AlKmaarsche Gourant Be Reisqenoote. FEUILLETON. Maandag 9 November. 1925 Honderd Zeven en Twinfigste Jaargang. Uit enze Staatsmachine. T GEWIJZIGD ARTIKEL 6 DER f DRANKWET. Den 28sten Juni 1881 onderteekende wij- len Koning Willem III de „Drankwet", die mede de onderteekening draagt van de toen- malige Ministers van Justitie A. E. J. Mod- derman en van Binnenlandsche Zaken Jhr. Six. Die wet ward den 5en Juli 1881 afge- kondigd en is sindsdien gewijzigd, inzonder- heid tijdens het ministerie-Kuvper, de voor- laatste wijziging dateert van 29 Juni 1925 en bevatte het inlasschen van een vierde lid in Artikel 6 van bedoelde wet. Tot dat tijdstip bevatte dat artikel drie le- den, waarvan het eerste bepaalde, dat bij al- gemeenen maatregel van bestuur eischen zouden worden gesteld met betrekking tot ruimte, licht en luchtverversching, waaraan een localiteit zou moeten voldoen, om voor eene, door burgemeester en wethouders te verleenen vergunning vcor den verkoop ^an sterken drank in het kiein, voor ter plaatse van verkoop, in aanme. ng te kun nen komen. In het tweede lid van bedoeld ar tikel wordt aan den gemeenteraad bovendien de bevoegdheid verleend om bij plaatselijke verordening vast te stellen de eischen, waar aan een localiteit moet voldoen om in aan- merking te komen voor het verleenen van de vergunning voor den verkoop van sterken drank in het klein, voor gebruik ter plaatse. De gemeenteraad hoefde van dit bevoegdheid geen gebruik te maken, maar de bedoeling was, om, waar de bepalingen van algemeen bestuur in dezen uit den aard der zaak niet anders dan van zeer algemeenen aard kun nen wezen en niet zoo in details kunnen afda- len, dat gerekend wordt met allerlei plaatse lijke omstandigheden, aan den gemeenteraad de gelegenheid te geven meer met de plaatse lijke eischen rekening houdende eischen te stellen. Merkwaardig is, dat het eene lid het andere niet uitsluit. Inderdaad bestaan er ge- meenten, die van deze bevoegdheid zulk een gebruik hebben gemaakt, dat zij verordenin- gen in het leven hebben geroepen, die de eischen met betrekking tot ruimte, kich en luchtverversching, welke waren vastgelegd in het Koninklijk Besluit van den 7en Februari 1906, aanvullen. Wij voor ons achten voor wetten als deze, die een bedrijf moet regelen, dat in de verste uithoeken van ons vaderland, dat wil zeggen, onder- de meest verschillende omstandighe den, wordt uitgeoefend, steeds den allerbes- ten vorm, dat de wet zelf niet anders geeft dan de groote lijnen en verder binnen het raani der wet door de gemeenteraden veror- deningen worden vastgesteld, die een aanvul- lend, volmakend karakter hebben met het oog op de plaatselijke toestanden. Gevaar is in dezen niet te duchten, omdat die verordenin- gen, alvorens van kracht te worden, tocli iioogere goedkeuring behoeven. Gelijk ook in het derde lid van Artikel 6 der Drankwet wordt bepaald, dat, wanneer een gemeente raad van de in het tweede lid gegeven be voegdheid gebruik maakt en een verordening in deze materie vaststelt, deze verordening aan Gedeputeerde Staten van het gewest moet worden medegedeeld binnen een maand na de vaststelling. De vaststelling^van dien termijn wekte bevreemding, omdat in, Artikel 167 der G'emeentewet is bepaald, dat veror- deningen, tegen wier overtreding straf wordt bedreigd, binnen tweemaal vier-en-twintig uur aan Gedeputeerde Staten moeten, worden medegedeeld, daar echter verordeningen, als in Art. 6 al. 2* der Drankwet bedoeld, geen straf inhouden, kon de termijn ruimer wor den genomen. Aan de drie leden van Artikel 6 werd bij de Wet van 29 Juni 1925 een nieuw lid (het vierde) toegevoegd, dat aldus luidt: „Bij al gemeenen maatregel van bestuur worden eischen gesteld, waaraan logementen moeten voldoen om voor een vergunning voor den verkoop, alleen aan logeergasten, in aanmer- king te komen. Deze eischen kunnen verschil- lend zijn voor verschillende soorten van ge- meenten". M.a.w. de wettige bevoegdheid, die tot dusver ging over de gelegenheden, waarvoor de vergunning voor den verkoop van sterken drank voor gebruik ter plaatse gold, wordt nu uitgebreid ook over die loge menten die ten behoeve van hun logeergasten een vergunning wilden hebben, n.l. de be voegdheid om eischen te stellen betreffende de inrichting van bedoelde gelegenheden. Het Koninklijk Besluit nu, dat een en an- der regelt, verscheen in Staatsblad 416 en is gedateerd 14 October 1925; en zegt in de overweging, dat ,het wenschelijk is eischen vast te stellen, waaraan een logement moet voldoen om in aanmerking te komen voor Roman. (Uit het Franseh van Guy Chantepleure). Geautoriseerde veHaling van W. H. C. 73) Tusschen de kleine Phyl en mij kon geen liefde bestaan, Jacqueline. De kleine Phyl! Ik herinner me, dat je haar altijd zoo hebt genoemd Ze was nog een kind, een tenger, klein ding, toen je al heel veel van haar hield.. Toen had ze al haar eigen plaatsje in je leven Willem glimlachte en plotseling vond hij het heerlijk, over die kleine Phyl van vroeger te praten. 't Is waar, zei hij. Ik hield van haar, toen ze nog een kind wasen toen ze dat niet meer was, zag ik het nauwelijks. Ik bleef met dezelfde opgetogenheid en angst- valligheid mijn beste zorgen aan haar wij- den; steeds vreesde ik te ruw met het broze poppetje om te gaan, het pijn te doen, zonder het te willen. Ik hield van haar met een vreemde teederheid, waarin alle schakeerin- gen aanwezig waren van innige en reine ge- voelens. Ze was mijn zusje, mijn kleine kame- raadje, ze was mijn teruggevonden eigen kindsheid Ik noemde haar mijn prinsesje. Ik was de goede reus, die voor haar het eene door Oedeputeerde Staten te verleenen vergunning voor den verkoop van sterken drank in het klein in een logement alleen aan logeer k o s t e ndit woord is allicht door den drukfoutenduivel geschonden; bedoeld is natuurlijk logeergasten. Uit een en ander volgt, dat buiten deze wet vallen de logemen ten, die alleen maar „verlof" hebben. Gaan we nu de eischen na, dan komen die ons allerminst onbehoorlijk voor; integendeel ware te wenschen, dat ze voor alle logemen ten gingen gelden. In de eerste plaats wordt bepaald het aantal kamers, dat een logement ten minste moet bevatten. Dit getal varieert naar het aantal inwoners der gemeente. In gemeenten met meer dan 100,000 zielen moet het minstens 8 logeerkamers hebben, in die met meer dan 50.000 6 kamers; in ge meenten van 20.000 tot 50.000 inwoners 5 kamers, in de overige gemeenten 4 kamers; onder die kamers wordt steeds verstaan uit- sluitend voor logeergasten bestemde slaap- vertrekken. Dit blijft het vereischte minimum vertrekken; een eventueele aanwas der be- volking brengt daarin geen verandering. Die kamers .moeten op zichzelf staande vertrek ken wezen, die onafhankelijk van andere slaapvertrekken bereikt moeten kunnen wor den; is dit niet het geval, dan worden ze niet meegeteld. Ook tellen niet mede slaapvertrek ken in kelders, sousterrains of op zolders, waarvan het dak niet behoorlijk is beschoten of op andere wijze beschutting biedt tegen hitte, koude en vochtigheid. De slaapvertrek ken moeten op voldoende wijze van elkander gescheiden zijn; beplakt tengelwerk is verbo- den, niet geplafoneerde eveneens. 't Moet al- les wezen van metsel- of pleisterwerk of ge- voegde planken en de deuren moeten vol doende kunnen worden afgesloten, evenals de verbindingsdeur tusschen twee met elkaar correspondeerende vertrekken. Bovendien moet ieder vertrek door ventilatie-openingen of beweegbare ramen rechtstreeks in verbin- ding staan met de buitenlucht en opdat dit voldoende geschieden zal, daarvoor is de be- paling opgenomen, dat de doorlaatruimte van licht en lucht minstens het twintigste deel van de vlodfoppervlakte moet bedragen. Ook het meubilair is in dezen maatregel van algemeen bestuur niet vergeten. In ieder slaapvertrek moet volgens voorschrift zijn een voor onmiddellijk gebruik gereed zijnd bed met toebehooren, een waschgelegenheid, benevens de verder in ieder slaapvertrek on- misbaar te achten meubelen. Ook mogen de bedden niet boven elkaar zijn aangebracht. Maar met het aantal slaapvertrekken alleen is de logementhouder nog niet klaar. In ieder logement, waar een vergunning voor de loge- mentgasten zal verleend worden, moet zich bovendien nog bevinden een lokal iteit, kenne- lijk uitsluitend of in hoofdzaak ten behoeve der logeergasten, waarin desverlangt ontbijt en avondbrood (is dit geen Germanisme?) kan worden gebr'uikt. Het wil ons inderdaad voorkomen, dat de uitbreiding, die Artikel 6 der Drankwet ver- kregen heeft, een zeer groote verbetering ge noemd mag worden. De bedoelde bepalingen toch zijn voor den bona-fide logementhouder niet drukkend en de behoorlijke en hygieni- sche inrichting der kamers zijn in het belang der gasten. 't Is jammer, dat deze bepalingen ook niet gelden voor die logementen, waaraan slechts verlof is verleend. Proymciaal Nieuws UIT HE I LOO. Gemeenteraad. Zaterdagavond had een vergadering plaats van den gemeenteraad. Afwezig was met ken- nisgeving de heer Opdam. Ingekoinen was een brief van den heer J. C. Muller te Alkmaar met dankbet.uiging voor en bericht van aanneming van zijne be- noeming tot onderwijzer, alsmede een schrij- ven van den Commissaris der Koningin in deze provincie met mededeeling, dat't aantal vergunningen in deze gemeente is verlaagd en gebraclit op een per 600 inwoners, Beide stukken werden voor kennisgeving aangeno- men. Aan de orde kwam daarna: Punt 2. Verzoek van de op 9 October op- gerichte gymnastiekvereehiging om een schoollokaal te mogen gebruiken voor het houden van oefeningen. De voorzitter deelde mede, dat het hoofd der school tegen inwilliging van het verzoek geen bezwaar had en dat B. en W belioudens goedkeuring van den Raad, reeds hebben toegestemd in het gebruik van het lo- kaal. Dit werd goedgekeurd. Punt 3. Voorstel omtrent rooien en aan- planten van boomen en het houden van, een boomplantdag. De voorzitter deelde mede, dat de commissie voor de beplantingen, waarvan spr. voorzitter is, na "onderzoek tot de conclu- sie is gekomen, dat de eiken aan het Slemp- pad dienen te worden gerooid, omdat zij zoo goed als alle dood zijn, en dan dienen er weer nieuwe boornen te worden geplant. Ver der zou de commissie nog boomen willen booze noodlot moest overwinnen. Wie weet? misschien was ze in dien tijd van mijn eerste jeugd, toen alles zoo realistisch scheen, mijn klein ideaal, mijn klein droomvrouwtje. Je hebt gelijkze had al haar eigen plaatsje in mijn leven Willems stem klonk droomerig, die van Jacqueline eenigszins scherp. Ja, ze is je droomvrouwtje geweest, je kleine godheid!!Maar ze had gewoon en menschelijk je vrouw moeten worden dat zou haar mooiste rol zijn geweest. Wat kan jij de dingen toch mooi rege len, Jacqueline! Maar daarvoor -zou toch noodig geweest zijn, dat ze me liefhad gewoon en menschelijkzooals je zegt En ons huwelijk.was slechts een overeen- komst. Ze had je kunnen liefhebbenje bent zoo volmaakt, zoo bewonderenswaardig voor haar geweest! Willem haalde zijn schouders op. Mijn beste Jacqueline, zei hij, heb je ooit gezien, dat men iemand liefheeft omdat hij volmaakt en bewonderenswaardig is? En bovendien, je beoordeelt me met't hart en de oogen van een zeer toegeeflijke vriendin. Je moet wel begrijpen, dat ik me zelf volstrekt niet als een arme misdeelde beschouw, die ongeschikt is, om liefde aan een vrouw in te boezemen. Neen, dat nietmaar ik haal me ook geen belpchelijke illusies in mijn hoofdNiemand is minder geschikt dan ik, zien geplant aan de Rechfe Hondsbossche- laaa en aan de westzijde van een deel van den Hollenweg. Daarvoor wil de commissie een boomplantdag houden, als verleden jaar. Voor het rooien aan het Slemppad vraagt zij vooraf toestemming van den Raad. De heer V a h 1 besprak nog nader den toe- stand waarin de boomen aan het Slemppad verkeeren. De heer S e n g e r s had gemeend, dat die boomen nog wel goed waren, maar als des- kundigen anders beweren, legt hij zich daar bij neer. Hoe denkt de commissie zich het rooien, door publieken verkoop of door mid- del van werkloozen? Efe voorzitter wees er op, dat het planten spoedig .moet gebeuren en dat men niet kan wachten tot er werkloozen zijn in Januari of Februari. Wel wilde hij den heer Sengers toezeggen, dtft er veiling kan worden gehouden van de gerooide boomen. De heer van't Veer zag gaame den Westerweg in het plan opgenomen. De heer V a h 1 vond dit nogal moeilijk, om dat die niet overal breed genoeg is en pogin- gen tot verbrceding, waarin dan tevens ver betering van den weg had kunnen opgeno men zijn, zijn mislukt. Even voorbij .het smalle punt gaat het wel weer, de daar ge- plante boomen groeien vrij goed. De voorzitter merkte op, dat men niet direct overal kan komen, de commissie heeft nog veel pijlen op den boog, de Westerweg zal ook nog wel aan de beurt komen. Het rooien aan het Slemppad werd hierop zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Daarna vroeg xie voorzitter hoe men zich den boomplantdag denkt,vdie in't laatst dezer maand zal moeten plaats hebben. De commissie was van oordeel dat niet ieder jaar behoeft te worden geplant als verleden jaar, toen de drie hoogste klassen van elke school e'r aan deelnamen. Zij is van oordeel, dat een klasse voldoende is en heeft de kosten in 'ver- band daarmee geraamd op 100, ook al om dat de tractaties der kinderen wel wat min der overvloedig kunnen zijn dan verleden jaar. Alle heeren waren het hiermee eens en ver- feenden der commissie zonder hoofdelijke stemming het gevraagde crediet van 100. De heer van d e Vail meende, dat er meer gedaan kan worden dan waarvoor cre diet is toegestaan. In dit verband memo- reerde spr. dankbaar, dat de firnxa de Jager een aanbod heeft gedaan van 3000 tulpenbol- lcn, die in de gemeente kunnen worden ge plant (de bollen blijven haar eigendom). Op deze wijze wordt het mogelijk om veel te doen tot verfraaiing'van het dorp zonder bezwaar der gemeentelijke schatkist. De betreffende firma verdient daarmee den dank van^den Raad. (Applaus). De heer Sengers vestigde nog de aan- dacht op de vernieling van boomen, welk euvel dikwijls valt op te rnerken en waarop al meer is gewezen in den Raad. De voorzitter ondersclireef de woor- den van den heer van de Vail aan het adres der firma de Jager. Het is een mooi aanbod, waarvan een dankbaar gebruik zal worden gemaakt. Wat betreft de opmerkingen van den heer Sengers zei spr., dat de politie zoo- veel mogelijk toezichi houdt en dat bovendien overal waarschuwingea en verbodsbepalin- gen zijn geplaatst. Punt 4. Voorstel tot aanvulling der ver ordening op de begrafenisrechten. B. en W. deden dit voorstel naar aanlei- ding van een adres van mej. de wed. P. Spaander-Mulder, waarin zij verzoekt haar recht tot onderhoud van een graf op de be- graafplaats (waarvoor zij jaarlijks 1 moet betaien) aan de gemeente te mogen overdra- gen voor een bedrag van 50, terwijl zij voorts zich bereid verklaart 150 te storten,' waartegenover de gemeente zich dan zou moe ten verplichten na adressante's overlijden haar graf in voldoenden staat te onderhou- den. B en W. kunnen zich wel met derge- lijke onderhouds-overdracht vereenigen, maar wilden dan in de verordening op de begrafe nisrechten zien vastgelegd tot hoever de ver- plichtingen der gemeente zullen moeten gaan. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat een nieuw grafzerk kan worden verlangd; wel zou de gemeente kunnen zorgen voor het schoonhouden der zerken en van een hek, als mede voor het verven daarvan en het snoeien van heesters e. d. op het graf. B. en W. bo- den een concept-besluit in dien geest aan, waarin wordt gezegd, dat al het noodige vor de rente van het te storten bedrag dient te kunnen worden uitgevoerd, zoodat B. en W. tot de conclusie kwamen dat een stor ting van 250 geeischt moet worden. De heer V r ij b u r g vroeg hoe B. en W. aan genoemd bedrag kwamen, De voorzitter zette uiteen, dat aan sommige grafzerken zeer veel te doen is en dat daarop moet worden gerekend. De heer V'a h 1 achtte 150 voldoende als het een gewonen grafsteen bereft en wilde voor het meerdere (hekje, enz.) een omschrij- om een jong meisje te behagenOngetwij- feld weet ik niet, hoe ik dat moet aanleggen en voorts heeft me de gave van romaneske gratie ontbroken De verbeelding van jon- ge meisjes wenscht in verrukking te worden gebracht Juffrouw Albin keek Willem heel vriende- lijk en eenigszins ironisch aan. Wat wCEt jij nu eigenlijk van jonge meisjes af, beste Willem? vroeg ze. Met een gebaar, waarmede hij erkende een nederlaag te hebben geleden, antwoordde hij O, heel weinig! Ik erken mijn onwetend- heid. Ik heb nooit gedanst, noch "babbelpraat- jes gehouden, noch geflirtNooit heb ik gelegenheid gehad, zelfs niet in den licht- glans van eenjjalzaal, die geheimzinnige en misschien gecompliceerde schepseltjes te be- studeeren. Een jong meisje, haar hart, haar gevoeligheid ja, ik beken het eerlijk zijn voor mij raadsels, die me in de war bren- gen heilige, eenigszins vrees aanjagende mysterien. De opmerkzame blik van juffrouw Albin bleef steeds op het strenge, mannelijke en toch bijna naieve gelaat van Willem rusten en was nu eens gericht op zijn voorhoofd, waarachter zoo vele gedachten scholen, dau op zijn frissche, van wilskracht getulgende lippen, dan weer op zijn oogen, waarin de vlam van enthousiasme en liefde sluimerde, die oogen, die reeds zooveel hadden gezien of geraden en die daar boven, heel hoog bo- vmg. De voorzitter merkte op, dat alleen van hen, die veel prijs stellen op uitstekend onderhoud, een aanvraag zal komen en dat men daarmee rekening moet houden. De heer Mulder kon zeer goed met het voorstel van B. en W. meegaan. Dit werd daarop zonder hoofdelijke stem ming aangenomen Punt 5. Voorstel tot wijziging der over- eenkomst met de gemeente Alkmaar inzake' de uitvoering der Vleeschkeuringswet. De voorzitter deelde mede, dat Alk maar berichtte de tariqven te zullen verlagen van 10 op 7.50 en die van de huisslach- tingen van 5 op 3.50. Het voorstel tot wij ziging der overeenkomst werd goedgekeurd zonder hoofdelijke stemming. Punt 6. Verzoek van G. A. Hauser om eervol ontslag als schoolschoonmaker. Werd verleend met ingang van 1 Januari a.sonder dankbetuiging voor de bewezen densten. Punt 7. Benoeming van een lid der Com missie van Toezicht op het Lager Onderwijs. De commissie had de volgende aanbeveling ingezonden. 1. G. C. Vrijer, 2. J. C Muller Eerstgenoemde werd met algemeene stem- men benoemd. Punt 8. Verzoek van de Commissie van Malariabestiiding om subsidie. In het ver- zoekschrift werd o. a. meegedeeld, dat het rijk de helft van de te maken kosten zal beta ien en dat de provincie evenveel zal bijdra- gen als de gemeenten te zamen, tot een maxi mum van 3750. Als voor elken- ingezetcne 1 cent wordt betaald, zullen de gemeenten samen 3750 bijeen brengen. De voorzitter lichtte het schrijven toe en zei o m., dat het geld wordt besteed voor ontmugging van hui'zen en stallen en dat cok de groote huizen van de beter gesitueer- den, waarop de heer van 't Veer indertijd wees, niet zullen worden verzuimd. B. en W. stelden voor een bijdrage van 1 cent per in- woner toe te staan. De heer van 't Veer kon zich hiermede wel vereenigen, als de bijdrage maar niet, gelijk hij gelezen had dat gebeurde, alleen voor propaganda wordt gebruikt. De heer Sengers zou willen vragen wat men doet voor de bijdrage. Het verzoekschrift werd nogmaals bestu- deerd en men kwam tot de overtuiging, dat de gevraagde bijdrage is bestemd voor het- geen gedaan wordt buiten de paraffineering. De bijdrage van 1 cent per inwoner werd zonder hoofdelijke stemming verleend. Punt 9. Verzoek van J. Zoon om doortrek- king van het electrisch net. B. en W. adviseerden het verzoek op bil- lijkheidsgronden in te willigen, omdat, nu na aoortrekking van het net tot Kapel, verschil lende percefelen zijn aangesloten die meer af- gelegen zijn dan het perceel van adressant op Zevenhuizen. De commissie van bijstand voor het electrisch bedrijf had op dezen grond ook geadviseerd tot inwilliging van't verzoek. De Raad besloot zonder hoofdelijke stem ming aldus. Punt 10. Verzoek van A. J. de Vries e. a. om doortrekking van het electrisch net langs een gedeelte van den Verschuirweg. Ook dit verzoek werd zonder hoofdelijke stemming ingewilligd. Punt 11. Verzoek van de Vereeniging „IJsbaan Heiloo" om geen kosten in rekening te brengen voor het net langs de Kuillaan en den Zanderslootweg. De voorzitter lichtte toe, dat de ver eeniging zelf voor den aanleg van het net heeft gezorgd en dat het, nu de gemeente voor verlichting van den Zanderslootweg van dat net gebruik heeft gemaakt, niet meer dan billijk is dat de vereeniging bet voor den aanleg betaalde terug krijgt, zulks ook al om dat de door de ijsbaan gebruikte electrische stroom het net alleszins rendabel maakt, De heer Sengers kon zich hier wel mee vereenigen. De heer van'tVeer: Is dat dan al be taald door de vereeniging? Als lid van de commissie van bijstand had spr steeds ge- hoord, dat de vereeniging nog niet had be taald. De heer v a n d e V a 11 gaf toe, dat het geld nog niet betaald is. In het prae-advies wordt dan ook voorgesteld: niet in rekening te brengen. E*e heer van't Veer: Als een particu- iier een leiding legt, moet betaald worden terstond daarna. Nu is het al een jaar gele den, dat de vereeniging de leiding legde, waarom heeft zij dan nog niet betaald? De h£fer van d e Vail merkte op, dat de vereeniging niet gelijk gesteld kan worden met een particulier. Zij werkt in het alge meen belang. Waarom plaatst de heer van't Veer nu voor de tweede maal nog eens weer zoo'n opmerking, zich houdend aan de letter der verordening? De heer van'tVeer vond de handelwijze van het bestuur der ijsvereeniging niet cor rect. De heer van d e Vail: Omdat er geen ven de aarde, in de maagdelijke lucht hadden kunnen droomen van het ongekende, van aan- gezicht tot aangezicht met de onmetelijkheid. Willem, vroeg Jacqueline, weet je ze- ker dat Phyllis je niet liefheeft? Ze had die woorden heel gauw achter el kaar en in weerwil van zich zelf gezegd. Willem beg On te lachen. Phyllis? Wel, ik ben er zeker van dat ze me liefheeftmaar als een kind. Zoo even zei ik je wat we vroeger voor" elkaar waren en ik kan je ook vertellen, wat ik thans voor haar ben. Ze koestert een warme, heel trouwe genegenheid voor me. Ik ben haar groote vriend, haar redder, haar oom, haar broerhaar heele familie in een persoon vereenigden ik geloof o#k een beetje haar dorp met zijn kerkje Ze houdt van me met allerliefste opwellingen van teederheid, met een volgzame, inpalmende gratie van een aanhaling kind, dat zich bewust is van zijn machtEens heeft ze me zelfs verweten dat ik haar nooit kusteEen broer kust zijn zuster toch^>ok wel, niet waar? en sinds den dood vas haar goede pleegmoeder werd het lieve kind nooit meer door iemand gekust! Ze werpt zich aan mijn hals, ze nestelt zich tegen me aan en zegt„Ik heb niemand dan jou in de wereld." Ze maakt zich ongerust over ongelukken, die me zou den kunnen overkomen en elken avond snelt ze me, als ik thuis kom, tegemoet, blij me weer te zien. Elken morgen komt ze, als een. GOEDE RAAD IS DUUR! ADVERTEERT IN DE ALKMAARSCHE COURANT vrijzinnig-democraten genoeg in zitten? De voorzitter hamerde. De heer van't Veer: Het bestuur heeft nog geen electrischen stroom betaald, die ver- den jaar is afgenomen. Het had liever uit eigen zak moeten betaien dan den wissel te rug te zenden. De heer Sengers vond dat ook niet correct. De Voorzitter begreep niet daf over deze zaak nu nog zooveel stof kon op- waaien. Als er drie digen ijs geweest was, had de vereeniging alles kunnen betaien. He- laas kwam dit er niet en toen wilde de jonge club niet direct weer geld opnemen. Komt er ook dezen winter geen ijs, dan zal ze dat wel moeten doen. Flad de gemeente op betaling aangedrongen, dan zou de rekening zeer ze ker voldaan zijn. De heer Van 't V e e r: 't Is toch een feit, dat niet betaald is. De Voorzitter: Wat heeft de ijscluh toch gedaan, dat zij steeds moet worden be- sproken? De heer V a h 1 meende, dat de gebruik te stroom toch in ieder geval betaald moet worden. De heer Van de Vail: Natuur lijk. De heer V a h 1: De heer Van 't Veer zegt toch, dat het daarmee hapert. De Voo«rzitter was overtuigd, dat dit wel zal gebeuren. De heer Sengers vroeg of hetv we! zoo'n gemeentebelang is, als er in het bosch, ver van alle neringdoenden, feest'wordt ge- houden. De heer Van d e Vail zette uiteen, dat de vereeniging door het te werk stellen van werkloozen de gemeentekas belang- rijk ontlast en dat bovendien de neringdoen den zeer zeker belang zullen hebben bij te houden ijsfeesten. De heer Van 't Veer deelde nog mede nietx tegen de ijsbaan te hebben. Zijn grief was alleen, dat het bestuur niet heeft ge- handeld zooals het moest, waarop hij als lid der commissie van bijstand had gemeend te moeten wijzen. Zonder hoofdelijke stemming werd hierop besloten de kosten voor het aangelegde net niet te innen. Punt 12. Voorstel om een tweed en lijnwer- ker aan te stellen. De Voorzitter lichtte toe, dat door de uitbreiding van het. net voor een tweeden lijnwerker voldoende werk is en dat het in't belang van geregelde werkzaamheden is, dat er een vast aangestel- de is inplaats van een tijdelijke, van wien men nooit weet hoe lang hij blijft. Bovendien zou het niet goed zijn den huidigen toestand te bestendigen, omdat nu de lijnwerkers niet onder dezelfde voorwaarden werken. Spr. vroeg dus machtiging tot oproeping van een tweeden vasten lijnwerker tegen een salaris van 1500. De heer V r ij b u r g was het in begin- sel met deze aanstelling eens. De bepaiing van het salaris wilde hij echter aanhouden tot bij de begrooting. De voorzitter had hiertegen geen bezwaar, waarop zonder hoofdelijke stem ming in principe tot de benoeming van een tweeden lijnwerker werd besloten. Punt 13. Verzoek van N. Heeringa e.a. om wijziging van de straatverliphting langs een gedeelte van den Heerenweg. De com missie voor het G.E.B. adviseerde aan het verzoek te voldoen door het verplaatsen van de lantaren bij de Burgemeester de Wildt- laan en het bijplhatsen van een lantaren in die laan. Aan den straatweg kan een lanta ren worden gemist, zoodat het aantal licht- roos zoo frisch, in haar witte peignoir, met me ontbijten en dan draagt ze haar haar in twee vlechten, net zooals ze den vorigen avond er mee ging slapenHaar blik ver- raadt vreugde in het leven't is heerlijk haar -vertrouwen en jeugd te aanschouwen Nooit heeft ze er zelfs maar aan gedacht, dat die onwaarschijnlijke intimiteit, die haar als een klein kind volkomen kalm laat mij wel eens niet zoo kalm zou kunnen latenNu weet je, Jacqueline, op welke wijze Phyllis me liefheeft Het scheen juffrouw Albin toe alsof een nauwelijks merkbaar barstje het timbre van de ernstige, voile, haar zoo wel bekende stem had gewijzigd. Ze dacht: „Weet je niet, Willem, dat een zekere diep gewortelde, onschuldige aanleg, die je eigen is, oorzaak kan zijn dat je de kleine schroomvalligheidjes, zonder welke je mannelijk vooroordeel zou kunnen twijfelen aan de liefde van een jong meisje, niet be- speurt? Weet je niet dat zoo'n liefde bijna absoluut vertrouwend kan zijn en dat dan een man zich geen vuriger, gezonder en te vens reiner liefde zou kunnen wenschen? En toch kwam ze in zich zelf tot het be sluit: „Phyllis heeft liefals een kind Dat is geen liefde." (Wordt vervolgd JTO. 204 Wij echter kunnen U een goeden raad ge ven, die absoluut niet duur is. Wanneer glj merkt, dat het aantal uwer klanten steeds gelijk blijft, geen voor- uitgang vertoont, dan is dat een bewijs, dat uw zaak niet bekend genoeg is. U zult dus meer reclame moeten gaan maken. Regel- matig adverteeren is dan ook een eerste vereischte en we kun nen U daarom slechts met klem adviseeren: §3

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1925 | | pagina 5