Alkmaarsc
Honderd Zeven en Twlntigste Jaargang.
Vrij dag 20 November,
No. 274 - 1925
Het rapport Vreedenberg en de
molens van den Schermer.
Men verzoekr ons afzonderlijke overname
van hetgeen door den heer Vreedenbeig van
het ingenieursbureau W. C. en K. de Wit te
Amsterdam, als technisch adviseur voor het
Polderbestuur optredende, van Ged. staten
medegedeeld is.
Ofschoon het verslag der bijeenkomst reeds
zcor uitvocri0* g^wocst is on ook do uitcon-
zetting door den heer Vreedenberg nog al
wat plaatsruimte zal vragen, vmden wij de
kwestie da' Schermermolens, die de aandacht
van het geheele land heeft, belangrijk genoeg
om er een uitgebreid overzicht van te geven.
Wij laten hieronder dus nog onverkort het
door den heer Vreedenberg naar voren ge-
brachte volgen.
HoogEdelgestrenge Heeren,
Dijkgraaf en Heemraden van de Schermer
hebben mij aangewezen om de technische be-
zwaren, aangevoerd tegen het besluit van
Hoofdingelanden te bespreken.
Het zij mij vergund om even te releveeren,
dat mijne firma, W. C. en K. de Wit, sederf
het jaar 1870 zich onafgebroken heeft bezig-
gehouden met de vraagstukken betrekking
hebbende op de bemaling van polders, en
dat er ongeveer 200 gemalen naar onze on t-
werpen zijn uitgevoerd; persoonlijk heb ik in
de afgeloopen 23 jaren voor den bouw van
ongeveer 125 gemalen, -in medewerking met
mijne firmanten de verantwoording gedragen
Ik meen dus in deze vergadering met eenig
gezag te mogen spreken over dit onderwerp.
dat, hoe eenvoudig het lijkt, en hoe eenvoudig
het in den aard der zaak ook is, toch zeer
vele moeilijkheden oplevert; het is dan ook
noodzakelijk, dat men zich geheel in het
vraagstuk inwerkt en het van vele kanten be-
schouwt, alvorens men het recht heeft om be-
paalde conclusies te trekken.
De technische bezwaren tegen het besluit
van Hoofdingelanden ingebracht zijn niet af-
komstig van de zijde van ingelanden zelf, niet
van de zijde van den bij uitstek tot beoordee-
ling bevoegden dienst van den Prov- Water-
staat, maar voornamelijk van de Ver. „De
Hollandsche Molen". Deze vereeniging heeft
bij haar strijd tegen het besluit ook technische
bezwaren opgeworpen. Vooreerst heeft zij
mede in een in de dagbladen gevoerde cam-
pagne den strijd tegen mechanische bemaling
opgenomen en de windbemaling als beter en
meer economisch voorgesteld dan eenige me
chanische bemaling van de Schermer. Zij
heeft echter blijkbaar ingezien dat deze aan-
val geen succes kon opleven, ook al werd bij
gebrek aan werkelijke bezwaren de fantaisie
ter hulp geroepen om allerlei schrik inboeze-
mende spoken op te roepen, die als bezwaren
dienst moesten doen voor een niet tot kalme
beoordeeling bevoegd pubiiek. Thans heeft
men den aanval uit een anderen hoek begon-
nen en heeft het aanbrengen van hulpinstal-
laties in de molens aangevat als middel om
tot behoud van de molens te geraken.
Strikt genomen zou ik, waar de Holland
sche Molen zelf blijkens hare taktiek heeft te
kennen gegeven, dat bij het behoud van de
windbemaling niet aan de tegenwoordig aan
eene goede bemaling te stellen eischen vol-
daan kan worden, alle stukken, die uit de
eerste phase van haar oppositie stemmen,
kunnen" voorbijgaan. Ik wil zulks evenwel niet
doen, al zal ik iets korter kunnen zijn bij de
behandeling daarvan.
A. In de eerste plaats een woord over een
door de Holl. Molen overgelegde staat van
-een 16-tal polders met diverse bemalingen,
waarbij de omslag per H.A. (over 1923) is
opgegeven, welke bij de 8 polders met wind
bemaling varieeren tusschen 2.50 en 12
per H.A. en bij de 8 polders met mechani
sche bemaling tusschen 12.en 25
Op het eerste gezicht zal dit den indruk kun
nen wekken dat wind goedkoop is en mechani
sche kracht duur en ik kan mij helaas npt
onttrekken aan de meening, dat het lijstje is
ingezonden met de bedoeling om dien indruk
te verwekken in de hoop, dat zij, die het lijstie
voor oogen zullen krijgen het niet nader *zul-
len bestudeeren; het lijstje draagt inderdaad
bij eenige nadere beschouwing n i e t s bij
tot eene vergelijking der bemalingskosten.
Een lijstje, waarop in plaats van de omslag
per H A. de leeftijd van den polderbode voor
elken polder was ingevuld, zou evenveel nut
hebben. Ik heb mij de moeite gegeven het
lijstje even nader te bestudeeren en vind da1-
de peilen der polders varieeren tusschen 1.60
M en 5.90 M. rnin A.P.; de bemaling van
een polder waar het water 3V? maal zoo hoog
moet wcrden opgevoerd als in een anderen
polder, kost uit den aard der zaak 2 of 3 maal
zoo veel al voor den minder diep liggenden
polder. Het onpervlak der vergeleken polders
varieert tusschen 109 H.A. en 4164 H.A., zoo-
dat hier ook geen directe vergelijking moge-
lijk is
Bij het naslaan der gegevens in de Prov
Almanak voor Zuid-Holland trof het mij al
dadelijk dat de eerste polder de Polder West-
zijde van. Aarianderveen met windbemaling
en f 12.lasten ovet 1923 (over 1922 waren
de lasten 18In dien almanak staat
tusschen de polder Nienwkoop en Noorden,
met Dieselmotor bemaling en 5.50 lasten
en de Zuia- en Ncoideinderpolder met stoom
en windbemaling en 7.lasten. Mag ik er
verder even op wijzen dat voor den laatsten
polder met windbemaling de Meeslouwerpol-
der de lasten over 1921 20 per H.A. zijn
tegen 10ever 1923 Ten slote nog een
polder uit het midden: de Tweemanspolder,
belastbaar opp. 420 H A., omslag 2.50, dus
1050.per jaat totaal, die 4 kapita'e
schipradmolens caarvan moet bedienen en
onderhouden. Moet men daaruit soms de ge-
volgtrekking maken dat deze molens per
stuk minder dan /250.per jaar aan be-
diening en onderhoud kosten?
Ik stap hierbi; af van dit lijstje, maar mag
niet nalaten er op te wijzen, dat het inzenden
van zulk een lijstje, dat zoo gemakkelijkaan-
ieiding tot misleiding kan geven, een minder
oorbare strijdwijze is en deze weinig frissche
strijdmethode is wel sterk in tegenstelling
met het schoone doel dat de Ver. de Holland-
jche Molen tracht na te streven.
B. Thans het stukje Water molen tegen
Electrisch Gemaal" van den Heer van Ree-
nen, heemraad van den Bergermeer. Ik kan
dit stuk met veel genoegen bespreken, in de
eerste plaats omdat het zoo vlot, zoo helder
en keurig gesteld is, maar vooral omdat het,
in tegenstelling van de bedoeling van de Holl.
Moien, zulk een duidelijk en kracbtig argu
ment vormt tegen het laten bestaan van de
molens, ook bij toepassing van hulpkrachtin-
stallaties.
De heer van Reenen berekent aan de hand
van de efficieele beproevingscijfers van het
gemaal de kosten aan electriciteit voor elke
door het electrisch gemaal uitgeslagen M3
water. Vervolgens tracht faij het aantal M3
water, door de windmolen per jaar uitgesla
gen te berekenen en komt door vermenigvul-
diging van dit getal M3 tegen den prijs van
elke door het electrisch gemaal uitgeslagen
M3 tot de som die de windmolen per jaar
aan electriciteit heeft bespaard. Berekent te
gen een prijs van 7 ct. per K.W.U. komt hi]
dan tot een bedrag van f 1191.33, terwijl de
totale kosten van de molen slechts 1000.
hebben bedragen. Let wel, deze som van
1191.33 geldt voor een tarief van 7 ct. per
K.W.U. Nu zal bij geheele electrificatie van
de Schermeer het tarief evenwel 4 ct. per
K.W.U. bedragen.
Volgens de berekening van den heer vac
Re-men. zal bij dit tarief de molen dus 4/7 X
f 1191.33 of rond /680.— bespaard hebben
terwijl hiji 1000.— per jaar kost. Uit de cij-
fers van den heer van Reenen blijkt dus dat
bij em tarief als over de Schermeer in reke-
ning komt, men geen windmolen met voordeel
een deel der bemaling op zich kan laten ne-
men, en bij dit tarief zou de heer van Reenen
dus tot een geheel tegengestelde conclusie
zijn gekomen en een lijkrede over den Viaan-
schen Molen hebben moeten uitspreken.
Evenwel heeft de heer van Reenen uit het
resultaat der telling van het aantal omwenfe-
lingen van den vijzel van den windmolen een
zeer foutieve conclusie getrokken. Het cijfer
van 1.35 M3 per omwenteling zal ongetwij-
feld juist zijn, maar kan slechts gelden voor
meest gunstige snelheid van den vijzel. Is de
ze snelheid minder of meer dan de normale
snelheid dan vermindert de opbrengst per
omwenteling- Zulks is voor ieder, die een vij
zel wel eens heeft zien werken gemakkelijk be-
grijpbaar. De maximale hoeveelheid van 1.35
M3 wordt bij, laten wij zeggen, 40 omw. per
minuut verkregen. Nemen wij nu eens het ge-
val van een zeer langzaam loopenden vijzel,
bijv. 1 omw. per minuut; de opbrengst is dan
nihil. Bij 2 of 3 of 4 of 5 omw. per minuut is
de opbrengst nog nihil, al het water loopt
langs de schoepen terug voor het den top van
den vijzel bereikt heeft. Bij het vermeerderen
van de snelheid zal eindelijk de vijzel water
beginnen te geven; laten wij eens aannemen,
da't bij 8 omw. per minuut totaal 2 M3 water
verzet wordt, dan is dit dus 0.25 M3 per
omw. in plaats van 1.35 M3; langzamerhand
zal bij vermeerdering van snelheid de hoe
veelheid van 0.25 M3 per omw. toenemen
tot 1.35 M3 per omw. Wordt de normale
snelheid overschreden dan neemt de hoeveel
heid water per omw. weder af; de vijzel be
gin! het water naar buiten te slingeren, good
het over den vijzelbalk weer terug; de vijzel
gaat water verspillen, hij gooit het over den
balk (dit is, zcoals U wellicht niet alien be-
kend is, de corsproing van de bekende spreek-
wijze). Bij overgroote snelheid is het denk-
baar, dat al het water naar buiten rondgesla-
gen wordt en de opbrengslweder nihil wordt.
Nu wordt een molen in het werk gehouden
zoolang hij nog maar eenig water geeft, en bii
krachtigen wind werkt hij met veel meer dan
de normale snelheid; immers za\ bij het te-
ruggaan van de opgebrachte hoeveelheid per
omw. de totale hoeveelheid per minuut nog
stijgen en de molenaar zal frachien de grootst
mogelijke snelheid te behouden die de molen
toelaat.
Het is dus duidelijk, dat de hoeveelheid wa
ter van 1.93-0.000 M3 die de heer van Reenen
berekent uit het getelde aantal omw. van
1.430.000 per jaar in ieder geval te groot is
en de juiste hoeveelheid zal waarschijnlijk
tusschen 65 en 70 pet. van die hoeveelheid
liggen, en circa 1.300.000 M3 bedragen,
zoodat ook bij een stroomprijs van 1% en 8
ct. het instandhouden van den molen geen
fin'antieel voordeel geeft.
Het is te betreuren, dat de heer van Reenen
zelf niet iets dieper op het vraagstuk is inge
gaan en de juistheid en aannemelijkheid van
zijn berekeningen niet eens nader getoetst
heeft. Hij zou dan gevonden hebben, dat bij
een uitgaaf van 1411.aan stroom tegen
7 ct. circa 20.000 K.W.U. verbruikt is. en het
electrisch gemaal, dat voor 36 K.W.U. 408C
M3. water verzet °3:g00- X 4080 M3
2.300.000 M3 verzet heeft.
Volgens onze rapporten van 1922 is als
gemiddeld uit te werpen hoeveelheid per jaar
op ongeveer 3.600.000 M3 te stellen. Telt
men nu bij de door het gemaal uitgeslagen
hoeveelheid van 2.300.000 M3 de hoeveelheid
van 1.930.000 M3 van den heer van Reenen
op, dan kom-t men tot 'n totaal van 4-230.000
of 17Id pet. meer, terwijl het jaar 1924 als
een vrij normaal jaar te beschouwen is. De
heer van Reenen had hierin een aanwijzing
kunnen vinden dat er een gebrek aan over-
eenstemming was en had bij verder nadenken
ook voorzeker de fout van zijn berekening
gevonden.
De heer van Reenen wijdt verder uit over
de bezwaren van stakingen, oorlog enz Mag
ik in verband daarmede volstaan met er op te
wijzen dat een windhoos, zooals die welke
voor eenige maanden Borculo heeft geteis-
terd", in enkele seconden de geheele windbema
ling van de Schermer ter aarde zou hebben
geworpen.
Mag ik ten slotte de ondeugendheid be-
gaan om de laatste woorden van het stukje
van den heer van Reenen tot de mijne ie ma
ken en den boer toe te roepen, evenals de heer
van Reenen dit doet: „Maak Uw bestaan niet
afhankelijk van omstandigheden, waarop gij
niet den minsten invloed kunt uitoefenen
Zeker, Mr. van Reenen, maak Uw bema
ling niet afhankelijk van den wind!
C. Nu het rapport van den deskundige
van den Holl. Molen, den molenmaker A. J.
Dekker van Hazerswou, die bezwaren opsomt
tegen de door ons ontworpen plannen. Hij
begint met de legende, met de schim, met het
spook van het welzand, dat het onmogelijk
zal maken de tochten op de benoodigde diepie
te maken en te hcuden. De heer Dekker slaat
bliikbaar onze firma niet zoo hoog aan en
neemt aan dat door ons plannen worden Inge-
diend, die niet op behoorlijk onderzoek ge-
grond zijn. Ook zijne meening van den pol-
deropzichter, den heer van Nierop, die meer
dan 30 jaar in den polder werkt en den toe-
stand van den bodem grondig kent, is niet
hoog; deze zou tegen die onuitvoerbare plan
nen van onze firma geen woord hebben ge-
sproken! Wat denkt hij van't Bestuur, dat
toch ook de Schermeer kent! Mijne heeren,
laat ik kort zijn: er zijn overal waar in den
polder gewerkt moet worden, grondboringen
verricht, onmiddellijk naast de te verdiepen
tochten en't resultaat dezer boringen( in to
taal 45 stuks) is, dat nergens voor moeilijkhe
den gevreesd behoeft te worden; ter plaatse
van de grootste verdiepingen blijft men overal
in blauwe of grijze klei en slechts op enkele
plaatsen waar verdiepingen van minder be-
lang moeten plaats hebben wordt een ietwat
zonderlinge specie aangetroffen, die echter
geenerlei vrees behoeft op te wekken! Het op-
geroepen spook blijft echter nog rondwaren
en in een straks te bespreken rapport van den
heer Erikson, waarin alleen Polder II behan-
deld wordt, waar de grondlaag uitstekend
is, wordt de riskante loopzandbodem, die on-
getwijfeld vele bezwaren zal opleveren" we
der lustig naar voren gebracht, niettegen-
staande de heer Erikson kon weten, dat de
door den heer Dekker opgeworpen bewering
niet juist was.
Een tweede bezwaar van den heer Dekker,
eigenlijk wel wat te naif om er veel woorden
over te spreken. In de Hazerswoudsche
Droogmaking is de toevloeiing van het water
naar het nieuwe electrische gemaal onvol-
doende, ergo zal dit in de Schermeer ook zoo
zijn. Ik ben niet aansprakelijk voor de plan
ner van de electrische bemaling van den pol
der en ken den toestand niet; ik wil voor het
oogenblik zelfs wel aannemen, dat cfe bewe
ring van den heer Dekker juist is, waarom zou
er niet een korreltje koren voorkomen onder
het kaf van zijn rapport.
Als de toevoer in Hazerswoude onvoldoen-
de is en daar door den opzichter van den pol
der geen voldoende aandacht aan de afmetin-
gen van tochten is geschonken, valt zulks zeer
te betreuren- Evenwel is de kennis van de hy
draulics reeds sedert jaren zoo ver gevor-
derd, dat men over voldoende gegevens be-
schikte om het profiel der tochten te bereke
nen en is er door ons voor gezorgd, dat deze
voldoende ruim zullen zijn. De opmerking
dat het verst gelegen land 8 K.M. van de ge
malen verwijderd is, berust, laten wij hopen
op een tikfout in de cople; die afstand be-
draagt 6 K.M. en is niet als buitengewoon
groot te beschouwen; ik wijs op de Haarlem-
inermeer, op de Purmer, om van andere
maar niet te spreken. Des heeren Dekker's
conclusies zijn:
1. dat de bestaande windbemaling goed
functionneert en in zeer goeden staat ver-
keert en slechts het bezwaar heeft te veel af
hankelijk te zijn van den wind. De prijsvraag
van De Hollandsche Molen moet hierin ver-
betering brengen.
2. Dat onze plannen niet te verantwoorden
zijn en teleurstellingen zullen baren.
Tenslotte met dikke letters dat het belang
van den polder alleen gediend is met de
meest economische oplossing: (Nu kornen de
vette letters) Het goed onderhouden der be
staande windbemaling.
Een weinig ontnuchterend leest men bierna
in het rapport van den heer Erikson de me-
dedeeling: Dat de heer A. J. Dekker te Ha
zerswoude gaarne bereid is voor het onder
houd der molens van de Schermeer tegen een
vergoeding van 940.per molen te contrac-
teeren.
Ik geloof dat ik hiermede aan het rapport
van den heer Dekker voldoende aandacht ge
schonken heb.
O ja, er is ook nog een opmerking, dat onze
begrootingseijfers te laag zullen blijken; voor
de machines en electrische installatie heeft de
aanbesteding reeds plaats gehad onder voo"-
b-ehoud van goedkeuring in het besluit der
Ged. Staten en kunnen deze werken beneden
de begrootingseijfers worden gegund.
Provinciaal nieuws
UIT OUDE NIEDORP.
In de versierde kolfbaan van den heer
Balk alhier is door de vereeniging „Willen is
kunnen" onder leiding van den heer S. Vis
een kinderuitvoering gegeven, welke over het
algemeen goed geslaagd mag heeten. De
voorstelling werd op verdienstelijke wijze
geopend door den jongenheer R. Doom. Ver-
schillende clownstukjes, voordrachten en
zangnummers werden door jongens en meis-
jes ten beste gegeven. De heeren Sprenkels en
Vis gaven een aardig viool-samenspel.
Een geanimeerd bal met de ajs altijd ver-
diepstelijke dansmuziek van de fanylie Kos
besloot dezen gezelligen avond.
UIT HOORN.
De tweede avond van de Vereeniging
„Ontwikkeling" alhier is wederom uitnemend
geslaagd. Voor een voile Parkzaal trad op
Mr G. J. Salm, te Amsterdam, met het on
derwerp: „Uit de geschiedbiaden der ster-
renkunde".
Na de pauze werd een serie hoogst interes-
sante lchtbeelden vertoonde ter verduidelij-
king van het onderwerp.
Het dankwoord van den heer Dorhort aan
den eminenten, begaafden redenaar werd
d-oor een daverend aplpaus onderstreept.
De afdeeling Hoorn van de Vereeniging
„Het Witte Kruis" heeft in het Park verga-
derd onder leiding van den heer Dr. de Boer.
Medegedeeld werd, dat aan de stichiing „Hei-
dehenvel" 400 kon worden afgedragen.
Tot bestuursleden werden herkozen de hee
ren A. Balcker, H. J. Kramer en C van Door-
nik.
Op een vraag van den heer Erkens werd
door het bestuur steun toegezegd aan de ver
eeniging tot het uitzenden van zwakke kinde-
ren van leden en fondsleden.
Door B. en W. wordt aan den gemeente-
raad voorgesteld over te gaan tot demping
van de sloot tusschen Drieboomlaan en Me-
renstraat, mits de helft van de totaalkosten,
welke begroot worden op f 1075, gedragen
wordt door de betreffende eigenaren.
UIT EGMOND AAN ZEE.
Zooals wij in 't kort meldden, kwam
Woensdagavond in den voltalligen raadszit-
ting als eenig punt het voorstel van B. en W.
aan de orde cm den directeur der bedrijven
800 meer te geven en de stokers en v. d.
Plas f 1 per week meer. b
De heer S n o e k s vroeg waar men het
geld vandaan moest halen.
De voorzitter. Uit de bedrijven.
De heer S n o e k s vreesde dan een veel
grooter strop Nu is er al 3851 te kort.
Spr. wees er op, dat er in 1923 4000 te kort
was, dus dat de vooruitgang z. i. niet zoo
groot is als men wenschte te doen voorko
men.
De voorzitter: E»e begrootirag voor
1926 sluit met een tekort van 1000, maar
dat schijnt mij niet noodig Nu we den Hoef
er bij hebben, zal het wel kunnen gaan.
De heer S n o e k s meende, dat de begroo-
ting een greep in het duister is Later kun
nen de posten overschreden worden en dan
krijgen we aanvullingen. Maar dat geeft
niets. We moeten het in kas hebben. Spr.
zou het van harte gunnen, als er maar was
De leening van 8000 van het buizenmet en
die van 25000 na het vertrek van den vo-
rigen directeur drukt ook nog zwaar op ons.
Over de heele linie is salarisverlaging, ter
wijl bovendien de gemeente-ambtenaren vrij
zijn van pensioenpremie. Spr. wilde er zijn
stem niet aan geven en wilde niet beschikken
over de beurs van anderen. Zoolang de be
drijven niet rendeeren, kan het daar niet uit
komen. De begrooting van 1925 hebben we
ook met kunst- en vliegwerk in elkaar moeten
zetten. Bovendien hangen er donkere wolken,
n.l. de zaak Kleiboer Als dat los komt, zullen
de menschen er naar van worden.
De voorzitter beantwoordde den
heer Snoeks. De zaak Kleiboer heeft. niets met
de begrooting te maken. Spr. ziet dit niet
zwaar in. Als dat uitgewerkt moet worden,
zullen de heeren dat wel voor ons doen Wel
is over de heele linie verlaging, maar de men
schen waren hier slecht betaald. Ze stonden
al laag. De schuldenlast na het vertrek van
den vorigen directeur pleit voor dezen. Hij
heeft de zaak opgewerkt. Wanneer hij weg-
gaat, zullen we wel verscheiden sollicitanten
krijgen, maar een goede is in dit geval
moeilijk te krijgen, omdat het salaris te laag
is. Wij zijn juist bang, dat we weer de toe-
standen van vroeger terug krijgen. Vandaar
ons voorstel.
De heer Snoeks zeide dat Castricum er
financieel beter voorstaat dan wij. Spr. heeft
gehoord, dat de directeur toch weggaat en
zou het betreuren een nieuwen directeur
zoo'n salaris te geven.
De voorzitter meende, dat de bedrij
ven in Castricum er niet financieel beter voor
staan. In elk geval een reden om niet het
risico te loopen achteruit te gaan. De direc
teur zal zeker niet eeuwig hier blijven, maar
voorloopig wel en dan zijn wij door den
kwaden tijd heen.
De heer Snoeks: Hij is zedelijk ver-
plicht zijn zaken goed te doen
De voorzitter Wij weten bij onder-
vinding, dat wij nu een goeden bedrijfsleider
hebben.
De heer Snoeks was van meening, dat
men op een salaris van 3800 wel een civiel-
ingenieur kan krijgen. Er loopen er genoeg.
Er zijn zooveel ambtenaren met goede capaci-
teiten die zonder betrekldng zijn. Zeker, we
hebben een flinken directeur, maar de finan
cieel toestand laat het niet toe.
De voorzitter: Naar uw meening
niet, naar de meening van B. en W. wel. Onze
financieele toestand laat niet toe, het er op
te wagen, dat we miscbien straks een strop
krijgen.
De heer Snoeks Dat moet nu in een
spoedvergadering geforceerd worden!
De heer M a a s zeide, dat het billijk is en
niet abnormaal. Hij staat nog ver beneden de
cijfers van gelijke en mindere bedrijven.
De voorzitter moest in grijpen bij
een heftig debat tusschen de heeren Snoeks
en Maas, dat van persoonlijken aard werd.
E>e heer Zwaan informeerde of het per-
soneel van de waterleiding er niet bij is. Hij
wilde het salaris van den directeur omlaag
drukken en dat van het personeel omhoog ha
len.
Uit hetgeen de voorzitter antwoordde
bleek, dat de fitters en de lui van de water
leiding niet zoo laag staan
De heer P r i n s was tegen verhooging.
De heer v. d. Schinkel was zeer ver-
blijd dat het loon der stokers ook verhoogd
is. Dat zijn flinke lui.
De heer Ruigewaard was tegen ver
hooging. Hij heeft het salaris, waar hij op
benoemd is. Hij vreesde belastingverhooging,
hetgeen door den voorzitter beslist ontkend
werd.
De heer Snoeks Waarom zijn we dan
naar Haarlem gezonden?
De voorzitter Niet op mijn advies.
De heer Snoeks: U hebt het aange-
vraagd.
De voorzitter: Als voorzitter van
den raad, maar ik heb dadelijk gezegd, dat
het niets zou uithalen.
De begrooting werd aan critiek onderwor-
pen.
De heer Kl. d e G r a a f f was voor verhoo
ging na ingewonnen deskundig advies Hij
was er eerst tegen.
De heeren Snoeks en v. d. Schinkel
hadden meeningsverschil in verband met
ambtenaren en fcedrijfsleiders.
Mevr. V i s s e r was voor verhooging,
maar het moet uit de lengte of uit de breedte
komen.
E>e heer Snoeks. Dat is de vrouw, die
voor het volk zit! (Tumult)
De heer Ruigewaard heeft eens de re-
kening van 1923 nagezien en concludeerde
daaruit, dat de zaak niet zoo gunstig is als
men denkt.
De heer Zwaan wilde de stemming in 2
deelen, cerst over den directeur, dan over de
stokers. Dit geschiedde niet.
Na discussie werd het voorstel met 6 te
gen 5 stemmen aangenomen. Tegen de hee
ren Snoeks, Ruigewaard, Van Pel, Zwaan en
Prins.
De rondvraag leverde niets op. Hierna slui-
ting.
UIT KOEDTJK.
Aan de vrouwelijke leden van de Ned.
Herv. gemeente te Koedijk is het actief en
passief kiesrecht toegekend voor de verschil-
lende kerkelijke colleges.
UIT ST. PANCRAS.
Buitengewone vergadering der Cooperatie-
ve Boerenleenbank op Donderdag 19 Nov.
ten lokale van den heer Gerritsen.
De heer ten Hoeve (kassier) verkreeg toe-
stemming de vergadering te leiden en verzoekt
EEN ENKEL WOORD!
I U BEHOORT TOCH ZEKER TOT
ONZE REGELMATIGE ADVER-
TEERDERS? ZOO NIET,
PROBEERT HET DAN
EENS MET EEN PAAR
PLAATSINGEN, U
ZULT SUCCES
HEBBEN. EN
ONZE LEUS
WORDT
OOK
DE
UWE:
ADVERTEERT IN DE
ALKMAARSCHE COURANT
de welwillende medewerking der aanwezigen
voor deze belangrijke vergadering. Na voor-
lezing der notulen, gaf de heer tn Hoeve een
uitvoerige uiteenzetting van de noodzakelijk-
heid dezer vergadering. Waar 15 Juni in het
Staatsblad was opgenomen de nieuwe Coope-
ratiewet (inwerkingtreding 1 Jan. 1926),
waardoor een ingrijpende statutenwijziging
werd vereischt, waren door de Centrale Bank
in overeenstemming met de Ringen der Boe-
renleenbanken Concept-Statuten vastgesteld,
waarvan voorlezing geschiedde door den heer
ten Hoeve.
De voornaamste wijziging omvatte de aan-
sprakelijkheid der leden. In tegenstelling
met voorheen is thans ieder lid aansrpakelijk
voor een zooveelste gedeelte van het tekort
der Bank, als die Bank leden telt. (Art 11
der Statuten). Bij art. 38 werd door den heer
F. Spaan nog eenige toelichting verzocht en
verkregen.
Tevens volgde voorlezing van het Huishou-
delijk Reglement. Met algemeene stemmen
werd besloten de Statuten en het H. R over-
eenkomstig het voorgelezene te wijzigen.
Hierna was aan de orde de oprichfing eener
afzonderlijke Spaarbank. Door wijziging der
Zegelwet was men verplicht bij een spaar- en
leenbank elke geldelijke transactie te quiteeren
met een zegel, wat men kon voorkomen door
het oprichten van een afzonderlijk spaarbe-
drijf, terwijl de Boerenleenbank garant blijfr
voor alle verrichtingen der spaarbank Dit
voorstel verkreeg de goedkeuring der verga
dering.
De ondvraag leverde geen nieuws op, waar-
6p de voorzitter, alvorens tot slutting over te
gaan, een woord van hartelijken dank
bracht voor de loyale medewerking van dezen
avond. Memoreerde nftg een artikel uit de
„Raffeissenbode" waarin gewaagd van de
beteekenis van de nieuwe Cooperatiewet, wel
ke zooveel drukte had teweeggebracht in de
organisatie der Boerenleenbanken.
Oemetigd Nieuws
]de slang IN HET PARADIJS".
In de Herst. Evang. Luthersche kerk aan
den Kloveniersburgwal sprak gisteravond
ds. G. Wisse, Chr.-Geref. predikant te
Utrecht over het onderwerp: „De slang in
het Paradijs".
In het eerste gedeelte van zijn rede memo
reerde spr de verschillende opvattingen, die
werden en worden gehuldigd omtrent de ge-
schiedenis van de slang in het Paradijs. Spr
meent echter, dat de opvatting dat de slang
in het Paradijs een dier-medium van Satan
was, de eenig juiste is. In die opvatting kan
het woord „listiger" wijzen op een zoodanige
structuur, dat de slang mediamiek geschikt
was. Langs dezen weg is de slang in het Pa
radijs als letterlijk historiseh op te vatten.
Spr. verdedigde deze meening op negatieve
en positieve gronden en wees er op, dat het
psychologisch en logisch niet aanneembaar
is, dat wanneer het spreken der slang geen
werkelijkheid ware geweest, de schrijver van
Genesis 3 diens naam zou hebben verborgen
en deze duivel-verleiding zoo zou hebben in-
geldeed Is het niet alleszins psychologisch
en logisch, dat de duivel voor de verleiding
dit slangenmedium koos? Spr. meende van
ja en lichtte dit toe met een beroep op
's menschen contact met de dierenwereld.
Voor de opvatting, dat de slang in het Para
dijs gesproken heeft, bracth spr. allerlei gege
vens bij. Calvijn vond de historisch-allego-
rische opvatting wel niet kettersch, maar wel
•dwaas. Waar de aanstoot aan het spreken
van de slang op psychologisehe en andere
gronden vervalt, is er, naar spr. meent, niet
de minste noodzakelijkheid om van de letter
lijk historische opvatting af te wijken.
Ten slotte wees spr. er op, dat bij de ver
leiding van den tweeden Adam, den Heere
Jezus Christus, in de woestijn, Satan in zijn
ware gedaante naar voren is getreden en de
slang wegvalt. L
De samenkomst was zeer druk bezocht.
EEN BRUT ALE ROOVER.
Woensdagmiddag heeft te Rotterdam in
pand 400 aan den Charloischen lagen dijk
een brutale overval plaats gehad door een
onbekend gebleven man Hij is het huis bin-
nengedrongen, heeft den 74-jarigen man, die
alleen thuis was, tegen den grond geslagen
en daarna met touwen vastgebonden. Een
belangrijk bedrag aan geld, dat binnenshuis
op verschillende plaatsen geborgen was,
heeft hij zich toegeeigend Hoevee! de buit
bedraagt is nog niet bekend Later heeft een
voorbijganger, die den ouden man om hulp
hoorde roepen, hem bevrijd.
MISHANDELING.
Aangaande de vermoedelijke mishandeling
van den Leidschen bakkersknecht K. bij een
vechtpartij te Wassenaar Zaterdagavond
verneemt de N. R. Crt. dat bij de gerechte-
lijke schouwing van het lijk van K. een ver-
wonding van de darm is vastgesteld. Bij het
voor-onderzoek door den rechtercommissaris
hebben sommige personen verklaard, dat de
ze verwonding zal zijn ontstaan doordat K.
bij zijn vlucht tegen een ijzeren hek is geloo-
pen.
BinnimoiiiinmiKiiitiimmiiniinnnmuuiuiDiiiiiiniiiiiiiiiiimiiiaiHiimniuimnimuiim
omuiiuiiiiiiiiiiiiriimiiiiimnnnnniiimunmniflimniiiiuiiiHuiiiiuiiiiiiiiniag
iiiiiiiiuiiiiiiiiiniiiiuiiiiiiiiiiiimiinmiiHHUiiiimiiinHniniiniimim