Alkmaarsche Courant
Schaakrabrieb.
keuilleton.
De hand met het litteeken.
a
a
N.V. Boek- en Han-
delsdrukkerij voorh.
Herms. Coster Zn,
Zaterdag 15 Angustns.
jvo. m r~- --r 1925
Honderd Zwen en Twintigste iaargang.
Uit enze Staatsmachine.
DE AUTOBUS EN DE WETGEVING.
Den 23sten April 1880 onderieekende Wil-
lem III de door Eerste en Tweede Kamer aan
genomen „Wet van 23 April 1880 (Stbl. No
67) betreffende de openbare middelen van
yervoer met uitzondering der Spoorwegdien-
sten." Deze wet trad in werking 1 September
1880, en met de invoering ervan vervielen er
een elftal Koninklijke Besluiten, waarvan het
oudste dateerde van 1 Maart 1818 en het
iongste van 12 Februari 1850. Uit de menig-
vuldigheid dier besluiten, elf in 32 jaar,
blijkt wel, dat het openbare vervoermidde-
lenvraagstuk een voortdurende zorg der el-
kaar opvolgende regeeringen geweest is. Op
denzelfden dag als deze wet, traden in wer-
kino- een dertiental besluiten, vervat in het
Koninklijk Besluit van 31 Juli 1880, ter ver-
zekering van de veiligheid der reizigers met
de openbare middelen van vervoer.
Sindsdien heeft de autobus intrede gedaan
in de wereld en heeft doorslaande bewijzen
geleverd te voorzien in een lang gevoelde be-
hoefte. De snel opkomende en zich uitbreiden-
de nieuwe wijken der groote steden worden
door een autobus met het centrum der oude
stad verbonden, en ver afgelegen dorpjes en
gehuchten hebben in de autobus de lijn, die
hen met het wereldverkeer verbindt.
De opkomst van de autobus, de menigvul-
digheid van de autobus-ondernemingen, als-
mede de vele gevaren en ongelukken, verbon
den aan en teweeggebracht door de aiyobus-
sen, deden gevoelen, dat de „Wet Openbare
Vervoermiddelen" niet meer voldeed aan de ei-
schen van den nieuweren tijd, vandaar dat
een wetsontwerp verschenen is, dat aanpast
aan de nieuwe eischen.
Leggen we de oude wet en het nieuwe wets
ontwerp naast elkander, dan blijkt, dat men
niet spreken kan van een nieuw wetsontwerp,
maar veel meer van aanvullende, nieuwe be-
palingen.
Wat hidden de oude en liouden de nieuwe
artikelen in?
Voor het in-werking-brengen van een open-
baar middel van vervoer had men geen voor-
afgaande vergunning noodig. Wie wilde kon
een nieuwe passagiersdienst op touw zetten.
Genoeg was, dat hij van zijn voornemen om
den dienst te begimen aankondiging deed in
het dagblad van dc hoofdstad der provinde
of provincien, waarin de dienst zou plaats
hebben en dan die aankondiging met een
exemplaar van de courant zond aan Gedepu-
teerde Staten der provincie, aan de besturen
van alle gemeenten, waar stilgehouden werd
tot het in- en uitlaten van reizigers en verder
aan de officieren van justitie in de arrondis-
sementen dier gemeenten. Ook de vorm dier
aankondiging was bij de wet geregeld en
moest o.a. inhouden de te volgen route, de
stopplaatsen en de dienstregeling, benevens
de tarieven voor personen en goederen.
Bij verandering van een en ander moest
daarvan weder op dezelfde wijze en aan de-
zelfde personen mededeeling worden gedaan.
Indien reizigers door zijn schuld schade leden
bij de uitoefening of door nietnakoming van
den dienst, dan was de ondernemer daarvoor
hcofdelijk aansprakelijk. Verder werd be-
paald, dat zij, tegen schadeloosstelling, de
brievemnalen der posterijen moesten vervoe-
ren, voor welk vervoer ze ook verantwoorde-
lijk waren. Natuurlijk bepaalde de wet ook
welke straffen bij nietnakoming der verplich-
tingen kon worden opgelegd.
Dus was „der langen Rede kurzer Sinn"
In de nieuwe wet is dit alles met een enkele
toevoeging overgenomen, lerwijl naar eisch
des tijds de geldboeten werden verhoogd.
Behalve de oude artikelen bevat het nieuwe
wetsontwerp 4 nieuwe artikelen, waardoor
hun aantal steeg tot zestien; die vier nieuwe
artikelen betreffen uitsluitend de autobussen
die, zooals zal blijken, flink aan den band
worden gelegd. De vrijheid, men kan wel zeg-
gen de bandeloosheid, die op dit gebied
heerschte, zeer tot schade der bona fide-on-
dernemers, is nu uit. En reeds uit dat oogpunt
bezien verdient de afgetreden minister den
dank van het autobussende publiek, dat hij
in deze materie regelend is opgetreden.
Hoe luiden nu de nieuwe bepalingen? Al-
lereerst wordt vastgelegd, dat iemand, die
een autobusonderneming gaatbeginnen, daar
voor noodig heeft een speciale vergunning
van de Gedeputeerde Staten der provincie.
We hebben dus hie rhet geval van het al of
niet verleenen van een concessie. Men voelt
aanstonds, hoe heilzaam zulk een bepaling
werken gaat. Want wie een concessie verlee
nen mag, heeft nog twee andere bevoegdhe-
den. Hij kan die concessie weigeren cn hij
kan haar, wanneer daartoe crnstige redenen
bestaan, ook weer intrekken. Tot dusverre
destond die concessie niet het wetsontwerp
zegt het wat aangelengder, spreekt van ver
gunning maar het wezen der zaak waarom
het hier gaat, verandert er geen ziertje om
vandaar dat ieder, die „een paar losse gul
dens" had om een tweede- of derdehandsch
autobus te koopen, een riieuwen dienst begin-
nen kon. Soms werd die dienst eenvoudig
gedreven met een vrachtauto, waarin wat los
se banken gezet werden, 't geen te gevaarlij-
ker was, daar juist deze autobussen op markt-
of feestdagen of ter gelegenheid van een ker
mis bijv. werden ingesteld om even spoedig
te verdwijnen, als het feest achter den rug,
of de marktdag voorbij was. Zeer juist is
daarom het tweede lid in het nieuwe artikel
15 (oud 11) dat bepaalt: „Motorrijtuigen
met andere bestemming, welke voor vervoer
van personen worden gebezigd, worden voor
de toepassing van den bij artikel 10 bedoel-
den algemeenen maatregel van bestuur mede
als openbare middelen tot vervoer van perso
nen beschouwd, indien zij ruimte bieden voor
ten minste acht personen buiten den vervoer-
der." (De maatregel van bestuur, bij art.
10 (oud 7) bedoeld, is genomen in het Kon.
Besluit, houdende bepalingen ter verzeke-
ring van de veiligheid der reizigers met open-
bare middelen van vervoer.) Reeds bij voor-
baat wordt dus de kans om deze wet te ont-
duiken voorkomen, althans zooveel doenlijk
is. Immers een vervoer van zeven personen
levert de kosten niet op en tot schade wordt
die nieuwe dienst niet ondernomen. Het con-
cessieartikel maakt ook een einde aan het on-
beperkte jachtgebiecf der autobusondernemin-
gen. Rendeerde een nieuwe onderneming, dan
was een ander er vaak als de kippen bij om
naast de oude A.B.O. een nieuwe te beginnen.
Was het tarief niet hooger en de wagens ge-
lijkwaardig of beter, dan was het nog iets;
maar was een en ander inderdaad minder,
dan leverde de concurrence groot gevaar voor
de veiligheid, omdat menigmaal die bus ge-
prefereerd werd, die de grootste snelheid
had, zoodat het tot een jakkerenden wed-
strijd werd op de buitenwegen, dat men niet
voor elkander wilde uitwijken, dat men elkaar
passeeren ging aan den verkeerden kant bui
ten het oog van Hermandad's dienaar. Aan
dat alles kan nu een einde komen we zeg-
gen niet, dat er een einde aan komt, maar
de mogelijkheid bestaat, omdat Ged. Staten,
volgens het nieuwe artikel 10 al. 2, het recht
hebben verordeningen vast te stellen, ook tot
aanvulling van die, welke de veiligheid der
reizigers dienen te verzekeren. Vatten we een
en ander samen, dan kunnen we gerust zeg-
gen, dat de droeve dagen der vrijheid voorbij
zijn en dat van*!iet oogenblik af, dat dit wets
ontwerp een in werking zijnde wet zal wezen,
Gedeputeerde Staten de regeling van het
autobuswezen in handen zullen hebben. Maar
ook zijn niet alle Gedeputeerde Statenleden
tot al deze dingen bekwaam, daarom kunnen
zij, 'volgens't nieuwe artikel 2 al. 3, zich of-
ficieel doen inlichten door ondernemers van
spoorwegdiensten en van andere openbare
middelen tot vervoer van personen. In dit
nieuwe artikel lezen we ook, dat de kosten,
verbonden aan alles wat los en vast is, aan
het al of niet verleenen van een vergunning
moeten betaald worden door den aanvrager.
Een heel heirieger van ambtenaren wordt
bevoegd verklaard om overtredingen van de
ze wet op te sporen: behalve de bij het Wet-
boek van Strafvordening aangewezen perso
nen,-ook de ambtenaren van Rijks- en Ge-
meeentepolitie, de hoofdingenieurs, inge-
nieurs, hoofdopzichters, technische ambtena
ren en opzichters van den provincialen water-
staat en de ambtenaren van de provinciale
verkeerspolitie. Hun wordt inderdaad een
zeer ver gaande bevoegdheid bij de wet, art.
13 (nieuw), gegeven.
Wij gelooven, dat de toekomstige „Wet
Openbare Vervoermiddelen" een zegen zal
wezen en voor het bedrijf zelf en voor de rei
zigers.
Uit het Engelsch van Baronesse Orezy.
(Geautoriseerde vertaling van A. T.)
71
De meest waarheidlievende kroniekschrijver
zou niet geheel durven verteHen,„wat er tus-
schen die beiden voorviel in de eerste paar oo
genblikken van herleefde hoop en zalige ze-
kerheid. In de hall beneden worstetdjn de
menschen nog en gaven uiting aan bunne
hartstochten van afgunst, wraak en haat
maar hier, in den volmaakten vrede der hai
ve duisternis, met de middernaeht-lucht die
zachtjes de venstergordijnen bewoog, en met
het zacht geklepper van het raam, was de
hartstocht, die regeerde, liefde, de woorden,
die gefluisterd werden, gaven een voorsmaak
van den hemel. En ver weg aan den horizon
waren de stormwolken gescheurd, en langza-
merhand vaagde de onzicbtbare, machtige
hand hen van de lucht weg, Langzaam brak
de dageraad door, helder na den storm, en
het morgenlicht sloop dit aardsch paradijs
binnen, en zocht twee bleeke, maar toch sUa
lende gezichten uit, die wang tegen :iig la
gen, en twee paar oogen, die vermoeid waren,
maar toch straalden van gel jk. Gedurende
vele uren hierna ontwaakte Barbara niet ge
heel tot het voile bewustzijn van zaligheid
zelfs ofschoon Jim haar onder tran :n en la
chen in alle bijzonderheden de gebeurtenissen
van den nacht vertelde Telkens alifTij haat
kraste, wat wg vermoeden kuno^Ldat zeer
Wanneer wij, Europeanen hier in China,
eens bij ons zelf nagaan en ons realiseeren,
hoc bitter weinig wij eigenlijk met den besten
wil begrijpen van de Chineesche mentaliteit,
dan komt af en toe de vraag wel eens bij ons
op hoe nu bijv. de abnormale toestand, die
hier op het oogenblik heerscht, in Holland
kgn begrepen worden, ondanks de meest
nauwkeurige telegrammen.
Gedurig hooren wij hier tot diep in den
nacht-het knarsend-eentonig geluid van het
radio-verzend-station, en dan denken wij bij
ons zelf: al die telegrarpmen, die daar ver-
zonden worden, och, ze geven wel juiste
gegevens en feiten, omtrent de staking en de
stemming tegenover de vreemdelingen, en zoo
meer, daar valt niet aan te twijfelen; maar de
geest van het volk, dat die feiten schept, is
die eigenlijk wel bij benadering ondcr woor
den te brengen?
'Sinds de republiek is ingesteld, is China
aanhoudend door burgeroorlogen geteisterd;
en toch is het Chineesche volk uiterst vrede-
lievend. Het zijn dan ook niet de Chineesche
burgers zelf, die deze oorlogen voeren; het
gaat absoluut buiten hen om, al zijn zij het,
die er den last van hebben. Maar die ge-
vechten telkens weer zijn het resultaat van
naijver tusschen militaire districts-bevelheb-
bers, die met huurlegers van zeer inferieure
reputatie elkaar beoorlogen, om hun eigen
macht te vergrooten. Wanneer een der par-
tijen verslagen is en afgedaan heeft, dan
worden gewoonlijk vroegere bondgenooten
weer tegenstandersen zoo begint het vech-
ten opnieuw. Op deze wijze zal het wel
eeuwig door gaan, tenzij er eens een dictator
opstaat, die de eenheid van China kan bewer-
ken, wat vrijwel een onmogelijkheid lijkt. En
intusschen verarmen die districten door de
belastingen hun door die generaals opgelegd,
en doordat die huurlegers de velden ver-
woesten, en dan later, als ze afgedankt zijn,
nog als bandieten het land onveilig maken.
Maar de groote massa van het Chineesche
volk, de 400 millioen Chineezen, interessee-
ren zich in hun geheel absoluut niet voor die
twisten der generaals. Zulke troebelen zijn
als rimpel-golfjes op een uitgestrekt meer: zij
raken alleen de oppervlakte. De rust in de
diepte wordt er niet door verstoord. Voor den
boer in het binnenland is zijn dorp de we
reld. Daar zullen zijn kinderen na hem blij-
ven wonen, evenals waarschijnlijk honderd
generaties van voorouders er voor hem heb
ben gewoond. Alleen op marktdagen doet hij
zijn nieuws op; en de verste reis, die hij ooit
in zijn leven ondernam, is naar de naburige
stad. Hij spreekt het dialect van zijn provin
cie, en verstaat de menschen uit een andere
provincie niet. Sommigen onder hen hebben
wel eens gehoord van de 18 provincies van
het rijk, en dat er een republiek is ingesteld,
maar wat dat beteekent weten zij niet precies.
En over die vreemde barbaren, die in de
kuststeden komen om handel te drijven, heb
ben zij ook heel vage begripper..
Aan dien onkrijgshaftigen vredelkvenden
geest der Chineezen is het ook te danken, dat
de onlusten, die hier op het oogenblik heer-
schen, een veel minder fanatiek karakter ver-
toonen, dan wij Westerlingen wel zouden ver-
wachten in dergelijke omstandighedenik
zou bijna willen zeggen: er zit een element
van gemoedelijkheid in, tusschen alle bitte-
ren ernst door.
Zoo was er hier drie weken lang staking in
Shanghai, als protest tegen het optreden der
vreemdelingen; alle Chineesche winkels
d.i. op een enkele uitzondering na: allemaal
waren gesloten. Maar bij menigen winkel
stond de deur op een kier, en wanneer men
daar maar even aan raakte, ging hij heele-
maal open, want er achter stond een bedien-
de, die u binnen noodigde, en in den winkel
was alles normaal en werd men zeer beleefd
geholpen.
In een stadje in de buurt staakten zij een
halven dag, hielden een erg slap bezochte
meeting, en een dito demonstratie door de
hoofdstraat; alles zondT eenig enthousiasme
en van vreemdelingen-haat geen spoor!
Maar, naar zij zelf verk'aa-den nu
zouden zij toch aan het scakingscomit? in
Shanghai seinen, dat ze ook hadder mtege-
daan!
De winkels, die zoo lang uit solidariteit
moesten sluittn, werden daarvan zelf de
dupe, maar andere lieden profiteeren weer
sterk van den ongeregelden toestand. Zoo
vroegen de koelies in Nanking,'die de bagage
voor de reizigers droegen, nu doodkalm vijf-
maal zooveel dan vroeger. Toen iemand zich
daarover beklaagde bij de Chineesche politie,
die toevallig in ae buurt stond, zei deze heel
laconiek: „och meneer, ik zou het maar beta-
len. Ze vragen het niet van u, omdat u vreem-
deling bent, maar de Chineesche reizigers be-
handelen ze net zoo!"
Een ernstiger uitvloeisel van de onlusten
is dat de bandieten, die hier en overal in
China de veiligheid bedreigen, nu ook "mee-
nen extra hun slag te kunnen slaan. Aange-
zien zij bij voorkeur in troebel water vis-
schen, is dat ook wel van hen te verwachfen.
Daar hebben de Chineezen zelf echter meer
last van dan de vreemdelingen, want het zijn
meestal winkels, 'n enkelen keer zelfs ook wel
een tempel, die het ontgelden moeten. Men
krijgt hier werkelijk wel eens de inipressie
van in de Middeleeuwen te leven!
Nog een andere categorie profiteert goed
van de staking, n.l. de schooljongens. "Nu
hun groote broers, de studenten, staken, moe
ten zij natuurlijk ook mee doen, want zij be-
hooren immers ook tot de jongere generatie!
dikwijls gebeurde, viel zij weer terug in een
droomerigen toestand, en als hij fluisterde
„Mijn Reveling," was zij zeker, dat :ij nog
in het paradijs was.
Wat kwamen politieke verschillen erop
aan? Wat gaf zij nu om verschil van inzich-
ten, om idealen, die vreemd aan de hare wa
ren? Wat kwam alles er op aan, behalve dat
Jim haar liefhad en dat zij hem met hart en
ziel en lichaam toebehoorde? De heerlijke
woorden, duizenden jaren geleden, vol zelf-
verloochening gesproken, kregen nu hun wa
re beteekenis voor haar: zijn volk zou voort-
aan haar volk zijn, zijn God zou haar God
zijn. Anderen mochten ooriog voeren en strij-
den, anderen mochten om idealen vechten,
haar ideaal was een leven met Jim, zijn ge-
luk zou het doel van haar leven zijn.
Het lijden, dat zij beiden hadden geleden,
sedert de liefde zich voor het eerst aan hen
in het bosch geopenbaard had, had hun
liefde geheiligd, hen vast besloten gemaakt,
om van a!les afstand te doen behalve' van
wat tot htm liefde behoorde. Dien, middag,
toen Jim haar vaarwel zeide, had het vec.
eeuwig kunnen zijn; maar sedert waren zij
beiden door het reinigende vuur aer sdiait
g eg a an zij hadden beiden den dood van
nabij in de oogen gezien, en gevoeld, dat zijn
grimmige omhelzing gemakkelijker te ver-
dragen zou zijn dan een leven zonder elkan
der. Nu was de dood aan hen Voorbijgegaan.
Het leven strekte zijn beide handen naar
hen uit, en fluisterde woorden van geluk en
liefde, en van een volkomen eensgezindheid
van ziel en geest. En liefde en geluk en ge-
meenschap lachten om politieke verdeeldheid
alsof het verdorde rozenbladeren in een don-
zen bed waren.
„Zult ge niet eenmaal ophouden. mij lief
te hebben, mijn Reveling", vroeg hij,* „om
hetgeen ik gedaan heb?"
„Zelfs als mijn lichaam in het graf lag",
antwoordde zij, „en mijn hart had opgehou-
den te kloppen, zou ik u nog liefhebben met
mijn ziel, Jim."
Zij vroeg hem geen enkele maal naar de
daad het stellen van de brieven des J<o-
nings die hen voor eeuwig had kunnen
scheiden, en toch het middel was geweest cm
hen samen te brengen. Het was eerst later,
toen generaal Fairfax zelf haar de geheele
geschiedenis vertelde van Jim's opoffering
om het leven en de eer van zijn broeder te
redden, dat zij het karakter van haar echtge-
noot ten voile ging begrijpen. Het onzelf-
zuchtige er van, het volkomen vergeten van
zich zelf ter wille van zijn bloedverwanten
maakte diepen indruk op haar. Zij had hem
daarvoor, en voor zijn volmaakte trouw en op-
rechtheid kunnen aanbidden. Maar voor het
oogenblik vroeg zij niet en oordeelde zij niet;
al haar eigeh geloof, oordeel en idealen leg-
de zij als een willig en volledig offer op het
altaar van haar liefde. Thans nam Jim haar
in zijn armen en droeg haar door de gang
en de trap af naar buiten. Het kasteelplein
was nu vol beweging en drukte. Het bevel tot
ontruiming was juist gegeven. De inannen
verzamelden zich, de vrouwen liepen rond en
raapten bijeen, wat haar toebehoorde, kinde
ren, die uit den slaap gewekt waren, huilden;
ketenen rammelden, inetaal kletterde op me-
taal, stemmen verhieven zich in toorn of be-
Alleen zijn zij wel eens een beetje in de war
omtrent de reden van de staking. „Protest
tegen het optreden van de vreemdelingen",
dat zijn zulke groote woorden, en dat staat
zoo ver van hen af; maar wat ze wel terdege
weten, dat is dat ze aan meneer zoo en zoo
op school een vekementen hekel hebben! En
zoo zal menig onderwijzer wel eens benauw-
de oogenblikken hebben gehad, als de jon
gens dreigden hem te zullen afrossen. De jon
gens van een stadje, niet ver van hier, gin-
gen er op zekeren dag toe over om den di-
recteur in de school op te sluiten. Zij wisten
echter niet dat meneer een duplicaat-sleutel
van de voordeur op zak had!
En die studenten, die dezen heelen toestand
door hun opruiende toespraken in het leven
hebben geroepen, en denken dat sociale her-
vormingen in een hand-omdraaien kunnen te
weeggebracht worden door hun kreten van:
„weg met het imperialisme" en „weg met de
vreemdelingen", die studentjes voelen
zich natuurlijk de helden van den dag. Ge-
lukkig is men in de Mixed Court bij het ver-
hoor van de raddraaiers heel verstandig te
werk gegaan, door hen niet te veel au serieux
te nemen. Zoo werd hun o.a. gevraagd, of
ze wel eens hadden gehoord dat Confucius
zei: „op mijn 60ste jaar was ik in staat de
waarheid te onderscheidenhij zei niet:
toen ik 17 of 18 was! en of zij zich dan
daar nu competent toe achtten?"
Nadat zij een stuk hadden onderteekend,
waarbij zij beloofden, zich in het vervolg rus-
tig te zullen gedragen, werden zij zonder
meer in vrijheid gesteld. Vermoedelijk had
den zij zich een rol van martelaars toege-
dacht, en de kans daar op was door deze be-
handeling totaal verkeken.
Zooals de toestand zich nu laat aanzien, is
wel te verwachten dat de goede verstandhou-
ding tusschen Chineezen en vreemdelingen
na verloop van tijd weer zal terugkomen;
maar of Oost en West elkaar en elkanders
motieven ooit begrijpen zullen, dat blijft de
vraag.
Shanghai, 12 Juli '25.
Zaterdag 8 Aug. had in hotel! Terminus te
Utrecht dte jaarlijksche algem. verg. van den
N. S. B. plaats. Ver tegen w o ard'i-g d waren 20
vereenigingen uitbrengende 94 stemmen en
vertegenwoordigendie 1100 schafkens, terwijl
de N. S. B. omvat 80 clubs met 2650 leden
en 708 abonne's op't tijdschrift.
De voorzitter mr. A. Reub opende dte ver-
gadering, heette alien hartelijk welkom en
lierdacht dte heeren H Fokker en H. D. B.
Meijer, die in't afgeloopen jaar gestorven
waren. Daarna gaf dte Voorzitter een over-
zicht van den stand van den Wereldschaak-
bond, waarvan hij zelf voorzitter was en the
zijn zetell heeft te Zurich.
Vervolgens werden de wedstriiden te Gro-
iniingen herdacht, die voor -ditmaal een week
eerder werden gehouden in een andere plaats
dan de algem. verg. Een com-missie bestaan-
de uit de heeren jhr. H. Strick van Linscho-
ten en H. Levenbach lazen de notulen, die na
ampele wijziging werden goedgekeurd. Hier
na werd1 dte A. S. C. gsfeliciieerd met't be-
haalde clubkampioenschap in dte eerste klas-
se. Nu volgde't jaarvers"ag en rekenning en
verantwoordiing van dten peniningmeester.
Met lidmaatschap van den N. S. B. voor den
Wereldschaalcbond (F. I. E.) werd voorloo-
pig bepaald op 50.
Tot ho-ofdredacteur werd1 herbenoenid Jhr.
EI. Strick van Linschoten.
Nu volgde verkiezing van een len secreta
ire wegens bedanken van den heer Hartogen-
sis. Na eenige bespreknig kwam deze func-
tionaris op zijn besluit terug en werd dus
verkiezing overbod'ig.
Tot 2en secretaris werd herbenoemd de
heer J. H. W. J. Wildenboer, die ook al op
zijn bedUimken was teruggekomen. Verder
werden herbenoemd r-esp. als 6e en 7e be-
stuursleden de neeren W. A. Schelfhout en
M. Euwe.
Een voorstel van 't hoofdbestuur om het
klassenstelstel af te schaffen en te vervangen
door een andter ('t Zwitsersche) stelsel maak
te veel tongen- los.
Op voorstel van 's JTertogenbosch werd
een commissie benoemd, die de zaak in studie
zo'u nemen en voor 1 Januari a.s. met voor-
stellten dient te komen. Deze commissie zal
bestaan uit vertegenwoordigers van de 6
grootste clubs.
Hierop kwam het Nationale schaakgebouw
ter tafel. D. D. had nil. plannen om een cen-
traa'l gebouw te stichten in navolging van
zooveel andere sportvereenigingen. Een ge-
deelte der Ned. schakers vond dat de N. S.
B. deze zaak moest ter hand nemen en niet
een enkele Haagsche club.
De finanoieele kant van 't vraagstuk was
van overwegende invloed.
vel.
Jim droeg Babs naar den ouden wilge-
boom aan de gracht In de boot lagen de kus-
sens nog opgestapeld,juist zooals Barbara
ze een eeuwigheid geleden, gelaten had; zij
droegen nog den indruk van haar lichaam,
waar zij op hen gerust had, toen zij dien
heeten namiddag had liggen droomen. Hij
legde haar zachtjes op de kussens neer, nam
toen de riemen en roeide haar over de gracht.
De lucht in het Oosten zag lichtgeel met
strepen van-wolken langs den horizon, die
de kleur van amethyst hadden. De natuur
was nog in slaap; zelfs de vogels waren nog
niet begonnen te kwinkeleeren. Zij gingen
uit de boot en liepen hand in hand den hel-
lenden grond op. De aarde geurde vochtig en
zoet na den storm. Een zacht briesje bewoog
de jongc takjes van olmen en esschen, en
deed de bladeren ritselen met den zachten
klank als de gefluister van feeen.
Hoog op den heuvel stonden zij stil en
keerden zich om, om terug te zien naar het
staRge slot, waar zij zooveel leed hadden
leeren kennen en zulk volmaakt geluk gevon-
den hadden. En terwijl zij rondblikten, werd
het geel van de lucht amberkleurig en daarna
rose, en de ametthystgekleurde wolken ver-
anderden in vurige strepen. De kleine gesle-
pen vensterruiten ,in het kasteel glinsterden
als even zooveel robijnen, en het een na het
ander stegen dediederen der vogels hemel-
waarts als een machtig koor tot lof.
belast rich met:
HIT VERVAARDIGEN VAN ALLE
DRUKWERKEN.
HET PLAATSEN VAN ADVER-
TENTIEN IN ALLE BLADEN.
HET LEVEREN VAN ALLE
BINNEN- EN BUITENLANDSCHE
BOEKEN.
HET LEVEREN VAN ABONNE-
MENTEN OP ALLE BINNEN- EN
BUITENLANDSCHE BLADEN.
Voordam 0 9, Alkmaar
't Voorstel vond van verschillende zijden
heftige bestrijding (n.l. 't V. A. S. en de heer
Te Kallste) Utrecht was een sterke voor-
standler.
Ten slotte werd bepaald dat dte schaakclub
D. D. 't gebouw voor zich zelf zal stichten.
De N. S. B. zal al zijn best doen dat dte gel-
den rijkelijk vloeien zondter bezwaar vam zijn
eigen pemningeo. en als dan't schaakgebouw
er is en men is overtuigd, dat dte N. S. B.
geldelijk geen bezwaar za® ondtervindten, zal
D. D. met een welwillendte haindbeweging
't gtebouw aan die N. S. B. afstaan.
:en voorstel van Alkmaar om te bepalen,
dat mi-nstens een bestuurslid uit een platte-
landsgemeenteclub gekozen moet worden
werd met 60 tegen 13 stemmen verworpea.
Als pllaats van dteini zomerwedstrijd in 1926
werd Utrecht aangewezen deze wedStrijd zal
aan 't begin dter vacantie n.l. in de laatefce
helft van Juli worden gehouden.
Getracht zal worden't tijdschrift wat af-
werking en material aangaat, beter verzorgd
te laten verschijnen en zoo mogelijk in Ne-
derland te laten drukken. Tot jog toe ge-
schiedt't in Belgie.
Ten slotte werd besloten doorloopende cor-
resipondtentie-wedlstrijdeni te houdten. Hierna
sluiRng.
De volgendte parRj werd gespeeld in de
Laibacher Schaak.lub ter gelegenheid van
de opening van 't nieuwe clublokaal op 15
Juli 1922.
dl4 Pf6
Pf3 c5
d5 d6
Pc3 g6
e4 Lg4
Le2 Pbd7
0—0 Lg7
Lf4 a6
1
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
e5Zeer riskant.
Ph5
Lg5
Pe5
De2
f4
Khl
Lg4
Lf6
Tael
f5
Tf3
Pe4
21.
22.
23.
24.
24.
25.
26.
26.
27.
28
29.
30.
31.
31.
32.
33.
c3!
b4!
Kh2
Dg5
Dh6
Tg3
E p i 1 o o g.
Wij'weten, dat de hartstochten hevig wer
den en de haat bitter was gedurende vele ja-
Pe5
Le2
Le5
Ld4f
h6!
Lf6
Pf6
b5
•5
a7
Pe4
(Speelt zwart hier 20Pd5 dan
volgt 21. Dd2 Pc7 22. Pd6f Kf8 23.
Dc3 TgS 24. Dc5 en wint)
De4 00
Dg4Da5
(Om Dh4 te gaan spelen).
Da4
Wit wil de Zw. Dame buiten speT
houdeni.
Dc2 r -
h4. Dd2
Tle3! Al weer om de Zw. dame a^r?
dte verdtediging te onttrekken.
Ddlf
f6
Tf7
Tg7
Dd5
hg5!! Speelt zwart nu 31Th?
dan volgt 35 gf6f KhS. 36. Dh7j Kh7.
37. Tg7f en 38. Th3 mat.
Df5. 1
gf6 Df6
Tg7f Zwart geeft op.
Tot onzen spijt is 't laatste beiangrijkste
deel van dten brief van Hilda (zie rubritek der
vorige week) op onverklaarbare .wijze uitge-
vallen.
ren in de toekomst; maar Barbara's huwelijk
met Jim Fiennes was niet het eenige voor-
beeld van een volmaakt geluukkige vereeni-
ging tusschen personen met uiteenloopende,
politieke inzichten. Haar drie zusters, even
als zij zelf dochters van Sir Eduard Cecil,
die een vurig koningsgezinde was, hadden al
ien officieren van het Parlementsleger ge-
trouwd, en haar huwelijksleven was zeer ge-
lukkig. Wij weten ook dat ofschoon kolonel
Brent in het begin onverzoenlijk was, hij ten
slotte toegaf, want hij was peetvader van
Jim's oudsten zoon, en toen hij stierf, was
Barbara zijn eenige erfgename, en in een
codicil, dat twee jaren na de openbaarmaking
van de brieven des Koniugs opgesteld was.
benoemde hij Jim Fiennes tot uitvoerder van
zijn testament. Of de werkelijke, innerlijke
geschiedenis van wat hij alRjd noemde Bar
bara's verzotheid op den rebel, hem ooit be-
kend is gemaakt, is oniflogelijk te zeggen,
maar er bestaat geen twijfel, dat Babs de
liefde van zijn leven was, en dat haar geluk
in groote mate zijn hart verzacht moet heb
ben jegens den man, die er de bron van was.
Maar hij vergaf nooit zijn vriend Saye
and Sele, en zette ook nooit meer een voet
binnen hehkasteel Broughton, nadat het sta-
tige, oude huis terugkeerde in het bezit van
zijn eigenaars, enkele maanden ha de open
baarmaking van de brieven des Konings. Hij
kon nooit vergeten, dat het deze daad was,
die Jim Fiennes feitelijk binnen de muren
yan het kasteel bedreven had, die eindelijk
leidde tot het laatste onheil van '49.
EINDE.
Q-
.1