Een Grieksche vertelling derlandsche hnndefs en Tcweelcers met Tied Vfoefl, dat zij- huir^zwaar in- -^ua bedrijig\ icoi- tfen coilega'ste Borcuio ziilten he 1 pen door finamcieeien stain, opd'at ;Hij dat bedriji zul- len kunnen voortzettten. Blijj'kens mededeeling van den ri jkstu iflbo uwconsp ientzal 't den tuunfcouwers bij deelneiming in een steunactie licht val'len hun be-roepsgej.iooten te Borculo op de been te helpen. De groep der tuinlbou- ■wers-is l&ndelijk wel zoo groot, dlat deze groep in staat zal bfijken een paar door de stonmramp zwaar getroffienen on-dter lien de clliende daarvan te ver'Ifchien. iTIJDENS DE GROOTE VACANT1E. Tijdens de groote vaccUtitie is in verschil- leracie sdioien te Amsiterdiiim aan den over- ikant van de Maas ingebroken. Uit het schtooTgebouiw aan de HiJlevliet en Putsche- hoek, de M. Steinstraat, jwerden leennidde- len,. handtver'kbenoodigdtindten en ta'felklee- tera ontvrearod,. terwijl vuorts uit de woning van^ het hoofd dfer sehoctl aan de Hil'kvliet sen bedrag aam geld en lajifgoederen gesitolen werd. f Die politie stride een uptgebreid onderzoek in. Men kreeg al spoed-im vermoeden, dat ten twelB'l glazenwasschers «J. B. D. en P V., twea. zwagers, die in de fschooi gewerikt had den, meer van de,zaak ,-zoudlen a-fweten. Er werd' een huiszdeking ins bun wooing en in een pakhuis gt'daam, waiarbaj een groot deel van litet gestolene is tennggevon-den. Ook ten huize van de schoonouifers'werd) een onder zoek sugestrid, waarbij Week, dat eeni groot pak gjestolem goederen !in:< den schoorsteen was ve.Tstopt. 'De bri'dte glazenwasschers zijn ter beschi'kkiog. van de Miistitie gesteld. ►CREMATIE H. jfi. VAN KOL. Op fWesterveld heeft/1 g is term id dag de ver- asschirig plaats gehad ivan het stoffelijk over- schot ivan den heer EE H. van Kol, oua-lid der Eerste en Tweede lKamer. De belaugstelling w^s buitengewoon groot. Voor den stoet uit gingjen vele deputaties met banieran, waaronder de partijvlag der S. D. A. P., die door den partij-secretaris, den heer W. Drop, gedragen werd. Twee baren met bloemstukken, wiftaronder er waren van de S. D. A. P. en de Social is tische Internati onale te Londen, .werden voor de stoet uitge- dragen. Onder de aanwezigten waren de leden der Eerste Kamer mr. HT Slingenberg, prof. mr. D. van Embden, J. M. Lindemeyer en ir. G. C. Cramer, de leden der Tweede Kamer mr. G. W. Sannes, R. Sienhuis, W. v. d. Sluis en P. Hiemstra; namens de Belgische socia listische partij wareti er minister Wouters, de heer Fischer, afgevaardigde van Brussel, en de heer Martel. Verder merkten wij op de heeren A. W. Michels lid van Ged. Staten van Noord-HollamL j- A. van Ztrtphen, J. F. van Zadelhoff, j. H. Bergmeyer, Ed. Po- lak, wethouder van jAmsterdam, M. A. Rei- 3 a Ida, wethouder van Haarlem, e.a. Nadat de kist op de katafalk was ge- plaatst, nam de voorzitter van het partijbe- stuur der S.D.A.P., de heer W. H. Vliegen, het woord. Hij zeide dat men hier stond bij het overschot van hem, die in 1871 het com- munistische manifest onderteekende, hoewel hij geen proletarier was, geen ketenen te ver- liezen en geen stoffelijke dingen te winnen had. Als jong, idealistisch student voelde hij zich tot de sociaSistische beweging aange- trokken en hij is haar 55 jaar lang trouw ge- bleven als een strijder in het eerste gelid. Spr. bracht hulde aan zijn onverwoestbaar idea- lisme van den trouwen strijder met het echt- menschelijke karabter. Hij schetste de betee- kenis van Van Kol voor het socialisme van 1870 af tot heden en zeide dat Van Kol een sieraad zal blijven in de geschiedenis der partij. Namens het te Marseille vergaderen- de internationale cangres bracht spr. ook een woord van hulde aan den overledene. De heer Drop las een telegram van deel- neming voor van mr. P. J. Troelstra, die in Zwitserland vertoeft. Minister Wouters sprak in het Franseh namens de Belgische Socialistische Partij. Hij schetste de beteekenis van van Kol ook voor de partij in Belgie, waar zijn naam hoog ver- eerd wordt. Van Kol was niet alleen bekend in Brussel, maar ook in de Borinage, waar hij de mijnwerkers herhaaldelijk steunde bij hun strijd, in de Ardennen en in Vlaandleren. It. G. Chi-. Cramer sprak namens de soc. ctem. fractie van Eerste Kamerleden en na- mens de Iodische Soc. Dem. Partij. Spr. zei de zeker te zijn ook namens het Indische volk te spreken, als hij dank bracht voor wat van Kol voor Indie heeft gedaan. Namens het Nederl. Verbond van- Vakver eenigingen sprak de heer R. Stenhuis, die van Kol roemde om zijn pioniersarbeid voor het socialisme. De heer Voogdgeest sprak namens de Twentsche arbeiders, waarna ir. W. H. van Sandick herinnerde aan het werd, dat van Kol als ingenieur in Indie heeft verricht. Ir. O de Vries sprak namens de Vereeni- ging van Waterstaatsingenieur in Ned. Indie. Daarna daalde de kist onder de tonen van Aan u strijders, waarna de schoonzoon, ir. M. E. H. Schaank, dankte voor de groote belaugstelling. KIPPEN MET VISITEKAARTJES A. P. B. te Oegstgeest leeft niet in goede harmonie met zijn buurman W. Warnaar. Om W. onaangenaam te zijn, liet hij zijn kip- pen in diens tuin loopen en daar w. kuikens bad in een ren, gingen deze kippen de ren ondergraven, teneinde aldus bij de kuikens te komen. W. heeft toen eens een steen naar de kippen geworpen en er een getroffen, ten gevolge waarvan deze gestorven is. De po litie is er toen bij te pas gekomen, met het gevolg, dat B. zijn kippen heeft vastgehou- den. Dit duurde echter maar kort, want eeni- ge dagen later heeft hij de kippen weer in den tuin van W. gestuurd en een dezer een visrtekaartje om den hals gehangen, waarop geschreven stond: Ik word belasterd door een idioot. Het O. M. bij het kantongerecht te Leiden heeft tegen B. voor het laten loopen van zijn kippen en in den tuin van W. 5 boeten of 5 dagen hechtenis geeischt. GEEN STRAF. De kanlonrecliter te Middelburg heeft uit spraak gedaan in de zaak tegen L. G. en J. P. E., cafehouders te Zoutelande, die terecht bebben gestaan wegens overtreding van de plaatseiijke politieverordening door op Zon- cteg gelegenheid te geven, riiwielen te stallen, terwtii de bedoelde verordening verbiedt. dat de cafeboudcr ienianc. toeUat tot het cafe of ■anVoorigheicL De kanfonrechfer meende evenals de amb- leriaar van het O. M. dat de beide beklaag- den schuldig zijn, maar meendte ook evenals deze dat &cen steaf moet worden opgelegd. de Stoker gemist. Men schrijt t uit Haaksbergen aan de N. R. Ct. De laatste tie in uit Gelderland, die hier 's avonds om halftien aankomt, arriveerde gistefavomd ruim een half u-ur te laat. Het bleek, dlat dte machinist ter hoogte van de halte Rietinole plotseling d!en stoker had ge mist. Deze was van de locoinotief gevallen en na eenigen tij'di zoekens gevonden met een ernstige hoofdwo-nde. Hij is naair Neede over- gebracht en daar vanmorgen geopereerd. Zijn itoestandi schijnt niet levensgevaarlijk te zijn. DOOR EEN STUK HOUT GETROFFEN. Giistermidd'ag is de 17-jarige C. de Ko- ning op de slooperij van den heer K. Zege- laar te Papendrecht door een uit de electri- sche zaagmachine losschietend stuk hout ge troffen. Binnen een kwartier is hij1 aan in- wendige verbloeding overleden. VEROORDEELD. De r-ulitbank te Middelburg heeft den 62- jarigen lioofdonderwijzer J. S. uit El,lemeet wegens het plegen van ontuchtige handelin- gen inet aan zijn zprg toevertrouwde leer- lingen tot een iaar'gevaingenisstraf met af- trekt van de voorloopige hechtenis veroor- deeld. E'EN GEVAARLIJKE POSTZEGEL. De rechtbank heeft dten 34-ja!rigen han- delsreiziger J. J. H. te Middelburg wegens het natmaken van een postzegel en het daar van gebraik maken veroordeeld' tot 3 maan- den gevangenisstraf. ONVE R A NTWOOR DE LIJ K GEDRAG VAN EEN VEEHOUDER. In verband met de inscharing van vee voor de buitendijksche landen, welke Dinsdag en gisteren heeft plaats gevonden, was den vee- houders aangezegd, dat wegens het veel voor- kornen van liet mond- en klauwzeer geen vee zou worden toegelaten, dat niet gedekt was door een vervoerbewijs. c Bij de eerste inscharing wist de veehouder G. L., b»j wiens vee mond- en klauwzeer ge- constateerd was, en die dus zijn vee niet mocbt vervoeren, toch een aantal koeien op de weide te drijven. Gister was echter de politie op haar .qui vive en toen L. probeerde een elftal koeien tus- schen een koppel gezond vee van een ander op de weide te drijven, nam de politie de 11 beesten in beslag en werden deze op de ge- meentelijke schutstal geplaatst. In overleg met den districts-veearts werden de koeien getaxeerd en na betaling van de taxatie en stalkosten werd het vee weder vrij- gegevui, terwijl tegen L. proces-verbaal werd opger'aakt. L. loopt mi de kans, dat de kantonrechter z'n vee verbeurd zal verklaren. Terwijl boven- dien de weide, waarop hij den eersten dag z'n vee heeft gedreven besmet is verklaard, zoodat de boeren, die hun gezond vee op deze weiden hadden gedreven nu den last van de mond- en klauwzeermaatregelen moet en dragen. H'ET 300-JARIG BESTAAN van HOOGEVEEN. Ter gelegenheid van het drie-honderd jarig bestaan van Hoogeveen houdt het Genoot- schap ter bevordering van den Landbouw in Drente (D. L. G.) zijn provinciate landbouw- tentoonstelling ditmaal te Hoogeveen. Gisterochtend om halftien is het hoofdbe stuur met verschillende genoodigden, onder wie het Eerste Kamerlid H. Smeenge, door het dagelijksch bestuur der gemeente in de raadszaal ontvangen, waar de burgemeester een rede hield. Met den wensch, dat de landbouwtentoon- stelling een succes moge worden, eindigde spr. zijn luide toegejuichte rede. Hierop werd den aanwezigen een herinne- ringsmedaille (in brons) aan het 300-jark; bestaan van Hoogeveen aangeboden. De me- daille draagt aan de voorzijde de beeltenis van den stichter met als randschrift: Roelof van Echten. Opus per saccula. 16251925. De keerzijde vertoont het wapen van Hooge veen met als randschift: Gemeente Hooge veen. Vervolgens voerde het woord de heer J. L Nysingh, voorzitter van het D. L. G. Nadat de burgemeester de Haagsche poli- tiemannen met een enkel woord had begroet begaf men zich, voorafgegaan door het mu ziekkorps, naar de gymnastiek-zaal van de Chr. H. B. S., waar de officieele opening van de tentoonstelling plaats had. De voorzitter van het D. L. G. lieet hier de genoodigden en verdere belangstellenden har telijk welkom, om daarna het woord te ver leenen aan den commissaris der Koningin in de provincie Drente, mr. J. L. Linthorst Ho man. Nadat het volkslied was gespeeld trad mr. Linthorst Homan nogmaals naar voren om mededeeling te doen van de benoeming tot ridder in de Oranje Nassau-orde van de hee ren mr. J. L. Bouma, burgemeester, en Koel man, secretaris der gemeente Hoogeveen, en H. G. Fres Gratema, voorzitter der Vereeni ging Hoogeveen. KORTE BERICHTEN. In den nacht van Maandag op Dins dag is, terwijl de bewoners te bed lagen, in gebroken bij J. de G. o-p den Aa'lsmeerder- •dijk te Haarlemmenneer. Een bedrag 600 is ontvreemd. In den jongsten Oudejaarsnacht werd bij een winkelier te Achlum ingebroken en een belangrijke som gelds gestolen. In ver banc! daannede zijn thans twee personen aangehouden. Het landbouwbedrijf der negen boerde rijen van de gemeente Groningen te Terapel celegen heeft over 1924 een netto winst op geleverd van 25.594 of ruim 74 per hec- tare. Men meldt uit Hansweert aan de N. R. Crt.: Het gisteren door de Albatros opge- haalde lijk is gebleken te zijn van J. de Rui- ter, thuis behoorende te Rotterdam, hof- meester op het stoomschip Ary Scheffer. Hij is op 13 dezer nabij Lillo (Schelde) overboord gevallen. Dinsdagavond is de twaalfjarige Jan Minke te Delfzijl uit een roeiboot gevallen en verdronken. Bij een winkelier te Achlum zijn op Oudejaarsavond eenige honderden guldens gestcleft. In ver' de zijn thans twee personen aangehouden. ProTiticlaal Nfeiiws UIT BROEK OP LANGENDIJK. De Bisschop van Haarlem heeft benoemd tot leeraar aan het seininarie Hageveld te Hcemstede de kapelaan C. G. van Trigt al- liier. Tot kapelaan alhier is benoemd de heer J. P. van Houten. UIT KOEDIJK. In ons raadsverslag staat abusievelijk dat tot hoofd van het vervolgondlerwije de heer Schuffers (ook werd van Schippers gespi'o- ken) is benoemd. Men gelieve hiervoor te le- zen Stuffers. UIT WINKEL. Met ingang van 16 September as. zal het post- en telegrafkantoor alhier worden otn- gezet in een hulpkantor. De heer S. P. Vries, kantoorbediende, wordt met d'ien datum ate zoodanig overgeplaatst naar het post- en te- legraafk antoor te Sch agen Tot kantoorhouder is benoemd de heer H. Rosmolen te Heenvliet. Un VEENHUIZEN. Onder den veestapel van dten heer Z., aan den Groenen Dijk alhier is de gevreesde ziek- te, het miltvuur, uitgebi-oken. Reeds twee koeien zijn hieraan bezweken. De cadavers zijn onder politietoezicht verbrand1. UIT WARMENHUIZEN. Op initiatief van dten burgemeester is alhier opgericht een plaatselijk steuncomite bestaan- de uit de heeren Ds. Hornstra, J. Swan, J. de Groot, kapelaan' Langedijk, J. Iigthart, P. J. Laurman, D. Wildeboer, P. Sevenhuij- sen Gz. J. Tjrrkstra en K. Biersteker. De gelden zullen'door verschillende dames op inteekenlijsten worden ingezameld en zal dit hoofdlzakelijk geschieden op Maandag a.s. de feestdag van H.M. de Koningin. De gel den door bovengenoemd comite in te zamelen zullen aan het nationaal steuncomite worden afgedragen. van Uit het Italiaansch. van MATHILDE SERAC, door MARGUERITE DE ROUVILLE. (Nadruk verboden). Ik heb dit verhaal niet zelf verzonnen, ik heb het hooren vertellen, niet eens, maar her- haalde malen. In lange zomermiddagen, in lange winteravonden zat ik dikwijls op een bankje aan de voeten mijner mocder en leun- de mijn hoofd tegen haar knieen. En terwijl zij met zachte hand mijn weerbarstige wilde haren streelde, vertelde zij mij verhalen uit Griekenland, ons mooie, verre geboorteland, waaraan wij beiden met cen hart vol verlan- gen dachten; zij met een verlangen, gevoed door herinneringen, ik met een heftig hoop vol begeeren. Dat alles is nu voorbij, mijn moe- der en haar smartelijk herdenken en ook mijn blij verhouwen; maar diep in mijn hart neu- rien nog heel zacht de oude verhalen. Dat, wat hier volgt, is evenals al de andere een ware gebeurtenis. Als een donkere stip ligt daar' het land Santa Maura. Wie er voorbij vaart door de Ionische zee, ziet het aan voor een rif, zoo somber en onvruchtbaar en onbewoond ziet het er uit. Het stadje en de bebouwde vel- den liggen verborgen achter een vooruitste- kenden landtong: het is een kleine stad, ge- bouwd boven op de overblijfseien eener vul- kanische uitbarsting; tot tweemaal toe is het bijna verwoest en zij heeft hetvooruitzicht, op een kwaden dag totaal te worden bedol- ven onder de lava of onder de golven der zee. Het omliggende land is beplant met vij- gen- en oiijvengaarden. Het eiland is be- woond door landeigenaars. kooplieden, boe ren en visschers. De bevolking leeft van de opbrengst der kleine zwarte druif, passolina genaamd; dte Engeland bij mililoenen Griekenland koopt, om er zijn pasteien mee te vullen. De rijke kooplieden zenden hun zonen naar Londen om daar te studeereii en de jongelui keeren op hun vijf-en-twintigstc jaar naar het eiland terug en leven verder van en voor de teelt der passolina. De doch- ters der vermogenden krijgen hare opvoeding in een Parijsche kostschool en keeren, als zij achttien jaar zijn, terug, om daarna den een of anderen koopman in passolina te trouwen De kleine zwarte druif, zoo gcliefd in de plumpudding, vormt den grondslag van het geluk van de liefdte van gansch het bestaan in Santa Maura. Niettegenstaande dit alles verfoeide Calli ope Stavro uit het diepst har^r ziel de passo lina. Zij was een jong meisje van twintig jaar, lang en slank van gestalte, met een ei- genaardig mooi gezichtje, waarvan het don kere teint wonderlijk afstak bij het blonde haar en de oogen met h-un vreemden groenen glans. Zij had cok haar opvoeding genoten in Parijs, een dorre, oppervlakkige opvoe ding, waarbij haar jonge ziel niet had kunnen ontluiken. Haar schoolmakkertjes hadden er behagen in geschept met afbrekenden spot alles. wat Grieksch was, belachelijk te ma- ken: het land de menschen, de Cleften, Lord Bvron en de passolina! Daarna hadden zij haar dat eerlijk-wrange, vlijmscherpe boel, van About te lezen gegeven: „La Grece con temporaine", en bij dit laaiende vuur van spot was iets in haar verschroeid voor altijd Zij had de dwaasheid ingezien van de droo- merijen barer jeugd en zij was teruggekeera naar haar eiland, zwijgend en in zichzelf ge- keerd. Zij sprak niet over hetgeen zij lief had of haatte, maar op haar jonge trekken was onmiskenbaar het stempel gedrukt eener diepe innerlijke onvoldaanheid. Zij was trotsch maar vooral onverschillig; soms klonk haar minachterld, scherp lachje als een wanklank midden in een gesprek. meestal echter ver- scheen zelfs geen glimlach op haar gezicht Een enkele maal was zij grillig en onbereken- baar, maar doorgaans ontsierde de uitdruk- king eener hopelooze vterveling, eener doode iiike afgematheid de fijne trekken van haat gelaat. Calliope Stavro v/as niet dichterlijk aangc legd. Zij was verloofd en zij zou stellig tot een huwelijk zijn overgegaan, in alle ge- moedsrust en zonder eenigen tegenzin. Haar verloofde was een koopman in passolina, een "roote, beenige man, met uitstekende juk- beenderen en een rood-brnin gezicht, dat sterk, door de zon verbrand was: hij had een zwarten baard, zwarte. levcndige, dieplig- /r nde oogen en sterke, knokige handen. Hii vs achttien jaar ouder dan ziiti aaustaand vrouw. wat daar tfrlande gebruikelifk is. Hij was een rechtschapen man, rijl-c en wat ruw van aard1; hij sprak een afsehuwelljk 1 en juist zooveel Engelsch, als hij voor zip. zaak noodig had. hij was dol op Italiansche liedjes, op portwijn en bovenal op zijn passo- lina's. Hij was een trouw aanbidder, en- hij zou stellig de beste der echtgenooten ge- worden zijn. Hij was zeer verliefd, maakte haar't hof op niet heel fijne wijze en Calliope Stavro onderging dit zonder tegenzin, maar ook zonder dat het haar in't minst ontroer- de. In het diepst harer ziel werd! zij steeds onverschilliger, steeds gevoelloozer. Haar nachten waren volkomen droomloos. Toen de lente aanbrak en Mei alle bloe- sems deed ontluiken, kwam in Santa Maura Paolo de Joanna, een jonge man van onge- veer acht en twintig jaar, half Dalmatier, half Italiaaa, opgegroeid en groot geworden in Londen, Parijs en Florence. Hij was toe- rist, dichter en daarbij rijik, drie gelijkelijk zelfzuchtige hoedanigheden Om het harmo- nisch geheel te voltooien, was hij bovendien buitengewoon knap van uiterlijk. Zijn ge zicht had een gezonde matbteeke tint. Zijn zwart krullend haar niet het gelokte hoofd van een Christuskind, maar van een Nero deed hem gelijken op een jongen Griekschen God. Zijn schitterende oogen met hun verme- tclen blik logenstraften de zachtheid zijner trekken en de weeke ronding der lijnen. Hij was meer dan knap, hij was verleidelijk. Zul- ke mannen bestaan er, en zij hebben bijna al tijd een groot overwicht op vrouwen. Hij glimlachte hoogst zelden en dan met dien langzamen glimlach, die welsprekender is dan een oogglanzen en die het gesproken woord grooter beteekenis geeft. Zijn diepe stem had een onweerstaanbare bekoring. Hij sprakweinig. Wanneer hij in vuur raakte over het een of ander, dan verbleekte hij, waaranderen rood worden. Paolo vestigde zich in Santa Maura, om- dat hij ate een verfijnd toerist de grbote we- eldsteden verfoeide en zich hier bchaaglijk voelde. Hij had aanbevelingsbrieven aan de voornaamste ingezetenen van het eiland bij zich en hij werd vriendelijk door hen ontvan gen. Weliswaar beschouwde de gebruinde, werkzame, weinig dichtcrlijke, maar zeer on- dernentende Grieken dezen bleeken, zorgeloc zen en indolenten dichter, dezen rijken, trot- schen, schoonen knaap, met zijn'- bijna vrou- welijke loomheid, met zijn veeJbeteekenend zwijgen en zijn geheimzinnige blikken. eerst niet zonder argwaan. Maar hij ging zoo aar- dig met hen om, hij had zulke vriendelijke at- tenties, hij was zoo kameraadschappelijk, dat hij ze al spoedig veroverde; zij eindigden al len met van hem te houden en hem dat te too- nen op de uitbundige Grieksche manier, die zooveel overeenkomst heeft met die in Italic. Aan de jonge meisjes maakte hij feitelijk niet het hof ofmisschien deed hij het al len. Calliope Stavro inbegrepen. Wanneer hij te paard door de.straten van Santa Maura reed, een fiere en elegante ver- schijning, dan groette hij alle meisjes, die op de balcons stonden, met een diepen greet en een veelzeggenden blik. Hij schreef in haar albums roerende verzen, duistere en harts- tochtelijke verzen, die haar, voor wie ze be- stemd waren, geheel van de wijs brachten. On buitenpartijen zonderde hij zich nu met de een, dan met de andere af, maar van liefde sprak hij nooit, tegen geene van haar. Hij hield er van de zomernachten in de open lucht door te brengen, gezeten onder de van rozen- geur vervulde terrassen, maar niemand kon zeggen onder welk terras hij bij voorkeur ver- toefde. En zoo kwam het, dat, al was misschien inenig meisje hem in stilte genegen, het on- mogelijk was te bepalen of ook hijzelf een uit verkorene had. In den huize Stavro verkeerde hij veel, maar hij was steeds bescheiden, zoo aantrekkelijk in zijn eenvoudig optreden, dat de bewoners van dit huis hem alien even graag mochten. Hij stelde levendjg belang in de zaken van Spiridione Stavro, den vader van Calliope; hij was de vertrouwde wat be- treft de hartsgeheimen van Nikolaka Stavro, den broeder van Calliope.; hij zong bij de' piano Italiaansche romances voor Dionisio Catargi, den verloofde van Calliope. De be- dienden verafgoodden hem. Alleen het jonge meisje zelve voelde noch voorkeur, noch afkeer voor hem, geheel volgens haar aard. Zij bleef er steeds even onvoldaan uitzien, en bewaarde steeds hetzelfde minachtende en strakke stil- zwijgen. Paolo begon menigmaal een gesprek met haar, teneinde haar beter te leeren kennen Hij trachtte verschillende snaren te doen trillen om naar een verborgen harmonie te zoeken. Maar haar ziel was verhard en haar hart gaf geen weerklank. Niets in dit jonge meisje scheen te kunnen trillen. Het hielp niet of hij haar over Italie sprak, het schoone, bloeien- de Italie, waar het leven gekleurd wordt door de liefde, van af de teederste roseroode tin- ten tot het bijna zwarte purper toe. Het hielp niet of hij haar spark van het blonde Dalma- tie, dat bespoeld wordt door de droefgeesti- ge, koude, blauwgroene Adriatische zee. Zij luisterde en soms speelde even een ironisch fachje om haar lippen. Paolo zag het en hield op. Calliope begon hem te ergeren. Zij zelve bewaarde haar Olympische rust. Toen, in de meening dat zij ijdel en opper- vlakkig was, bracht hij Fransche tijdschrif- ten voor haar mee, de muziek van de nieuw- ste operettes en de laatst verschenen boeken. Die lazen zij te zamen. Hij las bijzonder goed voor, met een stem, waarin heel even de ont- .roering trilde. Zij luisterde naar de wonder- lijke beschrijvingen, naar de liefdesscenes, die soms koel en ernstig, dan weder vol gloed waren, maar niets scheen tot haar door te dringen. Soms zelfs scheen het, alsof het haar onuitsprekelijk verveelde. Zij haalde dan onmerkbaar de schouders op, maar zeide niets. Eens op een keer waren zij alleen. Dionisio Catargi was sedert een week naar buiten gegaan van wege den druivenoogst, die in Juli plaats heeft. Paolo las een Franseh boek voor, een liefdesdrama. Calliope luis terde toe. Eensklaps hield hij op en zag haar aan. Zij was heel bleek en haar oogen waren gesloten. Hij boog zich, in zijn begeerte haar te veroveren, naar bjar toe, wilde haar ver- metel op.de lippen kussen, maar de groote, grijsgroene oogen openden zich plotseling wij d, en zagen hem strak aan met zulk een ijskouden blik, dat hij zich terugtrok, het boek sloot en zonder een woord te spreken heen- ging. Vervolgens trachtte hij met haar over kunst te spreken. In het aangezicht van die glan- zende horizonten. van die blauwe Ionische zee, boowde Iff in wanne wetepreSen'de taal de vervallen tempels voor haar op, de tem- pels met hun zuivere lijnen en m him cmster- felijke schoonheid; deed hij de oude steden vol licht en liefde weer herrijzen, en de por- tieken, waar voorheen de hoogste menschelij- ke idealen verkondigd werden. Of hij sprak tot haar over die wonderlijke dreven, waar alles vergoddelijkt scheen: de boomen, de bloemen, de stroomen, waar vijf duizend go- den den Olympus bevolken en de gansche at- mosfeer vervuld was van liefde en hartstocht, van het nooit eindigend huwelijk tusschen hemel en aarde. Zij begreep hem niet. Paolo zweeg, verbitterd en geergerd. Nog later, in het hartje van den zomer, sprak hij haar van zijn liefde. Nog nooit had hij daarover een woord gerept, noch tegen Calliope noch tegen een andere. Het gelaat' van den dichter werd steeds hard en onbewe- gelijk als marmer, zoodra het gesprek over ae liefde ging. Maar ten slotte, in een opwel- ling, in een zich-laten-gaan van zijn zelf- zuchtigen en onrustigen aard, verbrak hij op een avond het stilzwijgen. Hij was buiten zich zelf, zich zelf niet meer meester en zijn gedachten braken zich baan in woorden, gloeiend als lava of sceptisch of vol bijtenden spot. Hij sprak zich zelf tegen, bemerkte het, en verklaarde dan de tegensteliingen. Hij liet paradoxen schitteren in verbijsterenden glans. Alles wat in zijn ziel besloten was ge- weest barstte nu los met de kracht van een bergstroom. Hij sprak met een stem, die nu eens dot en trillend, dan weder helder en rustig klonk; zijn oogen zagen voor zich uit als onder een inspiratiezijn gebaar was edel en schoon. Het meisje hoorde hem aan. Hij eindigde met te verklaren, dat er maar een weg ten leven leidt en dat is de liefde, maar een weg tot het geluk en dat is de liefde, en maar een weg ten c.oode en ook dat is de liefde. Toen zweeg hij En Cal'iope luisterde nog altijd. In dem huize Stavro werd gedanst. Het was in December. Het feest was ter eere van Paolo de Jo-anna, die naar Engeland zou vertrekken. In de balzaal waren al de mooie vrouwen en meisjes van het eiland bijeen Er waren er voorzeker onder, die met een be- zwaard hart aan den vreeindeling dachten, die zoo o-nbezorgd en kaim lreenging, zonder zich tc bekommeren om hetgeen hij achter- liet. Hij zelf danste met alien. Calliope had ook vbortdurerd gedanst; den eersten wals met Dionisio Catargi, haar beenigen gelief- de, die hoogst vergen-oegd was omdat d-e oogst der passolina zc ogoed was uitgevallen en die haar daarorn een paar br-llanten oor- ringen ten geschenke had gegeven. De qua drille was door de neuzige stem van den dansmeester afgero-epen en Calliope en Pao- la d:e Joanna dansten die s-am-ep. Zij voerden op onversehilligen toon een gesprek, waarbij de woorden toch' alle zwaar n-eervielen. Zult ge terugkomen? Ik heb beloofd terug te komen, ant- woordde hij in een poging om haar vraag te ontwijken. Zuit ge terugkomen? hield zij aan met iets hards in haar stern, alsof zij hem wilde dwingen de waarheid te spreken. 1 Neen zei hij, zijn woorden van daar- cven herroepend in een uitbarsting van zijn wfecden trotschen aard. Ik kom nooit terug. De dans voerde lien uiteen en daarna we- derom tot elkan-der. Spijt liet u niet? vroeg zij. Ik trek mij de dingen niet aan; ik ben er nooit bedroefd noch b.ij-de om. Ik ben ver- standig. Probe.er dat ook te zijn. Dat zal ik zeker antwoordde Callio pe onmiddellijk, terwijl zij glimlachte. Toen rust ten zij r.a het dans-en. II ij sprak tot haar steeds even rustig; zij luisterde ioe met neergeslagen obgen en een zachtju glimlach om de lippen. - Lief meisje, het leven is een aaneen- schakeling van afscheid nemen. Het iijkt wreed, maar dat is niet zoo. Men moet ieeien philosophisch op te nemen, de vretigde te ge- nieten van het .heden, zonder die van gisteren te betreuren, noch te reikhalzen naar die van morgen. Dat is zoo antwoordd-e zij kalra En hervatte hij - een g-enot kan al leen intens zijn, wanneer het van korten du.ur is. Men kan niet lang achtereen met alle vezels van zijn wezen trillen. Dat is zoo zij verliet hem voor een nieuwe figuur van den dans. Toen zij terugkwam, hervatte hij het ge sprek. En bovendien de liefde is een arm- zalig en alledaagsch iets. Wij vermooien haar uit trots om ons zelf te verheffen. De liefde houdt nooit teten enkele harer bcloften. De -liefde is volkomen nutteloos. Dat is zoo zeide zij ten derde male. In den st-rengen winteriiacht verheft zich de hooge klip duister -en dreigend. Zij schijnt loodrecht afgehakt als met een reuzenbijl De hoogste rotstop ziet er uit, alsof zelfs de adelaai" er niet zou kunnen nestelen. Geen lichtstraal valt door het duister. Er staat geen boom, geen plant, geen enkel gras- spriet. Niets dan een kale, puntige, harde rots, die grauw van toorn lijlct. Diepe stilte heerscht, de stilte der eenzame hoogten. In de diepte bruit de Ioinische zee en beukt te gen de wandten van de klip. Daar nadtert het jonge meisje, zoradter haast, zonder haar gang te vertrageo. Haar rhythmische tred kent geen onzekerheid1. Zij schreit niet, zij zucht niet. Als zij boven is aangekomen op het small e vlak, staat zij stil, tuurt in de verte, laogen tijd, alsof zij naar iets luister de. Een oogenblik heft zij de armen ten he mel, in vervloeking, in dreiging, in wanhoop. Dan maakt zij haar mooie blonde haren los, werpt nog een blik op de zwarte zee en stort zichnaar benedteo. Lieve Moeder, hoe heette Santa Maura in het oude Griekenland? Leueadia. Lieve Leueadia, Moeder? Saffo's Leueadia Zij boog het hoofd en petosde Hi ®weeg. Degoden van GriekemlaiKl zijn gestorven, Op Leueadia staan nog slechts de bouwval- len van Apollo's verwoesten tempefl. Saffo's leven schijnt een legende. Maar eewwigdu- rend herhaalt zich, onvermurwbaarmglim-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1925 | | pagina 10