Alkmaarsc Honderd Zeven en Twlntigste Jaargang. Vrij dag 20 November, No. 274 - 1925 Het rapport Vreedenberg en de molens van den Schermer. Men verzoekr ons afzonderlijke overname van hetgeen door den heer Vreedenbeig van het ingenieursbureau W. C. en K. de Wit te Amsterdam, als technisch adviseur voor het Polderbestuur optredende, van Ged. staten medegedeeld is. Ofschoon het verslag der bijeenkomst reeds zcor uitvocri0* g^wocst is on ook do uitcon- zetting door den heer Vreedenberg nog al wat plaatsruimte zal vragen, vmden wij de kwestie da' Schermermolens, die de aandacht van het geheele land heeft, belangrijk genoeg om er een uitgebreid overzicht van te geven. Wij laten hieronder dus nog onverkort het door den heer Vreedenberg naar voren ge- brachte volgen. HoogEdelgestrenge Heeren, Dijkgraaf en Heemraden van de Schermer hebben mij aangewezen om de technische be- zwaren, aangevoerd tegen het besluit van Hoofdingelanden te bespreken. Het zij mij vergund om even te releveeren, dat mijne firma, W. C. en K. de Wit, sederf het jaar 1870 zich onafgebroken heeft bezig- gehouden met de vraagstukken betrekking hebbende op de bemaling van polders, en dat er ongeveer 200 gemalen naar onze on t- werpen zijn uitgevoerd; persoonlijk heb ik in de afgeloopen 23 jaren voor den bouw van ongeveer 125 gemalen, -in medewerking met mijne firmanten de verantwoording gedragen Ik meen dus in deze vergadering met eenig gezag te mogen spreken over dit onderwerp. dat, hoe eenvoudig het lijkt, en hoe eenvoudig het in den aard der zaak ook is, toch zeer vele moeilijkheden oplevert; het is dan ook noodzakelijk, dat men zich geheel in het vraagstuk inwerkt en het van vele kanten be- schouwt, alvorens men het recht heeft om be- paalde conclusies te trekken. De technische bezwaren tegen het besluit van Hoofdingelanden ingebracht zijn niet af- komstig van de zijde van ingelanden zelf, niet van de zijde van den bij uitstek tot beoordee- ling bevoegden dienst van den Prov- Water- staat, maar voornamelijk van de Ver. „De Hollandsche Molen". Deze vereeniging heeft bij haar strijd tegen het besluit ook technische bezwaren opgeworpen. Vooreerst heeft zij mede in een in de dagbladen gevoerde cam- pagne den strijd tegen mechanische bemaling opgenomen en de windbemaling als beter en meer economisch voorgesteld dan eenige me chanische bemaling van de Schermer. Zij heeft echter blijkbaar ingezien dat deze aan- val geen succes kon opleven, ook al werd bij gebrek aan werkelijke bezwaren de fantaisie ter hulp geroepen om allerlei schrik inboeze- mende spoken op te roepen, die als bezwaren dienst moesten doen voor een niet tot kalme beoordeeling bevoegd pubiiek. Thans heeft men den aanval uit een anderen hoek begon- nen en heeft het aanbrengen van hulpinstal- laties in de molens aangevat als middel om tot behoud van de molens te geraken. Strikt genomen zou ik, waar de Holland sche Molen zelf blijkens hare taktiek heeft te kennen gegeven, dat bij het behoud van de windbemaling niet aan de tegenwoordig aan eene goede bemaling te stellen eischen vol- daan kan worden, alle stukken, die uit de eerste phase van haar oppositie stemmen, kunnen" voorbijgaan. Ik wil zulks evenwel niet doen, al zal ik iets korter kunnen zijn bij de behandeling daarvan. A. In de eerste plaats een woord over een door de Holl. Molen overgelegde staat van -een 16-tal polders met diverse bemalingen, waarbij de omslag per H.A. (over 1923) is opgegeven, welke bij de 8 polders met wind bemaling varieeren tusschen 2.50 en 12 per H.A. en bij de 8 polders met mechani sche bemaling tusschen 12.en 25 Op het eerste gezicht zal dit den indruk kun nen wekken dat wind goedkoop is en mechani sche kracht duur en ik kan mij helaas npt onttrekken aan de meening, dat het lijstje is ingezonden met de bedoeling om dien indruk te verwekken in de hoop, dat zij, die het lijstie voor oogen zullen krijgen het niet nader *zul- len bestudeeren; het lijstje draagt inderdaad bij eenige nadere beschouwing n i e t s bij tot eene vergelijking der bemalingskosten. Een lijstje, waarop in plaats van de omslag per H A. de leeftijd van den polderbode voor elken polder was ingevuld, zou evenveel nut hebben. Ik heb mij de moeite gegeven het lijstje even nader te bestudeeren en vind da1- de peilen der polders varieeren tusschen 1.60 M en 5.90 M. rnin A.P.; de bemaling van een polder waar het water 3V? maal zoo hoog moet wcrden opgevoerd als in een anderen polder, kost uit den aard der zaak 2 of 3 maal zoo veel al voor den minder diep liggenden polder. Het onpervlak der vergeleken polders varieert tusschen 109 H.A. en 4164 H.A., zoo- dat hier ook geen directe vergelijking moge- lijk is Bij het naslaan der gegevens in de Prov Almanak voor Zuid-Holland trof het mij al dadelijk dat de eerste polder de Polder West- zijde van. Aarianderveen met windbemaling en f 12.lasten ovet 1923 (over 1922 waren de lasten 18In dien almanak staat tusschen de polder Nienwkoop en Noorden, met Dieselmotor bemaling en 5.50 lasten en de Zuia- en Ncoideinderpolder met stoom en windbemaling en 7.lasten. Mag ik er verder even op wijzen dat voor den laatsten polder met windbemaling de Meeslouwerpol- der de lasten over 1921 20 per H.A. zijn tegen 10ever 1923 Ten slote nog een polder uit het midden: de Tweemanspolder, belastbaar opp. 420 H A., omslag 2.50, dus 1050.per jaat totaal, die 4 kapita'e schipradmolens caarvan moet bedienen en onderhouden. Moet men daaruit soms de ge- volgtrekking maken dat deze molens per stuk minder dan /250.per jaar aan be- diening en onderhoud kosten? Ik stap hierbi; af van dit lijstje, maar mag niet nalaten er op te wijzen, dat het inzenden van zulk een lijstje, dat zoo gemakkelijkaan- ieiding tot misleiding kan geven, een minder oorbare strijdwijze is en deze weinig frissche strijdmethode is wel sterk in tegenstelling met het schoone doel dat de Ver. de Holland- jche Molen tracht na te streven. B. Thans het stukje Water molen tegen Electrisch Gemaal" van den Heer van Ree- nen, heemraad van den Bergermeer. Ik kan dit stuk met veel genoegen bespreken, in de eerste plaats omdat het zoo vlot, zoo helder en keurig gesteld is, maar vooral omdat het, in tegenstelling van de bedoeling van de Holl. Moien, zulk een duidelijk en kracbtig argu ment vormt tegen het laten bestaan van de molens, ook bij toepassing van hulpkrachtin- stallaties. De heer van Reenen berekent aan de hand van de efficieele beproevingscijfers van het gemaal de kosten aan electriciteit voor elke door het electrisch gemaal uitgeslagen M3 water. Vervolgens tracht faij het aantal M3 water, door de windmolen per jaar uitgesla gen te berekenen en komt door vermenigvul- diging van dit getal M3 tegen den prijs van elke door het electrisch gemaal uitgeslagen M3 tot de som die de windmolen per jaar aan electriciteit heeft bespaard. Berekent te gen een prijs van 7 ct. per K.W.U. komt hi] dan tot een bedrag van f 1191.33, terwijl de totale kosten van de molen slechts 1000. hebben bedragen. Let wel, deze som van 1191.33 geldt voor een tarief van 7 ct. per K.W.U. Nu zal bij geheele electrificatie van de Schermeer het tarief evenwel 4 ct. per K.W.U. bedragen. Volgens de berekening van den heer vac Re-men. zal bij dit tarief de molen dus 4/7 X f 1191.33 of rond /680.— bespaard hebben terwijl hiji 1000.— per jaar kost. Uit de cij- fers van den heer van Reenen blijkt dus dat bij em tarief als over de Schermeer in reke- ning komt, men geen windmolen met voordeel een deel der bemaling op zich kan laten ne- men, en bij dit tarief zou de heer van Reenen dus tot een geheel tegengestelde conclusie zijn gekomen en een lijkrede over den Viaan- schen Molen hebben moeten uitspreken. Evenwel heeft de heer van Reenen uit het resultaat der telling van het aantal omwenfe- lingen van den vijzel van den windmolen een zeer foutieve conclusie getrokken. Het cijfer van 1.35 M3 per omwenteling zal ongetwij- feld juist zijn, maar kan slechts gelden voor meest gunstige snelheid van den vijzel. Is de ze snelheid minder of meer dan de normale snelheid dan vermindert de opbrengst per omwenteling- Zulks is voor ieder, die een vij zel wel eens heeft zien werken gemakkelijk be- grijpbaar. De maximale hoeveelheid van 1.35 M3 wordt bij, laten wij zeggen, 40 omw. per minuut verkregen. Nemen wij nu eens het ge- val van een zeer langzaam loopenden vijzel, bijv. 1 omw. per minuut; de opbrengst is dan nihil. Bij 2 of 3 of 4 of 5 omw. per minuut is de opbrengst nog nihil, al het water loopt langs de schoepen terug voor het den top van den vijzel bereikt heeft. Bij het vermeerderen van de snelheid zal eindelijk de vijzel water beginnen te geven; laten wij eens aannemen, da't bij 8 omw. per minuut totaal 2 M3 water verzet wordt, dan is dit dus 0.25 M3 per omw. in plaats van 1.35 M3; langzamerhand zal bij vermeerdering van snelheid de hoe veelheid van 0.25 M3 per omw. toenemen tot 1.35 M3 per omw. Wordt de normale snelheid overschreden dan neemt de hoeveel heid water per omw. weder af; de vijzel be gin! het water naar buiten te slingeren, good het over den vijzelbalk weer terug; de vijzel gaat water verspillen, hij gooit het over den balk (dit is, zcoals U wellicht niet alien be- kend is, de corsproing van de bekende spreek- wijze). Bij overgroote snelheid is het denk- baar, dat al het water naar buiten rondgesla- gen wordt en de opbrengslweder nihil wordt. Nu wordt een molen in het werk gehouden zoolang hij nog maar eenig water geeft, en bii krachtigen wind werkt hij met veel meer dan de normale snelheid; immers za\ bij het te- ruggaan van de opgebrachte hoeveelheid per omw. de totale hoeveelheid per minuut nog stijgen en de molenaar zal frachien de grootst mogelijke snelheid te behouden die de molen toelaat. Het is dus duidelijk, dat de hoeveelheid wa ter van 1.93-0.000 M3 die de heer van Reenen berekent uit het getelde aantal omw. van 1.430.000 per jaar in ieder geval te groot is en de juiste hoeveelheid zal waarschijnlijk tusschen 65 en 70 pet. van die hoeveelheid liggen, en circa 1.300.000 M3 bedragen, zoodat ook bij een stroomprijs van 1% en 8 ct. het instandhouden van den molen geen fin'antieel voordeel geeft. Het is te betreuren, dat de heer van Reenen zelf niet iets dieper op het vraagstuk is inge gaan en de juistheid en aannemelijkheid van zijn berekeningen niet eens nader getoetst heeft. Hij zou dan gevonden hebben, dat bij een uitgaaf van 1411.aan stroom tegen 7 ct. circa 20.000 K.W.U. verbruikt is. en het electrisch gemaal, dat voor 36 K.W.U. 408C M3. water verzet °3:g00- X 4080 M3 2.300.000 M3 verzet heeft. Volgens onze rapporten van 1922 is als gemiddeld uit te werpen hoeveelheid per jaar op ongeveer 3.600.000 M3 te stellen. Telt men nu bij de door het gemaal uitgeslagen hoeveelheid van 2.300.000 M3 de hoeveelheid van 1.930.000 M3 van den heer van Reenen op, dan kom-t men tot 'n totaal van 4-230.000 of 17Id pet. meer, terwijl het jaar 1924 als een vrij normaal jaar te beschouwen is. De heer van Reenen had hierin een aanwijzing kunnen vinden dat er een gebrek aan over- eenstemming was en had bij verder nadenken ook voorzeker de fout van zijn berekening gevonden. De heer van Reenen wijdt verder uit over de bezwaren van stakingen, oorlog enz Mag ik in verband daarmede volstaan met er op te wijzen dat een windhoos, zooals die welke voor eenige maanden Borculo heeft geteis- terd", in enkele seconden de geheele windbema ling van de Schermer ter aarde zou hebben geworpen. Mag ik ten slotte de ondeugendheid be- gaan om de laatste woorden van het stukje van den heer van Reenen tot de mijne ie ma ken en den boer toe te roepen, evenals de heer van Reenen dit doet: „Maak Uw bestaan niet afhankelijk van omstandigheden, waarop gij niet den minsten invloed kunt uitoefenen Zeker, Mr. van Reenen, maak Uw bema ling niet afhankelijk van den wind! C. Nu het rapport van den deskundige van den Holl. Molen, den molenmaker A. J. Dekker van Hazerswou, die bezwaren opsomt tegen de door ons ontworpen plannen. Hij begint met de legende, met de schim, met het spook van het welzand, dat het onmogelijk zal maken de tochten op de benoodigde diepie te maken en te hcuden. De heer Dekker slaat bliikbaar onze firma niet zoo hoog aan en neemt aan dat door ons plannen worden Inge- diend, die niet op behoorlijk onderzoek ge- grond zijn. Ook zijne meening van den pol- deropzichter, den heer van Nierop, die meer dan 30 jaar in den polder werkt en den toe- stand van den bodem grondig kent, is niet hoog; deze zou tegen die onuitvoerbare plan nen van onze firma geen woord hebben ge- sproken! Wat denkt hij van't Bestuur, dat toch ook de Schermeer kent! Mijne heeren, laat ik kort zijn: er zijn overal waar in den polder gewerkt moet worden, grondboringen verricht, onmiddellijk naast de te verdiepen tochten en't resultaat dezer boringen( in to taal 45 stuks) is, dat nergens voor moeilijkhe den gevreesd behoeft te worden; ter plaatse van de grootste verdiepingen blijft men overal in blauwe of grijze klei en slechts op enkele plaatsen waar verdiepingen van minder be- lang moeten plaats hebben wordt een ietwat zonderlinge specie aangetroffen, die echter geenerlei vrees behoeft op te wekken! Het op- geroepen spook blijft echter nog rondwaren en in een straks te bespreken rapport van den heer Erikson, waarin alleen Polder II behan- deld wordt, waar de grondlaag uitstekend is, wordt de riskante loopzandbodem, die on- getwijfeld vele bezwaren zal opleveren" we der lustig naar voren gebracht, niettegen- staande de heer Erikson kon weten, dat de door den heer Dekker opgeworpen bewering niet juist was. Een tweede bezwaar van den heer Dekker, eigenlijk wel wat te naif om er veel woorden over te spreken. In de Hazerswoudsche Droogmaking is de toevloeiing van het water naar het nieuwe electrische gemaal onvol- doende, ergo zal dit in de Schermeer ook zoo zijn. Ik ben niet aansprakelijk voor de plan ner van de electrische bemaling van den pol der en ken den toestand niet; ik wil voor het oogenblik zelfs wel aannemen, dat cfe bewe ring van den heer Dekker juist is, waarom zou er niet een korreltje koren voorkomen onder het kaf van zijn rapport. Als de toevoer in Hazerswoude onvoldoen- de is en daar door den opzichter van den pol der geen voldoende aandacht aan de afmetin- gen van tochten is geschonken, valt zulks zeer te betreuren- Evenwel is de kennis van de hy draulics reeds sedert jaren zoo ver gevor- derd, dat men over voldoende gegevens be- schikte om het profiel der tochten te bereke nen en is er door ons voor gezorgd, dat deze voldoende ruim zullen zijn. De opmerking dat het verst gelegen land 8 K.M. van de ge malen verwijderd is, berust, laten wij hopen op een tikfout in de cople; die afstand be- draagt 6 K.M. en is niet als buitengewoon groot te beschouwen; ik wijs op de Haarlem- inermeer, op de Purmer, om van andere maar niet te spreken. Des heeren Dekker's conclusies zijn: 1. dat de bestaande windbemaling goed functionneert en in zeer goeden staat ver- keert en slechts het bezwaar heeft te veel af hankelijk te zijn van den wind. De prijsvraag van De Hollandsche Molen moet hierin ver- betering brengen. 2. Dat onze plannen niet te verantwoorden zijn en teleurstellingen zullen baren. Tenslotte met dikke letters dat het belang van den polder alleen gediend is met de meest economische oplossing: (Nu kornen de vette letters) Het goed onderhouden der be staande windbemaling. Een weinig ontnuchterend leest men bierna in het rapport van den heer Erikson de me- dedeeling: Dat de heer A. J. Dekker te Ha zerswoude gaarne bereid is voor het onder houd der molens van de Schermeer tegen een vergoeding van 940.per molen te contrac- teeren. Ik geloof dat ik hiermede aan het rapport van den heer Dekker voldoende aandacht ge schonken heb. O ja, er is ook nog een opmerking, dat onze begrootingseijfers te laag zullen blijken; voor de machines en electrische installatie heeft de aanbesteding reeds plaats gehad onder voo"- b-ehoud van goedkeuring in het besluit der Ged. Staten en kunnen deze werken beneden de begrootingseijfers worden gegund. Provinciaal nieuws UIT OUDE NIEDORP. In de versierde kolfbaan van den heer Balk alhier is door de vereeniging „Willen is kunnen" onder leiding van den heer S. Vis een kinderuitvoering gegeven, welke over het algemeen goed geslaagd mag heeten. De voorstelling werd op verdienstelijke wijze geopend door den jongenheer R. Doom. Ver- schillende clownstukjes, voordrachten en zangnummers werden door jongens en meis- jes ten beste gegeven. De heeren Sprenkels en Vis gaven een aardig viool-samenspel. Een geanimeerd bal met de ajs altijd ver- diepstelijke dansmuziek van de fanylie Kos besloot dezen gezelligen avond. UIT HOORN. De tweede avond van de Vereeniging „Ontwikkeling" alhier is wederom uitnemend geslaagd. Voor een voile Parkzaal trad op Mr G. J. Salm, te Amsterdam, met het on derwerp: „Uit de geschiedbiaden der ster- renkunde". Na de pauze werd een serie hoogst interes- sante lchtbeelden vertoonde ter verduidelij- king van het onderwerp. Het dankwoord van den heer Dorhort aan den eminenten, begaafden redenaar werd d-oor een daverend aplpaus onderstreept. De afdeeling Hoorn van de Vereeniging „Het Witte Kruis" heeft in het Park verga- derd onder leiding van den heer Dr. de Boer. Medegedeeld werd, dat aan de stichiing „Hei- dehenvel" 400 kon worden afgedragen. Tot bestuursleden werden herkozen de hee ren A. Balcker, H. J. Kramer en C van Door- nik. Op een vraag van den heer Erkens werd door het bestuur steun toegezegd aan de ver eeniging tot het uitzenden van zwakke kinde- ren van leden en fondsleden. Door B. en W. wordt aan den gemeente- raad voorgesteld over te gaan tot demping van de sloot tusschen Drieboomlaan en Me- renstraat, mits de helft van de totaalkosten, welke begroot worden op f 1075, gedragen wordt door de betreffende eigenaren. UIT EGMOND AAN ZEE. Zooals wij in 't kort meldden, kwam Woensdagavond in den voltalligen raadszit- ting als eenig punt het voorstel van B. en W. aan de orde cm den directeur der bedrijven 800 meer te geven en de stokers en v. d. Plas f 1 per week meer. b De heer S n o e k s vroeg waar men het geld vandaan moest halen. De voorzitter. Uit de bedrijven. De heer S n o e k s vreesde dan een veel grooter strop Nu is er al 3851 te kort. Spr. wees er op, dat er in 1923 4000 te kort was, dus dat de vooruitgang z. i. niet zoo groot is als men wenschte te doen voorko men. De voorzitter: E»e begrootirag voor 1926 sluit met een tekort van 1000, maar dat schijnt mij niet noodig Nu we den Hoef er bij hebben, zal het wel kunnen gaan. De heer S n o e k s meende, dat de begroo- ting een greep in het duister is Later kun nen de posten overschreden worden en dan krijgen we aanvullingen. Maar dat geeft niets. We moeten het in kas hebben. Spr. zou het van harte gunnen, als er maar was De leening van 8000 van het buizenmet en die van 25000 na het vertrek van den vo- rigen directeur drukt ook nog zwaar op ons. Over de heele linie is salarisverlaging, ter wijl bovendien de gemeente-ambtenaren vrij zijn van pensioenpremie. Spr. wilde er zijn stem niet aan geven en wilde niet beschikken over de beurs van anderen. Zoolang de be drijven niet rendeeren, kan het daar niet uit komen. De begrooting van 1925 hebben we ook met kunst- en vliegwerk in elkaar moeten zetten. Bovendien hangen er donkere wolken, n.l. de zaak Kleiboer Als dat los komt, zullen de menschen er naar van worden. De voorzitter beantwoordde den heer Snoeks. De zaak Kleiboer heeft. niets met de begrooting te maken. Spr. ziet dit niet zwaar in. Als dat uitgewerkt moet worden, zullen de heeren dat wel voor ons doen Wel is over de heele linie verlaging, maar de men schen waren hier slecht betaald. Ze stonden al laag. De schuldenlast na het vertrek van den vorigen directeur pleit voor dezen. Hij heeft de zaak opgewerkt. Wanneer hij weg- gaat, zullen we wel verscheiden sollicitanten krijgen, maar een goede is in dit geval moeilijk te krijgen, omdat het salaris te laag is. Wij zijn juist bang, dat we weer de toe- standen van vroeger terug krijgen. Vandaar ons voorstel. De heer Snoeks zeide dat Castricum er financieel beter voorstaat dan wij. Spr. heeft gehoord, dat de directeur toch weggaat en zou het betreuren een nieuwen directeur zoo'n salaris te geven. De voorzitter meende, dat de bedrij ven in Castricum er niet financieel beter voor staan. In elk geval een reden om niet het risico te loopen achteruit te gaan. De direc teur zal zeker niet eeuwig hier blijven, maar voorloopig wel en dan zijn wij door den kwaden tijd heen. De heer Snoeks: Hij is zedelijk ver- plicht zijn zaken goed te doen De voorzitter Wij weten bij onder- vinding, dat wij nu een goeden bedrijfsleider hebben. De heer Snoeks was van meening, dat men op een salaris van 3800 wel een civiel- ingenieur kan krijgen. Er loopen er genoeg. Er zijn zooveel ambtenaren met goede capaci- teiten die zonder betrekldng zijn. Zeker, we hebben een flinken directeur, maar de finan cieel toestand laat het niet toe. De voorzitter: Naar uw meening niet, naar de meening van B. en W. wel. Onze financieele toestand laat niet toe, het er op te wagen, dat we miscbien straks een strop krijgen. De heer Snoeks Dat moet nu in een spoedvergadering geforceerd worden! De heer M a a s zeide, dat het billijk is en niet abnormaal. Hij staat nog ver beneden de cijfers van gelijke en mindere bedrijven. De voorzitter moest in grijpen bij een heftig debat tusschen de heeren Snoeks en Maas, dat van persoonlijken aard werd. E>e heer Zwaan informeerde of het per- soneel van de waterleiding er niet bij is. Hij wilde het salaris van den directeur omlaag drukken en dat van het personeel omhoog ha len. Uit hetgeen de voorzitter antwoordde bleek, dat de fitters en de lui van de water leiding niet zoo laag staan De heer P r i n s was tegen verhooging. De heer v. d. Schinkel was zeer ver- blijd dat het loon der stokers ook verhoogd is. Dat zijn flinke lui. De heer Ruigewaard was tegen ver hooging. Hij heeft het salaris, waar hij op benoemd is. Hij vreesde belastingverhooging, hetgeen door den voorzitter beslist ontkend werd. De heer Snoeks Waarom zijn we dan naar Haarlem gezonden? De voorzitter Niet op mijn advies. De heer Snoeks: U hebt het aange- vraagd. De voorzitter: Als voorzitter van den raad, maar ik heb dadelijk gezegd, dat het niets zou uithalen. De begrooting werd aan critiek onderwor- pen. De heer Kl. d e G r a a f f was voor verhoo ging na ingewonnen deskundig advies Hij was er eerst tegen. De heeren Snoeks en v. d. Schinkel hadden meeningsverschil in verband met ambtenaren en fcedrijfsleiders. Mevr. V i s s e r was voor verhooging, maar het moet uit de lengte of uit de breedte komen. E>e heer Snoeks. Dat is de vrouw, die voor het volk zit! (Tumult) De heer Ruigewaard heeft eens de re- kening van 1923 nagezien en concludeerde daaruit, dat de zaak niet zoo gunstig is als men denkt. De heer Zwaan wilde de stemming in 2 deelen, cerst over den directeur, dan over de stokers. Dit geschiedde niet. Na discussie werd het voorstel met 6 te gen 5 stemmen aangenomen. Tegen de hee ren Snoeks, Ruigewaard, Van Pel, Zwaan en Prins. De rondvraag leverde niets op. Hierna slui- ting. UIT KOEDTJK. Aan de vrouwelijke leden van de Ned. Herv. gemeente te Koedijk is het actief en passief kiesrecht toegekend voor de verschil- lende kerkelijke colleges. UIT ST. PANCRAS. Buitengewone vergadering der Cooperatie- ve Boerenleenbank op Donderdag 19 Nov. ten lokale van den heer Gerritsen. De heer ten Hoeve (kassier) verkreeg toe- stemming de vergadering te leiden en verzoekt EEN ENKEL WOORD! I U BEHOORT TOCH ZEKER TOT ONZE REGELMATIGE ADVER- TEERDERS? ZOO NIET, PROBEERT HET DAN EENS MET EEN PAAR PLAATSINGEN, U ZULT SUCCES HEBBEN. EN ONZE LEUS WORDT OOK DE UWE: ADVERTEERT IN DE ALKMAARSCHE COURANT de welwillende medewerking der aanwezigen voor deze belangrijke vergadering. Na voor- lezing der notulen, gaf de heer tn Hoeve een uitvoerige uiteenzetting van de noodzakelijk- heid dezer vergadering. Waar 15 Juni in het Staatsblad was opgenomen de nieuwe Coope- ratiewet (inwerkingtreding 1 Jan. 1926), waardoor een ingrijpende statutenwijziging werd vereischt, waren door de Centrale Bank in overeenstemming met de Ringen der Boe- renleenbanken Concept-Statuten vastgesteld, waarvan voorlezing geschiedde door den heer ten Hoeve. De voornaamste wijziging omvatte de aan- sprakelijkheid der leden. In tegenstelling met voorheen is thans ieder lid aansrpakelijk voor een zooveelste gedeelte van het tekort der Bank, als die Bank leden telt. (Art 11 der Statuten). Bij art. 38 werd door den heer F. Spaan nog eenige toelichting verzocht en verkregen. Tevens volgde voorlezing van het Huishou- delijk Reglement. Met algemeene stemmen werd besloten de Statuten en het H. R over- eenkomstig het voorgelezene te wijzigen. Hierna was aan de orde de oprichfing eener afzonderlijke Spaarbank. Door wijziging der Zegelwet was men verplicht bij een spaar- en leenbank elke geldelijke transactie te quiteeren met een zegel, wat men kon voorkomen door het oprichten van een afzonderlijk spaarbe- drijf, terwijl de Boerenleenbank garant blijfr voor alle verrichtingen der spaarbank Dit voorstel verkreeg de goedkeuring der verga dering. De ondvraag leverde geen nieuws op, waar- 6p de voorzitter, alvorens tot slutting over te gaan, een woord van hartelijken dank bracht voor de loyale medewerking van dezen avond. Memoreerde nftg een artikel uit de „Raffeissenbode" waarin gewaagd van de beteekenis van de nieuwe Cooperatiewet, wel ke zooveel drukte had teweeggebracht in de organisatie der Boerenleenbanken. Oemetigd Nieuws ]de slang IN HET PARADIJS". In de Herst. Evang. Luthersche kerk aan den Kloveniersburgwal sprak gisteravond ds. G. Wisse, Chr.-Geref. predikant te Utrecht over het onderwerp: „De slang in het Paradijs". In het eerste gedeelte van zijn rede memo reerde spr de verschillende opvattingen, die werden en worden gehuldigd omtrent de ge- schiedenis van de slang in het Paradijs. Spr meent echter, dat de opvatting dat de slang in het Paradijs een dier-medium van Satan was, de eenig juiste is. In die opvatting kan het woord „listiger" wijzen op een zoodanige structuur, dat de slang mediamiek geschikt was. Langs dezen weg is de slang in het Pa radijs als letterlijk historiseh op te vatten. Spr. verdedigde deze meening op negatieve en positieve gronden en wees er op, dat het psychologisch en logisch niet aanneembaar is, dat wanneer het spreken der slang geen werkelijkheid ware geweest, de schrijver van Genesis 3 diens naam zou hebben verborgen en deze duivel-verleiding zoo zou hebben in- geldeed Is het niet alleszins psychologisch en logisch, dat de duivel voor de verleiding dit slangenmedium koos? Spr. meende van ja en lichtte dit toe met een beroep op 's menschen contact met de dierenwereld. Voor de opvatting, dat de slang in het Para dijs gesproken heeft, bracth spr. allerlei gege vens bij. Calvijn vond de historisch-allego- rische opvatting wel niet kettersch, maar wel •dwaas. Waar de aanstoot aan het spreken van de slang op psychologisehe en andere gronden vervalt, is er, naar spr. meent, niet de minste noodzakelijkheid om van de letter lijk historische opvatting af te wijken. Ten slotte wees spr. er op, dat bij de ver leiding van den tweeden Adam, den Heere Jezus Christus, in de woestijn, Satan in zijn ware gedaante naar voren is getreden en de slang wegvalt. L De samenkomst was zeer druk bezocht. EEN BRUT ALE ROOVER. Woensdagmiddag heeft te Rotterdam in pand 400 aan den Charloischen lagen dijk een brutale overval plaats gehad door een onbekend gebleven man Hij is het huis bin- nengedrongen, heeft den 74-jarigen man, die alleen thuis was, tegen den grond geslagen en daarna met touwen vastgebonden. Een belangrijk bedrag aan geld, dat binnenshuis op verschillende plaatsen geborgen was, heeft hij zich toegeeigend Hoevee! de buit bedraagt is nog niet bekend Later heeft een voorbijganger, die den ouden man om hulp hoorde roepen, hem bevrijd. MISHANDELING. Aangaande de vermoedelijke mishandeling van den Leidschen bakkersknecht K. bij een vechtpartij te Wassenaar Zaterdagavond verneemt de N. R. Crt. dat bij de gerechte- lijke schouwing van het lijk van K. een ver- wonding van de darm is vastgesteld. Bij het voor-onderzoek door den rechtercommissaris hebben sommige personen verklaard, dat de ze verwonding zal zijn ontstaan doordat K. bij zijn vlucht tegen een ijzeren hek is geloo- pen. BinnimoiiiinmiKiiitiimmiiniinnnmuuiuiDiiiiiiniiiiiiiiiiimiiiaiHiimniuimnimuiim omuiiuiiiiiiiiiiiiriimiiiiimnnnnniiimunmniflimniiiiuiiiHuiiiiuiiiiiiiiniag iiiiiiiiuiiiiiiiiiniiiiuiiiiiiiiiiiimiinmiiHHUiiiimiiinHniniiniimim

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1925 | | pagina 9