Alkmaarsche Courant
Brieves nit Berljjn.
Kippon en Konijnen.
I
laargang.
Zaterdag 21 November.
Gevederde Novembergasleti.
Ho. SW
Honderd Zewn en
- tm
ff&Sften genomen, worden afleen alffians 1 vliegen rond troepjes Sneeuwgorzen (Plec-
Uit onze Staatsmachine.
De Wethouder.
Is het terrein van de ambtsbezigheden eens
burgemeesteres zeer uitgebreid door allerlei
wetten, staats- en gemeentelijke tanoeung,
het zelfde feit kan men ook van het wethou-
dersambt vaststellcn. In het organdsme eener
^note stad is de functie van den wethouder
ft "eworden, die alle krachten van den
o-gheelen mensch voor zich opeischt. De feiten
fiin daar om dit te bewijzen Het moge een
per wezen, wanneer in een stad van beteeke-
nis iemand door een meer of minder groote
meerderheid zijner mede-raadsleden op den
wethouderszetel geplaatst wordt, een „eere-
baantje", zooals de volksmond zegt, hebben
ze hem daarmede niet geschonken.
Tot dusverre hebben we steeds veronder-
steld, dat de wethouderszetel door een man-
liik persoon ingenomen wordt, het gebruik is
ook zoo; maar sedert vrouwen lid van den
gemeenteraad kunnen worden en de wethou-
ders uit en door den Raad moeten benoemd
worden, is de mogelijkheid niet uitgesloten,
dat in het college van het Dagelijksch Be-
stuur eener gemeente vandaag of morgen de
eerste wethoudsters haar intrede doet.
Het is onze bedoeling in dit artikel na te
gaan, wat de Gemeentewet omtrent den wet
houder zegt en daarna aan te toonen, dat
daarin noodzakelijk verandering dient te wor
den aangebracht, indien niet op een andere
wijze wordt voorzien in een aan den dag tre-
dend bezwaar aan dit ambt verbonden.
Ofschoon in de Gemeentewet reeds in voor'
afgaande artikelen over den wethouder ge-
sproken wordt, komen eerst de artikelen 7.
tot en met 94 spreken over deze .eden van
het Dagelijksch Bestuur eener gemeente. Het
artikel 81 is bianco, aangezien het verviel
bii Art 9 van cte Additioneele artikelen dei
Grondwet 1917. Het minimum-aantal der
wethouders is twee; dat is het geval m ge-
meenten met 20.000 zielen of daar beneden,
in gemeenten met meer dan 20.000 en minder
dan 100.000 kan de Raad beslissen of hi] drie
dan wel vier wethouders den Burgemeester
ter zijde wil stellen; bedraagt het .aantal in-
gezetenen meer dan 100.000 dan heeft hi] de
keuze tusschen vier, vijf of zes. Hun zitungs-
tiid is normaliter vier jaar en loopt dus even
lang als de zittingstijd van een pas opgHre-
den Raad. Aangezien hun aftreding bepaald
is op den eersten Dinsdag in Septembeieven-
als Pdie van den Raad. is bat regel geworden,
dat de nieuwe Raad aanstonds J?
ders, benoemd uit zijn midden, kiest, want
personen buiten den Raad mogen geen wet
houder worden. Daaruit volgt, dat een wet
houder moet zijn een Nederlander of een door
de wet erkend Nederlandscn onderdaan, die
voldoet aan de bepalingen in de wet voor de
benoembaarheid to Raadslid gesteld,
dat wanneer een wethouder, w^ironi dan oos
opgehouden heeft lid van den Raad te wezen
tevens zijn bestuursfunctie een einde heeft
genomen, ofschoon hij verplicht is zijn ..unc-
de te blijven waarnemen totdat zijn opvolger
is gekozen. Dat die bepaling tot eigenaarchge
gevallen aanleiding geven kan, moge blijken
uit het navolgende feit. In een gemeente,
waarvan het Dagelijksch Bestuur werd ge-
vormd door den Burgemeester en twee wet
houders, namen de beide laatsten hun oi.v-
slag, terwijl al de raadsleaen verzochten om
voor dit ambt niet in aanmerking te komen
en de gekozenen telkens bedankten. Genoem-
de demissionnairen wenschten van de verde-
re waarneming van hun functies te worden
verschoond, maar een resolutie van den Mi
nister van Binunenlandsche Zaken gaf hun
te kennen, dat zij op hun post inoesten blij
ven, totdat de opvolgers gekozen waren
Wanneer de Raao tot een benoeming van een
wethouder overgaat, heeft hij m;tt de wri]e
keuze uit alle leden, omdat /olgens Artik 1
89 der Gemeentewet er enkele Rijksbetrekkm
gen zijn, die onvereenigbaar worden geacht
met het ambt van den wethouder. Is een der
wethouders ongesteld; tijdelijk belast met de
waarneming van het burgemeesterschap of
gedurende langeren tijd afwezig, dan kan
een tijdelijke functionaris benoemd worden.
De Raad kan die. benoeming do en of zonder
dat de noodzakelijkheid die nog gebiedt of
zoodra het noodig blijkt te wezen. Men houdt
op dit ambt te bekleeden, behalve door dc^ge-
bijna uitsluitend partijleden in den Raad
gebracht. Wordt nu een nieuwe raadsperiode
ingeluid, dan moet men zoeken, wie of het
meest geeigend zijn om de lei den de functies
te gaan bezetten. We behoeven hier geen
voorbeelden te noemen, om te doen zien, dat
menig gekozene, hoe bekwaam overigens ook,
niet voor zijn taak berekend was, 't geen der
gemeente niet ten goede kwam.
Ook geldt ons gertoemde bezwaar, waar
in het algemeen genomen de salariseering
van den wethouder niet van dien aard is, dat
zij een onafhankelijk bestaan oplevert, zoodat
nog ander loonend werk moet worden ver-
richt. 't Is duidelijk, dat de benoeming tot
wethouder, ook al is een bescheiden pensioen
daaraan verbonden, niet een ministersbenoe-
ming is, die immers een bedanken voor ande
re functies per se met zich brengt. Een wet-
houder-raadslid is om de vier jaren aan een
dubbele verkiezing onderworpen en niet leder
is het politiek fortuin gunstig.
't Wil ons daarom voorkomen, dat het
vroeg of laat komen moet tot een scheiding
van deze twee functies, m.a.w. dat naast den
door de Kroon benoemden Burgemeester, die
gewoonlijk geen raadslid is, zullen komen
wethouders, niet raadsleden, door den Raad
benoemd. We erkennen grif, dat ook aan dit
stelsel niet geringe bezwaren verbonden zi]n,
o.a.< dit, dat daardoor de functionaris instede
van collega, ambtenaar worden zou en daar
door on-dergesteld aan den Raad. Maar vast-
staat, dat, vooral in de grootste gemeenten,
er iets op gevonden zal moeten worden. t
Meest practisch ware, dat de politieke par-
tijen bij de Raadsverkiezingen aanstonds de
wethoudersverkiezingen in het oog vatten en
voor het ambt geeigende personen aanwezen,
dan was misschien geen wetsuitbreiding noo-
dio- Mocht men daartoe niet kunnen komen,
dan zullen met het oog op de vermeerderde
gemeentebemoeiing andere wegen bewandelu
moeten worden.
wo-;, reeds, genoemde,_reden, _ook wanneer
een d'er betrekkingen wordt aanvaard.
door de wet met de functie onvereenigbaar
worden geacht, of wanneer de titularis zes
achtereenvolgende vergaderingen van het
College van B. en W. zonder geldige reden
verzuimt of weigert aan den Raad de ver-
langde inlichtingen te geven ten aanzien van
het Dagelijksch Bestuur der gemeente. Zoo
als bekend, genieten wethouders, behalve een
vast presentiegeld, een door Gedeputeeide
Staten der Provincie, gehoord den Raad en
onder goedkeuring der Kroon, vastgeste d
tractement. Verder mogen ze geenerlei mko-
men uit de gemeentekas ontvangen, behalve
hetgeen verbonden is aan een andere, hun op-
gedragen openbare bediening. Aldus luidt het
geen de Gemeentewet van de wethouders
zegt, die met den Burgemeester een college
vormend, den Burgemeester bijstaan in het
bestuur der onderscheidene takken van de
huishouding der gemeente.
Het kan onmogelijk ontkend worden, dat in
het bijzonder in de groote gemeenten de taak
van den wethouder buitengewoon is toegeno-
men en voor alle dingen vereischt wordt ie
mand, die in staat is leiding te geven aan de
verschillende takkefl van de gemeentehuis-
houding en dus kan overzien het gebied,
waarover zijn.gezag gaat. Ieder voelt, dat,
waar het hier gaat over belangen der gemeen-
schap, waarvoor het geld door de gemeen-
schap opgebracht, wordt gebruikt, de best
mogelijke krachten dienen te worden geko
zen. De vraag is of de bovengenoemde bepa
ling, dat een wethouder per se Raadslid moet
wezen, aan dien eisch niet in den weg staat.
Onder het oude kiesstelsel kon iemand,
zonder bepaald een politiek-uitgesproken
kleur te hebben, lid van den Raad worden,
doordat de algemeene erkenning zijner be-
kwaamheid of gaven hem een raadszetel be-
zorgde. Nu we een kiesstelsel hebben, waar-
Het wintergetijde geeft den vogelliefheb-
ber heel wat verscheidenheid in de vrije na-
tuur te zien. Dan zijn er talrijke vogelsoor-
ten uit andere oorden naar hier gekomen,
vooral, wanneer het eens geen kwakkelwin-
ter is In November ziet men evenwel gere-
geld versghillende species verschijnen, die
men in den zomer weinig of niet bij ons aan-
treft. We zullen er eens naar rondzien
Begeeft men zich in November in de bosch-
jes, dan gelukt het misschien een enkelen No-
tenkraker (Nucifraga caryocatactus) en een
Pestvogel (Ampelis garrulus) waar te ne
men. De eerste behoort tot de kraaien, doch
is gekenmerkt door bruinzwarte vederen, die
ieder een groote witte vlek dragen. De P^st-
vogel is een keurig veelkleurig dier, zoodat
men hem voor een tropischen vogel zou
houden. De hoofdkleur is roodachtig grijs en
verder vindt men aan zoo n vogel zilver-
grijs. roodachtig bruin, zwart, wit en geel,
terwijl de harde, vermiljoenkleurige aanhan-
sels van de kleine slagpennen zeer eigenaar-
dig zijn. Aangezien alle vederen bijzonder
zacht en zijdeachtig zijn is de naam Zijde
staart, die hem ook wel gegeven wordt
meer passend, dan die van Pestvogel. Want,
dat hij als voorbode van de gevreesde pest
beschouwd moet worden, vindt zeker wel
geen geloof meer. Alleen zijn onregelmatig
verschijnen in het gematigct klimaat had dit
geloof in de weerld gebracht, vooral toen
een paar malen de pest hier en daar heersch-
te, nadat deze vogel zich eenigszins veelvul-
dig vertoond had.
In het bosch ontmoeten we verder Kool-
meezen, Pimpels, Boomklevers en Boom-
kruipertjes, die alle ijverig van stam en tak
ken wegpikken tal van rupseneitjes en pop-
pen.
Tusschen Meezen en Kruipvogels zien we
ook gedurig ons aardig Winterkoninkje, dat
zelfs bij erge koude zijn deuntje fluit, en
Goudhaantjes, Vinken en Keepen zijn nog in
talrijke voorwerpen voorhanden.
Wie gelukkig is, kan misschien ook nog
een Zwartkop (Sylvia atricapilla) vinden,
want enkele exemplaren dezer vogelsoort
blijven wel tot begin December bij ons toe-
ven.
Maar een „goed-gebekte" vinkensoort heb
ben we te zien in den Appelvink, die in de
wetenschap wordt aangeduid met den min
der mooi klinkenden naam van Coccothraus-
tes coccothraustes. Ook deze vogel heeft be
halve het roodbruin van -de bovendeelen en
het rosekleurige van het onderlijf nog ver
schillende kleuren en bij is gemakkelijk te
kennen aan zijn diktat tolsnavel en aan de
binnenste groote slagpennen, die aan het
einde spadevormig verbreed en gekronkeld
zijn.
Vele Spreeuwen zijn naar het Zuiden ver-
Ijuisd, doch vele andere blijven hier gezellig
bijeen. Alleen, wanneer de winter vroeg in
valt, komen wel vele voorwerpen om. Ook
wordt zoo'n troep dikwijls uiteengejaagd
door een Sperwer (Accipiter nisus), die
bloeddorstig rondwaart en menig kleinen
vogel verslindt. Niet gemakkelijk ontkomt
het vogeltje, dat door een Sperwer achter-
volgd wordt, daar edze zijn prooi volgt tot
in hoenderhokken en schuren. Doch het zijn
niet alleen Sperwers, die in de wintermaan-
den roof plegen, ook andere roofvogels, als-
mede Eksters en Kraaien brengen heel wat
om hals. De menigvuldige vederkransen, die
men in bosch en veld kan vinden, doen het
duidelijk zien.
Niet te vergeefs zoekt men in November
naar de grootste onzer klawieren, de Klap-
ekster (Lanius excubitor), die het vooral
voorzien heeft op de hersenen van lijsters en
ook wel van andere vogels, waarvan de
schedels worden opengepikt. Men kan van
dezen vogel zeggen, dat hij mooi, maar ge-
vaarlijk is
Langs de boschkanten kan men meermalen
op vooruitstekende takken een IJsvogel (Al
j \n:i v,;; js
bo-
trophenax nivalis) en Bexgleeuwerikken (Oc-
tocorys alpestris).
Groot is ook het aantal ganzen, zoowei
zee- als landganzen, dat in November kus-
ten en plassen bevolkt. De Grauwe Gans
(Anser anser) komt meer voor in de eerste
helft van genoemde maand, om later plaats te
maken voor talrijke Kolganzen (Anser albi-
frons) en Rietganzen (Anser fabalis). Als
zeegafls mag wel het eerst genoemd worden
de Rotgans (Branta bernicla), die zeer talrijk
voorkomt, en zoowei bij nacht als bij dag
haar eentonig „rot-rot" hooren laat. De
Brandgans (Branta leucopsis) komt zelden
en de Roodhalsgans (Branta ruficollis) zeer
zelden bij ons voor.
Ook Wilde Zwanen komen gedurig voor en
de groote Cygnus musicus, die haar melan-
cholische geluiden tot op verren afstand kan
alten hooren, is wel het sterkt vertegen-
woordigd. Veel zeldzamer komt voor de
Cygnus bewicki, die veel kleiner is, terwijl
Cygnus olor, kenbaar aan het rood van den
bek, meer bij streng winterweer voorkomt.
Enkele Stormvogels komen mede aan on
ze stranden verblijf houden, en dan kan men
er wel het meest vinden het Stormvogeltje
(Procellaria pelagica). Evenals bij andere
Stormvogels komen de neusgaten uit in twee
boven op den snavel geplaatste buis]es. Het
Vaal Stormvogeltje (Procellaria Ieucorrhoa)
is minder standvastig aan de kust verbonden,
zoodat het bij storm en ijsgang somtijds ver
van de kust wordt aangetroffen.
Zeldzaam komen voor de groote Storm
vogels: Fulmaris glacialis en Puffinus puffi-
nus.
Verschillende Jagenneeuwen zouden we
nog kunnen zien, doch onze aandacht wordt
voor wat anders gevraagd. Aan den bui-
tenkant van den dijk zien we twee groote een-
den zwemmen, die zich bij onze nadermg
tamelijk snel zwemmende verwijderen. Toch
hebben we kunnen zien de donkerbruine, van
o-eelbruine randen voorziene bovenvederen,
en hieruit bleek ons al spoedig, dat we te
doen hebben met voorwerpen van Somate-
ria mollessina of Eidereend. Deze vogels
onderscheiden zich van andere eendensoor-
ten door meerdere grootte en vooral, door
dat de vederen der zijden van den kop op
een driehoekige streep doorloopen tot aan
de neusgaten. Dit zijn exemplaren in het
bruine winterkleed. Het prachtkleea -der
mannetjes, dat hoofdzakelijk wit is, doch
roodachtig op den krop en zeegroen aan den
nek, komt slechts zelden bij ons voor.
Slechts enkele paren broeden op de_Wad-
den-eilanden, doch alleen nog maar in de
laatste jaren; overigens zoeken ze broed-
plaats in koudere streken van het Noorde-
lijk ahlfrond. Deze vogels duiken uitstekend
en weten hun voedsel, hoofdzakelijk uit vis-
schen bestaande, tot op groote diepte te be-
machtigen. Het don's is zeer gezocht en
wordt onder den naam Eiderdons voor
hoogen prijs in den handel gebracht Voor
al op de Faroer houden de bewoners zich
bezig met het inzamelen van eiderdons, dat
uit de nersten der broedende vogels wordt
weggenomen. De dieren plukken dan op-
nieuw de veeren uit borst en bulk. Deze
handelwijze wordt soms tot drie keer toe her-
haald, zoodat dan het lijf der vogels geheel
kaal geplukt is, n.m. aan de onderzijde.
Eerst dan laat men de wijfjes broeden, zoo
dat aan de voortplanting geen schade berok-
kend wordt, w&t dan ook niet aan te bevelen
atonfs
nagelaten zijn, dan dadelijk het verzuim her-
stellen!
Sommigen worddra on-gedtildig als de h-en-
n>en, die er zoo bijzonda: bloeiend uitzien,
toch maar geen eitje geven. Controleer ze
eens of ze niet wat zwaar zijn en voer die
zwaren dan wat minder. Wat dierlijk voed
sel zet tot leggen aan. Ook wat groeine erw-
ten d'oor het graan is prima, vooral met bij-
voeging van een fijogfesnedan rauwe uit door
het zachte voer.
Wien het meer te doen is o-m over eenige
weken beste broedeieren te krijgen, die zet
zijn beest-en niet zoo aan, maar laat de natuur
meer haar eigen weg gaan. Die per se eier-en
wil raipen in deze dagen, werkt ook wel met
kunstmatige verlichting van de ran. Daar-
over een volgenden keer.
Meerdere kleine eenden kunnen we waar-
nemen, doch de meeste dezer soorten ehb-
ben we a leens meer gezien. Toch blijven de
mooie IJseenden, met haar verlengde staart-
vederen, de Zeeeenden met haar glimmend
zwatte vederen en van oranje voorziene
snavels, de Brilduikers, waarvan de^ manne
tjes goudgroene, de wijfjes roodbruine kop
pen hebben, de Kuifeenden met haar ver
lengde kruinvederen, en ook nog andere
soorten die we alle ook in deze maand bij
ons kunnen zien, mooie wintergasten, die
het doodsche van de Natuur te niet doen.
Talrijke vogelsoorten vertoeven hier verder
op de bij ebbe droogvallende vlakten. Steeds
verblijven er Gewone en Rosse Grutto's, Re-
genwulpen en verschillende soorten Meeuwen,
waaronder we ook stellig de minder alge
meen voorkomende Drieteenige Meeuw (Ris-
sa tridactyla) zouden ontmoeten.
Met het beschouwen en bestudeeren van
zooveel vogelsoorten, snelt de winter spoe
dig heen en gevoelen we, dat we de koude
zullen kunnen weerstaan en dat straks de
lente weer komen zal.
!J. DAALDER Dz.
cedo ispida) vinden. Vliegt hij weg, dan is
opvallend mooi de blauwachtig groene
venzijde. Loopen kan zoo'n dier slecht,
daar zijn pooten zeer zwak zijn en de bui-
tenste teen van iederen voet men den middel-
sten saamgegroeid is. Zijn snavel is lang en
dik en de kop van het dier is in verhouding
van het overige lichaam bijzonder groot. Op
een bouwlandje buiten het bosch vinden we
verscheidene Woudduiven en Eeeuwerikken.
Musschen en Ringmusschen kunnen we in
groot aantal en hier en daar maakt een Witte
Kwikstaart zijn wippende staartbewegingen.
Kramsvogels of Veldlijsters zijn in groot aan
tal .voorhanden, en meer aan den zeekaat
IN DE STADSiRiEN.
De leg gaat beginnen.
Nu van lieverlede de eene j-onge hen voor,
de andere na, aan den leg gaat, is het goed
's morgens direct bij het voeren eens na-uw-
keurig in het nachthok te zien of er soms
geen ei gevallen' is g-edurende den nacht of
in den don-keren morgen. Men neemt het dan
dadelijk weg, het kan na flinken schoonmaak
gebruikt worden en mocht het soms reeds
gebrok-en zijn, dam is het raadzaam dadelijk
alles weg te ruim-en om .de nieuwsgierige die
ren niet in de verzoeking te brengen er aan
te gaan peuzeleo. Voor goed opgevoede dieren
is dat eigenlijk niet hinderlijk, die zijn reeds
van hun kuikantijd er aan gewoon met stee
nen eieren om te gaan, en waardoor ze naar
een ei buiten het -nest als't ware niet orokij-
ken. Ook heeft men dan gezorgd voor laag
geplaatste zitstokken, niet hooger dan 30
centimeter gesteld. Maar ook moeten de leg-
nesten gemakkelijk bereikbaar zijn, zelfs in
het halfdoniker. En dat er vooral niet hoog
gesprongen behoeft te worden. Voor een hen,
die een ei bij zich heeft, blijven hooge, geior-
ceerdte sprongen en stooten altijd riskant,
met het oog op eierbreuk. Het is ook noodig
de plaats der legnesten, eenmaail gekozen,
niet te veranderen tijdens den leg, want een
kip hecht zich s-terk aan de plaats, waar het
nest staat. Dat is met duivem, fazanten enz
evenzoo. De goede plaatsing en aangename
zindelijke, droge vulling, het d'oet er weinig
toe met wat, zal de jonge hen haar eerste ei
zelfs reeds ter gewensehte plaatse deponee-
ren. Het lean zijn, dat het eerste ei wat moei-
lijkheden veiroorzaakt en als vlies-ei_ komt.
Een niet vermoede ongewenschte begimnende
verv-etting kan dlaar de oorzaak van wezen of
wel gebrek aan kalkdeelen in het bloed. Fijn-
geklopte oude kalk, stukjes schelpen en houts-
1 kooi zijn natuurlijk in' de rem van onze
De zwenking naar links. Een
dag van ruwheid- Trouwen is
altijd ernstig. Berlijn als inter-
nationale kunststad. John Da
niel. Een weldoener der mensch-
heid.
Berlijn, midden November.
De slinger van de volksstemming, die een
tijd lang een merkwaardige neiging aan den
dag legde om naar rechts uit te wijken.
schijnt nu toch weer van richting veranderb
te zijn en naar links te wijzen. De politiek
van de phrase, die de partijen van de
Duitsch-Nationalen en Duitsch Volkischen
volgen, die methode om, zooals een geestig
mensch het heeft uitgedrukt „met een zwaard
te schermen dat heelemaal niet bestaat", kon
de massa of tenminste een deel daarvan, tij
delijk in verwarring brengen, maar op den
duur niet op een dwaalspoor leiden. De eer
ste proef op de som na bet onbegrijpelijke
stelling nemen van de Duitsch-Nationale
partij tegenover de gebeurtenissen van Lo
carno: de Berlijnsche gemeenteraadsverkie-J
zingen heeft ondubbelzinnig be wezen, dat de
weg der toekomst naar links gaat. De be-
richten omtrent andere plaatselijke verkiezin-
gen in het Rijk in de bondsstaten, in de ste-
den en de provincies verkondigen hetzelfde.
De overweldigende meerderheid van het
Ehiitsche voile wil rust en regelmatige ontwik-
keling, wil iediere gelegenheid aangrijpen ont
een draaglijke verhouding tot zijn vroegere
vijanden te seheppen.
Juist de dag van de Berlijnsche gemeente-
raadsverkiezingen heeft ons weer getoond,
wat we te verwachten hadden, als de radica-
len van rechts of van links weer aan het roer
komen. Beiden hebben zich dezen dag door
een voorbesldelooze ruwheid van optredeo
doen kennen. In Berlijn hadden de afschuwe-
lijkste straatscenes plaats. Voornamelijk in
de „deftige buurt" van de Kurfiirstendamm
werd het meeningsverschil gedemonstreerd
op een wijze, die ver uitging boven de gewo
ne „onbeleefdheid". Meer dan vierhonderd
heeren, behoorende tot de rechtsradicale oi
de communistische troep, moesten uitgenoo-
digd worden, den nacht in het bureau van
politie door te brengen, en men yond op hen,
alles samengeteld, de kleieigheid van 70
straatsteenen, 8 boksijzers, 6 dolkmessen, 13
gummiknuppels, 8 „ploertedooders", 5 in-
fanteriespaden, en daarbij geheele uitrustin-
gen van houten latten, voor een deel drie
meter lang en met spijkers beslagen, bestemd
voor het ^,enteren" van auto's. Nog erger:
men vond ook in dreigende hoeveelheden bal
Ions met zoutzunr, lysol en ainmoniak, waar-
mce dit onbeheerschte, heethoofdige gezel
schap elkaar in het gezicht spoot een wer-
kelijk lage manier van uiteenzetting van poli
tieke inzichten, waardoor enkele personen
half of geheel blind werden! Zou men het
mogelijk achten, dat zonen van hetzelfde
volk elkaar volgens zulke geraffineerde me
thoden bestrijden? Een merkwaardigen aan
blik leverden de schoolkinderen op, die met
zwart-wit-roode vlaggetjes over den Kur
fiirstendamm liepen en met hun helle stem-
met jes' opgewonden krijschten.
Welke innige banden aan den anderen
leant de geestesgemeenschap van leden van
eenzelfde partij soms knoopen kan, bewees
dezer dagen in Berlijn een aardig klein be-
drogsprocesje. De beklaagde had daarbij het
genoegen, een geheel terzet van vroegere yer-
loofden als getuigen voor het gerecht te zien.
Daar hij zichzelf als een overtuigde aan-
hanger van de Centrumpartij aangaf, baar-
de het geen verrassing, dat de vrouwelijke
voorwerpen van zijn aanbidding uit secreta-
ressen van den vroegeren rijkskanselier
Wirth, of zelfs van de jaren geleden ver-
moord'en minister Erzberger bestonden, die
beide tot de leiders van het Centrum ta
hoorden. Aan een van deze verloofden had
beklaagde, zooals voor het gerecht^ bleek,
zelfs vertrouwelijk meeegedeeld, dat hij tot de
moordenaars van Erzberger behoorde. Wat
merkwaardigerwijze het hart van de jonge
dante in nog heller gloed zette want, zei-
de zij, zij had dat toch voor opschepperij ge-
houden. Logica, uw naam is vrouw! De rech-
ter vroeg deze eigenaardige verloofde of ze er
de Alpen naar Berlijn, de Italiaan9che dra-
maticus, wiens ster zoo schitterend aan den
hemel van den orem is opgegaan. Hij werd
met gejubel begroet en ingehaala. Daarbij
hoorden we, dat Pirandello een zeer goede-
kenner van Duitschland is, dat hij in Bonn
gestudeerd heeft en tot doctor gepromo-
veerd is. Wederom bleek, hoe snel en ge
makkelijk volkeren elkaai verstaan, juist el-
kaars eigenaardigheden begrijpen, als het
gaat om intellectueele aangelegenheden en
dat slechts de verwenschte politici er de oor
zaak van zijn dat de boel in de war loopt.
Eerder dan de „duce", die thans Italie dicta-
toriaal regeert, scheen ons deze dichter met
zijn schilderachtige witte puntbaard, deze
vriendelijke persoonlijkheid, een leider van
het land toe, welks schoonheid en zon de
Duitschers sinds duizend jaren naar het Zui
den gelokt heeft. De schilders blijven bij de
dichters niet ten achter. Op dit oogenblik
zijn op de herfsttentoonstelling van de „Ber-
liner Sezession", voor de eerste maal sinds
1914 Fransehe kunstenaars door een groote
collectieve inzending vertegenwoordigd en
in het a.s. voorjaar zullen Berlijnsche schil
ders en beeldhouwers in het Parijsche „sa-
lon van de onafhankelijken" werken tentoon-
stellen. Dat zijn allemaal gelukkige en ver-
meldenswaardige teekenen!
Overigens hebben w.e in Berlijn ook nog
ear andere „gastvoorstelling" gehad. Door de
finna Carl Hagenbeck, de eigenares van het
beroemde Hamburger dierenpark, op touw ge-
zet en deze wekte niet minder opzien. De
;ast, die ze ons bracht, was de gorilla John
Daniel. Deze vereerde tijdgenoot uit de aan-
grenzencle provincie in't rijk der levende we-
zene is de eerste in zijn soort, 't meest aan
den mensch verwante van alle dieren, die in
den bioei en de kracht van zijn jaren John
is vijf jaar oud zijn menschelijke neven in
Duitschland kwam bezoeken. De vreemdeling
uit't oerwoud is volkonten tarn, bijzonder
netjes opgevoed een gezellige en goedmoe-
dige knaap. John Daniel was twee jaar oud,
toen hij naar Europa kwam en de Europee-
sche lucht is hem goed bekomen. Hij zit niet
zooals men zou verwachten, in een kooi op-
auto naar de plaats van zijn gastvoorstelling.
Hij heeft dus een heel prettig leven en menige
Duitscher, die onder den druk der tijden te
lijden heeft, zal hem benijden. Maar niet ieder
menschenkind is ook zoo sympathiek en oo-
schuldig-vroolijk als een goed-opgevoede go
rilla.
Tengevolge van de gastvoorstellingen en de
vele opvoeringen van buitenlandsche, Fran
sehe, Engelsche, Amerikaanshe, Italaansche,
Russische, Hongaarsche stukken, die onze
schouwburgen overstroomen, komen de Duit-
sehe auteurs nanwelijks aan het woord. Het
is bijna een wonder, als daartusschen ook
eens het dramatische product van een inheem-
siien dichter op de planken komt. Dat jonge
talenten bij ons niet ontbreken, bleek juist de
zer dagen. Men speelde de comedie van een
joogen schrijver Leo Mathias, dat de titel
„Klavier" droeg. Maar daarmee was niet
bedoeld een piano, maar een man, wiens ide-
aal het is de menschheid gelukkig te maken,
een droomer, genaamd Klavier, die in de co-
mische situaties, waarin zijn doctrinisme hem
plaatst, voorgesteld wordt. Een kostelijke
studie Zelden is het gedaas van de theoretici,
die het leven hervormen willen en daarbij de
bestaande realiteiten vergeten, zoo geestig ge-
karikaturiseerd De heer Klavier is eeu man
zonder vooroordeelen". Hij vindt dat het
heel natuurlijk is, als echtgenooten elkaar
niet trouw te blijven, en stelt een bezoeker
zijn huisvriend met een vriendelijke giimlach
voor: „De geliefde van mijn vrouw". Hij
laat met dezelfde toegevende en begrijpende
giimlach zijn dochter iedere gewensehte vrij-
heid. Iemand vraagt hem: „Kun je nog al
met je zoon opschieten?" en hij antwoordt:
„0 ja, uitstekend, we tutoyeeren elkaar!" Als
zijn echtgenoote sympathieen voor een neger
blijkt te koesteren, wordt hij opstandig. Maar
dan schaamt hij zich daarover, dat hij een
vooroordeel, n.l. dat van den afkeer van bet
gekleurde ras, nog niet overwonnen heeft
En hij ver ft zich zwart, om te boeten en zelf
het leven van een neger op zich te nemen. E>ie
arme meneer Klavier! Allen verlaten hem
tenslotte, de vrouw, de dochter, de zoon en
de vriendin, die zijn goedmoedigheid slechts
uitbuiten wilden. En als een groteske zwarte
boeman staat hij aan het slot van het stuk
eenzaam en treurig op het tooneel. Aldus ver-
o-aat het weldoeners der menschheid
Dr. MAX OSBORN.
Bnitenland
EEN SELF-MADE MAN.
Eenige interessante bijzonderheden zijn be-!
kend geworden over de loopbaan van den
nieuw benoemden president-commissaris der
Standard Oil Company of NewrJersey, mr
George Jones.
Jones, de zoon van een armen trmmerman,
werkelijk had taTtadaaggte I b^on
trouwen. Zij antwoordde: „Ernstig eigen
lijk niet...." waarop de rechter het van groo
te wijsheid getuigende woord1: „Tr-ouwen is
altijd ernstij?' uitsprak. Verscheidene ge
huwde mannen zullen ongetwijfeld voor deze
orakelspreuk het hoofd buigen.
Van meer gewicht dan zulke uiteenzettm
gen tusschen politieke tegenstanders en po'i-
tieke vriendenHs het herstel van het con
tact tusschen de vertegenwoordigers van de
Duitsche en de buitenlandsche intellectueele
wereld, dat zich den laatsten tijd herhaalde-
lijk openbaart. Langzamerhand begint Ber
lijn zich weer de positie van internationale
kunststad te heroveren, die't voor den oor-
log innam. Maar de beteekenis van deze
uitwisselin^ van gedachten is thans een an
dere dan indertijd; ze mag als een verblij-
den symptoon van de veranderde geestesge-
steldheid in Eurpa gelden. Met bijzondere
hartelijkheid hebben de kunstkringen van
Berlijn de Fransehe gasten ontvangen, die
met oprecht gevoelens van toenadering in
de Duitsche hoofdstad kwamen. Na den
Franschen minister van onderwijs De Mon-
zie en den directeur van het Odeon theater
Gemier hebben we nu ook Yvette Guilbert
begroeten kunnen, de grootmeesteres van de
Parijsche chansons uit de klassieke periode
van het Montmartre cabaret, die reeds voor
bijna dertig jaren in Berlijn triomfen gevierd
heeft en die nu nog, ofschoon ze intusschen
een bejaarde dame geworden is, met het
ken jn een spinncrij, tegen een stlaris van 30
dollarcents per 12-urigen werkdag. Een jaar
later gelukte het hem in betrekking te komen
bij een verzekering-maatschappij tegea een
safaris van drie dollar per week en zoo deed
hij zijn best, dat hij het na zes maanden
reeds tot vijf dollar had gebracht.
Aan het einde van het jaar stelde de pa-
troon van Jones voor het salaris te verhoo-
gen tot vier en een halve dollar per week,
met dien verstande, dat hij nu een geheel jaar
geen verhooging meer zou krijgen. Dat stond
den ijverigen jongen man niets aan en hij
besloot zich met alien ijver op het leeren
van stenografie toe te leggen, kt de hoop,
daardoor zijn positie te kunnen verbeteren.
Al spoedig had hij succes en 35 jaar geleden
werd Jones tegen vijftien dollar per week als
stenograaf bij de Standard Oil aangesteld.
In zijn vrijen tijd wijdde hij zich aan
rechtskundige studies, terwijl hij tevens een
goed inzicht kreeg in de uitgebreide organisa-
tie van de maatschappij. Bij em bestuurscri-
sis wist hij blijk te geven van groot organi-
seerend talent, zoodat hij na secretaris der di-
rectie te zijn geweest, in de directie zelf werdi
opgenomen, waarna vrij spoedig zijn benoe
ming tot vice-president volgde.
Men kan hem gedurende de laatste zes jaar
beschouwen als de hoogste autoriteit in de
financieele aangelegenheden der maatschap
pij. Als president-commissaris 'al hij 25000
dollar per jaar ontvangen. y
zou zijn.