A!Kmaarsctie Gourant
Woensdag 25 November.
I Kl I! l.KTON.
Be Resgenoote.
ln en om de hooldstad.
So. 273
Honderd Zeven en Twintigste Jaargang,
De molens van de Schermer of
electrische bemaling.
Het Ing.-Bureau Fr. Eriksson te Rotter
dam bracht aan het Bestuur van „De Hol-
landsche Molen", Vereenigmg tot Behoud
van Molens in Nederland, te Amsterdam het
volgende rapport uit, waarover ingevolge de
besTissing van Ged. Staten de hoofd-ingemeur
van den Prov. Waterstaat een spoedrapport
zal uitbrengen-
Mijne Heeren,
De heer H oof din gen leur- Di recteur van
den Provincialen Waterstaat van Noord-Hol-
land, adviseert aan Ged. Staten van genoem-
de Provincie in zijn apport van 29 Juh 1925,
Dossier 328 No. 15 (1924) het Bestuur van
*de ,Schermeer", hoewel onder enkele voor-
.waarden, toe te staan een aanvang te maken
met de electrificatie van den polder en wel
vooreerst van polder II volgens het gewijzigd
plan A) van het Ingenieursbureau W. C.
K. de Wit te Amsterdam, omvattende de pol-
derafdeel'.ngen M, N en O voor gezamenlijk
rond 970 H.A., aangezien voor dit gedeette,
waarin het meeste bouwland voorkomt, een
betere beheersching van het polderpeil het
meest van belang is.
Naar aanleiding van Uw verzoek hebben
wij de eer U een ontwerp met begrootingen
van stichtings- exploitabekosten betr. de
moofelijkheid van een behoud der windmolens
mef electromotorische hulpkracht ter verbete
ring van de bemaling in de „Schermeer" voor
bovengenoemden Polder II als volgt te doen
geworden
Op technisch en economisoh zeer goed ver-
dedigbare wijze is de meest bedrijfszekere be
maling met het behoud der windvijzelmolens,
welke in zeer goeden staat verkeeren, mogelijk,
indien slechts voor Polder II een zestal mo
lens van electromotorische hulpkracht war
den voorzien.
Een en ander willen wij, aan de hand van
ons van betrouwbare zijde verstrelcte gege-
vens, nader aantoonen:
Bij geheele electrificatie ligt het in de be-
dceling de afdeelingen M, N en O te combi-
neeren door do scheidingsdammcn in don
Zuidetocht tusschen deze afdeelingen onder-
ling weg te nemen. Bij een behoud der w.nd-
molens zal dus tegen deze combinatie even-
min bezwaar kunnen best a an, zoodat dan de
afdeeling N resp. naar links en rechts in de
afdeelingen hoog M en O kan afvloeien,
(vaarbij'dient te worden opgemerkt, dat voor
het niveau-versehil van 0-09 Meter tusschen
hoog en laag M geen afzonderlijke bemalmg
wordt vereischt, aangezien de ontwaterings-
inrichting voor dit gedeelte geen verandering
ondergaat. De twee poldermclens in O en
laag M, kunnen nu gezamenlijk de bemaling
van"Polder II op zich nemen, doch moeten,
teneinde de afhrnkelijkhe'd van de windkracht
geheel op te heffen. van een hulpkraehtwerk
tuig worden voorzien. Voor de handhaving
van het binnenboezemceil zijn verder aange-
wezen de 4 van een hulpkrarhtwerktuig te
voorziene mclens aan het Oosteinde der
Ncordervaart bij Schermerhorn. welke twee
aan twee inten dubbele trap het water on
den buitenboezem uitslaan. De poldermolen
in N, benevens eengang molens in 3 tappen
voor doormaling op de Schermer-Ringvaart
kunnen nu buiten werking worden gesteld
Alle graafwcrken in den riskanten loopzanct-
bcfdem, welke ongetwijfete vele bezv/aren zul-
len opleveren en voor de inrichting van alge-
heele mechanisehe bemaling noodig zijn
kunnen dan achtewege blijven.
Dat onder de ongunstige omstandigheden
met deze 6 van een electromotorische hulp
kracht voorziene molens een vast peil in Pol
der 11 zal kunnen worden gehandhaafd, wit
len wii als volgt aan'oonen:
De watervijzels in de molens met een dia
meter van 1.90 Meter leveren bij ca. 39 omw
min. van den vijzelas, hetwelk als het meest
gunstige toerental is aan te nemen en bij aan-
wezigheid van w'ndkracht een opbrengst
\an minstens 50 M3 water per minuut, waar-
uit blijkt, dat dit vermogen t.o.z. van de te be-
malen oppervlakte door den heer LEEGH-
WATER, de stichter dezer bemaling, zeer
ruim is gekozen. aangezien toch talrijke pol
ders van 5 a 600 H.A. met succes door een
gemaal van hetzelfde vermogen worden be-
diend, zoodat de bemal'ng als in dit ontwerp
vcorgesteld, voor 485 H.A. per mclenagre-
gaat, geen bezwaren zal kunnen opleveren.
Indien nu in het on<ninstteste geval een
schijf water van 60 m/m in een 'week moet
kunnen worden weggemalen, dan moeten de
Roman.
(Uit het Fransch van Guy Chantepleure)
Geautoriseerde vefealing van W H. C.
87
„Wat er van mij worden mo't in geval je
dezen brief nooit zult lezen in geval die
reis, waarvan het S\icce& miss bier, slechts
aan miin pcssmiisme twijfewchtig toeschijnt,
zou slagen dat weet ik niet.
,.0, t i« maar al te waarschijnlijk dat mh'c
verttana nrg rmer wee* wat te toen, dat
mijn geduld, mijn moeJ mijn .trots", zoo-
als je dien noeu. te ten (in.ic ziinPhy
leke, als je eens wist, hoe laf ik me voel, als
ik bij je ben!Maar als ik aan die larheid
toegaf, wat zou ik dan kunnen bopen?
Wat moet ik, o kleine sphinx, uit je teederen
glimlach opmaken? Wat ligt er achter je
reine, mysterieuze oogen verscholen?
„Ook dat weet ik nieten op dit oogen
blik wil ik er niet*aan denken.
„Ja, op dit oogenblik vergeet ik de tragi-
sche mogelljkheid van den dood, die komen
kan, ik vergeet de folterende realiteit van het
leven, dat kan blijven voortduren: ik wil al
les vergeten om je te zeggen hoe innig ik je
li£fheb hoe innig ik je heb liefgehad
Phyleke lasen las maar doer. Nu sprak
bem alfngswerk+ufgen per week 0.06 ma?.1
9.700.000 is 582-000 M3 water kunnen verzet
ten of 97.000 M3 wafer per werkdag, d.i.
ruim 16 maaluren a 3000 M3 water per mo-
len, zoodat ev- speruren voor de stroom leve
ring buiten beschouwing kunnen blijven. Bij
volkomen gebrek aan maalwind zal dus ge-
durende zulk een ongunstige week met ruim
16 maaluren per werkdag voor de hulp-
krachtwerktuigen het peil gemakkelijk worden
beheerscht. Het ongunstige van zulk een ge
val komt nog des te sterker uit, ails men be-
denkt, dat de drie poldermolens gedurende
een geheele week minstens 11 uren per dag
krachtig zouden moeten doormalen, teneinde
dezelfde hoeveelheid water uit te slaan, het-
geen slechts bij groote uitzondering voor
komt.
Wat betreft de waterstaatkundige verhott-
dingen in den polder is op te merken, dat deze
belangrijk gunstiger zijn dan die in vele
droogmakerijen van dezelfde diepte. De
waterberging -in den polder is door flinke
slooten vrij ruim en de toevoer aan de molens
is van dien aard, dat de bijvoeging eener
halve afdeeling, zooals hierboven voor deze
wijze van uitvoering is voorgesteld, geen
punt van bedenking kan uitmaken, aangezien
het peil in de afdeeling N volgens opgave in
het gewijzigd plan A, Polder II van Inge
nieursbureau W. C. K. de Wit 0.08 Meter
hooger is gelegen dan het gemiddelde peil,
hetwelk voor de combinatie der drie afdeelin
gen is aangegeven. In verband hiermede zal
ee" 'emiddeld aantal maaluren van 300 uren
pei en 'n waterverzet van 100 M3) min
w de' hulpkrachwerktuigen voldcende blij
icen te zijn, terwijl voor de molens op ca. 900
windmaaluren per jaar kan worden gerekend
en de motorcapaciteit per molen met het ocg
op voldoende krachtreserve voor een goede
peilbeheersching onder ongunstige omstan
digheden op 35 EPK.moet worden gesteld
(vergl. cntwero gewijzigd plan A, Polder II
van W. C. K. de Wit met een waterverzet
van 85 M3min.,*een opvoerhoogte van 4.40
Meter en een aantal maaluren van 900 uren
per jaar).
De stichtingskosten der 6 hulpkrachhn-
stallaties volgens bijgaande teekening No.
1218 M2, bestaande uit een modernen electro
motor met aangebouwde chroomnikkelstalen
tandradoverbrengins:, geheel op kogellagers
in een gesloten oliebad loopend en voorzien
van ingebcuwde spiraalveeren in de tandwie-
len voor het opnemen van ev. optredende
fchokken of stooten, in verbinding met een
normalen bonkelaar en buitenlager, gemon
teerd op een gemeensehappelijke fundatie-
plaat en direct werkend op den bestaanden.
vijzelbonkelaar, electrische apparaten, lei-
dingen, montage enz. bedragen: zestiendiu-
zend vijfhonderd gulden 16.500.
Fundeeringen, beveili.ging van een en an
der, alsmede het overige molenmakers- en
bouwkundig werk, waaronder is begrepen het
weg graven der scheidingsdammen in den Zui-
dertocht tussclien de po'derafdeelingen M,
N en O onderling: 4.500.
Totale stichtingskosten voor Polder 11een-
en-twintigduizend guldep 21.000
Uit bijgaande teekening blijkt, dat de elec
trische hulpaandrijving van den vijzel op de
meest eenvoudige wijze is samengesteld en
constructief volkomen uitvoerbaar, dat niets
zelfs van de woningruimte in den molen be
sTaafl. -
Betreffende den levertijd "der hulpkrachnn-
stallatie kan worden medegedeeld, dat deze
ca. 4 maanden na definitieve beslissing in be-
drijf kan worden genomen.
Naar aanleiding eener bespreking met de
Directie van het Prov. Electnsch Bedrijf van
Noord-Holland, hebben wij de eer U het vol
gende mede te deelen:
Bovengenoemde Directie stelt zieh op het
standpunt ons eerst dan de benoodigde ge-
gegevens voor de aansluiting en stroomtarie-
ven te kunnen verstrekken. nadat zij van haar
Bestuur alsmede van het Polderbestuur, de
volmacht daartoe heeft ontvangen. Teneinde
echter een exploitatiekostenbegrooting, mede
in verband met Uw verzoek tot spoedige m-
diening van dit ontwerp, te kunnen opstellen
hebben wij de aansluitingskosten, welke met
het oog op de betrekkelijk korte afstanden
tot aan de bestaande netten, niet hoog behoe-
ven te zijn, globaal begroot, terwijl wij voor
vaststelling der stroomkosten het Tarief II
voor levering van electrische energie aan Wa-
terschappen en daarmede gelijk te stellen
stroomverbruikers door de Provincie Noord-
Holiand, hebben aangehouden.
(Wordt vervolgd).
hoeft te worden ingeboet, zooals het Inge-
nieursbureau de Wit meent, maar dat de mo
len ook nog gelegenheid biedt zoo noodig tot
het p'aatsen van een transformator.
Het complete hulpkrachtwerktuig vormt
een geheel en wordt onafhankelijk van den
bovenbouw der molens, op den steenen water-
loop boven den vijzel verstelbaar gemonteerd
in verband met mogelijke slijtage der vijzel-
lagering. Aan de achterzijde van den be
staanden vijzelbonkelaar is een gietijzeren
tandkrans met 41 stuks azijnhouten tanden
stevig gemonteerd en aan de secundaire* as
van den electromotor bevindt zich eveneens
zulk een bonkelaar met 16 tanden, zoodat de
overbrenging op de vijzelas geruischloos ge-
-schiedt, z.ooals reeds eeuwenlang door de
practijk is bewezen zeer doelmatig te zijn.
Het in- en ultschakelen van het molenwerk
vindt op de meest eenvoudige wijze plaats
door middel van een warmas met slinger,
waarmede de verticale molenspil wordt om-
gezet, terwijl in de motorbcnkelaar een vier-
tal uitneembare tanden zijn aangebracht,
welke gemakkelijk zijn in te zetten of te ver-
wijderen. Is de motor buiten werking, dan
wordt de bonkelaar ervan vergrendeld
De bediening is uiterst eenvoudig en kan
door elken molenaar geschieden, terwijl de
motor slechts eenmaal per jaar behoeft te
worden gesmeerd. Gedurende den tijd van
twee jaar wordt voor de hulpkrachtwerktui-
gen in de molens een garantie gegeven in dier
voege, dat alle ev. voorkomende materiaal-
of constructiefouten geheel kosteloos worden
hersteld en overigens voor de prima werking
der hulpaandrijving ten voile wordt inge-
CLVII.
Hoog bezoek in een clubgebouw.
St. Nicolaas nadert.
Op den laatsten dag der vorige week heeft
Amsterdam een bezoex gehad van den Ame-
rikaansohen gezant te Den Haag. Op zich
zeli lijkt dat met z'ooveel bijzonders, want we
hebben in de latere jaren wel meer gezien,.
dat de vertegenwoordiger van deze of gene
mogendheid bij het Nederiandsche hof de
hooidstad met zijn bezoek kwam vereeren.
Maar de komst van den Amerikaanschen ge
zant in de vorige week, toen hij een diamant-
siijpcrij en nog een paar industrieele onder-
neiningen bezocht, het niet beneden zich
achtte in het Tuschinski-gebouw bij te wonen
de vertooning van een film ons land betref
fende, welke eerlang in de Vertenigde Staten
zal gedraaid worden ter voorlichting der
Amertkanen en laat ons hopen ter bevorde-
ring van hun belamgsteliing voor Neder
land;' toen hij ten slotte aanzat aan een
lunch, hun door die „Nederlandsch-Ameri-
kaanscht Kamer van Kcophander' in het
gebouw der „Industrieele Glub' aangehoden,
toont toch wel hoe de verhouding van buiten-
iandsdhe gezantc-n zich tegenover het pubiiek
gewijzigd heeft.
Vreemde gas ten, die in vroeger eeuwen,
vooral in onze groote 17e eeuw, te Den
Haag „geaccrediteeid" waren, namen een
geheel andere positie in dain tegenwoordig
het geval is. Wie onze geschieaenis kent,
weet hoe zij met name de Fransche en
Engelsche gezanten scechts waren politie-
ke waarnemers, blijkbaar zelfs vaak politieke
intriganten', om het woord spion maar niet te
gebruiken. Thans, nu ons land niet langer
een toonaangevende stem heeft in de buiten-
landsche aangelegenheden hebben zij hier een
voor ons land geiukkiger taak gekregen: To
kening te houden met de industrieele en com-
mercieele betrekkingen, die Nederland tegen
over het hunne inneemt. Gezien in dat licht
is ,het bezoek, dat de gezant Tobin nu juist
aan Amsterdam bracht, van grooter betee-
kenis dan oogenschijnlijk het geval is. Wan-
neer de vertegenwoordiger van zulk een be-
langrijken staat, waaamede ons land, en Am
sterdam zeker niet het minst, beteekerisvoile
financieele en commercieele betrekkingen heb
ben in het gebouw, dat de verzamelplaats is
van de toonaangevende mannen op het ge-
bied van fiinancie-wezen, handel en industrie
aanzit, kan zulks niet anders dan deugdelijk
zijn voor de bevordering der handelsbelangen
tusschen de hoofdstad en Amerika. Dan ziet
men eerst duidelijk voor oogen, dat er toch
wel iets, zeer veel zelfs, verainderd is in d^r
eeuwen loop; dat vreemde gezanten een an-
deren blik hebben'op Amsterdam dpn ze had-
den in de 17e eeuw, toen voor hen alleen de
vraag gold of de rijk een machtige koopstad
in een of anderen oorlog hun zaak zou hel-
pen dienen of tegenwerken.
De machtige Amsterdamsche patriciers
moesten zij toen wel degelijk maar de oogen
zien, maar met hen aanzitten aan een een
voudig noenmaal in een „tavcerne" of „loge-
ment" zou wel niet bij hen opgekomen zijn.
En van „clubs" was toen zeker geen sprake.
Amsterdam kende dergelijke instellingen
nog niet en de hoofdstad heeft trouwens nu
nog niet dat sterk-ontwikkelde societeits- en
clubleven, zooals Den Haag en elke Neder
iandsche provincie-stad van beteekenis zulks
kent. De reden daarvoor is zeker grooten-
deels te zoeken in het feit, dat Amsterdam
zooveel gelegenheid tot uitgaan biedt en zoo-
veel koffiehuizen' telt, waar men elkander ge-
regeld onfmoetem kan, dat de behoefte aan
groote societeits-lokalen zich nooit zoo sterk
heeft doen gevoelen als in provinciesteden
flet geval was.
Toch, er fcestaan natuurlijk over de stacl
,erspreid kleinere, intieme societeiten en er
zijn voreenigingen ik denk b.v. aan de be-
kende gezeliige lokalen, waarover roei-ver-
eenigingen als „De Hoop" en „De Amstel"
beschikken, wier leden hun plaats van sarnen-
komst hebben, en bovendien heeft men al se-
dert jaren gekend de clubs in- de Paleisstraat,
t. w. de „Groote Club" en „Doctrina et Ami-
citia" in de Kalverstraat, later saamgesmol-
ten tot de bekende club op den hoek van Pa
leisstraat en Kalverstraat. Daarnaast is later
ontstaan de „Industrieele Club", de vereeni-
ging van groot-industrieelen, die haar zetel
heeft in het bekende gebouw aan den Vijgen-
dam op den hoek van het Rokia, en bednegen
de teekenen niet dan zal binnen afzienbaren
tijd een gebouw verrijzen, waaim een groote
middenstandsclub gevestigd zal worden en
bij het Leidsche Boschje het clubgebouw voor
jonge mannen, in den geest der Engelsche
„Young Men's Christian Association".
Een andere bekende instelling, die eenigs-
zins gerekend mag worden onder hetgeen
men onder „club" of societeit verstaat, her-
denkt deze week haar bestaan van 125 jaren
en kan men dus feitelijk als de oudste onder
de huid'ige instellingen van dien aard be-
schouwen ik bedoel het „Leesmuseum" op
het Rokin bij de Taksteeg.
Aanvamkelijk hebben de oprichters i>n 1800
hun stiehting niet bedoeld te zijn een societeit
zooals wij die thans kennen. Er heeft ook
al had men alle reden om zulks in de span-
nende tijden, die bij de oprichting er van in
onze stad doorleefd werden, te ontkennen
zeker een politieken ondergrond in de beode-
zeker een politieken ondergrond in de bedoe-
geval werd bedoeld elkander voor te lichten
over de beteekenis van hetgeen de wereld toen
beleefde, door samenkomsten en het bijeen-
brengen van al die periodieken en bescheiden,
welke in die dagen aandacht trokken.
In der jaren loop heeft het „Leesmuseum"
zich kunnen uitbreiden en ten slotte het nieu-
we, van 1904 dagteekenende bekende gebouw
gekregen met zijn ruime lees- en conversatie-
zalen en zijn steeds in omvang en beteekenis
toegenomen bibliotheek. De in omloop ge-
brachte leesportefeuilles zijn voor de leden en
hun gezinnen prachtige bronnen voor het
vermeerderen van intellectueeie kennis ge
worden en het „Leesmuseum" heeft in latere
jaren hoe langer hoe meer bij alien, die aan-
leiding vonden om op een of ander gebied
hun kennis te vermeerderen en als plaats
waar men „na kon slaan", een grooten naam
te Amsterdam gekregen Het gebouw aan het
Rokin is voor honderden geworden tot een
„vraagbaak"; deze „club" is er zeker een, die
met rechtmatigen trots mag terugzien op
haar verleden en die bovendien mag wiizen
op haar „oud zijn" niet alleen, doch ook op
haar „nooitverouderd worden", want zoo van
eenige, dan kan het zeker van deze instelling
gezegd worden, dat zij steeds met haar tijd
is medegegaan.
En verder maakt Amsterdam zich wederom
gereed tot het vieren van het feest van den
schutsheilige dezer stad, St. Nicolaas;
Hij is er reeds vroeg ditmaal, want in meer
dan een winkel, waar zoetigheden worden
verkocht en men tevens ..gelagen zet" in den
vorm van thee, chocolade en dergelijke, ook
voor kinderen te-genieten dranken, is de St.
Nicolaas reeds te gast, naar ik op een goeden
middag bemerkte, tot verbazing van een paar
k'.euters, die ik tot hun meoder met verwonde-
ring hoord'e uitspreken over het feit, „dat ze
St. Nicolaas zoo pas in een winkel in de Kal
verstraat hadden gezien en hem nu alweer
dntdekten op den Nieuwendijk". Hoe moeder
het „wonder" verklaard heeft, kan ik niet
navertellen. Te hopen is het, dat haar kleinen
zal worden bespaard hetgeen ik eens gezien
heb,' toen „concurreerende Sinten" uit juist
genoemde straten elkander, gedoscht in hun
genooten, doch ook velen uit den orntrek aer
stad. Het was een markt vol kramen met
speelgoed en iekkernijen en er werd zooveel
zoetigheid verbruikt, dat de Amsterdammers
den naam hadden gekregen van de „koeck-
eters." 't Ging er vaak oud-Holiandsch ruw
en ongegeneerd toe, en zooals Ter Gouw
schrijft: „in deze stad met wel 200.000
zielen, mitsgaders duizenden vreemdelingen,
gaf die St. Niklaas-markt tot het middernach-
telijk uur vaak, dikwijls aanleiding tot
„groote disoadnen, confusieu en de ongere-
geltheden", zoodat in het laatst der 17e eeuw
de koekbakkers en winkeiiers, „die zich voel-
den", hun waren gingen uitstallen in hun
winkels en zoo de deftige burgerij gingen
trekken, die op St. Niklaas-inkoopen uit was."
Dezelfde schrijver doet mededeeling vae
het feit, dat in het begin der 17e eeuw, toen
de eerst Beurs aan den Vijgendam in aan-
bouw was, in een der loodsen, die toen op
den Dam stond, tot groote verbazing der Sint
Nicolaas-vierende Amsterdammers, 'n levende
olifant was te zien. Later heeft men het beest
naar Utrecht willen vervoeren, maar toen
men dezen ,reusachtigen koek-eter" te Mui-
den zou inschepen op de „Veeht-boot", gmg
men zoo onhandig te werk, dat dit Sinter-
k'aas-wonder te water geraakte en jaminer-
lijk verdronk.
De laatste herinnering aan die St. Nico-
laas-markt op den Dam is nu een paar jaar
geleden ook misschien tijdelijk verdwe-
nen. Het was een b'eeltems van den Heilige,
dat aangebracht was in het hoekhuis Dam-
rak en Dam, waarin in latere jaren eerst het
oude, daarna het nieuwe koffiehuis „De
Bisschop" was gevestigd. Het laatste werd
afgebroken, omdat het teekenen van bouw-
valligheid begon te toonen en sedert is die
hoek bedekt door een leelijice, bonte schutting,
die, als zij er nog lang blijft, een even groote
„vermaardheid" zal krijgen als degene, die
zoo langen tijd den voormaligen poel om-
ringde. Wat er achter deze schutting te zien
is, of niet te zien, weet ik niet, maar het oude
bekende St. Nicolaasbeeld zeker niet. Mis
schien dat we het later nog eens in 'n nieu-
wen gevel ter plaatse terug zullen zien als
herinnering aan de St. Nicolaas-markt van
den Dam.
SIN I SANA.
Willem van hun leven, dat zoo liefelijk was
en dat hem zoo ontroera had, van zijn onbe-
kendheid met haar innerlijk leven, zijn onbe-
wuste hardheid jegens haar, zijn aanbidding
voor haar en zijn strijd met zich zelf, van't
gehcim, wsaru.t ce heerlijke er toen zoo
valsche intimiteit bestond, die moest uitloo-
pen op deze laatste dagen van passie en ei-
lende voor hen beidenen hoe lang hij
zich reeds had voorgelogen, om de beko-
ring, die zich van hem had meester gemaakt,.
te loochenen en hoe jaloersch hij op Fabrice
de Mauve was geweest.
„Ik was er van overtuigd dat je nog aan
hem dacht en dat je hem Iiefhad en die
overtuiging, welke me had moeten behoeden
om te denken, iets meer dan een vriend voor
je te zijn, prikkeldc in tegendeel tot het uiter-
ste mijn gevoel van spijt en ergernis. de
diepe ontroering, die ik ondervond, als ik bij
je was, mijn beveling, die ik niet wilde lief-
hebben
,,'t Was als een stof, die oneenigheid tus
schen ons deed ontstaan en die tot gisting
bracht en dan was ik soms onrechtvaar-
dig en slecht. omdat ik ongelukkig was.
„Mijn werk bracht nog redding dat was
mijn toevluchfsoord, mijn bolwerk mijn
genezing. Maar dat leven, waarvan ik nu de
bekoring. betreur; dat abnormale, smartelij-
ke leven was een langzame marteling voor
me... Het onvermijdelijke gebeurde., er
kwam een oogenblik, waarop ik die fictie, die
me zoo verbitterde, loslietwaarop ik had
gezworen mijn vrouw te veroveren, begrijp
„Phyleke je was zoo gevoelig, zoo vol ver-
trouwen! Waarom mocht ik dus niet hopen?
Ik dacht:
Ik zal heel geduldig en heel zacht zijn
maar ik zal haar zoo innig liefhebben, dat
ze langzamerhand zal leeren, in mij niet
meer den ouden vriend van vroeger te zien,
maar den echtgenoot, den man, die verliefd
op haar isDat was, toen ik naar Enge-
land op reis ging. O, wat een dwaze brieven
heb ik je toen geschreven, maar ik heb ze
nooit verzonden!
„Ik kwam thuis, jaloersch en fenuwachti
ger dan ik was vertrokken Toen kwam
dat diner van de Mauriceau dat ik je heb
opgedrongenen ik zag de man, dien ik
wel had willen beleedigen en vermoorden
Lang bleef je met hem alleen O, Phyllis
mijn lievelin.?, die soiree, mijn jaloezieen
toen je spontane gelofte en toen en
toenMijn beveling, als ik je toen in mijn
armen had genomen, als ik je had gezegd
hoe vreesebjk ongelukkig ik was, als
Maar dat was in den vi;a toen juffrouw Av-
guin kort geleden was gestorvenStel je
toen eens dien broederlijken echtgenoot voor,
dien honorair-echtgenoot, die plotseling uit
zijn rol van berusting zou zijn getreden om
zijn vrouw het hof te maken juist op het
oogenblik, waarop ze vele milboenen had
geeerfd
„Te laat! Voor mij was alles geein-
digd Voortaan stond dat geld tusschen
onsalsoi er al met geaoe? dingen wa-
„eerwaardige" plunje, op z'n echt Amster-
damsch gingen uitschelcfen en afrossen en
beiden door de „dienders" naar den Pieterhal
werden gebracht. Wat moeten de jeudige
Amsterdammers, die dat aanschouwd hebben,
wel van den goeden Sint hebben gedacht!
Alevel de winkeiiers maken zich voor den
grooten avond, die naderende is, al ten volte
gereed en zetten in hun uitstalkasten hun beste
beentje voor, zooals zij dat sedert het laatst
der 17e-eeuw zijn gaan doen," toen aan het
St. Neolaas-vieren op straat allengs een eind
ging komen, altharis voor de gegoede klassen
der burgerij, die zich toen reeds hoe langer
hoe meer aan de St. Nicolaas-pret op straat
gingen onttrekken.
Want velen zullen het vermoedelijk nooit
geweten hebben het feest van den Sint
ging hier in vroeger eeuwen gepaard aan het
houden van de St. Nicolaas-markt en na
tuurlijk zou men bijna zeggen werd die
gehouden op den Dam; op den Dam, die nu
eenmaal alle historische gebeurtenissen der
hoofdstad heeft gekend.
-Die St. Nicolaas-markt op den Dam had
groote vermaardheid en lokte niet alleen stad
irovmciaai nieuws
ren, die ons van elkaar scheidden!
„Je was rijk, mijn ktein prin^esje mijn
mooi vrouwtje, voor wu !ux^ en fortuin, die
ik je niet kon gegven, zoo onnisbaar waren!
O, hoe dikwijls zag ik je met je rose gezicht-
je voor me in he: Park te Vichy waar je. zon-
der te rekenen. maar kochv, zoroer zelfs te
weten, wat de dmgen kostten, tc-wijl je zei:
,,ik vind het genot, dat geld oplevert,
heerlijk maar denken aan geld en er mee
omgaan dat zou ik nooit k.u r.ea" en
dat zelfde arm-, ldein. ding berustb later
met opgewek frciil er in een japoa niet te
besfel'en of cv rwoog of ze we. .en auto
.ou nemen als ze uitgmg!
„Je was rijk en toch kon ik me daarover
niet verheugen, want ik voelde me niet meer
gerechtigd "je lief te hebben.. Trots, zooals
je zei? Misschien maar wat zou je wel
van me hebben gedacht, Phyleke, als ik dien
trots niet had gehad?
„0, als je aan mij ook eens had getwijfeld
als je, in weerwil van alles, mij eens vergele-
ken had metdien andere!
,,'t Was geeindigdmaar ik dacht er
niet meer aan me zelf voor te liegen en te
verhalen dat ik je aanbad!
„Ja, ik wil het je wel bekennen, eerst dacht
ik:
,,'t Is een roes vol verwarring, een booze
koortsdroom, die wel weer zal verdwijnen
Haar jeugd, haar charme winden me on
dat zal wel slijten IJdele waan! Ik had
een innige. volmaakte liefde, die zich van
mijn ziel en mijn lichaam had meester ge-
GEMEENTERAAD WAKMENHUIZEN.
l>c raaa vergaaerde Dniodagmiaaag ten 2
ure voltaliig.
De burgemeester, de heer Burger, open-
de de vergadering met een woord van wel-
kom
De heer Molenaar verzocht een kleine
wijziging in de notulen, wei.Ke werd aange
bracht.
Ingekomen stukken:
a. Een verzoek van B. Kink, nachtwaker
alhier, om eene subsidie ais nachtwacht.
Voorgesteld wordt 25 per maand subsidie
te verieenen over den tijd, waarin hij als
nachtwacht fungeert.
De voorzitter decide mede, dat de lijst
van particulieren 48,25 opbrengt, waarom
voorgesteld wordt voor den tijd van 5 maan
den f 25 per maand toe te kennen.
Conform besioteu.
b. Een verzoek van de commissie voor de
malariabestrijding door de bevoiking hi
Noord-Holland om eene subsidie. Te behaii
helen bij de gemeente-begrooting.
c. Een verzoek van de Noord-Hollandsehe
Vereeniging „Het Witte Kruis" om eene sub
sidie ten behoeve der ontsmettingsdiensten te
verstrekken voor het jaar 1925 en
verstrekken voor de jaren 1925 en 1926. Te
behandeien bij de gemeente-begrooting.
d. Een verzoek van het hcofd der school ie
Schoorldam om verlaging van zijn woning-
huur. Te behandeien bij de gemeente-be
grooting.
e. Een verzoek van het R. K. Schoolbe-
stuur om een bijdrage voor leermiddelen ten
behoeve van het voortgezet lager onderwijs
tot een bedrag van 84.58. B. en W. steiden
voor goedgunstig te beschikken op grond dat
de leermiddelen niet aanwezig zijn.
De voorzitter lichtte dit voorstel toe
en deed mededeeling van de aan te schafien
leermiddelen. Spr. stelde op den voorgrond,
dat in het algemeen voor die cursussen geen
leermiddelen worden aangeschaft. Meestal
wordt daarmede rekening gehouden bij de
aanschaffing van de leermiddelen. Het betreft
geen jaarlijks terugkomende subsidie.
De heer Slot was geschrokken toen hij
gewaar werd wat de gevolgen waren van het
stemmen voor de school te Krabbendam,
waarom hij nader aangegeven wenschte te
zien wat zal worden aangeschaft.
De voorzitter gaf deze toelichting,
waarop het voorstel zender hoofdelijke stem
ming werd aangenomen.
Mededeelingen
a. De cursussen voor lret voortgezet lager
onderwijs te Warmenhuizen, Schoorldam en
maakt, voor je opgevat, een liefde, waartegen
ik niet meer kon strijden
„Mijn lieveling, heb ik je niet altijd liefge-
'had? Hoe weinig was er noodig, die groote
teederheid van eertijds de almachtige liefde
van nu te doen worden? Daartoe was slechts
noodig dat in het aangebeden kind zich de
liefelijke vrouw openbaarde. die miin Phyle
ke is gewordende vrouw, die ik niet
kende en die zich zelt nog niet kent
de vrouw herinner je je nog wel? wier
hart in slaap is gevallen, dab de konings-
zoon eens moest wakker maken
Phyleke las... eii las maa; voort; soms
hield ze even op om nogmaals haar mond
op die zenuwachtig volgekrabbeide velle-
tjes te drukken. Ook zij vergat de droevige
realiteit van gisteren en de dreigende moge-
lijkheden van morgen Ze leefde geheel
in het tegenwoordigeen die brief van
Willem, die brief, die haar in verrukking
bracht, bevaite niets van die smartelijke ge-
moedsru.st 6f berusting, die niets meer doet
hopen, van een afschei-dsbriei
Die brief getuigde noch van gemoedsrust,
noch van berusting hij leek evenmin op
die mooie. ontroerende brieven van Colette
Mouche en hij zou zeker voor een roman
niet hebben gedeugd Hij was verdrietig
en hartstocht lijk ernsrig als het leven
De vrede of de schrm des doods was er niet
in te vinden.
■'Wordt vervolgd)
1920
ter
wv - -.wv-A- 7 O