Alkmaarsche Gourant W Be Eeisgenoot®. Hontiertl Zevsn en Twlntigsfe Jaargang. Maandas 30 November. FK! IS J ETON. WEET GIJ DIT WEL? I No. 282 1925 Stadsnieuws. Soc.-Dem. Gemeenteraadsleden. Door de afdeeling Noord-Holland-Noord der vereeniging van soc.-dem- leden van ge- meenteraden en van de Provinciate Staten (■an Nederland werd gister in het gebouw „De Unle" de zesde jaar vergadering gehou- den. De voorzitter, de heer Van d e Vail (Helloo), had de opkomst nog grooter ver- wadit, doch gezien de onbegaanbaarheid der wegen vond hij de minder goede opkomst te verklaren. Spr. gaf altereerst een terugblik op de gehouden Kamerverkiezingen en meen- de, dat daaruit voor de vereeniging wel iets is te halen, n.l. winst. De politiek ten plattelan- de door de soc.-dem. gemeenteraadsleden werd door spr. met een enkel woord belicht en hij spoorde ernstig aan steeds voeling te houden met de partij-afdeelingen Spr. stelde het werk in den Raad gelijk aan het schaakspel. Doen wij een verkeerden zet, dan kan dat verlies beteekenen. Bij de begrootings- schouwingen in 1926 in de gemeenteradei moeten wij het perspectief openen voor het ko- mende jaar. Mooie posities heeft onze partij veroverd in diverse gemeenteraden, hiervoor verwees spr. o.m. naar verschillende kleine gemeenten. Een- oogenblik stond spr. sti! bij de minis- tercrisis. Verkeerd werd het do - spr. geacht, dat in die gemeenten, waar een meerder- held is, aan het hoofd gt-ai roode bur- gemeester staat. Zaandam Lan in dit geval worden buitengesloten. Dat in totaal over 13 roode wethouders wordt beschikt, achtte spr. een slecht cijfer; daar moeten wij vanaf, evenwel niet naar beneden, maar naar boven Wij moeten er toe overgaan om een wetho-u- derszetel te ambieeren, ook al zijn wij minder- heid. Als minderheid kan men veel doen in het belang van de beweging. (Applaus). Hierna heette de voorzitter alien welkom, inzonderheid de heeren K, ter Laan, Burge- meester van Zaandam en A.. W. Michels, lid van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland. Op het inleidend woord volgde een vrucht- foare gedachtenwisseling, waaraan deelna- imen de heeren Zeeman (Zuid-Scharwoude), Schipper (Castricum), Prins (Zaandam) en Wester hot (Alkmaar). Jaarverslag van den secretaris. Hierna werd door den secretaris, den heer J. Westerhof te Alkmaar, het jaar verslag uitgebracht, waaruit kan worden aangestiptv dat op Zondag 22 Maart 1925 een 'latmuntend geslaagde cursusvergadering is gehouden, waar een drietal onderwerpen werden ingeleid en wel: 1. Grondpolitiek, 2- het ziekenhuisvraag- stuk, 3. het woningvraagstuk. De heer Westerhof trad op als inleider Een excursie werd georganiseerd op Zondag 30 Augustus 1925 naar Zaandam, Wormer- veer en Alkmaar, waar de moderne woning- bouw werd bezichtigd en te Assendelft, waar de 7400 meter lange nieuwe Narcovia-\veg- bedekking in oogenschouw werd gen omen. Te Alkmaar'werd o.m. ook bezocht de voormali- ge Cadettenschool, die mgericht zal worden tot Centrral neutraal ziekenhuis. Terzake het adviesbureau voor raadsleden werden 59 schriftelijke en 21 mondelinge adviezen ver- strekt Jaarverslag van den Penningmees- ter. Door den Penningmeester, den heer P. Zeeman (Z.-Sdiarwoudp), werd het jaarverslag uitgebracht. waaruit bleek, dat ontvangen was 315.17 en uitgegeven 241.84y2; saldo 73.32i/2. Bij mcnde van den heer W a n D r u n e n (Alkmaar) werd gerapporteerd, dat de boeken en bescheiden van den penn.ng- meester in goede crd-e ziin bevonden. Na een kleine gedachtenwisseling werden de uitgebrachte jsarverslagen, onder applaus goedgekeurd, waarna de vergadering wera geschorst tot des namiddags. Rede van den heer Ter Laan. Te 1.15 tier op-endde v oorzitter'de vergadering en gaf het woord aan den heer Ter Laan voor zijn cnderwerp, cat was aangekondigd te ziin: „De aantasting dei autonomie der gemeenten door Ged. Staten van Noord-Holland". Dit was niet juist, zeidte spr., want hij zou in het algemeen soreken over die autonomie Spr. begon met aan te halen de G-emeente- wet 1851 van minister Thorbecke, welfee wet thans nog geldt en waarin wordt uitgegaan van een zelfbestuur der gemeenten. Ged. Sta ten en het rijk hadd-en met de gemeenten niets te maken. De beteekenis dier wet is deze, dat craarin werden samengevoegG arte toen reeds geldende geschreven of ongesdireven wet- ten. Onder de Republiek der Vereenigde Neder- landen lag reeds de macht bij de 18 Holland- sche steden, het platteland had niets te zeg- gen. Deze steden zonden afgevaardigden naar de Prov. Staten en deze beslisten dan, zoodiat tot de Fransche revolutie niets kan gebeuren zonder den wil der steden. Men zou kunmen zeggen, ^at de steden toen te veel macht had- den. In 1815 werd het geheel anders, de Prov. Staten werden alien controleurs over de ge meenten, moesten nagaan of de wetten wer den toegepast. Maar zooveel bleef bestaan, dat elke gemeente haar eigea bestuur voerde. De taak van de Ged. Staten ten opzichte van dte gemeenten is niet anders dan een na gaan of deze iets besluiten, dat in strijd is met de rijkswctten. Het gebeurt immers wel eens dat een Raad iets besluit, dat in de algemeene rijkswetten anders is omschreven. Verder hebben Ged. Staten te waken tegen maatregc- len der gemeente, die het algemeen belangi zouden schacfen, Zij hebben ctaarbij te zor- gen, dat de gemeenten de plaatselijke belarw gen niet laten overheerschen over het alge meen belang (spr. noemde b.v. inzake tolhefr fing). De soc.-dem. zullen zicli, zei spr., tegen zulk een opvatting van de taak der Staten nooit verzetten. Ten derde hebben Ged. Staten een zeer *"herp tocjicht op de gemeentelijke financien teen halve cent mag worden uitgegeven of j. at besluit daartoe moet eerst naar de Staten. .vaartegen hebben de soc.-dem. al evenmin bezwaar, maar een andere vraag is of de Sta ten het doel van een uitgaaf mogen controlee- ren. Dit nu is nooit de bedoeling geweest van Thorbecke en spr. was er ook steUig te gen, dat Ged. Staten zich zouden afvragen of b.v. een gemeente a.l dan niet een stuk land zou noodig hebben, als een gemeenteraad tot den aankoop had besloten. Wel mogen zij na gaan of het te duur werd gekocht, maar con- tTole over het al of niet noodzakdijke van een uitgaaf mogen Ged1. Staten niet uitcefenen. Doen zij dat wel, dan zouden zij'zich op den stoel der Raadsleden plaatsen. Deze hebben zelf de verantwoordelij-khcid hunner beslui ten te dragen. De'achtergrond van de wet van 1851 was, dat elke gemeente zichzelf moest redden en. dat kan den zij to-en ook. Tegenwoordig is dit anders. Tengevolge van de ontwikkeling op elk gebied zijn er vete die moeite hebben de eindfes aan elkaar te knoopen. In 1897 is onder minister Goeman Borge- sius een wet tot stand gekomen die de finan- cieele verhouding regelt tusschen rijk en ge meente (een uiikeering van een bepaakl be- drag per inwoner door het rijk aan de ge meenten), noodig ten gevolge van de sociale nooden. Tegenwoordig blijkt in zeer vete gemeenten die ifitkeering veel te gerkig, nu door de me- deregeering der soc.-dem. in de gemeentera den veel is gedaan aan sociale maatregelen. En het is nu toch zoo, dat buiten de soc.-dem. geen bestuur meer denkbaar is, zij drukken hun stempel op alterlci maatregelen. Het annbestuur, onderwij-s en vele andere zaloen zijn gewijzigd en daar ligt de oorzaak er van, dat de rijksuitkeering thans te klein is cn dikwijls niet genoeg kan worden gedaan of de belasting wordt opgevoerd. Een schrijnende tegenstolling is, dat in vele gemeenten geen of slech'ts weini-g belas ting wordt geheven doordat er menschen wo- nen, die in andere streken hunne bezittingen hebben, waar dan soms weer zeer veel gehe ven moet worden om te voldoen aan alierlei eischen van armwezen, werkleozenzorg, enz., in enkeie gevallen zeffs tot 20 pet. van het in- komen. Nu heeft de regeering wel wat gedaan tot verbetering, maar niet atles kan daardoor worden opgelost. Spr. noemde b.v. de zake- lijke bedrijfsbelasting, maar het is nu toch mogelijk, dat men de eigenaren niet kan aan- slaan, gelijk spr. met een voorbeeld uit Zaan dam aantoonde. E>e tijdens den oorlog verdubbelde uitkee- ring is nu weer op het emkeivoudige bedrag cn daarmee is men weer op den verkeerden weg. De soc.-dem. ijveren nu steeds er voor, dat atle uitgaven gedaan voor het algemeen belang (onderwijs, politie e. d.)door het riik worden gedragen._ Dit si zeer logisclv, omdat het zeer.wenschelijk is, dad de regeering voor- uitstrevend is en de gcvolgen betaalt van haar eigen wetten. In den laatsten tijd hebben de rijksregee ring en Prov. Staten te gemeenten wel eens aan banden gelegd, b.v. ten opzichte van de werldoozenuitkeering, De onderworpen- heid aan die voorschriften beslist over steun van bovenaf. Vele gemeenten hebben nu nog hoogere be- lastingen dan voor den oorlog, tengevolge van te crisismaatregefen (in Zaandam niet, daar zijn zij zelfs iets lager dan in 1924). Twee dingen werken sam-en, om dc Ged. Roman. (Uit het Fransch van Guy Chanteplenre). Geautoriseerde vertaling van W. H, C. 91)' Willem, zei ze, wil je, nu mijnheyr Vig- nol ziek is, mij meenemen? Met schrik duwde Willem haar terug. Jou meenemen? Maar kindlief, je bent niet wijs. Met een zenuwachtig lachje zei ze: Je hebt me wel eens meer gezegd, dat Ik niet wijs was, Willem toen ik je ten huwelijk vroeg, weet je nog wel? 't Leven is een reiseen heel moeilijke reis zelfs! Toen vroeg ik je ook om een reisgenoote mee te nemen Je wilde nietja, je hebt me gezegd dat ik niet wijs was je hebt een boel meer gezegd, Willem allemaal heel verstandige dingen en toen heb je me toch meegenomen Een reisgenootje ate ik, och dat is zoo weinig! Toe, neem me mee! Hij keek haar met een soort verstomming aan. Haar verzoek bracht hem dan ook wer- kelijk in te war; hij kon er nauweijlks aan gelooven. Dat za, ze. Ik sprak in alien ernst zei ze. In alien ernst? Maar, mijn God, Phy- leke, het is onmogelijk dat je hebt nagedacht, voor dat je sprak! Ik Jou meenemen?, Staten te brengen tot beperlccncte maatregelen tegenover de gemeenten, n.l. le. de bezuini- ging door de regeering en 2e. de eigen finan- cieele moeilijkheden der gemeenten. Spr. merkte hierbij op, dat de conserv^tie- ven naar verhouding veel te veel invlocd heb ben in de Ged. Staten, waardoor het dubbel moeilijk is om te blijven opkomen voor de autonomie der gemeenten. En dit is toch noo dig, omdat het ons stempel is, dat daarop drukt. Minister van Houten zei reeds in 1894, dat de gemeenten niet te veel vrijheid moesten hebben, omdat te socialisten invloed zouden krijgen. Wanneer de gemcentebesturen vrij waren, zou een democratisch bestuur een werklooze nimmer beschouwen als een armlastige. De burgerlijke gemeentebesturen voor zoover zij conservatief zijn, siuren het daar direct op aan en als zij het niet doen, komt het bevel daartoe van hoogerhand. In Zaandam heeft de regeering daartoe ook gedwongen tot het verwijzen van werkloozen naar het armbe- stuur, iets wat het gemeentebestuur nooit uit eigen beweging zou hgbben gedaan. Do uit- fceringen zijn bov-endien ook nog aan beper- kiagen gebonden. Spr. stelde vast, dat die uitkeeringen steeds zoo hoog moeten zijn, dat menschen er van kunnen levcn. In dit verband herinnerde spr. aan het be- $uit van Alkmaar van een paar jaar geleden over de uitkeeringen, dat door Ged. Staten was vernieti-gd, iets wat spr. sterk afkeurde. Ged. Staten meenden, dat het verschil tusr schen de uiikeering en het loon in het vrije bedrijf niet nroot genoeg was. Gver dit punt hadden Geoi Staten niet mogen besl issen, meende spr., omdat Atlcmaar toch van dc provincie de kosten dier uitkeeringen niet te rug vroeg. Een ander voorbeeld van ongewenschte in menging van Ged-. Staten noemde spr. de schoolgeldregeling Spr. stelde voorop, dat er eigenlijk heelemaal geen schoolgeld moest zijn, gelijk het ook in Amerika en andere sta ten niet bestaat. Hier te lande is echter voor- geschreven dat schoolgeld moet worden ge- icveii en nu is het de vraag hoe hoog dit moet zijn. De gemeenteraden hebben hierover volgens spr. uitsluitend te beslissen. Af te ketrren is dan ook, dat Ged. Staten van Utrecht een besluit van den Raad van Utrecht niet goedkeurden, waarbij bepaald werd dat iemand die niet meer dan 1200 verdiende vrij van schoolgeld was. Nog eenige andere voorbeelden, o.w. te Pur- merend, haalde spr. aan om aan te. toonen, dat de Ged. St. zich op verkeerd terrein be- gevan als zijn controle uitoefenen als boven- oedoeld. Naast de Ged. Staten staan in deze de .ministers. Spr. herinnerde hierbij er aan, dat alle burgemeesters een viertal jaren ge leden een verzoek kregen van den minister van bimnenlandsche zaken om toe te zien op die handelingen van den Raad. Zeer weinigen zullen zich hier wel aan gestoord hebben, meende spr., en dat is ook zeer juist, want de burgemeesters mogen in diezen niet een soort rijkscontroleurs zijn. De circulaire over de opzending van krank- zinmigen keurde spr. ook sterk af, omdat daarin werd gezegd, dat de gemeenten niet te spoedig tot opzending moesten overgaan. De gemeenten moeten daarin geheel vrij blijven. De Ged. Staten van Fries-land voora-1 zijn in vele gevallen op totaal verkeerd spoor, wat bleek toen zij niet goed keur-dien het be- slluit van eenige ra-den tot steun van de actie van mobilisatieslachtoffers (een dergelijk be sluit van een dczer raden ontsnapte zeker aan de aandac'ht, want dat wera goedge- keurd.) In Zaandam heeft te Raad tot steun beslo ten. Spr. zou afwachten of Ged. Staten van Noord-Holland een ruhmer standpunt ifine- mem den die in Friesland. Zij hebben een dergelijk besluit niet te comtroleeren, als de gemeenten de kosten-ervan zelf fcetalen. Het- zelfde geldt voor de weigering van Ged'. Sta ten om. goed1 te keuren een raadsbestuit tot steun aan de slachtoffers van de ramp te Borcuilo en tot het toestaan van gelden voor vo'ikswoningbouwIn Z.-Holland keur- den Ged. .Staten besluiten tot volkswoning- bouw in Rotterdam en den Haag niet goed. Spr. 'hekelde dit sterk, omdat zij hierbij kwa- en. op het s-ociaal terresin der gemeenten. Gparijving van huren door rijk en Gedep. Staten is meermalen voorgekomen en dit is naar srpr.'s overtuiging niet genoeg te token. Het rijk en- de provincie mogen zeer zeker voorwaarden stellen bij steunverleening voor woningbouw, maar als de gemeenten daar bo- venuit willen gaan en de kosten daarvoor niet extra van rijk of provincie vrageo, hebben deze zich daarbij neer te ieggen. De vacantietoeslag die sommige gemeenten in deze provincie aan hare ambtenaren geven en waarvoor te Ged. Staten te goedkeuring der begrooting weigerdien, werd hierop door spr. naar voi'en gebracht. In Zaandam is in de verordening vastge- legd, dat die toeslag moet worden uitgekeerd Waarom niet? Denk je soms dat ik bang zou zijn? Maar kindlief, natuurlijk zou je bang zijn Dat die tocht geen werkelijk gevaar oplevert, heb ik je al gezegd en ik herhaal het. Maar bedenk eens wat ze voor jou zou beteekenen! Zelfs ate passagier, dat moet je wel begrijpen, begint men niet met een tocht van 250 kilometer over de Middellandsche zeeBedenk eens aan welk een proef je zenuwen, je weerstandsvermogen en je heele organisme zouden worden onderworpen Daar komt bij, dat ik me niet met je zou kun- nen%bemoeien, je niet zou kunnen gerust stel len *en niet met je zou kunnen sprekenAls je op drie- of vierhonderd meter boven den afgrond bent, m de zwijgende, onverbidde- lijke onmetelijkheid tusschen zee en hemel in die absolute, ontzagwekkende eenzaam heid, waarvan geen menschelijk wezen, voor hij het heeft leeren kennen, begrijpt wat dat bijzondere gevoel van duizeligheid beteekent Ze viel hem in de rede. 't Zou geen eenzaamheid wezen, want ik zou met jou zijnIk heb vertrouwen in jou, Willem, en in je werkIk zou geen angst hebbenwant jij zou in mijn nabij heid zijn. Met gansch haar liefhebbende' gezicht glimlachte ze tegen hem. Waarom zou ik bang zijn? 't Is net als vroeger, toen je me zulke mooie verhaal tjes vertelde en ik daardoor in een droom wereld leefde, waarin de wonderlijkste dingen me heel gewooa schenen. Jij bent de Reu en tegen <He verordening hebben Oed. snaten nooit bezwaar gemaakt. Eigenaardig is, dat het groote Amsterdam dit jaar nog de uit- kcerrng mag doen en het kleinere Haarlem en Zaandam niet. Spr. stelde vast, dat de gemeenten zelf heb ben uit te maken of zij hare ambtenaren een vacantietoeslag willen geven. Dat Ged. Staten het meel besluit van Am sterdam niet goedkeurden, is al everizeer af te keuren. Wat soort menschen hebben in dat college wel de meeste macht? Vier conservatieven te gen drie democraten. Zij zullen van hunne overwegingen niet veel bekend maken, maar waar zij gekozen worden door te Prov. Sta ten, moet met eventueele nieuwe verkiezingen wel de aandacht worden gevestigd op de verkiezing van democraten. Dit is geen persoonlijke zaak, zei spr., maar een kwestie, die in het heele land de aandacht verdient. „De raden alleen hebben te beoordeelen wat in het waarachtig belang der gemeenten is", zei de Raad van Leeuwarden, en spr. was het daarmee volkomen eens. Gpmerkelijk is, dat Ged. Staten van Friesland wel goedkeur den een besluit van Leeuwarden om 100.000 te geven voor een pcovinciaal electrisch be drijf en geen enkel bezwaar maakten tesren deze uitgaaf met het oog op de gemeenteiiike schatkist. Spr. resumeerde, dat het streven moc-i' zito de handen vrij te krijgen en te houden bun,eu de grenzen der wet, die toch al veel beper- kingen oplegt. Wij moeten zorgen dat wij ons program naar eisch kunnen udtvoeren naar de wet van 1851. Eik wettig tot stand gekomen besluit in de Raden dient niet vemietigd te kunnen wor den door een college, dat van andere levens- opvatting is. Daarom is het van het hoogste belang de samensteliling van Ged. Staten in te verschillende provincien na te gaan. De heer Michels is voor controle op de Gemeenten. De heer Michels noemde zijn positie eenigszins moeilijk, omdat hij, als hij alles zou nagaan wat de heer Ter Laan had ge zegd, te ved zou moeten verklappen uit het college van Ged. Staten. Voorop stelde spr., dat de gemeentelijke autonomic in alles moet worden nagestreefd, echter zooafis de heer Ter Laan zich die voorstelt, zal hij haar-nooit krijgen, zelfs niet in een socialistischen staat. Als men die auto nomic zoo wenschte, moest men het heele col lege van Ged. Staten afschaffen, want het heeft volgens de wet toezicht uit te oefenen en toezicht veronderstelt critiek en vrijheid bij de uitoefening daarvan. Zeker, er bestaat vrees voor willekeur maar er is toch altijd een hooger beroep en dit is een rem. Voorzichtigheid is noodig. Spr.,noemte een tweetal besluiten van Emkhuizen en Vdlsen, waarvan spr.'s partijgenooten niet-goed'keu- ring hadden gevraagd. Ged. Staten moeten wel een zeltstandig en objectief oordeel hebben over alierlei kwesties. Inderdaad zijn er gevallen, waarin Ged. Staten plaats nemen op den stoel der raads- laden. Gcdeputeerden hebben te beoordeelen of bij een besluit vau een gemeenteraad, dat financieele gevolgen heeft, het gemeentebe- larg is .betrokken en niet hoe groot dat be lang is. De uitgave eener gemeente om de ge volgen van de ramp te Borculo te beper- ken, heeft geen verband met het gemeente- bdang en is daarom niet. goed te keuren. Voor de werkverschaffing te Alkmaar. had die gemeente steun geyraagd van rijk en provincie. Nu heeft het rijk voorwaarden ge- steld inzake het loon en de Prov. Staten heb ben zich daarbij aangesloten uit vrees an ders den steun te zullen missen. Nu had spr. pereoonlijk het er wel op willen wagen de rijkssubsidie te missen, maar de meer- derheid van Ged. Staten besliste anders. De positie der Ged. Staten ten opzichte van de werkverschaffing is een dwangposi- tie en het aangehaalde voorbeeld achtte spr. niet gelukkig. Evenmin was dit het geval met dat inzake schoolgelden. De Ged. Staten hebben in dezen niet anders dan een adviseerende stem, al is het juist dat dit advies vaak den doorslag geeft bij de Kroon. Men moet hierbij echter niet vergeten, dat het Rijk inzake den aftrek reeds zekere normen heett gesteld en moeten nu Ged. Staten hoogeren aftrek door de gemeenten goedkeuren, als zij weten dat de Kroon het advies dan toch te- rugstuurt? Het besluit van Ged. Staten van Z.-Holland inzake den woningbouw te Rotterdam zal wel juist zijn, omdat waarschijnlijk de ze- kerheid van steun der regeering ontbrak. Overigens achtte spr. zich niet geroepen de Ged. Staten van Z.-Holland te verdedigen; hunne besluiten gaan wel eens naar spr.'s meening over de toelaatbare schreef. Inzake de gewraakte circulaire van ten minister aan" de burgemeesters zei spr., dat zen-Bizuth en ik ben het prinsesjeWat een wonderreizen hebben we al niet gemaakt! Als jouw aanwezigheid me beschermt, schrikt niets me afNeen, ik ben niet bang, neem me mee, Willem Ik zal je geluk aanbren- gen, dat voel ikdat weet iktoe, neem me meeneem me mee Ze sprak als in een droom. Met een be droefd gezicht hoorde hij, zonder te antwoor den, haar aan, terwijl hij haar wang en haar streelde. Plotseling was hij zich zelf weer meester: Luister eens, Phyleke, zei hij, we zullen niet langer over iets, dat onmogelijk is, rede- twistenJe zegt, dat je niet bang bent, maar ik zou bang zijnheel bang voor jou en ik zou afgeleid worden, ongerust en Sar- zelend zijn, juist op het oogenblik, dat ik mijn helderheid van geest, al mijn energie, al mijn koelbloedigheid, noodig heb. Koppig schudde ze haar hoofd. Die angst zou je noch je energie, noch je kodbloedigheid doen verliezen Integen- deel, die angst zou een veiligheid voor je zijn, want je zou er voorzichtigheid en krachf uit putten en desnoods stoutmoecfigheid die angst zou je te overwinning brengen dat weet ik zeker!Trouwens, aangezien het maar een tochtje isen zonder gevaar. Hij werd zenuwacttig. Kindlief, zei hij, bij zoo'n ondememing is er altijd gevaarer is een groot gevaar, het onbekende. Wederom legde ze haar hoofd tegen Wil- lems schouder en even als toen hij zoo even ADVERTEERT IN DE 1 ALKMflflRSCHE COURflNTI S De beslissing inzake den vacantietoeslag was een politieke beslissing en dit is zeer af te keuren. Het meelbesluit van Amsterdam had zeer zeker moeten worden goedgekeurd. Bezwaarlijk was hierbij, dat moeilijk was te zeggen op hoeveel dit besluit de ge meente Amsterdam in de toekomst wel had kunnen komen. Hierover is wel te discussi- eeren. Het vernietigingsbesluit van Ged. Staten is dan ook niet met algemeene stem- men genomen. Spr. riteende dat Ged. Staten van N.-Hol- lana wel het minst de autonomie der ge meenten aantasten en als -zij het doen, zijn er direct de Prov. Staten, die hen op de vin- gers tikken. Daarom zou spr. ook advisee- ren niet in te gaan op het voorstel van de afdeeling Zaandam om de handelingen van Ged. Staten ten opzichte van de gemeente lijke autonomie na te gaan, ook al omdat dit zou gaan over besluiten, waaraan toch niets meer is te veranderen. Andere debaters. De heer V i s s e r (Enkhuizen) vroeg in- lichtingen over de huurbepaling van met rijkssteun gebouwde woningen. Spr. deelde verder mee, dat de gemeenteraad in Enk huizen de gemeentewerklieden met een in- komen beneden 2000 toch hun vacantie toeslag heeft gegeven tegen het verlangen van Gedeputeerden. De Raad besloot n.l. tot loonsverhooging tot het bedrag van den toe- slag. De heer Schipper (Castricum) criti- seerde de subsidie, door zijn gemeente gege ven aan de vroedvrouwenschool te Heerlen, hij zag daarin geen enkel gemeentebelang. Het standpunt van den inleider tegenover Geo. Staten vond spr. het meest wenschelijke, omdat het alie onrechtvaardigheid buiten- sluit, maar hoe zal het gaan, als te eeniger tijd het college van Ged. Staten geheel be staat uit vooruitstrevenden? Zullen dan geen botsingen meer voorkomen? Ten aanzien van het advies van de afd. Zaandam vroeg spr. of het niet aan te bevelen zou zijn te onderzoeken hoe en waar Ged. Staten een aanslag hadden gepleegd op de autonomie der gemeenten. De heer Witteveen (Oterleek) herin nerde aan de door die gemeente vastge- stelde verordening tot hefting eener gemeen telijke inkomstenbelasting, welke werd af- fekeurd door Ged. Staten, terwijl die van chermerhorn werd goedgekeurd, waarvan de progressie veel verder ging. De heer Van W ij k (Winkel) deelde mee, dat de regeering-Colijn had aangedrongen op herroepen van het besluit zijner ge meente tot uittreding uit de werkloozenver- zekering (werklocsheidsbesluit.) Spr. zag hierin wel een aantasting van het gemeente lijke zelfbeschikkingsreeht, maar in dit geval keurde hij het goed. De heer G a ij a a c d (N.-Niedorp) gaf een staaltje van aantasting van de autonomit der gemeente met te wijzen op het besluit van Gedeputeerden, waarbij zijne gemeente werd opgedragen een brug te Ieggen, waarvan niet het belang wordt ingezien door den Raad. De voorzitter achtte het voorbeeld van den steun aan de actie der mobilisatie slachtoffers, door den heer Ter Laan ge- noemd, niet gelukkig. Waar zou men blijven als de gemeenten gelden kunnen toestaan voor dergelijke actie? had dat het maar een onbeduidende tocht was, antwoordde ze: Dat weet ik wel Maar haar stem klonk anders en Willem was getroffen door den diepen, ernstigen toon er van. Hij zweeg, niet wetende wat te zeggen, hij kon niet meer wegens ontroering en vroeg zich af .of hij haar wel had begrepen Toen zei it heel zachtjes en heel gewoon: Juist wegens gevaar ben ik geko men Willem, cmdat ik, als je uoest omko- men, liever m;i je zou cmkomen En evenals zoo even keek ze hem weer met haar innigen blik aan Plotsel'ng kon hij dien blik niet" meer weer- staan en zijn mooie cogen, als van een droo mer, in welke blik de hartstocht brandde, dit den droom tot iets nsachtigs en de mens- he- lijke natuur tot iets schoons maakte, zwicht- ten outer de teedere, hevige aantrekkings- lcracht van die kinderoogen, die in voile over- gave de zijne zochten En plotseling vor- dween alles voor hemhij zag slechts den blik dier oogen, hun heerliike diepte waalruit voor hem de mysterieuze, kuische en orver- saagde ziel eener vrouw opsteegHij be- greep dat door de liefste kus die vrouw in het leven hem niet volkomener zou kunnen toebe- hooren dan thans, tegenover den dood, door haar blik. -Alles vergat hij: zijn gemoeds- bezwaren en zijn twijfel, die hem hadden ge- pijnigd en die in zijn geest misschien nog op de loer tegen; hij vroeg zich zelfs niet eens af of het wonder, dat van het broze, klein- moedige schepseltje een moedig en offervaar- dig wezen had gemaakt, wel liefde was Naief, even als zij, dacht hij dat het heerlijke van haar aanwezigheid, omdat zij het geluk was, de overwinning zou beteekenen; hij dacht dat het gevaar slechts een waan was, dat de dood, dat droomspook, slechts op aar- de onzichtbaar rondwaarde en de geliefde vrouw daarboven, in de oneindige ruimte en in het voile licht, waar zij hem wilde volgen en waarheen hij haar wilde meenemen, niet zou kunnen bereiken Hij gevoelde zich on- overwinliik ea zegepralend Maar net uur was ernstig en beslissend en in den roes van dien heerlijken droom herin nerde hij zich dat dit niet een oogenblik mocht zijn van opgewonden verlangen, maar dat't het tijdstip was van kalme, onverstoorbare, zwijgende wilskrachtHij beteugelde met kracht de hevige deining in zijn geest, die zijn wilskracht had doen verminderen, en hij zei slechts: We zullen blijven leven, Phyleke, dat zweer ik jewe zullen blijven leven ik zal je gehoorzamen, mijn heerlijke, kleine reisgenooteik neem je met me mee! Traneh parelden in zijn oogen, maar ze begreep dat hij zich niet ontroerd wilde too nen en dat ook zij thans kalm en sterk moest zijnZe keek hem aan en glimlachte weer en zonder een woord te zeggen, bood ze hem haar lippen om gekust te worden. Mijnheer Patain, die met een eenigszins bezorgd gezicht weer binnenkwam, had mis schien den kus iuist zien geven. (Wordt vervolgd.) Een zaak, die geregeld adverteert, zal meer bekend raken en meer nieuwe klanten krijgen, dan een zaak, die niet adverteert en ai- teen maar steunt op vroegere connec- ties en ouden naanw d Wilt ge in Alkmaar en omstreken steeds meer bekend worden, meer de aandacht trekken, dan kunnen we 0 slechts dien eenen goeden raad geven: O'ciuSi aten hier niet anders hadden te doen clan den brief door te sturen, wat zij dan ook deden zonder eenig advies.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1925 | | pagina 5