Aikmaarsctie Gourant Schaakrnbriek. Be Rrsqenoote. Handsrd hm en Twlntlgste Jaargang. Zaterdag 21 November. Het rapport Treedenberg en de molens van den Sehermer. WEET GIJ DIT WEL? FKl'SLLKTON. Ho. 275 1985 Vervolg Hiermede meen ik de bezwaren van de voor- standers van het behoud der wmdbemalmg behandeld te hebben en kom dus thans op de kwestie der windbemalmg met hulpkrachtm- ^De door velen met spanning verwachte uit- slae van de Ideeen Prijsvraag is mmiddels bekend gew.orden, en niemand zal ontkennen, dat deze zeer teleurstellend is geweest. Als argument om voorloopig alleen vergunmng te Teven voor de electrificatie van Polder II is in het rapport van den Hoofdingenieur der prov. Waterstaat mede aangevoerd, dat men den uitslag van deze prijsvraag zou kunnen afwachten alvorens tot electrificatie van den geheelen polder over te gaan. Welnu, de uit- t— AirMj abekroonde "i*en- slag is bekend en een der bekroonde mzen- ders heeft reeds een ontwerp uitgevoerd om zijn denkbeeld in toepassing te brengen voor de verbetering van de bemaling van Polder D. De heer Erikson heeft de beleefdheid gehad mijne firma een copie van zijn ontwerp en rapport aan de Holl. Molen toe te zender. en ofschoon ik het pas eergisteren i handen kreeg heb ik gelegenheid gehad het ontwerp na te gaan en' de gegevetj cijfers te controlee- ren. Ik dank den heer Erikson hierbij zeer voor zijn welwillendheid. Laat ik beginnen met op te merken, dat het aanbrengen van hulpkrachtinstallaties niet iets nieuws is en alle mogelijke combinaties met oliemotoren, zuiggasmotoren, electromo- toren, al dan niet het bestaande scheprad o vijzel aandrijvende of wel met eigen waterop- voerwerking reeds met meer of minder succes, zijn uitgevoerd, meestal met minder succes als men het bestaande-scheprad of vijzel heeft aangedreven- Verleden jaar werd naar ons- project bijv. in den polder Moerkerken in een watermolen een electrisch gedreven schroef- pomp opgesteld, terwijl de molen als zoodanig in bedrijf kon blijven. Deze yitvoering ge- schiedde op uitdrukkelijk verlangen van het Polderbestuur, niettegenstaande wij het cp het weinig economische van die oplossing gewe- zen hadden Na korten tijd van bedrijf bleek het reeds aan het Bestuur, dat het voordeeli ger zou zijn om de molen geheel buiten be drijf te stellen, c'mdat uit de daardoor te be sparen onderhoudskosten het meerder ge'oruik aan electrischen stroom ruimschoots betaalri kon worden en besloot het den molen niet meer te la-ten werken; het geval is volkomen parallel met het geval van den Bergermeer, waar bij wat lager stroomprijs het lot van den molen thans reeds bezegeld zou zijn; het is verder volkomen parallel met de thans door fan heer Eriksson ontworpen hulpbemaling De heer Eriksson wil dan een door de ma- chinefabriek Lutk en Rosen te Stockholm, wel- ke hij voor Nederland vertegenwoord-gt, ver- vaardigde electromotor met aangebouwde tandwielkast tot reductie der snelheid toepas- sen voor het aandrijven der vijzels. Wij hadden reeds vroeger op verzoek van Diikgraaf en Heemraden van den Schermer de kwestie der hulpinstallaties in de molens beschouwd en kwam tot de conclusie dat bij het voorzien van elk der 50 molens van een electrische Installatie boven er behalve de voi le onderhouds- en bedieninsrskosten der mo lens een bedrag van 45.000 per jaar zou mceten worden uitgegeven Wij werkten nog een andere oplossing uit waarbij alleen de poldermolens een hulpinstallatie zouden ver krijgen en de boezembemaling door een groot gemaal zou geschieden; hierdoor zouden de kosten slechts met f 34.500 stiigen. zoodat een verbetering van geliike waarde wat de be maling betreft maar met behoud van 50 ma lend-e windmolens 20 000 en 25.000 per jaar meer aan uitnaven zal vorderen. De heer Erikson die ove. de negevens van onze rapporten beschikte stelt nu voor om van de i poldermolens in Polder II er 2 van een hulp'nstallatie te voorzien, en verder 4 mo lens welke in twee trappen de boezem bema- len eveneens electrisch uit te rusten De heer Erikson heeft zich bliikbaar laten insnireeren door het door ons uitgewerkte plan C. en te- gen de of eenigszins gemengde oplossing als zoodanig bestaat geen bezwaar. Men kan be- schouwen dat deze polder thans door 3 po'- dermo'lens, 2 stel boezemmolens met 2 trao- pen en 1 stel met 3 trappen bemalen wordt dus in totaal door 10 molens, of wel door 3 mclens en 3 stel boezemmolens met 3 trappen of tofaal 12 molens. Deze 12 molens kunnen volgens ons plan vervallen waardoor tegen 940.per molen aan onderhoud en bedie- ning volgens ons plan 11350.per jaar bespaard wordt, terwijl de exploitatiekosten volgens ons plan 12.841 zullen bedragen. E)e heer Erikson laat 4 molens vervallen en bespaart dus slechts 4 maal 940 is 3760 aan onderhoud en bediening. Toch verdient juist door het vervallen van 4 molens zijn plan nadere aandacht; hij is op den goeden weg en hoe meer molens hij laat vervallen hoe voordeeliger zijn rekening wordt totdat hij bij het doen vervallen van alle 50 molens de grootst mogelijke economic bereikt! Ik zal nog nader aantoonen dat indien hij de 6 mo lens. welke hij thans van een hulpinstallatie voorziet, buiten werking laat blijven en alleen de hulpkrachtinstallaties gebruikt, hij tot een voordeeliger exploitatierekening komt dan bij gemengd bedrijf; de meerdere kosten aan stroom zijn kleiner dan de besparing in be diening en onderhoud van de 6 molens. Men zal daar echter 6 doode molens verkrijgen, waardoor het schoon der molens verdwijnt Ik moet nu helaas even erg technisch en dus erg vervelend worden bij de beoordeeling van het plan van den heer Erikson De heer Erikson o-ntwerpt dan voor elk de^ 6 molens een electromotor van 35 P.K., waarmede de bestaande vijzels met een snelheid van 39 omw. per minuut elk 50 M3 water per minuut zullen opvoeren. Als gemiddelde opvoerhoog- te neemt de heer Erikson 1.60 M. aan, over- eenkomende met 17.8 W. P. K. Nemen wij het nuttig effect van den vijzel bij deze op- voerhoogte op 50 pet. aan, waarbij de verlie- zen van de 3-voudige tandwieloverbrenging begrepen zijn en welk nuttig effect voorzeker niet te Dag genomen is, dan zal de motor van 35 P.K dus gemiddeld 35.6 P.K. moeten ontwikkelen bij een stroomverbruik van 29 H K.W.U per uur. De heer Erikson neemt bij zijn berekening in het electriciteitsverbruik slechts 25 K.W. aan. Hij maakt hier dus een de, direof aan de pomp gekoppelde motoren. Met het oog op de tandwieloverbrenging van het geheele provisorische der der in stallatie zal men niet vera*.,, woord zijn als men deze over een langere termijn als 15 iaat afschrijft. Evenwel kan men in aanmerking nemen, dat men als men nu 15 jaar of waar- schijnlijk reeds veel vroeger er toe besluit de installaties te sloopen en alsnog over te gaan tot de uitvoering van een onzer plannen, de kabelaanleg en deelen der hoogspannings- inrichting nog gebruikt kunnen worden yoor deze nieuwe installaties, zoodat men voor de geheele kosten gevoegelijk afschrijving in 20 jaar kan aannemen, waarvoor per jaar dus 8.3 pet. van 62.000 of /5150.— benoodigd is. Wat. worden nu de totale jaarlijksche ex ploitatiekosten? De heer Erikson neemt aan dat de hulpin stallaties 300 uur per jaar zullen werken. In dien de bemaling alleen door de hulpinstalla tie geschiedt, en deze zijn daarvoor ruim schoots krachtig genoeg, als de motoren zwaar genoeg zijn en de vijzels zoo noodig verlengd zijn, dan zouden zij 650 uur per jaar moeten werken. Doordat er een der drie molens wegvalt, zullen de hulpinstallaties reeds 1/3 van 650 uur of 217 uur moeten werken zonder eeoige verbetering in de be maling op te leveren. In onze beschouwingen van October '24 werd aangenomen dat de hulpinstallaties (3 en 25 M3 voor polder II) 250 uur zouden werken, dit zou dan voor de 2050 M3 van den heer Erikson 187 uur wor den, plus 217 uur of rond 400 uur. Dit zal inderdaad het geval blijken te zijn; men wenscht thans immers verbetering in de be maling te verkrijgen, men wil niet meer heb ben dat er herhaaldelijk 30 tot 40 c.m. op het peil komt. Zoodra het water dus maar weer boven het peil wil rijzen zal men de motoren aanzetten en bij zwakkere winden niet met de molens draaien maar liever met de dan krachtiger 4560 - 890.— 270.— 500 175.— 450 5150. 1520. 900. 14415 - meer laat werken; ik neem dan het tarief geldend voor de geheele electrificatie van 4 ct. Het verbruik wordt dan voor 650 maal- uren: 114.000 K.W.U. a 4 ct. Kolentoeslag Meterhuur en transf. verl. Onderhoud kabelaanleg Onderhoud hoogsp. inrichting Onderhoud van smgermiddelen Totale rente en afschrijving 4 molenaars a 380 Onderhoud 6 molens a 150. Totaal Hieruit blijk-t dat het dus bijna 2000. per jaar voordeeliger zal zijn om de mo lens na het installeeren der hulpkrachtin stallaties niet meer te laten werken. Dit komt overeen met wat wij voor den Bergermeer vonden. Het meerder stroomverbruik voor volledig gebruik der hulpinstallaties weegt niet op tegen de besparing in onderhouds kosten van 6 molens en van 2 molenaars. Is er nu nog te verwachten, dat een plan volgens de lijnen van den heer Erikson voor den geheelen Schermeer nieuwe gezichtspun- ten zal opleveren? De heer Erikson zal er toe komen om ook daarvoor zich te laten leiden door ens plan C en kan er toe komen totaal 10 poldermo lens van hulpinstallaties te voorzien. Hij zal dan overwegen om daarmede in overeenstem- mi-ng in totaal 28 boezemmolens hulpkracht installaties te plaatsen, maar zal tot de ont- dekking komen, dat het voordeeliger is dan liever een groot .boezemgemaal te plaatsen Hij zaL dan inzien dat het voordeeiiger zai zijn de molens maar weder geheel buiten werking te stellen, en komt dus geheel in de lijn van ons plan C, dat bij nadere beschou- wing bleek achter te staan bij het plan dat tenslotte na rifpe overweging werd gekozen. Mijne Heeren, ik heb naar ik vrees, reeds te veel van Uw aandacht moeten vergen; dit ADVERTEERT IN D E ALKMflflRSCHECOURflNTI font van 15 net terwijl hij later nogmaals hulpinstallaties. Het komt niet meer voor dat js voomamelijk de schuld van het ter elfder <-n.!3 j- -i-«« 1 -on uoz-htinr? kan profiteeren ure ingekomen rapport van den heer Erik- een font van 15 pet. maakt bij de stroomprijs berekening, waarop ik dadelijk terugkom De poldermolens zullen echter o-ok tegen een hoo- gere opvoerhoogte dan 1.60 M. moeten wer ken. Het hoogste peil van den binnenboezem is 2 80 M A -P., b?t polderpeil 4.50 M., ver schil 1.70 M. is met 15 cm. vecharg, zooals dit onder het malen zal voorkoriien bedraagf de opvoerhoogte dus soms 1.85 M. Dit geeft een vermogen van 20.6 W. P-K- De motoren zijn dus belangrijk te klein; zij moeten van 50 P.K vermogen gekozen worden om eemge reserve te hebben en ook ongestoord te kun nen werken bij een voorkomende lage voltage, en 7. De tandradoverbrengingen moeten ook voor dit grootere vermogen berekend worden. He1- voor de huloinstallatie uitgetrokken be drag van 16.500 zal dus ongeveer in ver- houding van 35 tot 50 verhoogd moeten wor den en circa 23.500.— bedragen. Voor de fundeeringen, beveiligmgen enz. alsmede het verwijderen der scheidingsdam- men in de Zuidertocht trekt de heer Erikson 4500 uit. Nu moeten in zes molens fun deeringen enz. worden gemaakt; het plaat sen van motoren dus een ingrijpende verande- ring van de inrichting der molens brengt me de, dat de bepalingen der veibgheidswet ook wat licht en luchttoevoeropeningen enz geheel conform de artikelen van de wet zullen moe ten worden toegepast. Voorts is een transfor- matorgebouw te bouwen voor de groep van 5 molens en een transformatorlokaal voor de molen van Polder M. Een bedrag van 7500 in plaats van 4500.is voor al die werken zeker laag begroot. Wat de kabelaanleg en hoogspanningsinrichtingen betreft, maakt de heer Erikson er zich af meteen bedrag van 1000.— per jaar, waaronder het on derhoud begrepen is. Bij ons plan, waar een motor van 150 P.K. wordt opgesteld voor polder II zijn de kosten in overeenstemming met het P.E.N, op 19.100 begroot. Bij het olan Erikson, waar 300 P.K. aan motoren moeten worden opgesteld worden deze kosten veel hooger. Naar de 4 boezemmolens moet dezelfde hoogspaningskabel vanaf Ursem ge- legd worden, waarna de kosten 15-500 be dragen. Daarbij komen de laagspannings- Roman. (Uit het Fransch van Guy Chantepleure) neautoriseerde veHaling van W H. C. 84 Jacqueline, het ging voortdurend om die brievenik heb er met den president over getwistO, als je dien ouden, deftigen heer eens had gehoord: „Is vergeven niet het schoonste, het nobel ste, wat een vrouw kan doen, mevrouw? Wat kunt u uwen echtgenoot verwijten? Die brieven, welke inderdaad tamelijk afdoende zijnMaar wat dan nog? Een oude ge- schiedenis een wel is waar zeer onvoeg zaam terugkeeren tot het verleden. Is dat ver leden dan zoo geweest, om u, zoo jong nog. dermate hardvochtig te maken? Een gewone verleiding, een slechts zinnelijke passie voor een vrouw, die En toen hijen toen ik me de zinnen van die afschuwelijke brieven herinnerde, Jacqueline, had ik het wel willen uitschreeuwenIk viel den president in de rede en zei toen: „Mijnheer de president, u hebt gemakke- lijk praten omdat u man benten er daarom niets van begrijpt!Maar ik ben vrouwen zal mijn echtgenoot die brieven nooit vergeven, nooit, nooit, nooit!" O, ik be hoefde me niet ongerust te maken, om niet oprecht te schijnenIk was het wel dege- Iftk., op dat oogenblik!En ik weet niet men van kfachtige winden als het peil te hoog is- Nu de exploitatiekosten! De heer Erikson neemt dan aan 45.000 K.W.U. per jaar aan stroomverbruik en zegt dat dit dan volgens tarief II zullen kosten /2150.Men zou er allicht toe komen om deze berekening zonder critiek te accepteeren, maar zou dan schromelijk m'.sleid zijn1 Het tarief is als volgt: Over het verbruik in elke maand wordt betaald Voor de eerste 1000 K.W.U. 6.3 ct. is f 63 Voor de volg. 1000 K.W.U- 5.7 ct. is 57 Voor de volg. 2000 K.W.U. 5.2 ct. is 104 Voor de volg. 6000 K.W.U. 5 ct. is 300 Voor de volg. 10.000 KWU. 4.8 ct. is 480 20.000 per maand 1004 voor alle volgende wordt berekend 4.6 ct. Nu heeft de heer Erikson voorgesteld als- of de hulpinstallaties 300 uur in een maand zullen werken en 11 maanden niets zullen verbruiken. Hij komt dus op 20.000 K. W- U. voor 1004 plus 25.000 K-W.U. a 4.6 ct. is 1150 of 2154. Om'de waarheid te benaderan zal men moeten aannemen dat er in 8 maanden gema leri moet worden en men per maand gemid deld is 5625 verbruikt, die *ullen kosten 305.25 per maand of per jaar 8 maal 305.25 is 2442.Hier wordt een fout van 15 pet. gemaakt, die niet door den beu- gel kan. Hij heeft hier helaas de strijdmetho- de van zijn lastgever, de Ver. de Hollandsche Molen, al is het dan misschien ten deele ou- bewust, overgenomen. Het moet den heer Erikson toch wel opgevallen zijn dat waar het P.E.N, over een verbruik van 85.000 K.W.U. voor Polder II als uitzondering 5 ct wil toestaan onder voorwaarde, dat de elec trificatie dei- andere polders binnen enkele ja- ren volgt, dit bedrijf voor 45.000 K.W.U niet minder dan 5 ct. of 2250.zal berekenen. Voor 400 malingen bij een gemiddeld ver bruik van 29 K-W. per installatie zal het verbruik worden 400 maal 6 maal 291/2 K.Wa is 70.800 K.W.U., welke volgens het vlaktarief van het son, dat ten slotte blijkt niet verdiend te hebben. zooveel aandacht P.E.N, kosten: 3746.- leidfngen naar 5 molens en een hoogspan-1 Kolentoeslag 70.800 a ningsleiding naar de transformator over pol der M zoodat de kabelaanleg meer dan 20.0<k) zal kosten. De kosten van de hoog spanningsinrichtingen, een voor 250 P.K. en een voor 50 P.K. zullen circa 7000.- be dragen. De totale kosten worden dus: 6 Hulpinstallaties 23.500 Bouwwerken, enz. 7.500. Kabelaanleg, Hoogsp. enz. 27.000. Ingenieursalaris onvoorzien 4.000. Totaal f 62.000.- De heer Erikson schrijft deze installatie af in 35 jaar, evenals zulks toegestaan wordt voor de geheel nieuwe, eenvoudige door ons voorgestelde installatie met langzaam loopen- 0-0078 f 552. Meterhuur en transform, verlies 240.— Onderhoud kabelaanleg 2 Yt pet. van 20.000 500.— Onderhoud hoog%p. enz. 3y2 pet. van 7000 175. Onderhoud van smeermiddelen 350 Totaal rente van afschrijving 5150.— Windbemaling over 6 molens 5640.— Totaal 16351 of 1690 per H.A. tegen 12.841 of 13.23 pdr H.A..volgens ons plan. Nu wil ik even de kostenberekening opzet- ten voor het geval men de installatia van den heer Erikson uitvoert, waar de molens niet In Amsterdam werd in October van dit jaar bij gelgenheid van de aanwezig- neid van den Duitschan Schaakmeester Samiseh een vi rkamp georganiseerd tus- schen de heeren M. tuwe, J. Davidson en H. Weenink, leden van't V. A. S. en Samiseh. Tegen verwachting faalde Samiseh. Maar ook onze Holla^osehe kampioen moest zich met de tweede pnjs tevreden stellen ten be- hoeve van J. 'Davidson die met dirie winsten de eerste plaats veroverde. De punten waren als volgt verdeeld: Davidson 3, M Euwe 2, Samiscn en Weensch elk Vi. Davidson won tegen de drie aaderen. Euwe won van Sa miseh en Weenink en verloor van Davidson. Samiseh maakte remise met Weenink^ en ver loor de beide andere partijen evenals Wee nink. Hier volgt de partij Davidson—Euwe; de ananyses zijn voor een deel overgeno men uit de Wiener Schachzeitung Wit: J. Davidson. Zw. H. Euwe. Damegambiet. (Indisehe verdediging). 1. d4 Pf6 w 2. c4 gb Deze zetten. geven den naam aan de variant. 3. g2 cb Om stiaks geen last te hebben van den L., die op g2 komt. 4. Lg2 d6 5. coo Anaeis doet zwart het. 5cd5 Pc3 Lg7 7. Pf3 Deze zet vindt de W. Schachz. sterker dan 7. Lgo, waarna kon volgen 7.Le6 8. Db3 Dd7 9. Pf3 Pc6 De buidige meesters vinden een positie, zoo als Leb inneemt schijnbaar niet erg. Maar't druischt toch zeker in tegen de waarde van't stukmini or s de L. doet hier zuiver den dienst van een pion, wat o. i. minderwaardig is. Waarom is 7...... e6 niet goed. Alleen omdat hij den L. van c8 belemmert? Maar die kon toch via d7 naar c6 gedirigeerd worden. 7. 00 g. o_o pe4 Deze zet lijkt niet goed. Hij spruit voort uit de zwakke positie van d5 en belet e4. Wit trekt door fijm spel partij van dezen zet. 9. Lf4 Pc6 10. Tel Wit bezet de open lijn. Dat is be- ter dan 10. Pb5 want na dien zet speelt zwart 10a6 en na 11. Pc7 Ta7. En hoe moet dan't paard terug, terwijl er di-eigt b5? 10Da5? Waflrvoor? Wat moet die Dame daar? Zw komt er door jn verlegenheid. 11. 12. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 18. 19. 20. 20. 21. 22. 23. 23. 24. 24. 25. 26. Tc3 e3 g4 26. 27. 28. 29. 30. 30. 31. 31. 32. 32. 33. 34. 35. 36. 37. Db3! eb. Zwart kan niet op d4 re- men, immers na 11Pd4 12. Pd4 Ld4 volgt 13. Pd5 en dan? Tfdl Nu moet de pion gedekt worden. Pc3 Td8 fb Dreigt g5. g5? Zoo'n opengebroken Ko- ningsvleugel gee ft aanvalsobjecten. Lg3 Db4 Zwart wil afruilen, mam: wit is wel wijzer. Dc2 Ld7 Pel Beter dan 18. Tc3 waarofi volgt Da4. Le8. Pd3 De7. Onvenrichter zake weer thuis. a3 om te beleten dat zwart Pb4 speelt en stukken afruilt. Tdc8 Tdcl Lf8 om Pc5 te beletten. Dd2 b6? Verzwakt den damevleu- gel. e4! Direct trekt wit er partij van. Dd7 De3 om naar f3 te gaan. e6 met de dreigign ed4 of d4 ed5 Pd4 Pe5Zoo toont wit de voosheid van de zwarte stelling aan. Hij krijgt min stens drie pionmen voor zijn paard. fe5 Le5 Tc3 Tc3 Pb5 Dg5f Lg6 d6! dreigt Ld5 mat. De6 La8 en wit heeft zijn stuk terug. Pc3 Lc3! dreigt Ld5 met damewinst. Lh6! Een valletje. Na 33. Dh6 volgt 33. Dg4f en Ddl en wit kan remise door eeuwig schaak niet ontkomen. Ld5! Lg5 Ld5f Lf7 Lf7 Kf7 Le5 Ke6 f4 't Is duidelijk dat alle zetten uit- stel van den dood zijn. Lh4 Kd5 Sluit den L. af. Ke6 Lf2 b5 a5 b4 ab4 Kg2 g5 Kh3 Kg4 h4 h5 ab4 77 (26e Wed- wat ik nog meer heb gezegd vreeselijke dingen, die niet eens rechtvaardig waren want Willem, die thuis geen liefde vond, had toch zeer zeker wel het recht, die elders te zoeken!O, ik had dien president wel wil len slaan! Zag hij er erg beleedigd uit? vroeg Jac queline, die, in weerwil van alles, niet kon nalaten te glimlachen. Neen, hij zei dat hij bevel zou geven, om M aan dag de beide echtgenooten voor zich te doen verschijnen, teneinde te trachten een verzoeping tot stand te brengen en dat mijn „verklaringen" hem het beste deden. hoopen't Beste! Hoe kon de man zoo iets doms zeggen! Jacqueline dacht, dat het misschien nog niet zoo dom was, als men wel zou denken. En verder, Jacqueline, weet ik dat hij tot mijnheer Grandier zei wel niet offici- eel, want ze zijn kennissen: „Die kleine mevrouw Kerjean is nog een echt kindWat haar man betreft, ik ken hem nietmaar wat drommel, wat een ezel, om zoo'n schat van een vrouwtje te bedrie- gen! en van derd, ja van alles!! Phyllis was weer begonnen te huilen en Jacqueline kalmeerde haar, door liefkoozin- gen, zooals men dat een kind doet. „Als ik Willem zei, dacht ze, dat dat arme, kleine ding hem liefheeften wel veel meer dan hij denkt, weet ik niet wat hij zou gevoe- lenen vooral niet hoe de afloop zou zijn van den strijd, dien hij misschien dan nog te gen zich zelf zou voerenMaar wel weet ik, dat als ik Phyllis een enkel woord zou zeggen, dat haap zou kunnen doen gelooven, dat haar man haar liefheeft, zij een kwartier later in zijn armen zou zijn Maar dat woord sprak Jacqueline niet. Had hij Phyl lis wel lief? Besliste zekerheid had ze hier- omtrent nietWillem had volstrekt niet be kend, dat hij haar liefhad Ook dacht ze „Phyllis zal zich wel troos- ten. ze zal Willem vergeten; den andere heeft ze ook wel vergeten En toen begon ze zich'zelf wijs te maken dat het voor de carriere, de toekomst en de schoonheid, van Kerjeans leven beter was, dat hij ongetrouwd en vrij bleef. Gedurende de tweede helft der week dacht Jacqueline, terwijl Phyllis zich zenuwachtig bezorgd maakte over het voor de „verzoe- ning" wederom verschijnm voor den presi dent op Maandag van de volgende week, steeds aan het bericht, dat ze van Willem ver- wachtte, en waaruit ze ongetwijfeld den dag zou vernemen, waarop de Patain-eendekker met piloot en passagier op zou stijgen om naar Corsica te gaan. Jacqueline wist dat Willem aan haar geen om aan haar gegeven woord getrouw te blij- Dat heeft hij van Willem gezegd ijdele beloften, waarmede men de bezorgd- an alles heeft dat me het meest gehin- heid in slaap wiegt van vrouwen, die zich spoedig ongerust maken, had kunnen doen, en dat hij, haar beVoofd hebbende, haar om- trent zijn plannen in te lichten, haar ook eer- lijk op de hoogte zou houden; ook wist ze, aangezien ze had beloofd Phyllis in onwe- tendheid te laten wat betreft de gevaarlijke vlucht, dat Willem op haar volkomen stilzwij- gendheid rekende en dat hij ook alle reden had, daarop te rekenen Jacqueline Albin was een van die vrouwen, die zelfs haar he vigste ongerustheid zou weten te verbergen, ven. Ze zorgde er voor dat de brieven, die ze kreeg, haar niet in bijzijn van Phyllis werden gegeven, want ze was altijd bang dat, hoe volkomen bescheiden haar jonge vriendin ook was, een snelle blik aan deze het bekende handschrift zou verraden. Om te vermijden dat Phyllis iets zou vermoeden van hetgeen haar moest verborgen worden gehouden of zelfs zich in het hoofd zou halen, dat er iets voor haar geheim werd gehouden, moest Jac queline diplomatiek te werk gaan en zorgen handig en sluw te zijnZe was bang we- gens de stoutmoedigheid van Willem en het overmatig vertrouwen van mijnheer Patain. Die vlucht van 250 kilometer over de Middel- landsche Zee, zondei de mogelijkheid van ee- nige hulp, scheen haar onvoorzichtig dwaas! Maar het kostte haar geen moeite te zwijgen over haar klimmende bezorgdheid In tegendeel, ze schepte er een vreemd genoe- gen in, dat ze zich zelf niet durfde bekennen, om de angst, die haar hart verteerde voor Phyllis verborgen te houden, alsof het een gestolen goed was Twee dagen vOor dat in het Paleis van Justitie het onderhoud over de verzoening zou plaats hebben, kreeg Fhyllis een briefie van Willem, waarin hij 'schreef dat hij de dagvaarding had ontvangen, maar 'dat hij niet zou verschijnen: „Wat zouden we elkaar hebben te zeggen, Phyleke?" besloot hij. Ik zie het nut van die poging, die voor ons beiden slechts pijnlijk zou zijn, niet inMaandag zal ik vermoe- delijk niet in Parijs zijn en als ik weer terug ben, zullen we elkaar weer ontmoeten." 37. .38. 39. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. g6 en zwart geeft op. Oplossing van eindspel strijd-eindspel). Stand: Wit Kgl Dd6 Tgl Td8 Lb3 Pc3 p. a2 b2 c2 en f'2. Zw.: Kg7 Dc5 Ta8 Te7 Lc8 Pe6 p. a7 b7 c6 f3 g6 h7. Wit speelt en wint. 1. Tg8fSpeelt zwart 1Kg8 dan staat 't paard gepend en wit slaat de zw. dame door 2. Dc5 en wint. Speelt zwart 1Kh6 dan volgt 2. ThIf en 3 Pe4 met Damewinst. Na 1Kf6 volgt 2. Pe4 enz. en na 1Kf7 staat't paard weer ge pend waardoor de zw. Dame weer verloren gaat. Goede opl. ontvangen van den heer P. Ooijkaas. De jonge vrouw las toen den brief aan Jacqueline voor. Hij is tegenwoordig altijd uit de stad, zei ze dat i belachelijk! Jacqueline sidderde. Maandag niet in Pa rijs? Waar zou hij dan zijn? Was dit briefje aan Phyllis de beloofde waarschuwing? of zou er nog een meer besliste, een minder duis- tere komen? Phyllis zuchtte. Ik voel me zoo alleent is of een on gerustheid zich van me meester maakt, als ik niet weet waar hij is 's Avonds stond ze reeds vroeg van de plaats op. waar ze, na het diner een pas ge- kochten roman had opengesneden. Ze gaf juffrouw Albin een kus. J Ga je al naar bed, Phyleke? Als je het goed vindt, ja, Jacqueline Ik ben Vermoeid en het is zoo prettig om te slapen dan denk je niet meer en je weet niet eens meer, dat je leeft Ze scheen bedroefd en afgemat: „Arm, klein ding!" dacht Jacqueline Ze bleef een oogenblik alleen in het kleine salon en toen ze me'rkte dat ze niet in staat was haar gedachten bij lezen of schnjven te houden, g"ing ze naar haar kamer. t Was nog geen tien uur. Toen ze beide, kwam de kamenier binnen en overhandigde haar een brief. De man, die dezen, had gebracht een ouda man, die er uitzag als een vertrouwd bediende - had er op aangedrongen, dat de brief dadelijk aan juffrouw Albin zou worden gegeven,^ maar alleen dan, wanneer zij alleen zou zijn. (Wordt vervoigd). Eea zaak, die geregeld adverteert, zal meer bekend raken en meer nieuwe klanten krijgen, dan een zaak, die niet adverteert en al leen maar steunt op vroegere connec- tles en ouden oaatn. Wilt ge In fllkmaar en omstreken steeds meer bekend worden, meer de aandacht trekken, dan kunnen we Q slechts dien eenen goeden raadgeven: g tuu 11 OVIlal vail v-\-n *ivu»r Ijv tv I -aJj - J

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1925 | | pagina 5