m ligt niet aan het weer! Bamrubriek. OLftJUL! \m 3 mrmlm'u m m s m w m m m m m m. m p s m. w Eippen en Kenijnen. 1 M 'M M w. m In en om de hoofdstad. Ons Raadselhoekje. Gij behoeft bij vochtig- weer niet rheum a- !ch te zijn, ais gij slechts zorg draagt voor wd werkende nieren. Onder -normale om- andighedeui stroomt door uw gestel irijfk oed, d'at de weefsels herstelt en voedt. Dit oed ziuiver te houden is de taak der nieren. Te veel werk, zorgen en weersveranderin- in verzwaren deze taak, en dan kronen de eren overspannen warden. Zij kunnen dan et het urinezunr en andere schadelijke om- nverheid behoorlijk uit het bloed! filtree- ■n. Scherpgekante krist alien vomien ziich in spieren, gewrichteni en weefsels der zenu- eu. Dit leidt tot rheumatische aandoeningen ■kendi als spit, ischias of rheumatiek, naar- ate de rug, beenen of andere deelen van >1 lichaam warden aangetast. Zoodra men urinestoornissen, rugpijn, wa- rzuchtige zwellingen of andere verschijnse- n van een nieraandoening opmerkt, gebruike en Foster's Rugpijn Nieren Pillen Zij had- >n succes, zelfs in gevorderde gevallen van erkwaten. Let op de vexpakking in glazen flacons et geel etiket (aloin verkrijgbaar), waar >or gij zeker zijt geen verlegen buiten- ndsch'goed te ontvangen. Prijs 1.75 per aeon. Volgende week geven wij die ontleding! CORRE SPONDENTIE P. K. te 's-Gr. Dank voor uw laatste /.en ding tien standee die wij zoo spoedig mo- gelijk zullen nazien. Hier is't: Na dit mat stand ieder, ook Alekhine per- ex. Eindeiijk vroeg deze: „Maar dame, wie U?" Hierop antwoordde ik: „U stelde ch straks voor als Alekhine, welnu, ik ben aissa". (Godin van 't schaakspel. Red1.) Aan de Dammers! hi onze vorige rubriek gaven wij ter oplos- ngn probleem No. 872 (van G. Dentroux te yon). Stand. 'Zwart: 10 schijven op 1, 7, 8, 9, 10, 12, 4, 20, 26, 45. Wit: 10 schijven op 22, 23, 25, 28, 29 134, 38, 40, 48- 1. 2. 3. O p 1 o s s i n g 22—17! 29—24! 25—20 1. 12 21 of 26 37 2. 20 18. 3 26 37, 12 21 4. 14:25,26:37 of 14 25 of 12 21 5 48—42 5. 37 48 6. 33—29 6. 48 30 7. 28—23 7. 45 34 S. 23 5 8. 34 23 9. 5:35. Een prachtige ontleding! NOG 1ETS UIT DE TIJDSCHRIFTEN. De zet 35 :2 als laatste slag in een pro- <leem is nog a) eens voorgekomen, maar oeh lijkt ons de manier waarop dc jonge ■ransche problemist Sigal dc zet in een pro- sleem toepast we'l originecl. S m m m m B Zwart: 7 schijven op 3, 8, 9, 10, 14, 20, 25 en dam op 50. Wit: 7 schijven op 17, 27, 34, 40, 42, 48, 19. Wit speelt: 48—43 1. 50 6 of 11. 49—44 2. Zwarte dam weer op 50 terug. 43_39 3. Zwart moet nu 3 staan van 50 naar 48 en moet daar blij* ven staan wegens de schijven 39 en 34 naast elkaar. 40—35 4. 48 30 35 2! (Uit het „Damspel"). 1. 2. 3. UIT DE PARTIJ KELLER—DE JONGH. Ws wk Zwart: 16 schijven op 2/6, 8, 9, 10, 12 14/18, 24, 26. Wit: 16 schijven op 25, 28, 32, 33, 35, 36, 38/43, 45, 47, 48, 49. Zwart hooptc hier op 3934 van wit, dan sou gevolgd zijn: 39—34? t. 26—31 J 36 27 2, 16—21 27 16 3. 17—22 28:17 4. 12 21 16 27 5. 24—30 35 24 6. 14—20 25:14 7. 10:46! 1. 2. T 4. 5. Maar wit liep er niet in! Ter oplossing voor deze week: PROBI.LEM No. 873 van P. KLLUTE Jr., den Haag. m. M Zwart: 14 schijven op 5, 10, 11, 18, 20'23, 26/29, 31, 33. Wit: 13 schijven op 30, 34, 37, 38, 40. 41, 12, 44/47, 49, 50 CXLIII. VACANTIE EN BADPLAATSEN; BALDADIGHEID Men kan in dezen tijd des jaars, nu alle jeugd vacantie geniet, elken dag grootere of kleinere groepen jongens en meisjes in op- tocht en onder leiding van eenige onderwij- zers en onderwijzeressen, zien gaan in de richting van het Centraal Station met het doel een dag te gaan doorbrengen aan het strand te Zandvoort of ergens in het Gooiwant het is voornamelijk in die beide richtingen, dat de vacantie-genietende jeugd het te zoe- ken heeft. Ze trekken naar de groote en naar de kleine zee, kan men zeggen naar de groote zee te Zandvoort, naar de kleine zee in het Gooi, naar de Zuiderzee. Zandvoort heeft de kans een danige mede- dinger te krijgen in Bloemendaal, welke ge- meente zich tot het zeestrand uits trekt, en sedert het den nieuwen boulevard-weg kreeg, zijn er reeds xnenschen, die meenen, dat bin- nen enkele jaren slechts, als de gronaen bij dien weg in exploitatie zullen zijn gebracnt, en moderne hotels zullen zijn verrezen Bloe mendaal een geduchte concurrent van Zand- voort zal worden. We zullen het dienen al te wachten gebeurt het, des te beter voor de Amsterdammers, die dan m hun onmta- dellijke nabijheid tw^e badplaatsen zullen htbben. Maar voonoopig heeft de vacant^ jeugd uit Amsterdam daa: met veel aan en die is met Zandvoort al bes' mvreden. schien nog meer met de zeebadplaatsen van het Gooi, omdat de Zuiderzee niet zoc ver- raderlijk is met eb en vlo°d en hooge golven als de Noordzee en ook al omdat het strand d.er Zuiderzee in de onnitldell'ike nabijheid tosschen heeft, door de jeugd met minder cwaardeerc. dan de zilte plassen. t Is nog n et zoo iang geleden, dat heGooi alleen had zijn „Muiderberg-les-Bains met de rooische stcomtrara uit Amsterdam te bereiken, doc1 jvcurende de paar laatst-. jaren gaat ,,val- ktnveen-les-Bains" de oudste „badplaais heusch concurrence aan djfu, vooral sedert 1 tr ook motor-omnibus-diecsten van net stati on Bussum naar Valkenveen tot stand zijn gckomen. Ik ontmoette dezer dagen zelfs iemand, die met vrouw en kit deren voor veer- tier. dagen naar „Valkenvee-i les-Bams zou trekken; de hotels mochten er nog niet ver- geleken kunnen worden met de „Kufhausen van Scheveningen of Zandvoort, zt warcn dan ook zooveel goedkooper en voor de kin- deren was het daar een ideaal „kur-ort zon- der gcvaren. Gc ziet, wij Amsterdammers hebben meer zecbadplaatsen in onzt buurt dan ge denken zoudt en we doen niets, nie- mendal voor de nieuwe baiplaats Kampt-n 0nEn dat is maar heel gelukkig, niet alleen voor de Amsterdamsche oud-rs, dit in deze tijden van hooge spoorwegtarieven met hun kroost geen ver-uit-de-buurt uitstapjes itun- nen maken, maar" ook nietminder woor die anaere Amsterdammers, die vooral m vacan- ties altijd te lijden hadden van de balclaug* heden der jongeren, welki door gernis aan afleiding in al nun vrije dagen de stad dik- werf „onveilig" maakten. De Amsterdamsche „gamin en men kan ook gerust zeggen zijn zusje, hebben steeds een kwaden naam gehad. Ik zal niet beweren, dat ze van nature beter of slechter waren dan anderen van hun leeftijd in de andere stedro van het vaderland, maar de groote uit- gestrekthei dder stad en de bouw er van met al zijn grachten en schuiten en plantsoenen en wat al niet, gaf hun voor hun kwajongens- streken allicht meer gelegenheid en „matfcri- aal" dan ze elders gevonden zouden heb ben. Ik herinner mij, om maar lets te noe- men, de dagen toen we door Amsterdam nog een geregelde stoombootciienst door vde grachten badden en het werkelijk voor dege- nen, die met dergelijke booties voeren, een ellende was een brug onder door te moeten, omdat zij atlijd de kans hadden door straat- bengels op de brug besfookt te worden met steenen of vuilnLs, of bespogen te worden, zonder eenig middel van verwter te hebben. Welnu, ik meen te hebben kunnen opmer- ktn, dat de baldadigheid dei» Amsterdamsche jeugd, met name die der vacantie-jeugd, ver- minderd is. De .oorzaken daarvan hier na- gaan, zal ik niet, doch ontegenzeggelijk is een der reden van die verbetering, dat er in de latere jaren te Amsterdam en zeker ook elders veel meer gedaan wordt om de jeugd goede afleiding te geven. De vacantie- kolonies hebben er veel toe bijgedragen en die die dagelijksche uitstapjes, waarvau ik in den aanvang van dit schrijven gewaagdo, onder goede geleide, hebben ongetwijfeld aan veel verwildering een einde gemaakt. Er zijn tijden geweest, dat vreemdelingen, die zich te Amsterdam op straat waagden in een kleedij, die hier niet inheemsch was, door bende straatjongens gevolgd en gehinderd werden ik zal niet beweren, dat zulks liee- lemaal niet meer voorkomt, maar toch kan men wel degelijk opmerken. dat een vreem- deling al buitengewoon excentriek uitge- doscht moet zijn, wil hij door „gevolg." over- last ondervinden. We gaan vooruit en de ge legenheid telkens groepen jongens en meisjes naar „les Bains" te brengen, houdt dagelijks velen van de straat, die anders uit vervelrog een .last zouden geweest zijn voor hun stadge- nooten. Tot die verbetering heeft mede veel bijge dragen het steeds toenemen van het aantal openbare speeltuinen, die nu reeds, ik meen ten getale van 24, over deze stad verspreid liggen en natuurlijk hun aantrekkelijkheid hebben. En daarbij komt, dat men hier ook langzamerhand iets gaat verliezen van zijn, wat ik zou willen noemen „grasvrees", waar- mede ik bedoel, dat er tijden geweest zijn, dat men de grasvelden in de parken eigenlijk be- schouwde als „heilig terrein", waarop geen Amsterdamsch kind komen mocbt en waar- van het, waagde het zjcb daarop, met ge- schreeuw en gedreig met den stok door de parkwachters verjaagd werd. 't Was of men liever zag, dat er takken van de slruiken. wer den gerukt en bloemperken vernield, dan dat het gras vertrapt werd, terwijl dit laatste evengoed als het zard aan 6et zeestrand voor knapen en meisjes juist zulk een ideaal speel- veld is. Maar ook in deze komt men tot betere inzichten, want reeds heeft men in de laatste weken dagelijks groepen kinderen op gras velden samengebracht onder goede leiding en daarmedc het bewijs geleverd, dat men heel wat kinderen uit de volksbuurten van de straat kan houden als men hun de gelegen heid verschaft zich, liefst onder goed toezieht, op de grasvelden te vermaken en 't zal mij dan ook niet verwonderen als men van over- heidswege op den duur alles zal gaan doen om door het aanleggen van ruitne grasvelden overal, waar zulks in de nabijheid van volks buurten mogelijk is, om de jeugd, vooral ge- durende de vacantie-weken, gelegenheid te geven zich naar hartelust te vermaken. Elken dag kan men nu ook in de stad groep- jes kinderen zien die, met een paar dappere trommelslagers voorop, naar hun speelplaat- sen trekken en met dat getrommel komt, dunkt me," weder een oud Amsterdamsch gebruik in eere. Vermoedelijk zijn velen mijner lezers reeds lang vergeten, dat het trommelen der Amtserdamsche jongens een door de Amster damsche vroede vaderen officieel goedge- keurd vermaak is geweest. Het kwam tot een einde toen de oude Amsterdamsche beurs ik bedoel die welke van 1845 tot 1903 op den Dam heeft gestaan, op een terrein, waar op nu een deel van het warenhuis „De Bijen- korf" staat onder sloopers handen viel, en dat getrommel komt nu weder in herinnering, nu men op den Dam met den aanleg het plantsoentje in den put is begonnen, op de plek waar eens het z g Commandantshuisje heeft gestaan. Hoe dat trommelen op de Beurs want daar was het door de overheid gedurende een week in het jaar toegelaten ontstaan is, is nergens na te gaan. Het heet dat het in eere werd hersteld in 1622, na het „buskruitver- raad". In dat jaar schijnt er een somplot te hebben bestaan om de Beurs toen nog die aan het Rokin bij den Vijgendam met alle kooplieden daarin, in de lucht te doen vlie- gen. De snoode toeleg mislukte, doordat een weesjongen onder de Beurs een schuit met buskruit had ontdekt en daarvan de overheid in kennis had getseld. Toen hem gevraaga werd „welke belooning hij zou wenschen had hij voor zich en zijn. Amsterdamsche kor- nuiten herstel gevraagd van het oude recht om in de eerste keritiisweek in September op de Beurs ta mogen trommelen en soldaatje spelen. Inderdaad schijnt die toestemming te zijn gegeven, doch reeds na enkele jaren werd zij ingetrokken, daarna weder herroepen in 1850, toen bij de aischaffing der kennis in 1876 de gemeenteraad het recht van tromme len op de Beurs weder teruggaf en sedert hebben jaren lang de Amsterdamsche jon gens er zich gedurende een week hunner vacantie elk jaar met trommelen vermaakt. Toen de „Beurs met de kolommen" is afge- broken, was de pret gedaan; men heeft daar na nog een paar jaren achtereen het tromme len toegestaan in de, gtoote zaal van het Pa- lesi voor Volksvlijt, doch dat was toch het ware niet het Frederiksplein was nu een- maal de Dam niet en het Paleis voor Volks vlijt was niet de Beurc de liefhebberij ver- liep en het trommelen werd afggschaft en voor de nieuwe deftige Beurs van Berlage achtte men de ouderwetsche gewoonte blijk- baar ongeschikt. De lieide voor het tromme len is echter den jongen Amsterdammers bij- gebleven, getuige het dagelijks „oprukken" der vacantiehouders naar hun speelterreinen en de populantei! der trommelslagers bij de padvinders- en padvindsters groepen van on- zen tijd. En ik zou zeggen, laat de Amster damsche „spes patriae" er maar lustig op los trommelen in de vacantieweken bij haar toch- ten door de stad en naar alle Amsterdamsche „badplaatsen" aan Noord- en Zuiderzee en laat men haar desnoods zelfs weder de trom- melweek in de huidige Beurs teruggeven als zulks kan bijdragen tot het steeds minder worden van de Amsterdamsche baldadigheid. Hoe spoediger de slechte naam van den Am- sterdamschen jongen op straat in het vergeet- boek zal zijn geraakt, des te beter. SIN! SANA. Leer, dam; Leerdam. Was Jaap in Kiel geboren? (pink). Je Z/ppen zijn blauw, An. Graag had ik, dat je gezonder leeiwijze volgde. (lip en wang). Neen, Ru, geen der jongens gaat van- daag zwemmen. (rug)- Het kind kwam schoonwZend naderb:j. (oor en voet). Foei, wat is het ontzettend warm hier! (arm.) Klimop. M a 11 a 1 o u r n c c 0 g b r m B i e a P n a t a k h h o d s d s s m t t t t Maastricht. OM OP TE LOSSEN. Voor grooteren. Mijn geheel wordt met 10 letters geschre- ven en noemt een beroenjd scheikundige uit de oudheid. Een 1, 2, 6 is een lichaamsdeel. De 9, 7, 6 is 'n rivier in de prov. Utrecht, Een 6, 5, 9, 2 is een insect. Een 10, 3, 4, 5, 6 is een schaduw. Een 8, 1, 10 is een dier, doch ook een kleedingstuk. De 10, 3, 4, 5, 7 is een rivier in Zuid- Holland. Welk geducht man maak je van: N01 pen ao Door welk woord wordt zoowel eep gees- telijke als een verwarmingsvoorwerp aanged.uid? Mijn geheel is een hckend spreekwoord, dat van 5 \voorden en 21 letters geschre- ven wordt. 9, 4*2, 5, 11, I, 20 is een jongensnaam. 3, 14, 15, 21 is een edel metaal. 10, 18, 13 is een deel van een etmaat. Een 16, 17, 18, 19, 12 is nooit verstan- dig. Een 6, 7, S, 12 is een vreesachtig dier. Een 4, 1, 5, 21 is een zwemvogel. Voor kleineren. Welken meisjesnaam kun je maken van: thee zal bi Welke ruime plaats wordt omgekeerd altijd nauw? Ik kan heel leelijk steken, maar ben toch een mooi dorp in de provincie Ut recht. 4. Ladderraadsel. X X X X X X X X X lo (bovenste) sport een vaartuig. 2o sport een vcrlichrings- voorwerp. 3o cen zangvogel. 4o een- verzameling of troep vee. 5o een roofvogel. 60 de hoofdstad eener republiek in Europa. 7o iets wat sommige dieren op hun kop dragen So een onaangenamc lach. 9o een voorwerp om uit te drinken. De woorden bestaan alle uit 5 letters en de middelste letters vornier., van boven naar beneden gelezen, den naam van een stadje in Gelderland. Provinciaal nieiiws Oplossingen der raadsels uit 'I vorige nummer. Voor grooteren. 1. Doe toch niet zoo mat, Agaat! (Malaga). Wat was KareZ in zijn schik met de .boeken! (Linz. Gaat MargoZ /zaar koffer nu al pakken? (Got ha). Zij hadden den trein gemist en kwamen pas tegen Zwaalf uur thuis. (Gent). Laat den kapper maar binnen komen. (Perm.) 2. Konstantinopel, Napels, spelonk, paleis, tol, tin, Stans. 3. Mos, kou; Moskou. 4. Os, Os. Voor kleineren. UIT SCHAGLN. Ouze correspondent schrijft: De Vrijzinnig-Democratischc party heeft de meerderheid in den Raad van Schagen, maar dat is ook alles, daar de eensgezindheid ontbreekt. Nadat de heer P. Iiopman be- dankt had, werden achtereenvolgens Mevr. De Moor—De Boer, dc heer A. de Keer en de heer D. Leguit, als zijn opvolgster en op- volger aangewezen. De eerste twee bedankten en nu wachten wij op het yntwoord van den heer Leguit. Mocht ook deze zich aan deze benoeming onttrekken, dan volgt de laatste candidaat van lijst, daar een paar candidaten om bijzondere redenen zullen uitvallen. Voor onderwijzer alhier gaven zich 45 liefhebbers aan. Tot heden bleef dit geregeld beneden 10. Een koopman van hier werd op, de markt te Amsterdam bekeurd, omdai hij een melkkoe, die aan mond- en kleuwzeer leed, had aangevoerd. UIT OOSTHUIZEN. Zooals gemeld, behaalde de Dames-Zang- vereeniging onder leiding van haren direc- teur, den heer Z van Mossel, alhier, op het tweedaagsch concours te Apeldoorn een schit- ferend succes, door beslag te leggen op 6 eer- volle prijzen, n.l. de 4 hoogste prijzen voor de vereeniging en d'e 2 hoogste prijzen voor den directeur, Dat een dergelijke sprekende overwinning niet ongemerkt voorbij zou gaan, laat zich begrijpen, en daarom had de heer Mossel, als directeur, Woensdagavond j.l. een welver- diende ovatic in ontvangst te nemen. Allereerst ^verd namens de pames-Zang- vereeniging gesproken door mej. KwadijJk, die in't bijzonder een woord van dank rich.- te tot den heer van Mossel, voor diens pret- tige en intstekende leiding, terwijl aan Aens echtgenoote bloemen werden aangeboden. Hierna werden eenige zangnummers u;tgc^ voerd, waarna de heer Beers, namens het fanfarecorps „Andante", eveneens den heer van Mossel en de Dames-Zangvereemgmg huldigde, onder aanbieding van bloemen. Dan gaf ook het fanfarecorps nog een twee- tal nummers ten beste, waarop de burge- meester namens de burgerij de vereeniging en haren directeur nog complimenteerde. De heer van .Mossel dankte daarna voor dc ontvangen gelukweiischen. In de jongste raadsvergadering werd door den voorzitter o.a. medegedeeld dat door het bedanken van den heer P. Ott Szn. als lid van den raad in de vastgestelde rooster der commissies wijziging komt, en diens plaats op deze rooster thans wordt vervuld door he. nieuw-benoemd lid, den heer J. Sager. B. en W. stelden voor aan mej. A. Bark en de heeren L. A. de Vries en D. H. Seller, j eervol ontslag te verleenen, zulks te rekenen met ingang van 1 Januari 1925 wegei» op 4. 38—33 WMk 4. 5. .esc '-iW-, BMHK *t 5s 1^ 6. 7. j# "fy.M Mz O w. DE KAM ALS GEZONDHEIDSMETER. Bij de beoordeeling van de conditie van een haan of hen wordt allereerst de aandacht ge= richt op den kam en de andere naakte kopdee* len. Of de kam in zijn onderdeelen al of niet aan de standaard*eischen beantwoordt, blijft hier voor dit oogenblik buiten beschouwing. We letten dus alleen op de natuurlijke gcsteld-- heid van dit kopversiersel. Evenals %en. frissche blozende gelaatskleur bij den mensch doorgaans op een goede ge /.ondheid wijst, zoo duidt ook bet frissche rood van den kam op een normalen gezondheids toestand. Maar evenals bij die frischheid van het gelaat toch een ongeneeslijke kwaal aan* wezig kan zijn, zoo kan ook een haan of hen voorzien van den prachtigst rooden kam in een kritieken toestand verkeeren, bijv. hersenaaft deeming oi bij henncn gebreken in de legorga* nen. Voor dc geslachtelijke ontwikkeling geeft de kam duidelijke aanwijzingen. Zoolang de ge slachtsfuncties nog sluimeren, vertoont deze zich weinig of niet. Zoo krijgen de jonge hens nen pas haar kamontwikkeling kort voor ze aan den leg gaan. waarotn dc eigenaar met ge= noegen het roodworden van haar kam waar* neemt> Dus met het uitgroeien en het bloedrood worden van den kam is het teeken gegeven dat de gcslachtssrijpheid bereikt is. Bij alle bekens de rassen is de kam bij den haan aanmerkelijk grooter en ook cerder ontwikkeld, zoodat hij ook in de meeste gevallen bij de kuikems een duidelijk onderscheid aangeeft. Bij de in het wild levende hoenders hebben de hanen alleen in den paartijd niet alleen de fraaiste bevedc ring, maar ook de meeste kamontwikkeling Bij onze tamme hanen duurt die toestand bij na het geheelc jaar, zooals ook de leg der hen nen buitengewoon verlengd is in vergelijking met, de-wilde henncn, die hoogstens twee broedsels per jaar grootbrengen. Onze hanen zijn zelfs in den ruitijd nog wel paarlustig om 4at ze steeds bij de henncn blijven, terwijl in den natuurstaat vaak alle echtelijke banden verbroken worden en de vogels zich zoddanig in groepen verdeelen, dat er van samen blijven geen sprakc is. Al dien tijd blijft bij onze hanen en hennen de kam zeer volbloedig, strak ge spannen en voelt tamelijk warm aan. Maar dc ruitijd brengt, zooals reeds gezegd werd hier vcrandcririg in en meer nog de cenc of andere ziekelijke aandoening, vooral zulke, waarbij dc bloedsomloop zich wijzigt. Vooral de st: ande, 1, enkele kam toont spoedig zijn verval, wordt slap, valt om, althans gedeeltclijk en neemt een meer bleeke, soras blauwe klcur aan. In soms mige gevallen wisselen een lichtroodc en een vrij donker blauwe kleur met elkander af. Dan is er gewis een storing in dc bloedvaten, waars in zich tijdelijk het zuurstofarme bloed ops hoopt. Het blijkt dat kammen, die door vorst aangetast werden, vaak mccrmalcn, soms bij warm weder zelfs, dien donkercn tint a an vie men. Komen in den rui veel zoogenaamde 3. bloedpennen op het lichaam tc staan, dan 4. trekt daar cen deel van het bloed heen, waar* door de kam minder ontvangt en vcrbleekt. Bij goed ruiende hennen trekt de eerst zoo mooi roode kam soms heclemaal' weg. Zij ko> men weer op klcur als het proces der veders vOrming is voltooid. De andere kamvormen als rozes en triple kam ondergaan wel dezelfde wijzigingert, maar staan vaster en veranderen niet van stand of model. Bij de Spaansche Wits wangen, Minorca s en ook Leghorns krimpt de kam het meest opvallend in, zoodat die mins stens de helft van zijn omvang en zelfs al zijn 1. rood verliest. Kortere pauzeii in den leg vers oorzaken bij de meeste hennen geen merkbare verandering, wel neemt bij broedsche hennen kleur en omvang van den kam af, een gevolg van trager bloedververschirg tijdens het zittcn gedurende ruim drie weken. Gedurende den leg hij de hennen en den paavtijd hij de hanen heeft de kam het meeste bloed tot zich getroks ken, zelfs is bij de Zijdes of Negerhoenders dan een purpcren gloed over de zwarte kops versierselen duidelijk merkbaar. Bij alle rassen doen de kinlellen, hoevvel in mindcre mate aan deze veranderingen-mee. Vergelijkt men eenige henncn van denzelfs den toom, dan blijkt doorgaans de draagstcr van den krachtigst ontwikkelaen kam ook de 4. beste legster te zijn, omdat ze stellig niet de minst gezonde zal wezen. Ook valt duidelijk op te merken, dat de rass sen uit Zuidelijker streken, van zwaarder kam voorzien zijn dan die van Noordelijker stres ken,ken, waar zelfs kuifvorming meer optrecdt, die altijd samengaat met achteruitgang zelfs met gcheele atropie of verdwijning van die roode, naakte kopversierselen. Omdat deze op merking gewis reeds veel vrocger gemaakt was kregen indertijd ook de Middellandschezees 1 rassen met hun zware kammen hier veel aans hang. Later bleek helaas, dat diezelfde groote bladkammen voor onze winters zeer gevoclig zijn en deze deelen aan bevriezen gemakkelijk blootstaan, waarom er weer in andere richting werd gestuurd om n.l. bij verdere fok, djeren te gebruiken met kleiner kam en korter lellen. Dat ziet men bijv. bij de Leghorns van Ameris kaansche richting. De ervaring van velen is dan ook, dat wans neer jonge diereri" in een voortdurend warme, zeer zonnige omgeving opgroeiqi. hun kam zich grooter ontwikkelt dan bij gelijke kuikens in normaler omstandigheden opgefokt. Uit alles blijkt de gevoeligheid van de kams deelen en zien wij bij optredende verzwakking en ziekte al vrij spoedig de frischsroode kleur afnemen en een fletse, bleeke soms blauwe of zwartachtige tint verschijnen. Ook wanneer bloedarmoede optreedt, hetzij als gevolg van vitaminensarme voeding, hetzij door uitzuiging door mijt of z.g. luis, verandert het fraaie bloedrood in een bleek tot bijna kleurloos wit. Bij nog tijdig ingrijpen, wijst weer het bijkleus ren op verbetering in den uitgeputten toestand. Spijsverteringssgebreken verraden zich wel het allereerst door het bleekworden van de patiens ten. Bij aandoeningen der longen en luchtwegen, neemt de frischroode kleur pas in later rnccrs gevordcrd stadium af en speciaal bij storingen in de galvorming. dus bij leverziekten gaat het rood allengs in een eigenaardig groenachtig geel over. Deze kleurwijziging wekt met recht zorgen bij den eigenaar, omdat hij wel weet dat leveraandoeningen bij onze hoenders ongeneess lijk zijn. Kamverwondingcn veroorzaken ^soms neel wat bloedverlies, maar zelden wordt dit levens gevaarlijk, omdat de kleverige vezelstof in het bloed stolt en aldus meehelpt de bloeding te doen ophouden. lets anders dat den normalen toestand van de naakte kopdeelen in onzindelijke omgeving bedreigt, is de zoogenaamde poeierkam, die waarschijnlijk ontstaat door woekering van plantaardige parasieten., Men vernietigt deze laatsten door aanraking met een of andere als kohoLhoi dende oplossing. Bij sommige grootkammige rassen krijgen de hanen en ook soms wel de hennen zoogenaams de kankerplekken, die al meer en meer invres^ ten, den aangetasten y>gel ontsieren en oors* zaak zijn, dat de kam al meer en meer omvalt en den armen vogel tot een waren last wordt. Dit maakt dan het geheel afsnijden of coupees rert van den kam noodzakelijk. Deze operatie, door deskundige hand'verricht, heeft zelden na* deelige gevolgen, ja, volgens sommigen vers hoogt het' hij den haan zijn fokwaarde. Het ondcrzoek en de vcrgelijking hebben echter uitgemaakt dat deze meening geen steek houdt, want een gecoupcerde heeft niets voor bij een overigens normalen haan. Uit Jiet bovenstaande blijkt het innige vers band tusschen den toestand van den kam en de geheele licham,clijke gesteldhcid van den vos gel. Zoodra dus iets abnormaals, icts afwijkends van den frisschen toestand van den kam wordt waargenomen, dan is het zaak voor den eiges naar om na te gaan, wat er de aanleiding toe gaf. Na dit onderzoek moet iets tot Verbetering van den lichamelijken toestand direct gedaan worden. Op te merken valt, dat fouten of ges breken in het legorgaan op de kleur en frischs heid van den kam geen invloed uitoefenen. 0

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1925 | | pagina 6