A!Kmaarsctie Gourant Woensdag 25 November. I Kl I! l.KTON. Be Resgenoote. ln en om de hooldstad. So. 273 Honderd Zeven en Twintigste Jaargang, De molens van de Schermer of electrische bemaling. Het Ing.-Bureau Fr. Eriksson te Rotter dam bracht aan het Bestuur van „De Hol- landsche Molen", Vereenigmg tot Behoud van Molens in Nederland, te Amsterdam het volgende rapport uit, waarover ingevolge de besTissing van Ged. Staten de hoofd-ingemeur van den Prov. Waterstaat een spoedrapport zal uitbrengen- Mijne Heeren, De heer H oof din gen leur- Di recteur van den Provincialen Waterstaat van Noord-Hol- land, adviseert aan Ged. Staten van genoem- de Provincie in zijn apport van 29 Juh 1925, Dossier 328 No. 15 (1924) het Bestuur van *de ,Schermeer", hoewel onder enkele voor- .waarden, toe te staan een aanvang te maken met de electrificatie van den polder en wel vooreerst van polder II volgens het gewijzigd plan A) van het Ingenieursbureau W. C. K. de Wit te Amsterdam, omvattende de pol- derafdeel'.ngen M, N en O voor gezamenlijk rond 970 H.A., aangezien voor dit gedeette, waarin het meeste bouwland voorkomt, een betere beheersching van het polderpeil het meest van belang is. Naar aanleiding van Uw verzoek hebben wij de eer U een ontwerp met begrootingen van stichtings- exploitabekosten betr. de moofelijkheid van een behoud der windmolens mef electromotorische hulpkracht ter verbete ring van de bemaling in de „Schermeer" voor bovengenoemden Polder II als volgt te doen geworden Op technisch en economisoh zeer goed ver- dedigbare wijze is de meest bedrijfszekere be maling met het behoud der windvijzelmolens, welke in zeer goeden staat verkeeren, mogelijk, indien slechts voor Polder II een zestal mo lens van electromotorische hulpkracht war den voorzien. Een en ander willen wij, aan de hand van ons van betrouwbare zijde verstrelcte gege- vens, nader aantoonen: Bij geheele electrificatie ligt het in de be- dceling de afdeelingen M, N en O te combi- neeren door do scheidingsdammcn in don Zuidetocht tusschen deze afdeelingen onder- ling weg te nemen. Bij een behoud der w.nd- molens zal dus tegen deze combinatie even- min bezwaar kunnen best a an, zoodat dan de afdeeling N resp. naar links en rechts in de afdeelingen hoog M en O kan afvloeien, (vaarbij'dient te worden opgemerkt, dat voor het niveau-versehil van 0-09 Meter tusschen hoog en laag M geen afzonderlijke bemalmg wordt vereischt, aangezien de ontwaterings- inrichting voor dit gedeelte geen verandering ondergaat. De twee poldermclens in O en laag M, kunnen nu gezamenlijk de bemaling van"Polder II op zich nemen, doch moeten, teneinde de afhrnkelijkhe'd van de windkracht geheel op te heffen. van een hulpkraehtwerk tuig worden voorzien. Voor de handhaving van het binnenboezemceil zijn verder aange- wezen de 4 van een hulpkrarhtwerktuig te voorziene mclens aan het Oosteinde der Ncordervaart bij Schermerhorn. welke twee aan twee inten dubbele trap het water on den buitenboezem uitslaan. De poldermolen in N, benevens eengang molens in 3 tappen voor doormaling op de Schermer-Ringvaart kunnen nu buiten werking worden gesteld Alle graafwcrken in den riskanten loopzanct- bcfdem, welke ongetwijfete vele bezv/aren zul- len opleveren en voor de inrichting van alge- heele mechanisehe bemaling noodig zijn kunnen dan achtewege blijven. Dat onder de ongunstige omstandigheden met deze 6 van een electromotorische hulp kracht voorziene molens een vast peil in Pol der 11 zal kunnen worden gehandhaafd, wit len wii als volgt aan'oonen: De watervijzels in de molens met een dia meter van 1.90 Meter leveren bij ca. 39 omw min. van den vijzelas, hetwelk als het meest gunstige toerental is aan te nemen en bij aan- wezigheid van w'ndkracht een opbrengst \an minstens 50 M3 water per minuut, waar- uit blijkt, dat dit vermogen t.o.z. van de te be- malen oppervlakte door den heer LEEGH- WATER, de stichter dezer bemaling, zeer ruim is gekozen. aangezien toch talrijke pol ders van 5 a 600 H.A. met succes door een gemaal van hetzelfde vermogen worden be- diend, zoodat de bemal'ng als in dit ontwerp vcorgesteld, voor 485 H.A. per mclenagre- gaat, geen bezwaren zal kunnen opleveren. Indien nu in het on<ninstteste geval een schijf water van 60 m/m in een 'week moet kunnen worden weggemalen, dan moeten de Roman. (Uit het Fransch van Guy Chantepleure) Geautoriseerde vefealing van W H. C. 87 „Wat er van mij worden mo't in geval je dezen brief nooit zult lezen in geval die reis, waarvan het S\icce& miss bier, slechts aan miin pcssmiisme twijfewchtig toeschijnt, zou slagen dat weet ik niet. ,.0, t i« maar al te waarschijnlijk dat mh'c verttana nrg rmer wee* wat te toen, dat mijn geduld, mijn moeJ mijn .trots", zoo- als je dien noeu. te ten (in.ic ziinPhy leke, als je eens wist, hoe laf ik me voel, als ik bij je ben!Maar als ik aan die larheid toegaf, wat zou ik dan kunnen bopen? Wat moet ik, o kleine sphinx, uit je teederen glimlach opmaken? Wat ligt er achter je reine, mysterieuze oogen verscholen? „Ook dat weet ik nieten op dit oogen blik wil ik er niet*aan denken. „Ja, op dit oogenblik vergeet ik de tragi- sche mogelljkheid van den dood, die komen kan, ik vergeet de folterende realiteit van het leven, dat kan blijven voortduren: ik wil al les vergeten om je te zeggen hoe innig ik je li£fheb hoe innig ik je heb liefgehad Phyleke lasen las maar doer. Nu sprak bem alfngswerk+ufgen per week 0.06 ma?.1 9.700.000 is 582-000 M3 water kunnen verzet ten of 97.000 M3 wafer per werkdag, d.i. ruim 16 maaluren a 3000 M3 water per mo- len, zoodat ev- speruren voor de stroom leve ring buiten beschouwing kunnen blijven. Bij volkomen gebrek aan maalwind zal dus ge- durende zulk een ongunstige week met ruim 16 maaluren per werkdag voor de hulp- krachtwerktuigen het peil gemakkelijk worden beheerscht. Het ongunstige van zulk een ge val komt nog des te sterker uit, ails men be- denkt, dat de drie poldermolens gedurende een geheele week minstens 11 uren per dag krachtig zouden moeten doormalen, teneinde dezelfde hoeveelheid water uit te slaan, het- geen slechts bij groote uitzondering voor komt. Wat betreft de waterstaatkundige verhott- dingen in den polder is op te merken, dat deze belangrijk gunstiger zijn dan die in vele droogmakerijen van dezelfde diepte. De waterberging -in den polder is door flinke slooten vrij ruim en de toevoer aan de molens is van dien aard, dat de bijvoeging eener halve afdeeling, zooals hierboven voor deze wijze van uitvoering is voorgesteld, geen punt van bedenking kan uitmaken, aangezien het peil in de afdeeling N volgens opgave in het gewijzigd plan A, Polder II van Inge nieursbureau W. C. K. de Wit 0.08 Meter hooger is gelegen dan het gemiddelde peil, hetwelk voor de combinatie der drie afdeelin gen is aangegeven. In verband hiermede zal ee" 'emiddeld aantal maaluren van 300 uren pei en 'n waterverzet van 100 M3) min w de' hulpkrachwerktuigen voldcende blij icen te zijn, terwijl voor de molens op ca. 900 windmaaluren per jaar kan worden gerekend en de motorcapaciteit per molen met het ocg op voldoende krachtreserve voor een goede peilbeheersching onder ongunstige omstan digheden op 35 EPK.moet worden gesteld (vergl. cntwero gewijzigd plan A, Polder II van W. C. K. de Wit met een waterverzet van 85 M3min.,*een opvoerhoogte van 4.40 Meter en een aantal maaluren van 900 uren per jaar). De stichtingskosten der 6 hulpkrachhn- stallaties volgens bijgaande teekening No. 1218 M2, bestaande uit een modernen electro motor met aangebouwde chroomnikkelstalen tandradoverbrengins:, geheel op kogellagers in een gesloten oliebad loopend en voorzien van ingebcuwde spiraalveeren in de tandwie- len voor het opnemen van ev. optredende fchokken of stooten, in verbinding met een normalen bonkelaar en buitenlager, gemon teerd op een gemeensehappelijke fundatie- plaat en direct werkend op den bestaanden. vijzelbonkelaar, electrische apparaten, lei- dingen, montage enz. bedragen: zestiendiu- zend vijfhonderd gulden 16.500. Fundeeringen, beveili.ging van een en an der, alsmede het overige molenmakers- en bouwkundig werk, waaronder is begrepen het weg graven der scheidingsdammen in den Zui- dertocht tussclien de po'derafdeelingen M, N en O onderling: 4.500. Totale stichtingskosten voor Polder 11een- en-twintigduizend guldep 21.000 Uit bijgaande teekening blijkt, dat de elec trische hulpaandrijving van den vijzel op de meest eenvoudige wijze is samengesteld en constructief volkomen uitvoerbaar, dat niets zelfs van de woningruimte in den molen be sTaafl. - Betreffende den levertijd "der hulpkrachnn- stallatie kan worden medegedeeld, dat deze ca. 4 maanden na definitieve beslissing in be- drijf kan worden genomen. Naar aanleiding eener bespreking met de Directie van het Prov. Electnsch Bedrijf van Noord-Holland, hebben wij de eer U het vol gende mede te deelen: Bovengenoemde Directie stelt zieh op het standpunt ons eerst dan de benoodigde ge- gegevens voor de aansluiting en stroomtarie- ven te kunnen verstrekken. nadat zij van haar Bestuur alsmede van het Polderbestuur, de volmacht daartoe heeft ontvangen. Teneinde echter een exploitatiekostenbegrooting, mede in verband met Uw verzoek tot spoedige m- diening van dit ontwerp, te kunnen opstellen hebben wij de aansluitingskosten, welke met het oog op de betrekkelijk korte afstanden tot aan de bestaande netten, niet hoog behoe- ven te zijn, globaal begroot, terwijl wij voor vaststelling der stroomkosten het Tarief II voor levering van electrische energie aan Wa- terschappen en daarmede gelijk te stellen stroomverbruikers door de Provincie Noord- Holiand, hebben aangehouden. (Wordt vervolgd). hoeft te worden ingeboet, zooals het Inge- nieursbureau de Wit meent, maar dat de mo len ook nog gelegenheid biedt zoo noodig tot het p'aatsen van een transformator. Het complete hulpkrachtwerktuig vormt een geheel en wordt onafhankelijk van den bovenbouw der molens, op den steenen water- loop boven den vijzel verstelbaar gemonteerd in verband met mogelijke slijtage der vijzel- lagering. Aan de achterzijde van den be staanden vijzelbonkelaar is een gietijzeren tandkrans met 41 stuks azijnhouten tanden stevig gemonteerd en aan de secundaire* as van den electromotor bevindt zich eveneens zulk een bonkelaar met 16 tanden, zoodat de overbrenging op de vijzelas geruischloos ge- -schiedt, z.ooals reeds eeuwenlang door de practijk is bewezen zeer doelmatig te zijn. Het in- en ultschakelen van het molenwerk vindt op de meest eenvoudige wijze plaats door middel van een warmas met slinger, waarmede de verticale molenspil wordt om- gezet, terwijl in de motorbcnkelaar een vier- tal uitneembare tanden zijn aangebracht, welke gemakkelijk zijn in te zetten of te ver- wijderen. Is de motor buiten werking, dan wordt de bonkelaar ervan vergrendeld De bediening is uiterst eenvoudig en kan door elken molenaar geschieden, terwijl de motor slechts eenmaal per jaar behoeft te worden gesmeerd. Gedurende den tijd van twee jaar wordt voor de hulpkrachtwerktui- gen in de molens een garantie gegeven in dier voege, dat alle ev. voorkomende materiaal- of constructiefouten geheel kosteloos worden hersteld en overigens voor de prima werking der hulpaandrijving ten voile wordt inge- CLVII. Hoog bezoek in een clubgebouw. St. Nicolaas nadert. Op den laatsten dag der vorige week heeft Amsterdam een bezoex gehad van den Ame- rikaansohen gezant te Den Haag. Op zich zeli lijkt dat met z'ooveel bijzonders, want we hebben in de latere jaren wel meer gezien,. dat de vertegenwoordiger van deze of gene mogendheid bij het Nederiandsche hof de hooidstad met zijn bezoek kwam vereeren. Maar de komst van den Amerikaanschen ge zant in de vorige week, toen hij een diamant- siijpcrij en nog een paar industrieele onder- neiningen bezocht, het niet beneden zich achtte in het Tuschinski-gebouw bij te wonen de vertooning van een film ons land betref fende, welke eerlang in de Vertenigde Staten zal gedraaid worden ter voorlichting der Amertkanen en laat ons hopen ter bevorde- ring van hun belamgsteliing voor Neder land;' toen hij ten slotte aanzat aan een lunch, hun door die „Nederlandsch-Ameri- kaanscht Kamer van Kcophander' in het gebouw der „Industrieele Glub' aangehoden, toont toch wel hoe de verhouding van buiten- iandsdhe gezantc-n zich tegenover het pubiiek gewijzigd heeft. Vreemde gas ten, die in vroeger eeuwen, vooral in onze groote 17e eeuw, te Den Haag „geaccrediteeid" waren, namen een geheel andere positie in dain tegenwoordig het geval is. Wie onze geschieaenis kent, weet hoe zij met name de Fransche en Engelsche gezanten scechts waren politie- ke waarnemers, blijkbaar zelfs vaak politieke intriganten', om het woord spion maar niet te gebruiken. Thans, nu ons land niet langer een toonaangevende stem heeft in de buiten- landsche aangelegenheden hebben zij hier een voor ons land geiukkiger taak gekregen: To kening te houden met de industrieele en com- mercieele betrekkingen, die Nederland tegen over het hunne inneemt. Gezien in dat licht is ,het bezoek, dat de gezant Tobin nu juist aan Amsterdam bracht, van grooter betee- kenis dan oogenschijnlijk het geval is. Wan- neer de vertegenwoordiger van zulk een be- langrijken staat, waaamede ons land, en Am sterdam zeker niet het minst, beteekerisvoile financieele en commercieele betrekkingen heb ben in het gebouw, dat de verzamelplaats is van de toonaangevende mannen op het ge- bied van fiinancie-wezen, handel en industrie aanzit, kan zulks niet anders dan deugdelijk zijn voor de bevordering der handelsbelangen tusschen de hoofdstad en Amerika. Dan ziet men eerst duidelijk voor oogen, dat er toch wel iets, zeer veel zelfs, verainderd is in d^r eeuwen loop; dat vreemde gezanten een an- deren blik hebben'op Amsterdam dpn ze had- den in de 17e eeuw, toen voor hen alleen de vraag gold of de rijk een machtige koopstad in een of anderen oorlog hun zaak zou hel- pen dienen of tegenwerken. De machtige Amsterdamsche patriciers moesten zij toen wel degelijk maar de oogen zien, maar met hen aanzitten aan een een voudig noenmaal in een „tavcerne" of „loge- ment" zou wel niet bij hen opgekomen zijn. En van „clubs" was toen zeker geen sprake. Amsterdam kende dergelijke instellingen nog niet en de hoofdstad heeft trouwens nu nog niet dat sterk-ontwikkelde societeits- en clubleven, zooals Den Haag en elke Neder iandsche provincie-stad van beteekenis zulks kent. De reden daarvoor is zeker grooten- deels te zoeken in het feit, dat Amsterdam zooveel gelegenheid tot uitgaan biedt en zoo- veel koffiehuizen' telt, waar men elkander ge- regeld onfmoetem kan, dat de behoefte aan groote societeits-lokalen zich nooit zoo sterk heeft doen gevoelen als in provinciesteden flet geval was. Toch, er fcestaan natuurlijk over de stacl ,erspreid kleinere, intieme societeiten en er zijn voreenigingen ik denk b.v. aan de be- kende gezeliige lokalen, waarover roei-ver- eenigingen als „De Hoop" en „De Amstel" beschikken, wier leden hun plaats van sarnen- komst hebben, en bovendien heeft men al se- dert jaren gekend de clubs in- de Paleisstraat, t. w. de „Groote Club" en „Doctrina et Ami- citia" in de Kalverstraat, later saamgesmol- ten tot de bekende club op den hoek van Pa leisstraat en Kalverstraat. Daarnaast is later ontstaan de „Industrieele Club", de vereeni- ging van groot-industrieelen, die haar zetel heeft in het bekende gebouw aan den Vijgen- dam op den hoek van het Rokia, en bednegen de teekenen niet dan zal binnen afzienbaren tijd een gebouw verrijzen, waaim een groote middenstandsclub gevestigd zal worden en bij het Leidsche Boschje het clubgebouw voor jonge mannen, in den geest der Engelsche „Young Men's Christian Association". Een andere bekende instelling, die eenigs- zins gerekend mag worden onder hetgeen men onder „club" of societeit verstaat, her- denkt deze week haar bestaan van 125 jaren en kan men dus feitelijk als de oudste onder de huid'ige instellingen van dien aard be- schouwen ik bedoel het „Leesmuseum" op het Rokin bij de Taksteeg. Aanvamkelijk hebben de oprichters i>n 1800 hun stiehting niet bedoeld te zijn een societeit zooals wij die thans kennen. Er heeft ook al had men alle reden om zulks in de span- nende tijden, die bij de oprichting er van in onze stad doorleefd werden, te ontkennen zeker een politieken ondergrond in de beode- zeker een politieken ondergrond in de bedoe- geval werd bedoeld elkander voor te lichten over de beteekenis van hetgeen de wereld toen beleefde, door samenkomsten en het bijeen- brengen van al die periodieken en bescheiden, welke in die dagen aandacht trokken. In der jaren loop heeft het „Leesmuseum" zich kunnen uitbreiden en ten slotte het nieu- we, van 1904 dagteekenende bekende gebouw gekregen met zijn ruime lees- en conversatie- zalen en zijn steeds in omvang en beteekenis toegenomen bibliotheek. De in omloop ge- brachte leesportefeuilles zijn voor de leden en hun gezinnen prachtige bronnen voor het vermeerderen van intellectueeie kennis ge worden en het „Leesmuseum" heeft in latere jaren hoe langer hoe meer bij alien, die aan- leiding vonden om op een of ander gebied hun kennis te vermeerderen en als plaats waar men „na kon slaan", een grooten naam te Amsterdam gekregen Het gebouw aan het Rokin is voor honderden geworden tot een „vraagbaak"; deze „club" is er zeker een, die met rechtmatigen trots mag terugzien op haar verleden en die bovendien mag wiizen op haar „oud zijn" niet alleen, doch ook op haar „nooitverouderd worden", want zoo van eenige, dan kan het zeker van deze instelling gezegd worden, dat zij steeds met haar tijd is medegegaan. En verder maakt Amsterdam zich wederom gereed tot het vieren van het feest van den schutsheilige dezer stad, St. Nicolaas; Hij is er reeds vroeg ditmaal, want in meer dan een winkel, waar zoetigheden worden verkocht en men tevens ..gelagen zet" in den vorm van thee, chocolade en dergelijke, ook voor kinderen te-genieten dranken, is de St. Nicolaas reeds te gast, naar ik op een goeden middag bemerkte, tot verbazing van een paar k'.euters, die ik tot hun meoder met verwonde- ring hoord'e uitspreken over het feit, „dat ze St. Nicolaas zoo pas in een winkel in de Kal verstraat hadden gezien en hem nu alweer dntdekten op den Nieuwendijk". Hoe moeder het „wonder" verklaard heeft, kan ik niet navertellen. Te hopen is het, dat haar kleinen zal worden bespaard hetgeen ik eens gezien heb,' toen „concurreerende Sinten" uit juist genoemde straten elkander, gedoscht in hun genooten, doch ook velen uit den orntrek aer stad. Het was een markt vol kramen met speelgoed en iekkernijen en er werd zooveel zoetigheid verbruikt, dat de Amsterdammers den naam hadden gekregen van de „koeck- eters." 't Ging er vaak oud-Holiandsch ruw en ongegeneerd toe, en zooals Ter Gouw schrijft: „in deze stad met wel 200.000 zielen, mitsgaders duizenden vreemdelingen, gaf die St. Niklaas-markt tot het middernach- telijk uur vaak, dikwijls aanleiding tot „groote disoadnen, confusieu en de ongere- geltheden", zoodat in het laatst der 17e eeuw de koekbakkers en winkeiiers, „die zich voel- den", hun waren gingen uitstallen in hun winkels en zoo de deftige burgerij gingen trekken, die op St. Niklaas-inkoopen uit was." Dezelfde schrijver doet mededeeling vae het feit, dat in het begin der 17e eeuw, toen de eerst Beurs aan den Vijgendam in aan- bouw was, in een der loodsen, die toen op den Dam stond, tot groote verbazing der Sint Nicolaas-vierende Amsterdammers, 'n levende olifant was te zien. Later heeft men het beest naar Utrecht willen vervoeren, maar toen men dezen ,reusachtigen koek-eter" te Mui- den zou inschepen op de „Veeht-boot", gmg men zoo onhandig te werk, dat dit Sinter- k'aas-wonder te water geraakte en jaminer- lijk verdronk. De laatste herinnering aan die St. Nico- laas-markt op den Dam is nu een paar jaar geleden ook misschien tijdelijk verdwe- nen. Het was een b'eeltems van den Heilige, dat aangebracht was in het hoekhuis Dam- rak en Dam, waarin in latere jaren eerst het oude, daarna het nieuwe koffiehuis „De Bisschop" was gevestigd. Het laatste werd afgebroken, omdat het teekenen van bouw- valligheid begon te toonen en sedert is die hoek bedekt door een leelijice, bonte schutting, die, als zij er nog lang blijft, een even groote „vermaardheid" zal krijgen als degene, die zoo langen tijd den voormaligen poel om- ringde. Wat er achter deze schutting te zien is, of niet te zien, weet ik niet, maar het oude bekende St. Nicolaasbeeld zeker niet. Mis schien dat we het later nog eens in 'n nieu- wen gevel ter plaatse terug zullen zien als herinnering aan de St. Nicolaas-markt van den Dam. SIN I SANA. Willem van hun leven, dat zoo liefelijk was en dat hem zoo ontroera had, van zijn onbe- kendheid met haar innerlijk leven, zijn onbe- wuste hardheid jegens haar, zijn aanbidding voor haar en zijn strijd met zich zelf, van't gehcim, wsaru.t ce heerlijke er toen zoo valsche intimiteit bestond, die moest uitloo- pen op deze laatste dagen van passie en ei- lende voor hen beidenen hoe lang hij zich reeds had voorgelogen, om de beko- ring, die zich van hem had meester gemaakt,. te loochenen en hoe jaloersch hij op Fabrice de Mauve was geweest. „Ik was er van overtuigd dat je nog aan hem dacht en dat je hem Iiefhad en die overtuiging, welke me had moeten behoeden om te denken, iets meer dan een vriend voor je te zijn, prikkeldc in tegendeel tot het uiter- ste mijn gevoel van spijt en ergernis. de diepe ontroering, die ik ondervond, als ik bij je was, mijn beveling, die ik niet wilde lief- hebben ,,'t Was als een stof, die oneenigheid tus schen ons deed ontstaan en die tot gisting bracht en dan was ik soms onrechtvaar- dig en slecht. omdat ik ongelukkig was. „Mijn werk bracht nog redding dat was mijn toevluchfsoord, mijn bolwerk mijn genezing. Maar dat leven, waarvan ik nu de bekoring. betreur; dat abnormale, smartelij- ke leven was een langzame marteling voor me... Het onvermijdelijke gebeurde., er kwam een oogenblik, waarop ik die fictie, die me zoo verbitterde, loslietwaarop ik had gezworen mijn vrouw te veroveren, begrijp „Phyleke je was zoo gevoelig, zoo vol ver- trouwen! Waarom mocht ik dus niet hopen? Ik dacht: Ik zal heel geduldig en heel zacht zijn maar ik zal haar zoo innig liefhebben, dat ze langzamerhand zal leeren, in mij niet meer den ouden vriend van vroeger te zien, maar den echtgenoot, den man, die verliefd op haar isDat was, toen ik naar Enge- land op reis ging. O, wat een dwaze brieven heb ik je toen geschreven, maar ik heb ze nooit verzonden! „Ik kwam thuis, jaloersch en fenuwachti ger dan ik was vertrokken Toen kwam dat diner van de Mauriceau dat ik je heb opgedrongenen ik zag de man, dien ik wel had willen beleedigen en vermoorden Lang bleef je met hem alleen O, Phyllis mijn lievelin.?, die soiree, mijn jaloezieen toen je spontane gelofte en toen en toenMijn beveling, als ik je toen in mijn armen had genomen, als ik je had gezegd hoe vreesebjk ongelukkig ik was, als Maar dat was in den vi;a toen juffrouw Av- guin kort geleden was gestorvenStel je toen eens dien broederlijken echtgenoot voor, dien honorair-echtgenoot, die plotseling uit zijn rol van berusting zou zijn getreden om zijn vrouw het hof te maken juist op het oogenblik, waarop ze vele milboenen had geeerfd „Te laat! Voor mij was alles geein- digd Voortaan stond dat geld tusschen onsalsoi er al met geaoe? dingen wa- „eerwaardige" plunje, op z'n echt Amster- damsch gingen uitschelcfen en afrossen en beiden door de „dienders" naar den Pieterhal werden gebracht. Wat moeten de jeudige Amsterdammers, die dat aanschouwd hebben, wel van den goeden Sint hebben gedacht! Alevel de winkeiiers maken zich voor den grooten avond, die naderende is, al ten volte gereed en zetten in hun uitstalkasten hun beste beentje voor, zooals zij dat sedert het laatst der 17e-eeuw zijn gaan doen," toen aan het St. Neolaas-vieren op straat allengs een eind ging komen, altharis voor de gegoede klassen der burgerij, die zich toen reeds hoe langer hoe meer aan de St. Nicolaas-pret op straat gingen onttrekken. Want velen zullen het vermoedelijk nooit geweten hebben het feest van den Sint ging hier in vroeger eeuwen gepaard aan het houden van de St. Nicolaas-markt en na tuurlijk zou men bijna zeggen werd die gehouden op den Dam; op den Dam, die nu eenmaal alle historische gebeurtenissen der hoofdstad heeft gekend. -Die St. Nicolaas-markt op den Dam had groote vermaardheid en lokte niet alleen stad irovmciaai nieuws ren, die ons van elkaar scheidden! „Je was rijk, mijn ktein prin^esje mijn mooi vrouwtje, voor wu !ux^ en fortuin, die ik je niet kon gegven, zoo onnisbaar waren! O, hoe dikwijls zag ik je met je rose gezicht- je voor me in he: Park te Vichy waar je. zon- der te rekenen. maar kochv, zoroer zelfs te weten, wat de dmgen kostten, tc-wijl je zei: ,,ik vind het genot, dat geld oplevert, heerlijk maar denken aan geld en er mee omgaan dat zou ik nooit k.u r.ea" en dat zelfde arm-, ldein. ding berustb later met opgewek frciil er in een japoa niet te besfel'en of cv rwoog of ze we. .en auto .ou nemen als ze uitgmg! „Je was rijk en toch kon ik me daarover niet verheugen, want ik voelde me niet meer gerechtigd "je lief te hebben.. Trots, zooals je zei? Misschien maar wat zou je wel van me hebben gedacht, Phyleke, als ik dien trots niet had gehad? „0, als je aan mij ook eens had getwijfeld als je, in weerwil van alles, mij eens vergele- ken had metdien andere! ,,'t Was geeindigdmaar ik dacht er niet meer aan me zelf voor te liegen en te verhalen dat ik je aanbad! „Ja, ik wil het je wel bekennen, eerst dacht ik: ,,'t Is een roes vol verwarring, een booze koortsdroom, die wel weer zal verdwijnen Haar jeugd, haar charme winden me on dat zal wel slijten IJdele waan! Ik had een innige. volmaakte liefde, die zich van mijn ziel en mijn lichaam had meester ge- GEMEENTERAAD WAKMENHUIZEN. l>c raaa vergaaerde Dniodagmiaaag ten 2 ure voltaliig. De burgemeester, de heer Burger, open- de de vergadering met een woord van wel- kom De heer Molenaar verzocht een kleine wijziging in de notulen, wei.Ke werd aange bracht. Ingekomen stukken: a. Een verzoek van B. Kink, nachtwaker alhier, om eene subsidie ais nachtwacht. Voorgesteld wordt 25 per maand subsidie te verieenen over den tijd, waarin hij als nachtwacht fungeert. De voorzitter decide mede, dat de lijst van particulieren 48,25 opbrengt, waarom voorgesteld wordt voor den tijd van 5 maan den f 25 per maand toe te kennen. Conform besioteu. b. Een verzoek van de commissie voor de malariabestrijding door de bevoiking hi Noord-Holland om eene subsidie. Te behaii helen bij de gemeente-begrooting. c. Een verzoek van de Noord-Hollandsehe Vereeniging „Het Witte Kruis" om eene sub sidie ten behoeve der ontsmettingsdiensten te verstrekken voor het jaar 1925 en verstrekken voor de jaren 1925 en 1926. Te behandeien bij de gemeente-begrooting. d. Een verzoek van het hcofd der school ie Schoorldam om verlaging van zijn woning- huur. Te behandeien bij de gemeente-be grooting. e. Een verzoek van het R. K. Schoolbe- stuur om een bijdrage voor leermiddelen ten behoeve van het voortgezet lager onderwijs tot een bedrag van 84.58. B. en W. steiden voor goedgunstig te beschikken op grond dat de leermiddelen niet aanwezig zijn. De voorzitter lichtte dit voorstel toe en deed mededeeling van de aan te schafien leermiddelen. Spr. stelde op den voorgrond, dat in het algemeen voor die cursussen geen leermiddelen worden aangeschaft. Meestal wordt daarmede rekening gehouden bij de aanschaffing van de leermiddelen. Het betreft geen jaarlijks terugkomende subsidie. De heer Slot was geschrokken toen hij gewaar werd wat de gevolgen waren van het stemmen voor de school te Krabbendam, waarom hij nader aangegeven wenschte te zien wat zal worden aangeschaft. De voorzitter gaf deze toelichting, waarop het voorstel zender hoofdelijke stem ming werd aangenomen. Mededeelingen a. De cursussen voor lret voortgezet lager onderwijs te Warmenhuizen, Schoorldam en maakt, voor je opgevat, een liefde, waartegen ik niet meer kon strijden „Mijn lieveling, heb ik je niet altijd liefge- 'had? Hoe weinig was er noodig, die groote teederheid van eertijds de almachtige liefde van nu te doen worden? Daartoe was slechts noodig dat in het aangebeden kind zich de liefelijke vrouw openbaarde. die miin Phyle ke is gewordende vrouw, die ik niet kende en die zich zelt nog niet kent de vrouw herinner je je nog wel? wier hart in slaap is gevallen, dab de konings- zoon eens moest wakker maken Phyleke las... eii las maa; voort; soms hield ze even op om nogmaals haar mond op die zenuwachtig volgekrabbeide velle- tjes te drukken. Ook zij vergat de droevige realiteit van gisteren en de dreigende moge- lijkheden van morgen Ze leefde geheel in het tegenwoordigeen die brief van Willem, die brief, die haar in verrukking bracht, bevaite niets van die smartelijke ge- moedsru.st 6f berusting, die niets meer doet hopen, van een afschei-dsbriei Die brief getuigde noch van gemoedsrust, noch van berusting hij leek evenmin op die mooie. ontroerende brieven van Colette Mouche en hij zou zeker voor een roman niet hebben gedeugd Hij was verdrietig en hartstocht lijk ernsrig als het leven De vrede of de schrm des doods was er niet in te vinden. ■'Wordt vervolgd) 1920 ter wv - -.wv-A- 7 O

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1925 | | pagina 5