A'i
De geheirazinnige zaak op de
Place du Calvaire.
K
1!
d<
d<
g«
H
B
le
W:
lii
H
N
V€
m
In
M
zi'
SI
vo
w<
pe
lit
de
las
de
Oj
ui'
srt!
de
W
Ns
de
m<
ref
zc
ge
kri
tei
-all
Vo;
tei
vo
de
de:
en
C.
de
hei
na
eet
hq
5
lie1
uu
z
ii'S
ten.
jon
-\v<
te
sin
•vai
gei
wd
wc
bij
H.
St«
helj
teij
bri
ma
Lit
pe|
de
me
af
zoi
te
na
tot
teli
tot
lijk
ties':
voe
ae direct em-en, zoozei'de de heer \Vesferhof
tereflit, zijn toch het belangrijkst en de wet-
houders van de bedrijven dienen te staan voor
de werkzaamheden van die bedrijven. Spr.
waarschuwde voor het volgen van een sleur
uit de oorlog'jaren.
Spr. gaf den heer Westerhof in overweging
te doen wat Dordrecht deed tegenover men-
schen die ieder jaar opnieuw werkeloos wor
den. Ook voor dit jaar ging spr. met de bij-
lage mede.
De heer Westerhof verheugde zich er
over, dat de geheele raad mede gaat met
de voorstelten Het gaat alleen maar over
den vorm. In het college bestond nog geen
verschil over de tot nog toe bestaande rege-
ling, al was er wel eens een grensgeschil.
De zaak'is Voorloopig echter gezond, omdat
de aangelegenheid! voorloopig nog bij spr.
behoort.
Spr. deed de toezegging, dat hij zal pogen
een betere oplossing te vinden. Wat Dord
recht. deed komt hem in beginsel rechtvaardig
voor. Dit zal overdacht worden. Er moet ge-
holpen worden, doch de werkverschaffing
mag voor velen niet de tweede baas worden
De heer G 0 v e r s was er ook voor een
betere regeling te treffen. De crisismaatre-
gelen dienen opgeruimd.
Z. h. s. werd het voorstel aangenomen.
VOORSTEL INZAKE JAARWEDDEN
PERSONEEL GYMNASIUM.
In bijlage 127, dien wij Dinsdag publi
ceerden doen B. en W. het voorstel de ge-
maakte regeling in overeenstemming met de
K. B. te brengen.
Conform besloten.
VOORSTEL TOT HET NEMEN VAN
EEN PROEF MET EEN KLASSE MET
GEWIJZIGD LEERPLAN AAN DE 3e
GEMEENTESCHOOL (GEWIJZIGD
DALTONSTELSEL.)
In bijlage 129, die wij gister publiceerden,
stellen B. en W. voor te besluitesni:
1. hun een crediet te verleenen van 600,
ten einde hum in' staat te stellen bij wijze
van proef aan de 3e gemeenteschool in
een klasse een gewijzigd leerplan in te
.voeren overeenkomstig het hiervoor be-
doelde stelsel;
7. de onder 1 vermelde uitgave te zijner tijd
nader te regelen bij suppletoire begroo-
A- ting.
De heer Govers bewonderd'e het voor
stel niet. Hij was er niet voor proefkonijntje
te spelen. De kosten zijini ditmaal' slechts
X 600. Spr. zou zich dus niet verzetten.
Mr. Kuster had! juist met voldoening
kennis van het voorstel genomen. Spr. bradit
den betrokkem ondierwijzer een woordi van lof
voor diens rapport, doch zou gaanne zien
dat de wethouaer en de betrefiende onder-
wijzer ook nog elens elders kekem, desnoods
in het buitenlandL
De voorzitter yond, dat de heeren
Westerhof en Kusters wel eens naar het bui-
tenland konden gaan.
Mr. Kusters bedankte hiervoor.
De heer Westerhof had niets tegen 'n
dergelijk reisje en zou dit overwegen.
Spr. vertrouwde, dat de proef wel zal sla-
gen. Het systeem zal niet worden uitgebreid
voor blijkt, dat het beter is.
Het voorstel werd z. h. st. aangenomen.
(De zitting duurt voort.)
de aandachllg'eenTijFgenTanteerd pistool.
De eenige figuur nog op het schilderij was
'n donker-getint slavenmeisje op den achter-
grond. Bij nader beschouwen bleek 't duide
lijk, dat die figuur nog verre van klaar was
Pelletier, terwijl hij het atelier doorliep en"
uit 'n hoek een. klei-figuur voor den dag
sjouwde, beef toornen over zijn lastig model.
Madame glimlachte flauwtjes, want zij her-
innerde zich heel goed hoe er 'n tijd geweest
was, waarin de schilder geheel andere gevoe-
lens voor't mooie, maar grillige meisje aan-
kweekte. Totdat hij ontdekte, dat Beppo, de
jeugdige Italiaan, die ook wel als model bij
hem stond, 'n grooter plaats wist te veroveren
in't gemoed van de zuidelijke schoone.
Onder druk gepraat plaatste en drapeerde
hij nu de klei-figuur, die den rijken Arabier
moest verbeelden, hierin bijgestaan door Ma
dame. Hij nam van den muur een fraai ver-
sierd Turksch pistool, dat hij in de hand van
de leemfiguur drukte, die in haar stand den
indruk wekte't wapen aandachtig te beschou
wen.
„Mocht Pepita komen, zend haar dan di
rect naar mij, ik wil haar nog eens even de
waarheid zeggen, voor ze verdwijnt voor
goed."
Madame Durand knikte, liep langzaam de
trappen weer af en slofte terug in haar ka
mer.
„He, madame Durand," klonk't even later,
n 't gelaat van den eigenaar van de voile
baritonstem verscheen aan het raam van de
tweede etage.
„Heeft u het rijtuig besteld? U weet toch,
dat mijn trein 2.15 uur vertrekt?"
„Ja, ja, 't komt in orde, meneer Nadier,"
antwoordde de concierge; ,halftwee is de wa-
gen voor."
Meneer Nadier was een van haar prettig-
ste hpurders, met steeds een vriendelijken
lach voor haar, 'n evend contrast met meneer
Pelletier. „n...
„Hoe maakt vriend Pelletier het? Altijd
„razende"? Jammer van den vent met dat
talent!"
„Zoo is't; nu ook weer is hij woedend op
Pepita; zij liet hem vier dagen in den steek
en nu krijgt hij angst, niet tijdig klaar te
van1zijri~cafe~5i~kelklragend.'omhoog: Tft"wrmoed1'a f we de^seKoone^Pepifh v"<5?5v f
Kom gauw, gauwl lets vreeselijks is er morgen ook wel zullen vangen.
gebeurd." Meneer Boron stond daarna met een let-
Meneer Jacquot liep het binnenplaatsje wat geergerde gezichtsuitdrukking op, alsof
over en haastte zich de trappen op. hij deze zaak wel wat al te onbelangrijk voor
,,Kijk het atelier eens in; er is iets vreese- zijn waardigheid vond en reed daarop spoe
lijkt met Pelletier gebeurd."
De cafehouder trad het vertrek binnen, dat
in de zon baadde. De klei-figuur zat nog im-
mer op de bank, gehuld in zware gewaden
dig met zijn satellieten weg.
Den volgenden morgen vond hij op zijn
bureau een rapport, getiteld „de zaak Pelle
tier". Er werd in meegedeeld, dat Pepita den
Enkele schreden verwijderd lag de schilder. vorigen avond nog was aangehouden. Wel
uitgestrekt ter aarde. Zijn linkerhand om- was het eigenaardig, dat zij niet de minste
knelde nog het palet en in de rechter hield hij poging had gedaan zichzelf te verstoppen,
de penseelen. Precies boven zijn hart vertoon- zy was jn haar eigen restaurant aangetrof-
de zich op zijn witte flanellen hemd een groo- {en. Verontwaardigd had zi] alle bekendheid
te, rood bloedvlek, terwijl 'n fijn bloedstraaltje met den dood van Pelletier van zich gewezen.
zachtjes van hem afsijpelde naar den vloer, Boron fronste de wenkbrauwen. Hij hecht-
waar het een bloedplasje vormde, door eenige fe geen waar<je aan Pepita's betuigingen van
onregelmatigheid in den grond. onschuld. Dit had hij wel verwacht, maar
Op den vloer naast de klei-figuur lag het 2jj uiterlijk geen de minste poging had
zware pistoor, dat madame Durand den ar- aangewend om zich te verbergen, kwam hem
tist had zien stoppen in de hand van't leem- vreemd voor. Misschien met de haar eigen
model. Er was niet de minste aanduiding op brutaliteit meende ze alien te kunnen over-
eenige worsteling; het feit dat de schilder zijn hluffen.
benoodigdheden nog hield omkneld wees er- £)e eerste bezoeker was Nadier, die even-
op, dat hij neer was geschoten op 'n moment
dat hij dit 't minst verwachtte.
Meneer Jacquot liep op het lijk toe, boog
zich voorover en lei zijn cor op de borst.
„Alle doktera van de wereld kunnen hem
met elkaar niet meer levend maken, merkte
hij op. Hij is morsdood. Madame, kom ner-
eens weinig nieuws kon brengen, alleen dat
er een hevige twist had plaats gevonden. Pe
pita was maar even boven geweest, daarna
had Nadier haar een eindje meegenomen in
het rijtuig.
Boron dankte den artist, waarna hij Pepita
aan eeh streng verhoor wenschte te onder-
gens aan, laat alles zooals t hier is. Ik ga werp6n. Dat zij wat met den moord te doen
direct de politie telefoneeren. t moest hebben, daarvan was hij overtuigd.
Voor madame z^cr Enkele minuten later verscheen het meisje,
zag en aan alle l^ematen ibeelw^as absoluut meester van zichzelf. Zij bewoog
waarschuwing vniwel overbodig. Zi] s o zich voorwaarts op de eigene gracieuse wijze
aan den drempel van de deur en t was d en nam piaats jn den stoel, haar aangewezen.
lijk, dat niets haar er toe brengen kon met
een stap de plek van de tragedie te naderen.
Zij scheen meer dan begeerig de trappen
opnieuw af te dalen en toevlucht te zoeken iq
haar eigen vertrek. Meneer Jacquot nam haar I arTJbtenaar
op met onderzoekenden blik. Hij zeU was ri y kende pelletier goed?"
oud politie-dienaar, met twintig dienstjaren -- -
achter zich en zijn zenuwen waren wel zoo
sterk als die der arme concierge.
zijn."
„Dat is ook ellendig voor Pelletier," stem-
de Nadier toe, maar al die modellen zijn ten
sotte't zelfde, tenminste de mooie meisjes. Er
was 'n tijd, dat Pepita zeker niet te weinig
hier kwam; dat heeft haar zeker bedorven.
'n Schilder moet nooit een lief je maken van
zijn model; dan is de discipline naar de
maan."
Madame Durand glimlachte bescheiden,
zich herinnerende, hoe weinig Nadier in prac-
tijk bracht wat hij nu verkondigde en de fai
ry ke amourettes, die hij had gehad met de
jonge vrouwen, die voor hem poseerden.
„Maar.... 't is mijn zaak niet. Pelletier
is oud genoeg voor zichzelf te zorgen. O, kijk
eens wat 'n lucht! Bent u zeker dat mijn wa-
gen komt?"
„Wees onbezorgd, meneer Nadier. Ah
voila, Pepita!"
Zij keerde zich tot 'n jong meisje, dat juist
kwam aanloopen.
Pepita was 'n opvallend type van schoon-
heid, product van 'n Moorschen vader en 'n
Spaansche moeder. Zij liep blootshoofd, maar
droeg 'n zwarte mantilla, naar Spaansche
manier vol gratie. Terwijl zij de binnen-
plaats overstak, beet zij met haar glinsteren-
de tanden op den stengel van 'n vuurroode
roos; met langzame, pantserachtige bewegin
gen schreed zij voorwaarts. Haar brutale.
zwarte oogen zochten Nadier.
Bonjour, madame Durand, bonjour Na
dier. Ik ben juist goed op tijd binnen, is 't
niet? En hoe maakt mijn tiran, de schilder, 't?
Ik denk dat hij woedend op me ishij zal
nog woedender zijn als hij hoort, dat ik hee-
lemaal niet meer terug kom. Ik heb 'n af-
schuwelijke scene met Beppo over hem gehad.
Als ik Pelletier nog langer ontmoet, doodt hij
- 1 of hem 6f mij of ons beiden
Het terras van het cafe, dat gelegen was De lach waarmee Pepita deze woorden
op den hoek van het nucroscopisch pleintje, deed vergezellen, toonde wel aan, dat zij de
was geheel verlaten Van tijd tot tijd kwam dreigementen van haar minnaar niet zoo heel
meneer Jacquot, de eigenaar, even in de deur, hra Jsch opnam.
zonder boord en in hemdsmouwen, wierp n js peijetier thuis?"
(Nadruk verboden.)
De „Place du Calvaire", het hoogst gele
gen en kleinste pleintje van Parijs, blakerde
in de Augustuszon. De stad, op 'n xnijl af-
stands, diep-weg gelegen, boodae in 'n rossi-
gen warmte-gloed. waaruit omhoog rezen de
torens van Notre Dame, de vergulden toren
van den Dom des Invalides en de luchtige
spits van den Eifeltoren. Maar, uitgezonderd
het gezoem van legioenen vliegen en van 'n bij
af en toe, werd de stilte door niets verbroken.
Haar zwarte oogen hadden niets van de ge-
wone uitdagende uitdrukking verloren en met
een rustigen blik monsterde zij meneer Boron.
Na enkele gebruikelijke vragen, vroeg de
,Ik zal den kellner zenden met 'n flink
glas cognac, madame, zei hij, je hebt dat
noodig, mensch."
Madame knikte dankbaar en kort hierna
liet zij zich wegzakken in haar breeden fau-
teuil. Even later werd het glas likeur bezorgd
met de mededeeling, dat meneer Boron, hoofd
der politie, in aantocht was.
Kort daarop Teed 'n zware auto de Pace
du Cavaire op met de heeren Boron, Orsin.,
een der voornaamste detectives, en Blanc, den
secretaris.
Meneer Boron, uiterlijk 'n onopvallende
man van middelbare grootte, donker haar en
oogen, verried door niets, dat hij het hoofd
was der Parijsche politie, dan misschien al
leen door 'n zeer beslist optreden, met uiterlijk
gezag.
Hij liep de binnenplaats over naar de plek
van het onheil. Bij de deur van het atelier
trad hij alleen binnen, nadat hij de andere
heeren verzocht had te willen wachten. Nauw-
keurig onderzocht hij de gapende wond bij
het hart van den schilder. Even scheen hij
verbaasd over de grootte, totdat zijn blik yiel
op het pistool in de buurt.
Hij bezag aandachtig het wapen van Oos-
tersche afkomst, dat een grooten, zwaren ko-
gel kon bergen. In de laad-opening lei hij,
om te meten, zijn wijsvinger, die zwart van
het poeier werd. Hij legde 't wapen op de
tafel en bezag het wapenrek, waar hij een
dito ontdekte. Hij nam 't van den muur, en
Boron Veref opgewonden. „Tlc fieb het, lie
?en zeker, ik heb het!" juichte hij. Haastig
maakte hij zijn aanstalten tot vertrek en spoe-
dig daarna bevond hij zich op zijn bureau te-
Haar gezicht versomberde.
„Ik poseerde voor hem."
„Was hij op u verliefd?"
zijn verliefd op me."
„Niet meer dan alle anderen zijn. Allen
Pepita keek Boron met zekeren humor aan.
„Ik wensch geen bijkomstigheden. Ik vraag
u opnieuw, was Pelletier verliefd op u?"
„Welnu, ik geloof wel, dat hij op mij ge-
brand was, maar't ging ook zoo snel voor-
bij; ik veronderstel, dat hij achter mijn stre-
ken kwam," voegde Pepita er nadenkend aan
toe.
„Heeft uw andere minnaar, Beppo, ge-
dreigd Pellerier te dooden?"
„Ik geloof van wel. Hij is altijd dreigend
met te zullen dooden, of zichzelf, of mij, of
een ander, naar wien ik een enkelen keer zou
kijken. Maar ik ben niet bang voor hem. Ik
ben volkomen in staat voor mezelf te zor-
gen."
„Maar de kwestie, geldt niet u. Weet u dat
Beppo u giiteren gevolgd is, toen u naar
Pelletier ging? Nadat u was heengegaan, is
hij Pelletier's kamer binnengeloopen en heeft
hem doodgeschoten."
Het effect van deze overrompeling, die geen
ondergrond had, was nihil. Pepita keek hem
aanvankelijk in hoogste verbazing aan.
„Wat zegt u?" vroeg zij, toen zij, toen zij
op adem was gekomen.
Meneer Boron herhaalde zijn uitspraak.
Pepita barstte in 'n scbaterlach uit.
„0, 0! Beppo is voor een paar weken in
het cachot gekomen," riep ze uit, hij werd in
rug.
„Meneer Blanc, breng direct de verzegelde
pistolen; roep ook de andere paar heeren.
We rijden direct naar de Place dul Calvaire.
Ik geloof, dat ik iets interessants ontdekt
heb."
Spoedig waren de heeren met madame Du
rand in het £telier terug. De klei-figuur was
nog precies, zooals ze verlaten was geworden.
Boron bekeek de schilderij scherp-aandach-
tig. Toen nam hij den van de twee verzegelde
pistolen en wel het geladen. Nadat hij den
haan had teruggetrokken, overtuigde hij zich,
dat het slaghoedje op zijn plaats zat. Daarna
boog hij met uiterste zorg de vingers van de
rechterhand van de klei-figuur om de kolf
en die van de linkerhand om het midden van
het pistool, de wijsvinger aan den trekker.
Daarna keerde hij zich tot madame Durand
en vroeg om een glas water. Toen liet hij en
kele droppelen vallen op den wijsvinger van
de linkerhand van het beeld. Na enkele secon-
den herhaalde hij dit.
„Wil asjublieft naar links op zij gaan, en
beweeg u niet de eerste paar minuten," com-
mandeerde hij.
Nadat't water de uiterste punt van de hou-
ten ving'er begon te verzadigen, zagen ze hoe
langzaam maar zeker deze begon uit te zet-
ten en tegen den irekker van het pistool aan-
drukte. Boron stortte nog enkele druppels
erover uit. Plotseling weerklonk een schot, een
wolk van zwarte r-.ok vulde het vertrek en't
zware pistool viel kletterend op den grond.
„Hier, mijrie heeren," zei Boron, terwijl
hij de hand legde op den schouder van de
onbewegelijke kleifiguur, hier is de moorde-
naar van meneer Pelletier. Zooals u zich her-
innert was er gisteren een hevige storm. Er
was een kleine reet in de zoldering en een
opeenvolging van druppels viel op de vingers
van de figuur. Toen de vingers zkh recht zet-
ten, trok dit den trekker over. Meneer Pelle
tier, voor zijn ezel, stond renht in de vuuriijn
en werd midden door het hart geschoten."
Twee uur later verkondigden de middag-
bladen luid de buitennewone scherpzinnigheic
van den grooten politie-man, hem gelijkstel-
l'end met 'n Conan Doyle of Gaboriau.
„Alles goed en wel," mompelde Boron.
„maar het was een dubbeltje op zijn kant.
Het is even gemakkelijk een reputatie te ver-
liezen als er een te maken."
blik op de verlaten tafeltjes en ging weder in
huis terug.
Door de open ramen van een der ateliers,
died en rechterhoek van dit pleintje begrens-
den, weerklonk af en toe 'n bariton-stem, be-
ken.de deuntjes uitschallend.
Op de rez de chaussee van't tweede verdie-
plngenhuis dommelde Madame Durand, de
dikke congierge, in haar grooten fauteuil.
Haar lunch was stevig geweest en zij was
van meening, dat ze recht had op haar uur-
tje siesta.
Hoewel voetstappen boven haar hoofd
zwaar en ongeregeld dreunden, leed de se-
reene sluimer er in't minst niet onder.
Plotseling werd haar rust toch aangerand
door 'n aanhoudend roepen.
„Madame Durand, Madame Durand!"
Meteen verscheen er 'n man boven aan de
trap, die buitenom naar de woning leidde van
de le etage.
„Voila! voilh! Meneer Pelletier!" riep ze
terug, zich ontworstelend aan den diepen leu
ningstoel.
Meneer Pelletier, de schilder van het
Orient, haar voornaamste huurder, was haar
weinig sympathiek, maar zij kende zijn drif-
tig humeur en haastte zijn roepen te beant-
woorden.
rWat drommel antwoordt u niet? Zeker in-
geaommeld, zooals gewoonlijk. Hebt u Pe
pita niet gezien?"
ziende, dat dit geladen was, lei hij het naast een speelhuik gepakt en zit nu voor 'n maand!
het andere. Daarop bezag hij de klei-figuur Als u even naar de Sante-gevangenis
SlSw dezXvergelijkende'rr^t°de Lt ^Borontod*Sartenhuis, zoo moeizaam
kening op den ezel. Op' den grond ontdekte ."Sf 'S.J'p.SS
hij een groote vlek, precies tusschen de voeten
van de kleifiguur. Snel knielde hij neer, den-
kende dat't bloed was en betastte deze met
zijn vinger. Maar't bleek alleen maar water
te zijn. De groote spat op den grond was ver-
oorzaakt door een reet in de zoldering, waar-
hij de gevangenis op, waar hem Pepita's
woorden werden bevestigd.
Er was geen directe aanleiding om Pepita
vast te houden, hoewel zijn vermoedens tegen
haar bleven hestaan. Hij herinnerde zich, hoe
Nadier h'aar in zijn rijtuig had meegenomen
en haar had afgezet op den Boulevard Bar-
d°Nadatrehijnhet onderzoek beeindigd had, j'bes. Bhjkbaar was^.wel^bekend m dat^deel
vatt Parijs en misschien kon hij in die rich-
ting eenige oplossing vinden.
„Ja, je vindt hem boven Hij schildert naar
het kleimodel," zei madame Durand.
„Gocd maar ik ga eerst naar vader
Jacquot en neem 'n hartversterking, voordat
ik den leeuw in zijn hoi opzoek. O, la, la,
jullie menschen!" en Pepita laveerde af
na^r het cafe op de haar eigen nonchalante
wijze.
Intusschen hadden de donkere luchten
zich samengepakt en viel er plotseling 'n hef-
tige regen. Madame Durand keek naar den
hemel/groette Nadier, zag nog even Pepita
na en trok zich daarna in haar kamertje te
rug.
Terwijl zij bezig was met het afstoffen der
meubeltjes, vulde 'n dof gerommel de lucht
en fitsten er bilksemstralen. Madame Du
rand schoof terug in haar diepen fauteuil om
haar onderbroken dutje te hervatten. Binnen
enkele minuten was zij volledig onder zeil. 'n
Kwartier later ontWaakte zij even door het
geratel van 'n rijtuig over de hobbelige stee-
nen. Het was Nadiers rijtuig. Zij ving nog
even 'n glimp op van de bagage van den
schilder, als ezels, schilderdopzen, schilder-
doeken en nog meer rommel, die hij meesleep-
te om zijn tocht naar buiten.
Binnen enkee minuten, ondanks de aan-
houdenden donder, was zij opnieuw ing'edom-
meld. Plotseling werd de kamer hel verlicht
en het zware gerommel van het onweer deed
gelastte meneer Boron den secretaris:
„Meneer Blanc, post een van uw menschen
hier in huis, zorg dat niemand hier binnen-i ye "Speurzjn vaR den politie-man was nu
treedt. Ik ga lastgeven, dat men het hjk kom vo]ledig ontwaakt. Onmiddellijk begaf hij
ophalen vopr spoedige lijkschouwing. iK^e- j naar een bekend cafe op dien boulevard,
„Neen, meneer," klonk het eenigszins trage madame opschudden. Op hetzelfde oogenblik
J I meenden zij 'n zwakken knal te hooren, ge-
antwoord.
„Luister, wanneer ze komt, zal ik haar
meteen er uit bonjouren, haar en haar baga
ge! Dit is nu de vierde dag, dat zij mij laat
wachten en de Salon" wordt met drie weken
geopend. Ik krijg mijn schilderij nooit tijdig
af als ik op Pepita als middel zou moeten re-
kenen. Ik zal probeeren 'n ander te krijgen de-
zen middag, hoewel de hemel mag weten hoe.
Maar zij zou het geduld van 'n heilige uit- naar boven kan gaan en meneer Pelletiets
putten. Ik zal nu maar vanmorgen werken
naar het klei-model; kom asjeblieft bij me en
help mc het
Madame Durand, onder zwaar adem-ge
hijg, beklom de nauwe trap en trad het atelier
binnen. Het was 'n ruim vertrek met mcoie
Oostersche tapijten tegen den muur en veler-
ei Turksche zaken, waaronder kostbare wa-
penen. In een hoek stond het groote schilde
rij, half voltooid.'Het stelde het interieur voor
van 'n Algi'erschen winkel van geweren. De
Arabische eigenaar, in rijke kleedii. monster-
volgd door '11 zwaren slag vlak boven haar.
Nog half in den dommel kwam zij toch
overeind, liep langzaam naar de deur en keek
nit. Maar nu had de kletsregen plotseling op-
gehouden en de Augustuszon begon haar
strijd met de zwaargeladen wolken.
Zij keek naar de koekoek-klok. „Kwart over
twee," mompelde ze. „Ik denk dat ik nu we;
naar boven kan gaan en meneer Pelletiefs
kamer opruimen; Pepita is zeker al lang
weg."
Madame Durand klom weer langzaam de
trappen op, die naar't atelier voerden.
'n Oogenblik later klonk weer langzaam de
trappen op, die naar't atelier voeiden.
'n'Oogenblik later klonk er n half-onder-
drukte kreet: Madame verscheen bleek en sid-
derend aan de trappen.
„Meneer Jacquot, kom gauw, kom!" gilds
De cafehouder verscheen 00 den drempel
loof niet, dat we er veel nieuws uit zullen
leeren, want 't is nu reeds duidelijk, waar
mee de dood veroorzaakt werd. Meneer Pel
letier werd met dit pistool hier nergeschoten.
Zorg dat dit pistool ingepakt verzegeld wordt
doe het zelfde met het ander, weer voorzich-
tig ermee, het is geladen. Laten we nu naar
het cafe terugkeeren en zien wat'we nog te
weten kunnen komen-. Er is niets bijzonders
verder aan dit geval; ik denk dat we na een
half uurtje het spoor wel zullen gevonden
hebben."
Meneer Boron liep met vlugge stappen de
trappen af, gevolgd door zijn staf, en liep't
cafe binnen. Nadat 'n agent er post had ge-
vat, zoodat geen vreemdelingen meer konden
binnenkomen, begon hij meneer Jacquot te
ondervragen, waarna madame Durand ver
zocht werd te verschijnen. Met de ontvangen
gegevens had meneer Boron spoedig 'n sche
ma van zijit vermoedens opgesteld.
Pelletier was een man geweest met vele
liefaesgeschiedenissen, die alle zonder succes
eindigden, omdat ziin humeur onverdragelijk
Madame Durand vertelde van de jaloezie,
die de schilder koesterde jegens Beppo, en
van zijn twist met't model. Hoe zij was inge-
slapen, totdat ze door den donder was opge-
schrikt, en toen getneend had een doffen knal
boven te hooren, waarop de slag van een
vallend lichaam was gevolgd,
„Hoe laat was dat?" vroeg Boron.
„Precies weet ik't niet, om en bij twee uur.
Meneer Nadier's rijtuig kwam groot half twee
hem halen, daarna ben ik ingedommeld. U
zult't beter kunnen zeggen, Jacquot. Hoe
laat riep ik u?"
„Kwartier na twee," antwoordde deze.
Boron maakte zijn slot-conclusie op:
Veel geheimzinnigs is er niet aan deze
zaak," zei hij, zich wendend tot Orsini. Het
is heel duidelijk. Pelletier heeft met Pepita
groote ruzie gehad, waarna zij hem heeft
neergeschoten. Daarop nam zij de vlucht.
Waarschijnlijk houdt zij zich nu verborgen,
maar jullie zult haar gauw genoeg opliepen.
Ik won dat iemand haar gezien ha^, nadat zij
het atelier had verlaten; misschien kan me
neer Nadier ons helpen. Waarschijnlijk kunt
u achter zij nadres komen. Verzoek hem per
1 telegram zoo snel mogelijk bij mij te komen.
doch opnieuw bereikte hij geenerlei resultaat
Geergerd bestelde hij aan een tafeltje een
consumptie, terwijl hij zijn eig^n ttenkoker
voor den dag haalde. Hij nam een lucifer
van het steenen houd-ertje voor hem en streek
dit af aan de ruwe zijde van 't houderije.
Aangezien de lucifer van Fransch fabrikaat
was, boog hij onmiddellijk door. Ongeduldig
wierp Boron hem weg. Het luciferstokje. viel
neer waar toevaliig wat water lag en zoo
verzadigde zich het gedroogde hout er mee.
Langzaam maar zeker begonnen de twee
helften van den lucifer zich te scheiden. Bo
ron keek achteloos naar dit proces, totdat de
lucifer zich nagenoeg had recht getrokken.
Plotseling kwam er een uitdrukking van
machtige belangstelling op zijn gelaat. Haas-
tig nam hij weer een lucifer, boog het dubbel,
lei het op de tafel, bevochtigde de top van
zijn vinger met wat water en liet een enkele
drop op de lucifer vallen bij de plek waar
die was omgebogen. Opnieuw slaagden de
helften van de lucifer erin zich recht te trek-
ken.
HISTORISCHE ANECDOTEN
In Frankrijk heerschte omtrent 1840 een
ware Napoleon-vergcding. De rampen van
den 'oorlog waren vergeten, de herinnering
van die rampen was althans zeer verzwakt.
en vol ontzag dachten de Franschen alleen
nog maar aan het glo-rievolle van het tijd-
perk.
De Napoleon-periode leverde teen ook on-
ophoudelijk stof vcor tconeelstukken. Het
was of de Parijzenaars nooit genoeg konden
zien of hooren van hun grooten keizer. Af en
toe ging'men zoover, dat de keizer zelf op de
planken werd gebracht.
Onder de Napoleo-n-spelers nam Oqbert
van het Theatre de la Porte Saint Martin de
eerste plaats in. Deze talentvolle acteur wist
den roemruchten keizer zoo in alle voiko-
menheid na te bootsen. dat men meenen kon
weer in de dagen van Wagram en Austerlitz
te zijn.
Zijn allergrootste succes verwierf Gobert
met de Napoleon-rol in-een drama „a grand
spectacle", dat eerst Napoleon te Schonbiunn
liet zien op liet hoogtepunt zijner macht
daarna den Verned-erden heerscher als stveng
bewaakt banneling op St. Helena. Elken
avond wekte Gobert dan een matelooze ofit-
roering, de toeschouwers doorleefden weer
alle deelen van het voor Frankrijk en de
Franscbcn zoo roemrijke iijdperk 't Scheen,
alsof Napoleon weer uit zijn graf was opge-
staan.
Met groote zorgvuldigheid was alles in
scene j^zet om dien indruk te wekken. Als
figurantcn werkten mee een 150-tal veteranen
van des keizcrs grande annee. Voor de eerste
opvocring stonden zij achter de zijscherrrren
opgesteld en daar kwam Gobert zich aan
hen't eerst tconen.
Zoo verrast waren de oud-strijd-ers, dat
zij zonder eenig commando in stram gelid
zich s'chikten en het geweer presenteerden.
Een hunncr riep Gobert tot zich en geheel
Napoleon's spreektrant nabootsend. vroeg hij
hem: Nu, mijn dappere, kent gij uw kei
zer nog?
En de veteraan, antwoordde met een snik
in de keel: Ja,'sire, gij zijt het!
Toen was Robert gerust, dat de proef ge-
lukken zou. Het scherm ging op en toen de
menigte der toeschouwers den Napoleon,
voor het front zijner troepen zag en zijn.
korte bevelen hoorde, terwijl er niets viel te
bespeuren. dat aan tooneelspel herinnerde,
ging er een huivering door de groote zaal en
onmiddellijk daarop daverde het geroep:
Vive 1'empereur!
Dat het tooneelstuk eigenlijk een prul was,
och, dat werd gaarne vergeven. Men had in
Gobert's meestelijke vertolking den grooten
keizer gezien en dat was voldoende.
Vriend (de tweelingen van een muri«M bewonderen'd)!
Maar hoe kan je ze nit elkaar?
Mueicus. -- 0, beet eenvoudig, De een heeft een bas, de
ander tenor. ffas
o|
is
D
wa
I
"Jj j I CIO 11 O 11 IV
Zij.