Alkmaarsohe Courant De Reisgenoots. N.V. Boek- en Han- delsMkerij yoorh. Herms. Cosier Zn. Hondsrd Zevsn en Twinfigsfe iasr Zaterdag 12 September. JbEUlLLETON. S3 0 Voordam C 9, Alkmaar No. 215 1925 INSCHRi - v'iNG VAN LEERLINGEN VOOR DE GEM. AVONDSCHOOL VOOR NIJVERHE1DSONDERWIJS MET VOORTGEZETTE KLASSEN TE ALKMAAR. inschrijving vau leerlingen zal plaais hebben van MA AND AG 7 TOT EN MET WOENSDAG 16 SEPTEMBER, des voorm. van- 9—12, nam. van 2—4, en's avonds van 79 Uur in het gebouw der Ambachtsschool. De leerlingen moeten minstens 12 jaar oud zijn en voldoende lager onderwijs hebben genoten. baatste RAPPORTCIJFERS en het GEBOORTEBEWIJS of TROUWBOEKJE moet door nieuwe leerlingen warden medege- bracht. Leerlingen met einddiploma Ambachts school kuanen tot de 5e klasse worden toe- felaten. Leerlingen met einddiploma N. A. kunnen toegelaten worden tot de voortge- zette klassen. De school duurt 5 jaar. De voortgezette klassen duren 2 jaar. Het schoolgeld is geregeid naar financiee- 3e draagkiacht der ouders en grootte van het gezin. De leermiddelen worden door de school .verstrekt. I>e cursus vangt aan DONDERDAG 1 OCTOBER, 's avonds 6 34 uur. ALLE LEERLINGEN MOETEN ZICH OPNIEUW LATEN INSCHRIJVEN. Inlichtingen bij den Directeur. A. FLEDDERUS. Uit en/e Staatsmachine. UIT ONZE STAATSMACH1NE. HET VERSLAG DER REKENKAMER OVER 1924. De oude mythologie spreekt van Casandra, die de waarheid sprak, die de toekomst ont- hulde, maar niemand deed naar haarwoor den. 't Zelfde kan men van de Algemeene Rekenkamer zeggen. Die spreekt ware woor den, woorden, die zij met de feiten staaft, maar die gehouden zijn er naar te hooren en te doen, hooren er niet naar en doen er niet naar. Er is zelfs nog erger. De Algemeene Rekenkamer heeft de bevoegdheid te ouder- zoeken of de regeering zich bij haar uitgaven heeft gehouden aan de op de begrooting voor een of ander doel uitgetrokken bedragen. Daaruit volgt automatisch, dat door de be trokken Departementen alle mogelpe inlich tingen moeten "worden verschaft, opdat de Rekenkamer inderdaad haar taak kan ver vullen. Die verplichting is dan ook grondwet- telijk vastgelegd. Men wrijft zich dte oogen uit, wanneer men nu op pagina 7 van het verslag 'tvolgende vindt: Aan een vereeni gimg voor duurzame verzorging van minder- jarige kinderen was een subsidie van 121.500 toegekend, mi is conditie, dat ze binnen 10 dagen na elk kalenderkwartaal een nauwkeurig overziciit van den stand ha rer loopende begrooting in zou zenden, be- legd met de betrokken kwitanties en andere bescheiden. 17 Mei 1923 verzocht de Kamer inzage van een en ander; maar ontving van het Departement van Justitie taal noch tee- ken. Daarop herhaakie de Rekenkamer dit .verzoek in September 1923, in Januari, April en Juli 1924 zonder dat op al deze brieven eenig antwoord inkwam. Toen wendde de Kamer,in't laatst van October zich met een persGonlijk schrijvea aan den Minister. Daarop kwam eindelijk in December, dus 19 maandeu na datum, bencht, dat er zich onr standigheden hadden voorgedaan bij die ver' eenigiug, waardoor niet eerder geantwoord was. Nog sterker 't is weer't Departement van Justine: 4 Januari 1923 vraagt de Re kenkamer om Michtingen, die 2 jaar na da tum, ondanks herhaalde aanvxagen, niet werden gegtven. Wij vreegen ons bij de le- zing dezer gevalkn af: Vl-rondersteld, dat zuike toestanden eens voorkwamen in zaken; in particuliere vereenigingen kortom over- al ben?.he waar bet de grondwettige rechten der Rekenkamer betreft waar zou het toch heengaan. Dan was toch feiteldjk een sameokvicg onmogelijk. Maar ook andere Departementen biijken rdet onschuldig aan deze verregaande uaiatigheid. Op pagina 23 lezen we van een gevoerde correspon ds!] tie met d«x Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw. Ook hier de klacht: De ze brief bk-ef cnbeaotwoord Meer sfaaltjes van een minder coulante afdoening van za ken op r?e Haagsche Departementen waren tot een bloemlezing te verzamelen. Men Roman. (Uit het rransch van Guy Chantepleure). Gcautoriseerde vcrialing van W. H. C. 24) je nebt altijd gelijk, Reuzen-Bizuth. Hoe new ;e weggegaan? heb je je bij mevrouw Vaiois beklaagd? Mijn eer-de gedachte was om alles aan meviouw Valois te vertellen, Kerjean To en uedacnt ik, dat ik daardoor groote mociii»neuui in het leven zou roepen.. missel iea v.ei \,.s. n tv.eedrachi zaaien een liu sgezinIk dacht aan de kleine Li- bane, die dan woorden van drift zou moeten hooren en tegenwoordig zou zijn bij pijnlij- kc teonteicnIk was bang voor al het kwaad, dnt ik, zonder dat't mijn schuld was, zou stichten en omdat ik toen juist een brief var. jou kreeg heb ik maar gezegd dat een zieke vriendin, die zoo verlangde door mij te worden opgepast, me bij zich riep je bent goed, Phy'eke, duizend maal fijngevoeliger en beter dan ik, fluisterde Kerjean getroffen. Maar mevrouw Valoir had je wel een. ruet kunnen gelooven en zich v rbeelden zaak zoo aannemelijk moge- lijk gemaakt en mevrouw Valois, die er niet erg op gesteld was mij bij zich te houden, heeft me ook niet gevraagd terug te komen, zoodra mijn vriendin weer beter' wasrk zou er niet verbaasd over zijn als ze iets krijgt zoo den fndruk, da'f, als men met een kwestie, waaromtren nadere inlichtingen worden gevraagd, v.. :gen zit, K Departe ment zich van den domme houdt .Inze doen't immers allemaal. Bij het Departement van BuitenlandSche Zaken was werkzaam een hoofdeommies met den persoonlijken ti- tel van referendaris, d. w. z. zijn titel is refe- rendaris, zijn tractement dat van een hoofd eommies. Met ingang van 1 Januari 1924 wordt de man bevorderd tot referendaris op een tractement van 4800. De Rekenkamer vraagt: Was er op dien dag een referenda- ris-vacature te vervullen? Zij meende van neen. Bovendien was er een formed bezwaar. De bevorderde bekleedde den rang van Chef der Afdeeling „Algemeen Secretariaat", bu reau Algemeene Zaken". Nu had de Twee- de Kamer door de aanneming van een amen- dement-Oud uitgesproken, dat zij den rang van referendaris voor den chef der afdeeling Secretariaat te hoog achtte, maar de Minis ter deponeerde de beslissing der Kamer in de prullemand en ging „ijskoud" tot de bewuste benoeming over. Door de Rekenkamer op de vingers getikt, beriep hij zich op het feit, dat het amendement-Oud sloeg op die functie bij Waterstaat en dat er sedert 1921 een refe- rendaris-vacature zou zijn. Op de onjuisthe- den dezer argumenten gewezen, gaf de Mi nister van Buitenlandsche Zaken maar lie- ver geen antwoord. Wil men nu nog enkele staaltjes van het feit, dat, niettegenstaande de door de Mi nisters opgcstelde troonrede, waarin de eisch van bezuiniging voorkwam, de ministerieele departementen het daarmede mie tgeheel eens zijn, dan moge het hierna medegedeelde aan die weetgierigheid voldoen. Een ingenieur in Zeeland verbonden aan de domeken, had den aanleg van een nieu- wen polder ontworpen en het werk zelf ge- leid. Een gewoon sterveling zou zeggen, dat is zijn zaak; daarvoor is hij ingenieur der domeinen. Zoo dacht de Rekenkamer ook. Niet aldus zijn hoogste chef in den Haag. Die bezorgde hem, bij Kon. Besluit, wegens bditengewone werkzaamheden, een douceur van f 500. De Rekenkamer meende, dat door het Bezoldigingsbesiuit een einde gemaakt was aan al die buitengewone belooningen en bovendien, dat de ingenieur der domeinen niet anders gedaan had dan zijn gewone plicht. Een mooi staaltje van 't verloren gaan van's lands gelden brengt ook de geschiede- nis van het Gezeilenhuis te Sittard. In 1920 besloot de directie der Staatsmijn Maurits tot stichting van een Gezeilenhuis te Sittard. Terreinen met opstal werden voor het R. K. kerkbestuur gekocht voor de bagatelle som van 348.000, feitelijk leende ze dat, verder zou ze leenen de op dien koop vallende kosr ten, de kosten van verbouwing, van aanschaf- fen van inventaris plus een bedrag van /5000 als bedrijfskapitaal, samen pl.m. 450.000. Twee jaar later wordt de heele be- weging stopgezet, „omdat door de verander- de tijdsomstandigheden voorshands geen behoefte bestond aan een gezeilenhuis te Sittard voor de werklieden der Staatsmijnen". Toen werd de heele zaak verkocht voor 200.000, waardoor de staat een schade leed van f 250.000. De Minister van Water staat had gemeendT dien verkoop te moeten sluiten om een grooter verlies te voorkomen. Bij" ons rijst de vraag, of"' die koop ad 348.000 wel heelemaal im den haak was. Verliezen in Sittard gronden en panden in 2 jaar tijds pl.m. 60 van hum waarde? Trouwens wat het koopen van huizen als dienstwoningen voor ambtenaren betreft, daarin schijnt de Staat nu juist niet, wat men noemt, koopjes te maken. In Noordwolde heeft het Rijk een Rietvlechtschool. Er moet een huis zijn voor den directeur, een pand wordt gekocht, let wel in Noordwolde, voor het prikje van 15.040. Toen het eenmaal gekocht was, werd de huurwaarde bepaald op 375 of te wel 214 pet. van de aankoop- som. Ons komt het voor, dat men in Noord wolde voor f 375 wel een huis huren kan, maar dan deugt de koopsom niet. Aan die koopsom zit trouwens iets eigenaardigs vast. De eigenaar toch was aangezocht op te tre- den als hoofd van de Vakschool voor goud1- en zilversmeden te Schoomhoven. Als voor- waarde voor het aanvaarden van die benoe ming, had de uitverkorene gesteld1, dat de regeering zijn huis in Noordwolde zou over- nemen. 't Einde van al't heen en weer ge- schrijf was, dat nu een huur zal betaald worden van f 510's jaars, of te wel 3.4 Leerzaam is ook een tusschen den Minis ter van Justitie en de Algemeene Rekenkamer gevoerde correspondentie over een onnoodi- ge verplaatsing (met de daaraan verbonden kosten voor het Rijk) van een ambtenaar van het R. O. G. te Leeuwarden naar dat van Avereest, terwijl op denzelfden dag, dat dit had geraden en blij was dat ik maar stille- tjes weggingwant dien avond was ze jegens haar man ijzig kil, terwiji ze daaren- tegen jegens mij, toen ze over Liliane sprak en over de genegenheid die ik het kind had weten in te boezemen, vriendelijker en har- telijker was dan ooit te vorenJe ziet dus dat ik goed heb gehandeldIk heb den volgenden dag een vroegen trein geno- men en voor den middag was ik in de rue Offemont. Heeft juffrouw Arguin je even slecht ontvangen als je dacht? Veel slechter! Wetende dat ze erg preutsch is, dacht ik dat ze de bliksems van haren toorn naar het hoofd van mijnheer Valois zou slingeren en mij zou bedekken met den mantel harer beschermende sym- pathieNatuurlijk kon ze niet anders dan goedkeuren dat ik Houlgate had verla- ten, maar toen ze den naam van mijnheer Valois noemde, kwam er geen woord van afkeuring over haar lippen Volgens haar ondervindt 'n vrouw de beleedigingen, waar- toe ze zelf aanleiding geeftZe heeft me beschuldigd koket te zijn geweest en hem 't hoofd op hoi te hebben gebracht.. en.. De stem van 't jonge meisje stokte en dikke tranen sprongen haar in de oogen. Je gelooft toch niet, Kerjean, dat ik koket ben geweest of dat ik dien leelijken kerel 't hoofd op hoi heb gebracht? vroeg ze smeekend. Kerjean»protesteerde aangfdaan en wild'" troosien Neen, kleintje! Neen, zeker geloof ik dat nietik denk er niet aan! Maar onwillekeurig dacht hij aan 't on- schuldige halsie, zoo blank, zoo fijn, omge- besiuit geteekend werd, een ander besluit door denzelfden Minister werd geteekend, waarbij diezelfde ambtenaar, wegens over- compleet; eervol werd ontslagen, een maand na den dag zijner indiensttreding in Aver eest. De Rekenkamer meende terecht, dat men dien beambte, met die wetenschap, niet had moeten iaten verhuizen, eerst nog op's Rijks kosten, terwijl bovendien bleek, toen de man goed en wel in Avereest was dat men hem daar heelemaal niet noodig had en hij dus per keerende post kon teruggezonden worden. Uit een en andfer blijkt, dat de financiering in den Staat nog wel iets te wenschen over- laat. We hadden niet den moed om de gege- ven cijfers op te tellen. In veel gevallen wor den ook geen cijfers genoemd. Maar we heb ben sterk den indruk, dat de 10 pet. salaris- aftrek, op de tractementen der Rijksambtena- ren toegepast, achterwege had kunnen blij- ven, wanneer de Staatshuishouding bestuurd werd als de keuken van „Aaltje, de zuinige keukenmeid" en de Algemeene Rekenkamer in ons staatkundig leven niet een Cassan dra's rol vervulde. Gemenscd Nieuws EEN VELDWACHTER MET EEN MES GESTOKEN. Voor de rechtbank te Breda stond heden terecht zekere V. beschuldigd van poging tot doodslag op den veldwachter te Teteringen, M. in den avond van 1 Aug. 1.1. De veldwachter verscheen bij een ruzie tij- dens een vechtpartij in een cafe, en wilde twee vechtenden scheiden, waarbij V hem aan den linkerarm een ernstige snijwond toebracht. Daarna stak hij nog tweemaal naar hem, zon der ernstig te kwetsen. Er waren vier getuigen gedagvaard. Dr. Schalei gaf eenige inlichtingen over den aard der verwondingen en verklaarde, dat, indien de steek eenigszins anders was aangekomen, de wond zeer ernstig had kunnen zijn. Thans is het gelukkig bij een belangrijk bloedverlies gebleven. Achttien dagen lang heeft de veld wachter geen dienst kunnen doen. De officier van justitie eisehte tegen V., dien hij een gevaarlijk bandiet noemde, als verzwarende omstandigheid noemende, dat de aanslag gepleegd was op een politieman, een veroordeeling, wegens poging tot dood slag en zware mishandeling, van twee jaar en zes maanden. De verdediger, mr. Van Mierlo, vroeg cle- mentie. De uitspraak werd bepaald op heden over veertien dagen. EXCURSIE .NAAR ZWITSERLAND VANWEGE HET KON. NEDERL. LANDBOUWCOMITe. Men bericht aan de N. R. Crt.: Vanwege het Koninklijk Nederlandsch Landbouw Comite is een excursie naar de landbouwtentoonstelling te Bern georgani- seerd. Deze nationale landbouwtentoonstelling wordt om de vijf jaar in Zwitserland gehou den. Het tentoonstellingsterrein is ongeveer 20 H.A. groot, waarvan 50.000 vierk. meter met gebouwen zijn bezet. De tentoonstelling geeft een aanschouwelijk beeld van wat land bouw, tuinbouw, boschbouw, jacht, visscherij en Landbouwvereenigingsieven in Zwitser land beteekenen en is ook zooveel mogelijk dienstbaar gemaakt aan de bevordering van den afzet van de landbouw- en tuinbouwpro- ducten in binnen- en buitenland. Na het bezoek aan deze tentoonstelling za': het gezelschap de landbouw- en zuivelschool te Riitti bezoeken. Deze school is in 1887 ais staatsinstelling gesticht en wordt door het kanton Bern onderhouden en door de bonds- regeering gesubsidieerd. Ook zal een bezoek worden gebracht aan de Emmenthal A. G., de handelsorganisatie van de Zwitsersche Melk'- producten. Voorts staat op het programma de bezich- tiging van eenige fokveebedrijven van Sim- men thaler Fleckvieh en van Braunvieh. Ook zullen verschillende steden als Lu- zern, Interlaken, Meiringen en Zurich wor den bezocht, en verder zal een tocht worden ondernomen naar Rigi-Kulm, waarop zich de stallen van de Braunviehfokkerij van den heer Biirgi-Gebner bevinden. Voorts zal bezichtigd worden de fabriek van Maggi's Voedingsmiddelen in Kemptai, waaraan groote groentekweekerijen en een veebedrijf met circa 300 stuks Braunvieh zijn verbonden. Aan deze excursie, die Maandag begint, nemen een 190 dames en heeren uit verschil lende deelen van ons land deel, die bijna alien in het landbcuwbedrijf werkzaam zijn. BRANDSTICHTING IN DRONKEN- SCHAP. In den namiddag van den lien Juli j.l. ontstond brand op de eerste etage van per- ven door die zwarte stof aan die gansche maagdelijke gratie, die gratie van gebaar- tjes, van houding, van blik, van glimlach, die zoo onbewust nog, zoo mysterieus ver^ leidelijk waren. De waarheid is, Phyleke, ging hij voort dat je nog veel te jong en veel te mooi bent om huisonderwijzeres te zijn Neen, je hebt nog niet het uiterlijk voor die betrek- king. Maar ik veronderstel dat ik toch niet altijd zal wanboffen en weer bij een slecht opgevoeden man zal komen, die door zijn vrouw wordt verveeld Neen, zeker nietmaar er zijn in de wereld nu eenmaai een niet ouaanzienlijk aantal vervelende vrouwen en slecht opge- voede mannen. Ze keek mismoedig. Maar, mijn beste Kerjean, ik moet toch een andere betrekking vinden Maar waar? Juffrouw Laura sprak me van een dame, een van haar kostschoolvriendinnen, de we- duwe van een notaris uit een kleine stad, die in Parijs komt wonen en voor haar bei- de dochters een juffrouw van gezelschap zoektzoo iets als een juffrouw om mee te wandelenMaar juffrouw Laura vindt dat ik daar niet ernstig genoeg voor uitzie. O, zei Kerjean met een bekommerd gezicht, als Jacqueline Albin eindelijk eens haar tenten ergens op den aardbol voor goed wilde opslaan, hier of in Bretagne! Als ik maar wist waar ik die eeuwige rei- zigster te pakken kon krijgen! Ken je Jac queline Albin? Juffrouw Albin? O, heel weinig Ik heb haar wel eens gezien, toen ik nog cee! Kattenburgergracht 1 te Amsterdam, we ik nerceel bewoond werd door een i iven- en zijn vrouw. De brandweer- wist he- yuur spoedig te blusschen en alleen de keuken en een hangkast brandden uit. Het bleek, dat er sprake was van brand- stichting en de havenarbeider werd gearres- teerd. Gister stond hij wegens dit feit terecht voor de Vierde Kamer der Amsterdaigsche Rechtbank. Beklaagde bekende volledig. Pres.: U was den laatsten tijd vaak zon der werk. Bekl.Ja, en ik kon geen steun krijgen. Pres Dronk u nog al eens een borrel Bekl.: Ja, dat kwam wel eens voor. Het bleek, dat bekl. op den bewusten mid dag ook weer eens te veel gedronken had. Toen hij thuis kwam kreeg hij ruzie met zijn vrouw. Pres: En heeft u toen niet gedreigd den boel in brand te steken Bekl. (huilend): Ik weet er niets meer van. Pres.: Weet u dan, dat u tevoren terpen- tijn gekocht heeft? Bekl.: Ja, dat herinner ik me. Toen bekl. dreigde met brandstiehting, was bekl.'s vrouw de kamer uitgesneld. Ze was naar de bevenbuurvrouw gegaan en had haar een kan petroleum in bewaring gegeven „Omdat mijn man den boel in brand wil ste ken", had zij er bij' gezegd. Terwijl de vrouw boven was, had de man een brandende lucifer op een stroohoed var. zijn vrouw gelegd en spoedig stond de boei in brand. Pres.: Waarom heeft u nu eigeniijk de brand gesticht. Uit baldadigheid? Bekl.: Ik weet het niet. Pres.: Om de verzekeringspremie heeft u het niet gedaan. U was heelemaal niet op voordeel bedacht- Bekl. (huilend)Ik weet het niet. Eenige getuigen werden gehoord. Dc juf frouw van boven zeide, dat de brand ontzet- tend rookte. Haar papegaai en kanarievogel waren gestikt, terwijl haar kat bewuteloos was geraakt. Het O M,, waargenomen door Mr. Jons- sen, eisehte een gevangenisstraf van zes maanden. Als verdediger trad op Mr. Frenkel. EEN'NIEUWE VONDST OP BALI. 'In de laatste aflevering van Nederlandsch Indie doet de heer W. O. J. Nieuwenkamp me- dedeeling over een door hem ontdekt relief op Bali. Hij vertelt daar, hoe hij, bij het teeke- nen van een grottempel. telkens aan de in landers vroeg of er in den omtrek niet meer beeldhouwwerk te vinden was. „Doch ik kreeg steeds een ontkennend ani- wcord, de beide eerste dagen. Den derden dag, onder het afwerken van de teekening, informeerde ik wederom her- haaldelijk naar beelden op den rotswand. tor. ik, op het laatst, plotseling en een beetje drif- tig, een ouden man aansprak, die naast mij op den grond zat, en hem zeide, terwijl ik met mijn arm, als bij ingeving, in een bepaalde richting wees: „Is daar dan niets; zijn daar dan geen beelden te vinden!" En toen kwam het antwoord: „Ja mijnheer, daar is Tojc Pceloe, daar is een bron, en daarbij zijn wa- jangfiguren in een rots, beel groot en hee! veel!"' En ik was eigeniijk niet eens verwonderd over dat antwoord. „Is het dicht bij?" vroeg ik. „Neen, mijnheer, het is ver weg", en hij wees in dezelfde richting, die ik had aange- duid. Ik had er wel daddijk heen willen gaan, doch ik had geen tijd meer. Ik had afgespro- ken cm op een bepaald uur op een bepaalde plaats aan den grooten weg van Gianjar naar Denpasar te zijn, om met een kennis, den heer Vermeulen, die daar dan per auto passeeren mcest, mede te riiden naar Denpa sar (een 30 K.M. ongeveer), waar ik in de pasang-grahan logeerde. Den volgenden dag was ik niet vrij, doch den dag daarop, 24 Juni, bracht de heer v. d. Stok uit Denpasar mij per auto in. de buurt van Bedoeloe terug. Dpar wist ik spoedig eenige lieden te vinden, die mij naar Tojo Poeloe (dien naam had ik dadelijk geno- teerd) 'wisten te geieiden. Langs een weg door een kampong en toen over smalle, door den regen van de laatste dagen, haast onbe- gaanbare sa'wahdijkjes, een klein half uur ver, bereikte ik de bewuste plek. En mijn ver- rassing was groot, want zoo iets buitenge- woons had ik toch niet verwacht. Ik vond daar n.l. een langen, doch lagen rotswand met talrijke levensgroote figuren in haut-re- lief, zcoals ik nog nooit op Bali gezien had, en zooals er ook op Java nog niet gevonden zijn. welZe was toen een mooi jong meisje, de schutsengel van haar blinden vader Ze kwamen naar Parijs om een beroemd oogarts te raadplegenen toen heb je hen aan mijn pleegmoeder voorgesteld Dat her(nner ik me; je hebt toen mijn hand in die van juffrouw Albin gelegd en gezegd: „Mijn groote vriendin Jacqueline, hier is nu mijn kleine vriendin Phyllis, van wie ik veel houd en van wie jij ook veel moet hou den." Welnu, diezelfde woorden zou ik nu zoo graag herhalen, zei Kerjean, terwijl hij om die herinnering giimlachte. De vriend- schap en kameraacfechap, die er tusschen Jacqueline en mij bestaat, gaat terug tot den tijd, toen we geen van beiden nog konden lezen. Mijn ouders waren verre neef en nicht van de hare en in Fougeras zagen zij elkan- der biina dagelijks, zooals dat alleen maar in kleine plaatsen gebeurtJacqueline en ik zijn, op een paar maanden na, even oud. Door die paar maanden was zij de oud1- ste, waarop ze toen heel trotsch was. Ze was ook de liefste van ons tweeen, een al- leraardigst kinden als vrouw werd ze wat het kind beloofde te worden. Ik ken geen liefhebbender, geen trouwer hart, geen rui- mer geest en geen oprechter karakter. Jac queline Albin zal ongetwijfeid nooit trou- wenZe is, van natuur geloof ik, te onaf- hankelijkiemand, die graag alleen is even als ik. Toch ben ik er zeker van dat ze jou graag bij zich had gehad, als gezel- schapsjuffrouw of lectrice of iets dergelijks. en ze had je liefgehad als een zuster. Maar ik geloof dat ik't je heb verteld sinds den dood van haar vader heeft Jacqueline beiast zich met HET VERVAARDIGEN VAN ALLE DRUKWERKEN. HET PLAATSEN VAN ADVER- TENTIEN IN ALLE BLADEN. HET LEVEREN VAN ALLE BINNEN- EN BUITENLANDSCHE BOEKEN. HET LEVEREN VAN ABONNE- MENTEN OP ALLE BINNEN- EN BUITENLANDSCHE BLADEN. Aan het einde van de iange reeks figuren, geheel recht, is in de rots een vierkante ruirn- te uitgehouwen met oorspronkelijk drie ope- ningen, door twee vierkante kolommen ge- scheiden, waarvan echter een kolom, op een klein stompje na, verdwenen was. Zoo'n dergelijke ruimte (rotstempeltje, of- fernlaats of kluizenaarswoning?) had ik reeds in 1906 in de buurt van Oeboed,-dat is dezelfde omgeving, ontdekt, terwijl meerdere van die ruimten ongeveer vijftien jaar later door resident Danste bekend zijn geworden. Ik telde een 20-tal levensgroote figuren, waaronder vcoral twee ruiters te paard groo ten indruk op mij maakten door de meester- lijke uitvoering. Het geheel was op vele plaat sen met mos. varens en andere planten be- groeid, terwijl van de meeste figuren de voe- ten en op de linkerhelft van het relief de fi guren tot halver hoogte onder den grond zaten. Op slechts eenige hanabreedten voor het relief was een veel hooger gelegen sawah, zoodat het moeilijk was de figuren goed te ovc-rzien. Ik schatte de lengte van het relief met de rotswoning op 30 meter, de hoogte op 2 meter." Er volgt dan verder een heschrijving vat he: nader enderzee'e en der figuren, alsmedc van de cntblooting van het relief. Eiiiteiiland ~DE RELLETJES IN DEN KONGO. De fodsdienstige dwepers zijn naar Noord Rhedesie gevlucht bij de aankomst van de troepen. De districlsambtenaren hebben 70 lijken gevonden en 40 discipeicri gearres- teerd. BEROQVING DOOR BEDv7ELMENDE WIJN. Bij de aankomst te Bordeaux van dei trein uit Parijs werd in een derde klasse coupe een reiziger slapend aangelroffen. Na gewekt ie zijn, decide hij mee, dat hij van een medereiziger c-en gias wijn had aangeqo- m?n on dadelijk dsarcp in siaap was geval len. He- bleek, dat hij beroofd was van een bedrag van 1200 francs. Toen er een 'tweede trein uit Parijs asnkwam, vond men wederom c-en reiziger in slasp. die een dergeiijk ver- haai deed als dh eerste. Hij bleek van 120 francs beroofd te zij:;. DE TSARENMOORD EEN „POL I- 71 EKE NOODZAKELIJ Kill.ID." Voigens een bericht uit Kopenhagen za) de Sovjetregeering ecu officieeie verklaring over de vennoording uer Isarenfaniilie pu- blicecren, waarin de uiiroeiing der keizer- lijke faniilie een polit'eke noodzakelidd-eid wordt genoemd, daar van contra-revoiuaon- naire zijde bevrijaingspogingen zouden vor- klein wasMaar ik herinner me haar Albin Fougeres yerlaten en Parijs vaarwe) den ondernomen. Uit de verkiaring blijkt, dat tot de verm oording twee wekeri voor de uitvoering van de enad was beslotcn. TREBITSCH LINCOLN PROITTEERT VAN DE AMNESTiE IN DUnSdiLAND. Het besluit tot het verlcenen van amnrstie ier geiegenheid van de vakiezing van Hin- denburg tot president der Dtiitsdie rcpublitk komt, bchalve aan eon aacial bij den Kapp- puisch betrokken persaiien ook ten goecie aan 'den zoogenaamden chef van den jkis- dienst, Trebitsch Lincoln, die als vertrou- wensinan van den toenmaligen minister Bau er en als rechterhand van Ludenuorff heeft gefungetrd. Trebitsch is van gebomte Ilou- gezegdrcist Maar fortuin, dat alies beltaive gering is, verooriooft haar de lost- bare grii om zonder vasie v/oonplaats, als een vogel op een tak, ie ieven, even als de heldin van een roman, die dcstijds veel opgang heeft gemaakt 1Ln meestal kiest ze een ver afgdegen tak, waarvan ze absoluut niet het adres aan haar vriendin opgeeft. Schrijft ze je nooit? De uitdrukking van hoop, die op haaf gelaat was verschencn, verdween. Heel zelden. Haar jaatste berichr, dat ik einde Juni kreeg, kwam idt een klcice stad in Japan Ze schrcef n»e haar te ant- woorden „poste resfante" CMcutta. Phyieke zuchttc. Hoe jammer! Een vriendin van jou, Kerjean, zou mij aangenatner zijn geweest dan een vriendin van juffrouw Arguin. Ze begon te lachen toen de klciae, vergul- de pendule zes uur sloeg en daarbij doer den zwaren slag werd geaccompagneerd van de groote, houten pendule, aan den andercn kant van de rauur. Zuiver, holder en iuchtig, als het gouden timbre van de pendule met de bijtjes klonk haar lach. O, riep het meisje uit, wat is dat mooi en welluidend, die tinkelende samenspraak dbruren!... Net een klokkenspel!Ik was nooit bij je geweest, Kerjean, maar ik had me je salon net zoo gedacht, als ik het nu zie 't Geheel is wat „celibatairachtig", zie je Maar alles is mooi, stevig netjes en degelijkNiets is er alledaagscb of immitatie 1) Bedoeld wordt: „Sur la Branche" vau Pierre Coulevin. (Noot v. d. vert.) (Wordt vervolgd. o

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1925 | | pagina 5