Alkmaarsche Courant Dinsdag 8 September. Het Polifie-tmreau. FEII1LLETON. Be Relsgeneote. VOOR SPOEDICE AFLEVE- R!NG VAN ALLEHANDELS- ORUKWERK IS UW ADRES No. 211 1925 Honderd Zeven en Twintigsfe iaargang, OPHEFFING DER HUURCOMMISSIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS vestigen in verband met de opheffing der Huurcommissie de aandacht van belangneb- benden, huurders van woningen in deze ge- meente, op het bepaalde in artikel 2a der Huuropzeggingswet, dat ten aanzien van wo ningen gelegen in een gemeente waarvoor eene Huurcommissie niet is ingesteld het- geen dus na 24 Augustus voor Alkmaar het geval zal zijn de kantonrechter voor de toepassing dier wet treedt in de plaats van de Huurcommissie. Aanvragen om vermetiging van gedane huuropzeggingen of om verlenging van hum kunnen der halve na 24 Augustus met in- achtneming van de wetteliike termijnen, bij den Kantonrechter worden ingediend. Alkmaar, 8 September 1925. f WENDELAAR, Burgemeester. A. KOELMA, Secretaris. (Uit het Russisch van Awertschenko). Hebt u eenig denkbeeld van het ritueel der handige Russische politie? Zoo niet, ga dan eens een half uur lang naar het zwoele, slechtruikende vertrek, waar zitting wordt gehouden; dat is bepaald zeer leerrijk. De chef zit gebogen over een half-volge- schreven vel papier, heft het hoofd op, en yraagt den binnentredende methodisch: „En wat scheelt er aan?" „Mij is de samovar ontstolen, vadertje." „En waar heb jij toen je oogen gehad"? De chef weet heel goed, dat zijn vraag ver- der niets beteekent dan een vruchtelooze en overbodige uiting van den hem opgelegden plicht, de vrouw te ondervragen, het protocol op te stellen en dan de schuldigen op te spo- ren. „En waarom stond jij er bij te gapen?" „Dat is het juist: Ik was naar den zolder geloopen; toen kwam de hond, goot het wa ter weg, schudde de kolen uit over den groud en werd gezien". „Hijwaardoor weet jij dat het een „hij" is geweest en geen „zij". De keukenmeid trekt de dock dichter om het hoofd, wrijft met den wijsvinger langs haar neus en geeft na eenig nadenken-toe: ,,Ja, het kan ook een „zij" geweest zijn \Vie kan het zeggen?" „Verdenk je eigenlijk iemand?." „ja, ik weet er wel een." „Nu?" „Het is de een of andere dief geweest." „Wel, wel, hoe geestig ben je blijr tnaar eens even ziten, ik zal weleens verder zicn. Wat wenscht u, meneer?," „Bij mij is het vochtig". „Wat is vochtig? „Mijn woning". „Welnu en?" „U zult wel toegeven, dat ik in een vochti- gt woning niet blijven kan De chef denkt er niet over om te zeggen, dat hem deze zaak niets aangaat, of dat hij zich erover verwondert, hoe men met dergelijke zaken tot hem komen kan. Maar de eenigc luxe, zijn werk voor eenige oogenblikken af te schuiven, wil hij zich niet laten ontgaan. „Wie heeft u gedwongen, een vochtige wo ning te huren". „Toen ik haar huurde, is zij droog ge weest". „U zegt immers zelf, dat ze vochtig is." „Toen wij al verhuisd waren, kwam het voor het eerst uit, dat ze vochtig was. Op het behangsel kwamen zulke vlekken, dat het landkaartcn geleken." „Verdenkt u iemand?" „Hoe bedoelt u. Ik begrijp u niet precies „Hm ik wilde vragen, of u schadever- goeding had bedongen." „Wat kan men bedingen? Van vocht krijg je gemakkelijk de jicht. Vaak kan die een soort van tijdverdrijf beteekenen, en is met tien roebels goed betaald en dikwijls is ze van dien aard, dat zelfs duizend roebel nog te weinig zijn." Een vervelende pauze ontstaat. „Waar was u eigenlijk, toen de woning ge- huurd werd? „Maar ik zei immers, dat ze droog was." „Goed, goed.Uw adres? Ik kom wel en onderzoek de vraag en u wenscht?" „Meneer de chef, u kunt zich niet voorstel- fen, hoe ik den laatsten tijd geen zenuwen Roman. (Uit het Fransch van Guy Chantepleure). Geautoriseerde veHaling van W. H. C. 20) Wat een valstrik was die laag bij de grond- sche dubbelhartigheid voor de kinderlijke ziel van Phyllis geweest! Ja, inderdaad had ze Fabrice de Mauve lieffEn dat het arme kind tegelijkertijd met het afschuwelijke van den dood en de vemedering van zonder geld te zijn achtergebleven het hartverscheurende gevoel van verlaten te zijn had leeren ken- nen, dat ze zoo jong, zoo oprecht, haar lief- hebbend, maagdelijk hart reeds had gewond aan de ki'lle lafheid van't hart van een man, dat ze door ha'ar liefderijke sehutsengel te hebben verloren ook nog de zooveel bitterder ervaring moest opdoen van zoo hopeloos al- leen in het leven te staandat was al te wreed! Uit den grond van zijn hart vond Willem dat Phyl de Voorzienigheid innig dankbaar moest zijn, behoed te zijn geworden voor een huwelijk met Fabrice de Mauve. Terwijl hij naar zijn rustige woning ging, om er in gezelschap van de pendule met den diepen klokketoon en die met't gouden stem- metje het vraagstuk van de stabilisatie van vliegtuigeu te bestudeeren, zag hij steeds die droefheid van een verliefd kind voor zich en hij zou, als hij in de toekomst had kunnen lezen om te weten wat er de gevolgen van zouden zijn geweest, Fabrice en Phyllis weer tot elkaar hefeben wiilea fereagen, om toch 'nicer in mijn Tijf voet, Tetterlijk geen enkele Waarschijnlijk waren de zenuwen der da me van middelbaren leeftijd er niet erger aan toe dan die van den chef, want deze grijpt naar het stuk papier voor hem, daarna in zijn haren en vraagt: „Verdenkt u iemand?" „Letterlijk alle, alle zenuwen. En's nachts zou je willen vluchten „Hoe zoo?" „Spoken alien zijn het er over eens, dat er spoken zijn. Iemand klopt, dwaalt rond, laat dingen vallen, praat en om twaalf uur middernacht ontstaat er een gehuil, dat wij alleen gek ervan worden." „Waarom hebt u het zoover laten komen?" „Wijwat konden wij er tegen doen?" „Verdenkt u iemand?" „Geen sterveling. Ik ben overtuigd, dat wij vcor een raadsel staan. Het doolt rond, laat dingen vallen en praat „Hoeveel zielen zijn het?" „Wie bedoelt u?" T- „Weldie spoken." „Hoe kan ik dat weten? Misschien is het er maar een." „U zei toch, dat zij met elkaar den boel op schepten. Hoe kan een spook zich alleen amu- seeren?" „U behoort daarvan beter op de hoogte te zijn dan ik, of zoo iets mogelijik is, ja, dan neen." De chef beschikt over zeer gebrekkige ken- r.is der bewoners van het hiernamaals, maar als vertegenwoordiger der wet zal hij zich niet laten foppen en zegt daarom met krach- tige overtuiging: „Dat kan niet. Er moet een schuldige zijn. Dus, mevrouwtje, wees u maar gerust. Wij zullen de zaak onderzoeken en de misdadigers zullen hun verdiende straf niet ontgaan. Uw adres? Uw dienaar „Wat heb jij hier te zoeken?" „Mijn oude moeder is gestorven." „Verdenk jij ook ie hm welnu, moge zij in den hemel komen. Waaraan is ze ge storven „Dat mag God weten. Zij was ruim hon- derd jaar oud en is sedert drie jaren niet van haar bed geweest." „Waarom heb je niet beter opgelet?" sta- melt de geplaagde ambtenaar voor den hon- derdsten keer. „A1 goed, wacht even „Wat wenscht u? Neem uw hoed van 't hoofd. U is hier in een officieele omgeving Voorzichtig, u schuift met uw hand den inkt- koker bijna omver Wat wilt u eigenlijk?" Meneer, de chef, ik verveel me zoo .Drink wat minder en de verveling zal wel overgaan." „U is een grappenmaker: drink ik niet juist uit verveling?" „Wilt u een mededeeling doen? en asje- blieftblaas me niet zoo in 't gezicht „Een een mededeeling?Ik dee! u, chef der politie, meedat ik me ver veel. Bestaan er geen amusementen?" „Ga naar huis en slaap eens duchtig uit." „Wat zegt u? Dat ga ik niet doen. Ik wi! met voile teugen leven. U kunt me wegjagen, maar waar zal ik heengaan? Dat ik naai hier ben gekomen, is omdat ik niets anders meer had. Och, meneer de chef, de Rus draagt een zeer bijzondere verveling met zich mee ,,Wees zoo goed en stoor me niet." „Waar moet ik naar toe; ik verlang naar een amusement je." „Welnu, ga naar een bioscoop; over twee uren is het open." „Merci. Dat is een goede raad. Ik wist we;, waarheen ik ging. De overheid weet altijd te helpen. Staat u me toe, dat ik hier wat blijf zitten. „Maar u netjes gedragen, hoor „En u, wat wenscht u?" „Mijn vrouw is er van door. Misschien Waarom heeft u niet opgepast?" „Kan men altijd op vrouwen passen?" „Ja, ja, vrouwen zijn raadselachtig. Zij zoeken naar iets, wat er op de wereld toch niet te vinden is. Een merkwaardig geslacht. Verdenkt u iemand?" „Hier is van verdenking geen sprake. Zij is met den stafkapitein Perzow er van door;' „Waarom heeft u niet opgepast?" „Ja weet ik dathij ging voor een vriend door; wij speelden veel biljard samen en dat doet hij mij nu aan „Ja, jahet familieleven moet men altijd bewaken sprak de chef vermoeid en stak een cigaret op. „Rookt u?" Het familieleven is dm zoo te zeggen een belegerde vesting. De vrouwen willen romantiek en de mannen loo- pen op pantoffels; de vrouw houdt van lak schoenen; moreele voornaamheid interesseerf haar minder dan uiterlijke glans Wat wil jij?" „0U is nog erg bezig, hoogedele heer ik zal wel even wachten. Moet elk mensch niet een beetje wachten, als de hoogedele heer maar minder verslagenheid en droefheid te zien in die oogen, die als bij instinct hem zoo smeekend hadden aangezien Maar dit wonder te volbrengen, was boven zijn krachten. VI. Houlgate, Villa „De Golven", 18 Aug. „Je hebt me op 't hart gedrukt je te schrij- ven, mijn vriend KerjeanDat was heusch niiet noodig. Nauwelijks ben ik te Houlgate aangekomen, nauwelijks heb ik me in mijn pitchpinekamer geinstalleerd een mooie kamer op de tweede verdieping van de Villa „De Golven" of ik ga aan mijn ta- fel zitten, voor het geheel open raam, met uitzicht op de zee en neem mijn' pen om met je te praten 't Is niet dat ik geloof je veel te vertellen te hebbenMaar ik ben alleen, ik ben bedroefd en ik voel me slap alles is koud en donker en zwaar om me been en ik heb behoefte, al ben je nog zoo ver weg, je vriendenhart, je hart, dat zoo sterk, zoo warm en zoo goed is, dicht bij mij te hebben. „Kerjean, wat was ik onbezorgd1 en blij, dien ochtend van de voxige maand, toen ik die hoorntjes liep op te knabbelen en toen je me zei weet je nog wel? dat mijn lach- je en mijn bloemen uit een en't zelfde land kwamen!Ik geloofde toen aan't geluk, ja, niettegenstaande dien angst dat mijn lief de niet genoeg werd beantwoord en die me soms nerveus maakte; ik geloofde aan die liefde, zooals ik geloofde aan iets, waaraan me nooit in mijn hoofd zou opkomen om aan te hvijfelen «En nu is miin pleegmoeder doodOi 1 zoo bezet is „Wat wilt u, dame?" Ja goed, kom om drie uur terugWat hebt u? Huil alsje- blieft niet „Mag dat? Eerst zegt hij tegen mij; „ik heb je lief, ik heb je liefen daarna sleept hij alles weg, en is verdwenen en laat mij in mijn hemd staan." „De kommies „Waarom hebt u niet opgepast?" „Hij zei aldoor, dat hij mij liefhad; hij bezwoer 't, kruiste zich... Wat moet ik nu beginnen?" „Zoo, zoo, hebt u zich dus in onzen kom mies verliefd Welnu, houdt u zich maar kalm, wij zullen maatregeien nemen." De schrijver dezer regels zit lang op de oude, uitgezakte canape en amuseert zich over de kaleidoscoop van keukenmeiden, spoken, dronkaards, bedrogen mannen, bedrogen vrouwen Eindelijik snap ik een vrij oogenblikje en loop naar den vermoeiden en versuften chef. „U wenscht?" „Een onderwerp, meneer de chef." „Een ODderwerp?" „Voor een verhaaltje." „Waarom hebt u niet opgepmaar, par don, wat heb ik daar eigenlijk mee van noo- de?" „0 en maar u is toch de politie Als spoken, dronkaards en bedrogen mannen u iets aangaan, dan De chef strijk zijn dorre vingers door de haren. „U wenscht een onderwerp? Verdenkt u och, waarom zou u niet over onze manier van doen wat schrijvenis dat geen onder werp?" Provinciaal nieuws UIT HENSBROEK. Zondag hield de Gymnastiekvereeniging adspiranten, waaraan verbonden waren wed- strijden in lichte athletiek voor de inwoners en schoolkinderen van dc plaats. De deelna- me aan en de belangst'elling voor de wed- s trijdert was bij zonder gro o t, zoodat het zeer te betreuren was dat alles in de zaal van den heer Mantel moest worden afgewerkt, omdat 't terrein van den heer D. Wit, dat hiervoor belangeloos was afgestaan, door 't slechte weer van de laatste dagen te nat was. De wedstrijden hadden evenwel een schit- terend verloop en zijn een succes voor de vereeniging geworden. De prijsuitdeeling had 'savonds plaats in het lokaal van den heer K. de Boer, waar te- vens bal werd gehouden. De uitslagen der verscbillende wedstrijden zijn als volgt: Wedstrijd adspirant meisjes: le prijs A. de Vries; 2e prijs N. Bcmmezij 3e prijs G. Schaak. Wedstrijd adspirant jongens: le prijs Jb. v. d. Oord; 2e prijs C. Visser; 2e prijs A. Koning; 3e prijs D. Wailboer. Wedstrijd schoolkinderen, meisjes: le prijs M. Koning; 2e prijs M. Burger. Jongens; le prijs K. Stolp; 2e prijs J. Ko ning. Wedstrijd dames: le prijs mej. G. Stam- mis; 2e prijs mej. G- den Das; 3e prijs mej. J. Leegwater. Wedstrijd heeren van 30 jaar en ouder. le prijs J. Vergaaij; 2e prijs P. Scheepbouwer; 3e prijs R. Schreuder; troostprijs J. Vis ser Kz. Wedstrijd heeren beneden 30 jaar. lc prijs P. de Vi'ies; 2e prijs J. Schrooder3e prijs Iv. Gdder. Twee taarten, die door raden waren te win- nen, werden gewonnen door mej. A. Kolder en den heer D. Wit. UIT I1EEMSKERK. Voor 1 H.L. Irissen, afkomstig uit de kraam van den onlangs overleden Beverwijk- schen kweeker W. de Boer, is naar verluidt 6000 betaald. Gezien't feit, dat de Irissen Zoo verschrikeklijk in prijs gedaald zijn is het haast ongeloovelijik. Wel hoorden we nog van andere zijde beweren dat dezen'zomer voor een geel soort van deze bloembollen 10 per regel besteed is geworden. TENTOONSTELLING TE TEXEL. Van enkele rubrieken vindt men in het on- derstaande nog de bekroningen. Ajdeeling Akkerbouw. Rubr. 76. Wintertarwe, Wilhelmina. le prijs C. R. Keijser en Co., 2e prijs B. C. Lap, 3e prijs A. J. Keijser. Rubr. 77. Wintergerst. Mansholt II. le pr. P. Dros Bz., 2e prijs A. Breesnee. Rubr. 78. Zomergerst. Svalofs Goudgerst. 2e prijs B. C. Lap. Eervolle. vermelding C. Stoepker. waarom heb ik toch niet met al mijn liefde die ik haar toedroeg, gestreden tegen die vreeselijke hartstocht, die haar leven heeft verteerd? Ik kende die niet geheel. Zeker, ik had wel liever gewild dat mijn pleegmoeder ware ontkomen aan, wat zij noemdc, haar „demon" en al giste ik wel dat de men- schen haar onweerstaanbare neiging afkeur- den of bespottelijk maakten ik duldde van niemand er de geriugste toespeling op te ma- ken en zelf vermeed ik dat ook te doen, maar als ik over haar smaak, wat dit betreft, met haar had geredetwist en er, hoe weinig dan ook, tegen in ware gegaan, dan zou ik mij- zelf weinig eerbiedig en heel egoist hebben gevondten „Eens op een avond te Vichy ben ik met de Mauriceau's voor't eerst in de speelzaal geweest.O! Kerjean, toen ik daar in die vreemde omgeving was, te midden van die koortsachtige, opgewonden menigte, toen heb ik begrepen. wat 't wasMijn pleegmoe der zat met een verwarde uitdrukking op haar gelaat, hoogrood en anders dan ze ge- woonlijk was, zoodat ik haar nauwelijks her- kende, aan een tafeltje van Jt ..spoorweg- spel" een soort bacacra, weet je Kaar- ten, bankbiljetten, goudstukken, het harkje van den croupier, allerlei woorden, betrek- king hebben de op het spel, die werden ge- sproken te midden van een dof gegons en een voortdurend verward geachreeuw, dat even eentonig was als de stilte dat alles hoordfe en zag ik als iets vaags, als indruk- ken van een nachtmerrie. Vrouwen voor't meerendeel oude of van twijfelachtigen leef tijd en mannen zaten of stonden begeerig gebogen over de groene tafel, waar hun wijd opengespalkte oogen de verwikkelingen van HeiTs Frankengerst le prijs C. R. Keijser, en Co, 3e prijs A. Dros Dz. Rubr. 79. Haver, Svaldf's Koningshaver, 3e prijs Jac. Rab. Rubr. 80. Winterrogge. Petkuser. le prijs M. de Graaf, 2e prijs P. C. Rocper, 3e prijs J. Knol. Svalof's Zegehaver. 2e prijs C. de Wit. Eervolle vermelding B. C. Lap en C. Stoep ker. Mansholt II haver, le prijs S. C. Eel- man. Rubr. 81. Erwten. Mansholt's Kortstroo. Vale Capucijners. le prijs P. Dros Bz. Mansholt's vroege Fletuwer Rozijnerwt, le prijs A. Dros Dz. Schokker, Wiersma. le prijs P. Dros Bz. Rubr. 82. Boonen. Duiveboonen. 2e prijs Jac. Rab. Paardenboonen. le prijs C. P. Witte Rubr. 83. Vlas. Blauwbloem. 2e prijs Wed. C. van Heerwaarden, 2e prijs C. R. Keijser en Co. Witbloem. 3e prijs S. Eelman Cz. Rubr. 84. Aardappelen. le prijs M. D. Dijk, 2e prijs W. de Graaf, 3e prijs M. de Graaf. Rubr. 93. Groenten en fruit, le prijs Jac. Rijk, ?e prijs J. J. Roeper, 3e prijs N. Kik- kert, eervolie vermelding „Tuinbouwvereeni- ging „Texel". Zui vel prod act en. Fabrieksproduct (kaas.) Rubr. 101. Commissie 40 le prijs Stoomzuivelfabriek ,,De Hoop". Rubr. 102. Edammer 40 le prijs „De Hoop", 2e prijs Stoomzuivelfabriek „De On- derneming". Fabrieksproduct. Rubr. 103. Roomboter. le prijs ,,De Onder- neming", 2e prijs „De Hoop". Rubr. 104. Weiroomboter. le prijs „De Onderneming", 2e prijs „De Hoop". Boerenproduct. Rubr. 105. Goudsche Kaas. 2e prijs P. Verseput. Rubr. 108. Schapenkaas. 2e prijs L. Ver meulen, 3e prijs P. Keijser Dz. Rubr. 109. Komijnenkaas. 2e prijs H. Smit Hz., 3e prijs W. Roeper Wz. Rubr. 110. Potkaas. le prijs B. C. Bak- ker, 2e prijs Joh. Roeper, 3e prijs L. Vermeu- len. Rubr. 110 A. Groene Kaas. 2e prijs L'. Vermeulen. Rubr. 112. Schapenboter. le prijs L. Ver meulen, 2e prijs H. Hin Jbz. Rubr. 113. Extra No. voor het mooiste ge heel. Eervolle vermelding Stoomzuivelfa briek „De Onderneming". Wol. Rubr. 74. Vachten van geregistreerde rammen. le prijs W. S. Keijser, 2e prijs EI. S. Zijm, 3e prijs D. Keijser Cz. Eervolle ver melding P. C. Hin en D. Keijser Cz. Rubr. 75. Vachten van ger. ooien, le, 2e en 3e prijs en Eervolle vermelding P. Keijser Cz. Rubr. 73. Vachten van niet ger. dieren. le prijs H. W. Keesom, 2e prijs P. Keijser Cz., 3e prijs A. Mosk. Eervolle vermelding P. Keijser Cz. en H. W. Keesom. Verder waren er aangevoerd: geiten en bokken, bijen, pluimvee van velerlei rassen, pluimvee-voeder en benoodigdheden, collec- tie's eieren, bloembollen, verschillende zaken op landbouw-onderwijsgebied, terwijl van el ders en van hier ter opluistering waren inge- zonden landbouwwerktuigen van Landre en Glinderman, te Amsterdam, Van Driel en van Dorske, Haarlemmermeer, H. Smit, te Den Burg, Texel, Fordproducten van Dros' Auto- centrale, te Den Burg, Texel. Motoren en rij- wielen van E. Boekel te Texel. Rijtuigen en landbouwwerktuigen van D. Witte Dz. te Texel. I Jzeren weidehekken van J. J. West- hof en Zn. te Groningen, Velo-Waschmachi- ne's van de Maatschappij, vertegenwoordi ger J. H. Nienkemper, te Helder. Lederarti- kelen van Alex. Koning, te Texel en Hoef- ijzers van J. Kiljan te Texel. Ook deze zaken hadden veel bekijks, voor- al een motordorschmachine, die af en toe in werking werd gesteld. Hiermede is een vrijwel getrouw verslag gegeven van alle zaken, wclke op deze betee- kenisvolle tentoonsteling aanwezig waren en van alle handelingen, die werden verricht. De voorbereiding heeft heel wat moeite en zorgen gekost, doch de offervaardigheid der ei!anders heeft een dergelijk resultaat rnoge- hjk gemaakt. Dank, groote dank korat toe aan zeer velen voor de keurige samenwerking, die ook op landbouw- en veeteeltgebied zoo hoog noodig is. De keurmeesters hadden geen gemakkelij- ke taak dikwijls, om het beste uit het beste te kiezen, vooral ook op het gebied van den ak-1 kerbcuw, daar alles zich in dezen heerlijken een onzichtbaar drama, den voor oningewij- den onbegrijpelijkea eeredienst van een zon- derling en ontzagwekkend geloof, schenen te volgen. Juist op dat oogenblik hield een geheel in 't rood gekleede en op eigenaardige wijze wit geblanket en met zwart bijgeverfde vrouw de bank en leidde het wondcrlijke spel. 't Leek wel of ze had getracht zich 't uiterlijk van een soort vrouwelijke Mefisto te geven. Haar mond was hard en bloedrood, haar gezicht bleek; spottend en wreadwas de indruk, die haar donkere oogen met schuine wenkbrau- wen maakten Een oogenblik was ze voor mij de incarnatie van de helsche geest, waar- over mijn pleegmoeder't altijd had Mijn verbeelding werd op hevige wijze aangegre- penIk moest een oogenblik een angst om duizelig te worden onderdrukken en een krankzinnig verlangen maakte zich van mij meester om gauw naar de ldeve vrouw te loopen, haar te omhelzen en mee naar bui- ten te nemen Helaas! 't Was in een speel zaal dat ze, korten tijd daarna, doodelijk ge- troffen, in elkaar zakte. „Kerjean, ver van Parijs zie ik die afschu welijke herinneringen als spookverschijnin- gen om mij heen En als ik een oogenblik niet aan mijn araie pleegmoeder denk, dan denk ik aan iemand, van wien ik nu mis schien nog meer dan door den dood ben ge- scheiden. Daarom ben ik zoo moedeloos Van ochtend, om vijf uur heb ik, omdat ik niet kon slapen, het raam en de blinden van mijn kamer geopend en ben weer in bed ge gaan. Van uit't midden van mijn heel groote bed, waarin ik me zoo klein en als verloren gevoelde, zag ik de zee, niets dan de zee en den hemelPlotseling, ik weet niet waar- N.T. BOEK- EN HANDELS- DRUKKERIJ v/h. HERMS. COSTER EN ZOON, VOOR- DAM C 9, ALKMAAR zomer zoo schoon heeft ontwikkekl. Dat deze tentoonstelling tot meerderen bloei van Texel zal bijdragen, zal zeker nie mand ontkennen en de bezoekers hebben wel de overtuiging gekregen, dat de veestapel op het eiland op hoogen trap staat en vooral door zijn wolvee, zoowel in buiten- als bin- nenland, vermaard is. Vrijdag j.l. heeft men nog verschillende volksspelen gehouden, niettegenstaande het weer slechter was, dan de beide voorgaande dagen. We zullen alleen melding maken van de gehouden ringrijderij, waaraan een 30-tal tilbury's deelnamen. 't Deed weldadig aan, weer eens zoovele mooie rijtuigjes te zien, die toch meer het oog bekoren, dan al die ronkende motorrijtui- gen, die men langs de wegen ziet hollen. De prijzen werden gewonnen door: le prijs Afej. M. Kuip en den heer C. Boersen; 2e prijs mej. R. Witte en den heer D. Witte; 3e prijs mej. M. Smit en den heer J. Boogaard. De prijs voor het schoonsfe geheel werd toegekend aan den heer A. Witte en echtge- noote. UIT BROEK OP LANGENDIJK. Ds. A. Zwiep, van Hillegom, heeft bedankt voor het beroep naar de Chr. Geref. Kerk al- hier UIT ST. PANCRAS. Aan de bloemententoonstelling te Schagen, welke gehouden werd ter gelegenheid eeuer reclame- en winkelweek aldaar, was ook deel- genomen door onzen plaatsgenioot den heer J. Groen, eigenaar der bekende kweekerij „E>e Dahlia" De inzender wist daar, trots scher- pe concurrentie door groote firma's op dit gebied, beslag te leggen op twee lste prijzen en een 2den prijs, te weten voor de mooiste collectie dahlia's, opgemaakte bloemenmand en gevulde bloemenvaas- UIT NOORDSCHARWOUDE. Onze tuinders maken den laatsten tijd een verre van rooskleurige periode mee. Dachten we de vorige week dat het met de prijzen van de hoofdaanvoer de kool niet slechter kon, de afgeloopen week was het nog weer minder. De roode kool werd voor een deel verkocht voor 70 cent tot een gulden per 100 K.G. en de allerbeste brachten tusschen 3.20 en 3.90 op. Witte kool kon het niet hooger brengen dan slechts eenmaal /1.40. De meeste zijn ver kocht voor omstreeks een gulden en voor een deel slechts voor 60 tot 80 cent. De gele kcol, die voor enkele weken terug nog een vrij goede prijs opbracht kon het de ze week niet verder brengen dan /2.90. De goedkoopsten waren 60 cent per 100 K.G. en verschillende partijen gingen weg voor een cent per K.G. De prijzen van de aardappelen hielden zich ook deze week goed. De aanvoer wordt min der. De aanvoer van spercieboonen zal spoe- dig afgeloopen zijn, de prijs was vrijwat la ger, doch nog goed te noemen. Zilvernep werd slechts eenmaal een klein partijtje aangevoerd, doch van gewone nep en uien neemt de aanvoer flink toe. Ook hiervan waren de prijzen minder, doch nog tamelijk goed te noemen. Ze gingen weg tusschen 4.40 en 6.70. De kleinere maat of drielingen brachten ten hoogste 7.20 op of ongeveer f, 2.50 minder dan de vorige week. De nepprijs was veel lager. De vorige week als hoogste 20.50 en nul 7.90. De meeste werden nu tusschen 16 en 17 gulden ver kocht. Boswortelen werden veel minder aange voerd en de prijs was hooger. De laagste noteering was nu eenmaai om, want anders ben ik niet zoo sterk in Ut ile, zooals ik daar lang uitgestrckt, tusschen teraire herinneringen zei ik tot mezelf dat mijn twee blonde vlechten lag, zeker geleek op Melisande, toen zij stierf „Als ik stierf, Kerjean, zou 't eep geluk voor me zijnen't zou alleen maar jou verdliet doen een- beetje!En toch ge loof ik niet dat ik er naar verlang te ster- ven vreemd! „Maar ik schrijf je eigenlijk dingen, die geen doel hebben en heelemaal niet die, wel- ke je zeker in mijn eerste brief hebt verwacht. „De reis van gisteren was warm en lang en niet zeer prettig. Ik heb den tijd verdreven door met de kleine Liliane te kijken naar het voorbij snellende landschap, dat omlijst was door het venster van den wagon. „Mijn leerling is lief, niet heel1 mooi, maar ze heeft een vriendelijk, frisch, blozend, ba- by-gezichtje om te zoenen. Je hadt gelijk, ik geloof dat ze van1 me zal houden. Ze zei me: „lk ben zoo blij, dat u er net uitziet als een groot klein meisje!" „Een groot klein meisje!.Dat ben ik in jouw oogen immers ook, Kerjean? „Mevrouw Valois zal overal wel opgevai- len zfjn als een zeer mooie vrouw. Ze heeft zuivere, regelmatigc trekken en een prachtig figuur. Haar bewegingen zijn bedaard, ze heeft een vorstelij'ken gang en spreekt afge- meteni; ze drukt zich met een gewilde keurig- heid uit en neemt de taalrcgels streng in acht. Haar gelaatsuitdrukking verandert nooit. Ik zou niet kunnen zeggen of mevrouw Valois me wel vriendelijk lijkt; ze is koud, maar haar kilheid is uiterst hoffelijk. Haar beleefdheid jegens mij schijnt me bijna oyer- dreven, als je nagaat wat een jong meisje ik nog bem Wordt vervolgd. „Wie?"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1925 | | pagina 5