Alkmaarsche Gourant
W
Be Eeisgenoot®.
Hontiertl Zevsn en Twlntigsfe Jaargang.
Maandas 30 November.
FK! IS J ETON.
WEET GIJ DIT WEL? I
No. 282
1925
Stadsnieuws.
Soc.-Dem. Gemeenteraadsleden.
Door de afdeeling Noord-Holland-Noord
der vereeniging van soc.-dem- leden van ge-
meenteraden en van de Provinciate Staten
(■an Nederland werd gister in het gebouw
„De Unle" de zesde jaar vergadering gehou-
den.
De voorzitter, de heer Van d e Vail
(Helloo), had de opkomst nog grooter ver-
wadit, doch gezien de onbegaanbaarheid der
wegen vond hij de minder goede opkomst te
verklaren. Spr. gaf altereerst een terugblik
op de gehouden Kamerverkiezingen en meen-
de, dat daaruit voor de vereeniging wel iets is
te halen, n.l. winst. De politiek ten plattelan-
de door de soc.-dem. gemeenteraadsleden werd
door spr. met een enkel woord belicht en hij
spoorde ernstig aan steeds voeling te houden
met de partij-afdeelingen Spr. stelde het
werk in den Raad gelijk aan het schaakspel.
Doen wij een verkeerden zet, dan kan dat
verlies beteekenen. Bij de begrootings-
schouwingen in 1926 in de gemeenteradei
moeten wij het perspectief openen voor het ko-
mende jaar. Mooie posities heeft onze partij
veroverd in diverse gemeenteraden, hiervoor
verwees spr. o.m. naar verschillende kleine
gemeenten.
Een- oogenblik stond spr. sti! bij de minis-
tercrisis. Verkeerd werd het do - spr. geacht,
dat in die gemeenten, waar een meerder-
held is, aan het hoofd gt-ai roode bur-
gemeester staat. Zaandam Lan in dit geval
worden buitengesloten. Dat in totaal over
13 roode wethouders wordt beschikt, achtte
spr. een slecht cijfer; daar moeten wij vanaf,
evenwel niet naar beneden, maar naar boven
Wij moeten er toe overgaan om een wetho-u-
derszetel te ambieeren, ook al zijn wij minder-
heid. Als minderheid kan men veel doen in
het belang van de beweging. (Applaus).
Hierna heette de voorzitter alien welkom,
inzonderheid de heeren K, ter Laan, Burge-
meester van Zaandam en A.. W. Michels, lid
van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland.
Op het inleidend woord volgde een vrucht-
foare gedachtenwisseling, waaraan deelna-
imen de heeren Zeeman (Zuid-Scharwoude),
Schipper (Castricum), Prins (Zaandam) en
Wester hot (Alkmaar).
Jaarverslag van den secretaris.
Hierna werd door den secretaris,
den heer J. Westerhof te Alkmaar, het jaar
verslag uitgebracht, waaruit kan worden
aangestiptv dat op Zondag 22 Maart 1925
een 'latmuntend geslaagde cursusvergadering
is gehouden, waar een drietal onderwerpen
werden ingeleid en wel:
1. Grondpolitiek, 2- het ziekenhuisvraag-
stuk, 3. het woningvraagstuk.
De heer Westerhof trad op als inleider
Een excursie werd georganiseerd op Zondag
30 Augustus 1925 naar Zaandam, Wormer-
veer en Alkmaar, waar de moderne woning-
bouw werd bezichtigd en te Assendelft, waar
de 7400 meter lange nieuwe Narcovia-\veg-
bedekking in oogenschouw werd gen omen. Te
Alkmaar'werd o.m. ook bezocht de voormali-
ge Cadettenschool, die mgericht zal worden
tot Centrral neutraal ziekenhuis. Terzake
het adviesbureau voor raadsleden werden 59
schriftelijke en 21 mondelinge adviezen ver-
strekt
Jaarverslag van den Penningmees-
ter.
Door den Penningmeester, den
heer P. Zeeman (Z.-Sdiarwoudp), werd het
jaarverslag uitgebracht. waaruit bleek, dat
ontvangen was 315.17 en uitgegeven
241.84y2; saldo 73.32i/2.
Bij mcnde van den heer W a n D r u
n e n (Alkmaar) werd gerapporteerd, dat
de boeken en bescheiden van den penn.ng-
meester in goede crd-e ziin bevonden.
Na een kleine gedachtenwisseling werden
de uitgebrachte jsarverslagen, onder applaus
goedgekeurd, waarna de vergadering wera
geschorst tot des namiddags.
Rede van den heer Ter Laan.
Te 1.15 tier op-endde v oorzitter'de
vergadering en gaf het woord aan den heer
Ter Laan voor zijn cnderwerp, cat was
aangekondigd te ziin: „De aantasting dei
autonomie der gemeenten door Ged. Staten
van Noord-Holland".
Dit was niet juist, zeidte spr., want hij zou
in het algemeen soreken over die autonomie
Spr. begon met aan te halen de G-emeente-
wet 1851 van minister Thorbecke, welfee wet
thans nog geldt en waarin wordt uitgegaan
van een zelfbestuur der gemeenten. Ged. Sta
ten en het rijk hadd-en met de gemeenten niets
te maken. De beteekenis dier wet is deze, dat
craarin werden samengevoegG arte toen reeds
geldende geschreven of ongesdireven wet-
ten.
Onder de Republiek der Vereenigde Neder-
landen lag reeds de macht bij de 18 Holland-
sche steden, het platteland had niets te zeg-
gen. Deze steden zonden afgevaardigden naar
de Prov. Staten en deze beslisten dan, zoodiat
tot de Fransche revolutie niets kan gebeuren
zonder den wil der steden. Men zou kunmen
zeggen, ^at de steden toen te veel macht had-
den.
In 1815 werd het geheel anders, de Prov.
Staten werden alien controleurs over de ge
meenten, moesten nagaan of de wetten wer
den toegepast. Maar zooveel bleef bestaan,
dat elke gemeente haar eigea bestuur voerde.
De taak van de Ged. Staten ten opzichte
van dte gemeenten is niet anders dan een na
gaan of deze iets besluiten, dat in strijd is met
de rijkswctten. Het gebeurt immers wel eens
dat een Raad iets besluit, dat in de algemeene
rijkswetten anders is omschreven. Verder
hebben Ged. Staten te waken tegen maatregc-
len der gemeente, die het algemeen belangi
zouden schacfen, Zij hebben ctaarbij te zor-
gen, dat de gemeenten de plaatselijke belarw
gen niet laten overheerschen over het alge
meen belang (spr. noemde b.v. inzake tolhefr
fing). De soc.-dem. zullen zicli, zei spr., tegen
zulk een opvatting van de taak der Staten
nooit verzetten.
Ten derde hebben Ged. Staten een zeer
*"herp tocjicht op de gemeentelijke financien
teen halve cent mag worden uitgegeven of
j. at besluit daartoe moet eerst naar de Staten.
.vaartegen hebben de soc.-dem. al evenmin
bezwaar, maar een andere vraag is of de Sta
ten het doel van een uitgaaf mogen controlee-
ren. Dit nu is nooit de bedoeling geweest
van Thorbecke en spr. was er ook steUig te
gen, dat Ged. Staten zich zouden afvragen of
b.v. een gemeente a.l dan niet een stuk land
zou noodig hebben, als een gemeenteraad tot
den aankoop had besloten. Wel mogen zij na
gaan of het te duur werd gekocht, maar con-
tTole over het al of niet noodzakdijke van een
uitgaaf mogen Ged1. Staten niet uitcefenen.
Doen zij dat wel, dan zouden zij'zich op den
stoel der Raadsleden plaatsen. Deze hebben
zelf de verantwoordelij-khcid hunner beslui
ten te dragen.
De'achtergrond van de wet van 1851 was,
dat elke gemeente zichzelf moest redden en.
dat kan den zij to-en ook. Tegenwoordig is dit
anders. Tengevolge van de ontwikkeling op
elk gebied zijn er vete die moeite hebben de
eindfes aan elkaar te knoopen.
In 1897 is onder minister Goeman Borge-
sius een wet tot stand gekomen die de finan-
cieele verhouding regelt tusschen rijk en ge
meente (een uiikeering van een bepaakl be-
drag per inwoner door het rijk aan de ge
meenten), noodig ten gevolge van de sociale
nooden.
Tegenwoordig blijkt in zeer vete gemeenten
die ifitkeering veel te gerkig, nu door de me-
deregeering der soc.-dem. in de gemeentera
den veel is gedaan aan sociale maatregelen.
En het is nu toch zoo, dat buiten de soc.-dem.
geen bestuur meer denkbaar is, zij drukken
hun stempel op alterlci maatregelen.
Het annbestuur, onderwij-s en vele andere
zaloen zijn gewijzigd en daar ligt de oorzaak
er van, dat de rijksuitkeering thans te klein is
cn dikwijls niet genoeg kan worden gedaan
of de belasting wordt opgevoerd.
Een schrijnende tegenstolling is, dat in
vele gemeenten geen of slech'ts weini-g belas
ting wordt geheven doordat er menschen wo-
nen, die in andere streken hunne bezittingen
hebben, waar dan soms weer zeer veel gehe
ven moet worden om te voldoen aan alierlei
eischen van armwezen, werkleozenzorg, enz.,
in enkeie gevallen zeffs tot 20 pet. van het in-
komen.
Nu heeft de regeering wel wat gedaan tot
verbetering, maar niet atles kan daardoor
worden opgelost. Spr. noemde b.v. de zake-
lijke bedrijfsbelasting, maar het is nu toch
mogelijk, dat men de eigenaren niet kan aan-
slaan, gelijk spr. met een voorbeeld uit Zaan
dam aantoonde.
E>e tijdens den oorlog verdubbelde uitkee-
ring is nu weer op het emkeivoudige bedrag
cn daarmee is men weer op den verkeerden
weg. De soc.-dem. ijveren nu steeds er voor,
dat atle uitgaven gedaan voor het algemeen
belang (onderwijs, politie e. d.)door het riik
worden gedragen._ Dit si zeer logisclv, omdat
het zeer.wenschelijk is, dad de regeering voor-
uitstrevend is en de gcvolgen betaalt van
haar eigen wetten.
In den laatsten tijd hebben de rijksregee
ring en Prov. Staten te gemeenten wel
eens aan banden gelegd, b.v. ten opzichte van
de werldoozenuitkeering, De onderworpen-
heid aan die voorschriften beslist over steun
van bovenaf.
Vele gemeenten hebben nu nog hoogere be-
lastingen dan voor den oorlog, tengevolge
van te crisismaatregefen (in Zaandam niet,
daar zijn zij zelfs iets lager dan in 1924).
Twee dingen werken sam-en, om dc Ged.
Roman.
(Uit het Fransch van Guy Chanteplenre).
Geautoriseerde vertaling van W. H, C.
91)'
Willem, zei ze, wil je, nu mijnheyr Vig-
nol ziek is, mij meenemen?
Met schrik duwde Willem haar terug.
Jou meenemen? Maar kindlief, je bent
niet wijs.
Met een zenuwachtig lachje zei ze:
Je hebt me wel eens meer gezegd, dat
Ik niet wijs was, Willem toen ik je ten
huwelijk vroeg, weet je nog wel? 't Leven is
een reiseen heel moeilijke reis zelfs!
Toen vroeg ik je ook om een reisgenoote mee
te nemen Je wilde nietja, je hebt me
gezegd dat ik niet wijs was je hebt een
boel meer gezegd, Willem allemaal heel
verstandige dingen en toen heb je me toch
meegenomen Een reisgenootje ate ik, och
dat is zoo weinig! Toe, neem me mee!
Hij keek haar met een soort verstomming
aan. Haar verzoek bracht hem dan ook wer-
kelijk in te war; hij kon er nauweijlks aan
gelooven. Dat za, ze.
Ik sprak in alien ernst zei ze.
In alien ernst? Maar, mijn God, Phy-
leke, het is onmogelijk dat je hebt nagedacht,
voor dat je sprak! Ik Jou meenemen?,
Staten te brengen tot beperlccncte maatregelen
tegenover de gemeenten, n.l. le. de bezuini-
ging door de regeering en 2e. de eigen finan-
cieele moeilijkheden der gemeenten.
Spr. merkte hierbij op, dat de conserv^tie-
ven naar verhouding veel te veel invlocd heb
ben in de Ged. Staten, waardoor het dubbel
moeilijk is om te blijven opkomen voor de
autonomie der gemeenten. En dit is toch noo
dig, omdat het ons stempel is, dat daarop
drukt.
Minister van Houten zei reeds in 1894, dat
de gemeenten niet te veel vrijheid moesten
hebben, omdat te socialisten invloed zouden
krijgen.
Wanneer de gemcentebesturen vrij waren,
zou een democratisch bestuur een werklooze
nimmer beschouwen als een armlastige. De
burgerlijke gemeentebesturen voor zoover zij
conservatief zijn, siuren het daar direct op
aan en als zij het niet doen, komt het bevel
daartoe van hoogerhand. In Zaandam heeft
de regeering daartoe ook gedwongen tot het
verwijzen van werkloozen naar het armbe-
stuur, iets wat het gemeentebestuur nooit uit
eigen beweging zou hgbben gedaan. Do uit-
fceringen zijn bov-endien ook nog aan beper-
kiagen gebonden. Spr. stelde vast, dat die
uitkeeringen steeds zoo hoog moeten zijn, dat
menschen er van kunnen levcn.
In dit verband herinnerde spr. aan het be-
$uit van Alkmaar van een paar jaar geleden
over de uitkeeringen, dat door Ged. Staten
was vernieti-gd, iets wat spr. sterk afkeurde.
Ged. Staten meenden, dat het verschil tusr
schen de uiikeering en het loon in het vrije
bedrijf niet nroot genoeg was. Gver dit punt
hadden Geoi Staten niet mogen besl issen,
meende spr., omdat Atlcmaar toch van dc
provincie de kosten dier uitkeeringen niet te
rug vroeg.
Een ander voorbeeld van ongewenschte in
menging van Ged-. Staten noemde spr. de
schoolgeldregeling Spr. stelde voorop, dat er
eigenlijk heelemaal geen schoolgeld moest
zijn, gelijk het ook in Amerika en andere sta
ten niet bestaat. Hier te lande is echter voor-
geschreven dat schoolgeld moet worden ge-
icveii en nu is het de vraag hoe hoog dit
moet zijn. De gemeenteraden hebben hierover
volgens spr. uitsluitend te beslissen. Af te
ketrren is dan ook, dat Ged. Staten van
Utrecht een besluit van den Raad van
Utrecht niet goedkeurden, waarbij bepaald
werd dat iemand die niet meer dan 1200
verdiende vrij van schoolgeld was.
Nog eenige andere voorbeelden, o.w. te Pur-
merend, haalde spr. aan om aan te. toonen,
dat de Ged. St. zich op verkeerd terrein be-
gevan als zijn controle uitoefenen als boven-
oedoeld. Naast de Ged. Staten staan in deze
de .ministers. Spr. herinnerde hierbij er aan,
dat alle burgemeesters een viertal jaren ge
leden een verzoek kregen van den minister
van bimnenlandsche zaken om toe te zien op
die handelingen van den Raad. Zeer weinigen
zullen zich hier wel aan gestoord hebben,
meende spr., en dat is ook zeer juist, want de
burgemeesters mogen in diezen niet een soort
rijkscontroleurs zijn.
De circulaire over de opzending van krank-
zinmigen keurde spr. ook sterk af, omdat
daarin werd gezegd, dat de gemeenten niet te
spoedig tot opzending moesten overgaan. De
gemeenten moeten daarin geheel vrij blijven.
De Ged. Staten van Fries-land voora-1 zijn
in vele gevallen op totaal verkeerd spoor,
wat bleek toen zij niet goed keur-dien het be-
slluit van eenige ra-den tot steun van de actie
van mobilisatieslachtoffers (een dergelijk be
sluit van een dczer raden ontsnapte zeker
aan de aandac'ht, want dat wera goedge-
keurd.)
In Zaandam heeft te Raad tot steun beslo
ten. Spr. zou afwachten of Ged. Staten van
Noord-Holland een ruhmer standpunt ifine-
mem den die in Friesland. Zij hebben een
dergelijk besluit niet te comtroleeren, als de
gemeenten de kosten-ervan zelf fcetalen. Het-
zelfde geldt voor de weigering van Ged'. Sta
ten om. goed1 te keuren een raadsbestuit tot
steun aan de slachtoffers van de ramp te
Borcuilo en tot het toestaan van gelden
voor vo'ikswoningbouwIn Z.-Holland keur-
den Ged. .Staten besluiten tot volkswoning-
bouw in Rotterdam en den Haag niet goed.
Spr. 'hekelde dit sterk, omdat zij hierbij kwa-
en. op het s-ociaal terresin der gemeenten.
Gparijving van huren door rijk en Gedep.
Staten is meermalen voorgekomen en dit is
naar srpr.'s overtuiging niet genoeg te token.
Het rijk en- de provincie mogen zeer zeker
voorwaarden stellen bij steunverleening voor
woningbouw, maar als de gemeenten daar bo-
venuit willen gaan en de kosten daarvoor niet
extra van rijk of provincie vrageo, hebben
deze zich daarbij neer te ieggen.
De vacantietoeslag die sommige gemeenten
in deze provincie aan hare ambtenaren geven
en waarvoor te Ged. Staten te goedkeuring
der begrooting weigerdien, werd hierop door
spr. naar voi'en gebracht.
In Zaandam is in de verordening vastge-
legd, dat die toeslag moet worden uitgekeerd
Waarom niet? Denk je soms dat ik
bang zou zijn?
Maar kindlief, natuurlijk zou je bang
zijn Dat die tocht geen werkelijk gevaar
oplevert, heb ik je al gezegd en ik herhaal
het. Maar bedenk eens wat ze voor jou zou
beteekenen! Zelfs ate passagier, dat moet je
wel begrijpen, begint men niet met een tocht
van 250 kilometer over de Middellandsche
zeeBedenk eens aan welk een proef je
zenuwen, je weerstandsvermogen en je heele
organisme zouden worden onderworpen
Daar komt bij, dat ik me niet met je zou kun-
nen%bemoeien, je niet zou kunnen gerust stel
len *en niet met je zou kunnen sprekenAls
je op drie- of vierhonderd meter boven den
afgrond bent, m de zwijgende, onverbidde-
lijke onmetelijkheid tusschen zee en hemel
in die absolute, ontzagwekkende eenzaam
heid, waarvan geen menschelijk wezen, voor
hij het heeft leeren kennen, begrijpt wat dat
bijzondere gevoel van duizeligheid beteekent
Ze viel hem in de rede.
't Zou geen eenzaamheid wezen, want
ik zou met jou zijnIk heb vertrouwen in
jou, Willem, en in je werkIk zou geen
angst hebbenwant jij zou in mijn nabij
heid zijn.
Met gansch haar liefhebbende' gezicht
glimlachte ze tegen hem.
Waarom zou ik bang zijn? 't Is net
als vroeger, toen je me zulke mooie verhaal
tjes vertelde en ik daardoor in een droom
wereld leefde, waarin de wonderlijkste dingen
me heel gewooa schenen. Jij bent de Reu
en tegen <He verordening hebben Oed. snaten
nooit bezwaar gemaakt. Eigenaardig is, dat
het groote Amsterdam dit jaar nog de uit-
kcerrng mag doen en het kleinere Haarlem en
Zaandam niet.
Spr. stelde vast, dat de gemeenten zelf heb
ben uit te maken of zij hare ambtenaren een
vacantietoeslag willen geven.
Dat Ged. Staten het meel besluit van Am
sterdam niet goedkeurden, is al everizeer af
te keuren.
Wat soort menschen hebben in dat college
wel de meeste macht? Vier conservatieven te
gen drie democraten. Zij zullen van hunne
overwegingen niet veel bekend maken, maar
waar zij gekozen worden door te Prov. Sta
ten, moet met eventueele nieuwe verkiezingen
wel de aandacht worden gevestigd op de
verkiezing van democraten.
Dit is geen persoonlijke zaak, zei spr.,
maar een kwestie, die in het heele land de
aandacht verdient.
„De raden alleen hebben te beoordeelen
wat in het waarachtig belang der gemeenten
is", zei de Raad van Leeuwarden, en spr. was
het daarmee volkomen eens. Gpmerkelijk is,
dat Ged. Staten van Friesland wel goedkeur
den een besluit van Leeuwarden om 100.000
te geven voor een pcovinciaal electrisch be
drijf en geen enkel bezwaar maakten tesren
deze uitgaaf met het oog op de gemeenteiiike
schatkist.
Spr. resumeerde, dat het streven moc-i' zito
de handen vrij te krijgen en te houden bun,eu
de grenzen der wet, die toch al veel beper-
kingen oplegt. Wij moeten zorgen dat wij
ons program naar eisch kunnen udtvoeren
naar de wet van 1851.
Eik wettig tot stand gekomen besluit in
de Raden dient niet vemietigd te kunnen wor
den door een college, dat van andere levens-
opvatting is. Daarom is het van het hoogste
belang de samensteliling van Ged. Staten in
te verschillende provincien na te gaan.
De heer Michels is voor controle op de
Gemeenten.
De heer Michels noemde zijn positie
eenigszins moeilijk, omdat hij, als hij alles
zou nagaan wat de heer Ter Laan had ge
zegd, te ved zou moeten verklappen uit het
college van Ged. Staten.
Voorop stelde spr., dat de gemeentelijke
autonomic in alles moet worden nagestreefd,
echter zooafis de heer Ter Laan zich die
voorstelt, zal hij haar-nooit krijgen, zelfs niet
in een socialistischen staat. Als men die auto
nomic zoo wenschte, moest men het heele col
lege van Ged. Staten afschaffen, want het
heeft volgens de wet toezicht uit te oefenen
en toezicht veronderstelt critiek en vrijheid bij
de uitoefening daarvan. Zeker, er bestaat
vrees voor willekeur maar er is toch altijd
een hooger beroep en dit is een rem.
Voorzichtigheid is noodig. Spr.,noemte een
tweetal besluiten van Emkhuizen en Vdlsen,
waarvan spr.'s partijgenooten niet-goed'keu-
ring hadden gevraagd.
Ged. Staten moeten wel een zeltstandig en
objectief oordeel hebben over alierlei kwesties.
Inderdaad zijn er gevallen, waarin Ged.
Staten plaats nemen op den stoel der raads-
laden. Gcdeputeerden hebben te beoordeelen
of bij een besluit vau een gemeenteraad, dat
financieele gevolgen heeft, het gemeentebe-
larg is .betrokken en niet hoe groot dat be
lang is.
De uitgave eener gemeente om de ge
volgen van de ramp te Borculo te beper-
ken, heeft geen verband met het gemeente-
bdang en is daarom niet. goed te keuren.
Voor de werkverschaffing te Alkmaar. had
die gemeente steun geyraagd van rijk en
provincie. Nu heeft het rijk voorwaarden ge-
steld inzake het loon en de Prov. Staten heb
ben zich daarbij aangesloten uit vrees an
ders den steun te zullen missen. Nu had
spr. pereoonlijk het er wel op willen wagen
de rijkssubsidie te missen, maar de meer-
derheid van Ged. Staten besliste anders.
De positie der Ged. Staten ten opzichte
van de werkverschaffing is een dwangposi-
tie en het aangehaalde voorbeeld achtte spr.
niet gelukkig.
Evenmin was dit het geval met dat inzake
schoolgelden. De Ged. Staten hebben in
dezen niet anders dan een adviseerende
stem, al is het juist dat dit advies vaak den
doorslag geeft bij de Kroon. Men moet
hierbij echter niet vergeten, dat het Rijk
inzake den aftrek reeds zekere normen heett
gesteld en moeten nu Ged. Staten hoogeren
aftrek door de gemeenten goedkeuren, als zij
weten dat de Kroon het advies dan toch te-
rugstuurt?
Het besluit van Ged. Staten van Z.-Holland
inzake den woningbouw te Rotterdam zal
wel juist zijn, omdat waarschijnlijk de ze-
kerheid van steun der regeering ontbrak.
Overigens achtte spr. zich niet geroepen de
Ged. Staten van Z.-Holland te verdedigen;
hunne besluiten gaan wel eens naar spr.'s
meening over de toelaatbare schreef.
Inzake de gewraakte circulaire van ten
minister aan" de burgemeesters zei spr., dat
zen-Bizuth en ik ben het prinsesjeWat
een wonderreizen hebben we al niet gemaakt!
Als jouw aanwezigheid me beschermt, schrikt
niets me afNeen, ik ben niet bang, neem
me mee, Willem Ik zal je geluk aanbren-
gen, dat voel ikdat weet iktoe, neem
me meeneem me mee
Ze sprak als in een droom. Met een be
droefd gezicht hoorde hij, zonder te antwoor
den, haar aan, terwijl hij haar wang en
haar streelde.
Plotseling was hij zich zelf weer meester:
Luister eens, Phyleke, zei hij, we zullen
niet langer over iets, dat onmogelijk is, rede-
twistenJe zegt, dat je niet bang bent,
maar ik zou bang zijnheel bang voor jou
en ik zou afgeleid worden, ongerust en Sar-
zelend zijn, juist op het oogenblik, dat ik mijn
helderheid van geest, al mijn energie, al mijn
koelbloedigheid, noodig heb.
Koppig schudde ze haar hoofd.
Die angst zou je noch je energie, noch
je kodbloedigheid doen verliezen Integen-
deel, die angst zou een veiligheid voor je
zijn, want je zou er voorzichtigheid en krachf
uit putten en desnoods stoutmoecfigheid
die angst zou je te overwinning brengen
dat weet ik zeker!Trouwens, aangezien
het maar een tochtje isen zonder gevaar.
Hij werd zenuwacttig.
Kindlief, zei hij, bij zoo'n ondememing
is er altijd gevaarer is een groot gevaar,
het onbekende.
Wederom legde ze haar hoofd tegen Wil-
lems schouder en even als toen hij zoo even
ADVERTEERT IN DE 1
ALKMflflRSCHE COURflNTI S
De beslissing inzake den vacantietoeslag
was een politieke beslissing en dit is zeer af
te keuren.
Het meelbesluit van Amsterdam had zeer
zeker moeten worden goedgekeurd.
Bezwaarlijk was hierbij, dat moeilijk was
te zeggen op hoeveel dit besluit de ge
meente Amsterdam in de toekomst wel had
kunnen komen. Hierover is wel te discussi-
eeren. Het vernietigingsbesluit van Ged.
Staten is dan ook niet met algemeene stem-
men genomen.
Spr. riteende dat Ged. Staten van N.-Hol-
lana wel het minst de autonomie der ge
meenten aantasten en als -zij het doen, zijn
er direct de Prov. Staten, die hen op de vin-
gers tikken. Daarom zou spr. ook advisee-
ren niet in te gaan op het voorstel van de
afdeeling Zaandam om de handelingen van
Ged. Staten ten opzichte van de gemeente
lijke autonomie na te gaan, ook al omdat
dit zou gaan over besluiten, waaraan toch
niets meer is te veranderen.
Andere debaters.
De heer V i s s e r (Enkhuizen) vroeg in-
lichtingen over de huurbepaling van met
rijkssteun gebouwde woningen. Spr. deelde
verder mee, dat de gemeenteraad in Enk
huizen de gemeentewerklieden met een in-
komen beneden 2000 toch hun vacantie
toeslag heeft gegeven tegen het verlangen
van Gedeputeerden. De Raad besloot n.l. tot
loonsverhooging tot het bedrag van den toe-
slag.
De heer Schipper (Castricum) criti-
seerde de subsidie, door zijn gemeente gege
ven aan de vroedvrouwenschool te Heerlen,
hij zag daarin geen enkel gemeentebelang.
Het standpunt van den inleider tegenover
Geo. Staten vond spr. het meest wenschelijke,
omdat het alie onrechtvaardigheid buiten-
sluit, maar hoe zal het gaan, als te eeniger
tijd het college van Ged. Staten geheel be
staat uit vooruitstrevenden? Zullen dan geen
botsingen meer voorkomen? Ten aanzien
van het advies van de afd. Zaandam vroeg
spr. of het niet aan te bevelen zou zijn te
onderzoeken hoe en waar Ged. Staten een
aanslag hadden gepleegd op de autonomie
der gemeenten.
De heer Witteveen (Oterleek) herin
nerde aan de door die gemeente vastge-
stelde verordening tot hefting eener gemeen
telijke inkomstenbelasting, welke werd af-
fekeurd door Ged. Staten, terwijl die van
chermerhorn werd goedgekeurd, waarvan
de progressie veel verder ging.
De heer Van W ij k (Winkel) deelde mee,
dat de regeering-Colijn had aangedrongen
op herroepen van het besluit zijner ge
meente tot uittreding uit de werkloozenver-
zekering (werklocsheidsbesluit.) Spr. zag
hierin wel een aantasting van het gemeente
lijke zelfbeschikkingsreeht, maar in dit geval
keurde hij het goed.
De heer G a ij a a c d (N.-Niedorp) gaf
een staaltje van aantasting van de autonomit
der gemeente met te wijzen op het besluit
van Gedeputeerden, waarbij zijne gemeente
werd opgedragen een brug te Ieggen,
waarvan niet het belang wordt ingezien
door den Raad.
De voorzitter achtte het voorbeeld
van den steun aan de actie der mobilisatie
slachtoffers, door den heer Ter Laan ge-
noemd, niet gelukkig. Waar zou men blijven
als de gemeenten gelden kunnen toestaan
voor dergelijke actie?
had dat het maar een onbeduidende tocht
was, antwoordde ze:
Dat weet ik wel
Maar haar stem klonk anders en Willem
was getroffen door den diepen, ernstigen
toon er van.
Hij zweeg, niet wetende wat te zeggen, hij
kon niet meer wegens ontroering en vroeg
zich af .of hij haar wel had begrepen
Toen zei it heel zachtjes en heel gewoon:
Juist wegens gevaar ben ik geko
men Willem, cmdat ik, als je uoest omko-
men, liever m;i je zou cmkomen
En evenals zoo even keek ze hem weer met
haar innigen blik aan
Plotsel'ng kon hij dien blik niet" meer weer-
staan en zijn mooie cogen, als van een droo
mer, in welke blik de hartstocht brandde, dit
den droom tot iets nsachtigs en de mens- he-
lijke natuur tot iets schoons maakte, zwicht-
ten outer de teedere, hevige aantrekkings-
lcracht van die kinderoogen, die in voile over-
gave de zijne zochten En plotseling vor-
dween alles voor hemhij zag slechts den
blik dier oogen, hun heerliike diepte waalruit
voor hem de mysterieuze, kuische en orver-
saagde ziel eener vrouw opsteegHij be-
greep dat door de liefste kus die vrouw in het
leven hem niet volkomener zou kunnen toebe-
hooren dan thans, tegenover den dood, door
haar blik. -Alles vergat hij: zijn gemoeds-
bezwaren en zijn twijfel, die hem hadden ge-
pijnigd en die in zijn geest misschien nog op
de loer tegen; hij vroeg zich zelfs niet eens
af of het wonder, dat van het broze, klein-
moedige schepseltje een moedig en offervaar-
dig wezen had gemaakt, wel liefde was
Naief, even als zij, dacht hij dat het heerlijke
van haar aanwezigheid, omdat zij het geluk
was, de overwinning zou beteekenen; hij
dacht dat het gevaar slechts een waan was,
dat de dood, dat droomspook, slechts op aar-
de onzichtbaar rondwaarde en de geliefde
vrouw daarboven, in de oneindige ruimte en
in het voile licht, waar zij hem wilde volgen
en waarheen hij haar wilde meenemen, niet
zou kunnen bereiken Hij gevoelde zich on-
overwinliik ea zegepralend
Maar net uur was ernstig en beslissend en
in den roes van dien heerlijken droom herin
nerde hij zich dat dit niet een oogenblik mocht
zijn van opgewonden verlangen, maar dat't
het tijdstip was van kalme, onverstoorbare,
zwijgende wilskrachtHij beteugelde met
kracht de hevige deining in zijn geest, die
zijn wilskracht had doen verminderen, en hij
zei slechts:
We zullen blijven leven, Phyleke, dat
zweer ik jewe zullen blijven leven ik
zal je gehoorzamen, mijn heerlijke, kleine
reisgenooteik neem je met me mee!
Traneh parelden in zijn oogen, maar ze
begreep dat hij zich niet ontroerd wilde too
nen en dat ook zij thans kalm en sterk moest
zijnZe keek hem aan en glimlachte weer
en zonder een woord te zeggen, bood ze hem
haar lippen om gekust te worden.
Mijnheer Patain, die met een eenigszins
bezorgd gezicht weer binnenkwam, had mis
schien den kus iuist zien geven.
(Wordt vervolgd.)
Een zaak, die geregeld adverteert, zal
meer bekend raken en meer nieuwe
klanten krijgen, dan een zaak,
die niet adverteert en ai-
teen maar steunt op
vroegere connec-
ties en ouden
naanw
d
Wilt ge
in Alkmaar
en omstreken
steeds meer bekend
worden, meer de aandacht
trekken, dan kunnen we 0
slechts dien eenen goeden raad geven:
O'ciuSi aten hier niet anders hadden te doen
clan den brief door te sturen, wat zij dan ook
deden zonder eenig advies.