Alkmaarsche Gouran
De Reisgenoote.
Woensdag 26 Augustus.
FEIJILLETON.
S0. 206 1955
Honderd Zeven en Twinfigsfe Jaargang,
A AN VUL LINGS-AGENDA
voor de raadsvergadering op Donderdag 27
Augustus 1925, nam. 1 uu>r.
6a. Benoeming van eene onderwijzeres aan
de U. L. School voor meisjes (bijlage
No. 112.)
19. Beha adding bezwaarsdirift itazak'e ver
giumplngsrecht (bijit. V).
Stadnieuws
HANDENARBEID OP DE U. L. SCHOOL
VOOR JONGENS EN
MEISJES.
B. en W. schrijven in bijlage No. 120:
In het ingediehde ontwerp-leerplan voor
dte U. L. School voor jongens en meisjes al
hier stelt het hoofd dier school voor, over te
gaan tot invoering van het vak r (handenar
beid), bedoeld in art. 2 der Lager-Onder-
wijswet 1920, aan de jongens die zijn school
bezoeken, en wel bij wijze van proef voorloo
pig alleen voor de eerste klassen. De Inspec
teur van het lager onderwijs in de inspectie
Alkmaar juicht de invoering van dit vak zeer
toe indien bedachtzaam aangevangen wordt
Ook ons College kan zich met de invoering
vereenigen. Aan de U. L. School voor jongens
en meisjes in een bevoegde leerkracht voor
dit vak werkzaam, zoodat de kosten van het
onderwijs zeer gering zijn; het hoofd der
school raamt de kosten van het onderwijs
voor de eeste klassen op ongeveer 80.per
jaar, voor eerste aanschaffingskosten van ge
reedschap zal echter voor eenmaal een groo
tere som noodig zijn. Wij wenschen den uit-
slag van deze proef af te wachten om daar
naar te beoordeelen of invoering van dit vak
ook op de andere scholen mogelijk en ge-
wenscht is.
Uiteraard hangt deze mogelijkheid ook af
van het aantal onde'wijzers(essen) dat de
diploma's handenarbeid bezit.
Wij achten het gewenscht U hier mede te
deelen, dat het nieuwe leerplan ook het vak
lichamelijke oefening vermeldt. Wij stellen
ons voor, voor de invoering van dat vak op
de U. L. scholen binnenkort Uwe machtiging
te vragen.
Wij geven U in overweging thans te nemen
het volgende besluit:
I. te bepalen, dat het vak „handenarbeid"
bij wijze van proef voor den duur van
den cursus 1925/1926 zal -.vorien onder-
wezen aan de U. L. School voor jongens
en meisjes;
II. de uit dit besluit voortvloeiende uitga-
ven te regelen bij suppletoire begrooting.
VERHAAL WE GENS INKOOP VAN
DIENSTTIJD INGEVOLGE DE
PENSIOENWET 1922.
B. en W. schrijven in bijlage No. 117:
De wet van den 2Ssten Mei 1925 (Stbl.
216) heeft wijziging gebracht in de regeling
van het verhaail op de ambtenaren van de
bijdragen, welke de gemeente ingevolge arti-
kel 135 der Piensioenwet 1922 (Stbl. 240)
voor inkoop van diensttijd is verschuldigd.
Waren de gemeenten voor 1 Juli 1925 be-
voegd een vierde gedeelte van de iokoopscm
op de ambtenaren te verhalen, thans is de
mogelijkheid geopend dit verhaal tot de helft
op te voeren, indien zij daartoe voor 1 Sep
tember 1925 het besluit nemen.
Aan de Commissies van georganiseerd
overleg voor de ambtenaren en werklieden
hebben wij gevraagd of er naar hare mee-
ning redenen aanwezig zijn het bij Raads-
besluit van den 20s>ten December 1923 nr. 8
(Gemeenteblad nir. 880) vastgestelde ver
haal van een vierde gedeelte van de inkoop
som op het bij de wet gestelde maximum te
bepalen. Zooals U uit het bij de overige stuk-
ken tea- inzage gelegde advies van de Corn-
missies zal blijken, hebben zij met algemeene
stemmen besloten, in overweging te geven,
geen verfiooging van het verhaal voor te
stellen.
De /neerderheid van ons College is ccht-.r
de meening toegedaan, dat het in de lijn ligt
van Uw bovenaangehaald besluit, indien de
gemeente gebruik maakt van ha>re bevoegu-
heid de helft van de door haair versdiuldigde
bedtragen op de ambtenaren te verha'ien,
omdat de voordeelem van den inkoop van
diensttijd! geheel en uiitsluitend de betr.okken
ambtenaren ten. goede komen en de wijzi-
gingswet uitdrukkeMjk op het oog heeft, ver-
Ichting der zware lasten, welke de wet op de
openbare lkhamen heeft gdegcf, mogelijk te
maken,
Wanneer men dan nog in aanmerking
®®emt, dat het aantal termijnen binnen wel
ke het verschuldiigde bed!rag word't ingehou-
dien, van tien op vijftien is gebracht, waar-
Roman.
(Git het Fransch van Guy Chantepleure).
Geautoriseerde vertaling van W. H. C.
8!
't Zou het begin van een roihan kun-
nen zijn.
Ja, maar dan zouden yliegeiiier en jong
meisje elkaar weer ontmoe't moeten hebben.
Zou je zoo'n alledaagschesamenloop van
omstandigheden niet minder eigenaardig heb-
aen gevonden dan die ontmoeting van twee
wezens, die door eenzelfde noodlot, eenzelfde
gevaar gedurende korten tijd verbonden zul-
xn zgn, op zoo'n bijzondere wijze afgezon-
derd van de wereld, in het onbekende en met
het ooeindige voor zich en die toen heel
gewoon afscheid van elkaar namen, om ieder
buns weegs te gaan?
„Ieder huns weegs"
droevig, vindt je niet?
'dbttf "de betaling is vergcmaftkeTijkf en dat
indien de ambtenaren hiertoe voor 1 Juli
1926 het verlangen te kennen geven, de in
koop (zoo die door het hoogere verhaal te
bezwarcnd zou zijln) ate ongedaan kan wocr-
den gemaakt, zal men, naar de meerderheid
meent, moeten toegeven, dat de gemeente zkh
niet behoeft te iHateo weerhouden van toepas-
siing van het hoogere verhaal, zclfs, met het
oog op den toestand harer financien dien
plicht heeft, dit haar dpor de wet geboden
mitfdel tot verlichting harer lasten niet onbe-
•nut te lafen.
Het hoogere verhaal kan niet worden toe-
gepast op hen, die qp 1 Juli 1925 waren ge-
pensionneerd.
Bij ons voorstefl d.d. 11 December 1923
(bijlage nr. 213) om het verhaal1 op een vier
de gedeelte van de inkoopsom te bepalen
(todnmadls eveneens het wettelijk 'maximum)
braehiten w ij reedls naar voren, dat het hier
noodzakelij'k betreft degenen, die tot 1 Juli
1922 geenerlei uifzic'ht hadden op pensioen.
Van de overige ambtenaren valTen buiten d'es
ze regeling, zij die op 1 Mei 1913 in dienst
dezer gemeente ware® (zie de artt. 1 en 2
van de verordening, regelende het verhaal
van bijdtagen voor pensioen van gemeente-
ambtenaren, (Gem. bilad nr. 520) en zij op
wie artikel 176 der Pensioenwet 1922 (Stbl.
240) van toepassing is, d. ,w. z. degenen, die
reeds voor de wijzigingswet van 1922 bezig
waren1 bijdragen te stcwten voor in'koop van
tijdelijken dienst. De hier bedoelde inkoop
krachtens Pensioenwet 1922 heeft geheel
nieuwe aanspraken doen ontefaan, welke de
gemeente het recht geven, geheel afgeschei-
den van vroegere beslissingen haar stand-
punt te bepalen.
Daar in verhouding het tegenwoordige
verhaal van een vierde gedeelte van het door
de gemeente versdiuldigde in vergelijiking
met het verhaal, dat voor 1 Juli 1922 werd
toegepast, n.l. 2 van> d'e verschuldigde in
koopsom (de gemeente was toen 7 van de
in totaal gedurende de tijdelijke diensteni
genoten wedde verschuldigd) minder* be-
draagt, vindt de meerderheid van het College
alle aanleiding deze gelegenheid be baat te
nemen om het verhaal op het thans bij de
wet gestelde maximum te bepalen. De meer
derheid wijst er verder op, dat het hoogere
verhaal voor-de betrokkenen practisch hier-
op zal neerkomen, dat zij in plaats van 1/40
van- de inkoopsom, zooals thans, zullen heb
ben te betalen 1/30 van die som, derhalve
slechts een verschil van 1/120 van die som
per jaar, helgeen van weioig beteekenis kan
worden genoemd voor iederen ambtenaar af-
zonderlij'k. Bovendien vergroot de verienging
van den verhaalstermijn voor de gemeente
het rieico, dat zij een bepaald be'di-ag niet
zal kunnen invorderen b.v. bij over'lijden van
den ambtenaar).
De minderheid van het College kan1 er zich
niet mede vereenigen, dat de gemeente thans
de eenmaal door haar aan de ambtenaren in
1922 gegeven gelegenheid om diensten voor
pensioen geldig te maken tegen betaling van
een vierde gedteelte van' de door haar ver
schuldigde inkoopsom aan zwaardere voor-
waarden bindt, ook at geeft do wet haar bier-
toe de macht. Bovendien zijn voor een groot
deel der betrokkenen de lasten zwaar, vooral
voor hen die binnen afzienbaren tijd met
pensioen gaan. Zij toch blijven- bezwaard met
het verhaal en wordt dit thans op de helft
gesteid, .dan zal er in wrband met artikel
147 der Pensioenwet, volgens hetwellk de in-
validiteitsrente welke krachtens artikel 369
of artikel 370 der Invaliditeitswet en de uit-
keering, welke krachtens artikel 28 der
Ouderdomswet 1919, wordt genoten, van
het pensioen wordt afgetrokken, in bepaaide
gevallen van het pensioen een aanzienlijk
deel worden ingehouden. Daar, zooals uit
de hieronder yermelde gegevens bliikt, de oa
ten welke de gemeente verkrijgt, in verhou
ding tot de geheele kosten, vrij gering zijn te
rioemen, terwijl deze zooals hiervoor is ge-
zegd, op vele ambtenaren, vooral de oudfere,
reeds thans zwaar drukken, is er naar de
meening der minderheid alle reden het ecn-
stemminge advies van de commissies voor
georganiseerd overleg te volgen.
Voor zoover bekend (nadere gegevens
hieromtrent zullen wij U nog verstrekfen)
hebben naar de minderheid opmerkt, slechts
enkele gemeenten van de haar gegeven be-
voegdheid gebruik gemaakt.
Het totaal bedrag dat de gemeente voor
inkoop wegens diensttijd zal zijn verschul
digd, is, zooals d'at in bijlage 213 van 1923
is aangegeven, gescha-t op 180.00!).
Thans, nu dit bedrag in plaats van in 10
jaar in 15 jaar moet worden voldaan kan cle
jaarlijksche annui'teit van 20.000 worden
teruggebracht tot op 16200.
Verbaalt de gemeente hierop de helft, dan
zullen de baten, met inachtnemihg van het
bepaaide, dat op de op 1 Juli '25 gepension-
neerden geen hooger verhaal mag word'en
toegepabt, bedragen 7583.
Ooder de gegeven oinsfandigheden bedra
gen de ontvangsten een vierde gedeelte van
f 16200.of 4050, zoodat gemeente
jaarltjks rneer zal ontvangen 'f 3533. Iiier-
van kom-t 675 ten bate van de 'lichtbedrij-
ven en het slachthuis, zoodat jaarlijks
2858 ten bate der begrooting komt.
Over 1925 is dit derhalve 1429.
De meerderheid van het College geeft den
Riaad in overweging de Verordening, tot wij.
ziging van de verordening regelende het ver
haal voor inkoop van diensttijd, ingevolge de
Pensioenwet 1922 (Stbl 240) Gemeenteblad
Nr. 880 op de door haar aangegeven wijze te
veranderen.
G'E MEENSCHA PRE LIJKE REGE LING
OMTR'ENT DE TOE EATING VAN
LEERLINGEN UIT BUITENGE ME EN-
TEN TOT DE OPENBARELAGERE
SCHOLEN.
De gemeente Purmerend heeft den wensch
te kennen gegeven een gemeenschappelij'ke
regeling aan te gaan omtrent de toelating
van' leerlingen uit die gemeente tot de open-
wat klinkt dat
)at hangt er van af, heusch, dat hangt
er van at. nep Kerjean glimlachend uit
en met vrij van een beetje ironie.
Het orkest speelde met uu een onrustige
en vreemde rhapsodie.
Kerjean, zei Phyllis, wees eens lief en
ga aan mijn pleegmoeder zeggen daar
?e weet wei - - dat ik dadelijk in bet hotel
Ik oen erg moe en juffrouw Ribes
MJ een paar muzieknummers wel voor mij
willen opofferen
Toen Kerjean, zich met de boodschap be-
lastende, van haar afscheid nam, voegde zij
er aan toe:
- Dejeuneer je morgen met ons? Als
je wilt, kun je mij om tien uur in het park
van het Hospitaal aantreffenWe zullen
juffrouw Ribes haar courant laten lezen,
gaan dan een eindje wandelen en tegelijk
nkoopen doen voor mijn vertrek. F rettig, lie?
Afgesproken, Phylleke, tot morgen.
Kerjean liield een oogenblik haar'soepele
hand in de zijne.
Laat je sombere gedachten nu maar in
t „bosch en slaap rtistig, voegde hij er aan
foe.
Zich een beetje vooroverbuigend, zocht hij
de oog en, die nooit de zijne hadden ontweken,
en dadelijk vond hij ze, kuisch en glimlachend,
maar het was de eerste maal, dat hij den
vreemden indruk kreeg, niet het diepste te
hebben gezien van dien blik, zoo helder en on-
peilbaar, als water in een afgrond.
En terwijl hij zich verwijderde en een beet
je van de wijs was gebracht, een beetje
meuwsgierig en ietwat droonierig en, wie
weet? misschien ook wat verward in het ge-
heim van zijn eigen wezen, herinnerde hij z'ich
een zin, die, te mjdden van de dwalende kian-
ken en ijle getmen van het harmonieuze duis-
ter, droevig en bijna mysterieus door dat
meisje tot hern gesproken was, dat drie dwa-
zen zich al in het hoofd hadden gezet om
iief te hebben als een vrouw: „Misschien be-
staat er een Phylleke, dat je niet kent, Ker
jean."
bare lagere scholen alhier. De gemeente
Purmerendi heeft de vereisdhte machtiging
van Gedeputeerde Staetn bea*eids verkregen.
B. en W. stellen die® Raad voor am voor
Purmerenid een regeling te fcreffem zooals
die ook voor andere gemeenten is getroffen
HANDELSAVONDSCHOOL. BENOE-
MING DIRECTEU'R.
Ter vO'Orizieming in de vacature van' direc-
teua- der Hande'lsavondschool alhier, ont-
staan door het overlijdlen van de® beer J. H.
Voort biedfen B. en W. de® Raad! de volgende
aanbeveliog aan, in alphabeiisehe volgorda
J. H. DE GROOT,
G. LOUWAARS,
beide leeraren aan de Handelsavondschool
en de Handfelsscholen
B. en W. steltee voor, behoudens goedkeu-
rihg van den Minister van Otodlerwijs, tot
de benoeming over te gaan en den datum
van imfunetietreding aan hum college over te
late®.
CURSUS OPENBAAR VERVOLG-
ONDERWIJS.
In bijlage No. 119 schrijven B. en W.
Bij Uw besluit van 25 September 1924
werd de „Verordening tot regeling van het
openbaar Vervolgonderwijs in de gemeente
Alkmaar" (Gemeenteblad nr. 935) vastge-
steld. Artikel 2 dezer verordening bepaalt
den duur van den cursus op acht maanden
(1 September tot en met 30 April). Wij ach
ten het echter bij nader inzien gewenscht
Uwe Vergadering voor te stellen den duur
van den cursus op zeven maanden te stellen
en wel van 15 September tot en met 14 April,
o.a. met het oog op de Paaschvacantie, die
zoo de cursus tot 1 Mei duurt, toch steeds
op een groot dee] van de laatste maand be-
slag legt.
Bij Uw besluit van 29 November 1923
stelde Uwe Vergadering vast de „Verorde-
ning, regelende de belooningen van het on-
derwijzend personeel aan den cursus voor
openbaar Vervolgonderwijs te Alkmaar".
(Gemeenteblad nr. 862).
Artikel 1 dezer verordening bepaalt de be-
looning voor het onderwijzend personeel aan
dien cursus op 50.per wekelijksch lesuur
per jaarcursus. Ten tijde dat deze verordening
werd vastgesteld had de cursus voor vervolg
onderwijs evenwel slechts een duur van zes
maanden. Het komt ons billijk voor deze be-
looning naar evenredigheid. te verhoogen en
te brengen van 50.— op j 58.— per weke
lijksch lesuur per jaar.
Indien Uwe Vergadering zich met het vo-
renstaande kan vereenigen geven wij U in
overweging vast te stellen een gewijzigde
Verordening tot wijziging van de Verorde
ning tot regeling van het openbaar vervolg
onderwijs in de gemeente Alkmaar (gemeen
teblad nr. 935).
Alsmede een gewijzigde verordening tot
'ijziging der Verordening regelende de be-
looning van het onderwijzend personeel aan
den cursus voor openbaar vervolgonderwijs
te Alkmaar (gemeenteblad nr. 862).
Gemengd Nieuws.
GEORGAN1SEERDE HULPVER-
LEENING.
(Vervolg.)
Wij verleenen, zegt het Hbl. aan deze on-
merkingen gaarne plaats. omdat wij aan
de bewijzen daarvcor ontbreekt het waarlijk
met! gaarne alles willen doen, wat in oris
vermogen is, cm de giften voor alle slachtof-
fers van de ramp ruim te doen vloeien. Daar-
bij is meenen wij het maken van c!k onder-
scheid naar woonplaats of gezinclte der
slachtofffers uit den booze!
Met, R. K. Huisvestingscomite meent, dat
dit onclerschcid wel wordt gemaakt een R.K.
Brabantsch blacl klaagt daarover zelfs in zeer
bittere ternfen.
Ten onrechte meenen
De ramp van Borculo was eenvoudig eer-
der bekend dan die van Oost Noord-Brabanf
en maakt door z^n veel grooteren omvang
een meer dramatischen indruk. E)e schade,
die daar moet worden hersteld is ook vee!
grooter dan in Noord-Brabant nog en dat
verklaart geheel, dat Borculo enz vaker wor
den genoemd dan Langenboom enz. Daarin
opzettelijke achterstelling van Noord-Brabant
of van een bepaaide gezindheid te zien is
naar onze meening een misvatting. Meer wil
len wij er niet van zeggen, omdat' het ons niet
gewenscht lijkt naar aanleiding van deze
nationale ramp te gaan polemiseeren
Wij weten niet, waar de Noord-Brabant-
sche bevolking het verlangen uitsprak, dat
haar gaven voor provinciegenooten zouden
worden bestemd. Wij hebben daarvan niets
bespeurd. Wat wij betoogden in het hierbo-
ven bestreden stuk was enkel de ongewenscht-
heid, dat bij de steunverleening na deze na
tionale ramp eenig onderscheid, welke dan
ook, zou worden gemaakt. Het R. K. Huis-
De commissie is van oordeel, dat wanneer:
a. de verbetering van den vaarweg over het
Alkmaardermeer.
b. de door haar aanbevolen plannen van
de Commissie-Van Aalst met de acuigegfeven
aanwijzingen en aanvullingen en
c. de door de Zuiderzeewerken ontworpen
plannen zullen zijn tot stand gekomen.
Noord-Holland benoorden het IJ zal beschik-
ken over een stelsel van hoofdwaterwegen,
dat tot in de verre toekomst voldoende "'zal'
blijken.
immers zullen er dan zijn in de richtin"
Zuid-Noord:
1. een waterweg, geschikt vocr binnensche-
pen tot 2000 ton, van Amsterdam beoosten
het tegenwoordige Noorderkwartier tot Fiel
der en Tessel. van waar uit Enkhuizen, Mc-
demblik en den Oever bereikbaar zullen zijn,
evenals Edam en Hoorn, zij het dan wat
beide laatstgenoemde plaatsen betreft,' we!-
licht slechts voor schepen van 600 ton';
2. cen waterweg, aanvankelijk reeds ge-
III.
Het was nog geen tien uurDicht bij
het bronnengebouw, was het aan de overzijde
van het park, tegenover den hoek van de
straat, waar elken zonnigen morgen, tallooze
rozen werden verkocht, pas uit de tuinen ge
komen, nog dronken van heerlijke warmte en
nog rickende naar aarde en vochtigheid van
bladeren als de zon opgaat.
Gebogen ove; den grooten, ronden trom
mel, die een klein koopmannetje in lekkernij-
tjes haar voorhield, liet Phyllis het knarsen-
de draaibord wenteien, terwijl drie andere
gelijksoortige koopmannetjes, jongetjes ui;t
het Zuiden, met zwarte oogen, witte tanden
en die een zanger.g dialect spraken en niet
veel grooter waren dan hun trommels, om
haar heen stonden.
Ze kenden 't juffertje best, dat elken mor
gen door middel van hun kinderlijk verzon-
nen draaibord haar ochtendsnoeperijtje won,
zooals ze 't noemde en dat, als 't beenginv,
niet graag. een ontevredene zou hebben\ach-
tergelaten.
Vier achttwee Ik, juffrouw,
ik nu niet veei geluk vandaag. juffrouw
Wilt u „opgevouwtjes" of „hoorntjes"?
De „opgevouwtjes" zagen er uit als heel
glad gestreken zakdoekjes; zij golden ieder
voor twee „hoorntjes"'t'Was kostbare
waarEn toch hield Phyyllis meer van
hoorntjes, die ze liichtiger vond. Ze wist hun
verlokkende fijnheid, hun smakelijke kleur en
die vierkaritjes als bij een wafel, 'te waa1*-
deeren.
vestingscomite maakt dit onderscheid voor schikt voor schepen van 1000 ton doch 're
de giften in Noord-Brabant ingezameld, die makelijk verruimbaar tot een 2000 tons-wer
voor de slachtoffers in dezelfde provincie A~1
worden bestemd, tenzij de gevers uitdrukkelijk
den wensch, dat ze voor een ander deel der
slachtoffers zullen worden bestemd te kennen
geven.
Dat betreuren wij en betreuren wij nog,
zooals wij het zouden betreuren, indien men
in Gelderland een dergelijke houding had
aangenomen ten aanzien van de slachtoffers
in den Achterhoek. Wij staan in dat opzicht
met alleen. In de „Bredasche Courant" van
18 Aug. bijv. lezen wij:
Maandagavond vergaderde het voorloopig
Comite voor Breda, onder presidium van No-
taris Verschraage in Cafe „Moderne"
Algemeen werd betreurd dat de Commis-
sans der Koningin in Noord-Brabant, in ziju
kwaliteit als voorzitter van het Provinciaal
Comite tot Leninging van Rampen, aan het
R. K. Huisvestingscomite verzocht had een
steunactie te organiseeren ten behoeve van cle
geteisterde plaatsen in Noord-Brabant.
De voorzitter van den kring Breda van het
R. K. Huisvestingscomite, die zoo vriendelijk
was geweest de vergadering bij te willen wo-
nen tot het verstrekken van alle gewenschte
inlichtingen, had ook direct het bezwaar ge-
voeld van een actie, alleen ten dienste van de
plaatsen in Noord-Brabant. Hij had dit be
zwaar trachten te ondervangen door op de
lijsten, waarmede gecollecteerd zal worden,
een tweede kolom te plaatsen met het hoofd
„Achterhoek", waarop dan geteekend kan
worden voor de andere geteisterde streken,
Borculo, enz.
Door een en ander was evenwel practisch
onmogelijk geworden met succes nog gelden
in te zamelen voor't Nationaal Steuncomite,
het eenige officieele lichaam, hetwelk van
Regeeringswege is samengesteld om de
slachtoffers van de stormramp te helpen.
Om de hierboyen aangeduide redenen wil
len wij ons tot deze vermelding zonder verder
ccmmentaar bepalen. Het R. K. Huisvestings
comite heeft nu gelegenheid gehad onzen 1>
zers zijn standpunt te doen kennen. Ons heeft
het niet overtuigd. Laat ons hopen dat deze
houding van het comite, die ons met het be-
lang der zaak, evenzeer als met de bevorde-
ring van het nationale samenhoorigheidsge-
voel in strijd lijkt, de zaak niet te ernstig
schade.
Onzerzijds de raad: men blijve ruim, en
zonder eenig onderscheid tusschen de slacht
offers te maken, geven, bestemme de gaven
niet voor een bepaaide categorie der getroffe-
nen, maar late de aanwijzing der bestemming
en de verdeeling der gelden geheel over aan
de eenige nationale organisatie, die voor dit
doel bestaat.
za^ ongetwijfeld zich uitsluitend door
billijkheidsoverwegingen laten leiden, bij de
ten uitvoerlegging van haar taak.
WATERWEGEN IN NOORD-HOLLAND
Verschenen is het verslag van de door Ged.
Staten van Noord-Holland bij besluit van 2
Juni 1920 onder voorzitterschap van den
commissaris der Koningin ingestelde com-
missie, welke tot taak had advies uit te bren
gen omtrent de vraag „welke werk.en zullen
moeten worden uitgevoerd en welke regelin-
gen van waterstaatkundigen, administratieven
en financieelen aard zullen moeten worden
getroffen teneinde te geraken tot een stelsel
an goede waterwegen qp het vasteland van
het Noordelijk deel van Noord-Holland, voor-
namelijk in West-Friesland?"
In haar zeer uitvoerig rapport stelt de
commissie ten slotte de volgende nieuwe ka
nalen voor: OmvalHuigendijkAvenhorn
G algenbo ch t— H 001*11H 0 orn—Hoorn h uis
Zwaagdijk— MedemblikZwaagdijk— Enk
huizen; Huigendijk—Oudkarspel; Alkmaar
—Huigendijk; Oudkarspel—Kolhorn; Stoi-
pen—Schagen; Schagen—de Kreil—Ko!-
liorn; Rustenburg—Obdam; Oudkarspel—
Dirkshorh; GrootebroekAndijk; Avenho-rn
Spijkerboor, Avenhorn—Purmerend.
Ze werden in elkaar gesclioven en vormden
dan een hoogen toren wankel als een kaarten-
huis. Zoo nam ze ze mee en knabbelde ze
ondcrweg een voor een op. Tusschen haar
snoeplustige landjes kraakte het luchtige bak-
sel met een geluid van iets smakelijks, waar-
van de kruimels 0 haar jurk vielen.
De droge, gevanilleerde smaak herinnerde
het jonge meisje aan prettige cogenblikken
van vroeger, die haar geheugen niet scherp
meer kon omschrijven. Ze was niet op den
leejftijd, waarop men als gevolg van een onbe-
duidende herinnering, 't prettig vindt zich
weer „kind" te gevoeleri; ze was den leeftijd
nog niet ontwassen, waarop men soms plot-
seling merkt nog een klein meisje te zijn,
dat gelukkig is met de minste kleinigheid.
Hoe ook, ze hield veel van't smakelijkeribroze
gebak met den grappigen naam, dat zoo
gauw, met kleine.knappende stukjes kon wor
den opgegeten.
"Kerjean, die couranten aan een kiosk kocht,
zag Phyllis dadelijk en ging naar haar toe,
terwijl de nu tevreden gestelde koopmanne
tjes al klepperend weg gingen, met de zwa
re trommel op hun rug.
Kijk, nu ontmoeten we elkaar niet in
het park van't Hospitaal. Goeden dag, oude
vriend.
Zijn die hoorntjes lekker?
Een tractatie! Proef eens
Neen, dank je, ik durf niet.. Ik zou
bang zijn die tractatie niet zoo veel eer aan
te doen als jij.
Het scheen dat dc sombere bui van het
jonge meisje voorbij was; ze was geheel in
van Amsterdam over de Zaan en het Alk
maardermeer naar Alkmaar en Helder;
3. een waterweg voor 600 tons schepen van
Amsterdam langs het Noord-Hollandsch Ka-
naal tot Purmerend en verder in verbinding
staande met den sub 2o genoemden vaarweg,
aan welke waterwegen zich aansluiten:
a. de waterwegen van het Westfiiesclie ka-
nalennet, gedeeltelijk geschikt voor schepen
van 150 ton, en wat de hoofdwegen betreft
verruimbaar tot 600 tons schepen van de
meuw gebouwde schutsluis aan de Kooi naar
het Boezemmeer bezuiden den afsluitdijk door
het Amsteldiep en Kolhorn.
De commissie is van oordeel, dat het boe-
zembeheer aan een, het geheel omvattend,
boezembeheerend waterschap moet worden op-
gedragen. Dit kan worden bereikt door uit-
breiding van het gebied en dc taak van het
Hoogheemraadschap der Uitwaterende Slui-
zen en opheffing van het Ambacht Geestmer-
ambaeht alsmede van het Heemraadschap
der Strijkmolens van de Nicdorperkogge.
Bovendien zal deze oplossing, naar de com
missie meent, belangrijk goedkooper zijn dan
die, welke door de oprichting van een nieuw
hoogheemraadschap zou worden verkregen.
Het eindcijfer der begrooting bedraagt
13 650.000, benevens 80.000 voor verbe
tering vaarweg Alkmaardermeer.
Waar niet te verwachten is, dat het rijk de
uitvoering van de kanalen op zich zal nemen,
ligt het naar het oordeel der commissie voor
de hand, dat de provincie dit zal doen.
Naar haar meening kan uit het in het le-
ven roepen van de provinciale commissie
worden afgeleid, dat zoowel Gedco. State®
door hun initiatief, als de Staten door het
toestaan van de voor die commissie benoodig-
de credieten, reeds in deze richting hebben
gedacht.
Waar de kanalen voor scheepvaartdoelein-
den worden aangelegd, zullen, naar de com
missie meent, het onderhoud, alsook het be-
heer, van alle door haar ter uitvoering of ter
verbetering voorgestelde vaarwegen met hun
kunstwerken en oevers, in het algemeen ge
sproken, bij de provincie moeten worden ge
bracht.
Bij het bovenstaande is aangenomen, dat
de financieele lasten van het beheer en onder
houd, met inachtaeming van het bepaaide bij
art. 2 van de wet van 10 November 1900.
Staatsblad no. 176, volledig voor rekening
van de provincie zullen komen en dat deze
onder de thans geldende vc-rhoudingen niet
zal overgaan tot het treffen van schccnvaart-
rechten.
Nu de Wilhelminasluis te Zaandam een
maal bestaat en onder beheer is van het hoog
heemraadschap voor de uitwaterende sluizer.
in Kennemerland en West-Friesland zou het
overbrengen van het beheer der sluis bij den
beheerder van de kanalen beteekenen, dat het
hoogheemraadschap de zorg over een van
zijn belangrijke uitwateringsmiddelen zoi
verliezen. De commissie was van oordeel dat
voor zoodanigen maatregel voorshands geen
voidcende termijn aanwezig zijn.
Voor den vaarweg over het Alkmaarder
meer stelt de commissie dc volgende kosten-
verdeeling voor: het rijk en de provincie ieder
1/3, de Zaanlandsche gemeenten te zamen
1/6 en de gemeente Alkmaar 1/6.
HET 300-JARIG BESTAAN VAN
HOOGEVEEN.
De drieclaagsche feesfen ter herdenking
van het 300-jarig bestaan van Hoogeveen
zijn, zooals wij reeds in het kort meld den,
begonmen.
„Hoogeveen herdenkt z'n 300-jarig be
staan. Wanneer wij dit tijdvak aan onzen
geest laten voorbij gaan," schrijft de voorzft-
ter der Hoogeveensche feestcommissie, tie
heenW, Koelman, in het officieel program-
ma van de feestelij'kheden, „kunnen wij on
zen indruk onder deze woorden samenvat-
ten: „Arbeid onder moeilijke omstand'ighe-
den."
Inderdaad de Hoogeveeners werden nooit
vemend. Eerst moest het veen ontgraven
worden. Daarna kwam het iK>sChbedtrijfTen
't rose gekleed. Coquet had ze op haar luch-
tigen kanten hoed een bouquetje echte „la-
France'-rozen en freesias bevestigd.
Dezelfde bloemen had ze op het
revers van het jacqut gespeld. Ook haar
teint was rose; haar blonde haar glansde in
het zonlicht en haar oogen lachten schitteren-
der vroolijker en inniger dan gisteren avond.
En't was of de frissche onschuldige gulzige
lippen niet alleen de luchtige koekjes maar
ook in de heerlijke warme lucht en te midden
van de geuren der boomen, den machtigen en
opwekkencien kus des levens zochten.
Phylleke was gehoorzaam aan Kerjean ge
weest ze had gedurende den nacht afscheid
genomen van de booze geesten van haar me
lancholic.
Wat hebben ze je in de bloemen gezet!
riep Kerjean uit. Waar komen die wonder-
mooig rozen vaudaan, Phylleke? Uit het zelf-
de land van je glimlach van van ochtend?
Als „waar komen die bloemen van
daan?" beteekent: „van wien heb je die?'"
dan kan ik je daarop nauwelijks antwoorden
er was geen kaartje van den gever bij.
Dit bewijst niets.
Plaag me niet, Reuzen-Bizuth!
De woorden waren dezelfde als gisteren
avond, maar hoe versehillend was de toon!
Het was werkelijk of Pryllis Boisjo-li van
daag „geplaagd"
wilde worden
(Wordt. vejryo.^d). .0
Wlj.