A'i De geheirazinnige zaak op de Place du Calvaire. K 1! d< d< g« H B le W: lii H N V€ m In M zi' SI vo w< pe lit de las de Oj ui' srt! de W Ns de m< ref zc ge kri tei -all Vo; tei vo de de: en C. de hei na eet hq 5 lie1 uu z ii'S ten. jon -\v< te sin •vai gei wd wc bij H. St« helj teij bri ma Lit pe| de me af zoi te na tot teli tot lijk ties': voe ae direct em-en, zoozei'de de heer \Vesferhof tereflit, zijn toch het belangrijkst en de wet- houders van de bedrijven dienen te staan voor de werkzaamheden van die bedrijven. Spr. waarschuwde voor het volgen van een sleur uit de oorlog'jaren. Spr. gaf den heer Westerhof in overweging te doen wat Dordrecht deed tegenover men- schen die ieder jaar opnieuw werkeloos wor den. Ook voor dit jaar ging spr. met de bij- lage mede. De heer Westerhof verheugde zich er over, dat de geheele raad mede gaat met de voorstelten Het gaat alleen maar over den vorm. In het college bestond nog geen verschil over de tot nog toe bestaande rege- ling, al was er wel eens een grensgeschil. De zaak'is Voorloopig echter gezond, omdat de aangelegenheid! voorloopig nog bij spr. behoort. Spr. deed de toezegging, dat hij zal pogen een betere oplossing te vinden. Wat Dord recht. deed komt hem in beginsel rechtvaardig voor. Dit zal overdacht worden. Er moet ge- holpen worden, doch de werkverschaffing mag voor velen niet de tweede baas worden De heer G 0 v e r s was er ook voor een betere regeling te treffen. De crisismaatre- gelen dienen opgeruimd. Z. h. s. werd het voorstel aangenomen. VOORSTEL INZAKE JAARWEDDEN PERSONEEL GYMNASIUM. In bijlage 127, dien wij Dinsdag publi ceerden doen B. en W. het voorstel de ge- maakte regeling in overeenstemming met de K. B. te brengen. Conform besloten. VOORSTEL TOT HET NEMEN VAN EEN PROEF MET EEN KLASSE MET GEWIJZIGD LEERPLAN AAN DE 3e GEMEENTESCHOOL (GEWIJZIGD DALTONSTELSEL.) In bijlage 129, die wij gister publiceerden, stellen B. en W. voor te besluitesni: 1. hun een crediet te verleenen van 600, ten einde hum in' staat te stellen bij wijze van proef aan de 3e gemeenteschool in een klasse een gewijzigd leerplan in te .voeren overeenkomstig het hiervoor be- doelde stelsel; 7. de onder 1 vermelde uitgave te zijner tijd nader te regelen bij suppletoire begroo- A- ting. De heer Govers bewonderd'e het voor stel niet. Hij was er niet voor proefkonijntje te spelen. De kosten zijini ditmaal' slechts X 600. Spr. zou zich dus niet verzetten. Mr. Kuster had! juist met voldoening kennis van het voorstel genomen. Spr. bradit den betrokkem ondierwijzer een woordi van lof voor diens rapport, doch zou gaanne zien dat de wethouaer en de betrefiende onder- wijzer ook nog elens elders kekem, desnoods in het buitenlandL De voorzitter yond, dat de heeren Westerhof en Kusters wel eens naar het bui- tenland konden gaan. Mr. Kusters bedankte hiervoor. De heer Westerhof had niets tegen 'n dergelijk reisje en zou dit overwegen. Spr. vertrouwde, dat de proef wel zal sla- gen. Het systeem zal niet worden uitgebreid voor blijkt, dat het beter is. Het voorstel werd z. h. st. aangenomen. (De zitting duurt voort.) de aandachllg'eenTijFgenTanteerd pistool. De eenige figuur nog op het schilderij was 'n donker-getint slavenmeisje op den achter- grond. Bij nader beschouwen bleek 't duide lijk, dat die figuur nog verre van klaar was Pelletier, terwijl hij het atelier doorliep en" uit 'n hoek een. klei-figuur voor den dag sjouwde, beef toornen over zijn lastig model. Madame glimlachte flauwtjes, want zij her- innerde zich heel goed hoe er 'n tijd geweest was, waarin de schilder geheel andere gevoe- lens voor't mooie, maar grillige meisje aan- kweekte. Totdat hij ontdekte, dat Beppo, de jeugdige Italiaan, die ook wel als model bij hem stond, 'n grooter plaats wist te veroveren in't gemoed van de zuidelijke schoone. Onder druk gepraat plaatste en drapeerde hij nu de klei-figuur, die den rijken Arabier moest verbeelden, hierin bijgestaan door Ma dame. Hij nam van den muur een fraai ver- sierd Turksch pistool, dat hij in de hand van de leemfiguur drukte, die in haar stand den indruk wekte't wapen aandachtig te beschou wen. „Mocht Pepita komen, zend haar dan di rect naar mij, ik wil haar nog eens even de waarheid zeggen, voor ze verdwijnt voor goed." Madame Durand knikte, liep langzaam de trappen weer af en slofte terug in haar ka mer. „He, madame Durand," klonk't even later, n 't gelaat van den eigenaar van de voile baritonstem verscheen aan het raam van de tweede etage. „Heeft u het rijtuig besteld? U weet toch, dat mijn trein 2.15 uur vertrekt?" „Ja, ja, 't komt in orde, meneer Nadier," antwoordde de concierge; ,halftwee is de wa- gen voor." Meneer Nadier was een van haar prettig- ste hpurders, met steeds een vriendelijken lach voor haar, 'n evend contrast met meneer Pelletier. „n... „Hoe maakt vriend Pelletier het? Altijd „razende"? Jammer van den vent met dat talent!" „Zoo is't; nu ook weer is hij woedend op Pepita; zij liet hem vier dagen in den steek en nu krijgt hij angst, niet tijdig klaar te van1zijri~cafe~5i~kelklragend.'omhoog: Tft"wrmoed1'a f we de^seKoone^Pepifh v"<5?5v f Kom gauw, gauwl lets vreeselijks is er morgen ook wel zullen vangen. gebeurd." Meneer Boron stond daarna met een let- Meneer Jacquot liep het binnenplaatsje wat geergerde gezichtsuitdrukking op, alsof over en haastte zich de trappen op. hij deze zaak wel wat al te onbelangrijk voor ,,Kijk het atelier eens in; er is iets vreese- zijn waardigheid vond en reed daarop spoe lijkt met Pelletier gebeurd." De cafehouder trad het vertrek binnen, dat in de zon baadde. De klei-figuur zat nog im- mer op de bank, gehuld in zware gewaden dig met zijn satellieten weg. Den volgenden morgen vond hij op zijn bureau een rapport, getiteld „de zaak Pelle tier". Er werd in meegedeeld, dat Pepita den Enkele schreden verwijderd lag de schilder. vorigen avond nog was aangehouden. Wel uitgestrekt ter aarde. Zijn linkerhand om- was het eigenaardig, dat zij niet de minste knelde nog het palet en in de rechter hield hij poging had gedaan zichzelf te verstoppen, de penseelen. Precies boven zijn hart vertoon- zy was jn haar eigen restaurant aangetrof- de zich op zijn witte flanellen hemd een groo- {en. Verontwaardigd had zi] alle bekendheid te, rood bloedvlek, terwijl 'n fijn bloedstraaltje met den dood van Pelletier van zich gewezen. zachtjes van hem afsijpelde naar den vloer, Boron fronste de wenkbrauwen. Hij hecht- waar het een bloedplasje vormde, door eenige fe geen waar<je aan Pepita's betuigingen van onregelmatigheid in den grond. onschuld. Dit had hij wel verwacht, maar Op den vloer naast de klei-figuur lag het 2jj uiterlijk geen de minste poging had zware pistoor, dat madame Durand den ar- aangewend om zich te verbergen, kwam hem tist had zien stoppen in de hand van't leem- vreemd voor. Misschien met de haar eigen model. Er was niet de minste aanduiding op brutaliteit meende ze alien te kunnen over- eenige worsteling; het feit dat de schilder zijn hluffen. benoodigdheden nog hield omkneld wees er- £)e eerste bezoeker was Nadier, die even- op, dat hij neer was geschoten op 'n moment dat hij dit 't minst verwachtte. Meneer Jacquot liep op het lijk toe, boog zich voorover en lei zijn cor op de borst. „Alle doktera van de wereld kunnen hem met elkaar niet meer levend maken, merkte hij op. Hij is morsdood. Madame, kom ner- eens weinig nieuws kon brengen, alleen dat er een hevige twist had plaats gevonden. Pe pita was maar even boven geweest, daarna had Nadier haar een eindje meegenomen in het rijtuig. Boron dankte den artist, waarna hij Pepita aan eeh streng verhoor wenschte te onder- gens aan, laat alles zooals t hier is. Ik ga werp6n. Dat zij wat met den moord te doen direct de politie telefoneeren. t moest hebben, daarvan was hij overtuigd. Voor madame z^cr Enkele minuten later verscheen het meisje, zag en aan alle l^ematen ibeelw^as absoluut meester van zichzelf. Zij bewoog waarschuwing vniwel overbodig. Zi] s o zich voorwaarts op de eigene gracieuse wijze aan den drempel van de deur en t was d en nam piaats jn den stoel, haar aangewezen. lijk, dat niets haar er toe brengen kon met een stap de plek van de tragedie te naderen. Zij scheen meer dan begeerig de trappen opnieuw af te dalen en toevlucht te zoeken iq haar eigen vertrek. Meneer Jacquot nam haar I arTJbtenaar op met onderzoekenden blik. Hij zeU was ri y kende pelletier goed?" oud politie-dienaar, met twintig dienstjaren -- - achter zich en zijn zenuwen waren wel zoo sterk als die der arme concierge. zijn." „Dat is ook ellendig voor Pelletier," stem- de Nadier toe, maar al die modellen zijn ten sotte't zelfde, tenminste de mooie meisjes. Er was 'n tijd, dat Pepita zeker niet te weinig hier kwam; dat heeft haar zeker bedorven. 'n Schilder moet nooit een lief je maken van zijn model; dan is de discipline naar de maan." Madame Durand glimlachte bescheiden, zich herinnerende, hoe weinig Nadier in prac- tijk bracht wat hij nu verkondigde en de fai ry ke amourettes, die hij had gehad met de jonge vrouwen, die voor hem poseerden. „Maar.... 't is mijn zaak niet. Pelletier is oud genoeg voor zichzelf te zorgen. O, kijk eens wat 'n lucht! Bent u zeker dat mijn wa- gen komt?" „Wees onbezorgd, meneer Nadier. Ah voila, Pepita!" Zij keerde zich tot 'n jong meisje, dat juist kwam aanloopen. Pepita was 'n opvallend type van schoon- heid, product van 'n Moorschen vader en 'n Spaansche moeder. Zij liep blootshoofd, maar droeg 'n zwarte mantilla, naar Spaansche manier vol gratie. Terwijl zij de binnen- plaats overstak, beet zij met haar glinsteren- de tanden op den stengel van 'n vuurroode roos; met langzame, pantserachtige bewegin gen schreed zij voorwaarts. Haar brutale. zwarte oogen zochten Nadier. Bonjour, madame Durand, bonjour Na dier. Ik ben juist goed op tijd binnen, is 't niet? En hoe maakt mijn tiran, de schilder, 't? Ik denk dat hij woedend op me ishij zal nog woedender zijn als hij hoort, dat ik hee- lemaal niet meer terug kom. Ik heb 'n af- schuwelijke scene met Beppo over hem gehad. Als ik Pelletier nog langer ontmoet, doodt hij - 1 of hem 6f mij of ons beiden Het terras van het cafe, dat gelegen was De lach waarmee Pepita deze woorden op den hoek van het nucroscopisch pleintje, deed vergezellen, toonde wel aan, dat zij de was geheel verlaten Van tijd tot tijd kwam dreigementen van haar minnaar niet zoo heel meneer Jacquot, de eigenaar, even in de deur, hra Jsch opnam. zonder boord en in hemdsmouwen, wierp n js peijetier thuis?" (Nadruk verboden.) De „Place du Calvaire", het hoogst gele gen en kleinste pleintje van Parijs, blakerde in de Augustuszon. De stad, op 'n xnijl af- stands, diep-weg gelegen, boodae in 'n rossi- gen warmte-gloed. waaruit omhoog rezen de torens van Notre Dame, de vergulden toren van den Dom des Invalides en de luchtige spits van den Eifeltoren. Maar, uitgezonderd het gezoem van legioenen vliegen en van 'n bij af en toe, werd de stilte door niets verbroken. Haar zwarte oogen hadden niets van de ge- wone uitdagende uitdrukking verloren en met een rustigen blik monsterde zij meneer Boron. Na enkele gebruikelijke vragen, vroeg de ,Ik zal den kellner zenden met 'n flink glas cognac, madame, zei hij, je hebt dat noodig, mensch." Madame knikte dankbaar en kort hierna liet zij zich wegzakken in haar breeden fau- teuil. Even later werd het glas likeur bezorgd met de mededeeling, dat meneer Boron, hoofd der politie, in aantocht was. Kort daarop Teed 'n zware auto de Pace du Cavaire op met de heeren Boron, Orsin., een der voornaamste detectives, en Blanc, den secretaris. Meneer Boron, uiterlijk 'n onopvallende man van middelbare grootte, donker haar en oogen, verried door niets, dat hij het hoofd was der Parijsche politie, dan misschien al leen door 'n zeer beslist optreden, met uiterlijk gezag. Hij liep de binnenplaats over naar de plek van het onheil. Bij de deur van het atelier trad hij alleen binnen, nadat hij de andere heeren verzocht had te willen wachten. Nauw- keurig onderzocht hij de gapende wond bij het hart van den schilder. Even scheen hij verbaasd over de grootte, totdat zijn blik yiel op het pistool in de buurt. Hij bezag aandachtig het wapen van Oos- tersche afkomst, dat een grooten, zwaren ko- gel kon bergen. In de laad-opening lei hij, om te meten, zijn wijsvinger, die zwart van het poeier werd. Hij legde 't wapen op de tafel en bezag het wapenrek, waar hij een dito ontdekte. Hij nam 't van den muur, en Boron Veref opgewonden. „Tlc fieb het, lie ?en zeker, ik heb het!" juichte hij. Haastig maakte hij zijn aanstalten tot vertrek en spoe- dig daarna bevond hij zich op zijn bureau te- Haar gezicht versomberde. „Ik poseerde voor hem." „Was hij op u verliefd?" zijn verliefd op me." „Niet meer dan alle anderen zijn. Allen Pepita keek Boron met zekeren humor aan. „Ik wensch geen bijkomstigheden. Ik vraag u opnieuw, was Pelletier verliefd op u?" „Welnu, ik geloof wel, dat hij op mij ge- brand was, maar't ging ook zoo snel voor- bij; ik veronderstel, dat hij achter mijn stre- ken kwam," voegde Pepita er nadenkend aan toe. „Heeft uw andere minnaar, Beppo, ge- dreigd Pellerier te dooden?" „Ik geloof van wel. Hij is altijd dreigend met te zullen dooden, of zichzelf, of mij, of een ander, naar wien ik een enkelen keer zou kijken. Maar ik ben niet bang voor hem. Ik ben volkomen in staat voor mezelf te zor- gen." „Maar de kwestie, geldt niet u. Weet u dat Beppo u giiteren gevolgd is, toen u naar Pelletier ging? Nadat u was heengegaan, is hij Pelletier's kamer binnengeloopen en heeft hem doodgeschoten." Het effect van deze overrompeling, die geen ondergrond had, was nihil. Pepita keek hem aanvankelijk in hoogste verbazing aan. „Wat zegt u?" vroeg zij, toen zij, toen zij op adem was gekomen. Meneer Boron herhaalde zijn uitspraak. Pepita barstte in 'n scbaterlach uit. „0, 0! Beppo is voor een paar weken in het cachot gekomen," riep ze uit, hij werd in rug. „Meneer Blanc, breng direct de verzegelde pistolen; roep ook de andere paar heeren. We rijden direct naar de Place dul Calvaire. Ik geloof, dat ik iets interessants ontdekt heb." Spoedig waren de heeren met madame Du rand in het £telier terug. De klei-figuur was nog precies, zooals ze verlaten was geworden. Boron bekeek de schilderij scherp-aandach- tig. Toen nam hij den van de twee verzegelde pistolen en wel het geladen. Nadat hij den haan had teruggetrokken, overtuigde hij zich, dat het slaghoedje op zijn plaats zat. Daarna boog hij met uiterste zorg de vingers van de rechterhand van de klei-figuur om de kolf en die van de linkerhand om het midden van het pistool, de wijsvinger aan den trekker. Daarna keerde hij zich tot madame Durand en vroeg om een glas water. Toen liet hij en kele droppelen vallen op den wijsvinger van de linkerhand van het beeld. Na enkele secon- den herhaalde hij dit. „Wil asjublieft naar links op zij gaan, en beweeg u niet de eerste paar minuten," com- mandeerde hij. Nadat't water de uiterste punt van de hou- ten ving'er begon te verzadigen, zagen ze hoe langzaam maar zeker deze begon uit te zet- ten en tegen den irekker van het pistool aan- drukte. Boron stortte nog enkele druppels erover uit. Plotseling weerklonk een schot, een wolk van zwarte r-.ok vulde het vertrek en't zware pistool viel kletterend op den grond. „Hier, mijrie heeren," zei Boron, terwijl hij de hand legde op den schouder van de onbewegelijke kleifiguur, hier is de moorde- naar van meneer Pelletier. Zooals u zich her- innert was er gisteren een hevige storm. Er was een kleine reet in de zoldering en een opeenvolging van druppels viel op de vingers van de figuur. Toen de vingers zkh recht zet- ten, trok dit den trekker over. Meneer Pelle tier, voor zijn ezel, stond renht in de vuuriijn en werd midden door het hart geschoten." Twee uur later verkondigden de middag- bladen luid de buitennewone scherpzinnigheic van den grooten politie-man, hem gelijkstel- l'end met 'n Conan Doyle of Gaboriau. „Alles goed en wel," mompelde Boron. „maar het was een dubbeltje op zijn kant. Het is even gemakkelijk een reputatie te ver- liezen als er een te maken." blik op de verlaten tafeltjes en ging weder in huis terug. Door de open ramen van een der ateliers, died en rechterhoek van dit pleintje begrens- den, weerklonk af en toe 'n bariton-stem, be- ken.de deuntjes uitschallend. Op de rez de chaussee van't tweede verdie- plngenhuis dommelde Madame Durand, de dikke congierge, in haar grooten fauteuil. Haar lunch was stevig geweest en zij was van meening, dat ze recht had op haar uur- tje siesta. Hoewel voetstappen boven haar hoofd zwaar en ongeregeld dreunden, leed de se- reene sluimer er in't minst niet onder. Plotseling werd haar rust toch aangerand door 'n aanhoudend roepen. „Madame Durand, Madame Durand!" Meteen verscheen er 'n man boven aan de trap, die buitenom naar de woning leidde van de le etage. „Voila! voilh! Meneer Pelletier!" riep ze terug, zich ontworstelend aan den diepen leu ningstoel. Meneer Pelletier, de schilder van het Orient, haar voornaamste huurder, was haar weinig sympathiek, maar zij kende zijn drif- tig humeur en haastte zijn roepen te beant- woorden. rWat drommel antwoordt u niet? Zeker in- geaommeld, zooals gewoonlijk. Hebt u Pe pita niet gezien?" ziende, dat dit geladen was, lei hij het naast een speelhuik gepakt en zit nu voor 'n maand! het andere. Daarop bezag hij de klei-figuur Als u even naar de Sante-gevangenis SlSw dezXvergelijkende'rr^t°de Lt ^Borontod*Sartenhuis, zoo moeizaam kening op den ezel. Op' den grond ontdekte ."Sf 'S.J'p.SS hij een groote vlek, precies tusschen de voeten van de kleifiguur. Snel knielde hij neer, den- kende dat't bloed was en betastte deze met zijn vinger. Maar't bleek alleen maar water te zijn. De groote spat op den grond was ver- oorzaakt door een reet in de zoldering, waar- hij de gevangenis op, waar hem Pepita's woorden werden bevestigd. Er was geen directe aanleiding om Pepita vast te houden, hoewel zijn vermoedens tegen haar bleven hestaan. Hij herinnerde zich, hoe Nadier h'aar in zijn rijtuig had meegenomen en haar had afgezet op den Boulevard Bar- d°Nadatrehijnhet onderzoek beeindigd had, j'bes. Bhjkbaar was^.wel^bekend m dat^deel vatt Parijs en misschien kon hij in die rich- ting eenige oplossing vinden. „Ja, je vindt hem boven Hij schildert naar het kleimodel," zei madame Durand. „Gocd maar ik ga eerst naar vader Jacquot en neem 'n hartversterking, voordat ik den leeuw in zijn hoi opzoek. O, la, la, jullie menschen!" en Pepita laveerde af na^r het cafe op de haar eigen nonchalante wijze. Intusschen hadden de donkere luchten zich samengepakt en viel er plotseling 'n hef- tige regen. Madame Durand keek naar den hemel/groette Nadier, zag nog even Pepita na en trok zich daarna in haar kamertje te rug. Terwijl zij bezig was met het afstoffen der meubeltjes, vulde 'n dof gerommel de lucht en fitsten er bilksemstralen. Madame Du rand schoof terug in haar diepen fauteuil om haar onderbroken dutje te hervatten. Binnen enkele minuten was zij volledig onder zeil. 'n Kwartier later ontWaakte zij even door het geratel van 'n rijtuig over de hobbelige stee- nen. Het was Nadiers rijtuig. Zij ving nog even 'n glimp op van de bagage van den schilder, als ezels, schilderdopzen, schilder- doeken en nog meer rommel, die hij meesleep- te om zijn tocht naar buiten. Binnen enkee minuten, ondanks de aan- houdenden donder, was zij opnieuw ing'edom- meld. Plotseling werd de kamer hel verlicht en het zware gerommel van het onweer deed gelastte meneer Boron den secretaris: „Meneer Blanc, post een van uw menschen hier in huis, zorg dat niemand hier binnen-i ye "Speurzjn vaR den politie-man was nu treedt. Ik ga lastgeven, dat men het hjk kom vo]ledig ontwaakt. Onmiddellijk begaf hij ophalen vopr spoedige lijkschouwing. iK^e- j naar een bekend cafe op dien boulevard, „Neen, meneer," klonk het eenigszins trage madame opschudden. Op hetzelfde oogenblik J I meenden zij 'n zwakken knal te hooren, ge- antwoord. „Luister, wanneer ze komt, zal ik haar meteen er uit bonjouren, haar en haar baga ge! Dit is nu de vierde dag, dat zij mij laat wachten en de Salon" wordt met drie weken geopend. Ik krijg mijn schilderij nooit tijdig af als ik op Pepita als middel zou moeten re- kenen. Ik zal probeeren 'n ander te krijgen de- zen middag, hoewel de hemel mag weten hoe. Maar zij zou het geduld van 'n heilige uit- naar boven kan gaan en meneer Pelletiets putten. Ik zal nu maar vanmorgen werken naar het klei-model; kom asjeblieft bij me en help mc het Madame Durand, onder zwaar adem-ge hijg, beklom de nauwe trap en trad het atelier binnen. Het was 'n ruim vertrek met mcoie Oostersche tapijten tegen den muur en veler- ei Turksche zaken, waaronder kostbare wa- penen. In een hoek stond het groote schilde rij, half voltooid.'Het stelde het interieur voor van 'n Algi'erschen winkel van geweren. De Arabische eigenaar, in rijke kleedii. monster- volgd door '11 zwaren slag vlak boven haar. Nog half in den dommel kwam zij toch overeind, liep langzaam naar de deur en keek nit. Maar nu had de kletsregen plotseling op- gehouden en de Augustuszon begon haar strijd met de zwaargeladen wolken. Zij keek naar de koekoek-klok. „Kwart over twee," mompelde ze. „Ik denk dat ik nu we; naar boven kan gaan en meneer Pelletiefs kamer opruimen; Pepita is zeker al lang weg." Madame Durand klom weer langzaam de trappen op, die naar't atelier voerden. 'n Oogenblik later klonk weer langzaam de trappen op, die naar't atelier voeiden. 'n'Oogenblik later klonk er n half-onder- drukte kreet: Madame verscheen bleek en sid- derend aan de trappen. „Meneer Jacquot, kom gauw, kom!" gilds De cafehouder verscheen 00 den drempel loof niet, dat we er veel nieuws uit zullen leeren, want 't is nu reeds duidelijk, waar mee de dood veroorzaakt werd. Meneer Pel letier werd met dit pistool hier nergeschoten. Zorg dat dit pistool ingepakt verzegeld wordt doe het zelfde met het ander, weer voorzich- tig ermee, het is geladen. Laten we nu naar het cafe terugkeeren en zien wat'we nog te weten kunnen komen-. Er is niets bijzonders verder aan dit geval; ik denk dat we na een half uurtje het spoor wel zullen gevonden hebben." Meneer Boron liep met vlugge stappen de trappen af, gevolgd door zijn staf, en liep't cafe binnen. Nadat 'n agent er post had ge- vat, zoodat geen vreemdelingen meer konden binnenkomen, begon hij meneer Jacquot te ondervragen, waarna madame Durand ver zocht werd te verschijnen. Met de ontvangen gegevens had meneer Boron spoedig 'n sche ma van zijit vermoedens opgesteld. Pelletier was een man geweest met vele liefaesgeschiedenissen, die alle zonder succes eindigden, omdat ziin humeur onverdragelijk Madame Durand vertelde van de jaloezie, die de schilder koesterde jegens Beppo, en van zijn twist met't model. Hoe zij was inge- slapen, totdat ze door den donder was opge- schrikt, en toen getneend had een doffen knal boven te hooren, waarop de slag van een vallend lichaam was gevolgd, „Hoe laat was dat?" vroeg Boron. „Precies weet ik't niet, om en bij twee uur. Meneer Nadier's rijtuig kwam groot half twee hem halen, daarna ben ik ingedommeld. U zult't beter kunnen zeggen, Jacquot. Hoe laat riep ik u?" „Kwartier na twee," antwoordde deze. Boron maakte zijn slot-conclusie op: Veel geheimzinnigs is er niet aan deze zaak," zei hij, zich wendend tot Orsini. Het is heel duidelijk. Pelletier heeft met Pepita groote ruzie gehad, waarna zij hem heeft neergeschoten. Daarop nam zij de vlucht. Waarschijnlijk houdt zij zich nu verborgen, maar jullie zult haar gauw genoeg opliepen. Ik won dat iemand haar gezien ha^, nadat zij het atelier had verlaten; misschien kan me neer Nadier ons helpen. Waarschijnlijk kunt u achter zij nadres komen. Verzoek hem per 1 telegram zoo snel mogelijk bij mij te komen. doch opnieuw bereikte hij geenerlei resultaat Geergerd bestelde hij aan een tafeltje een consumptie, terwijl hij zijn eig^n ttenkoker voor den dag haalde. Hij nam een lucifer van het steenen houd-ertje voor hem en streek dit af aan de ruwe zijde van 't houderije. Aangezien de lucifer van Fransch fabrikaat was, boog hij onmiddellijk door. Ongeduldig wierp Boron hem weg. Het luciferstokje. viel neer waar toevaliig wat water lag en zoo verzadigde zich het gedroogde hout er mee. Langzaam maar zeker begonnen de twee helften van den lucifer zich te scheiden. Bo ron keek achteloos naar dit proces, totdat de lucifer zich nagenoeg had recht getrokken. Plotseling kwam er een uitdrukking van machtige belangstelling op zijn gelaat. Haas- tig nam hij weer een lucifer, boog het dubbel, lei het op de tafel, bevochtigde de top van zijn vinger met wat water en liet een enkele drop op de lucifer vallen bij de plek waar die was omgebogen. Opnieuw slaagden de helften van de lucifer erin zich recht te trek- ken. HISTORISCHE ANECDOTEN In Frankrijk heerschte omtrent 1840 een ware Napoleon-vergcding. De rampen van den 'oorlog waren vergeten, de herinnering van die rampen was althans zeer verzwakt. en vol ontzag dachten de Franschen alleen nog maar aan het glo-rievolle van het tijd- perk. De Napoleon-periode leverde teen ook on- ophoudelijk stof vcor tconeelstukken. Het was of de Parijzenaars nooit genoeg konden zien of hooren van hun grooten keizer. Af en toe ging'men zoover, dat de keizer zelf op de planken werd gebracht. Onder de Napoleo-n-spelers nam Oqbert van het Theatre de la Porte Saint Martin de eerste plaats in. Deze talentvolle acteur wist den roemruchten keizer zoo in alle voiko- menheid na te bootsen. dat men meenen kon weer in de dagen van Wagram en Austerlitz te zijn. Zijn allergrootste succes verwierf Gobert met de Napoleon-rol in-een drama „a grand spectacle", dat eerst Napoleon te Schonbiunn liet zien op liet hoogtepunt zijner macht daarna den Verned-erden heerscher als stveng bewaakt banneling op St. Helena. Elken avond wekte Gobert dan een matelooze ofit- roering, de toeschouwers doorleefden weer alle deelen van het voor Frankrijk en de Franscbcn zoo roemrijke iijdperk 't Scheen, alsof Napoleon weer uit zijn graf was opge- staan. Met groote zorgvuldigheid was alles in scene j^zet om dien indruk te wekken. Als figurantcn werkten mee een 150-tal veteranen van des keizcrs grande annee. Voor de eerste opvocring stonden zij achter de zijscherrrren opgesteld en daar kwam Gobert zich aan hen't eerst tconen. Zoo verrast waren de oud-strijd-ers, dat zij zonder eenig commando in stram gelid zich s'chikten en het geweer presenteerden. Een hunncr riep Gobert tot zich en geheel Napoleon's spreektrant nabootsend. vroeg hij hem: Nu, mijn dappere, kent gij uw kei zer nog? En de veteraan, antwoordde met een snik in de keel: Ja,'sire, gij zijt het! Toen was Robert gerust, dat de proef ge- lukken zou. Het scherm ging op en toen de menigte der toeschouwers den Napoleon, voor het front zijner troepen zag en zijn. korte bevelen hoorde, terwijl er niets viel te bespeuren. dat aan tooneelspel herinnerde, ging er een huivering door de groote zaal en onmiddellijk daarop daverde het geroep: Vive 1'empereur! Dat het tooneelstuk eigenlijk een prul was, och, dat werd gaarne vergeven. Men had in Gobert's meestelijke vertolking den grooten keizer gezien en dat was voldoende. Vriend (de tweelingen van een muri«M bewonderen'd)! Maar hoe kan je ze nit elkaar? Mueicus. -- 0, beet eenvoudig, De een heeft een bas, de ander tenor. ffas o| is D wa I "Jj j I CIO 11 O 11 IV Zij.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1925 | | pagina 10