeer ver gaande bevoegdheid bij de wet, art. 13 (nieuw), gegeven. Wij gelooven, dat de toekomstige „Wet Openbare Vervoermiddelen" een zegen zal wezen en voor het bedrijf zelf en voor de rei zigers. Uit het Engelsch van Baronesse Orezy. (Geautoriseerde vertaling van A. T.) 71 De meest waarheidlievende kroniekschrijver zou niet geheel durven verteHen,„wat er tus- schen die beiden voorviel in de eerste paar oo genblikken van herleefde hoop en zalige ze- kerheid. In de hall beneden worstetdjn de menschen nog en gaven uiting aan bunne hartstochten van afgunst, wraak en haat maar hier, in den volmaakten vrede der hai ve duisternis, met de middernaeht-lucht die zachtjes de venstergordijnen bewoog, en met het zacht geklepper van het raam, was de hartstocht, die regeerde, liefde, de woorden, die gefluisterd werden, gaven een voorsmaak van den hemel. En ver weg aan den horizon waren de stormwolken gescheurd, en langza- merhand vaagde de onzicbtbare, machtige hand hen van de lucht weg, Langzaam brak de dageraad door, helder na den storm, en het morgenlicht sloop dit aardsch paradijs binnen, en zocht twee bleeke, maar toch sUa lende gezichten uit, die wang tegen :iig la gen, en twee paar oogen, die vermoeid waren, maar toch straalden van gel jk. Gedurende vele uren hierna ontwaakte Barbara niet ge heel tot het voile bewustzijn van zaligheid zelfs ofschoon Jim haar onder tran :n en la chen in alle bijzonderheden de gebeurtenissen van den nacht vertelde Telkens alifTij haat kraste, wat wg vermoeden kuno^Ldat zeer Wanneer wij, Europeanen hier in China, eens bij ons zelf nagaan en ons realiseeren, hoc bitter weinig wij eigenlijk met den besten wil begrijpen van de Chineesche mentaliteit, dan komt af en toe de vraag wel eens bij ons op hoe nu bijv. de abnormale toestand, die hier op het oogenblik heerscht, in Holland kgn begrepen worden, ondanks de meest nauwkeurige telegrammen. Gedurig hooren wij hier tot diep in den nacht-het knarsend-eentonig geluid van het radio-verzend-station, en dan denken wij bij ons zelf: al die telegrarpmen, die daar ver- zonden worden, och, ze geven wel juiste gegevens en feiten, omtrent de staking en de stemming tegenover de vreemdelingen, en zoo meer, daar valt niet aan te twijfelen; maar de geest van het volk, dat die feiten schept, is die eigenlijk wel bij benadering ondcr woor den te brengen? 'Sinds de republiek is ingesteld, is China aanhoudend door burgeroorlogen geteisterd; en toch is het Chineesche volk uiterst vrede- lievend. Het zijn dan ook niet de Chineesche burgers zelf, die deze oorlogen voeren; het gaat absoluut buiten hen om, al zijn zij het, die er den last van hebben. Maar die ge- vechten telkens weer zijn het resultaat van naijver tusschen militaire districts-bevelheb- bers, die met huurlegers van zeer inferieure reputatie elkaar beoorlogen, om hun eigen macht te vergrooten. Wanneer een der par- tijen verslagen is en afgedaan heeft, dan worden gewoonlijk vroegere bondgenooten weer tegenstandersen zoo begint het vech- ten opnieuw. Op deze wijze zal het wel eeuwig door gaan, tenzij er eens een dictator opstaat, die de eenheid van China kan bewer- ken, wat vrijwel een onmogelijkheid lijkt. En intusschen verarmen die districten door de belastingen hun door die generaals opgelegd, en doordat die huurlegers de velden ver- woesten, en dan later, als ze afgedankt zijn, nog als bandieten het land onveilig maken. Maar de groote massa van het Chineesche volk, de 400 millioen Chineezen, interessee- ren zich in hun geheel absoluut niet voor die twisten der generaals. Zulke troebelen zijn als rimpel-golfjes op een uitgestrekt meer: zij raken alleen de oppervlakte. De rust in de diepte wordt er niet door verstoord. Voor den boer in het binnenland is zijn dorp de we reld. Daar zullen zijn kinderen na hem blij- ven wonen, evenals waarschijnlijk honderd generaties van voorouders er voor hem heb ben gewoond. Alleen op marktdagen doet hij zijn nieuws op; en de verste reis, die hij ooit in zijn leven ondernam, is naar de naburige stad. Hij spreekt het dialect van zijn provin cie, en verstaat de menschen uit een andere provincie niet. Sommigen onder hen hebben wel eens gehoord van de 18 provincies van het rijk, en dat er een republiek is ingesteld, maar wat dat beteekent weten zij niet precies. En over die vreemde barbaren, die in de kuststeden komen om handel te drijven, heb ben zij ook heel vage begripper.. Aan dien onkrijgshaftigen vredelkvenden geest der Chineezen is het ook te danken, dat de onlusten, die hier op het oogenblik heer- schen, een veel minder fanatiek karakter ver- toonen, dan wij Westerlingen wel zouden ver- wachten in dergelijke omstandighedenik zou bijna willen zeggen: er zit een element van gemoedelijkheid in, tusschen alle bitte- ren ernst door. Zoo was er hier drie weken lang staking in Shanghai, als protest tegen het optreden der vreemdelingen; alle Chineesche winkels d.i. op een enkele uitzondering na: allemaal waren gesloten. Maar bij menigen winkel stond de deur op een kier, en wanneer men daar maar even aan raakte, ging hij heele- maal open, want er achter stond een bedien- de, die u binnen noodigde, en in den winkel was alles normaal en werd men zeer beleefd geholpen. In een stadje in de buurt staakten zij een halven dag, hielden een erg slap bezochte meeting, en een dito demonstratie door de hoofdstraat; alles zondT eenig enthousiasme en van vreemdelingen-haat geen spoor! Maar, naar zij zelf verk'aa-den nu zouden zij toch aan het scakingscomit? in Shanghai seinen, dat ze ook hadder mtege- daan! De winkels, die zoo lang uit solidariteit moesten sluittn, werden daarvan zelf de dupe, maar andere lieden profiteeren weer sterk van den ongeregelden toestand. Zoo vroegen de koelies in Nanking,'die de bagage voor de reizigers droegen, nu doodkalm vijf- maal zooveel dan vroeger. Toen iemand zich daarover beklaagde bij de Chineesche politie, die toevallig in ae buurt stond, zei deze heel laconiek: „och meneer, ik zou het maar beta- len. Ze vragen het niet van u, omdat u vreem- deling bent, maar de Chineesche reizigers be- handelen ze net zoo!" Een ernstiger uitvloeisel van de onlusten is dat de bandieten, die hier en overal in China de veiligheid bedreigen, nu ook "mee- nen extra hun slag te kunnen slaan. Aange- zien zij bij voorkeur in troebel water vis- schen, is dat ook wel van hen te verwachfen. Daar hebben de Chineezen zelf echter meer last van dan de vreemdelingen, want het zijn meestal winkels, 'n enkelen keer zelfs ook wel een tempel, die het ontgelden moeten. Men krijgt hier werkelijk wel eens de inipressie van in de Middeleeuwen te leven! Nog een andere categorie profiteert goed van de staking, n.l. de schooljongens. "Nu hun groote broers, de studenten, staken, moe ten zij natuurlijk ook mee doen, want zij be- hooren immers ook tot de jongere generatie! dikwijls gebeurde, viel zij weer terug in een droomerigen toestand, en als hij fluisterde „Mijn Reveling," was zij zeker, dat :ij nog in het paradijs was. Wat kwamen politieke verschillen erop aan? Wat gaf zij nu om verschil van inzich- ten, om idealen, die vreemd aan de hare wa ren? Wat kwam alles er op aan, behalve dat Jim haar liefhad en dat zij hem met hart en ziel en lichaam toebehoorde? De heerlijke woorden, duizenden jaren geleden, vol zelf- verloochening gesproken, kregen nu hun wa re beteekenis voor haar: zijn volk zou voort- aan haar volk zijn, zijn God zou haar God zijn. Anderen mochten ooriog voeren en strij- den, anderen mochten om idealen vechten, haar ideaal was een leven met Jim, zijn ge- luk zou het doel van haar leven zijn. Het lijden, dat zij beiden hadden geleden, sedert de liefde zich voor het eerst aan hen in het bosch geopenbaard had, had hun liefde geheiligd, hen vast besloten gemaakt, om van a!les afstand te doen behalve' van wat tot htm liefde behoorde. Dien, middag, toen Jim haar vaarwel zeide, had het vec. eeuwig kunnen zijn; maar sedert waren zij beiden door het reinigende vuur aer sdiait g eg a an zij hadden beiden den dood van nabij in de oogen gezien, en gevoeld, dat zijn grimmige omhelzing gemakkelijker te ver- dragen zou zijn dan een leven zonder elkan der. Nu was de dood aan hen Voorbijgegaan. Het leven strekte zijn beide handen naar hen uit, en fluisterde woorden van geluk en liefde, en van een volkomen eensgezindheid van ziel en geest. En liefde en geluk en ge- meenschap lachten om politieke verdeeldheid alsof het verdorde rozenbladeren in een don- zen bed waren. „Zult ge niet eenmaal ophouden. mij lief te hebben, mijn Reveling", vroeg hij,* „om hetgeen ik gedaan heb?" „Zelfs als mijn lichaam in het graf lag", antwoordde zij, „en mijn hart had opgehou- den te kloppen, zou ik u nog liefhebben met mijn ziel, Jim." Zij vroeg hem geen enkele maal naar de daad het stellen van de brieven des J<o- nings die hen voor eeuwig had kunnen scheiden, en toch het middel was geweest cm hen samen te brengen. Het was eerst later, toen generaal Fairfax zelf haar de geheele geschiedenis vertelde van Jim's opoffering om het leven en de eer van zijn broeder te redden, dat zij het karakter van haar echtge- noot ten voile ging begrijpen. Het onzelf- zuchtige er van, het volkomen vergeten van zich zelf ter wille van zijn bloedverwanten maakte diepen indruk op haar. Zij had hem daarvoor, en voor zijn volmaakte trouw en op- rechtheid kunnen aanbidden. Maar voor het oogenblik vroeg zij niet en oordeelde zij niet; al haar eigeh geloof, oordeel en idealen leg- de zij als een willig en volledig offer op het altaar van haar liefde. Thans nam Jim haar in zijn armen en droeg haar door de gang en de trap af naar buiten. Het kasteelplein was nu vol beweging en drukte. Het bevel tot ontruiming was juist gegeven. De inannen verzamelden zich, de vrouwen liepen rond en raapten bijeen, wat haar toebehoorde, kinde ren, die uit den slaap gewekt waren, huilden; ketenen rammelden, inetaal kletterde op me- taal, stemmen verhieven zich in toorn of be- Alleen zijn zij wel eens een beetje in de war omtrent de reden van de staking. „Protest tegen het optreden van de vreemdelingen", dat zijn zulke groote woorden, en dat staat zoo ver van hen af; maar wat ze wel terdege weten, dat is dat ze aan meneer zoo en zoo op school een vekementen hekel hebben! En zoo zal menig onderwijzer wel eens benauw- de oogenblikken hebben gehad, als de jon gens dreigden hem te zullen afrossen. De jon gens van een stadje, niet ver van hier, gin- gen er op zekeren dag toe over om den di- recteur in de school op te sluiten. Zij wisten echter niet dat meneer een duplicaat-sleutel van de voordeur op zak had! En die studenten, die dezen heelen toestand door hun opruiende toespraken in het leven hebben geroepen, en denken dat sociale her- vormingen in een hand-omdraaien kunnen te weeggebracht worden door hun kreten van: „weg met het imperialisme" en „weg met de vreemdelingen", die studentjes voelen zich natuurlijk de helden van den dag. Ge- lukkig is men in de Mixed Court bij het ver- hoor van de raddraaiers heel verstandig te werk gegaan, door hen niet te veel au serieux te nemen. Zoo werd hun o.a. gevraagd, of ze wel eens hadden gehoord dat Confucius zei: „op mijn 60ste jaar was ik in staat de waarheid te onderscheidenhij zei niet: toen ik 17 of 18 was! en of zij zich dan daar nu competent toe achtten?" Nadat zij een stuk hadden onderteekend, waarbij zij beloofden, zich in het vervolg rus- tig te zullen gedragen, werden zij zonder meer in vrijheid gesteld. Vermoedelijk had den zij zich een rol van martelaars toege- dacht, en de kans daar op was door deze be- handeling totaal verkeken. Zooals de toestand zich nu laat aanzien, is wel te verwachten dat de goede verstandhou- ding tusschen Chineezen en vreemdelingen na verloop van tijd weer zal terugkomen; maar of Oost en West elkaar en elkanders motieven ooit begrijpen zullen, dat blijft de vraag. Shanghai, 12 Juli '25. Zaterdag 8 Aug. had in hotel! Terminus te Utrecht dte jaarlijksche algem. verg. van den N. S. B. plaats. Ver tegen w o ard'i-g d waren 20 vereenigingen uitbrengende 94 stemmen en vertegenwoordigendie 1100 schafkens, terwijl de N. S. B. omvat 80 clubs met 2650 leden en 708 abonne's op't tijdschrift. De voorzitter mr. A. Reub opende dte ver- gadering, heette alien hartelijk welkom en lierdacht dte heeren H Fokker en H. D. B. Meijer, die in't afgeloopen jaar gestorven waren. Daarna gaf dte Voorzitter een over- zicht van den stand van den Wereldschaak- bond, waarvan hij zelf voorzitter was en the zijn zetell heeft te Zurich. Vervolgens werden de wedstriiden te Gro- iniingen herdacht, die voor -ditmaal een week eerder werden gehouden in een andere plaats dan de algem. verg. Een com-missie bestaan- de uit de heeren jhr. H. Strick van Linscho- ten en H. Levenbach lazen de notulen, die na ampele wijziging werden goedgekeurd. Hier na werd1 dte A. S. C. gsfeliciieerd met't be- haalde clubkampioenschap in dte eerste klas- se. Nu volgde't jaarvers"ag en rekenning en verantwoordiing van dten peniningmeester. Met lidmaatschap van den N. S. B. voor den Wereldschaalcbond (F. I. E.) werd voorloo- pig bepaald op 50. Tot ho-ofdredacteur werd1 herbenoenid Jhr. EI. Strick van Linschoten. Nu volgde verkiezing van een len secreta ire wegens bedanken van den heer Hartogen- sis. Na eenige bespreknig kwam deze func- tionaris op zijn besluit terug en werd dus verkiezing overbod'ig. Tot 2en secretaris werd herbenoemd de heer J. H. W. J. Wildenboer, die ook al op zijn bedUimken was teruggekomen. Verder werden herbenoemd r-esp. als 6e en 7e be- stuursleden de neeren W. A. Schelfhout en M. Euwe. Een voorstel van 't hoofdbestuur om het klassenstelstel af te schaffen en te vervangen door een andter ('t Zwitsersche) stelsel maak te veel tongen- los. Op voorstel van 's JTertogenbosch werd een commissie benoemd, die de zaak in studie zo'u nemen en voor 1 Januari a.s. met voor- stellten dient te komen. Deze commissie zal bestaan uit vertegenwoordigers van de 6 grootste clubs. Hierop kwam het Nationale schaakgebouw ter tafel. D. D. had nil. plannen om een cen- traa'l gebouw te stichten in navolging van zooveel andere sportvereenigingen. Een ge- deelte der Ned. schakers vond dat de N. S. B. deze zaak moest ter hand nemen en niet een enkele Haagsche club. De finanoieele kant van 't vraagstuk was van overwegende invloed. vel. Jim droeg Babs naar den ouden wilge- boom aan de gracht In de boot lagen de kus- sens nog opgestapeld,juist zooals Barbara ze een eeuwigheid geleden, gelaten had; zij droegen nog den indruk van haar lichaam, waar zij op hen gerust had, toen zij dien heeten namiddag had liggen droomen. Hij legde haar zachtjes op de kussens neer, nam toen de riemen en roeide haar over de gracht. De lucht in het Oosten zag lichtgeel met strepen van-wolken langs den horizon, die de kleur van amethyst hadden. De natuur was nog in slaap; zelfs de vogels waren nog niet begonnen te kwinkeleeren. Zij gingen uit de boot en liepen hand in hand den hel- lenden grond op. De aarde geurde vochtig en zoet na den storm. Een zacht briesje bewoog de jongc takjes van olmen en esschen, en deed de bladeren ritselen met den zachten klank als de gefluister van feeen. Hoog op den heuvel stonden zij stil en keerden zich om, om terug te zien naar het staRge slot, waar zij zooveel leed hadden leeren kennen en zulk volmaakt geluk gevon- den hadden. En terwijl zij rondblikten, werd het geel van de lucht amberkleurig en daarna rose, en de ametthystgekleurde wolken ver- anderden in vurige strepen. De kleine gesle- pen vensterruiten ,in het kasteel glinsterden als even zooveel robijnen, en het een na het ander stegen dediederen der vogels hemel- waarts als een machtig koor tot lof. belast rich met: HIT VERVAARDIGEN VAN ALLE DRUKWERKEN. HET PLAATSEN VAN ADVER- TENTIEN IN ALLE BLADEN. HET LEVEREN VAN ALLE BINNEN- EN BUITENLANDSCHE BOEKEN. HET LEVEREN VAN ABONNE- MENTEN OP ALLE BINNEN- EN BUITENLANDSCHE BLADEN. Voordam 0 9, Alkmaar 't Voorstel vond van verschillende zijden heftige bestrijding (n.l. 't V. A. S. en de heer Te Kallste) Utrecht was een sterke voor- standler. Ten slotte werd bepaald dat dte schaakclub D. D. 't gebouw voor zich zelf zal stichten. De N. S. B. zal al zijn best doen dat dte gel- den rijkelijk vloeien zondter bezwaar vam zijn eigen pemningeo. en als dan't schaakgebouw er is en men is overtuigd, dat dte N. S. B. geldelijk geen bezwaar za® ondtervindten, zal D. D. met een welwillendte haindbeweging 't gtebouw aan die N. S. B. afstaan. :en voorstel van Alkmaar om te bepalen, dat mi-nstens een bestuurslid uit een platte- landsgemeenteclub gekozen moet worden werd met 60 tegen 13 stemmen verworpea. Als pllaats van dteini zomerwedstrijd in 1926 werd Utrecht aangewezen deze wedStrijd zal aan 't begin dter vacantie n.l. in de laatefce helft van Juli worden gehouden. Getracht zal worden't tijdschrift wat af- werking en material aangaat, beter verzorgd te laten verschijnen en zoo mogelijk in Ne- derland te laten drukken. Tot jog toe ge- schiedt't in Belgie. Ten slotte werd besloten doorloopende cor- resipondtentie-wedlstrijdeni te houdten. Hierna sluiRng. De volgendte parRj werd gespeeld in de Laibacher Schaak.lub ter gelegenheid van de opening van 't nieuwe clublokaal op 15 Juli 1922. dl4 Pf6 Pf3 c5 d5 d6 Pc3 g6 e4 Lg4 Le2 Pbd7 0—0 Lg7 Lf4 a6 1 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. e5Zeer riskant. Ph5 Lg5 Pe5 De2 f4 Khl Lg4 Lf6 Tael f5 Tf3 Pe4 21. 22. 23. 24. 24. 25. 26. 26. 27. 28 29. 30. 31. 31. 32. 33. c3! b4! Kh2 Dg5 Dh6 Tg3 E p i 1 o o g. Wij'weten, dat de hartstochten hevig wer den en de haat bitter was gedurende vele ja- Pe5 Le2 Le5 Ld4f h6! Lf6 Pf6 b5 •5 a7 Pe4 (Speelt zwart hier 20Pd5 dan volgt 21. Dd2 Pc7 22. Pd6f Kf8 23. Dc3 TgS 24. Dc5 en wint) De4 00 Dg4Da5 (Om Dh4 te gaan spelen). Da4 Wit wil de Zw. Dame buiten speT houdeni. Dc2 r - h4. Dd2 Tle3! Al weer om de Zw. dame a^r? dte verdtediging te onttrekken. Ddlf f6 Tf7 Tg7 Dd5 hg5!! Speelt zwart nu 31Th? dan volgt 35 gf6f KhS. 36. Dh7j Kh7. 37. Tg7f en 38. Th3 mat. Df5. 1 gf6 Df6 Tg7f Zwart geeft op. Tot onzen spijt is 't laatste beiangrijkste deel van dten brief van Hilda (zie rubritek der vorige week) op onverklaarbare .wijze uitge- vallen. ren in de toekomst; maar Barbara's huwelijk met Jim Fiennes was niet het eenige voor- beeld van een volmaakt geluukkige vereeni- ging tusschen personen met uiteenloopende, politieke inzichten. Haar drie zusters, even als zij zelf dochters van Sir Eduard Cecil, die een vurig koningsgezinde was, hadden al ien officieren van het Parlementsleger ge- trouwd, en haar huwelijksleven was zeer ge- lukkig. Wij weten ook dat ofschoon kolonel Brent in het begin onverzoenlijk was, hij ten slotte toegaf, want hij was peetvader van Jim's oudsten zoon, en toen hij stierf, was Barbara zijn eenige erfgename, en in een codicil, dat twee jaren na de openbaarmaking van de brieven des Koniugs opgesteld was. benoemde hij Jim Fiennes tot uitvoerder van zijn testament. Of de werkelijke, innerlijke geschiedenis van wat hij alRjd noemde Bar bara's verzotheid op den rebel, hem ooit be- kend is gemaakt, is oniflogelijk te zeggen, maar er bestaat geen twijfel, dat Babs de liefde van zijn leven was, en dat haar geluk in groote mate zijn hart verzacht moet heb ben jegens den man, die er de bron van was. Maar hij vergaf nooit zijn vriend Saye and Sele, en zette ook nooit meer een voet binnen hehkasteel Broughton, nadat het sta- tige, oude huis terugkeerde in het bezit van zijn eigenaars, enkele maanden ha de open baarmaking van de brieven des Konings. Hij kon nooit vergeten, dat het deze daad was, die Jim Fiennes feitelijk binnen de muren yan het kasteel bedreven had, die eindelijk leidde tot het laatste onheil van '49. EINDE. Q- .1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1925 | | pagina 5