Aikmaarsctie Gourant
Schaakrnbriek.
Be Rrsqenoote.
Handsrd hm en Twlntlgste Jaargang.
Zaterdag 21 November.
Het rapport Treedenberg en de
molens van den Sehermer.
WEET GIJ DIT WEL?
FKl'SLLKTON.
Ho. 275 1985
Vervolg
Hiermede meen ik de bezwaren van de voor-
standers van het behoud der wmdbemalmg
behandeld te hebben en kom dus thans op de
kwestie der windbemalmg met hulpkrachtm-
^De door velen met spanning verwachte uit-
slae van de Ideeen Prijsvraag is mmiddels
bekend gew.orden, en niemand zal ontkennen,
dat deze zeer teleurstellend is geweest. Als
argument om voorloopig alleen vergunmng
te Teven voor de electrificatie van Polder II
is in het rapport van den Hoofdingenieur der
prov. Waterstaat mede aangevoerd, dat men
den uitslag van deze prijsvraag zou kunnen
afwachten alvorens tot electrificatie van den
geheelen polder over te gaan. Welnu, de uit-
t— AirMj abekroonde "i*en-
slag is bekend en een der bekroonde mzen-
ders heeft reeds een ontwerp uitgevoerd om
zijn denkbeeld in toepassing te brengen voor
de verbetering van de bemaling van Polder
D. De heer Erikson heeft de beleefdheid
gehad mijne firma een copie van zijn ontwerp
en rapport aan de Holl. Molen toe te zender.
en ofschoon ik het pas eergisteren i handen
kreeg heb ik gelegenheid gehad het ontwerp
na te gaan en' de gegevetj cijfers te controlee-
ren. Ik dank den heer Erikson hierbij zeer
voor zijn welwillendheid.
Laat ik beginnen met op te merken, dat het
aanbrengen van hulpkrachtinstallaties niet
iets nieuws is en alle mogelijke combinaties
met oliemotoren, zuiggasmotoren, electromo-
toren, al dan niet het bestaande scheprad o
vijzel aandrijvende of wel met eigen waterop-
voerwerking reeds met meer of minder succes,
zijn uitgevoerd, meestal met minder succes
als men het bestaande-scheprad of vijzel heeft
aangedreven- Verleden jaar werd naar ons-
project bijv. in den polder Moerkerken in een
watermolen een electrisch gedreven schroef-
pomp opgesteld, terwijl de molen als zoodanig
in bedrijf kon blijven. Deze yitvoering ge-
schiedde op uitdrukkelijk verlangen van het
Polderbestuur, niettegenstaande wij het cp het
weinig economische van die oplossing gewe-
zen hadden Na korten tijd van bedrijf bleek
het reeds aan het Bestuur, dat het voordeeli
ger zou zijn om de molen geheel buiten be
drijf te stellen, c'mdat uit de daardoor te be
sparen onderhoudskosten het meerder ge'oruik
aan electrischen stroom ruimschoots betaalri
kon worden en besloot het den molen niet
meer te la-ten werken; het geval is volkomen
parallel met het geval van den Bergermeer,
waar bij wat lager stroomprijs het lot van
den molen thans reeds bezegeld zou zijn; het
is verder volkomen parallel met de thans door
fan heer Eriksson ontworpen hulpbemaling
De heer Eriksson wil dan een door de ma-
chinefabriek Lutk en Rosen te Stockholm, wel-
ke hij voor Nederland vertegenwoord-gt, ver-
vaardigde electromotor met aangebouwde
tandwielkast tot reductie der snelheid toepas-
sen voor het aandrijven der vijzels.
Wij hadden reeds vroeger op verzoek van
Diikgraaf en Heemraden van den Schermer
de kwestie der hulpinstallaties in de molens
beschouwd en kwam tot de conclusie dat bij
het voorzien van elk der 50 molens van een
electrische Installatie boven er behalve de voi
le onderhouds- en bedieninsrskosten der mo
lens een bedrag van 45.000 per jaar zou
mceten worden uitgegeven Wij werkten nog
een andere oplossing uit waarbij alleen de
poldermolens een hulpinstallatie zouden ver
krijgen en de boezembemaling door een groot
gemaal zou geschieden; hierdoor zouden de
kosten slechts met f 34.500 stiigen. zoodat
een verbetering van geliike waarde wat de be
maling betreft maar met behoud van 50 ma
lend-e windmolens 20 000 en 25.000 per
jaar meer aan uitnaven zal vorderen.
De heer Erikson die ove. de negevens van
onze rapporten beschikte stelt nu voor om van
de i poldermolens in Polder II er 2 van een
hulp'nstallatie te voorzien, en verder 4 mo
lens welke in twee trappen de boezem bema-
len eveneens electrisch uit te rusten De heer
Erikson heeft zich bliikbaar laten insnireeren
door het door ons uitgewerkte plan C. en te-
gen de of eenigszins gemengde oplossing als
zoodanig bestaat geen bezwaar. Men kan be-
schouwen dat deze polder thans door 3 po'-
dermo'lens, 2 stel boezemmolens met 2 trao-
pen en 1 stel met 3 trappen bemalen wordt
dus in totaal door 10 molens, of wel door 3
mclens en 3 stel boezemmolens met 3 trappen
of tofaal 12 molens. Deze 12 molens kunnen
volgens ons plan vervallen waardoor tegen
940.per molen aan onderhoud en bedie-
ning volgens ons plan 11350.per jaar
bespaard wordt, terwijl de exploitatiekosten
volgens ons plan 12.841 zullen bedragen.
E)e heer Erikson laat 4 molens vervallen en
bespaart dus slechts 4 maal 940 is 3760
aan onderhoud en bediening. Toch verdient
juist door het vervallen van 4 molens zijn
plan nadere aandacht; hij is op den goeden
weg en hoe meer molens hij laat vervallen
hoe voordeeliger zijn rekening wordt totdat
hij bij het doen vervallen van alle 50 molens
de grootst mogelijke economic bereikt! Ik zal
nog nader aantoonen dat indien hij de 6 mo
lens. welke hij thans van een hulpinstallatie
voorziet, buiten werking laat blijven en alleen
de hulpkrachtinstallaties gebruikt, hij tot een
voordeeliger exploitatierekening komt dan bij
gemengd bedrijf; de meerdere kosten aan
stroom zijn kleiner dan de besparing in be
diening en onderhoud van de 6 molens. Men
zal daar echter 6 doode molens verkrijgen,
waardoor het schoon der molens verdwijnt
Ik moet nu helaas even erg technisch en
dus erg vervelend worden bij de beoordeeling
van het plan van den heer Erikson De heer
Erikson o-ntwerpt dan voor elk de^ 6 molens
een electromotor van 35 P.K., waarmede de
bestaande vijzels met een snelheid van 39
omw. per minuut elk 50 M3 water per minuut
zullen opvoeren. Als gemiddelde opvoerhoog-
te neemt de heer Erikson 1.60 M. aan, over-
eenkomende met 17.8 W. P. K. Nemen wij
het nuttig effect van den vijzel bij deze op-
voerhoogte op 50 pet. aan, waarbij de verlie-
zen van de 3-voudige tandwieloverbrenging
begrepen zijn en welk nuttig effect voorzeker
niet te Dag genomen is, dan zal de motor
van 35 P.K dus gemiddeld 35.6 P.K. moeten
ontwikkelen bij een stroomverbruik van 29 H
K.W.U per uur. De heer Erikson neemt bij
zijn berekening in het electriciteitsverbruik
slechts 25 K.W. aan. Hij maakt hier dus een
de, direof aan de pomp gekoppelde motoren.
Met het oog op de tandwieloverbrenging van
het geheele provisorische der der in
stallatie zal men niet vera*.,, woord zijn als
men deze over een langere termijn als 15 iaat
afschrijft. Evenwel kan men in aanmerking
nemen, dat men als men nu 15 jaar of waar-
schijnlijk reeds veel vroeger er toe besluit de
installaties te sloopen en alsnog over te gaan
tot de uitvoering van een onzer plannen, de
kabelaanleg en deelen der hoogspannings-
inrichting nog gebruikt kunnen worden yoor
deze nieuwe installaties, zoodat men voor de
geheele kosten gevoegelijk afschrijving in 20
jaar kan aannemen, waarvoor per jaar dus
8.3 pet. van 62.000 of /5150.— benoodigd
is.
Wat. worden nu de totale jaarlijksche ex
ploitatiekosten?
De heer Erikson neemt aan dat de hulpin
stallaties 300 uur per jaar zullen werken. In
dien de bemaling alleen door de hulpinstalla
tie geschiedt, en deze zijn daarvoor ruim
schoots krachtig genoeg, als de motoren
zwaar genoeg zijn en de vijzels zoo noodig
verlengd zijn, dan zouden zij 650 uur per
jaar moeten werken. Doordat er een der drie
molens wegvalt, zullen de hulpinstallaties
reeds 1/3 van 650 uur of 217 uur moeten
werken zonder eeoige verbetering in de be
maling op te leveren. In onze beschouwingen
van October '24 werd aangenomen dat de
hulpinstallaties (3 en 25 M3 voor polder II)
250 uur zouden werken, dit zou dan voor de
2050 M3 van den heer Erikson 187 uur wor
den, plus 217 uur of rond 400 uur. Dit zal
inderdaad het geval blijken te zijn; men
wenscht thans immers verbetering in de be
maling te verkrijgen, men wil niet meer heb
ben dat er herhaaldelijk 30 tot 40 c.m. op
het peil komt.
Zoodra het water dus maar weer boven het
peil wil rijzen zal men de motoren aanzetten
en bij zwakkere winden niet met de molens
draaien maar liever met de dan krachtiger
4560 -
890.—
270.—
500
175.—
450
5150.
1520.
900.
14415 -
meer laat werken; ik neem dan het tarief
geldend voor de geheele electrificatie van 4
ct.
Het verbruik wordt dan voor 650 maal-
uren:
114.000 K.W.U. a 4 ct.
Kolentoeslag
Meterhuur en transf. verl.
Onderhoud kabelaanleg
Onderhoud hoogsp. inrichting
Onderhoud van smgermiddelen
Totale rente en afschrijving
4 molenaars a 380
Onderhoud 6 molens a 150.
Totaal
Hieruit blijk-t dat het dus bijna 2000.
per jaar voordeeliger zal zijn om de mo
lens na het installeeren der hulpkrachtin
stallaties niet meer te laten werken. Dit komt
overeen met wat wij voor den Bergermeer
vonden. Het meerder stroomverbruik voor
volledig gebruik der hulpinstallaties weegt
niet op tegen de besparing in onderhouds
kosten van 6 molens en van 2 molenaars.
Is er nu nog te verwachten, dat een plan
volgens de lijnen van den heer Erikson voor
den geheelen Schermeer nieuwe gezichtspun-
ten zal opleveren?
De heer Erikson zal er toe komen om ook
daarvoor zich te laten leiden door ens plan
C en kan er toe komen totaal 10 poldermo
lens van hulpinstallaties te voorzien. Hij zal
dan overwegen om daarmede in overeenstem-
mi-ng in totaal 28 boezemmolens hulpkracht
installaties te plaatsen, maar zal tot de ont-
dekking komen, dat het voordeeliger is dan
liever een groot .boezemgemaal te plaatsen
Hij zaL dan inzien dat het voordeeiiger zai
zijn de molens maar weder geheel buiten
werking te stellen, en komt dus geheel in de
lijn van ons plan C, dat bij nadere beschou-
wing bleek achter te staan bij het plan dat
tenslotte na rifpe overweging werd gekozen.
Mijne Heeren, ik heb naar ik vrees, reeds
te veel van Uw aandacht moeten vergen; dit
ADVERTEERT IN D E
ALKMflflRSCHECOURflNTI
font van 15 net terwijl hij later nogmaals hulpinstallaties. Het komt niet meer voor dat js voomamelijk de schuld van het ter elfder
<-n.!3 j- -i-«« 1 -on uoz-htinr? kan profiteeren ure ingekomen rapport van den heer Erik-
een font van 15 pet. maakt bij de stroomprijs
berekening, waarop ik dadelijk terugkom De
poldermolens zullen echter o-ok tegen een hoo-
gere opvoerhoogte dan 1.60 M. moeten wer
ken. Het hoogste peil van den binnenboezem
is 2 80 M A -P., b?t polderpeil 4.50 M., ver
schil 1.70 M. is met 15 cm. vecharg, zooals
dit onder het malen zal voorkoriien bedraagf
de opvoerhoogte dus soms 1.85 M. Dit geeft
een vermogen van 20.6 W. P-K- De motoren
zijn dus belangrijk te klein; zij moeten van 50
P.K vermogen gekozen worden om eemge
reserve te hebben en ook ongestoord te kun
nen werken bij een voorkomende lage voltage,
en 7. De tandradoverbrengingen moeten ook
voor dit grootere vermogen berekend worden.
He1- voor de huloinstallatie uitgetrokken be
drag van 16.500 zal dus ongeveer in ver-
houding van 35 tot 50 verhoogd moeten wor
den en circa 23.500.— bedragen.
Voor de fundeeringen, beveiligmgen enz.
alsmede het verwijderen der scheidingsdam-
men in de Zuidertocht trekt de heer Erikson
4500 uit. Nu moeten in zes molens fun
deeringen enz. worden gemaakt; het plaat
sen van motoren dus een ingrijpende verande-
ring van de inrichting der molens brengt me
de, dat de bepalingen der veibgheidswet ook
wat licht en luchttoevoeropeningen enz geheel
conform de artikelen van de wet zullen moe
ten worden toegepast. Voorts is een transfor-
matorgebouw te bouwen voor de groep van
5 molens en een transformatorlokaal voor de
molen van Polder M. Een bedrag van 7500
in plaats van 4500.is voor al die werken
zeker laag begroot. Wat de kabelaanleg en
hoogspanningsinrichtingen betreft, maakt
de heer Erikson er zich af meteen bedrag
van 1000.— per jaar, waaronder het on
derhoud begrepen is. Bij ons plan, waar een
motor van 150 P.K. wordt opgesteld voor
polder II zijn de kosten in overeenstemming
met het P.E.N, op 19.100 begroot. Bij het
olan Erikson, waar 300 P.K. aan motoren
moeten worden opgesteld worden deze kosten
veel hooger. Naar de 4 boezemmolens moet
dezelfde hoogspaningskabel vanaf Ursem ge-
legd worden, waarna de kosten 15-500 be
dragen. Daarbij komen de laagspannings-
Roman.
(Uit het Fransch van Guy Chantepleure)
neautoriseerde veHaling van W H. C.
84
Jacqueline, het ging voortdurend om
die brievenik heb er met den president
over getwistO, als je dien ouden, deftigen
heer eens had gehoord:
„Is vergeven niet het schoonste, het nobel
ste, wat een vrouw kan doen, mevrouw? Wat
kunt u uwen echtgenoot verwijten? Die
brieven, welke inderdaad tamelijk afdoende
zijnMaar wat dan nog? Een oude ge-
schiedenis een wel is waar zeer onvoeg
zaam terugkeeren tot het verleden. Is dat ver
leden dan zoo geweest, om u, zoo jong nog.
dermate hardvochtig te maken? Een gewone
verleiding, een slechts zinnelijke passie voor
een vrouw, die En toen hijen toen ik
me de zinnen van die afschuwelijke brieven
herinnerde, Jacqueline, had ik het wel willen
uitschreeuwenIk viel den president in de
rede en zei toen:
„Mijnheer de president, u hebt gemakke-
lijk praten omdat u man benten er
daarom niets van begrijpt!Maar ik ben
vrouwen zal mijn echtgenoot die brieven
nooit vergeven, nooit, nooit, nooit!" O, ik be
hoefde me niet ongerust te maken, om niet
oprecht te schijnenIk was het wel dege-
Iftk., op dat oogenblik!En ik weet niet
men van kfachtige winden
als het peil te hoog is-
Nu de exploitatiekosten!
De heer Erikson neemt dan aan 45.000
K.W.U. per jaar aan stroomverbruik en zegt
dat dit dan volgens tarief II zullen kosten
/2150.Men zou er allicht toe komen om
deze berekening zonder critiek te accepteeren,
maar zou dan schromelijk m'.sleid zijn1 Het
tarief is als volgt: Over het verbruik in elke
maand wordt betaald
Voor de eerste 1000 K.W.U. 6.3 ct. is f 63
Voor de volg. 1000 K.W.U- 5.7 ct. is 57
Voor de volg. 2000 K.W.U. 5.2 ct. is 104
Voor de volg. 6000 K.W.U. 5 ct. is 300
Voor de volg. 10.000 KWU. 4.8 ct. is 480
20.000 per maand 1004
voor alle volgende wordt berekend 4.6 ct.
Nu heeft de heer Erikson voorgesteld als-
of de hulpinstallaties 300 uur in een maand
zullen werken en 11 maanden niets zullen
verbruiken. Hij komt dus op 20.000 K. W- U.
voor 1004 plus 25.000 K-W.U. a 4.6 ct. is
1150 of 2154.
Om'de waarheid te benaderan zal men
moeten aannemen dat er in 8 maanden gema
leri moet worden en men per maand gemid
deld is 5625 verbruikt, die *ullen
kosten 305.25 per maand of per jaar 8 maal
305.25 is 2442.Hier wordt een fout
van 15 pet. gemaakt, die niet door den beu-
gel kan. Hij heeft hier helaas de strijdmetho-
de van zijn lastgever, de Ver. de Hollandsche
Molen, al is het dan misschien ten deele ou-
bewust, overgenomen. Het moet den heer
Erikson toch wel opgevallen zijn dat waar
het P.E.N, over een verbruik van 85.000
K.W.U. voor Polder II als uitzondering 5 ct
wil toestaan onder voorwaarde, dat de elec
trificatie dei- andere polders binnen enkele ja-
ren volgt, dit bedrijf voor 45.000 K.W.U niet
minder dan 5 ct. of 2250.zal berekenen.
Voor 400 malingen bij een gemiddeld ver
bruik van 29 K-W. per installatie zal het
verbruik worden
400 maal 6 maal 291/2 K.Wa is 70.800
K.W.U., welke volgens het vlaktarief van het
son, dat ten slotte blijkt
niet verdiend te hebben.
zooveel aandacht
P.E.N, kosten:
3746.-
leidfngen naar 5 molens en een hoogspan-1 Kolentoeslag 70.800 a
ningsleiding naar de transformator over pol
der M zoodat de kabelaanleg meer dan
20.0<k) zal kosten. De kosten van de hoog
spanningsinrichtingen, een voor 250 P.K. en
een voor 50 P.K. zullen circa 7000.- be
dragen. De totale kosten worden dus:
6 Hulpinstallaties 23.500
Bouwwerken, enz. 7.500.
Kabelaanleg, Hoogsp. enz. 27.000.
Ingenieursalaris onvoorzien 4.000.
Totaal f 62.000.-
De heer Erikson schrijft deze installatie af
in 35 jaar, evenals zulks toegestaan wordt
voor de geheel nieuwe, eenvoudige door ons
voorgestelde installatie met langzaam loopen-
0-0078 f 552.
Meterhuur en transform, verlies 240.—
Onderhoud kabelaanleg 2 Yt pet.
van 20.000 500.—
Onderhoud hoog%p. enz. 3y2 pet.
van 7000 175.
Onderhoud van smeermiddelen 350
Totaal rente van afschrijving 5150.—
Windbemaling over 6 molens 5640.—
Totaal 16351
of 1690 per H.A. tegen 12.841 of 13.23
pdr H.A..volgens ons plan.
Nu wil ik even de kostenberekening opzet-
ten voor het geval men de installatia van den
heer Erikson uitvoert, waar de molens niet
In Amsterdam werd in October van dit
jaar bij gelgenheid van de aanwezig-
neid van den Duitschan Schaakmeester
Samiseh een vi rkamp georganiseerd tus-
schen de heeren M. tuwe, J. Davidson en
H. Weenink, leden van't V. A. S. en Samiseh.
Tegen verwachting faalde Samiseh. Maar
ook onze Holla^osehe kampioen moest zich
met de tweede pnjs tevreden stellen ten be-
hoeve van J. 'Davidson die met dirie winsten
de eerste plaats veroverde. De punten waren
als volgt verdeeld: Davidson 3, M Euwe 2,
Samiscn en Weensch elk Vi. Davidson won
tegen de drie aaderen. Euwe won van Sa
miseh en Weenink en verloor van Davidson.
Samiseh maakte remise met Weenink^ en ver
loor de beide andere partijen evenals Wee
nink. Hier volgt de partij Davidson—Euwe;
de ananyses zijn voor een deel overgeno
men uit de Wiener Schachzeitung
Wit: J. Davidson. Zw. H. Euwe.
Damegambiet. (Indisehe verdediging).
1. d4 Pf6 w
2. c4 gb Deze zetten. geven den naam
aan de variant.
3. g2 cb Om stiaks geen last te
hebben van den L., die op g2 komt.
4. Lg2 d6
5. coo Anaeis doet zwart het.
5cd5
Pc3 Lg7
7. Pf3 Deze zet vindt de W. Schachz.
sterker dan 7. Lgo, waarna kon volgen
7.Le6 8. Db3 Dd7 9. Pf3 Pc6 De
buidige meesters vinden een positie, zoo
als Leb inneemt schijnbaar niet erg.
Maar't druischt toch zeker in tegen de
waarde van't stukmini or s de L. doet
hier zuiver den dienst van een pion, wat
o. i. minderwaardig is. Waarom is
7...... e6 niet goed. Alleen omdat hij
den L. van c8 belemmert? Maar die
kon toch via d7 naar c6 gedirigeerd
worden.
7. 00
g. o_o pe4 Deze zet lijkt niet goed.
Hij spruit voort uit de zwakke positie
van d5 en belet e4. Wit trekt door fijm
spel partij van dezen zet.
9. Lf4 Pc6
10. Tel Wit bezet de open lijn. Dat is be-
ter dan 10. Pb5 want na dien zet speelt
zwart 10a6 en na 11. Pc7 Ta7.
En hoe moet dan't paard terug, terwijl
er di-eigt b5?
10Da5? Waflrvoor? Wat moet
die Dame daar? Zw komt er door jn
verlegenheid.
11.
12.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
18.
19.
20.
20.
21.
22.
23.
23.
24.
24.
25.
26.
Tc3
e3
g4
26.
27.
28.
29.
30.
30.
31.
31.
32.
32.
33.
34.
35.
36.
37.
Db3! eb. Zwart kan niet op d4 re-
men, immers na 11Pd4 12. Pd4
Ld4 volgt 13. Pd5 en dan?
Tfdl Nu moet de pion gedekt worden.
Pc3
Td8
fb Dreigt g5.
g5? Zoo'n opengebroken Ko-
ningsvleugel gee ft aanvalsobjecten.
Lg3 Db4 Zwart wil afruilen, mam:
wit is wel wijzer.
Dc2 Ld7
Pel Beter dan 18. Tc3 waarofi
volgt Da4.
Le8.
Pd3 De7. Onvenrichter zake weer
thuis.
a3 om te beleten dat zwart Pb4 speelt
en stukken afruilt.
Tdc8
Tdcl Lf8 om Pc5 te beletten.
Dd2 b6? Verzwakt den damevleu-
gel.
e4! Direct trekt wit er partij van.
Dd7
De3 om naar f3 te gaan.
e6 met de dreigign ed4 of
d4
ed5 Pd4
Pe5Zoo toont wit de voosheid van
de zwarte stelling aan. Hij krijgt min
stens drie pionmen voor zijn paard.
fe5
Le5 Tc3
Tc3 Pb5
Dg5f Lg6
d6! dreigt Ld5 mat.
De6
La8 en wit heeft zijn stuk terug.
Pc3
Lc3! dreigt Ld5 met damewinst.
Lh6! Een valletje. Na 33.
Dh6 volgt 33. Dg4f en Ddl en
wit kan remise door eeuwig schaak niet
ontkomen.
Ld5! Lg5
Ld5f Lf7
Lf7 Kf7
Le5 Ke6
f4 't Is duidelijk dat alle zetten uit-
stel van den dood zijn.
Lh4
Kd5
Sluit den L. af.
Ke6
Lf2
b5
a5
b4
ab4
Kg2
g5
Kh3
Kg4
h4
h5
ab4
77 (26e Wed-
wat ik nog meer heb gezegd vreeselijke
dingen, die niet eens rechtvaardig waren
want Willem, die thuis geen liefde vond, had
toch zeer zeker wel het recht, die elders te
zoeken!O, ik had dien president wel wil
len slaan!
Zag hij er erg beleedigd uit? vroeg Jac
queline, die, in weerwil van alles, niet kon
nalaten te glimlachen.
Neen, hij zei dat hij bevel zou geven,
om M aan dag de beide echtgenooten voor zich
te doen verschijnen, teneinde te trachten een
verzoeping tot stand te brengen en dat
mijn „verklaringen" hem het beste deden.
hoopen't Beste! Hoe kon de man zoo iets
doms zeggen!
Jacqueline dacht, dat het misschien nog
niet zoo dom was, als men wel zou denken.
En verder, Jacqueline, weet ik dat hij
tot mijnheer Grandier zei wel niet offici-
eel, want ze zijn kennissen:
„Die kleine mevrouw Kerjean is nog een
echt kindWat haar man betreft, ik ken
hem nietmaar wat drommel, wat een ezel,
om zoo'n schat van een vrouwtje te bedrie-
gen!
en van
derd, ja van alles!!
Phyllis was weer begonnen te huilen en
Jacqueline kalmeerde haar, door liefkoozin-
gen, zooals men dat een kind doet.
„Als ik Willem zei, dacht ze, dat dat arme,
kleine ding hem liefheeften wel veel meer
dan hij denkt, weet ik niet wat hij zou gevoe-
lenen vooral niet hoe de afloop zou zijn
van den strijd, dien hij misschien dan nog te
gen zich zelf zou voerenMaar wel weet
ik, dat als ik Phyllis een enkel woord zou
zeggen, dat haap zou kunnen doen gelooven,
dat haar man haar liefheeft, zij een kwartier
later in zijn armen zou zijn Maar dat
woord sprak Jacqueline niet. Had hij Phyl
lis wel lief? Besliste zekerheid had ze hier-
omtrent nietWillem had volstrekt niet be
kend, dat hij haar liefhad
Ook dacht ze „Phyllis zal zich wel troos-
ten. ze zal Willem vergeten; den andere
heeft ze ook wel vergeten
En toen begon ze zich'zelf wijs te maken
dat het voor de carriere, de toekomst en de
schoonheid, van Kerjeans leven beter was,
dat hij ongetrouwd en vrij bleef.
Gedurende de tweede helft der week dacht
Jacqueline, terwijl Phyllis zich zenuwachtig
bezorgd maakte over het voor de „verzoe-
ning" wederom verschijnm voor den presi
dent op Maandag van de volgende week,
steeds aan het bericht, dat ze van Willem ver-
wachtte, en waaruit ze ongetwijfeld den dag
zou vernemen, waarop de Patain-eendekker
met piloot en passagier op zou stijgen om
naar Corsica te gaan.
Jacqueline wist dat Willem aan haar geen
om aan haar gegeven woord getrouw te blij-
Dat heeft hij van Willem gezegd ijdele beloften, waarmede men de bezorgd-
an alles heeft dat me het meest gehin- heid in slaap wiegt van vrouwen, die zich
spoedig ongerust maken, had kunnen doen,
en dat hij, haar beVoofd hebbende, haar om-
trent zijn plannen in te lichten, haar ook eer-
lijk op de hoogte zou houden; ook wist ze,
aangezien ze had beloofd Phyllis in onwe-
tendheid te laten wat betreft de gevaarlijke
vlucht, dat Willem op haar volkomen stilzwij-
gendheid rekende en dat hij ook alle reden
had, daarop te rekenen Jacqueline Albin
was een van die vrouwen, die zelfs haar he
vigste ongerustheid zou weten te verbergen,
ven.
Ze zorgde er voor dat de brieven, die ze
kreeg, haar niet in bijzijn van Phyllis werden
gegeven, want ze was altijd bang dat, hoe
volkomen bescheiden haar jonge vriendin ook
was, een snelle blik aan deze het bekende
handschrift zou verraden. Om te vermijden
dat Phyllis iets zou vermoeden van hetgeen
haar moest verborgen worden gehouden of
zelfs zich in het hoofd zou halen, dat er iets
voor haar geheim werd gehouden, moest Jac
queline diplomatiek te werk gaan en zorgen
handig en sluw te zijnZe was bang we-
gens de stoutmoedigheid van Willem en het
overmatig vertrouwen van mijnheer Patain.
Die vlucht van 250 kilometer over de Middel-
landsche Zee, zondei de mogelijkheid van ee-
nige hulp, scheen haar onvoorzichtig
dwaas! Maar het kostte haar geen moeite
te zwijgen over haar klimmende bezorgdheid
In tegendeel, ze schepte er een vreemd genoe-
gen in, dat ze zich zelf niet durfde bekennen,
om de angst, die haar hart verteerde voor
Phyllis verborgen te houden, alsof het een
gestolen goed was
Twee dagen vOor dat in het Paleis van
Justitie het onderhoud over de verzoening
zou plaats hebben, kreeg Fhyllis een briefie
van Willem, waarin hij 'schreef dat hij de
dagvaarding had ontvangen, maar 'dat hij
niet zou verschijnen:
„Wat zouden we elkaar hebben te zeggen,
Phyleke?" besloot hij. Ik zie het nut van die
poging, die voor ons beiden slechts pijnlijk
zou zijn, niet inMaandag zal ik vermoe-
delijk niet in Parijs zijn en als ik weer terug
ben, zullen we elkaar weer ontmoeten."
37.
.38.
39.
39.
40.
41.
42.
43.
44.
45. g6 en zwart geeft op.
Oplossing van eindspel
strijd-eindspel).
Stand: Wit Kgl Dd6 Tgl Td8 Lb3 Pc3
p. a2 b2 c2 en f'2.
Zw.: Kg7 Dc5 Ta8 Te7 Lc8 Pe6 p. a7
b7 c6 f3 g6 h7.
Wit speelt en wint.
1. Tg8fSpeelt zwart 1Kg8 dan
staat 't paard gepend en wit slaat de zw.
dame door 2. Dc5 en wint. Speelt zwart
1Kh6 dan volgt 2. ThIf en 3 Pe4 met
Damewinst.
Na 1Kf6 volgt 2. Pe4 enz.
en na 1Kf7 staat't paard weer ge
pend waardoor de zw. Dame weer verloren
gaat.
Goede opl. ontvangen van den heer P.
Ooijkaas.
De jonge vrouw las toen den brief aan
Jacqueline voor.
Hij is tegenwoordig altijd uit de stad,
zei ze dat i belachelijk!
Jacqueline sidderde. Maandag niet in Pa
rijs? Waar zou hij dan zijn? Was dit briefje
aan Phyllis de beloofde waarschuwing? of
zou er nog een meer besliste, een minder duis-
tere komen?
Phyllis zuchtte.
Ik voel me zoo alleent is of een on
gerustheid zich van me meester maakt, als
ik niet weet waar hij is
's Avonds stond ze reeds vroeg van de
plaats op. waar ze, na het diner een pas ge-
kochten roman had opengesneden. Ze gaf
juffrouw Albin een kus.
J Ga je al naar bed, Phyleke?
Als je het goed vindt, ja, Jacqueline
Ik ben Vermoeid en het is zoo prettig om
te slapen dan denk je niet meer en je
weet niet eens meer, dat je leeft
Ze scheen bedroefd en afgemat:
„Arm, klein ding!" dacht Jacqueline
Ze bleef een oogenblik alleen in het kleine
salon en toen ze me'rkte dat ze niet in staat
was haar gedachten bij lezen of schnjven te
houden, g"ing ze naar haar kamer. t Was
nog geen tien uur.
Toen ze beide, kwam de kamenier binnen
en overhandigde haar een brief. De man, die
dezen, had gebracht een ouda man, die er
uitzag als een vertrouwd bediende - had
er op aangedrongen, dat de brief dadelijk aan
juffrouw Albin zou worden gegeven,^ maar
alleen dan, wanneer zij alleen zou zijn.
(Wordt vervoigd).
Eea zaak, die geregeld adverteert, zal
meer bekend raken en meer nieuwe
klanten krijgen, dan een zaak,
die niet adverteert en al
leen maar steunt op
vroegere connec-
tles en ouden
oaatn.
Wilt ge
In fllkmaar
en omstreken
steeds meer bekend
worden, meer de aandacht
trekken, dan kunnen we Q
slechts dien eenen goeden raadgeven:
g
tuu 11 OVIlal vail v-\-n *ivu»r Ijv tv I -aJj - J