Alkmaarsohe Courant
De Reisgenoots.
N.V. Boek- en Han-
delsMkerij yoorh.
Herms. Cosier Zn.
Hondsrd Zevsn en Twinfigsfe iasr
Zaterdag 12 September.
JbEUlLLETON.
S3
0
Voordam C 9, Alkmaar
No. 215 1925
INSCHRi - v'iNG VAN LEERLINGEN
VOOR DE GEM. AVONDSCHOOL VOOR
NIJVERHE1DSONDERWIJS MET
VOORTGEZETTE KLASSEN
TE ALKMAAR.
inschrijving vau leerlingen zal plaais
hebben van MA AND AG 7 TOT EN MET
WOENSDAG 16 SEPTEMBER, des voorm.
van- 9—12, nam. van 2—4, en's avonds van
79 Uur in het gebouw der Ambachtsschool.
De leerlingen moeten minstens 12 jaar oud
zijn en voldoende lager onderwijs hebben
genoten.
baatste RAPPORTCIJFERS en het
GEBOORTEBEWIJS of TROUWBOEKJE
moet door nieuwe leerlingen warden medege-
bracht.
Leerlingen met einddiploma Ambachts
school kuanen tot de 5e klasse worden toe-
felaten. Leerlingen met einddiploma N. A.
kunnen toegelaten worden tot de voortge-
zette klassen. De school duurt 5 jaar. De
voortgezette klassen duren 2 jaar.
Het schoolgeld is geregeid naar financiee-
3e draagkiacht der ouders en grootte van het
gezin.
De leermiddelen worden door de school
.verstrekt.
I>e cursus vangt aan DONDERDAG 1
OCTOBER, 's avonds 6 34 uur.
ALLE LEERLINGEN MOETEN ZICH
OPNIEUW LATEN INSCHRIJVEN.
Inlichtingen bij den Directeur.
A. FLEDDERUS.
Uit en/e Staatsmachine.
UIT ONZE STAATSMACH1NE.
HET VERSLAG DER REKENKAMER
OVER 1924.
De oude mythologie spreekt van Casandra,
die de waarheid sprak, die de toekomst ont-
hulde, maar niemand deed naar haarwoor
den. 't Zelfde kan men van de Algemeene
Rekenkamer zeggen. Die spreekt ware woor
den, woorden, die zij met de feiten staaft,
maar die gehouden zijn er naar te hooren en
te doen, hooren er niet naar en doen er niet
naar. Er is zelfs nog erger. De Algemeene
Rekenkamer heeft de bevoegdheid te ouder-
zoeken of de regeering zich bij haar uitgaven
heeft gehouden aan de op de begrooting voor
een of ander doel uitgetrokken bedragen.
Daaruit volgt automatisch, dat door de be
trokken Departementen alle mogelpe inlich
tingen moeten "worden verschaft, opdat de
Rekenkamer inderdaad haar taak kan ver
vullen. Die verplichting is dan ook grondwet-
telijk vastgelegd. Men wrijft zich dte oogen
uit, wanneer men nu op pagina 7 van het
verslag 'tvolgende vindt: Aan een vereeni
gimg voor duurzame verzorging van minder-
jarige kinderen was een subsidie van
121.500 toegekend, mi is conditie, dat ze
binnen 10 dagen na elk kalenderkwartaal
een nauwkeurig overziciit van den stand ha
rer loopende begrooting in zou zenden, be-
legd met de betrokken kwitanties en andere
bescheiden. 17 Mei 1923 verzocht de Kamer
inzage van een en ander; maar ontving van
het Departement van Justitie taal noch tee-
ken. Daarop herhaakie de Rekenkamer dit
.verzoek in September 1923, in Januari, April
en Juli 1924 zonder dat op al deze brieven
eenig antwoord inkwam. Toen wendde de
Kamer,in't laatst van October zich met een
persGonlijk schrijvea aan den Minister.
Daarop kwam eindelijk in December, dus 19
maandeu na datum, bencht, dat er zich onr
standigheden hadden voorgedaan bij die ver'
eenigiug, waardoor niet eerder geantwoord
was. Nog sterker 't is weer't Departement
van Justine: 4 Januari 1923 vraagt de Re
kenkamer om Michtingen, die 2 jaar na da
tum, ondanks herhaalde aanvxagen, niet
werden gegtven. Wij vreegen ons bij de le-
zing dezer gevalkn af: Vl-rondersteld, dat
zuike toestanden eens voorkwamen in zaken;
in particuliere vereenigingen kortom over-
al ben?.he waar bet de grondwettige rechten
der Rekenkamer betreft waar zou het
toch heengaan. Dan was toch feiteldjk een
sameokvicg onmogelijk. Maar ook andere
Departementen biijken rdet onschuldig aan
deze verregaande uaiatigheid. Op pagina
23 lezen we van een gevoerde correspon
ds!] tie met d«x Minister van Binnenlandsche
Zaken en Landbouw. Ook hier de klacht: De
ze brief bk-ef cnbeaotwoord Meer sfaaltjes
van een minder coulante afdoening van za
ken op r?e Haagsche Departementen waren
tot een bloemlezing te verzamelen. Men
Roman.
(Uit het rransch van Guy Chantepleure).
Gcautoriseerde vcrialing van W. H. C.
24)
je nebt altijd gelijk, Reuzen-Bizuth.
Hoe new ;e weggegaan? heb je je bij
mevrouw Vaiois beklaagd?
Mijn eer-de gedachte was om alles aan
meviouw Valois te vertellen, Kerjean
To en uedacnt ik, dat ik daardoor groote
mociii»neuui in het leven zou roepen..
missel iea v.ei \,.s. n tv.eedrachi zaaien
een liu sgezinIk dacht aan de kleine Li-
bane, die dan woorden van drift zou moeten
hooren en tegenwoordig zou zijn bij pijnlij-
kc teonteicnIk was bang voor al het
kwaad, dnt ik, zonder dat't mijn schuld was,
zou stichten en omdat ik toen juist een
brief var. jou kreeg heb ik maar gezegd
dat een zieke vriendin, die zoo verlangde
door mij te worden opgepast, me bij zich
riep
je bent goed, Phy'eke, duizend maal
fijngevoeliger en beter dan ik, fluisterde
Kerjean getroffen. Maar mevrouw Valoir
had je wel een. ruet kunnen gelooven en zich
v rbeelden
zaak zoo aannemelijk moge-
lijk gemaakt en mevrouw Valois, die er niet
erg op gesteld was mij bij zich te houden,
heeft me ook niet gevraagd terug te komen,
zoodra mijn vriendin weer beter' wasrk
zou er niet verbaasd over zijn als ze iets
krijgt zoo den fndruk, da'f, als men met een
kwestie, waaromtren nadere inlichtingen
worden gevraagd, v.. :gen zit, K Departe
ment zich van den domme houdt .Inze
doen't immers allemaal. Bij het Departement
van BuitenlandSche Zaken was werkzaam
een hoofdeommies met den persoonlijken ti-
tel van referendaris, d. w. z. zijn titel is refe-
rendaris, zijn tractement dat van een hoofd
eommies. Met ingang van 1 Januari 1924
wordt de man bevorderd tot referendaris op
een tractement van 4800. De Rekenkamer
vraagt: Was er op dien dag een referenda-
ris-vacature te vervullen? Zij meende van
neen. Bovendien was er een formed bezwaar.
De bevorderde bekleedde den rang van Chef
der Afdeeling „Algemeen Secretariaat", bu
reau Algemeene Zaken". Nu had de Twee-
de Kamer door de aanneming van een amen-
dement-Oud uitgesproken, dat zij den rang
van referendaris voor den chef der afdeeling
Secretariaat te hoog achtte, maar de Minis
ter deponeerde de beslissing der Kamer in de
prullemand en ging „ijskoud" tot de bewuste
benoeming over. Door de Rekenkamer op de
vingers getikt, beriep hij zich op het feit, dat
het amendement-Oud sloeg op die functie bij
Waterstaat en dat er sedert 1921 een refe-
rendaris-vacature zou zijn. Op de onjuisthe-
den dezer argumenten gewezen, gaf de Mi
nister van Buitenlandsche Zaken maar lie-
ver geen antwoord.
Wil men nu nog enkele staaltjes van het
feit, dat, niettegenstaande de door de Mi
nisters opgcstelde troonrede, waarin de eisch
van bezuiniging voorkwam, de ministerieele
departementen het daarmede mie tgeheel eens
zijn, dan moge het hierna medegedeelde aan
die weetgierigheid voldoen.
Een ingenieur in Zeeland verbonden aan
de domeken, had den aanleg van een nieu-
wen polder ontworpen en het werk zelf ge-
leid. Een gewoon sterveling zou zeggen, dat
is zijn zaak; daarvoor is hij ingenieur der
domeinen. Zoo dacht de Rekenkamer ook.
Niet aldus zijn hoogste chef in den Haag.
Die bezorgde hem, bij Kon. Besluit, wegens
bditengewone werkzaamheden, een douceur
van f 500. De Rekenkamer meende, dat door
het Bezoldigingsbesiuit een einde gemaakt
was aan al die buitengewone belooningen en
bovendien, dat de ingenieur der domeinen
niet anders gedaan had dan zijn gewone
plicht.
Een mooi staaltje van 't verloren gaan
van's lands gelden brengt ook de geschiede-
nis van het Gezeilenhuis te Sittard. In 1920
besloot de directie der Staatsmijn Maurits
tot stichting van een Gezeilenhuis te Sittard.
Terreinen met opstal werden voor het R. K.
kerkbestuur gekocht voor de bagatelle som
van 348.000, feitelijk leende ze dat, verder
zou ze leenen de op dien koop vallende kosr
ten, de kosten van verbouwing, van aanschaf-
fen van inventaris plus een bedrag van
/5000 als bedrijfskapitaal, samen pl.m.
450.000. Twee jaar later wordt de heele be-
weging stopgezet, „omdat door de verander-
de tijdsomstandigheden voorshands geen
behoefte bestond aan een gezeilenhuis te
Sittard voor de werklieden der Staatsmijnen".
Toen werd de heele zaak verkocht voor
200.000, waardoor de staat een schade
leed van f 250.000. De Minister van Water
staat had gemeendT dien verkoop te moeten
sluiten om een grooter verlies te voorkomen.
Bij" ons rijst de vraag, of"' die koop ad
348.000 wel heelemaal im den haak was.
Verliezen in Sittard gronden en panden in
2 jaar tijds pl.m. 60 van hum waarde?
Trouwens wat het koopen van huizen als
dienstwoningen voor ambtenaren betreft,
daarin schijnt de Staat nu juist niet, wat men
noemt, koopjes te maken. In Noordwolde
heeft het Rijk een Rietvlechtschool. Er moet
een huis zijn voor den directeur, een pand
wordt gekocht, let wel in Noordwolde, voor
het prikje van 15.040. Toen het eenmaal
gekocht was, werd de huurwaarde bepaald
op 375 of te wel 214 pet. van de aankoop-
som. Ons komt het voor, dat men in Noord
wolde voor f 375 wel een huis huren kan,
maar dan deugt de koopsom niet. Aan die
koopsom zit trouwens iets eigenaardigs vast.
De eigenaar toch was aangezocht op te tre-
den als hoofd van de Vakschool voor goud1-
en zilversmeden te Schoomhoven. Als voor-
waarde voor het aanvaarden van die benoe
ming, had de uitverkorene gesteld1, dat de
regeering zijn huis in Noordwolde zou over-
nemen. 't Einde van al't heen en weer ge-
schrijf was, dat nu een huur zal betaald
worden van f 510's jaars, of te wel 3.4
Leerzaam is ook een tusschen den Minis
ter van Justitie en de Algemeene Rekenkamer
gevoerde correspondentie over een onnoodi-
ge verplaatsing (met de daaraan verbonden
kosten voor het Rijk) van een ambtenaar van
het R. O. G. te Leeuwarden naar dat van
Avereest, terwijl op denzelfden dag, dat dit
had geraden en blij was dat ik maar stille-
tjes weggingwant dien avond was ze
jegens haar man ijzig kil, terwiji ze daaren-
tegen jegens mij, toen ze over Liliane sprak
en over de genegenheid die ik het kind had
weten in te boezemen, vriendelijker en har-
telijker was dan ooit te vorenJe ziet
dus dat ik goed heb gehandeldIk heb
den volgenden dag een vroegen trein geno-
men en voor den middag was ik in de rue
Offemont.
Heeft juffrouw Arguin je even slecht
ontvangen als je dacht?
Veel slechter! Wetende dat ze erg
preutsch is, dacht ik dat ze de bliksems van
haren toorn naar het hoofd van mijnheer
Valois zou slingeren en mij zou bedekken
met den mantel harer beschermende sym-
pathieNatuurlijk kon ze niet anders
dan goedkeuren dat ik Houlgate had verla-
ten, maar toen ze den naam van mijnheer
Valois noemde, kwam er geen woord van
afkeuring over haar lippen Volgens haar
ondervindt 'n vrouw de beleedigingen, waar-
toe ze zelf aanleiding geeftZe heeft me
beschuldigd koket te zijn geweest en hem 't
hoofd op hoi te hebben gebracht.. en..
De stem van 't jonge meisje stokte en dikke
tranen sprongen haar in de oogen.
Je gelooft toch niet, Kerjean, dat ik
koket ben geweest of dat ik dien leelijken
kerel 't hoofd op hoi heb gebracht? vroeg
ze smeekend.
Kerjean»protesteerde aangfdaan en wild'"
troosien
Neen, kleintje! Neen, zeker geloof ik
dat nietik denk er niet aan!
Maar onwillekeurig dacht hij aan 't on-
schuldige halsie, zoo blank, zoo fijn, omge-
besiuit geteekend werd, een ander besluit
door denzelfden Minister werd geteekend,
waarbij diezelfde ambtenaar, wegens over-
compleet; eervol werd ontslagen, een maand
na den dag zijner indiensttreding in Aver
eest. De Rekenkamer meende terecht, dat men
dien beambte, met die wetenschap, niet had
moeten iaten verhuizen, eerst nog op's Rijks
kosten, terwijl bovendien bleek, toen de man
goed en wel in Avereest was dat men hem
daar heelemaal niet noodig had en hij dus
per keerende post kon teruggezonden worden.
Uit een en andfer blijkt, dat de financiering
in den Staat nog wel iets te wenschen over-
laat. We hadden niet den moed om de gege-
ven cijfers op te tellen. In veel gevallen wor
den ook geen cijfers genoemd. Maar we heb
ben sterk den indruk, dat de 10 pet. salaris-
aftrek, op de tractementen der Rijksambtena-
ren toegepast, achterwege had kunnen blij-
ven, wanneer de Staatshuishouding bestuurd
werd als de keuken van „Aaltje, de zuinige
keukenmeid" en de Algemeene Rekenkamer
in ons staatkundig leven niet een Cassan
dra's rol vervulde.
Gemenscd Nieuws
EEN VELDWACHTER MET EEN MES
GESTOKEN.
Voor de rechtbank te Breda stond heden
terecht zekere V. beschuldigd van poging tot
doodslag op den veldwachter te Teteringen,
M. in den avond van 1 Aug. 1.1.
De veldwachter verscheen bij een ruzie tij-
dens een vechtpartij in een cafe, en wilde twee
vechtenden scheiden, waarbij V hem aan den
linkerarm een ernstige snijwond toebracht.
Daarna stak hij nog tweemaal naar hem, zon
der ernstig te kwetsen.
Er waren vier getuigen gedagvaard. Dr.
Schalei gaf eenige inlichtingen over den aard
der verwondingen en verklaarde, dat, indien
de steek eenigszins anders was aangekomen,
de wond zeer ernstig had kunnen zijn. Thans
is het gelukkig bij een belangrijk bloedverlies
gebleven. Achttien dagen lang heeft de veld
wachter geen dienst kunnen doen.
De officier van justitie eisehte tegen V.,
dien hij een gevaarlijk bandiet noemde, als
verzwarende omstandigheid noemende, dat
de aanslag gepleegd was op een politieman,
een veroordeeling, wegens poging tot dood
slag en zware mishandeling, van twee jaar
en zes maanden.
De verdediger, mr. Van Mierlo, vroeg cle-
mentie.
De uitspraak werd bepaald op heden over
veertien dagen.
EXCURSIE .NAAR ZWITSERLAND
VANWEGE HET KON. NEDERL.
LANDBOUWCOMITe.
Men bericht aan de N. R. Crt.:
Vanwege het Koninklijk Nederlandsch
Landbouw Comite is een excursie naar de
landbouwtentoonstelling te Bern georgani-
seerd.
Deze nationale landbouwtentoonstelling
wordt om de vijf jaar in Zwitserland gehou
den. Het tentoonstellingsterrein is ongeveer
20 H.A. groot, waarvan 50.000 vierk. meter
met gebouwen zijn bezet. De tentoonstelling
geeft een aanschouwelijk beeld van wat land
bouw, tuinbouw, boschbouw, jacht, visscherij
en Landbouwvereenigingsieven in Zwitser
land beteekenen en is ook zooveel mogelijk
dienstbaar gemaakt aan de bevordering van
den afzet van de landbouw- en tuinbouwpro-
ducten in binnen- en buitenland.
Na het bezoek aan deze tentoonstelling za':
het gezelschap de landbouw- en zuivelschool
te Riitti bezoeken. Deze school is in 1887 ais
staatsinstelling gesticht en wordt door het
kanton Bern onderhouden en door de bonds-
regeering gesubsidieerd. Ook zal een bezoek
worden gebracht aan de Emmenthal A. G., de
handelsorganisatie van de Zwitsersche Melk'-
producten.
Voorts staat op het programma de bezich-
tiging van eenige fokveebedrijven van Sim-
men thaler Fleckvieh en van Braunvieh.
Ook zullen verschillende steden als Lu-
zern, Interlaken, Meiringen en Zurich wor
den bezocht, en verder zal een tocht worden
ondernomen naar Rigi-Kulm, waarop zich
de stallen van de Braunviehfokkerij van den
heer Biirgi-Gebner bevinden.
Voorts zal bezichtigd worden de fabriek
van Maggi's Voedingsmiddelen in Kemptai,
waaraan groote groentekweekerijen en een
veebedrijf met circa 300 stuks Braunvieh zijn
verbonden.
Aan deze excursie, die Maandag begint,
nemen een 190 dames en heeren uit verschil
lende deelen van ons land deel, die bijna alien
in het landbcuwbedrijf werkzaam zijn.
BRANDSTICHTING IN DRONKEN-
SCHAP.
In den namiddag van den lien Juli j.l.
ontstond brand op de eerste etage van per-
ven door die zwarte stof aan die gansche
maagdelijke gratie, die gratie van gebaar-
tjes, van houding, van blik, van glimlach,
die zoo onbewust nog, zoo mysterieus ver^
leidelijk waren.
De waarheid is, Phyleke, ging hij voort
dat je nog veel te jong en veel te mooi bent
om huisonderwijzeres te zijn Neen, je
hebt nog niet het uiterlijk voor die betrek-
king.
Maar ik veronderstel dat ik toch niet
altijd zal wanboffen en weer bij een slecht
opgevoeden man zal komen, die door zijn
vrouw wordt verveeld
Neen, zeker nietmaar er zijn in de
wereld nu eenmaai een niet ouaanzienlijk
aantal vervelende vrouwen en slecht opge-
voede mannen.
Ze keek mismoedig.
Maar, mijn beste Kerjean, ik moet toch
een andere betrekking vinden Maar waar?
Juffrouw Laura sprak me van een dame,
een van haar kostschoolvriendinnen, de we-
duwe van een notaris uit een kleine stad,
die in Parijs komt wonen en voor haar bei-
de dochters een juffrouw van gezelschap
zoektzoo iets als een juffrouw om mee
te wandelenMaar juffrouw Laura vindt
dat ik daar niet ernstig genoeg voor uitzie.
O, zei Kerjean met een bekommerd
gezicht, als Jacqueline Albin eindelijk eens
haar tenten ergens op den aardbol voor goed
wilde opslaan, hier of in Bretagne!
Als ik maar wist waar ik die eeuwige rei-
zigster te pakken kon krijgen! Ken je Jac
queline Albin?
Juffrouw Albin? O, heel weinig
Ik heb haar wel eens gezien, toen ik nog
cee! Kattenburgergracht 1 te Amsterdam,
we ik nerceel bewoond werd door een i iven-
en zijn vrouw. De brandweer- wist
he- yuur spoedig te blusschen en alleen de
keuken en een hangkast brandden uit.
Het bleek, dat er sprake was van brand-
stichting en de havenarbeider werd gearres-
teerd.
Gister stond hij wegens dit feit terecht
voor de Vierde Kamer der Amsterdaigsche
Rechtbank.
Beklaagde bekende volledig.
Pres.: U was den laatsten tijd vaak zon
der werk.
Bekl.Ja, en ik kon geen steun krijgen.
Pres Dronk u nog al eens een borrel
Bekl.: Ja, dat kwam wel eens voor.
Het bleek, dat bekl. op den bewusten mid
dag ook weer eens te veel gedronken had.
Toen hij thuis kwam kreeg hij ruzie met zijn
vrouw.
Pres: En heeft u toen niet gedreigd den
boel in brand te steken
Bekl. (huilend): Ik weet er niets meer
van.
Pres.: Weet u dan, dat u tevoren terpen-
tijn gekocht heeft?
Bekl.: Ja, dat herinner ik me.
Toen bekl. dreigde met brandstiehting, was
bekl.'s vrouw de kamer uitgesneld. Ze was
naar de bevenbuurvrouw gegaan en had haar
een kan petroleum in bewaring gegeven
„Omdat mijn man den boel in brand wil ste
ken", had zij er bij' gezegd.
Terwijl de vrouw boven was, had de man
een brandende lucifer op een stroohoed var.
zijn vrouw gelegd en spoedig stond de boei
in brand.
Pres.: Waarom heeft u nu eigeniijk de
brand gesticht. Uit baldadigheid?
Bekl.: Ik weet het niet.
Pres.: Om de verzekeringspremie heeft u
het niet gedaan. U was heelemaal niet op
voordeel bedacht-
Bekl. (huilend)Ik weet het niet.
Eenige getuigen werden gehoord. Dc juf
frouw van boven zeide, dat de brand ontzet-
tend rookte. Haar papegaai en kanarievogel
waren gestikt, terwijl haar kat bewuteloos
was geraakt.
Het O M,, waargenomen door Mr. Jons-
sen, eisehte een gevangenisstraf van zes
maanden.
Als verdediger trad op Mr. Frenkel.
EEN'NIEUWE VONDST OP BALI.
'In de laatste aflevering van Nederlandsch
Indie doet de heer W. O. J. Nieuwenkamp me-
dedeeling over een door hem ontdekt relief op
Bali. Hij vertelt daar, hoe hij, bij het teeke-
nen van een grottempel. telkens aan de in
landers vroeg of er in den omtrek niet meer
beeldhouwwerk te vinden was.
„Doch ik kreeg steeds een ontkennend ani-
wcord, de beide eerste dagen.
Den derden dag, onder het afwerken van
de teekening, informeerde ik wederom her-
haaldelijk naar beelden op den rotswand. tor.
ik, op het laatst, plotseling en een beetje drif-
tig, een ouden man aansprak, die naast mij
op den grond zat, en hem zeide, terwijl ik met
mijn arm, als bij ingeving, in een bepaalde
richting wees: „Is daar dan niets; zijn daar
dan geen beelden te vinden!" En toen kwam
het antwoord: „Ja mijnheer, daar is Tojc
Pceloe, daar is een bron, en daarbij zijn wa-
jangfiguren in een rots, beel groot en hee!
veel!"'
En ik was eigeniijk niet eens verwonderd
over dat antwoord.
„Is het dicht bij?" vroeg ik.
„Neen, mijnheer, het is ver weg", en hij
wees in dezelfde richting, die ik had aange-
duid.
Ik had er wel daddijk heen willen gaan,
doch ik had geen tijd meer. Ik had afgespro-
ken cm op een bepaald uur op een bepaalde
plaats aan den grooten weg van Gianjar
naar Denpasar te zijn, om met een kennis,
den heer Vermeulen, die daar dan per auto
passeeren mcest, mede te riiden naar Denpa
sar (een 30 K.M. ongeveer), waar ik in de
pasang-grahan logeerde.
Den volgenden dag was ik niet vrij, doch
den dag daarop, 24 Juni, bracht de heer v. d.
Stok uit Denpasar mij per auto in. de buurt
van Bedoeloe terug. Dpar wist ik spoedig
eenige lieden te vinden, die mij naar Tojo
Poeloe (dien naam had ik dadelijk geno-
teerd) 'wisten te geieiden. Langs een weg
door een kampong en toen over smalle, door
den regen van de laatste dagen, haast onbe-
gaanbare sa'wahdijkjes, een klein half uur
ver, bereikte ik de bewuste plek. En mijn ver-
rassing was groot, want zoo iets buitenge-
woons had ik toch niet verwacht. Ik vond
daar n.l. een langen, doch lagen rotswand
met talrijke levensgroote figuren in haut-re-
lief, zcoals ik nog nooit op Bali gezien had,
en zooals er ook op Java nog niet gevonden
zijn.
welZe was toen een mooi jong meisje,
de schutsengel van haar blinden vader
Ze kwamen naar Parijs om een beroemd
oogarts te raadplegenen toen heb je
hen aan mijn pleegmoeder voorgesteld
Dat her(nner ik me; je hebt toen mijn hand
in die van juffrouw Albin gelegd en gezegd:
„Mijn groote vriendin Jacqueline, hier is
nu mijn kleine vriendin Phyllis, van wie ik
veel houd en van wie jij ook veel moet hou
den."
Welnu, diezelfde woorden zou ik nu
zoo graag herhalen, zei Kerjean, terwijl hij
om die herinnering giimlachte. De vriend-
schap en kameraacfechap, die er tusschen
Jacqueline en mij bestaat, gaat terug tot den
tijd, toen we geen van beiden nog konden
lezen. Mijn ouders waren verre neef en nicht
van de hare en in Fougeras zagen zij elkan-
der biina dagelijks, zooals dat alleen maar
in kleine plaatsen gebeurtJacqueline
en ik zijn, op een paar maanden na, even
oud. Door die paar maanden was zij de oud1-
ste, waarop ze toen heel trotsch was. Ze
was ook de liefste van ons tweeen, een al-
leraardigst kinden als vrouw werd ze
wat het kind beloofde te worden. Ik ken geen
liefhebbender, geen trouwer hart, geen rui-
mer geest en geen oprechter karakter. Jac
queline Albin zal ongetwijfeid nooit trou-
wenZe is, van natuur geloof ik, te onaf-
hankelijkiemand, die graag alleen is
even als ik. Toch ben ik er zeker van dat ze
jou graag bij zich had gehad, als gezel-
schapsjuffrouw of lectrice of iets dergelijks.
en ze had je liefgehad als een zuster. Maar
ik geloof dat ik't je heb verteld sinds
den dood van haar vader heeft Jacqueline
beiast zich met
HET VERVAARDIGEN VAN ALLE
DRUKWERKEN.
HET PLAATSEN VAN ADVER-
TENTIEN IN ALLE BLADEN.
HET LEVEREN VAN ALLE
BINNEN- EN BUITENLANDSCHE
BOEKEN.
HET LEVEREN VAN ABONNE-
MENTEN OP ALLE BINNEN- EN
BUITENLANDSCHE BLADEN.
Aan het einde van de iange reeks figuren,
geheel recht, is in de rots een vierkante ruirn-
te uitgehouwen met oorspronkelijk drie ope-
ningen, door twee vierkante kolommen ge-
scheiden, waarvan echter een kolom, op een
klein stompje na, verdwenen was.
Zoo'n dergelijke ruimte (rotstempeltje, of-
fernlaats of kluizenaarswoning?) had ik
reeds in 1906 in de buurt van Oeboed,-dat is
dezelfde omgeving, ontdekt, terwijl meerdere
van die ruimten ongeveer vijftien jaar later
door resident Danste bekend zijn geworden.
Ik telde een 20-tal levensgroote figuren,
waaronder vcoral twee ruiters te paard groo
ten indruk op mij maakten door de meester-
lijke uitvoering. Het geheel was op vele plaat
sen met mos. varens en andere planten be-
groeid, terwijl van de meeste figuren de voe-
ten en op de linkerhelft van het relief de fi
guren tot halver hoogte onder den grond
zaten.
Op slechts eenige hanabreedten voor het
relief was een veel hooger gelegen sawah,
zoodat het moeilijk was de figuren goed te
ovc-rzien. Ik schatte de lengte van het relief
met de rotswoning op 30 meter, de hoogte op
2 meter."
Er volgt dan verder een heschrijving vat
he: nader enderzee'e en der figuren, alsmedc
van de cntblooting van het relief.
Eiiiteiiland
~DE RELLETJES IN DEN KONGO.
De fodsdienstige dwepers zijn naar Noord
Rhedesie gevlucht bij de aankomst van de
troepen. De districlsambtenaren hebben 70
lijken gevonden en 40 discipeicri gearres-
teerd.
BEROQVING DOOR BEDv7ELMENDE
WIJN.
Bij de aankomst te Bordeaux van dei
trein uit Parijs werd in een derde klasse
coupe een reiziger slapend aangelroffen. Na
gewekt ie zijn, decide hij mee, dat hij van
een medereiziger c-en gias wijn had aangeqo-
m?n on dadelijk dsarcp in siaap was geval
len. He- bleek, dat hij beroofd was van een
bedrag van 1200 francs. Toen er een 'tweede
trein uit Parijs asnkwam, vond men wederom
c-en reiziger in slasp. die een dergeiijk ver-
haai deed als dh eerste. Hij bleek van 120
francs beroofd te zij:;.
DE TSARENMOORD EEN „POL I-
71 EKE NOODZAKELIJ Kill.ID."
Voigens een bericht uit Kopenhagen za)
de Sovjetregeering ecu officieeie verklaring
over de vennoording uer Isarenfaniilie pu-
blicecren, waarin de uiiroeiing der keizer-
lijke faniilie een polit'eke noodzakelidd-eid
wordt genoemd, daar van contra-revoiuaon-
naire zijde bevrijaingspogingen zouden vor-
klein wasMaar ik herinner me haar Albin Fougeres yerlaten en Parijs vaarwe)
den ondernomen. Uit de verkiaring blijkt,
dat tot de verm oording twee wekeri voor de
uitvoering van de enad was beslotcn.
TREBITSCH LINCOLN PROITTEERT
VAN DE AMNESTiE IN
DUnSdiLAND.
Het besluit tot het verlcenen van amnrstie
ier geiegenheid van de vakiezing van Hin-
denburg tot president der Dtiitsdie rcpublitk
komt, bchalve aan eon aacial bij den Kapp-
puisch betrokken persaiien ook ten goecie
aan 'den zoogenaamden chef van den jkis-
dienst, Trebitsch Lincoln, die als vertrou-
wensinan van den toenmaligen minister Bau
er en als rechterhand van Ludenuorff heeft
gefungetrd. Trebitsch is van gebomte Ilou-
gezegdrcist Maar fortuin, dat alies
beltaive gering is, verooriooft haar de lost-
bare grii om zonder vasie v/oonplaats, als
een vogel op een tak, ie ieven, even als de
heldin van een roman, die dcstijds veel
opgang heeft gemaakt 1Ln meestal
kiest ze een ver afgdegen tak, waarvan ze
absoluut niet het adres aan haar vriendin
opgeeft.
Schrijft ze je nooit?
De uitdrukking van hoop, die op haaf
gelaat was verschencn, verdween.
Heel zelden. Haar jaatste berichr, dat
ik einde Juni kreeg, kwam idt een klcice stad
in Japan Ze schrcef n»e haar te ant-
woorden „poste resfante" CMcutta.
Phyieke zuchttc.
Hoe jammer! Een vriendin van jou,
Kerjean, zou mij aangenatner zijn geweest
dan een vriendin van juffrouw Arguin.
Ze begon te lachen toen de klciae, vergul-
de pendule zes uur sloeg en daarbij doer
den zwaren slag werd geaccompagneerd van
de groote, houten pendule, aan den andercn
kant van de rauur.
Zuiver, holder en iuchtig, als het gouden
timbre van de pendule met de bijtjes klonk
haar lach.
O, riep het meisje uit, wat is dat mooi
en welluidend, die tinkelende samenspraak
dbruren!... Net een klokkenspel!Ik was
nooit bij je geweest, Kerjean, maar ik had
me je salon net zoo gedacht, als ik het nu
zie 't Geheel is wat „celibatairachtig",
zie je Maar alles is mooi, stevig
netjes en degelijkNiets is er alledaagscb
of immitatie
1) Bedoeld wordt: „Sur la Branche" vau
Pierre Coulevin. (Noot v. d. vert.)
(Wordt vervolgd.
o