Alkmaarsche Gourant FEUILLETON. De Reisjgenoote. He Witte Ertsis-feesten. Donderdag 17 September. Stadnieuws. Volksuniversiteit. No. 219 1925 Honderd Zeven en Twintigste Jaargang, JAN, JANNETJE EN HUN JONGSTE KIND. Dat was het onderwerp, waarover in de Kapelkerk gisteravoiid gesproken werd door ds. Westmijse van Drachten, ter herdenking van den dood op den brandstapel van Jan de Bakker, nu '400 jaar geleden. De kerk was stampvol. Nadat gezongen waren het eerste en het laatste vers van Gezang 7 en het „Ja, overal is God" nauw was weggestorven, ving ds. Westmijse aan met te zeggen: Dat heeft 400 jaar geleden ook die 27-jarige jonge man on- dervonden, in den Haag. Daarna heette spr. alle opgekomenen welkom, er op wijzende, dat de Jan de Bakker-samenkomsten aller- wege honderden menschen deden bijeenko- men. Spr. sche'tste dan, hoe het bestuur der Evangelische Maatschappij in devotie de plaats bezocht waar Jan de Bakker het leven Jiet. Overal in den lande luisterden vele dui- zenden op de samenkomsten en bovendien hadden nog velen zich kiaar gemaalct om per radio de redevoeringen te hooren. Daarom is het zoo klein gedoe, dat het „neutrale" om- roepstation Hilversum de uitzending staakte, toen spr. Dinsdagavond een rede hleld voor de radio. Spr. protesteerde daar tegen en .wekte op tot protesten. De Protestanten von- den het toch ook niet ontoelaatbaar, toen ver- leden jaar de Roomschen hun eucharistisch congres hielden. Spr. concluderde, dat Rome zich wel erg zwak moetv oelen, als het een Jan de Bakker-lezing vreest. Spr. wilde nu zooveel mogelijk woorde- 1 k dezelfde rede houden als te Hilversum en schetste dan de korte inleiding, de jeugd en het leven van Jan de Bakker, die geboor- tig in Woerden en voor zijn geestelijke oplei- dlng naar Utrecht werd gezonden, waar hij ter school ging bij Hinne Rode. Deze bleek echter niet vast meer in de Roomsche leer en bracht andere denkbeelden in den knaap, die toen op bevel z.ns vaders naar Leuven moest om verder te studeeren. Echter, de nieuwe denkbeelden bleven Jan bij. Hij bleef hopen op de hervorming binnen het raam der R. K kerk en daarom volgde hij toch zijn geeste lijke roeping. Hij werd aanvankelijk geeste lijke te Woubrugge en daarna op verlangen van Woerden's ingezetenen, onder-pastoor in zijn geboorteplaats. Daar deed Jan een stout stuk: hij trouwde, een echt huwelijk uit lief- de. En toen de pastoor stierf en een ander diens plaats kwam innemen, een man die erg star was in de Roomsche leer, werd dit hu welijk Jan zeer kwalijk genomen, evenals al zijn kettersche denkbeelden. Hij en z.n vrouw werden ten slotte van hun bed gelicht en ge- vankelijk naar den Haag gebracht. Spr. zag in de geschiedenis van Jan de Bakker een aanleiding om te protesteeren te gen den Jan Saliegeest, die veelal zich doet kennen. Een zeer groot deel van Nederland ge- denkt thans een zijner groote Janncn, n.l. Jan de Bakker, maar de 270 R. K. organen hebben er over gezwegen, ondanks hun door pater Kruitwagen hooggeroemde „slagvaar- digheid". (Toen spr Dinsdagavond zoover was, werd het toestel, dat zijn rede zou overbren- gen, uitgeschakeld). Maar, zei spr., worden Protestantsche ooren dan nooit gekrenkt door Roomsche le- zingen Wij staan in ons oordeel over het verelden ruimer dan Rome, vervolgde spr. Het ge- beurde te Gorinchem betreurde hij en het was goed, dat Prins Willem daarover terstond een oooze brief richtte aan Sonoy. Het was daar het optreden van een hoofdman, maar het vorogevallene met Jan de Bakker en zooveel anderen was het werk van de overheid en dat noemde spr. juist het ergste. En hij con- stateerde, dat thans nog Rome zich op het standpunt stelt, dat ketterij vervolgt moet worden. In dit verband haalde spr. het arti- kel aan van F. S. in het Noordholalndsch Dagblad. Spr. stelde daar tegenover, dat van Protestantsche zijde het ombrengen van Katholieken is afgekeurd (door prof. Bavinck o a. te Geneve bij de onthulling van een ge- denkteeken voor Servet). Van R. K. zijde ech ter ziet men nooit zulk een goed gebaar. Spr. wees er op, hoe in Belgie zelfs de R. K. overheid 2 V< jaar stond tegenover de herdenking van twee Protestantsche marte- laren en betreurde het, dat in het Protestant sche Nederland de overheid niet alzoo durfde optreden. Dat is een van deg evolgen van de coalitie. zei spr. Ds. Westmijse ging dan voort met de ge schiedenis van Jan de Bakker, diens verblijf Roman. (Uit het Fransch van Guy Chantepleure). Geautoriseerde verialing van W H C 28) „De goede Marcelle is altijd stom ver- baasd over alles, wat ik zeg: Wat bent u toch amusant, juffrouw Boisjoli! U hebt altijd van die ideen, die mij nooit zouden invallen." En zelfs de trotsche Edmee vroo- lijkt wel eens op en dan is ze in een goed humeur en gewoon. Als we al te luidruch- tig lachen, wordt mevrouw Chardon-Pluche boos en zegt dat dat niet „behoorlijk" is, maar Edmee haar lieveling weet haar met een enkel woord weer goed te krijgen En dan beginnen we van voren aanis het niet vreemd, Kerjean, dat ik nog zoo kan lachen? „Marcelle is altijd vriendelijker en spraak- zamer dan Edmee. Ze heeft me in vertrou- wen verteld dat haar moeder zich te Parijs had gevestigd, in de hoop dat haar dochters een goed huwelijk zouden doen, omdat er in Saint-Placide-en-Bray geen geschikte partij te vinden was, die het door den vader nage- lafen fortuin waardig werd gekeurd. „Ze voegde er met haar gewone ongekun- stekiheid aan toe: In" den kerker en zijn verhooren door de m- quisiteurs, wier debathandigheidjes afstuitten op de voliiarding vari den ex-priester. Spr. beval ernstig aan de lezing van het door de Evangelische Maatschappij hierover uitgege- ven boekje. Jan de Bakker was geen bloo-Jan en wij eeren hem thans, 400 jaar na zijn dood, nog Spr. vertelde een en ander van die verhooren en deelde het antwoord van den beklaagde mee, waaruit diens vaste vertrouwen bleek, dat het hem niet slecht zou gaan. Ondanks de ontwijding, bleef Jan de Bak ker vol vertrouwen op God en zelfs het zakje buskruit op zijn borst en de vlammen van den brandstapel konden hem niet deren. Met een vromen glimlach op de lippen stierf hij, alsof hij, gelijk de geschiedschrijver neer- schreef, ter bruiloft ging. Na een korte pauze, gedurende welke het orgel speelde, constateerde ds. Westmijse, dat Jantje Precies ook bij de terechtstelling te- genwoordig was, getuige de rekeningen, in- gediend door alien die daaraan medewerkten: rekeningen voor spijkers, elzetakken (die lang- zaam branden), wijn voor de biechtvaders, enz. Overal zijn en waren allerlei Jannen, zei sprk., die echter hoopte dat er geen Jan de Huichelaar in de kerk aanwezig zou zijn. Wij gedenken thans alleen den grooten Jan den gelofsheld, Jan de Bakker. Spr. waarschuw- de tegen gestdrifte waarvan de geest spoedig vervliegt en dan aalleen drift overblijft. Geschiedenis is het gebeuren van het he- den. Laten wij niet verheerlijken de idealis- ten van vroeger en tegelijk met steenen wer- pen die van thans, zooals de strijders voor ontwapening. Wij moeten alien internationaal werken voor het Christendom en spr vond het daar om zoo heerlijk, rat Nederland in de dagen van Jan de Bakker zonder chahvinisme zong: „Mijn schild ende betrouwen zijt gij o God mijn Heer". Als wij zoo positief zijn in onze overtuiging, mogen wij nooit haat koes- teren tegen de Roomsche, maar hun veeleer beklagen. Zij mogen het op prijs stellen, dat het bloed der martelaren hun vrij'heid gaf in Nederland. En als de vinger van Rome dan wat lang wordt (als te Hilversum) protes- teere men als een Jan Kordaat, strijdend voor het belang van Jan en Jannetje ban- nend den Jan aliegeest uit ons Protestantsch bewustzijn. Spr. eindigde met een: Immanuel, God met ons. Als slotzang werd staande gezongen het vierde couplet van Gezang 156. Aan den uit- gang werd een schaalcollecte gehouden ten behoeve van de Evangelische Maatschappij. (Slot.) In den cursus over Opvoedkunde handelde de heer D. L. Daalder over: Jeugd, Tucht, en Verband tusschen school en huis" in een zes-tal avonden. Van de gelegenheid om vra- gen te stellen, werd door enkelen gebruik ge- maakt de belangstelling in de onderwerpen bleek te gaan in stijgende lijn. De cursus over Nederl. letterkande, gege- ven door den heer H. Robbers in 6 avonden bleek het grootste aantal van cursisten tot zich terug te trekken. Al liep dit aantal door allerlei omstandigheden, een ietsje terug, aan- frekkelijk bleek (naar aanleiding van de vraag: Wat en Hoe te lezen?) het uitbeelden van persoonlijkheden, waarbij de schoonheid van proza en poezie een treffende aansluiting vormde. De heer L. Groen gaf in 7 lessen een cursus over Bouwkunst, met lichtbeelden. Het aantal cursisten bleef vrijwel constant. Bedoeling was een inzicht te geven in het karakter der verschillende bouwstijlen, bij de Egyptenaren, Grieken, Romeinen; de Gothiek en Renaissance-stijl en hedendaagsche bouw- stijl. Een rijke verscheidenheid, waarvan veel te leeren viel. De leiders der cursussen in vreemde talen ondervonden sterk de moeilijk- heid van hun onderwerp te geven voor leer- lingen van allerlei ontwikkeling; toch getui- gen de verslagen, die wij ontvingen ten aan- zien van den cursus Fransch (leider R. Wiar- da) over de Fransche cultuurgeschiedenis na 1S70, van den cursus Duitsch (leider G J Struijk) over „Goethe", van den cursus En- gelsch (leider A. van Meir), over Middel- eeuwsche Engelsche letterkunde, van waar- dc-ering voor het werk, door de leiders er aan besteed. Voor het vervolg zullen deze cur sussen alleen voor hen, die verdere ontwikke ling dan L.-S hebben genofen, worden ge geven (B.-cursussen). Een cursus van bijzonderen aard was die van Prof. B. Becker, een Rus over de Rttssi- sche revolutie; eerst de Russische geschiede nis tot 1912, daarna het begin van den we- reldoorlog, vervolgens het sovjet-Rusland, de overwinning der Bolsjewiki, en ten slotte, na de persoonlijke ervaring omtrent het le ven in Petrograd: de toestanden sedert 1921. Van een ooggeiuige, op onbevooroordeelde wijze, inzicht te ontvangen omtrent toestan den, waarover veel verwards en onzekers Edmee is mooier dan ikMaar omdat ik geld heb, niet waar, zal er toch wel iemand om mij komen O, als ik eens een gouverneur van een departement(!!!) kon krijgen! „Ik heb er drie uitroepteekens bij geplaatst maar ik zou er een dozijn noodig hebben, als ik den toon had willlen weergeven, waarmede „In't gansche huis is zij, geloof ik, de ee- nige, die van me houdt. „Mevrouw Chardon-Pluche hindert me. Het kost me moeite om niet brutaal jegens haar te worden. Eergisteren verklaarde ze me dat mijn hoed te groot en mijn haar te blond was en dat het niet „netjes" was om zoo met jonge meisjes uit te gaan. Met niet meer dan zeer matigen eerbied deed ik haar opmerken dat het mijn eigen haar was en dat ik dus de kleur er van niet Icon verande- ren en dat mijn andere hoed nog grooter was dan deze. Toen kneep ze haar lippen op elkaar en raadde me aan mijn haar te ohen met brillantine om het donkerder te ma- ken en o, schrik! ze deed me een klei- nen hoed van krip van haar zelf cadeau, dien ze voor haar weduwvrouw niet streng genoeg vond en ze verzocht me „dien, ten minste als ik met haar "dochters uitging, te dragen" "j evenveel bescheidenheid als beslist- hetd heb ik geweigerd mijn haar met bril lantine te olien, maar met een niet onver- dienstelijke onderworpenheid heb ik't hoedie neerscht, dat was voor onze Volksuniversiteit een biizondere attractie, voor de cursisten een eenige gelegenheid, die, zij het ook in kleiner getale, dankbaar is gewaardeerd. Van waar- deering gewaagt ook het verslag van den cursus ,4e Productie, in Nederlandsch-Indie gegeven door dr. E. C. J. Mohr. Deze cursus ging uit van het Koloniaal Instituut. Na de algemeene bescihouwingen als topografie, geologie, klimaat en bodera, de bronnen van energie, minerale productie; steen, bouwmate- rialen, mijnbouw; plantaardige productie, dierlijke productie, verdelingsnijverheid. Een en ander door lichtbeelden gei'llustreerd. Aan het Koloniaal Instituut, dat ons tot het geven van dezen cursus in staat stelde, onzen har telijken dank. Wij stelen ons van de samen- werking met dit lichaam ook voor de volgende jaren veel goeds voor. De cursus „Evolutie in Plant- en Dierkun dewerd gegeven door den heer F. H. Masch haupt. De eerste avond was gewijd aan het versohil tusschen plant en dier; den tweeden avond werd een historisch overzicht gegeven van de natuurwetenschappelijke ontwikkeling in derde les werd de biogenetisehe grondwet behandeld en de evolutie-theorie besproken, terwijl in het vierde samenzijn het Darwinis me is ter sprake gebracht, een en ander met lichtbeelden verduidelijkt. Zoowel uit het ver slag van dezen cursus, als die van de andere is het bestuur gebleken, dat dit eerste jaar alle voorspellingen ten spijt, er een is,waar- op wij met dankbaarheid mogen terugzien. Leden-avond. Het bestuur heeft gemeend, een avond te moeten geven, uitsluitend toegankelijk voor de contribuanten. Op dezen avond, 23 April 1925, werd een film, wewillend afgestaan door het Koloniaal Instituut, in beeld ge bracht, voorstellende: „grepen uit het Indi- sche leven". Dr. Mohr gaf op aangename en vlotte wijze van een en ander nadere ver- klaring. Ongeveer 200 leden woonden deze samenkomst bij, enkele nieuwe leden werden gewonnen. Financien. De finantieele uitkomst over dit eerste werkjaar mag niet onbevredisrend worden ge- noemd. Met een klein batig saldo. waarvan het bedrag thans nog niet precies is te zeg gen, hoopt de Volksuniversiteit haar tweede werkjaar in te gaan. Deze uitkomst is te dan- ken, behalve aan het feit, dat dit eerste jaar liep van 1 Januari31 Augustus 1925, aan de velen, die de Volksuniversiteit een warm hart toedragen. Wij denken aan de welwillen- de houding van Burgemeester en Wethouders, die localiteiten en billijke voorwaarden te onzer beschikking stelden, aan het bestuur der Openbare Leeszaal, dat boeken, door cur- susleiders aanbevolen, aanschafte, aan den steun van de pers, met name de ..Alkmaarsche Courant", en zeker niet het minst aan de te- gemoetkomende wijze, waarop cursusleiders het belang der Volksuniversiteit indachtig zijn geweest. Slotopmerkingen. Begonnen met ongeveer 100 contribuanten en 14 vereenigingen, bedraagt het aantal der contribuanten op 31 Augustus 1925 (dank zij mede aan de propaganda-commissie) 307 en 35 vereenigingen, terwijl een 4-tal begun- stigers, en een 9-tal gemeenten door jaarlijk- sche contributie hun daadwerkelijke steun aan de Volksuniversiteit bewijzen, van dit eerste jaar is meer uitgegaan, dan algemeen werd verwacht, 10 cursisten konden door- gaan, 452 cursisten konden ingeschreven worden, van geen enkelen cursus kon gezegd worden: Hij is niet geslaagd. Maar al is de ze vooruitgang bemoedigend, toch zijn wij nog niet, waar wij graag zouden willen ko men. Zal de Volksuniversiteit kunnen geven, wat redelijker wijze van haar kan worden verwacht, dan moet het aantal contribuanten sterk toenemen, het aantal cursussen uitge- breid, dec ursus-leiders behoorlijk gehono- reerd, terwijl ook voor de noodige attractie moet worden gezorgd. Daarvoor is veel belangstelling en veel geld noodig. Wordt daarom, voor zoover gij het nog niet zijt, lid der stichting, en voor zoover gij het zijt, spoort anderen aan om lid te worden. Elk lid brengt een ander lid aan. Eerst dan zult ge kunnen zeggen, dat gij Uw plicht hebt gedaan tegenover deze nutti- ge instelling. De tentoonstelling. In aansluiting' met hetgeen wij gister schreven deelen wij mede, dat men aanvan kelijk gemeend had de tentoonstelling in de Harmoniezalen te kunnen organiseeren. De belangstelliing voor de tentoonstelling bleek echter al spoedig zoo groot, dat een belangrijke uitbouw noodzakelijk was. Deze werd opgedragen aan den heer Joh. Apel- doorn, die in een zeventa! dagen op voorbeel- dige wijze de gebouwen op het Doelenveld deed verrijzen, zoodat thans over ruim 2000 M2 overdekt teiTeiim beschikt kan worden. Hierdoor werd het mogelijk aan een 72 „Ik wil je wel bekennen, dat ik me dade- lijk had voorgenomen om dien hoed, door er handig een deukje aan te geven, presentabel te makenZoodra ik alleen was, heb ik er de gesp, de gedraaide franje en rosetjes afgetrokken, aan den eenen kant het ijzer- draad er pit gehaald en dat er aan de an dere zijde weer in gezet, het krip hier wat op- genomen en daar wat platter gelegden weldra was ik in 't bezit van een aardigen tulband, die nu wel niet van een eerste mo diste afkomstig was, maar die en daar was het me om te doen er niet uitzag of hij van mevrouw Chardon-Pluche was ge weest en die me heusch heel' goed stond. „Toen ze me, met dien hoed op, zag, kreeg ze weer haar fijnen glimlach op haar ge- zicht 't Spijt me, juffrouw, zei ze, dat u 't niet noodig hebt geacht, den hoed te dragen, dien ik. u heb gegeven „Vol onschuld keek ik haar aan. Maar mevrouw, dien draag ik wel 't is deze. „Mevrouw Chardon-Pluche's blik was vol verbazing en ze zei met haar scherpe stem Ik herken hem niet meerHij ziet er op uw hoofd heel anders uit dan op het mijne „Goddank wel! „Goeden nacht, Kerjean 't Slaat twaalf uuren mijn brief wordt dwaas't Is tijd dat ik afscheid van je aeem, vindt je niet? „Als altijd je phyi. stands plaats op de tentoonstelling te ver- leenen. Niet minder dan 25 inedailles en wel de volgenden werdfen beschikbaar gesteld. H. M. de Koningin. zilveren medaille. Z. K. H. de Prims der Ned., zilv. medaille. Burgemeester Alkmaar, verg. zilv. med Mr. H. A. J. M. Kustcrs, verg. zilv. med. Eere-leden der Noordholl. Ver. Het Witte Kruis, gouden medaille. Mevrouw Looman, zilveren medaille. Dr. H. H. F. Bekenkamp, Inspecteur Volksgezondheid, Groningen, bronz med. Dr. Van Dam, Alkmaar, verg. zilv. med. Rusthuis Vechtoever Maarsseveen, verg. zilv. medaille. Hoofdbestuur der Noordholl. Ver. Het Witte Kruiis, gouden medaille. Hoofdbestuur der Noordholl. Ver. Het Witte Kruis, verguid zilveren medaille. H. FI. Kortebos, Rijssen, verg. zilv. med Dr. Jac. Degeuaar, Alkmaar, verg. zilv. medaille. Gemeentebestuur, Alkmaar, zi'lv. medaille. Afdeeling Amsterdam Het Witte Kruis, verguid zilveren medaille. Dr. Spanjaard, Amsterdam, zilv. med. Ds. F- C. Fleischer, Utrecht, verg. zilv. medaiUle. Verepniging V. V. V., Alkmaar, verg. zilv. medaille. Commissaris der Koningin, Noordholland, verg. zilveren medaille. H. M. de Koningmoeder, zilv. medaille. Gemeente Amsterdam, zilv. medaille. D. Govers, Voorz. Afd. Alkmaar Holl. Maatsch. v. Landbouw, verg. zilv. medaille. Dr. van der Hoeve®, Eefde bij Zutphen, zilver'en medaille. B. H. J. Sehouten, Seer. V. V. V., Alkmaar, verguid zilveren medaille. Bestuur der A. N. V. Het Groene Kruis, Utrecht, gouden medaille. Het werk van de jury (bestaande uit de heer Dr. J. van Dam, voorz., mej. A. G. van Hulst, Utrecht, en de heeren Ir. D. B. Schild, Haarlem, G. Versteeg, architect Amsterdam en Arthur Verbeeck, kunstschilder te Bergen) werd hierdoor vergemakkelijkt, aangeziemi het nu mogelijk werd aan een van dte drie in- zenders een ondterscheiding toe te kennen. Lijst van Standhouders op de tentoonstelling in het gebouw der Harmonie en bijgebouwen. No. 110. Stand van het Hoofdbestuur omvattende het volgende: Herstellingsoord „Heideheuvel" te Hilver sum; Idem voor mannen en jongens „Bosch en Heide" te Blaricum; Rusthuis voor ver- pleegsters „Vechtoever" te Maarsseveen; Ont- smettingsdienst te Alkmaar; Ontsmettings- diensten te Hilversum en Haarlemmermeer; Zuigelingenbescherming: Moeder- en Baker- cursus; Wijkverpleging; Auto-, Ziekenvervoer en Nachttelefoondienst; Ziekenrijtuigeii1; Be- strijding der Tuberculose. No. 11. Veiligheids-illustraties. No. 12. Verbandstoffen der firma van Lin- telo de Geer, Utrecht. No. 12a. Intern-Radium Syndicat a/s Ko- penhagenAmsterdam, Emmastraat 10, Tel. 20 180. Koninkl. gepatenteerd Radium-Zout. No. 13. Ned. Electr. fabriek van Chir. in- strumenten der firma Hendriks en van Steen- bergen, Amsterdam. No. 14. Sputokrimp van de N.V. Utrecht- sche asfaltfabriek. No. 15. N.V. Eerste Ned. Fabriek van Sta- len Gezondheidsmatrassen „Auping" Deven- ter. No. 16. Kon. Fabriek van Verbandstoffen N.V. v.h. Utermohlen Co., Amsterdam. No. 17. Tandheelkundige Verzorging Utrecht. No. 18. Tuberculose. - No. 19. Kwakzalverij. No. 20;. Instrumenten van den heer J Schijfsma te Leiden. No. 21. Centraal Bureau van Statistiek. No. 22. Flyosan voor muggen- en vliegen- verdelging enz. van de firma J. B. Wijs en Zoon, Amsterdam. No. 23. Gezondheidsraad. No. 24. Malariabestrijding door de bevol- king. No. 25. Keuringsdienst vooi' Waren, dis trict Alkmaar. No. 26. Slachthuis der gemeente Alkmaar No. 27. Radio-installatie voor draadloozen omroep te Hilversum. No. 28. A. N. V. „Het Groene Kruis." No. 29. „Witte Kruis", afdeeling Alk maar. No. 30. Kamerschermen, S. I. de Vries, Hoorn. No. 31. Prijzen voor de verloting. No. 32. Jac. Met's Auto's voor Ziekenver- pleging met brancard Holtkamp. No. 33. Lighallen. Finna Imito en de Specht, de Bil-t. No. 34. Ziekenrijtuig van het Witte Kmis te Westwoud. No. 35. Auto's van de Ontsmettingsinrich- ting te Hilversum. No. 36. Matrassen en dekens. Gebr. Lust, Alkmaar. Parijs, 18 October. „Beste Kerjean. „De dagen volgen elkaar op, en al lijken ze niet vclkomen op elkaar, toch moet ik bekennen, dat ze onderling wel een familie- trek gemeen hebben. Maar een beetje philo sophic en van tijd tot tijd de tooverstaf van die goede fee, die, ik weet niet hoe, soms voor mij het uiterfijk der dingen zoo kan wijzigen, helpen me aan de dagen een vrfen- delijk uiterlijk te verleenen. „Zondag zijn Marcelle, Edmee en ik op bezoek geweest. We waren uitgenoodigd den namiddag „zoo maar, heel gewoon" we- gens den rouw te komen doorbrengen bij mevrouw Desroches, een vriendin van me vrouw Chardon-Pluche, die eenige jorigelui, heeren en dames, bij zich had gevraagd. „Ik vond het zeer genoegelijk!Er werd niet gedanst, maar wel gepraat, muziek ge- maakt, vraag-en-antwoord-spelletjes gedaan en ik geloof ook wat geflirtGewoonlijk geef ik maar matig om flirten, dat weet je wel, Kerjean, maar ditmaal, nu ja, vond ik het wel prettig... De jongelui schenen me aardig te vinden, vooral een knappe cadet uit Saint-CyrIk was blij en zei tot me zelf: „Ik ben dus toen een jong meisje, net als de anderen't Staat dus niet op mijn voorhoofd te lezen, dat ik maar een wandel- juffrouw benMevrouw Chardon-Plu che, die me steeds dezelfde groote portie zure sympathie tocdraagt, heeft me op haar nia- No. 37. Ledikanten en Matrassen. Firma I ioltkamp te Deventer. No. 38. Buitengewoon lager onderwijs te Alkmaar. No. 39. Ver. tot bevordering der belanger. van Slechthoorenden. No. 4042. Electriciteitswerken fa. Sie mens en Halske den Haag, clectrisch bedrijf gemeente Alkmaar. Provincial Water- voorziening. No. 43. Reizend drankweer-museum. No. 44. Celotex. Producten en grondstof- fen H. M. I J.. Amsterdam. No. 45. Magazijn Senco Verband- en Ver- plegingsartikelen, Amsterdam. No. 46. Muggenverdelging firma G. F. J. Herle te Amsterdam. No. 47. Limonade's. No. 48. Nutricia art. en eigen verpakte artikelen. Firma H. Haijtema Pz., Alkmaar. No. 49. Fabriek van Maggi-Voedingsmid- delen filiaal A'dam. No. 50. Molenaar's Kindermeel, West- zaan. No. 51. M. Oostwoud, Franeker. Zieken- transportmiddelen, Raderbrancards, Invali- dewagens. No. 52. Sanitaire artikelen. W. F. Adolf, Alkmaar. No. 53. Norit-Maatschappij, Amsterdam. Waterfilters. No. 54. Rietmeubelfabriek firma C. Bij- voet. Ligstoelen, Alkmaar. No. 55. Electro-technisch bureau Bernard de Graaf. No. 56. N.V. Electro-lux, Alkmaar. No. 57. Verzameling bijeengeforacht doo« de Alkmaarsche Huishoud- en Industrie- school. No. 58. Orthopaedisch schoenwerk Firma H. de Raat, Alkmaar. No. 59. Volksbond tegen drankmisbruik. No. 60. Firma S. Krom, Chemische Was- scherij, Tapijtreiniging, Alkmaar. No. 61. Turnartikelen firma Vroom en Dreesmann, Alkmaar. No. 62. Boekhandel firma Jung en v. d. Hoek, Alkmaar. No. 63. Turnartikelen firma Vroom en Dreesmann, Alkmaar. No. 64. Schertsartikelen. No. 65. Champagnetent in de Feesttent. No. 66. Fruithandel J, v. d. Pol, Alk maar. No. 67. Sigarenstand in de Feesttent. No. 68. Bloemwerken van de firma Tee- rink. No. 69. Sanitaire vloeren firma Volking Co., Amsterdam. No. 70. Vereenigde Brandstoffenhandel Alkmaar. No. 71. Veiligheids-illustraties. De stand van de Ned. Vereeniging tot be- strijding van het tandbederf (beschernrvrou- we H. M. de Koningin-Moeder) is zeer leer- zaam. Men staat hier voor een museum, waa: men de normale kiezen in hun geheelen bouw kan zien. Men vidt hier zoowel modellen in natura ais vergroot. Verder laat men zien in keurige vergroote modellen welke aangeboren defecten men weet te verhelpen en hoe men ziekten behandeld en weet te voorkomen. De verwaarloozing bij het gebruik van de tanden en kiezen en door het beroep wordt mede in het licht gesteld. Hoe ook deze defecten en ziekten hersteld kunnen worden staat eveneens aangegeven. Vooral wordt er op gewezen, welke maatre- gelen men zelf kan nemen om zijn gebit goed te onderhouden. Een gebit dlat in goeden staat verkeert is niet alleen een verhooging van de schoon heid, maar ook vooral een goed apparaat om het voedsel fijn te kauwen en goed met speek- 3el te vermengen, wat noodzakelijk is voor de goede normale spijsvertering. Een beschouwing van dezen stand kunnen wij dan ook ten zeerste aanbevelen. Eventueelen bezoekers ook bewoners van het platteland worden uitgenoodigd wordt aangeraden zooveel mogelijk in de rustige uren te komen, opdat zij dan het beste geholpen kunnen worden. Het ontbreekt ons aan tijd en plaatsruimte om uitvoerig te zijn, doch misschien hebben w. nog wel eens gelegenheid om op het groote belang dezer stand te wijzen. Stand 3, (in het bijgebouw) is die van de Vereeniging tot bevordering van Slechthoo renden. Wij kunnen iederen S. H. en alien, die op eenigerlei wijze de belangen der S. H. ver- zorgen, ten zeerste aanraden deze belangrijke stand te gaan bezoeken. Alle instrumenten, waaronder de aller- nieuwste, ten gerieve der S.H. worden hier tentoongesteld en desgevraagd mogen zij ook geprobeerd worden of mee naar huis ge nomen voor proef. De amusementen. De tent voor de amusementen (een com plete circustent, met een houten vloer) heeft een oppervlakte van 750 M2 met een foyer nier haar lof niet onthouden. U beweegt u zeer gemakkelijk in ge- zelschap, juffrouw Boisjolien u weet met heeren om te gaanIn kleine provin- ciesteden zou dat verkeerd worden uitgelegd en mijn arme dochters missen uwe onder- vindingMaar ik zou gaarne zien dat ze trouwden en zoodra het gaat om het kiezen van een vrouw, zijn de jongelui meer gesteld op bescheidenheid dan op ongegeneerdheid zelfs tegenwoordig!" „Dat noemt men een koudwaterstraal he Kerjean! Maar mijn „ongegeneerdheid" trekt zich daar niets van aan. De onvriende- lijke opmerkingen en verdachtmskingen van mevrouw Chardon-Pluche laten me nog a' koud. Soms vind ik die zelfs vermakelijk. Hoe zou je je kunnen boos maken, als ze b v. het volgende zegt: U moet het wel akelig vinden, terwijl u in den rouw bent, zoo'n opvallende gelaats- kleur te hebben, juffrouw Boisjoli. 't Is zoo prettig om onopgemerkt zijns weegs te gaan! of wel, minder direct, en als spreuk inge- kleed Niets is meer betreurenswaardig voor een arm, jong meisje clan mooi te zijn en niet een gezicht overeenkomstig haar positie te hebben." „Je hebt me wel eens iets dergelijks ge zegd, Kerjean! Maar jij betreurde mijn positie en mevrouw Chardon-Pluche mijn gezichtWel een tikje verschil, niet waar?, (wordt yeryolgd)'.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1925 | | pagina 5