Alkmaarsche Courant Brieves nit Berljjn. Kippon en Konijnen. I laargang. Zaterdag 21 November. Gevederde Novembergasleti. Ho. SW Honderd Zewn en - tm ff&Sften genomen, worden afleen alffians 1 vliegen rond troepjes Sneeuwgorzen (Plec- Uit onze Staatsmachine. De Wethouder. Is het terrein van de ambtsbezigheden eens burgemeesteres zeer uitgebreid door allerlei wetten, staats- en gemeentelijke tanoeung, het zelfde feit kan men ook van het wethou- dersambt vaststellcn. In het organdsme eener ^note stad is de functie van den wethouder ft "eworden, die alle krachten van den o-gheelen mensch voor zich opeischt. De feiten fiin daar om dit te bewijzen Het moge een per wezen, wanneer in een stad van beteeke- nis iemand door een meer of minder groote meerderheid zijner mede-raadsleden op den wethouderszetel geplaatst wordt, een „eere- baantje", zooals de volksmond zegt, hebben ze hem daarmede niet geschonken. Tot dusverre hebben we steeds veronder- steld, dat de wethouderszetel door een man- liik persoon ingenomen wordt, het gebruik is ook zoo; maar sedert vrouwen lid van den gemeenteraad kunnen worden en de wethou- ders uit en door den Raad moeten benoemd worden, is de mogelijkheid niet uitgesloten, dat in het college van het Dagelijksch Be- stuur eener gemeente vandaag of morgen de eerste wethoudsters haar intrede doet. Het is onze bedoeling in dit artikel na te gaan, wat de Gemeentewet omtrent den wet houder zegt en daarna aan te toonen, dat daarin noodzakelijk verandering dient te wor den aangebracht, indien niet op een andere wijze wordt voorzien in een aan den dag tre- dend bezwaar aan dit ambt verbonden. Ofschoon in de Gemeentewet reeds in voor' afgaande artikelen over den wethouder ge- sproken wordt, komen eerst de artikelen 7. tot en met 94 spreken over deze .eden van het Dagelijksch Bestuur eener gemeente. Het artikel 81 is bianco, aangezien het verviel bii Art 9 van cte Additioneele artikelen dei Grondwet 1917. Het minimum-aantal der wethouders is twee; dat is het geval m ge- meenten met 20.000 zielen of daar beneden, in gemeenten met meer dan 20.000 en minder dan 100.000 kan de Raad beslissen of hi] drie dan wel vier wethouders den Burgemeester ter zijde wil stellen; bedraagt het .aantal in- gezetenen meer dan 100.000 dan heeft hi] de keuze tusschen vier, vijf of zes. Hun zitungs- tiid is normaliter vier jaar en loopt dus even lang als de zittingstijd van een pas opgHre- den Raad. Aangezien hun aftreding bepaald is op den eersten Dinsdag in Septembeieven- als Pdie van den Raad. is bat regel geworden, dat de nieuwe Raad aanstonds J? ders, benoemd uit zijn midden, kiest, want personen buiten den Raad mogen geen wet houder worden. Daaruit volgt, dat een wet houder moet zijn een Nederlander of een door de wet erkend Nederlandscn onderdaan, die voldoet aan de bepalingen in de wet voor de benoembaarheid to Raadslid gesteld, dat wanneer een wethouder, w^ironi dan oos opgehouden heeft lid van den Raad te wezen tevens zijn bestuursfunctie een einde heeft genomen, ofschoon hij verplicht is zijn ..unc- de te blijven waarnemen totdat zijn opvolger is gekozen. Dat die bepaling tot eigenaarchge gevallen aanleiding geven kan, moge blijken uit het navolgende feit. In een gemeente, waarvan het Dagelijksch Bestuur werd ge- vormd door den Burgemeester en twee wet houders, namen de beide laatsten hun oi.v- slag, terwijl al de raadsleaen verzochten om voor dit ambt niet in aanmerking te komen en de gekozenen telkens bedankten. Genoem- de demissionnairen wenschten van de verde- re waarneming van hun functies te worden verschoond, maar een resolutie van den Mi nister van Binunenlandsche Zaken gaf hun te kennen, dat zij op hun post inoesten blij ven, totdat de opvolgers gekozen waren Wanneer de Raao tot een benoeming van een wethouder overgaat, heeft hij m;tt de wri]e keuze uit alle leden, omdat /olgens Artik 1 89 der Gemeentewet er enkele Rijksbetrekkm gen zijn, die onvereenigbaar worden geacht met het ambt van den wethouder. Is een der wethouders ongesteld; tijdelijk belast met de waarneming van het burgemeesterschap of gedurende langeren tijd afwezig, dan kan een tijdelijke functionaris benoemd worden. De Raad kan die. benoeming do en of zonder dat de noodzakelijkheid die nog gebiedt of zoodra het noodig blijkt te wezen. Men houdt op dit ambt te bekleeden, behalve door dc^ge- bijna uitsluitend partijleden in den Raad gebracht. Wordt nu een nieuwe raadsperiode ingeluid, dan moet men zoeken, wie of het meest geeigend zijn om de lei den de functies te gaan bezetten. We behoeven hier geen voorbeelden te noemen, om te doen zien, dat menig gekozene, hoe bekwaam overigens ook, niet voor zijn taak berekend was, 't geen der gemeente niet ten goede kwam. Ook geldt ons gertoemde bezwaar, waar in het algemeen genomen de salariseering van den wethouder niet van dien aard is, dat zij een onafhankelijk bestaan oplevert, zoodat nog ander loonend werk moet worden ver- richt. 't Is duidelijk, dat de benoeming tot wethouder, ook al is een bescheiden pensioen daaraan verbonden, niet een ministersbenoe- ming is, die immers een bedanken voor ande re functies per se met zich brengt. Een wet- houder-raadslid is om de vier jaren aan een dubbele verkiezing onderworpen en niet leder is het politiek fortuin gunstig. 't Wil ons daarom voorkomen, dat het vroeg of laat komen moet tot een scheiding van deze twee functies, m.a.w. dat naast den door de Kroon benoemden Burgemeester, die gewoonlijk geen raadslid is, zullen komen wethouders, niet raadsleden, door den Raad benoemd. We erkennen grif, dat ook aan dit stelsel niet geringe bezwaren verbonden zi]n, o.a.< dit, dat daardoor de functionaris instede van collega, ambtenaar worden zou en daar door on-dergesteld aan den Raad. Maar vast- staat, dat, vooral in de grootste gemeenten, er iets op gevonden zal moeten worden. t Meest practisch ware, dat de politieke par- tijen bij de Raadsverkiezingen aanstonds de wethoudersverkiezingen in het oog vatten en voor het ambt geeigende personen aanwezen, dan was misschien geen wetsuitbreiding noo- dio- Mocht men daartoe niet kunnen komen, dan zullen met het oog op de vermeerderde gemeentebemoeiing andere wegen bewandelu moeten worden. wo-;, reeds, genoemde,_reden, _ook wanneer een d'er betrekkingen wordt aanvaard. door de wet met de functie onvereenigbaar worden geacht, of wanneer de titularis zes achtereenvolgende vergaderingen van het College van B. en W. zonder geldige reden verzuimt of weigert aan den Raad de ver- langde inlichtingen te geven ten aanzien van het Dagelijksch Bestuur der gemeente. Zoo als bekend, genieten wethouders, behalve een vast presentiegeld, een door Gedeputeeide Staten der Provincie, gehoord den Raad en onder goedkeuring der Kroon, vastgeste d tractement. Verder mogen ze geenerlei mko- men uit de gemeentekas ontvangen, behalve hetgeen verbonden is aan een andere, hun op- gedragen openbare bediening. Aldus luidt het geen de Gemeentewet van de wethouders zegt, die met den Burgemeester een college vormend, den Burgemeester bijstaan in het bestuur der onderscheidene takken van de huishouding der gemeente. Het kan onmogelijk ontkend worden, dat in het bijzonder in de groote gemeenten de taak van den wethouder buitengewoon is toegeno- men en voor alle dingen vereischt wordt ie mand, die in staat is leiding te geven aan de verschillende takkefl van de gemeentehuis- houding en dus kan overzien het gebied, waarover zijn.gezag gaat. Ieder voelt, dat, waar het hier gaat over belangen der gemeen- schap, waarvoor het geld door de gemeen- schap opgebracht, wordt gebruikt, de best mogelijke krachten dienen te worden geko zen. De vraag is of de bovengenoemde bepa ling, dat een wethouder per se Raadslid moet wezen, aan dien eisch niet in den weg staat. Onder het oude kiesstelsel kon iemand, zonder bepaald een politiek-uitgesproken kleur te hebben, lid van den Raad worden, doordat de algemeene erkenning zijner be- kwaamheid of gaven hem een raadszetel be- zorgde. Nu we een kiesstelsel hebben, waar- Het wintergetijde geeft den vogelliefheb- ber heel wat verscheidenheid in de vrije na- tuur te zien. Dan zijn er talrijke vogelsoor- ten uit andere oorden naar hier gekomen, vooral, wanneer het eens geen kwakkelwin- ter is In November ziet men evenwel gere- geld versghillende species verschijnen, die men in den zomer weinig of niet bij ons aan- treft. We zullen er eens naar rondzien Begeeft men zich in November in de bosch- jes, dan gelukt het misschien een enkelen No- tenkraker (Nucifraga caryocatactus) en een Pestvogel (Ampelis garrulus) waar te ne men. De eerste behoort tot de kraaien, doch is gekenmerkt door bruinzwarte vederen, die ieder een groote witte vlek dragen. De P^st- vogel is een keurig veelkleurig dier, zoodat men hem voor een tropischen vogel zou houden. De hoofdkleur is roodachtig grijs en verder vindt men aan zoo n vogel zilver- grijs. roodachtig bruin, zwart, wit en geel, terwijl de harde, vermiljoenkleurige aanhan- sels van de kleine slagpennen zeer eigenaar- dig zijn. Aangezien alle vederen bijzonder zacht en zijdeachtig zijn is de naam Zijde staart, die hem ook wel gegeven wordt meer passend, dan die van Pestvogel. Want, dat hij als voorbode van de gevreesde pest beschouwd moet worden, vindt zeker wel geen geloof meer. Alleen zijn onregelmatig verschijnen in het gematigct klimaat had dit geloof in de weerld gebracht, vooral toen een paar malen de pest hier en daar heersch- te, nadat deze vogel zich eenigszins veelvul- dig vertoond had. In het bosch ontmoeten we verder Kool- meezen, Pimpels, Boomklevers en Boom- kruipertjes, die alle ijverig van stam en tak ken wegpikken tal van rupseneitjes en pop- pen. Tusschen Meezen en Kruipvogels zien we ook gedurig ons aardig Winterkoninkje, dat zelfs bij erge koude zijn deuntje fluit, en Goudhaantjes, Vinken en Keepen zijn nog in talrijke voorwerpen voorhanden. Wie gelukkig is, kan misschien ook nog een Zwartkop (Sylvia atricapilla) vinden, want enkele exemplaren dezer vogelsoort blijven wel tot begin December bij ons toe- ven. Maar een „goed-gebekte" vinkensoort heb ben we te zien in den Appelvink, die in de wetenschap wordt aangeduid met den min der mooi klinkenden naam van Coccothraus- tes coccothraustes. Ook deze vogel heeft be halve het roodbruin van -de bovendeelen en het rosekleurige van het onderlijf nog ver schillende kleuren en bij is gemakkelijk te kennen aan zijn diktat tolsnavel en aan de binnenste groote slagpennen, die aan het einde spadevormig verbreed en gekronkeld zijn. Vele Spreeuwen zijn naar het Zuiden ver- Ijuisd, doch vele andere blijven hier gezellig bijeen. Alleen, wanneer de winter vroeg in valt, komen wel vele voorwerpen om. Ook wordt zoo'n troep dikwijls uiteengejaagd door een Sperwer (Accipiter nisus), die bloeddorstig rondwaart en menig kleinen vogel verslindt. Niet gemakkelijk ontkomt het vogeltje, dat door een Sperwer achter- volgd wordt, daar edze zijn prooi volgt tot in hoenderhokken en schuren. Doch het zijn niet alleen Sperwers, die in de wintermaan- den roof plegen, ook andere roofvogels, als- mede Eksters en Kraaien brengen heel wat om hals. De menigvuldige vederkransen, die men in bosch en veld kan vinden, doen het duidelijk zien. Niet te vergeefs zoekt men in November naar de grootste onzer klawieren, de Klap- ekster (Lanius excubitor), die het vooral voorzien heeft op de hersenen van lijsters en ook wel van andere vogels, waarvan de schedels worden opengepikt. Men kan van dezen vogel zeggen, dat hij mooi, maar ge- vaarlijk is Langs de boschkanten kan men meermalen op vooruitstekende takken een IJsvogel (Al j \n:i v,;; js bo- trophenax nivalis) en Bexgleeuwerikken (Oc- tocorys alpestris). Groot is ook het aantal ganzen, zoowei zee- als landganzen, dat in November kus- ten en plassen bevolkt. De Grauwe Gans (Anser anser) komt meer voor in de eerste helft van genoemde maand, om later plaats te maken voor talrijke Kolganzen (Anser albi- frons) en Rietganzen (Anser fabalis). Als zeegafls mag wel het eerst genoemd worden de Rotgans (Branta bernicla), die zeer talrijk voorkomt, en zoowei bij nacht als bij dag haar eentonig „rot-rot" hooren laat. De Brandgans (Branta leucopsis) komt zelden en de Roodhalsgans (Branta ruficollis) zeer zelden bij ons voor. Ook Wilde Zwanen komen gedurig voor en de groote Cygnus musicus, die haar melan- cholische geluiden tot op verren afstand kan alten hooren, is wel het sterkt vertegen- woordigd. Veel zeldzamer komt voor de Cygnus bewicki, die veel kleiner is, terwijl Cygnus olor, kenbaar aan het rood van den bek, meer bij streng winterweer voorkomt. Enkele Stormvogels komen mede aan on ze stranden verblijf houden, en dan kan men er wel het meest vinden het Stormvogeltje (Procellaria pelagica). Evenals bij andere Stormvogels komen de neusgaten uit in twee boven op den snavel geplaatste buis]es. Het Vaal Stormvogeltje (Procellaria Ieucorrhoa) is minder standvastig aan de kust verbonden, zoodat het bij storm en ijsgang somtijds ver van de kust wordt aangetroffen. Zeldzaam komen voor de groote Storm vogels: Fulmaris glacialis en Puffinus puffi- nus. Verschillende Jagenneeuwen zouden we nog kunnen zien, doch onze aandacht wordt voor wat anders gevraagd. Aan den bui- tenkant van den dijk zien we twee groote een- den zwemmen, die zich bij onze nadermg tamelijk snel zwemmende verwijderen. Toch hebben we kunnen zien de donkerbruine, van o-eelbruine randen voorziene bovenvederen, en hieruit bleek ons al spoedig, dat we te doen hebben met voorwerpen van Somate- ria mollessina of Eidereend. Deze vogels onderscheiden zich van andere eendensoor- ten door meerdere grootte en vooral, door dat de vederen der zijden van den kop op een driehoekige streep doorloopen tot aan de neusgaten. Dit zijn exemplaren in het bruine winterkleed. Het prachtkleea -der mannetjes, dat hoofdzakelijk wit is, doch roodachtig op den krop en zeegroen aan den nek, komt slechts zelden bij ons voor. Slechts enkele paren broeden op de_Wad- den-eilanden, doch alleen nog maar in de laatste jaren; overigens zoeken ze broed- plaats in koudere streken van het Noorde- lijk ahlfrond. Deze vogels duiken uitstekend en weten hun voedsel, hoofdzakelijk uit vis- schen bestaande, tot op groote diepte te be- machtigen. Het don's is zeer gezocht en wordt onder den naam Eiderdons voor hoogen prijs in den handel gebracht Voor al op de Faroer houden de bewoners zich bezig met het inzamelen van eiderdons, dat uit de nersten der broedende vogels wordt weggenomen. De dieren plukken dan op- nieuw de veeren uit borst en bulk. Deze handelwijze wordt soms tot drie keer toe her- haald, zoodat dan het lijf der vogels geheel kaal geplukt is, n.m. aan de onderzijde. Eerst dan laat men de wijfjes broeden, zoo dat aan de voortplanting geen schade berok- kend wordt, w&t dan ook niet aan te bevelen atonfs nagelaten zijn, dan dadelijk het verzuim her- stellen! Sommigen worddra on-gedtildig als de h-en- n>en, die er zoo bijzonda: bloeiend uitzien, toch maar geen eitje geven. Controleer ze eens of ze niet wat zwaar zijn en voer die zwaren dan wat minder. Wat dierlijk voed sel zet tot leggen aan. Ook wat groeine erw- ten d'oor het graan is prima, vooral met bij- voeging van een fijogfesnedan rauwe uit door het zachte voer. Wien het meer te doen is o-m over eenige weken beste broedeieren te krijgen, die zet zijn beest-en niet zoo aan, maar laat de natuur meer haar eigen weg gaan. Die per se eier-en wil raipen in deze dagen, werkt ook wel met kunstmatige verlichting van de ran. Daar- over een volgenden keer. Meerdere kleine eenden kunnen we waar- nemen, doch de meeste dezer soorten ehb- ben we a leens meer gezien. Toch blijven de mooie IJseenden, met haar verlengde staart- vederen, de Zeeeenden met haar glimmend zwatte vederen en van oranje voorziene snavels, de Brilduikers, waarvan de^ manne tjes goudgroene, de wijfjes roodbruine kop pen hebben, de Kuifeenden met haar ver lengde kruinvederen, en ook nog andere soorten die we alle ook in deze maand bij ons kunnen zien, mooie wintergasten, die het doodsche van de Natuur te niet doen. Talrijke vogelsoorten vertoeven hier verder op de bij ebbe droogvallende vlakten. Steeds verblijven er Gewone en Rosse Grutto's, Re- genwulpen en verschillende soorten Meeuwen, waaronder we ook stellig de minder alge meen voorkomende Drieteenige Meeuw (Ris- sa tridactyla) zouden ontmoeten. Met het beschouwen en bestudeeren van zooveel vogelsoorten, snelt de winter spoe dig heen en gevoelen we, dat we de koude zullen kunnen weerstaan en dat straks de lente weer komen zal. !J. DAALDER Dz. cedo ispida) vinden. Vliegt hij weg, dan is opvallend mooi de blauwachtig groene venzijde. Loopen kan zoo'n dier slecht, daar zijn pooten zeer zwak zijn en de bui- tenste teen van iederen voet men den middel- sten saamgegroeid is. Zijn snavel is lang en dik en de kop van het dier is in verhouding van het overige lichaam bijzonder groot. Op een bouwlandje buiten het bosch vinden we verscheidene Woudduiven en Eeeuwerikken. Musschen en Ringmusschen kunnen we in groot aantal en hier en daar maakt een Witte Kwikstaart zijn wippende staartbewegingen. Kramsvogels of Veldlijsters zijn in groot aan tal .voorhanden, en meer aan den zeekaat IN DE STADSiRiEN. De leg gaat beginnen. Nu van lieverlede de eene j-onge hen voor, de andere na, aan den leg gaat, is het goed 's morgens direct bij het voeren eens na-uw- keurig in het nachthok te zien of er soms geen ei gevallen' is g-edurende den nacht of in den don-keren morgen. Men neemt het dan dadelijk weg, het kan na flinken schoonmaak gebruikt worden en mocht het soms reeds gebrok-en zijn, dam is het raadzaam dadelijk alles weg te ruim-en om .de nieuwsgierige die ren niet in de verzoeking te brengen er aan te gaan peuzeleo. Voor goed opgevoede dieren is dat eigenlijk niet hinderlijk, die zijn reeds van hun kuikantijd er aan gewoon met stee nen eieren om te gaan, en waardoor ze naar een ei buiten het -nest als't ware niet orokij- ken. Ook heeft men dan gezorgd voor laag geplaatste zitstokken, niet hooger dan 30 centimeter gesteld. Maar ook moeten de leg- nesten gemakkelijk bereikbaar zijn, zelfs in het halfdoniker. En dat er vooral niet hoog gesprongen behoeft te worden. Voor een hen, die een ei bij zich heeft, blijven hooge, geior- ceerdte sprongen en stooten altijd riskant, met het oog op eierbreuk. Het is ook noodig de plaats der legnesten, eenmaail gekozen, niet te veranderen tijdens den leg, want een kip hecht zich s-terk aan de plaats, waar het nest staat. Dat is met duivem, fazanten enz evenzoo. De goede plaatsing en aangename zindelijke, droge vulling, het d'oet er weinig toe met wat, zal de jonge hen haar eerste ei zelfs reeds ter gewensehte plaatse deponee- ren. Het lean zijn, dat het eerste ei wat moei- lijkheden veiroorzaakt en als vlies-ei_ komt. Een niet vermoede ongewenschte begimnende verv-etting kan dlaar de oorzaak van wezen of wel gebrek aan kalkdeelen in het bloed. Fijn- geklopte oude kalk, stukjes schelpen en houts- 1 kooi zijn natuurlijk in' de rem van onze De zwenking naar links. Een dag van ruwheid- Trouwen is altijd ernstig. Berlijn als inter- nationale kunststad. John Da niel. Een weldoener der mensch- heid. Berlijn, midden November. De slinger van de volksstemming, die een tijd lang een merkwaardige neiging aan den dag legde om naar rechts uit te wijken. schijnt nu toch weer van richting veranderb te zijn en naar links te wijzen. De politiek van de phrase, die de partijen van de Duitsch-Nationalen en Duitsch Volkischen volgen, die methode om, zooals een geestig mensch het heeft uitgedrukt „met een zwaard te schermen dat heelemaal niet bestaat", kon de massa of tenminste een deel daarvan, tij delijk in verwarring brengen, maar op den duur niet op een dwaalspoor leiden. De eer ste proef op de som na bet onbegrijpelijke stelling nemen van de Duitsch-Nationale partij tegenover de gebeurtenissen van Lo carno: de Berlijnsche gemeenteraadsverkie-J zingen heeft ondubbelzinnig be wezen, dat de weg der toekomst naar links gaat. De be- richten omtrent andere plaatselijke verkiezin- gen in het Rijk in de bondsstaten, in de ste- den en de provincies verkondigen hetzelfde. De overweldigende meerderheid van het Ehiitsche voile wil rust en regelmatige ontwik- keling, wil iediere gelegenheid aangrijpen ont een draaglijke verhouding tot zijn vroegere vijanden te seheppen. Juist de dag van de Berlijnsche gemeente- raadsverkiezingen heeft ons weer getoond, wat we te verwachten hadden, als de radica- len van rechts of van links weer aan het roer komen. Beiden hebben zich dezen dag door een voorbesldelooze ruwheid van optredeo doen kennen. In Berlijn hadden de afschuwe- lijkste straatscenes plaats. Voornamelijk in de „deftige buurt" van de Kurfiirstendamm werd het meeningsverschil gedemonstreerd op een wijze, die ver uitging boven de gewo ne „onbeleefdheid". Meer dan vierhonderd heeren, behoorende tot de rechtsradicale oi de communistische troep, moesten uitgenoo- digd worden, den nacht in het bureau van politie door te brengen, en men yond op hen, alles samengeteld, de kleieigheid van 70 straatsteenen, 8 boksijzers, 6 dolkmessen, 13 gummiknuppels, 8 „ploertedooders", 5 in- fanteriespaden, en daarbij geheele uitrustin- gen van houten latten, voor een deel drie meter lang en met spijkers beslagen, bestemd voor het ^,enteren" van auto's. Nog erger: men vond ook in dreigende hoeveelheden bal Ions met zoutzunr, lysol en ainmoniak, waar- mce dit onbeheerschte, heethoofdige gezel schap elkaar in het gezicht spoot een wer- kelijk lage manier van uiteenzetting van poli tieke inzichten, waardoor enkele personen half of geheel blind werden! Zou men het mogelijk achten, dat zonen van hetzelfde volk elkaar volgens zulke geraffineerde me thoden bestrijden? Een merkwaardigen aan blik leverden de schoolkinderen op, die met zwart-wit-roode vlaggetjes over den Kur fiirstendamm liepen en met hun helle stem- met jes' opgewonden krijschten. Welke innige banden aan den anderen leant de geestesgemeenschap van leden van eenzelfde partij soms knoopen kan, bewees dezer dagen in Berlijn een aardig klein be- drogsprocesje. De beklaagde had daarbij het genoegen, een geheel terzet van vroegere yer- loofden als getuigen voor het gerecht te zien. Daar hij zichzelf als een overtuigde aan- hanger van de Centrumpartij aangaf, baar- de het geen verrassing, dat de vrouwelijke voorwerpen van zijn aanbidding uit secreta- ressen van den vroegeren rijkskanselier Wirth, of zelfs van de jaren geleden ver- moord'en minister Erzberger bestonden, die beide tot de leiders van het Centrum ta hoorden. Aan een van deze verloofden had beklaagde, zooals voor het gerecht^ bleek, zelfs vertrouwelijk meeegedeeld, dat hij tot de moordenaars van Erzberger behoorde. Wat merkwaardigerwijze het hart van de jonge dante in nog heller gloed zette want, zei- de zij, zij had dat toch voor opschepperij ge- houden. Logica, uw naam is vrouw! De rech- ter vroeg deze eigenaardige verloofde of ze er de Alpen naar Berlijn, de Italiaan9che dra- maticus, wiens ster zoo schitterend aan den hemel van den orem is opgegaan. Hij werd met gejubel begroet en ingehaala. Daarbij hoorden we, dat Pirandello een zeer goede- kenner van Duitschland is, dat hij in Bonn gestudeerd heeft en tot doctor gepromo- veerd is. Wederom bleek, hoe snel en ge makkelijk volkeren elkaai verstaan, juist el- kaars eigenaardigheden begrijpen, als het gaat om intellectueele aangelegenheden en dat slechts de verwenschte politici er de oor zaak van zijn dat de boel in de war loopt. Eerder dan de „duce", die thans Italie dicta- toriaal regeert, scheen ons deze dichter met zijn schilderachtige witte puntbaard, deze vriendelijke persoonlijkheid, een leider van het land toe, welks schoonheid en zon de Duitschers sinds duizend jaren naar het Zui den gelokt heeft. De schilders blijven bij de dichters niet ten achter. Op dit oogenblik zijn op de herfsttentoonstelling van de „Ber- liner Sezession", voor de eerste maal sinds 1914 Fransehe kunstenaars door een groote collectieve inzending vertegenwoordigd en in het a.s. voorjaar zullen Berlijnsche schil ders en beeldhouwers in het Parijsche „sa- lon van de onafhankelijken" werken tentoon- stellen. Dat zijn allemaal gelukkige en ver- meldenswaardige teekenen! Overigens hebben w.e in Berlijn ook nog ear andere „gastvoorstelling" gehad. Door de finna Carl Hagenbeck, de eigenares van het beroemde Hamburger dierenpark, op touw ge- zet en deze wekte niet minder opzien. De ;ast, die ze ons bracht, was de gorilla John Daniel. Deze vereerde tijdgenoot uit de aan- grenzencle provincie in't rijk der levende we- zene is de eerste in zijn soort, 't meest aan den mensch verwante van alle dieren, die in den bioei en de kracht van zijn jaren John is vijf jaar oud zijn menschelijke neven in Duitschland kwam bezoeken. De vreemdeling uit't oerwoud is volkonten tarn, bijzonder netjes opgevoed een gezellige en goedmoe- dige knaap. John Daniel was twee jaar oud, toen hij naar Europa kwam en de Europee- sche lucht is hem goed bekomen. Hij zit niet zooals men zou verwachten, in een kooi op- auto naar de plaats van zijn gastvoorstelling. Hij heeft dus een heel prettig leven en menige Duitscher, die onder den druk der tijden te lijden heeft, zal hem benijden. Maar niet ieder menschenkind is ook zoo sympathiek en oo- schuldig-vroolijk als een goed-opgevoede go rilla. Tengevolge van de gastvoorstellingen en de vele opvoeringen van buitenlandsche, Fran sehe, Engelsche, Amerikaanshe, Italaansche, Russische, Hongaarsche stukken, die onze schouwburgen overstroomen, komen de Duit- sehe auteurs nanwelijks aan het woord. Het is bijna een wonder, als daartusschen ook eens het dramatische product van een inheem- siien dichter op de planken komt. Dat jonge talenten bij ons niet ontbreken, bleek juist de zer dagen. Men speelde de comedie van een joogen schrijver Leo Mathias, dat de titel „Klavier" droeg. Maar daarmee was niet bedoeld een piano, maar een man, wiens ide- aal het is de menschheid gelukkig te maken, een droomer, genaamd Klavier, die in de co- mische situaties, waarin zijn doctrinisme hem plaatst, voorgesteld wordt. Een kostelijke studie Zelden is het gedaas van de theoretici, die het leven hervormen willen en daarbij de bestaande realiteiten vergeten, zoo geestig ge- karikaturiseerd De heer Klavier is eeu man zonder vooroordeelen". Hij vindt dat het heel natuurlijk is, als echtgenooten elkaar niet trouw te blijven, en stelt een bezoeker zijn huisvriend met een vriendelijke giimlach voor: „De geliefde van mijn vrouw". Hij laat met dezelfde toegevende en begrijpende giimlach zijn dochter iedere gewensehte vrij- heid. Iemand vraagt hem: „Kun je nog al met je zoon opschieten?" en hij antwoordt: „0 ja, uitstekend, we tutoyeeren elkaar!" Als zijn echtgenoote sympathieen voor een neger blijkt te koesteren, wordt hij opstandig. Maar dan schaamt hij zich daarover, dat hij een vooroordeel, n.l. dat van den afkeer van bet gekleurde ras, nog niet overwonnen heeft En hij ver ft zich zwart, om te boeten en zelf het leven van een neger op zich te nemen. E>ie arme meneer Klavier! Allen verlaten hem tenslotte, de vrouw, de dochter, de zoon en de vriendin, die zijn goedmoedigheid slechts uitbuiten wilden. En als een groteske zwarte boeman staat hij aan het slot van het stuk eenzaam en treurig op het tooneel. Aldus ver- o-aat het weldoeners der menschheid Dr. MAX OSBORN. Bnitenland EEN SELF-MADE MAN. Eenige interessante bijzonderheden zijn be-! kend geworden over de loopbaan van den nieuw benoemden president-commissaris der Standard Oil Company of NewrJersey, mr George Jones. Jones, de zoon van een armen trmmerman, werkelijk had taTtadaaggte I b^on trouwen. Zij antwoordde: „Ernstig eigen lijk niet...." waarop de rechter het van groo te wijsheid getuigende woord1: „Tr-ouwen is altijd ernstij?' uitsprak. Verscheidene ge huwde mannen zullen ongetwijfeld voor deze orakelspreuk het hoofd buigen. Van meer gewicht dan zulke uiteenzettm gen tusschen politieke tegenstanders en po'i- tieke vriendenHs het herstel van het con tact tusschen de vertegenwoordigers van de Duitsche en de buitenlandsche intellectueele wereld, dat zich den laatsten tijd herhaalde- lijk openbaart. Langzamerhand begint Ber lijn zich weer de positie van internationale kunststad te heroveren, die't voor den oor- log innam. Maar de beteekenis van deze uitwisselin^ van gedachten is thans een an dere dan indertijd; ze mag als een verblij- den symptoon van de veranderde geestesge- steldheid in Eurpa gelden. Met bijzondere hartelijkheid hebben de kunstkringen van Berlijn de Fransehe gasten ontvangen, die met oprecht gevoelens van toenadering in de Duitsche hoofdstad kwamen. Na den Franschen minister van onderwijs De Mon- zie en den directeur van het Odeon theater Gemier hebben we nu ook Yvette Guilbert begroeten kunnen, de grootmeesteres van de Parijsche chansons uit de klassieke periode van het Montmartre cabaret, die reeds voor bijna dertig jaren in Berlijn triomfen gevierd heeft en die nu nog, ofschoon ze intusschen een bejaarde dame geworden is, met het ken jn een spinncrij, tegen een stlaris van 30 dollarcents per 12-urigen werkdag. Een jaar later gelukte het hem in betrekking te komen bij een verzekering-maatschappij tegea een safaris van drie dollar per week en zoo deed hij zijn best, dat hij het na zes maanden reeds tot vijf dollar had gebracht. Aan het einde van het jaar stelde de pa- troon van Jones voor het salaris te verhoo- gen tot vier en een halve dollar per week, met dien verstande, dat hij nu een geheel jaar geen verhooging meer zou krijgen. Dat stond den ijverigen jongen man niets aan en hij besloot zich met alien ijver op het leeren van stenografie toe te leggen, kt de hoop, daardoor zijn positie te kunnen verbeteren. Al spoedig had hij succes en 35 jaar geleden werd Jones tegen vijftien dollar per week als stenograaf bij de Standard Oil aangesteld. In zijn vrijen tijd wijdde hij zich aan rechtskundige studies, terwijl hij tevens een goed inzicht kreeg in de uitgebreide organisa- tie van de maatschappij. Bij em bestuurscri- sis wist hij blijk te geven van groot organi- seerend talent, zoodat hij na secretaris der di- rectie te zijn geweest, in de directie zelf werdi opgenomen, waarna vrij spoedig zijn benoe ming tot vice-president volgde. Men kan hem gedurende de laatste zes jaar beschouwen als de hoogste autoriteit in de financieele aangelegenheden der maatschap pij. Als president-commissaris 'al hij 25000 dollar per jaar ontvangen. y zou zijn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1925 | | pagina 9