ONTHULLING MONUMENT PROF.
DR. J. VAN LEEUWEN JR.
Gister heeft op het altijd groene kerkhof
te Doom de or.thulling plaas gehad van het
monument, aldaar opgericht door leerlingen,
vrienden en vereerders van den Leidschen
hoogleeraar dr. J. van Leeuwen Jr.
Van de meeste bijzondere Gymnasia en
Lycea, van zeer vele discipuli, amici, admi-
ratores, van alle Universiteiten en. van alle
openbare gymnasia zonder een enkele uitzon-
dering kwamen desitijds voor dit monument
betuigingen van ins+emming en grootere of
kleinere geldelijke bijdragen in.
BOND VOOR „DAADWERKELIJKE"
DIERENBESCHERMING.
Deze bond heeft onder leiding van den
Keer F. Douzy, vice-voorzitter, zijn zesde
jaarlijksche vergadering gehouden. Het jaar-
verslag van den secretaris vermeldde, dat het
aantal leden 2005 bedraagt. Het kassaldo is
f 2368. Het Blauwe Kruis telt 337 leden
met 500 verzekerde dieren. Er werden 850
consulten gehouden, en 923 maal is volledige
hulp verleend.
De verkiezing van een voorzitter en een
secretaris, in de plaats van de heeren J. F.
Faber en W. de Jongh, die ontslag hebben
genomen, werd uitgesteld tot de vergadering
van November.
VEREENIGING VOOR GESCHIEDENIS
DER GENEES-, NATUUR- EN
WISKUNDE.
Na dr. M. A. van Andel hield dr. D. B. G.
Veraart, mijnarts te Kerkrade, een lezing
1 over Het tijdschrift Het Nederlandshc Lancet
in verband met de toenmalige chirurgie.
Het Nederlandshc Lanetc is het algemeen-
Igeneeskundig tijdschrift, dat bestaan heeft
van 18381856. Op grond van de artikelen
erin gaf hij een overzicht van den stand der
jgeneeskunde in dien tijd.
Zondagochtend had te Gorinchem de jaar-
,vergadering plaats, waarin de jaarverslagen
van secretaris, penningmeester en bibliothe-
caris werden vastgesteld en de commissie in
zake het plan dr. Schierbeek tot uitgave der
;brieven van Van Leeuwenhoek verslag uit-
bracht. Na de jaarvergadering werd de we-
ifenschappelijke vergadering gehouden, waar-
lin dr. A. C. A. Hoffman te Gouda een lezing
fhield over de Heksenwaag te Oudewater,
Daarna hield de heer A. J. Lamers, arts
te's Hertogenbosch, een lezing over: Een Ne-
derlandsche spijkerboom te Yde.
Na een gemeenschappelijk noemmaal in
hotel Metropole werd de vergadering des rtiid-
dags voortgezet. Dr. H. J. Lulofs te Gorin
chem hield nu een lezing over het begrip „na-
tuur" bij Hippocrates, een lezing die te tech-
nisch is voor een samenvatting.
In Hippocrates is, zeide spr. ten slotte,
geen uitbundigheid, wel een verbijstering als
bij de oude natuurphilosofen over de talloo-
ze wonderlijke functies.
Vervolgens hield dr. J. G. de Lint, pri-
vaatdocent aan de universiteit te Leiden, een
lezing over: Afbeeldingen uit de handschrif-
ten van Guy de Chauliac."
NEDERLANDSCHE DAME TE
ANTWERPEN BESTOLEN.
Naar aan de „Maasbode" uit Antwerpen
gemeld wordt, is een Nederlandsche dame
het slachtoffer geworden van een treindief-
stal. Toen namelijk mej. De Visch uit Bloe-
mendaal in den expresstrein Parijs-Amster-
dam, na in den restauratiewagen het middag-
maal gebruikt te hebben, te Brussel in haar
compartiment terugkeerde, constateerde zij
tot haar grooten schrik, dat haar koffer, die
voor een groote som juweelen en geld bevat-
te, verdwenen was.
Onmiddellijk werd de politie van het Brus-
selsche station op de hoogte gesteld, die een
uitgebrcid onderzoek begon. Het leverde
niets op.
HET WETBOEK VAN STRAF-
VORDERING.
Het Wkbl. v. h. Recht schrijft:
In verband met onze opmerkingen in het
nummer van Woensdag jl. kunnen wij thans
berichten, dat, naar ons van zeer geachte zij-
de werd medegedeeld, de minister van jus tide
dezer dagen aan de procureurs-generaal bij
de gerechtshoven eene aanschrijving heeft
doen toekomen ongeveer van den volgenden
inhoud. Onvoorziene omstandigheden voor-
behouden mag worden verwacht, dat het nieu-
we wetboek van strafvordering, behalve de
in art. 1 der Invoeringswet vermelde artike
len, met ingang van 1 Januari a s. in wer-
king zal treden. Een Koninklijk besluit in
dien zin kan eerst worden bevorderd nadat
de algemeene maatregelen van bestuur, die
ter uitvoering van enkele fcepalingen van het
nieuwe wetboek alsnog worden vereischt, zul-
len zijn tot stand gekomen. Doch het laat
zich aanzien, dat die maatregelen zoo tijdig
zullen afkomen, dat de inwerkingtreding
van het Wetboek met ngang van 1 Januari
a-s. zal kunnen volgen.
Wij zijn voor die mededeeling en haren
inhoud zeer dankbaar. Geheel voldaan zijn
wij echter niet Er blijft eenige onzekerheid
bestaan, zoolang het vereischte K. B. er niet
is. Wij veroorloven ons daarom met alle be-
scheidenheid op den meest mogelijken spoed
aan te dringen bij het Departement van Justi-
tie. Over den tijd en de arbeidskracht van an-
deren kan men moeilijk beschikken. doch wij
houden ons overtuigd, dat de betrokken amb-
tenaren met ons van meening zijn, dat ze-
kerheid omtrent de invoering van het wetboek
boek zeer gewenscht is en dus het mogelijke
zullen willen doen om die zekerheid te bevor-
deren.
PLOTSELINGE GENEZING IN EEN
R. K. KERK.
Uit Heerlen wordt aan de Crt. gemeld:
Bij het doen van de H. Communie in de
Paterskerk te Wittem heeft de 32-jarige Ma
ria Schwaan uit Mechelen, die voor 13 jaar
haar spraak verloor, deze plotseling terugge-
kregen. Zij bad hare gebeden eensklaps hard-
op met duidelijke stem. De consternatie in de
kerk was groot. Een en ander wekte groote
beroering in de omgeving en heden zijn hon-
derden menschen naar Mechelen gekomen om
haar te bezoeken.
Ook de kerk te Wittem was voortdurend
propvol.
HOOFDEN VAN SCHOLEN.
In hotel „de l'Europe" te Utrecht werd
gister een vergadering van Schoolhoofden ge
houden, die vrij druk bezocht was.
Door d«o heer R. van Gaasbeek. uit
Utrecht, werd een inleiding gehouden over
de vraag: „Hoe is verband te brengen en te
houden tussdhen de hoofden van sdholen, die
een democratische schoolorganisatie voor-
staan; in het belang van den strijd voor de
openbare school en van hen zelf
Op deze inleiding volgde een uitvoerige
gedachtenwisseling, waarin hoofdzakelijk te-
genover elkaar verdedigd werd, het toetreden
tot het N.O.G. en de oprichting van een nieu
we organisabe, uitsluitend voor schoolhoof
den en staande op het standpunt van den
modernen klassenstrijd.
Met overgroote meerderheid van stemmen
werd besloten om over te gaan tot de oprich
ting van een nieuwe organisatie. Het voorma-
lig bestuur van den in 1924 opgeheven Bond
van Nederlandsche Schoolhoofden werd aan-
gewezen als commissie ter voorbereiding
voor de noodzakelijk te treffen maatregelen
Deze commissie bestaat uit de heeren: J. van
Buren te Den Haag, R. van Gaasbeek te
Utrecht, J. G. Groothoff te Leeuwarden, W.
Lodeizen te Amsterdam en J. Meertens te
Klazinaveen.
DE WONING VAN EEN VISSCHER
VERB RAND.
Uit Weesperkarspel wordt aan de Crt. ge
meld:
Zaterdagavond tegen 12 uur wilde de
reeds bejaarde H. K., van beroep visscher en
jager, wonende in den Hoogen Bijlmer, nabij
den tol, zich ter ruste begeven, toen plotse
ling een hevige windstoot den schoorsteen
vernielde, die gedeeltelijk in het woonvertrek
terechtkwam en wel op een brandende lamp,
waardoor brand veroorzaakt werd. De vlam-
men vonden gretig soedsel in een grooten
voorraad vischwant. De bewoner had n.l niet
minder dan 290 vischfuiken in gereedheid ge-
bracht, welke de volgende week zouden wor
den uitgezet. Alle netten werden echter een
prooi der vlatomen en ook de woning, die ge
heel van hout was opgetrokken, werd totaal
vernield. Van alarmeering der brandweer
was afgezien, omdat, voor deze het afgele-
gen punt, waar de brand was uitgebroken, be-
reiktkon hebben, de vlammen toch reeds hun
vernielend werk zouden hebben volbracht. De
bewoner wist zich met moeite uit het bran
dende perceel te redden. Een kistje, waarin
1600.aan bankpapier werd bewaard,
werd later tusschen de puinhoopen terugge-
vonden; de inhoud was echter geheel ver-
koold. De waarde van het verbrande visch
want wordt op 5000.geschat. De gele-
den schade wordt door verzekering niet ten
voile gedekt. Een zich >n de nabijheid bevin-
dend cafe kon,-door kordaat optreden van de
omwonenden, gespaard blijven.
Daar in Diemerbrug vermoed werd, dat de
brand op Diemer grondgebied woedde, be-
gaf de waarnemend burgemeester, vergezeld
van politie en marechaussee zich per auto
naar den Hoogen Bijlmer.
DE RADIO-BEWEGING.
Was het woord „Radio" sedert enkele ja-
ren in steeds versnetde mate bezig beslag te
leggen op de belangstelling van al meer
kringen der beschaafde samenleving, nu de
vorige week ook hier te lande de rijkscommis-
sie voor dten Nationale-Radio-Omroep door
den minister van Waterstaat is ge'fnstalleerd,
zal zeker niemand meer het algemeene be
lang der radio-beweging voor ons geheele
volk ontkennen.
En vooral nu die gelegen'heid1 tot kenoisna-
me van al de uitzendingen van d'en meest on-
derscheiden aard die dagelijks het grootste
gedcelte van middag en avond plaats heb
ben, niet meer tot de particuliere bezitters van
ontvangtoestelien beperkt is, maar in de
steeds zich vermenigvu 1 digen.de „Radio" hui-
zen in de meeste steden en odrpen en bij al-
lenlei gelegenheden als tentoonstellingen, ba
zars en demonstrates en verdere bijeenkom-
sten voortdurend toenemen, daar moge waar-
lijk ook in alle persorgaan een geregelde ver
melding van de wetenswaardigheden op dit
gebied wel een vast plaatsje worden inge-
ruimd.
Omdat in wat hier in immer toenemende
mate over ons huidig geslacht wordt uitge-
stort, aan invloed toescheen weldra door
geen ander orgaan zal kunnen worden ge-
venaard.
Vandaar dan ook, dat natuurlijk dadelijk
de Roomsch Katholieke Kerk het vraagstuk
in ernstige studie nam en in hare pers-orga-
nen aan de ver chillende uitzendingen gere-
geld alle aandacht wijdde en zorgde daar-
over steeds haar oordeel onomwonden uit te
spreken,
Maar ook de Gereformeerde Kerken talm-
den niet er onmiddellijk voor hare propa
ganda beslag op te leggen, zoodat niet ai-
leen naast de neutrale Hilversumsche een
eigenzender te Bloemendaal werd opgericht
waar ook het Nederl. Christelijk Radiotijd-
schrift dadelijk in zijn eerste jaargang al
van maand- tot weekblad veranderde, waarin
nu wekelijs op de oprichting van piaatseliike
Christelijke Radio-Comite's wordt aangedron-
gen.
Voor alle belangstellenden, zal het dan
ook zeker een zaak van bijzondere interesse
zijn met welke voorste'len de pasbenoemde
rijkscommissie strask bij de regeering zal
aankomen. Want waarschijnlijk zullen in
geen enkel ander land zich probkmen voor-
doen als onder ons godsdienstig en politiek
zoo zeer gemaskeerd volkie zijn te wachten
waarbij intusschen ook weer met bijzondere
erkentelijkheid mag worden vernomen uit de
organen der verschil'ende grcepen, hoe men
overal met de beste voorneniens tot vruchtba-
re samenwerking dezen arbeid heeft aan-
vaard, waarmee inderdaad de grootste volks-
belangen gemoeid zijn!
KONINKLHK BEZOEK AAN
LIMBURG.
(Ecrste dag)
Te 1 uur hedenmiddag is de Kcninkliikr
Famille met een extra-trein uit het Leo aan de
halte Linne aangekomen tot het brongen van
een driedaagsch bczcek aan een gedcelte der
provincie Limburg.
Aan de halte Linne werd de Kcmink'.iike
Familie begroet doer den Comm'ssaris dor
Koningin de provincie Limburg. Mr. E. O j
M. Baron van Hovell tot Westerflier.
Onmiddellijk werd met de auto's naar den
stuw in de Maas ger dm voor d^ onthulbng
van den gedenksteen ter hernnering aan hef
-rereed komen van den eersten stow voor de
Maaskanalisatie. In ongeveer tien minuten
werd de Maas bereikt.
Bii den stuw werd H. M. begroet door den
Minister van Waterstaat, Ir. M. C. E Bon-
gaerts. Verder waren aanwezig ingenieurs,
werkzaam aan de Maaskanalisatie, de burge
meester van Linne, de heer J. M. van Geldrop
en andere plaatselijke autoriteiten.
Schoolkinderen stonden opgesteld en be-
groetten de Hooge Gasten met het zingen
van een speciaal voor deze gelegenheid ver-
vaardigd lied, terwijl het Harmcmiecorps
uit Linne muziek ten gehoore bracht
Twee meisjes, leerlingen van de openbare
en bijzondere school, boden H. M. bloemcn
aan.
De Minister van Waterstaat, Ir. Bongaerts,
verzocht daarop H. M. de Koningin den ge
denksteen, aangebracht ter herinnering aan
het gereed komen van den eersten stuw voor
de Maaskanalisatie, te onthullen. Hij hield
daarbij een uitvoerige rede.
H. M. de Koningin beantwoordde de rede
van den Minister.
De steen, die door H. M de Koningin
werd onthuld, dxaagt als opschrift:
DEZE STUW IS DOOR
HARE MAJESTEIT
KONINGIN WILHELMINA
DER NEDERLANDEN
IN DIENST GESTELD IN
DE MAAND OCTOBER 1925.
Te kwart voor twee vertrok de Koriinklijke
Familie met gevolg. waarbij de Commissaris
der Koningin, Mr. Baron van Hovell tot Wes
terflier zich had aangesloten, van den stuw.
Onder groote belangstelling van de zijde
der bewoners werd door het versierde dorp
Linne gereden en den weg naar Roermond in-
geslagen.
Te Roermond
Ongeveer twee uur kwamen de Koninkhjke
bezoekers aan de Kapellerpoort te Roermond
aan, begroet door sahiutschoten en klokge-
lui. Langs den kortsten weg werd door de
feestelijk versierde stad naar de Markt gere
den.
Daar stond een groot aantal vereenigingen
uit de stad en omgeving opgesteld
De geheele weg naar de Markt en van daar
naar het Station, welke H. M. bij Haar be-
zoek passeerde, was versierd met eerepoor-
ten, groenversiering, guirlandes en wimpeis.
De Markt zelf had een schitterende koepel-
versiering over de geheele oppervlakte. Meer
dan 2500 lampions waren aangebracht, die
vanavond zullen worden ontstoken.
Het Stadhuis was geheel met groen, bloe-
men cn vlaggen versierd.
Toen de auto's de Markt opreden, liet de
Koninklijke Harmonic van Roermond het
„Wilhelmus" hooren, dat door de op het
plein aanwezige personen werd med^ezon-
gen.
Voor het Stadhuis hidden de auto's stil en
werd H. M. de Koningin begroet door den
burgemeester van Roermond, den heer J. L
Th. Sanders.
Namens de gemeente werden bloemen aan-
geboden aan H. M. de Koningin en H. K. H.
Prinses Juliana.
Daarop begaven alien zich naar de boven
zaal van het Stadhuis Hier werden verschil-
lcnde personen aan H. M. de Koningin voor-
gesteld.
De burgemeester van Roermond, de heer
J. L. Th- Sanders, sprak daarop een rede uit.
H. M. de Koningin beantwoordde de rede
van den burgemeester
Het gezelschap begaf zich vervolgens naar
het bordes ter bijwoning van de uitvoering
„Pyramide Oranje Boven!" door de Scherm-
en Gymnastiekvereeniging „Kracht en
Vriendschap" te Roermond.
Daarop volgde een zanghulde vah de Ko
ninklijke Zangvereeniging Roermonds Man-
nenkoor: „Salvam fac reginam nostram", met
begeleiding.
De Koninklijke Harmonie, de Konmklijke
Zangvereeniging Roermond's Mannenkoor en
de Heeren Putmeesters der Stad Roermond
brachten de Vorstelijke bezoekers vervolgens
een bloemenhulde. Ten slotte defileerden de
op de Markt opgestelde vereenigingen.
De vaandeldragers verlieten tijdens het de
file hun plaatsen in den stoet en ste'.den zich
na gebrachten groet ter zijde van het bordes
op.
Een gezamenlijke vaandelhulde, tijdens
welke de Koninklijke Familie het vierde cou
plet van „Limburg mijn Vaderland!" werd
toegezengen, onder begeleiding van de Ko
ninklijke Harmonie, besloot de grootsche hul-
de betooging der burgerij.
Ten kwart over drie vertrokken de Hooge
bezoekers van het Stadhuis. Langs den kort
sten weg werd door de arbeiderswijk
naar het Station gereden. Op het Stations-
plein stonden ongeveer 1500 schoolkinderen
opgesteld. Toen H M. uit dte auto was ge-
stapt, zongen de kinderen een couplet van het
lied, „Blijdschap heerscht nu allerwegen"
Namens de gezamenlijke schooljeugd wer
den aan H. M. de Konigin en H- K. H. Prin
ses Juliana bloemen aangeboden.
De Hooge Gasten namen daarop afscheid
van de stcdelijke autoriteiten en te half vier
vertrok de Koninklijke trein naar Maastricht.
De feestelijkheden te Roermond waren hier-
mede echter niet geeindigd. Te vier uur wer
den, als inleiding van de avondfeestelijkheden,
op verschillende plaatsen der stad reclame-
bommen afgeschoten.
Te 7 uur vangt een groot vuurwerk op de
Stadswcide aan, terwijl van 8 tot 11 elf uur
de Munsterkerk door tien schijnwerpers
wordt verlicht. Duizenden 1 amnions en elec-
(rische larnpen zullen vanavond Roermond il-
lumineercn Om negen uur wordt een „muzi-
kale wandeling" door de stad gehouden.
Te Maastricht.
Te 4.11 uur arriveerde de Koninklijke trein
te Maastricht. Toen de trein binnenreed, be-
onnen alle klokkcn der stad, als een welkom
aan de Koninklijke Familie, te luiden, terwiji
tegelijkeriijd het eerste van de 101 kanon-
schoten op den Maasmolendi.ik werd gelost.
Op het perron stond de Koninklijke Har
monie en toen de Hooge bezoekers den trein
hadden verlaten, liet deze het „Wilhelmus
van Nassauwe'' hooren. De burgemeester,
Mr. L. B. J van Oppen, en andere autoritei
ten waren ter begroeting aanwezig.
Nadat eenige heeren aan H. M. waren voor-
mste'd. inspecteerde H. M. de Koningin de
cveneens on het perron oogestelde eerewacht.
Bij het binnentreden der hal van het Sta
tion zong de Maastrichtsche Staer een strophe
van het ..Wilhelmus" en van „Limburg mijn
Vaderland!"
t
Toen H. M de Koningin het Station verliet
en de stad binnentrad, welke zij sinus 1903
met meer officieel bezocht, klonk bazuinge-
schal ter aankondiging van de heugeiijke ge-
beurtenis.
Op het feestelijk versierde Stationsplein
stond recht tegenover dm uitgang het mu-
ziekcorps „Kunst door Oefening" opgesteld
Zoodra de bazuinblazers den volke kond
hadden gedaan van de aankomst van de Vor
stin, speelde het muziekcorps het „Wien
Neerlands Bloed".
Toen begon de feestelijke intocht de. Ko
ninklijke Familie in de hoofdstad van Lim
burg. Onder luide toejuichingen van het in
grooten getale opgekomen pubtiek, ging de
stoet naar het Gouvernementsgebouw.
Op verschillende plaatsen stonden muziek-
corpsen opgesteld, die bij het passeeren van
den stoet vaderlandsche liederen lieten hoo-
rdn.
De geheele intochtsweg wasrijk met vlag
gen en groen versierd. Op het middenvak
der Stationsstraat waren delegaties van
Maastrichtsche vereenigingen met vaandels
opgesteld.
Gedurende den tocht werd eenige malen
halt gehouden om H. M de Koningin en
Prinses Juliana bloemen te doen aaobieden.
Langs den geheelen weg naar het Gouver
nementsgebouw stonden in grooten getale
inwoners van Maastricht en omliggende
plaatsen om hun Landsvorstinne te begroe-
ten.
Bij het Gouvernementsgebouw stond de
Zangvereeniging „de Lauwerkans" opgesteld,
die bij aankomst van den stoet eenige liederen
ten gehoore bracht. De wacht van het Gou
vernementsgebouw wordt betrokken door de
Militaire Politie.
Te 7 uur hedenavond heeft ten Gouverne-
mentshuize een feestdisch plaats, terwijl in
hotel du Levrier een Maarschalkstafel wordt
aangericht.
Profete»
door
TINE BRINKGREVE—WICHERINK.
In de buurt van het groote hoofdstation,
waarvan, boven den ingang, de met leien
gedekte glazen koepel in de zon schitterde,
was de boulevard met de winkelgalerij. Daar
reien zich de meest verlokkende uitstallingen
naast elkaar; patissiers stelden voor de glin-
sterende Spiegelruiten hun exquise lekkernij-
en ten toon, bij de fruithandelaars vond men
een keur van sappige vruchten, die tot koo-
pen lokten. In den kunsthandel raakte men
verward in de keuze van luxe-voorwerpen,
die meteen een souvenir aan de stad inhiel-
den: vazen, tegels, schilderijtjes, aschbakjes,
bekers, kop en schotels: alle versierd met een
stadsgezicht of een mooi plekje uit de omge
ving. Een winkel met speelgoed deed alle
kleine en groote kinderen, die passeerden, met
een kreet van verrukking stilstaan, en menig
toegevend geleider of geleidster werd mede
naar binnen getroond, om een enkel stuk, uit
al die schatten in de grage handjes te doen
overgaan.
Boven de winkelverdiepingen verhieven
zich de drie of vier etage-woningen.
Tusschen een patissier en een comestibles-
zaak woonde Madama Violette Legros. Ach-
ter het venster was een sorteering geillu-
streerde kaarten uitgestald, zooals men ner-
gens uitgebreider kon aantreffen. 't Was dan
ook bijna het eenige, waaruit haar handel be-
stond en de manier waarop de tallooze prent-
kaarten geetaleerd waren, het overzicht dat
men in een enkelen oogopslag had van de
verscheidenheid en soorten, gaven tegelijker-
tijd een kijk op den artistieken smaak der ver-
koopster. Geen plekje in de groote stad, geen
bezienswaardig gebouw, of het was er verte-
genwoordigd, evenals de beeltenissen van
kunstenaars, van actrices, van filmsterren,
van allerlei beroemde en bekende personen.
Maar tusschen al deze doffe en vroolijk ge-
kleurde landschappen, ernstige en glimlac-
hende gezichten, peinzers en mondaine vrou-
wen dook telkens een afbeelding op van de
oude Gothische kerk, met zijn grijze verweer-
de muren, die aan de overzijde stond, waarop
men voor Violette's winkelraam staande,
juist het uitzicht had. Hij stond daar met
zijn hoogen toren als een ernstige, zwijgende
wachter, toegevend en vriendelijk als de zon
lichtte langs de hooge boogramen, met een
dreiging in zijn grauwe steenmassa als
woeste wolken over de stad dreven, de regen
neersiepelde. Maar mooi was hij altijd, mooi
en indrukwekkend
Madame Violette was nog een jonge
vrouw, even dertig jaar; ze had een sierlijk,
rank figuurtje, was altijd stemmig gekleed.
Ze ging kalm en rustig haar gang, bemoeide
zich weinig met anderen, ofschoon ze nooit
onvriendelijk was. Sedert de enkele jaren, dat
ze er woonde, wist men niet veel anders van
haar dan dat ze weduwe was, haar man was
in de eerste oorlogsjaren gesneuveld. Vanuit
de provincie was ze toen hierheen gekomen
om in haar eigen onderhoud te kunnen voor-
zien.
Den geheelen dag stond ze achter de toon-
bank, of beredderde haar eenvoudige huis-
houding, en alleen's avonds sloot ze de deur,
ging een luchtje scheppen. Maar altijd zag
men haar weer spoedig terugkomen, steeds
alleen.
Er was niets opvallends aan haar, althans
wanneer ze de oogen neergeslagen hield.
Maar wanneer ze cfeze opsloeg, iemand aan-
keek, blikte men in een paar groote wondere
grijs-groene oogen, oogen, waarin vreugde
en leed verborgen lag, die lokten en afweer-
den, die tegelijkertijd heil beloofden en om
ontferming smeekten.
Er kwamen wel eens mannen in haar win
kel, heeren, die probeerden haar het hof te
maken. Maar als iemand rich een vrijpostig-
heid veroorloofde, was het ook slechts door
een woord of een blik. kon ze met een niet te
miskennen handbeweging naar de deur wij-
zen: „Ik geloof, dat het tijd wordt, dat U den
winkel verlaat, monsieur". En de blik, die
dan uit haar oogen straalde, deed zelfs de
meest brutale afdruipen, soms met een ver-
ontschuldiging op de lippen.
Temidden van het geroes en lawaai, dat
haar deur dagelijks voorbij ging, leefde ze
eenzaam en termrgetrokken.
Totdat h ij kwam.
Hij was een lange, donkere man, een en
kelen keer had hij eens iets gekocht, was dan
een oogenblik blijven praten: over het weer,
over onverschillige onderwerpen. Maar al-
lengs rekte hij zijn bezoeken wat langer, ver-
teldc haar een en ander van zichzelf, hoe hij
teekenaar was aan een fabriek in de provin-
ciestad in de buurt, en steeds Vrijdags in de
stad moest zijn. Nu wist ze dus, datze hem
alleen Vrijdags kon verwachten, en langza-
merhand betrapte ze er zich op, dat ze naar
hem begon uit te zien, dat het haar een te-
leurstelling was, als hij een enkelen keer niet
gekomen was, overgeslagen had met een be-
seheiden inkoop te doen; een paar kaarten,
een map postpapier.
Na een half jaar kusten ze elkaar voor
het eerst, rustte ze een oogenblik in zijn ar-
men in de schemerige kleine kamer, die aan
den winkel grensde. Toen wisten ze, dat ze
voor elkaar bestemd waren, bij elkaar be-
hoorden.
Ach, welk eer tijd van zaligheid brak er
nu voor haar aan: hoe reikhalsde ze iederen
dag, ieder uur, naar den Zondag. Dan vroeg
in den morgen, stapte ze naar het station,
en dan voerde de trein haar naar een klein
lommerrijk dorp, gelegen tusschen de groote
stad en zijn woonpiaats. Dan wachtte hij
haar al op aan het stationnetje, en trokken
ze, bij mooi weer, de bosschen in, gebruikten
een eenvoudig landeiijk maal in een klein
logement. En was het koud, regenachtig, dan
ging ze met hem mee naar de kamer, die hij
gehuurd had in de afgelegen woning bij een
paar oude zwijgzame lieden, en als hij dan
den arm om haar heen geslagen hield, haar
wang tegen de zijne rustte, verzonk het ver-
leden met al zijn wee en ellende, voor haar
in het niet.
Opgebiecht had ze hem, alles, wat dat
verleden inhield: ze was geen weduwe he-
laas! Haar man leefde nog, ginds, in de
provincie. Ze was jong en onervaren ge- -
weest toen ze trouwde; haar moeder had het
huvvelijk gewild, doorgezet. Na een roes van
enkele weken waren jaren gevolgd van el
lende, van smaad. Toen had ze hem verla
ten.
Ze vertrouwde geen enkelen man meer
alleen hem!
„En toch" haar groote grijs-groene
oogen staarden plotseling in de verte, alsof
ze daar iets zagen opdoemen: „toch zul je
me verlaten, eenmaal, nog voordat ik oud en
verwelkt ben. Ik heb het eens gezien, in een
visioen: mijzelf, eenzaam, alleen.. En mijn
haar was nog danker, mijn gelaat zonder
rimnels. Eens zul je me verlaten."
Hij drukte haar vaster tegen zich aan,
kuste haar.
..Uoe zou ik je nog ooit kunnen missen,
ik, die zelf een eenzame ben! O, het liefst
zou ik je meenemen, naar m'n huis, maar het
zou mij m'n betrekkinj kosten, alles is er zoo
kleinsteedSch, zoo bekrompen. Maar mis-
schien sterft eenmaal je man, of laat hij je
vrij. Dan scheiden we nooit meer, kom je voor
eeuwig bij me."
Als in een droom gingen de dagen der
week voorbij, des Zondags leefde ze
Totdat ze bemerkte, gevoelde, dat er een
verandering bij hem plaats greep, eerst on-
gemerkt bijna, toen duidelijker, ook al lach-
te hij steeds haar angstig vorschen en vraeren
weg.
Den eersten keer, dat hij haar schrecf,
Zondags verhinderd te zijn in het dorp te
komen, kromp haar hart ineen. Ze voelde,
dat was het begin van het einde, ondanks de
vurige woorden van liefde, die het briefje
verder behelsde.
Voor het eerst, dien Vrijdag, bracht hij
haar ook het geregeld bezoekje niet, op weg
naar den trein, een bezoekje, zoo kort, dat
niemand der buren er ooit eenig argwaan
door had gekregen.
Sedert lange tijden zat ze dien Zondag
voor het eerst weer alleen in haar kleine ka
mer, in een doffe verslagenheid, terwijl de
minuten, de uren, voortkropen, haar een
eeuwigheid toeschenen.
Den volgenden Vrijdag kwam hij. Ze zag
het aarzelende in» zijn houding, zijn oogen,
die de hare ontweken. Ze sloot de winkeldeur,
wenkte hem, om binnen te komen. Toen sprak
haar klanklooze stem:
„Zeg het!" En toen hij wilde protesteeren,
herhaalde ze, thans gebiedend: „Zeg het!"
Ach, nu ja, je wist het wel, en zou het
begrijpen! Aan trouwen konden ze immers
nooit denken, ze was niet vrij! En hij had
haar wel eens verteld dat de docbter van
fabrikant een oogie op hem had! Haar vader
had met hem gesproken, hij kon deelgenoof
worden, mede-directeur! Maar haar bleef hij
liefhebben, altijd, dat wist ze immers
Ze stond vlak voor hem. H
„Dus je hebt je verkocht!"
En, niet lettend op zijn toornigen uitroep,
zei ze nogmaals:
„Je hebt je verkocht! Maar je zult gestraft
worden, gestrafi, in datgene, waarmee je
belogen en bedrogen hebt. In je oogen waar
mee je mij hebt aangezien, hartstochtelijk en
feeder, in je mond, die mij gekust heeft, die
eeden van trouw heeft gestameld, terwijl je
misschien reeds aan die andere dacht. Je
zult gestraft warden, ik zie het! Ah!..."
Als een profetes stond ze voor hem, de
armen uitgespreid, de groote grijs-groene
oogen wijd geopend als zagen ze een visioen
opdoemen, onafwendbaar.
Toen klonk ze me) een kreet bij tafel
neer, verborg het gelaat in de handen.
Even was het stil, daarop klonk een
spoitend lachje, het geknars van een sleutel,
het overgaan der winkelbel. Ze wist, dat
hij nu was heengegaan, weg, voorgoed
Des morgens, toen ze pas de deur ontsl<v
ten had, wierp de krantenjongen het ocIf
tendblad voor haar op de toonbank. „Weer
een spoorwegongelnk. Madame, gisteravond,
de trein naar het Zuiden.
Ze werd aschgrauw.
„Dooden?" vermocht ze slechts te vragen,
„Neen, alleen gewonden. Leest U zei!
maar."
Weg was hij, hij had altijd haast.
Met trillende vingers ontvouwde ze het
blad. Ja, daar stond het, in dikke letters: de
trein van 9 u. 13 ontspoord, een zeventa!
lichtgewond, een zwaar: een jonge man, die
tegen het portier geslingerd was, de glas-
splinters in de oogen had gekregen, zoodat
hij het gezicht zou moeten missen. Daarbij
de kaak ingedeukt. Men hoopte hem in het
leven te kunnen behouden, maar het gelaat
was afscbuwelijk verminkt, blind en verminkt.
Doodstil bleef ze zitfen, de courant vddr
zich. Toen fluisterden haar kleurlooze lip-
pen:
„Ik wist hetik heb het gezien
En rillend sloot ze een oogenblik de oo
gen, tot de eerste klant biunentrad.