Alkmaarsche Gourant
FEUILLETON.
De Reisjgenoote.
He Witte Ertsis-feesten.
Donderdag 17 September.
Stadnieuws.
Volksuniversiteit.
No. 219 1925
Honderd Zeven en Twintigste Jaargang,
JAN, JANNETJE EN HUN
JONGSTE KIND.
Dat was het onderwerp, waarover in de
Kapelkerk gisteravoiid gesproken werd door
ds. Westmijse van Drachten, ter herdenking
van den dood op den brandstapel van Jan de
Bakker, nu '400 jaar geleden. De kerk was
stampvol.
Nadat gezongen waren het eerste en het
laatste vers van Gezang 7 en het „Ja, overal
is God" nauw was weggestorven, ving ds.
Westmijse aan met te zeggen: Dat heeft 400
jaar geleden ook die 27-jarige jonge man on-
dervonden, in den Haag. Daarna heette spr.
alle opgekomenen welkom, er op wijzende,
dat de Jan de Bakker-samenkomsten aller-
wege honderden menschen deden bijeenko-
men. Spr. sche'tste dan, hoe het bestuur der
Evangelische Maatschappij in devotie de
plaats bezocht waar Jan de Bakker het leven
Jiet. Overal in den lande luisterden vele dui-
zenden op de samenkomsten en bovendien
hadden nog velen zich kiaar gemaalct om per
radio de redevoeringen te hooren. Daarom is
het zoo klein gedoe, dat het „neutrale" om-
roepstation Hilversum de uitzending staakte,
toen spr. Dinsdagavond een rede hleld voor
de radio. Spr. protesteerde daar tegen en
.wekte op tot protesten. De Protestanten von-
den het toch ook niet ontoelaatbaar, toen ver-
leden jaar de Roomschen hun eucharistisch
congres hielden. Spr. concluderde, dat Rome
zich wel erg zwak moetv oelen, als het een
Jan de Bakker-lezing vreest.
Spr. wilde nu zooveel mogelijk woorde-
1 k dezelfde rede houden als te Hilversum
en schetste dan de korte inleiding, de jeugd
en het leven van Jan de Bakker, die geboor-
tig in Woerden en voor zijn geestelijke oplei-
dlng naar Utrecht werd gezonden, waar hij
ter school ging bij Hinne Rode. Deze bleek
echter niet vast meer in de Roomsche leer en
bracht andere denkbeelden in den knaap, die
toen op bevel z.ns vaders naar Leuven moest
om verder te studeeren. Echter, de nieuwe
denkbeelden bleven Jan bij. Hij bleef hopen
op de hervorming binnen het raam der R. K
kerk en daarom volgde hij toch zijn geeste
lijke roeping. Hij werd aanvankelijk geeste
lijke te Woubrugge en daarna op verlangen
van Woerden's ingezetenen, onder-pastoor in
zijn geboorteplaats. Daar deed Jan een stout
stuk: hij trouwde, een echt huwelijk uit lief-
de. En toen de pastoor stierf en een ander
diens plaats kwam innemen, een man die erg
star was in de Roomsche leer, werd dit hu
welijk Jan zeer kwalijk genomen, evenals al
zijn kettersche denkbeelden. Hij en z.n vrouw
werden ten slotte van hun bed gelicht en ge-
vankelijk naar den Haag gebracht.
Spr. zag in de geschiedenis van Jan de
Bakker een aanleiding om te protesteeren te
gen den Jan Saliegeest, die veelal zich doet
kennen.
Een zeer groot deel van Nederland ge-
denkt thans een zijner groote Janncn, n.l.
Jan de Bakker, maar de 270 R. K. organen
hebben er over gezwegen, ondanks hun door
pater Kruitwagen hooggeroemde „slagvaar-
digheid".
(Toen spr Dinsdagavond zoover was,
werd het toestel, dat zijn rede zou overbren-
gen, uitgeschakeld).
Maar, zei spr., worden Protestantsche
ooren dan nooit gekrenkt door Roomsche le-
zingen
Wij staan in ons oordeel over het verelden
ruimer dan Rome, vervolgde spr. Het ge-
beurde te Gorinchem betreurde hij en het was
goed, dat Prins Willem daarover terstond een
oooze brief richtte aan Sonoy. Het was daar
het optreden van een hoofdman, maar het
vorogevallene met Jan de Bakker en zooveel
anderen was het werk van de overheid en
dat noemde spr. juist het ergste. En hij con-
stateerde, dat thans nog Rome zich op het
standpunt stelt, dat ketterij vervolgt moet
worden. In dit verband haalde spr. het arti-
kel aan van F. S. in het Noordholalndsch
Dagblad. Spr. stelde daar tegenover, dat
van Protestantsche zijde het ombrengen van
Katholieken is afgekeurd (door prof. Bavinck
o a. te Geneve bij de onthulling van een ge-
denkteeken voor Servet). Van R. K. zijde ech
ter ziet men nooit zulk een goed gebaar.
Spr. wees er op, hoe in Belgie zelfs de
R. K. overheid 2 V< jaar stond tegenover de
herdenking van twee Protestantsche marte-
laren en betreurde het, dat in het Protestant
sche Nederland de overheid niet alzoo durfde
optreden. Dat is een van deg evolgen van de
coalitie. zei spr.
Ds. Westmijse ging dan voort met de ge
schiedenis van Jan de Bakker, diens verblijf
Roman.
(Uit het Fransch van Guy Chantepleure).
Geautoriseerde verialing van W H C
28)
„De goede Marcelle is altijd stom ver-
baasd over alles, wat ik zeg: Wat bent
u toch amusant, juffrouw Boisjoli! U hebt
altijd van die ideen, die mij nooit zouden
invallen." En zelfs de trotsche Edmee vroo-
lijkt wel eens op en dan is ze in een goed
humeur en gewoon. Als we al te luidruch-
tig lachen, wordt mevrouw Chardon-Pluche
boos en zegt dat dat niet „behoorlijk" is,
maar Edmee haar lieveling weet haar
met een enkel woord weer goed te krijgen
En dan beginnen we van voren aanis
het niet vreemd, Kerjean, dat ik nog zoo
kan lachen?
„Marcelle is altijd vriendelijker en spraak-
zamer dan Edmee. Ze heeft me in vertrou-
wen verteld dat haar moeder zich te Parijs
had gevestigd, in de hoop dat haar dochters
een goed huwelijk zouden doen, omdat er in
Saint-Placide-en-Bray geen geschikte partij
te vinden was, die het door den vader nage-
lafen fortuin waardig werd gekeurd.
„Ze voegde er met haar gewone ongekun-
stekiheid aan toe:
In" den kerker en zijn verhooren door de m-
quisiteurs, wier debathandigheidjes afstuitten
op de voliiarding vari den ex-priester. Spr.
beval ernstig aan de lezing van het door de
Evangelische Maatschappij hierover uitgege-
ven boekje.
Jan de Bakker was geen bloo-Jan en wij
eeren hem thans, 400 jaar na zijn dood, nog
Spr. vertelde een en ander van die verhooren
en deelde het antwoord van den beklaagde
mee, waaruit diens vaste vertrouwen bleek,
dat het hem niet slecht zou gaan.
Ondanks de ontwijding, bleef Jan de Bak
ker vol vertrouwen op God en zelfs het
zakje buskruit op zijn borst en de vlammen
van den brandstapel konden hem niet deren.
Met een vromen glimlach op de lippen stierf
hij, alsof hij, gelijk de geschiedschrijver neer-
schreef, ter bruiloft ging.
Na een korte pauze, gedurende welke het
orgel speelde, constateerde ds. Westmijse, dat
Jantje Precies ook bij de terechtstelling te-
genwoordig was, getuige de rekeningen, in-
gediend door alien die daaraan medewerkten:
rekeningen voor spijkers, elzetakken (die lang-
zaam branden), wijn voor de biechtvaders,
enz.
Overal zijn en waren allerlei Jannen, zei
sprk., die echter hoopte dat er geen Jan de
Huichelaar in de kerk aanwezig zou zijn. Wij
gedenken thans alleen den grooten Jan den
gelofsheld, Jan de Bakker. Spr. waarschuw-
de tegen gestdrifte waarvan de geest spoedig
vervliegt en dan aalleen drift overblijft.
Geschiedenis is het gebeuren van het he-
den. Laten wij niet verheerlijken de idealis-
ten van vroeger en tegelijk met steenen wer-
pen die van thans, zooals de strijders voor
ontwapening.
Wij moeten alien internationaal werken
voor het Christendom en spr vond het daar
om zoo heerlijk, rat Nederland in de dagen
van Jan de Bakker zonder chahvinisme zong:
„Mijn schild ende betrouwen zijt gij o God
mijn Heer". Als wij zoo positief zijn in
onze overtuiging, mogen wij nooit haat koes-
teren tegen de Roomsche, maar hun veeleer
beklagen. Zij mogen het op prijs stellen, dat
het bloed der martelaren hun vrij'heid gaf in
Nederland. En als de vinger van Rome dan
wat lang wordt (als te Hilversum) protes-
teere men als een Jan Kordaat, strijdend
voor het belang van Jan en Jannetje ban-
nend den Jan aliegeest uit ons Protestantsch
bewustzijn.
Spr. eindigde met een: Immanuel, God met
ons.
Als slotzang werd staande gezongen het
vierde couplet van Gezang 156. Aan den uit-
gang werd een schaalcollecte gehouden ten
behoeve van de Evangelische Maatschappij.
(Slot.)
In den cursus over Opvoedkunde handelde
de heer D. L. Daalder over: Jeugd, Tucht, en
Verband tusschen school en huis" in een
zes-tal avonden. Van de gelegenheid om vra-
gen te stellen, werd door enkelen gebruik ge-
maakt de belangstelling in de onderwerpen
bleek te gaan in stijgende lijn.
De cursus over Nederl. letterkande, gege-
ven door den heer H. Robbers in 6 avonden
bleek het grootste aantal van cursisten tot
zich terug te trekken. Al liep dit aantal door
allerlei omstandigheden, een ietsje terug, aan-
frekkelijk bleek (naar aanleiding van de
vraag: Wat en Hoe te lezen?) het uitbeelden
van persoonlijkheden, waarbij de schoonheid
van proza en poezie een treffende aansluiting
vormde. De heer L. Groen gaf in 7 lessen een
cursus over Bouwkunst, met lichtbeelden.
Het aantal cursisten bleef vrijwel constant.
Bedoeling was een inzicht te geven in het
karakter der verschillende bouwstijlen, bij de
Egyptenaren, Grieken, Romeinen; de Gothiek
en Renaissance-stijl en hedendaagsche bouw-
stijl. Een rijke verscheidenheid, waarvan veel
te leeren viel. De leiders der cursussen in
vreemde talen ondervonden sterk de moeilijk-
heid van hun onderwerp te geven voor leer-
lingen van allerlei ontwikkeling; toch getui-
gen de verslagen, die wij ontvingen ten aan-
zien van den cursus Fransch (leider R. Wiar-
da) over de Fransche cultuurgeschiedenis na
1S70, van den cursus Duitsch (leider G J
Struijk) over „Goethe", van den cursus En-
gelsch (leider A. van Meir), over Middel-
eeuwsche Engelsche letterkunde, van waar-
dc-ering voor het werk, door de leiders er aan
besteed. Voor het vervolg zullen deze cur
sussen alleen voor hen, die verdere ontwikke
ling dan L.-S hebben genofen, worden ge
geven (B.-cursussen).
Een cursus van bijzonderen aard was die
van Prof. B. Becker, een Rus over de Rttssi-
sche revolutie; eerst de Russische geschiede
nis tot 1912, daarna het begin van den we-
reldoorlog, vervolgens het sovjet-Rusland,
de overwinning der Bolsjewiki, en ten slotte,
na de persoonlijke ervaring omtrent het le
ven in Petrograd: de toestanden sedert 1921.
Van een ooggeiuige, op onbevooroordeelde
wijze, inzicht te ontvangen omtrent toestan
den, waarover veel verwards en onzekers
Edmee is mooier dan ikMaar
omdat ik geld heb, niet waar, zal er toch
wel iemand om mij komen O, als ik eens
een gouverneur van een departement(!!!)
kon krijgen!
„Ik heb er drie uitroepteekens bij geplaatst
maar ik zou er een dozijn noodig hebben, als
ik den toon had willlen weergeven, waarmede
„In't gansche huis is zij, geloof ik, de ee-
nige, die van me houdt.
„Mevrouw Chardon-Pluche hindert me.
Het kost me moeite om niet brutaal jegens
haar te worden. Eergisteren verklaarde ze
me dat mijn hoed te groot en mijn haar te
blond was en dat het niet „netjes" was om
zoo met jonge meisjes uit te gaan. Met niet
meer dan zeer matigen eerbied deed ik haar
opmerken dat het mijn eigen haar was en
dat ik dus de kleur er van niet Icon verande-
ren en dat mijn andere hoed nog grooter
was dan deze. Toen kneep ze haar lippen
op elkaar en raadde me aan mijn haar te
ohen met brillantine om het donkerder te ma-
ken en o, schrik! ze deed me een klei-
nen hoed van krip van haar zelf cadeau,
dien ze voor haar weduwvrouw niet streng
genoeg vond en ze verzocht me „dien, ten
minste als ik met haar "dochters uitging, te
dragen"
"j evenveel bescheidenheid als beslist-
hetd heb ik geweigerd mijn haar met bril
lantine te olien, maar met een niet onver-
dienstelijke onderworpenheid heb ik't hoedie
neerscht, dat was voor onze Volksuniversiteit
een biizondere attractie, voor de cursisten een
eenige gelegenheid, die, zij het ook in kleiner
getale, dankbaar is gewaardeerd. Van waar-
deering gewaagt ook het verslag van den
cursus ,4e Productie, in Nederlandsch-Indie
gegeven door dr. E. C. J. Mohr. Deze cursus
ging uit van het Koloniaal Instituut. Na de
algemeene bescihouwingen als topografie,
geologie, klimaat en bodera, de bronnen van
energie, minerale productie; steen, bouwmate-
rialen, mijnbouw; plantaardige productie,
dierlijke productie, verdelingsnijverheid. Een
en ander door lichtbeelden gei'llustreerd. Aan
het Koloniaal Instituut, dat ons tot het geven
van dezen cursus in staat stelde, onzen har
telijken dank. Wij stelen ons van de samen-
werking met dit lichaam ook voor de volgende
jaren veel goeds voor.
De cursus „Evolutie in Plant- en Dierkun
dewerd gegeven door den heer F. H. Masch
haupt. De eerste avond was gewijd aan het
versohil tusschen plant en dier; den tweeden
avond werd een historisch overzicht gegeven
van de natuurwetenschappelijke ontwikkeling
in derde les werd de biogenetisehe grondwet
behandeld en de evolutie-theorie besproken,
terwijl in het vierde samenzijn het Darwinis
me is ter sprake gebracht, een en ander met
lichtbeelden verduidelijkt. Zoowel uit het ver
slag van dezen cursus, als die van de andere
is het bestuur gebleken, dat dit eerste jaar
alle voorspellingen ten spijt, er een is,waar-
op wij met dankbaarheid mogen terugzien.
Leden-avond.
Het bestuur heeft gemeend, een avond te
moeten geven, uitsluitend toegankelijk voor
de contribuanten. Op dezen avond, 23 April
1925, werd een film, wewillend afgestaan
door het Koloniaal Instituut, in beeld ge
bracht, voorstellende: „grepen uit het Indi-
sche leven". Dr. Mohr gaf op aangename
en vlotte wijze van een en ander nadere ver-
klaring. Ongeveer 200 leden woonden deze
samenkomst bij, enkele nieuwe leden werden
gewonnen.
Financien.
De finantieele uitkomst over dit eerste
werkjaar mag niet onbevredisrend worden ge-
noemd. Met een klein batig saldo. waarvan
het bedrag thans nog niet precies is te zeg
gen, hoopt de Volksuniversiteit haar tweede
werkjaar in te gaan. Deze uitkomst is te dan-
ken, behalve aan het feit, dat dit eerste jaar
liep van 1 Januari31 Augustus 1925, aan
de velen, die de Volksuniversiteit een warm
hart toedragen. Wij denken aan de welwillen-
de houding van Burgemeester en Wethouders,
die localiteiten en billijke voorwaarden te
onzer beschikking stelden, aan het bestuur
der Openbare Leeszaal, dat boeken, door cur-
susleiders aanbevolen, aanschafte, aan den
steun van de pers, met name de ..Alkmaarsche
Courant", en zeker niet het minst aan de te-
gemoetkomende wijze, waarop cursusleiders
het belang der Volksuniversiteit indachtig zijn
geweest.
Slotopmerkingen.
Begonnen met ongeveer 100 contribuanten
en 14 vereenigingen, bedraagt het aantal der
contribuanten op 31 Augustus 1925 (dank
zij mede aan de propaganda-commissie) 307
en 35 vereenigingen, terwijl een 4-tal begun-
stigers, en een 9-tal gemeenten door jaarlijk-
sche contributie hun daadwerkelijke steun
aan de Volksuniversiteit bewijzen, van dit
eerste jaar is meer uitgegaan, dan algemeen
werd verwacht, 10 cursisten konden door-
gaan, 452 cursisten konden ingeschreven
worden, van geen enkelen cursus kon gezegd
worden: Hij is niet geslaagd. Maar al is de
ze vooruitgang bemoedigend, toch zijn wij
nog niet, waar wij graag zouden willen ko
men. Zal de Volksuniversiteit kunnen geven,
wat redelijker wijze van haar kan worden
verwacht, dan moet het aantal contribuanten
sterk toenemen, het aantal cursussen uitge-
breid, dec ursus-leiders behoorlijk gehono-
reerd, terwijl ook voor de noodige attractie
moet worden gezorgd.
Daarvoor is veel belangstelling en veel
geld noodig.
Wordt daarom, voor zoover gij het nog
niet zijt, lid der stichting, en voor zoover gij
het zijt, spoort anderen aan om lid te worden.
Elk lid brengt een ander lid aan.
Eerst dan zult ge kunnen zeggen, dat gij
Uw plicht hebt gedaan tegenover deze nutti-
ge instelling.
De tentoonstelling.
In aansluiting' met hetgeen wij gister
schreven deelen wij mede, dat men aanvan
kelijk gemeend had de tentoonstelling in de
Harmoniezalen te kunnen organiseeren.
De belangstelliing voor de tentoonstelling
bleek echter al spoedig zoo groot, dat een
belangrijke uitbouw noodzakelijk was. Deze
werd opgedragen aan den heer Joh. Apel-
doorn, die in een zeventa! dagen op voorbeel-
dige wijze de gebouwen op het Doelenveld
deed verrijzen, zoodat thans over ruim 2000
M2 overdekt teiTeiim beschikt kan worden.
Hierdoor werd het mogelijk aan een 72
„Ik wil je wel bekennen, dat ik me dade-
lijk had voorgenomen om dien hoed, door er
handig een deukje aan te geven, presentabel
te makenZoodra ik alleen was, heb ik
er de gesp, de gedraaide franje en rosetjes
afgetrokken, aan den eenen kant het ijzer-
draad er pit gehaald en dat er aan de an
dere zijde weer in gezet, het krip hier wat op-
genomen en daar wat platter gelegden
weldra was ik in 't bezit van een aardigen
tulband, die nu wel niet van een eerste mo
diste afkomstig was, maar die en daar
was het me om te doen er niet uitzag of
hij van mevrouw Chardon-Pluche was ge
weest en die me heusch heel' goed stond.
„Toen ze me, met dien hoed op, zag, kreeg
ze weer haar fijnen glimlach op haar ge-
zicht
't Spijt me, juffrouw, zei ze, dat u 't
niet noodig hebt geacht, den hoed te dragen,
dien ik. u heb gegeven
„Vol onschuld keek ik haar aan.
Maar mevrouw, dien draag ik wel
't is deze.
„Mevrouw Chardon-Pluche's blik was vol
verbazing en ze zei met haar scherpe stem
Ik herken hem niet meerHij ziet
er op uw hoofd heel anders uit dan op het
mijne
„Goddank wel!
„Goeden nacht, Kerjean 't Slaat twaalf
uuren mijn brief wordt dwaas't Is
tijd dat ik afscheid van je aeem, vindt je niet?
„Als altijd je phyi.
stands plaats op de tentoonstelling te ver-
leenen.
Niet minder dan 25 inedailles en wel de
volgenden werdfen beschikbaar gesteld.
H. M. de Koningin. zilveren medaille.
Z. K. H. de Prims der Ned., zilv. medaille.
Burgemeester Alkmaar, verg. zilv. med
Mr. H. A. J. M. Kustcrs, verg. zilv. med.
Eere-leden der Noordholl. Ver. Het Witte
Kruis, gouden medaille.
Mevrouw Looman, zilveren medaille.
Dr. H. H. F. Bekenkamp, Inspecteur
Volksgezondheid, Groningen, bronz med.
Dr. Van Dam, Alkmaar, verg. zilv. med.
Rusthuis Vechtoever Maarsseveen, verg.
zilv. medaille.
Hoofdbestuur der Noordholl. Ver. Het
Witte Kruiis, gouden medaille.
Hoofdbestuur der Noordholl. Ver. Het
Witte Kruis, verguid zilveren medaille.
H. FI. Kortebos, Rijssen, verg. zilv. med
Dr. Jac. Degeuaar, Alkmaar, verg. zilv.
medaille.
Gemeentebestuur, Alkmaar, zi'lv. medaille.
Afdeeling Amsterdam Het Witte Kruis,
verguid zilveren medaille.
Dr. Spanjaard, Amsterdam, zilv. med.
Ds. F- C. Fleischer, Utrecht, verg. zilv.
medaiUle.
Verepniging V. V. V., Alkmaar, verg. zilv.
medaille.
Commissaris der Koningin, Noordholland,
verg. zilveren medaille.
H. M. de Koningmoeder, zilv. medaille.
Gemeente Amsterdam, zilv. medaille.
D. Govers, Voorz. Afd. Alkmaar Holl.
Maatsch. v. Landbouw, verg. zilv. medaille.
Dr. van der Hoeve®, Eefde bij Zutphen,
zilver'en medaille.
B. H. J. Sehouten, Seer. V. V. V., Alkmaar,
verguid zilveren medaille.
Bestuur der A. N. V. Het Groene Kruis,
Utrecht, gouden medaille.
Het werk van de jury (bestaande uit de
heer Dr. J. van Dam, voorz., mej. A. G. van
Hulst, Utrecht, en de heeren Ir. D. B. Schild,
Haarlem, G. Versteeg, architect Amsterdam
en Arthur Verbeeck, kunstschilder te Bergen)
werd hierdoor vergemakkelijkt, aangeziemi
het nu mogelijk werd aan een van dte drie in-
zenders een ondterscheiding toe te kennen.
Lijst van Standhouders op de tentoonstelling
in het gebouw der Harmonie en bijgebouwen.
No. 110. Stand van het Hoofdbestuur
omvattende het volgende:
Herstellingsoord „Heideheuvel" te Hilver
sum; Idem voor mannen en jongens „Bosch
en Heide" te Blaricum; Rusthuis voor ver-
pleegsters „Vechtoever" te Maarsseveen; Ont-
smettingsdienst te Alkmaar; Ontsmettings-
diensten te Hilversum en Haarlemmermeer;
Zuigelingenbescherming: Moeder- en Baker-
cursus; Wijkverpleging; Auto-, Ziekenvervoer
en Nachttelefoondienst; Ziekenrijtuigeii1; Be-
strijding der Tuberculose.
No. 11. Veiligheids-illustraties.
No. 12. Verbandstoffen der firma van Lin-
telo de Geer, Utrecht.
No. 12a. Intern-Radium Syndicat a/s Ko-
penhagenAmsterdam, Emmastraat 10, Tel.
20 180. Koninkl. gepatenteerd Radium-Zout.
No. 13. Ned. Electr. fabriek van Chir. in-
strumenten der firma Hendriks en van Steen-
bergen, Amsterdam.
No. 14. Sputokrimp van de N.V. Utrecht-
sche asfaltfabriek.
No. 15. N.V. Eerste Ned. Fabriek van Sta-
len Gezondheidsmatrassen „Auping" Deven-
ter.
No. 16. Kon. Fabriek van Verbandstoffen
N.V. v.h. Utermohlen Co., Amsterdam.
No. 17. Tandheelkundige Verzorging
Utrecht.
No. 18. Tuberculose. -
No. 19. Kwakzalverij.
No. 20;. Instrumenten van den heer J
Schijfsma te Leiden.
No. 21. Centraal Bureau van Statistiek.
No. 22. Flyosan voor muggen- en vliegen-
verdelging enz. van de firma J. B. Wijs en
Zoon, Amsterdam.
No. 23. Gezondheidsraad.
No. 24. Malariabestrijding door de bevol-
king.
No. 25. Keuringsdienst vooi' Waren, dis
trict Alkmaar.
No. 26. Slachthuis der gemeente Alkmaar
No. 27. Radio-installatie voor draadloozen
omroep te Hilversum.
No. 28. A. N. V. „Het Groene Kruis."
No. 29. „Witte Kruis", afdeeling Alk
maar.
No. 30. Kamerschermen, S. I. de Vries,
Hoorn.
No. 31. Prijzen voor de verloting.
No. 32. Jac. Met's Auto's voor Ziekenver-
pleging met brancard Holtkamp.
No. 33. Lighallen. Finna Imito en de
Specht, de Bil-t.
No. 34. Ziekenrijtuig van het Witte Kmis
te Westwoud.
No. 35. Auto's van de Ontsmettingsinrich-
ting te Hilversum.
No. 36. Matrassen en dekens. Gebr. Lust,
Alkmaar.
Parijs, 18 October.
„Beste Kerjean.
„De dagen volgen elkaar op, en al lijken
ze niet vclkomen op elkaar, toch moet ik
bekennen, dat ze onderling wel een familie-
trek gemeen hebben. Maar een beetje philo
sophic en van tijd tot tijd de tooverstaf van
die goede fee, die, ik weet niet hoe, soms
voor mij het uiterfijk der dingen zoo kan
wijzigen, helpen me aan de dagen een vrfen-
delijk uiterlijk te verleenen.
„Zondag zijn Marcelle, Edmee en ik op
bezoek geweest. We waren uitgenoodigd den
namiddag „zoo maar, heel gewoon" we-
gens den rouw te komen doorbrengen bij
mevrouw Desroches, een vriendin van me
vrouw Chardon-Pluche, die eenige jorigelui,
heeren en dames, bij zich had gevraagd.
„Ik vond het zeer genoegelijk!Er werd
niet gedanst, maar wel gepraat, muziek ge-
maakt, vraag-en-antwoord-spelletjes gedaan
en ik geloof ook wat geflirtGewoonlijk
geef ik maar matig om flirten, dat weet je
wel, Kerjean, maar ditmaal, nu ja, vond ik
het wel prettig... De jongelui schenen me
aardig te vinden, vooral een knappe cadet
uit Saint-CyrIk was blij en zei tot me
zelf:
„Ik ben dus toen een jong meisje, net als
de anderen't Staat dus niet op mijn
voorhoofd te lezen, dat ik maar een wandel-
juffrouw benMevrouw Chardon-Plu
che, die me steeds dezelfde groote portie zure
sympathie tocdraagt, heeft me op haar nia-
No. 37. Ledikanten en Matrassen. Firma
I ioltkamp te Deventer.
No. 38. Buitengewoon lager onderwijs te
Alkmaar.
No. 39. Ver. tot bevordering der belanger.
van Slechthoorenden.
No. 4042. Electriciteitswerken fa. Sie
mens en Halske den Haag, clectrisch bedrijf
gemeente Alkmaar. Provincial Water-
voorziening.
No. 43. Reizend drankweer-museum.
No. 44. Celotex. Producten en grondstof-
fen H. M. I J.. Amsterdam.
No. 45. Magazijn Senco Verband- en Ver-
plegingsartikelen, Amsterdam.
No. 46. Muggenverdelging firma G. F. J.
Herle te Amsterdam.
No. 47. Limonade's.
No. 48. Nutricia art. en eigen verpakte
artikelen. Firma H. Haijtema Pz., Alkmaar.
No. 49. Fabriek van Maggi-Voedingsmid-
delen filiaal A'dam.
No. 50. Molenaar's Kindermeel, West-
zaan.
No. 51. M. Oostwoud, Franeker. Zieken-
transportmiddelen, Raderbrancards, Invali-
dewagens.
No. 52. Sanitaire artikelen. W. F. Adolf,
Alkmaar.
No. 53. Norit-Maatschappij, Amsterdam.
Waterfilters.
No. 54. Rietmeubelfabriek firma C. Bij-
voet. Ligstoelen, Alkmaar.
No. 55. Electro-technisch bureau Bernard
de Graaf.
No. 56. N.V. Electro-lux, Alkmaar.
No. 57. Verzameling bijeengeforacht doo«
de Alkmaarsche Huishoud- en Industrie-
school.
No. 58. Orthopaedisch schoenwerk Firma
H. de Raat, Alkmaar.
No. 59. Volksbond tegen drankmisbruik.
No. 60. Firma S. Krom, Chemische Was-
scherij, Tapijtreiniging, Alkmaar.
No. 61. Turnartikelen firma Vroom en
Dreesmann, Alkmaar.
No. 62. Boekhandel firma Jung en v. d.
Hoek, Alkmaar.
No. 63. Turnartikelen firma Vroom en
Dreesmann, Alkmaar.
No. 64. Schertsartikelen.
No. 65. Champagnetent in de Feesttent.
No. 66. Fruithandel J, v. d. Pol, Alk
maar.
No. 67. Sigarenstand in de Feesttent.
No. 68. Bloemwerken van de firma Tee-
rink.
No. 69. Sanitaire vloeren firma Volking
Co., Amsterdam.
No. 70. Vereenigde Brandstoffenhandel
Alkmaar.
No. 71. Veiligheids-illustraties.
De stand van de Ned. Vereeniging tot be-
strijding van het tandbederf (beschernrvrou-
we H. M. de Koningin-Moeder) is zeer leer-
zaam.
Men staat hier voor een museum, waa:
men de normale kiezen in hun geheelen bouw
kan zien. Men vidt hier zoowel modellen in
natura ais vergroot.
Verder laat men zien in keurige vergroote
modellen welke aangeboren defecten men weet
te verhelpen en hoe men ziekten behandeld en
weet te voorkomen.
De verwaarloozing bij het gebruik van de
tanden en kiezen en door het beroep wordt
mede in het licht gesteld.
Hoe ook deze defecten en ziekten hersteld
kunnen worden staat eveneens aangegeven.
Vooral wordt er op gewezen, welke maatre-
gelen men zelf kan nemen om zijn gebit goed
te onderhouden.
Een gebit dlat in goeden staat verkeert is
niet alleen een verhooging van de schoon
heid, maar ook vooral een goed apparaat om
het voedsel fijn te kauwen en goed met speek-
3el te vermengen, wat noodzakelijk is voor de
goede normale spijsvertering.
Een beschouwing van dezen stand kunnen
wij dan ook ten zeerste aanbevelen.
Eventueelen bezoekers ook bewoners
van het platteland worden uitgenoodigd
wordt aangeraden zooveel mogelijk in de
rustige uren te komen, opdat zij dan het beste
geholpen kunnen worden.
Het ontbreekt ons aan tijd en plaatsruimte
om uitvoerig te zijn, doch misschien hebben
w. nog wel eens gelegenheid om op het
groote belang dezer stand te wijzen.
Stand 3, (in het bijgebouw) is die van de
Vereeniging tot bevordering van Slechthoo
renden.
Wij kunnen iederen S. H. en alien, die op
eenigerlei wijze de belangen der S. H. ver-
zorgen, ten zeerste aanraden deze belangrijke
stand te gaan bezoeken.
Alle instrumenten, waaronder de aller-
nieuwste, ten gerieve der S.H. worden hier
tentoongesteld en desgevraagd mogen zij
ook geprobeerd worden of mee naar huis ge
nomen voor proef.
De amusementen.
De tent voor de amusementen (een com
plete circustent, met een houten vloer) heeft
een oppervlakte van 750 M2 met een foyer
nier haar lof niet onthouden.
U beweegt u zeer gemakkelijk in ge-
zelschap, juffrouw Boisjolien u weet
met heeren om te gaanIn kleine provin-
ciesteden zou dat verkeerd worden uitgelegd
en mijn arme dochters missen uwe onder-
vindingMaar ik zou gaarne zien dat ze
trouwden en zoodra het gaat om het kiezen
van een vrouw, zijn de jongelui meer gesteld
op bescheidenheid dan op ongegeneerdheid
zelfs tegenwoordig!"
„Dat noemt men een koudwaterstraal he
Kerjean! Maar mijn „ongegeneerdheid"
trekt zich daar niets van aan. De onvriende-
lijke opmerkingen en verdachtmskingen van
mevrouw Chardon-Pluche laten me nog a'
koud. Soms vind ik die zelfs vermakelijk.
Hoe zou je je kunnen boos maken, als ze b
v. het volgende zegt:
U moet het wel akelig vinden, terwijl
u in den rouw bent, zoo'n opvallende gelaats-
kleur te hebben, juffrouw Boisjoli. 't Is zoo
prettig om onopgemerkt zijns weegs te gaan!
of wel, minder direct, en als spreuk inge-
kleed
Niets is meer betreurenswaardig voor
een arm, jong meisje clan mooi te zijn en
niet een gezicht overeenkomstig haar positie
te hebben."
„Je hebt me wel eens iets dergelijks ge
zegd, Kerjean! Maar jij betreurde mijn
positie en mevrouw Chardon-Pluche mijn
gezichtWel een tikje verschil, niet waar?,
(wordt yeryolgd)'.