AlKmaarsche Gourant
Be Reisqenoote.
FEUILLETON.
Maandag 9 November.
1925
Honderd Zeven en Twinfigste Jaargang.
Uit enze Staatsmachine.
T GEWIJZIGD ARTIKEL 6 DER
f DRANKWET.
Den 28sten Juni 1881 onderteekende wij-
len Koning Willem III de „Drankwet", die
mede de onderteekening draagt van de toen-
malige Ministers van Justitie A. E. J. Mod-
derman en van Binnenlandsche Zaken Jhr.
Six. Die wet ward den 5en Juli 1881 afge-
kondigd en is sindsdien gewijzigd, inzonder-
heid tijdens het ministerie-Kuvper, de voor-
laatste wijziging dateert van 29 Juni 1925
en bevatte het inlasschen van een vierde lid
in Artikel 6 van bedoelde wet.
Tot dat tijdstip bevatte dat artikel drie le-
den, waarvan het eerste bepaalde, dat bij al-
gemeenen maatregel van bestuur eischen
zouden worden gesteld met betrekking tot
ruimte, licht en luchtverversching, waaraan
een localiteit zou moeten voldoen, om voor
eene, door burgemeester en wethouders te
verleenen vergunning vcor den verkoop ^an
sterken drank in het kiein, voor ter
plaatse van verkoop, in aanme. ng te kun
nen komen. In het tweede lid van bedoeld ar
tikel wordt aan den gemeenteraad bovendien
de bevoegdheid verleend om bij plaatselijke
verordening vast te stellen de eischen, waar
aan een localiteit moet voldoen om in aan-
merking te komen voor het verleenen van de
vergunning voor den verkoop van sterken
drank in het klein, voor gebruik ter plaatse.
De gemeenteraad hoefde van dit bevoegdheid
geen gebruik te maken, maar de bedoeling
was, om, waar de bepalingen van algemeen
bestuur in dezen uit den aard der zaak niet
anders dan van zeer algemeenen aard kun
nen wezen en niet zoo in details kunnen afda-
len, dat gerekend wordt met allerlei plaatse
lijke omstandigheden, aan den gemeenteraad
de gelegenheid te geven meer met de plaatse
lijke eischen rekening houdende eischen te
stellen. Merkwaardig is, dat het eene lid het
andere niet uitsluit. Inderdaad bestaan er ge-
meenten, die van deze bevoegdheid zulk een
gebruik hebben gemaakt, dat zij verordenin-
gen in het leven hebben geroepen, die de
eischen met betrekking tot ruimte, kich en
luchtverversching, welke waren vastgelegd in
het Koninklijk Besluit van den 7en Februari
1906, aanvullen.
Wij voor ons achten voor wetten als deze,
die een bedrijf moet regelen, dat in de verste
uithoeken van ons vaderland, dat wil zeggen,
onder- de meest verschillende omstandighe
den, wordt uitgeoefend, steeds den allerbes-
ten vorm, dat de wet zelf niet anders geeft
dan de groote lijnen en verder binnen het
raani der wet door de gemeenteraden veror-
deningen worden vastgesteld, die een aanvul-
lend, volmakend karakter hebben met het oog
op de plaatselijke toestanden. Gevaar is in
dezen niet te duchten, omdat die verordenin-
gen, alvorens van kracht te worden, tocli
iioogere goedkeuring behoeven. Gelijk ook in
het derde lid van Artikel 6 der Drankwet
wordt bepaald, dat, wanneer een gemeente
raad van de in het tweede lid gegeven be
voegdheid gebruik maakt en een verordening
in deze materie vaststelt, deze verordening
aan Gedeputeerde Staten van het gewest
moet worden medegedeeld binnen een maand
na de vaststelling. De vaststelling^van dien
termijn wekte bevreemding, omdat in, Artikel
167 der G'emeentewet is bepaald, dat veror-
deningen, tegen wier overtreding straf wordt
bedreigd, binnen tweemaal vier-en-twintig
uur aan Gedeputeerde Staten moeten, worden
medegedeeld, daar echter verordeningen, als
in Art. 6 al. 2* der Drankwet bedoeld, geen
straf inhouden, kon de termijn ruimer wor
den genomen.
Aan de drie leden van Artikel 6 werd bij
de Wet van 29 Juni 1925 een nieuw lid (het
vierde) toegevoegd, dat aldus luidt: „Bij al
gemeenen maatregel van bestuur worden
eischen gesteld, waaraan logementen moeten
voldoen om voor een vergunning voor den
verkoop, alleen aan logeergasten, in aanmer-
king te komen. Deze eischen kunnen verschil-
lend zijn voor verschillende soorten van ge-
meenten". M.a.w. de wettige bevoegdheid,
die tot dusver ging over de gelegenheden,
waarvoor de vergunning voor den verkoop
van sterken drank voor gebruik ter plaatse
gold, wordt nu uitgebreid ook over die loge
menten die ten behoeve van hun logeergasten
een vergunning wilden hebben, n.l. de be
voegdheid om eischen te stellen betreffende
de inrichting van bedoelde gelegenheden.
Het Koninklijk Besluit nu, dat een en an-
der regelt, verscheen in Staatsblad 416 en is
gedateerd 14 October 1925; en zegt in de
overweging, dat ,het wenschelijk is eischen
vast te stellen, waaraan een logement moet
voldoen om in aanmerking te komen voor
Roman.
(Uit het Franseh van Guy Chantepleure).
Geautoriseerde veHaling van W. H. C.
73)
Tusschen de kleine Phyl en mij kon
geen liefde bestaan, Jacqueline.
De kleine Phyl! Ik herinner me, dat je
haar altijd zoo hebt genoemd Ze was nog
een kind, een tenger, klein ding, toen je al
heel veel van haar hield.. Toen had ze al
haar eigen plaatsje in je leven
Willem glimlachte en plotseling vond hij
het heerlijk, over die kleine Phyl van vroeger
te praten.
't Is waar, zei hij. Ik hield van haar,
toen ze nog een kind wasen toen ze dat
niet meer was, zag ik het nauwelijks. Ik
bleef met dezelfde opgetogenheid en angst-
valligheid mijn beste zorgen aan haar wij-
den; steeds vreesde ik te ruw met het broze
poppetje om te gaan, het pijn te doen, zonder
het te willen. Ik hield van haar met een
vreemde teederheid, waarin alle schakeerin-
gen aanwezig waren van innige en reine ge-
voelens. Ze was mijn zusje, mijn kleine kame-
raadje, ze was mijn teruggevonden eigen
kindsheid Ik noemde haar mijn prinsesje.
Ik was de goede reus, die voor haar het
eene door Oedeputeerde Staten te verleenen
vergunning voor den verkoop van sterken
drank in het klein in een logement alleen aan
logeer k o s t e ndit woord is allicht door
den drukfoutenduivel geschonden; bedoeld is
natuurlijk logeergasten. Uit een en ander
volgt, dat buiten deze wet vallen de logemen
ten, die alleen maar „verlof" hebben.
Gaan we nu de eischen na, dan komen die
ons allerminst onbehoorlijk voor; integendeel
ware te wenschen, dat ze voor alle logemen
ten gingen gelden. In de eerste plaats wordt
bepaald het aantal kamers, dat een logement
ten minste moet bevatten. Dit getal varieert
naar het aantal inwoners der gemeente. In
gemeenten met meer dan 100,000 zielen
moet het minstens 8 logeerkamers hebben, in
die met meer dan 50.000 6 kamers; in ge
meenten van 20.000 tot 50.000 inwoners 5
kamers, in de overige gemeenten 4 kamers;
onder die kamers wordt steeds verstaan uit-
sluitend voor logeergasten bestemde slaap-
vertrekken. Dit blijft het vereischte minimum
vertrekken; een eventueele aanwas der be-
volking brengt daarin geen verandering. Die
kamers .moeten op zichzelf staande vertrek
ken wezen, die onafhankelijk van andere
slaapvertrekken bereikt moeten kunnen wor
den; is dit niet het geval, dan worden ze niet
meegeteld. Ook tellen niet mede slaapvertrek
ken in kelders, sousterrains of op zolders,
waarvan het dak niet behoorlijk is beschoten
of op andere wijze beschutting biedt tegen
hitte, koude en vochtigheid. De slaapvertrek
ken moeten op voldoende wijze van elkander
gescheiden zijn; beplakt tengelwerk is verbo-
den, niet geplafoneerde eveneens. 't Moet al-
les wezen van metsel- of pleisterwerk of ge-
voegde planken en de deuren moeten vol
doende kunnen worden afgesloten, evenals de
verbindingsdeur tusschen twee met elkaar
correspondeerende vertrekken. Bovendien
moet ieder vertrek door ventilatie-openingen
of beweegbare ramen rechtstreeks in verbin-
ding staan met de buitenlucht en opdat dit
voldoende geschieden zal, daarvoor is de be-
paling opgenomen, dat de doorlaatruimte
van licht en lucht minstens het twintigste
deel van de vlodfoppervlakte moet bedragen.
Ook het meubilair is in dezen maatregel
van algemeen bestuur niet vergeten. In ieder
slaapvertrek moet volgens voorschrift zijn
een voor onmiddellijk gebruik gereed zijnd
bed met toebehooren, een waschgelegenheid,
benevens de verder in ieder slaapvertrek on-
misbaar te achten meubelen. Ook mogen de
bedden niet boven elkaar zijn aangebracht.
Maar met het aantal slaapvertrekken alleen
is de logementhouder nog niet klaar. In ieder
logement, waar een vergunning voor de loge-
mentgasten zal verleend worden, moet zich
bovendien nog bevinden een lokal iteit, kenne-
lijk uitsluitend of in hoofdzaak ten behoeve
der logeergasten, waarin desverlangt ontbijt
en avondbrood (is dit geen Germanisme?)
kan worden gebr'uikt.
Het wil ons inderdaad voorkomen, dat de
uitbreiding, die Artikel 6 der Drankwet ver-
kregen heeft, een zeer groote verbetering ge
noemd mag worden. De bedoelde bepalingen
toch zijn voor den bona-fide logementhouder
niet drukkend en de behoorlijke en hygieni-
sche inrichting der kamers zijn in het belang
der gasten. 't Is jammer, dat deze bepalingen
ook niet gelden voor die logementen, waaraan
slechts verlof is verleend.
Proymciaal Nieuws
UIT HE I LOO.
Gemeenteraad.
Zaterdagavond had een vergadering plaats
van den gemeenteraad. Afwezig was met ken-
nisgeving de heer Opdam.
Ingekoinen was een brief van den heer
J. C. Muller te Alkmaar met dankbet.uiging
voor en bericht van aanneming van zijne be-
noeming tot onderwijzer, alsmede een schrij-
ven van den Commissaris der Koningin in
deze provincie met mededeeling, dat't aantal
vergunningen in deze gemeente is verlaagd
en gebraclit op een per 600 inwoners, Beide
stukken werden voor kennisgeving aangeno-
men.
Aan de orde kwam daarna:
Punt 2. Verzoek van de op 9 October op-
gerichte gymnastiekvereehiging om een
schoollokaal te mogen gebruiken voor het
houden van oefeningen.
De voorzitter deelde mede, dat het
hoofd der school tegen inwilliging van het
verzoek geen bezwaar had en dat B. en W
belioudens goedkeuring van den Raad, reeds
hebben toegestemd in het gebruik van het lo-
kaal. Dit werd goedgekeurd.
Punt 3. Voorstel omtrent rooien en aan-
planten van boomen en het houden van, een
boomplantdag.
De voorzitter deelde mede, dat de
commissie voor de beplantingen, waarvan
spr. voorzitter is, na "onderzoek tot de conclu-
sie is gekomen, dat de eiken aan het Slemp-
pad dienen te worden gerooid, omdat zij zoo
goed als alle dood zijn, en dan dienen er
weer nieuwe boornen te worden geplant. Ver
der zou de commissie nog boomen willen
booze noodlot moest overwinnen. Wie weet?
misschien was ze in dien tijd van mijn eerste
jeugd, toen alles zoo realistisch scheen, mijn
klein ideaal, mijn klein droomvrouwtje. Je
hebt gelijkze had al haar eigen plaatsje
in mijn leven
Willems stem klonk droomerig, die van
Jacqueline eenigszins scherp.
Ja, ze is je droomvrouwtje geweest, je
kleine godheid!!Maar ze had gewoon en
menschelijk je vrouw moeten worden dat
zou haar mooiste rol zijn geweest.
Wat kan jij de dingen toch mooi rege
len, Jacqueline! Maar daarvoor -zou toch
noodig geweest zijn, dat ze me liefhad
gewoon en menschelijkzooals je zegt
En ons huwelijk.was slechts een overeen-
komst.
Ze had je kunnen liefhebbenje bent
zoo volmaakt, zoo bewonderenswaardig voor
haar geweest!
Willem haalde zijn schouders op.
Mijn beste Jacqueline, zei hij, heb je
ooit gezien, dat men iemand liefheeft omdat
hij volmaakt en bewonderenswaardig is? En
bovendien, je beoordeelt me met't hart en de
oogen van een zeer toegeeflijke vriendin. Je
moet wel begrijpen, dat ik me zelf volstrekt
niet als een arme misdeelde beschouw, die
ongeschikt is, om liefde aan een vrouw in te
boezemen. Neen, dat nietmaar ik haal
me ook geen belpchelijke illusies in mijn
hoofdNiemand is minder geschikt dan ik,
zien geplant aan de Rechfe Hondsbossche-
laaa en aan de westzijde van een deel van
den Hollenweg. Daarvoor wil de commissie
een boomplantdag houden, als verleden jaar.
Voor het rooien aan het Slemppad vraagt zij
vooraf toestemming van den Raad.
De heer V a h 1 besprak nog nader den toe-
stand waarin de boomen aan het Slemppad
verkeeren.
De heer S e n g e r s had gemeend, dat die
boomen nog wel goed waren, maar als des-
kundigen anders beweren, legt hij zich daar
bij neer. Hoe denkt de commissie zich het
rooien, door publieken verkoop of door mid-
del van werkloozen?
Efe voorzitter wees er op, dat het
planten spoedig .moet gebeuren en dat men
niet kan wachten tot er werkloozen zijn in
Januari of Februari. Wel wilde hij den heer
Sengers toezeggen, dtft er veiling kan worden
gehouden van de gerooide boomen.
De heer van't Veer zag gaame den
Westerweg in het plan opgenomen.
De heer V a h 1 vond dit nogal moeilijk, om
dat die niet overal breed genoeg is en pogin-
gen tot verbrceding, waarin dan tevens ver
betering van den weg had kunnen opgeno
men zijn, zijn mislukt. Even voorbij .het
smalle punt gaat het wel weer, de daar ge-
plante boomen groeien vrij goed.
De voorzitter merkte op, dat men niet
direct overal kan komen, de commissie heeft
nog veel pijlen op den boog, de Westerweg
zal ook nog wel aan de beurt komen.
Het rooien aan het Slemppad werd hierop
zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Daarna vroeg xie voorzitter hoe men
zich den boomplantdag denkt,vdie in't laatst
dezer maand zal moeten plaats hebben. De
commissie was van oordeel dat niet ieder jaar
behoeft te worden geplant als verleden jaar,
toen de drie hoogste klassen van elke school
e'r aan deelnamen. Zij is van oordeel, dat een
klasse voldoende is en heeft de kosten in 'ver-
band daarmee geraamd op 100, ook al om
dat de tractaties der kinderen wel wat min
der overvloedig kunnen zijn dan verleden
jaar.
Alle heeren waren het hiermee eens en ver-
feenden der commissie zonder hoofdelijke
stemming het gevraagde crediet van 100.
De heer van d e Vail meende, dat er
meer gedaan kan worden dan waarvoor cre
diet is toegestaan. In dit verband memo-
reerde spr. dankbaar, dat de firnxa de Jager
een aanbod heeft gedaan van 3000 tulpenbol-
lcn, die in de gemeente kunnen worden ge
plant (de bollen blijven haar eigendom). Op
deze wijze wordt het mogelijk om veel te doen
tot
verfraaiing'van het dorp zonder bezwaar
der gemeentelijke schatkist.
De betreffende firma verdient daarmee den
dank van^den Raad. (Applaus).
De heer Sengers vestigde nog de aan-
dacht op de vernieling van boomen, welk
euvel dikwijls valt op te rnerken en waarop
al meer is gewezen in den Raad.
De voorzitter ondersclireef de woor-
den van den heer van de Vail aan het adres
der firma de Jager. Het is een mooi aanbod,
waarvan een dankbaar gebruik zal worden
gemaakt. Wat betreft de opmerkingen van
den heer Sengers zei spr., dat de politie zoo-
veel mogelijk toezichi houdt en dat bovendien
overal waarschuwingea en verbodsbepalin-
gen zijn geplaatst.
Punt 4. Voorstel tot aanvulling der ver
ordening op de begrafenisrechten.
B. en W. deden dit voorstel naar aanlei-
ding van een adres van mej. de wed. P.
Spaander-Mulder, waarin zij verzoekt haar
recht tot onderhoud van een graf op de be-
graafplaats (waarvoor zij jaarlijks 1 moet
betaien) aan de gemeente te mogen overdra-
gen voor een bedrag van 50, terwijl zij
voorts zich bereid verklaart 150 te storten,'
waartegenover de gemeente zich dan zou moe
ten verplichten na adressante's overlijden
haar graf in voldoenden staat te onderhou-
den. B en W. kunnen zich wel met derge-
lijke onderhouds-overdracht vereenigen, maar
wilden dan in de verordening op de begrafe
nisrechten zien vastgelegd tot hoever de ver-
plichtingen der gemeente zullen moeten gaan.
Het kan toch niet de bedoeling zijn dat een
nieuw grafzerk kan worden verlangd; wel
zou de gemeente kunnen zorgen voor het
schoonhouden der zerken en van een hek, als
mede voor het verven daarvan en het snoeien
van heesters e. d. op het graf. B. en W. bo-
den een concept-besluit in dien geest aan,
waarin wordt gezegd, dat al het noodige
vor de rente van het te storten bedrag dient
te kunnen worden uitgevoerd, zoodat B. en
W. tot de conclusie kwamen dat een stor
ting van 250 geeischt moet worden.
De heer V r ij b u r g vroeg hoe B. en W.
aan genoemd bedrag kwamen,
De voorzitter zette uiteen, dat aan
sommige grafzerken zeer veel te doen is en
dat daarop moet worden gerekend.
De heer V'a h 1 achtte 150 voldoende als
het een gewonen grafsteen bereft en wilde
voor het meerdere (hekje, enz.) een omschrij-
om een jong meisje te behagenOngetwij-
feld weet ik niet, hoe ik dat moet aanleggen
en voorts heeft me de gave van romaneske
gratie ontbroken De verbeelding van jon-
ge meisjes wenscht in verrukking te worden
gebracht
Juffrouw Albin keek Willem heel vriende-
lijk en eenigszins ironisch aan.
Wat wCEt jij nu eigenlijk van jonge
meisjes af, beste Willem? vroeg ze.
Met een gebaar, waarmede hij erkende een
nederlaag te hebben geleden, antwoordde hij
O, heel weinig! Ik erken mijn onwetend-
heid. Ik heb nooit gedanst, noch "babbelpraat-
jes gehouden, noch geflirtNooit heb ik
gelegenheid gehad, zelfs niet in den licht-
glans van eenjjalzaal, die geheimzinnige en
misschien gecompliceerde schepseltjes te be-
studeeren. Een jong meisje, haar hart, haar
gevoeligheid ja, ik beken het eerlijk
zijn voor mij raadsels, die me in de war bren-
gen heilige, eenigszins vrees aanjagende
mysterien.
De opmerkzame blik van juffrouw Albin
bleef steeds op het strenge, mannelijke en
toch bijna naieve gelaat van Willem rusten
en was nu eens gericht op zijn voorhoofd,
waarachter zoo vele gedachten scholen, dau
op zijn frissche, van wilskracht getulgende
lippen, dan weer op zijn oogen, waarin de
vlam van enthousiasme en liefde sluimerde,
die oogen, die reeds zooveel hadden gezien
of geraden en die daar boven, heel hoog bo-
vmg.
De voorzitter merkte op, dat alleen
van hen, die veel prijs stellen op uitstekend
onderhoud, een aanvraag zal komen en dat
men daarmee rekening moet houden.
De heer Mulder kon zeer goed met het
voorstel van B. en W. meegaan.
Dit werd daarop zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen
Punt 5. Voorstel tot wijziging der over-
eenkomst met de gemeente Alkmaar inzake' de
uitvoering der Vleeschkeuringswet.
De voorzitter deelde mede, dat Alk
maar berichtte de tariqven te zullen verlagen
van 10 op 7.50 en die van de huisslach-
tingen van 5 op 3.50. Het voorstel tot wij
ziging der overeenkomst werd goedgekeurd
zonder hoofdelijke stemming.
Punt 6. Verzoek van G. A. Hauser om
eervol ontslag als schoolschoonmaker.
Werd verleend met ingang van 1 Januari
a.sonder dankbetuiging voor de bewezen
densten.
Punt 7. Benoeming van een lid der Com
missie van Toezicht op het Lager Onderwijs.
De commissie had de volgende aanbeveling
ingezonden. 1. G. C. Vrijer, 2. J. C Muller
Eerstgenoemde werd met algemeene stem-
men benoemd.
Punt 8. Verzoek van de Commissie van
Malariabestiiding om subsidie. In het ver-
zoekschrift werd o. a. meegedeeld, dat het
rijk de helft van de te maken kosten zal beta
ien en dat de provincie evenveel zal bijdra-
gen als de gemeenten te zamen, tot een maxi
mum van 3750. Als voor elken- ingezetcne
1 cent wordt betaald, zullen de gemeenten
samen 3750 bijeen brengen.
De voorzitter lichtte het schrijven
toe en zei o m., dat het geld wordt besteed
voor ontmugging van hui'zen en stallen en dat
cok de groote huizen van de beter gesitueer-
den, waarop de heer van 't Veer indertijd
wees, niet zullen worden verzuimd. B. en W.
stelden voor een bijdrage van 1 cent per in-
woner toe te staan.
De heer van 't Veer kon zich hiermede
wel vereenigen, als de bijdrage maar niet,
gelijk hij gelezen had dat gebeurde, alleen
voor propaganda wordt gebruikt.
De heer Sengers zou willen vragen wat
men doet voor de bijdrage.
Het verzoekschrift werd nogmaals bestu-
deerd en men kwam tot de overtuiging, dat
de gevraagde bijdrage is bestemd voor het-
geen gedaan wordt buiten de paraffineering.
De bijdrage van 1 cent per inwoner werd
zonder hoofdelijke stemming verleend.
Punt 9. Verzoek van J. Zoon om doortrek-
king van het electrisch net.
B. en W. adviseerden het verzoek op bil-
lijkheidsgronden in te willigen, omdat, nu na
aoortrekking van het net tot Kapel, verschil
lende percefelen zijn aangesloten die meer af-
gelegen zijn dan het perceel van adressant
op Zevenhuizen. De commissie van bijstand
voor het electrisch bedrijf had op dezen
grond ook geadviseerd tot inwilliging van't
verzoek.
De Raad besloot zonder hoofdelijke stem
ming aldus.
Punt 10. Verzoek van A. J. de Vries e. a.
om doortrekking van het electrisch net langs
een gedeelte van den Verschuirweg. Ook dit
verzoek werd zonder hoofdelijke stemming
ingewilligd.
Punt 11. Verzoek van de Vereeniging
„IJsbaan Heiloo" om geen kosten in rekening
te brengen voor het net langs de Kuillaan
en den Zanderslootweg.
De voorzitter lichtte toe, dat de ver
eeniging zelf voor den aanleg van het net
heeft gezorgd en dat het, nu de gemeente
voor verlichting van den Zanderslootweg van
dat net gebruik heeft gemaakt, niet meer dan
billijk is dat de vereeniging bet voor den
aanleg betaalde terug krijgt, zulks ook al om
dat de door de ijsbaan gebruikte electrische
stroom het net alleszins rendabel maakt,
De heer Sengers kon zich hier wel mee
vereenigen.
De heer van'tVeer: Is dat dan al be
taald door de vereeniging? Als lid van de
commissie van bijstand had spr steeds ge-
hoord, dat de vereeniging nog niet had be
taald.
De heer v a n d e V a 11 gaf toe, dat het
geld nog niet betaald is. In het prae-advies
wordt dan ook voorgesteld: niet in rekening
te brengen.
E*e heer van't Veer: Als een particu-
iier een leiding legt, moet betaald worden
terstond daarna. Nu is het al een jaar gele
den, dat de vereeniging de leiding legde,
waarom heeft zij dan nog niet betaald?
De h£fer van d e Vail merkte op, dat de
vereeniging niet gelijk gesteld kan worden
met een particulier. Zij werkt in het alge
meen belang. Waarom plaatst de heer van't
Veer nu voor de tweede maal nog eens weer
zoo'n opmerking, zich houdend aan de letter
der verordening?
De heer van'tVeer vond de handelwijze
van het bestuur der ijsvereeniging niet cor
rect.
De heer van d e Vail: Omdat er geen
ven de aarde, in de maagdelijke lucht hadden
kunnen droomen van het ongekende, van aan-
gezicht tot aangezicht met de onmetelijkheid.
Willem, vroeg Jacqueline, weet je ze-
ker dat Phyllis je niet liefheeft?
Ze had die woorden heel gauw achter el
kaar en in weerwil van zich zelf gezegd.
Willem beg On te lachen.
Phyllis? Wel, ik ben er zeker van dat
ze me liefheeftmaar als een kind. Zoo
even zei ik je wat we vroeger voor" elkaar
waren en ik kan je ook vertellen, wat ik thans
voor haar ben. Ze koestert een warme, heel
trouwe genegenheid voor me. Ik ben haar
groote vriend, haar redder, haar oom, haar
broerhaar heele familie in een persoon
vereenigden ik geloof o#k een beetje haar
dorp met zijn kerkje Ze houdt van me
met allerliefste opwellingen van teederheid,
met een volgzame, inpalmende gratie van een
aanhaling kind, dat zich bewust is van zijn
machtEens heeft ze me zelfs verweten
dat ik haar nooit kusteEen broer kust
zijn zuster toch^>ok wel, niet waar? en
sinds den dood vas haar goede pleegmoeder
werd het lieve kind nooit meer door iemand
gekust! Ze werpt zich aan mijn hals, ze
nestelt zich tegen me aan en zegt„Ik heb
niemand dan jou in de wereld." Ze maakt
zich ongerust over ongelukken, die me zou
den kunnen overkomen en elken avond snelt
ze me, als ik thuis kom, tegemoet, blij me
weer te zien. Elken morgen komt ze, als een.
GOEDE RAAD
IS DUUR!
ADVERTEERT IN DE
ALKMAARSCHE COURANT
vrijzinnig-democraten genoeg in zitten?
De voorzitter hamerde.
De heer van't Veer: Het bestuur heeft
nog geen electrischen stroom betaald, die ver-
den jaar is afgenomen. Het had liever uit
eigen zak moeten betaien dan den wissel te
rug te zenden.
De heer Sengers vond dat ook niet
correct.
De Voorzitter begreep niet daf
over deze zaak nu nog zooveel stof kon op-
waaien. Als er drie digen ijs geweest was,
had de vereeniging alles kunnen betaien. He-
laas kwam dit er niet en toen wilde de jonge
club niet direct weer geld opnemen. Komt er
ook dezen winter geen ijs, dan zal ze dat wel
moeten doen. Flad de gemeente op betaling
aangedrongen, dan zou de rekening zeer ze
ker voldaan zijn.
De heer Van 't V e e r: 't Is toch een
feit, dat niet betaald is.
De Voorzitter: Wat heeft de ijscluh
toch gedaan, dat zij steeds moet worden be-
sproken?
De heer V a h 1 meende, dat de gebruik
te stroom toch in ieder geval betaald moet
worden.
De heer Van de Vail: Natuur
lijk.
De heer V a h 1: De heer Van 't Veer
zegt toch, dat het daarmee hapert.
De Voo«rzitter was overtuigd, dat
dit wel zal gebeuren.
De heer Sengers vroeg of hetv we!
zoo'n gemeentebelang is, als er in het bosch,
ver van alle neringdoenden, feest'wordt ge-
houden.
De heer Van d e Vail zette uiteen,
dat de vereeniging door het te werk stellen
van werkloozen de gemeentekas belang-
rijk ontlast en dat bovendien de neringdoen
den zeer zeker belang zullen hebben bij te
houden ijsfeesten.
De heer Van 't Veer deelde nog
mede nietx tegen de ijsbaan te hebben. Zijn
grief was alleen, dat het bestuur niet heeft ge-
handeld zooals het moest, waarop hij als lid
der commissie van bijstand had gemeend te
moeten wijzen.
Zonder hoofdelijke stemming werd hierop
besloten de kosten voor het aangelegde net
niet te innen.
Punt 12. Voorstel om een tweed en lijnwer-
ker aan te stellen. De Voorzitter
lichtte toe, dat door de uitbreiding van het.
net voor een tweeden lijnwerker voldoende
werk is en dat het in't belang van geregelde
werkzaamheden is, dat er een vast aangestel-
de is inplaats van een tijdelijke, van wien
men nooit weet hoe lang hij blijft. Bovendien
zou het niet goed zijn den huidigen toestand
te bestendigen, omdat nu de lijnwerkers niet
onder dezelfde voorwaarden werken. Spr.
vroeg dus machtiging tot oproeping van een
tweeden vasten lijnwerker tegen een salaris
van 1500.
De heer V r ij b u r g was het in begin-
sel met deze aanstelling eens. De bepaiing
van het salaris wilde hij echter aanhouden
tot bij de begrooting.
De voorzitter had hiertegen geen
bezwaar, waarop zonder hoofdelijke stem
ming in principe tot de benoeming van een
tweeden lijnwerker werd besloten.
Punt 13. Verzoek van N. Heeringa e.a.
om wijziging van de straatverliphting langs
een gedeelte van den Heerenweg. De com
missie voor het G.E.B. adviseerde aan het
verzoek te voldoen door het verplaatsen van
de lantaren bij de Burgemeester de Wildt-
laan en het bijplhatsen van een lantaren in
die laan. Aan den straatweg kan een lanta
ren worden gemist, zoodat het aantal licht-
roos zoo frisch, in haar witte peignoir, met
me ontbijten en dan draagt ze haar haar in
twee vlechten, net zooals ze den vorigen
avond er mee ging slapenHaar blik ver-
raadt vreugde in het leven't is heerlijk
haar -vertrouwen en jeugd te aanschouwen
Nooit heeft ze er zelfs maar aan gedacht,
dat die onwaarschijnlijke intimiteit, die haar
als een klein kind volkomen kalm laat mij wel
eens niet zoo kalm zou kunnen latenNu
weet je, Jacqueline, op welke wijze Phyllis
me liefheeft
Het scheen juffrouw Albin toe alsof een
nauwelijks merkbaar barstje het timbre van
de ernstige, voile, haar zoo wel bekende stem
had gewijzigd.
Ze dacht: „Weet je niet, Willem, dat een
zekere diep gewortelde, onschuldige aanleg,
die je eigen is, oorzaak kan zijn dat je de
kleine schroomvalligheidjes, zonder welke je
mannelijk vooroordeel zou kunnen twijfelen
aan de liefde van een jong meisje, niet be-
speurt? Weet je niet dat zoo'n liefde bijna
absoluut vertrouwend kan zijn en dat dan
een man zich geen vuriger, gezonder en te
vens reiner liefde zou kunnen wenschen?
En toch kwam ze in zich zelf tot het be
sluit:
„Phyllis heeft liefals een kind Dat
is geen liefde."
(Wordt vervolgd
JTO. 204
Wij echter kunnen U
een goeden raad ge
ven, die absoluut niet
duur is. Wanneer glj
merkt, dat het aantal
uwer klanten steeds
gelijk blijft, geen voor-
uitgang vertoont, dan
is dat een bewijs, dat
uw zaak niet bekend
genoeg is. U zult dus
meer reclame moeten
gaan maken. Regel-
matig adverteeren is
dan ook een eerste
vereischte en we kun
nen U daarom slechts
met klem adviseeren:
§3