Alkmaarsche Gouran!
m
m
m
n
n
n
u
m
w.
n
m
m
w
m
w.
m
a
m
m
Honderd Zeven en Twintigste Jaargang.
Zaterdag 14 November.
In en em de hoofdstad.
FKIIILLRTON.
IK DENK ER STERK OVER, TE GAAN
ADVERTEEREN!
ADVERTEERT
IN DE ALKMAARSCHE COURANT.
it
H
f!
iH
il
P
S
M
W:
0
9
m
fto. 269 1925
CLVI
Werkloosheid. Bioscopen en hun
belastingen.
Het werkloosheid-vraagstuk is te Am
sterdam, evenals zulks trouwens in alle lan-
den om ons heen en in alle groote bevolkings-
centra het geval is, nog altijd aan de orde en
zonder werkloozen-onderstand zouden, he-
laas!, duizenden arbeiders in onze stad het
met kunnen stellen. Hoevelen het er op een
gegeven oogenblik precies zijn, is nooit zoo
gemakkelijk te zeggen; uiteraard wisselt het
cijfer onder verschillende omstandigheden en
in verschillende vakken. Een der Raadsleden
vermoedde de vorige week een getal van
19.000, waartegen door den betrokken wet-
houder werd beweerd: „eenige duizenden
minder". Goed, laten we aannemen, dat
laatstgenoemde het bij het rechte einde had
het blijft toch nog altijd een feit, dat er
eenige duizenden rondloopen, die geen werk
kunnen vinden, hoeveel moeite ze er zich ook
voor geven het te krijgen, en ook eenige hon-
derden, of eenige tientallen, niemand weet
hoeveel, maar ze zijn er die de gedwongen
werkloosheid lang niet onaardig vinden, om-
dat ze daardoor kunnen leven op den van ge-
meentewege verstrekten steun, of de werkloos
heid veinzen, omdat zij bij dien steun, buiten
hun eigenlijk beroep om, de kans schoon zien
er een niet onbelangrijk weekloontje bij te
verdienen Die laatstgenoemden zijn degenen,
die de grootste moeilijkheden veroorzaken en
het voor de goeden, die wel zouden willen
werken, doch niet kunnen, bederven. En het
gfoote ongeluk is, dat dezulken door woord-
voerders in den Raad, wien aldus bewe-
ren sommigen het er om te doen is een ,.wit
voetje" bij de arbeiders te krijgen of zulks
wil ik aannemen uit „dom mededoogen",
in hun laakbaar handelen gesteund worden.
Er was sprake van de behandeling van ee
nige adressen, waarin aangedrongen werd
op meer werkloozensteun, dan tot heden is
verstrekt, waartegen door den betrokken wet-
houder werd ingebrafht, dat die steun niet
zoo heel gering was en voor gezinnen van
twee personen wisselde tusschen negen en ze-
ventien gulden, waarbij dan nog voor gezin
nen met kinderen de kindertoeslag komt, en
voor ongehuwden tusschen zeven en veertien
gulden.
Een der Raadsleden meende, dat men ais
minimum voor gehuwden moest bepalen
twaalf gulden en de heer Wijnkoop wilde
zelfs nog veel verder gaan: de ondersteu-
ningsbedragen vaststellen op het voile loon
als er'geen productief werk is, terwijl hij
bovendien verlangde, dat de Raad bij de Re-
geering zou aandringen op officieele erken-
ning van Sovjet-Rusland „omdat daardoor de
werkloosheid in ons land zou verminderen."
Over het laatste punt; behoef ik bier zeker
niet veel te zeggen het logisch verband is
eenigermate zoek, omdat niemand zeker Rus-
sische firma's of de Russische Regeering zal
willen beletten bier irtkoopen te komen doen
of bestellingen, die in zich sluiten, dat hier
werklieden voor dergeliike bestellingen kun
nen werken. Het geschiedt reeds, niettegen-
staande onze Reg.-.ering Sovjet-Rusland niet
officieel heeft erkend.
Het ingrijpende voorstel was natuurlijk
vol loon voor werkloozen naar den loonstan-
daard in de vakken, waartoe zij behooren, en
dat andere voorstel: een vast minimum, wan-
neer men daarmede te Amsterdam begon,
zou het „leed" niet te overzien zijn voor de
stedeliike schatkist en voor den belastingbe-
taler. Want het is nu eenmaat een feit, en
herhaaldelijk ziin er bewiizen voor aange-
bracht, dat er zijn, die hoe langer hoe liev:r
werkloos blijven, omdat zij met den onder-
stand tevreden zijn als ze maar niets behoe-
ven te doen en vermoedelijk nog meer, die in
een stad als deze nemaVkeliik genoeg aan de
controle weten te ontsnappen en bij hun werk-
loosheid-uitkeering door 1osse „karweitjes"
en vooral door venten met een of ander zoo-
veel verdienen, dat ze er niets happig op zijn
terug te treden in het ambacht, waarin zij
vroeger waren. Het is dus duideliik genoeg
voor een ieder, die niet perse de ..mooie man"
voor de werkloozen wil zijn en niet begriipen
wil, dat het ..gemakkelijk riemen snijden is
van andermans leer" lees belastingpennin-
gen dat het hoogst bedenkeliik zou zijn
door het geven van hooge werkoosheid-uit-
keering bij zwakke breeders alien prikkel om
naar werk te blijven zoeken te dooden, en
het vaststellen van een vast minimum van
twaalf gulden zou tot zekere hoogte hetzelfde
doen De Raad heeft dan ook wijselijk deze
vcorstellen verworpen en aangezien de soci-
aal-democratisrh'e Raadsleden mede tot dege-
Roman.
(Uit het Fransch van Guy Chantepleure).
Geautoriseerde vertaling van W. H. C.
78)
iil
Toen de rondvlucht over Frankrijk roem-
rijk voor het huis-Patain was volbratht, keer-
de de heer George Patain naar Parijs* terug
en ging Kefjean alleen op reis, waarom wist
Phyllis niet precies en ze wist ook niet in
welke plaatsen hii nachtverblijf zou houden
Ze kreeg een briefkaart uit Nice, toen een
uit Ajaccio en toen een uit Marseille; daarna
vernam ze tien dagen niets van hem.
Die reis „voor zaken" zooals deze op
vage wijze werd genoemd bevPl haar niet
en al dien tijd niets van hem te vernemen,
maakte haar zenuwachtig. Het kostte juf-
frouw Albin heel wat moeite haar te beletten,
dat ze haar zin doorzette om bij Anaik of
mijnheer Patain berichten omtrent hem in te
winnen.
Eindelijk kreeg ze een lettertje. Willem was
al een paar dagen terug, werkte als 'n waan-
zinnige, kwam een enkele maal thuis om te
slapenals hii dan nog sliep. Zijn brief
wa6, even als alle andere, heel vriendschap-
nen behoorden, die er niets van wilden we
ten, zullen deze dientengevolge door den
heer Wijnkoop en diens aanhangers wel voor
de zooveelste maal als „verraders" der ar
beiders e. d. gescholden worden.
Hoe het zij, verbetering in de toestanden,
die het aantal werkloozen zal kunnen verrui-
men, zal steeds aan de orde dienen te blijven
en het is het belang der gemeente daartoe
mede te werken zooveel zij kan. Wanneer de
plannen voor den aanleg en den bouw van
het nieuwe Olympiade-Stadion, dat nu heusch
werkelijkheid zal worden, definitief zullen
zijn vastgesteld, zullen weder een aantal
wLrkkrachten noodig zijn en we kunnen
slechts hopen, dat nog meerdere groote wer
ken ik denk aan de plannen voor het ge-
bouw van den „Jongelingen Bond" op het
nu vrij liggende terrein bij het Leidsche
Boschje hoek Vond'elstrhat den arbeid
van velen zullen komen eischen. De vraag is
evenwel ook of de gemeente niet indirect tot
vermindering der werkloosheid zou kunnen
bijdragen door het afschaffen van drukkende
bepalingen, die het geven van werk in een
of ander bedrijf tegen houden.
Dit neerschrijvende denk ik aan de bios-
coop-kwestie, die zich meer en meer doet ge-
voelen. De vorige week over de „Artis"-sub-
sidie schrijvende, roerde ik aan de heffing
van belasting op de publieke vermakelijkhe-
den. Welnu, deze doet zich nu ook gelden
bij de bioscopen. Deze komen hoe langer
hoe meer in het gedrang. In hoeverre zij den
overlast zullen gevoelen van de wet, die on-
langs door de Twcede Kamer is aangenomen,
zal later moeten blijken als deze eenigen tijd
zal hebben gewerkt, maar wel staat blijkbaar
vast, dat de heffing der belasting van open-
bare vermakelijkheden hun ontwikkeling in
den weg staat en hen dwingt tot bezuinigen,
wat ook zeggen wil tot vermindering van het
bij de inrichtingen werkend personeel.
Er is beweerd en voor een goed deel zal
dat zeker waar zijn dat de steeds groei-
ende hoeveelheid van bioscoop-theaters de
oorzaak is geweest en nog is, dat het den
schouwburg-directies niet voor den wind
gaat; dat het publiek liever de bioscopen be-
zoekt dan de schouwburgen. Ik voor mij ge-
loof, dat de Schouwburgen meer schade lij-
den door het feit, dat er te veel directies en
gezelschappen in ons land zijn en dat vele
der stukken, die men opvoert, niet spreken
tot de groote massa, althans niet tot dat deel
der massa, dat het liefst bioscoop-vertoonin-
gen ziet. Dat echter tegenover dien ..struggle
for life" der schouwburgen te Amsterdam
kan worden geplaatst een groote bloei der
bioscoop-ondernemingen is niet juist. Niet,
omdat hun aantal voor een stad als Amster
dam te groot zov. zijn; er zijn er, wel geteld,
binnen Amsterdam dertig, groote en kleine.
wat in een gemeente van 700.00C inwoners
met een vrij belangrijk vreemdelingen-verkeer
niet bovenmatig schijnt en deze het wordt
aangetoond in een adres door de Amster-
damsche bioscoophorders dezer dagen aan
den Raad gezonden hebben over het jaar
1924 volstrekt niet die hooge winsten ge-
maakt, welke, naar de meening van het pu
bliek, door de exploitanten dezer vermakelijk
heden gemaakt zouden worden Het accoun-
tants-verslag, bij het adres overgelegd, toomt
aan, dat van de 21 bioscopen, toen Vijftien
met verlies werkten en de'zes anderen winst
maakten. Van het in totaal gemaakte exploi-
tatie-overschot ging niet minder dan 92 pCt.
aan de gemeente in den vorm van belasting
op de publieke vermakelijkheden. De heffing
van 20 pCt. op de toegangsprijzen, die het
publiek heeft te betalen, was schuld van de-
zen abnormalen uitslag der explcitatie.
Het klinkt misschien zonderling, omdat
men zoo licht denkt: „Wat doet die belasting
er toe af, het publiek betaalt ze immers en
het lijkt toch zoo billijk, dat iemand, die een
zeker bedrag voor genot kan neerleggen,
daarvoor iets aan den fiscus offert," maar
volkomen juist is die redeneering toch niet.
Immers, de heffing van die 20 pCt. meer op
den toegangsprijs houdt sommigen terug van
het uitgaan; is voor anderen oorzaak dat zij
minder uitgaan dan het geval zou zijn, wan
neer die belasting niet bestond; is voor nog
veel meer menschen een reden om hun plaat
sen te nemen on goedkoopere rangen, dan
zij zonder de fiscale heffing gekozen zouden
hebben; is, alles tezamen, oorzaak, dat het
den bioscopen lang niet zoo fleurig gaat als
men denkt en indirect al weder: dat zij met
het aannemen van personeel voor hun in-
richting zoo bescheiden mogelijk zijn, dus in
direct de werkloosheid helpen bevorderenj
althans niet kunnen medewerken die te ver
minderen. Elke belastingheffing heeft natuur
lijk Jiaar schaduwzijde en benadeelt zeker
enkele categoriten, maar het wil mij toch toe-
schijnen, dat de vermakelijkheden-heffing in
een stad als deze herziening eischt; verdwij-
nen moet als het kan, aanzienlijk verminderd
moet worden in elk geval de bioscoophou-
ders vragen dat zij niet hooger zal zijn dan
10 pCt. We zullen zien wat er bij de begroo-
ting straks over gezegd zal worden.
De concurrentie op dit gebied is in de late-
pelijk, maar hij moest er voor het oogenblik
van afzien, Phyllis in de rue Lisbonne te ko
men bezoeken en verzocht haar uitdrukkelijk
om zich volstrekt niet in de rue Boursault t?
vertoonen. 't Was beter dat men bij Willem
thuis bleef gelooven, dat Phyllis uit de stad
was en dat men in het voorloopige verblijf
van Phyllis niet wist dat haar echtgenoot
was teruggekeerd. Als hier of daar bekend
werd dat man en vrouw weer in Parijs terug
waren en toch van elkaar gescheiden bleven
leven, dan zou dit meer dan vreemd schijnen
en aanleiding gev;n tot praatjes, die Willem
wenschte te vermijden.
Hij schreef er nog bij: „Ik zou het heel
prettig vindefi, Phyleke, iets van je te hooren;
ik heb er zoo'n behoefte aan en zal daarom
onze Voorzienigheid Jacqueline schrijven."
Hoe wijs en doordacht toch! Maar het
beteekent:
„Phyleke, ik kan er best buiten, je te zien".
En wat schrijft hij jou, Jacqueline?
Niet anders dan dat hij me heel dank-
baar zal zijn, als ik hem bericht omtrent jou
brengen dat hij morgen den ganschen
middag thuis zal zijn.
Zonder iets te zeggen nam Phyllis den
brief aan dien Jacqueline haar gaf en hem
teruggevende zei ze slechts:
Prachtig!
Ze zag er zoo geprikkeld uit dat Jacque
line opperde:
Als mijn bezoek aan Willem je soms
re Jar en steeds scherper geworden. Groote
ondernemingen, zooals Tuschinski, bepalen
zich niet meer uitsluitend tot het filmver-
toon, doch hebben ook op het programma
„nummers", die meer tot het „variete-wezen"
gerekend moeten worden; de aantrekkelijk-
heid van hun inrichtingen ontegenzeggelijk
verhoogen voor het uitgaand publiek, maar
daardoor ook andere kleinere inrichtingen
wel noodzaken ook te zinnen op „trekpleis-
ters" naar hun zalen. In het genoemde groo
te gebouw in de Reguliersbreestraat staat de
ze week op het programma een nummer,
waarvan ik hier gewagen wil, omdat het in-
derdaad een afzonderlijke vermelding ten
voile verdient. Ik bedoel het zangkoor der
twaalf Don-Kozakken. Deze mannen zij
worden aan het publiek voorgesteld als oud-
officieren uit het vroegere Crazen-leger
hebben een verbazend succes. Hun zang is
dan ook medesleepend en hun pianissimo
iets, dat men slechts zelden te genieten zal
krijgen. Wie in de gelegenheid mocht zijn dit
koor te hooren, 't zij bij een bezoek aan de
hoofdstad, 't zij elders, wanneer dit koor
soms andere steden in ons land zou bezoeken,
moet zich die gelegenheid niet laten ont-
gaan. Het koor heeft zich destijds ook in
Amerikaansche steden doen hooren en ook
daar triomfen gevierd.
Maar, natuurlijk, niet alle bioscoop-inrich-
tingen te Amsterdam of elders zijn Tuschink-
ki's, die zich de weelde van dergelijke ster-
nummers op hun programma's kunnen ver-
oorloven en degenen, die zulks niet kunnen
doen, gaan onder de vermakelijkhedenbelas-
ting natuurlijk het meest gebukt.
De kwestie blijft aan de orde; is van be-
teekenis geworden in een stad als deze, waar
groote kapitalen in de genoemde ondernemin
gen zijn gestoken en velen er hun bestaan
door vinden en het geldt hier inrichtingen
van onzen tijd, die blijvend zullen zijn, ook
al zijn er die ze uit ethische overwegingen
maar eenvoudig zouden willen doen verdwij-
nen voor goed.
SINI SANA.
Aan de Dammers!
In onze vorige rubriek gaven wij ter oplos-
sing probleem No. 885 (A. Polman).
S t a n d Zwart8 schijven op 3, 9, 12,
13 14 19 30 32.
Wit' 8 schijven op: 15, 23, 24, 28, 35, 37,
39, 44.
Opl ossin g
1. 39—34 1. 30 50
2. 23—18 2. 13:33
4. 15: 4!
UIT DE PARTIJ.
In den wedstrijd om het kampioenschap
van Haarlem kwam tusschen de heeren Heck
en van Dartelen (J. W.) de volgende stand
voor:
Zwart. 11 schijven op: 2, 3, 7, 8, 13, 15,
19, 20, 21, 24, 25.
Wit. 11 schijven op: 28, 31, 32, 33, 35,
37, 38, 39, 42, 48, 49."
Zwart aan zet speelde als 33sten zet 711.
waarna de partij aldus verliep:
34. 31—27
Op 3125 vervolgt Zwart met: 2127,
19—23, en 25 41
11—16
35. 27—22 24—29!
Het moment voor der. aanval!
36. 33 24 19 30
37. 35 24 20 29
Than-s is Wit's geheele linkervleugel
werkeloosheid gedoemd en kan- Zwart
tot
den
aanval op Wit's verzwakten rechtervleugel
Juist, belet Wit 33—29 wegens 27—32.
Doorbraak naar dam is nu niet meer te ver-
hinderen!
43. 32:21 16:27
44. 28—23 30—34
45. 44—39 34 43
46. 48 39 35—40
47. 33—29 40—45
en Zwart won na enkele zetten.
(O. H. Ct.)
Van den heer Kleute ontvingen wij weder-
onaangenaam is Phyllis?
En Phyllis barstte uit:
Wat me onaangenaam is dat is de ma-
nier van Willem om zich van me af te ma-
ken!
'En plotseling kwarnen er twee traantjes
van woede in haar oogen.
In tegendeel, zei ze, je bezoek aan Wil
lem zal me veel genoegen doen. Door jou kom
ik dan misschien wat meer te weten omtrent
de dingen, die me belang inboezemen aan
gezien hij zelf me systematisch buiten zijn
doen en laten houdt.
Den ganschen avond noemde ze Willems
naam niet meer en den volgenden dag deed
ze, door groote oogen op te zetten, net of ze
heel verbaasd was, toen Jacqueline, die ge-
kleed was om uit te gaan, haar kwam vragen
of ze ook iets had te zeggen.
Waar ga je dan heen? Och ja! dat
is waar ook! Lieve Jacqueline, wil je Willem
zeggen, dat ik hem zeer dankbaar ben, mij
zoo'n all erliefste vriendin te hebben bezorgd
en dat ik van ganscher harte hoop, je'nooit
meer te "verlaten.
Anaik had juffrouw Albin in het salon
gelaten. De blinden waren gesloten en om de
meubels waren hoezen. De bekende snuiste-
rijen en de vazen zonder bloemen stonden
naargeestig op de tafeltjes, en consoles. Er
was een lichte, als het ware verwelkfce geui-
van jasmijn in de kamer Willem kwam
bijna onmiddellijk en met een soort gejaagd-
Niet langer over denken, Mijnheer, DOEN! Ook niet tegen
de kosten opzien, adverteeren is absoluut niet duur, integen-
deel, het is zelfs zeer winstgevend. Begint U nu eens met
een paar plaatsingen, U zult zien, uw zaak gaat er door vooruit.
om een aantal prachtige combinaties, o. a
de volgende leerzame stand voor minder ge-
oefenden
M
A
mi
Zwart. 9 schijven op: 7, 8, 12, 17, 25, 30,
32 38 39
Wit. 10 schijven op: 18, 23, 28, 29, 33,
37, 42, 44, 47, 50.
Wit speelt:
47—41
37—31
28 37
37—31
31 35!
1.
2.
3
4.
38 36
36 27
39 19
12.34
Zwart is nu gedwongen tot 3440, waar-
4. 37—31 4. 12 34
nu kan wit winnen door 3530 en 50 48 of
door 3933, zwart 4449, wit 5044 en
35 44.
Ter cplossing voor deze week:
PROBLEEM No. 886
van P. KLEUTE jr.. den Haag.
4m
il§
•<Y
A
m
!ii
1
Zwart. 15 schijven op: 10, 12, 13, 14,
16, 18, 19, 20, 22, 25, 27, 28, 30, 35, 36.
Wit. 14 schijven op: 26, 29, 31, 34, 37,
38, 39, 40, 44, 46/50.
Een prachtige opgave.
Volgende week geven wij de oplossing.
CORRESPONDENTIE.
P. K. te H. Hartelijk dank voor het ge-
zondene.
FRANSCHEN PARTIJ.
Wit: Bogoljubow. Zw. Spielman.
(Uit't toumooi te Stockholm).
1. e4 e6
2. d4 d5
3. Pc3 Pf6
4. Lg5 Le7
5. e5 Dit avanceeren wordt over't alge-
meen niet sterk gevonden. Straks kan
zwart met c5 zwakte van d4 aantoo-
nen.
5Pf tx7
6. h4 Deze zet is gevonden door Ale-
chin'en aan dieper studie onderworpen
door Bogoljubow, die er in't begin nog-
al succes mee had. Men vreesde ditgam-
biet. Dr. Lasker evenwel vindt dat wit
gerust 6Lg5 7. hg5 Dg5 kan spr -
len en den spion veroveren. Want na
8. Ph3 De7 9. Dg4 g6 gaat zwart zich
op den damevleugel ontwikkelen en lang
rocheeren, waama 't te bezien staat of
heid nam hij haar mee in zijn werkkamer.
Laten we niet in die kamer blijven, 't
is er Verschrikkelijk en zoo benauwd!
In het voile daglicht zag ze dat een licht
verband was aar.gelegd om het voorhoofd
van haar vriend. Maar hij voorkwam haar
bezorgde vraag:
O, absoluut niets Voor het eerst
in mijn leven heb itf een klein ongeluk gehad
en daarbij mijn wenkbrauwboog beschadigd
de klassieke verwonding der vliegeniers! Wat
het ongeluk zelf betreft, gelukkig staat dat
in het minst niet in verband met mijn nieu-
wen motorVertel me eens gauw wat van
Phyllis!
Jacqueline sprak op een eenigszins onper-
soonlijke wijze zooals Willem dat zelf
pleegde te doen over Phyllis en ze hield
zich aan de precizeering der feiten, zonder
die te commenteeren: Phyllis was gezond en,
,als altijd, heel hartelijk en heel liefZe had
zeer veel belang gesteld in de rondvlucht;
ze sprak dikwijls over haar vriend en maak
te zich over hem bezorgd. Ze was een beetje
boos geweest toen ze vernam, dat hij haar
niet zou komen bezoeken
De nauwkeurige antwoorden van Jacque
line gaven een goed gelijkend beeld van het
hartelijke, lieve, soms wat verwende persoon-
tje, dat Jacqueline in haar huis zag leven,
glimlachen en bed,-oefd worden en dat Wl-
lem zoo heel goed kende.Maar Jacqqueline
had niet den moed indrukken van delikater
7.
8.
9.
10.
10.
11.
11
12.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
28.
29.
30.
31.
32.
33.
34.
35.
36.
37.
38.
39.
40.
40.
41..
42.
43.
Wit een equivalent heeft voor zijn geof-
ferden pion.
h6. Dit is niet goed want nu
speelt Wit
Le3 en daarna 8. Dg4, waarna zwart
niet rocheeren kan wegens 9 Lh6. en na
7. Le3 00 8. Dg4 f5. volgt 9. Dg6,
en moet zwart wit spelen 9 f4. waar-
door spoedig deze pion verloren gaat.
Ongerekend nog 't feit dat wit nu kan
spelen 10. Ld3!
c5
Dg4g6
h5 g5
f4. Zoo ziet men de gevolgen van
6 h6? 't Vraagteeken hierachter is
niet misplaatst.
Pc6
Pf3 Zwart geeft wit zelf den weg om
tot ontwikkeling.
f5
ef6 (e p.) d. w. z. „en passant" on
der 't opspelen slaan. Immers terwijl
de zwarte f-pion van f7 naar f5 gaat
doet hij f6 aan en op dat veld mag de
witte e5-pion hem slaan. Wit is wel ge-
noodzaakt hiertoe, anders speelt zwart
na een zet van de Witte Dame ook nog
g4 en verjaagt't f-Paard, waardoor od!4
mogelijk wordt.
Pf6
Dg3 Pe4. Na 12g4 volgt
13. Pe5 Pd4 14. Ld4. 15. Dd3! Db6.
16. Pb5 Pe4 17. Pd4 en wit staat best
want na 17... Db2 volgt 18. Db5f en
de dames worden afgeruild in en voor
wit voordeelige stelling.
Pe4 de4.
Pe5 cd4? Ook 14 Pd4 is min-
dergoed,. Er zou ook volgen:
0—0—0 Pe5
fe5 d3. Nog't meest verkieseliike.
Anders beheerscht wit de open lijnen
allebei.
cd3 Da5 Dc dam e moet immers
van de d-lijn af. Wit behoeft Da2 niet te
vreezenimmers na 19 de4 Da"2 volgt
20. Lb5 en de Witte Koning kan ont-
wijken zonder T verlies te vreezen.
de4 Ld7
Kbl 0—0—0
Lc4 KbS
Dg4 Da4
Lb3 Da6. Zoo is de zwarte e-pion
voorloopig gered.
Ld4 Lc8
Lc3 hf8
Td8 Ld'8 Beter was Td8. Nu
heeft wit gelgenheid de lijn a3f8 te
bezetten.
Lb4 Tfl
Tfl Dflf
Ldl, Lc7. Zwart heeft zich aardig
uit de moeilijkheden gewerkt. Maar hij
heeft geen verweer tegen den aanval op
h6.
Df3 Dgl.
Lf8 Le5
Lh6 Dd4
De2 b6
Lg5 Lb7
Kal Le4
Le3 Db4
Dd2 Dd2
Ld2 Lg2
Lg4 Ld5
Tc3! Noodig. Immrs de \vitte h-pion
moet promoveeren of h8 daarvoor moet
zwart van dien diagonaal af. Na 40
Lf4 volgt 41. Lg7 en de pion komt er
voor.
Lc3
bc3 -Kc7
h6 Le'1
Le6 Lh7
aard weer te geven, die ze, in weerwil van
zich zelf, had ontvangen en verzameld en
die op deze bekende beeltenis misschien onbe-
kende licht- en schaduwpartijen zichtbaar
hadden kunnen maken. Haar bezorgd hart,
haar geheimste gevoelens verzetten zich er
tegen en ook een soort rechtschapenheid, die
haar in deze tamelijk gecompliceerde zaak
een afkeer deed hebben om, zelfs tegenover
Willem, die kleine zeiluitingen te verraden,
welke ze, als gevolg van een groote intimi
tes, in staat was geweest bij verrassing te
ontdekken of wel te raden.
Trouwens, welke waarde mocht ze eigen
lijk aan die gevolgtrekkingen hechten, waar-
aan ze zoo weinig houvast had?
Jacqueline aarzelde en gevoelde zich van
de wijs gebracht. Ze twijfelde aan haar eigen
oordeel. Door in Phyllis sfeer te leven, door
somtijds hare onzekere gedachten even in
aanraking te brengen met het mysterie vol
hartstocht, dat van tijd tot tijd in die zachte
Japansche oogen en in dien raadselachigen
glimlach van haar jonge vriendin verborgen
lag, had ze iets van haar objectief oordeel
en haar flinke kalmte verloren.
Willem scheen teleurgesteld, zonder dat
men precies zou kunnen zeggen waardoor.
Een oogenblik zweeg hij. Na eenigen tijd
vroeg Jacqueline.of hij in alle opzichten te
vreden was over zijn nieuwe uitvinding. Toen
geraakte hij in vuur.
(Wordt vervolgd.)
3. 37:39! 3. 50:20
49—44
25—30
39.
39—33
30—35
.40
33 24
13-M8
41.
22 13
8 30
42.
38—33
21—27!
i'A-
{'■/is-
•V -ri