I
Volgnr. 393. Subs! dien aan Armbesftiren.
I meerdere leden werd gewezen op het groote bedrag,
subsidie voor het Burgerlijk Armbestuur wordt ge-
I gevraagd werd of meerdere controle hier geen goe-
taten zou kunnen opleveren. Gevraagd werd voorts,
gegevens ten aanzien van andere gemeenten, onge-
,1 gelijke grootte als Alkmaar, konden worden over-
(e leden verklaarden met dezen post te kunnen mee-
its suppletoire begrootingen niet worden afgewezen,
,!e daarop aangevraagde gelden noodzakelijk zijn.
.e leden stelden de vraag of B. en W. alsnog niet
kunnen besluiten het subsidie voor de Vereeniging
rzorging" op 2000.— te brengen.
Wij zijn bereid omtrent de aanstelling van een tweeden
armbezoeker met het Burgerlijk Armbestuur overleg te ple-
gen.
Gegevens ten aanzien van andere gemeenten zullen ter
inzagc worden gelegd.
Volgnr. 539. Kosfen vernieuwing wegen en voetpaden.
Meerdere leden stelden de vraag of het wel tactisch is een
post van 78000 op de begrooting te brengen voor de ver-
betering van den Twuyverweg. Deze leden in geenen
deele overtuigd van de noodzakelijkheid, dat de gemeente
Het komt ons voor, dat een aanvraag om een suppletoir Alkmaar in combinatie met de Langedijker gemeenten den
subsidie voortaan slechts ingewilligd behoort te worden, in- weg moet verbeteren en van oordeel, dat er een provinciaal
dien bijzondere nieuw opgekomen behoeften voorziening belang bij is betrokken achten het uittrekken van dezen
eischen of door onvoorziene omstandigheden de bestaande Post een gevaarlijk precedent, omdat de Langedijker ge-
behoeften zich uitbreiden. A1? beginsel moet vooropstaan, meenten er zich te zijner tijd op zouden kunnen beroepen?
dat het oorspronkelijk door den Raad toegestaan subsidie Wil deze leden derhalve voorkomen, dat het voorzichti-
niet mag worden overschreden. ger zou zijn den post te schrappen. Een dezer leden meende
In de toelichting op dezen post is medegedeeld, dat tot
uitvoering van het plan niet kan worden overgegaan, dan
nadat met de belanghebbende gemeenten overeenstemming
omtrent eene bijdrage in de kosten is verkregen. Het is ons
derhalve niet duidelijk, in welken zin die gemeenten zich op
den post zouden kunnen beroepen. Schrapping komt ons niet
noodig voor, al hebben we daartegen, met het oog op ae
weinige zekerheid, dat binnen afzienbaren tijd de vereischte
samenwerking zal worden verkregen, uiteraard ook geen
bepaald bezwaar.
Ten aanzien van het subsidie aan de Commissie voor
Huisverzorging -zouden wij van den voor 1926 aangenomen
regel om geen hoogere bedragen toe te kennen, dan in 1925
worden uitgekecrd, niet wenschen af te wijken.
Volgnr. 445. Uitkeering van het electriciteitsbedrijf,
eden konden zich niet vereenigen met een hoogere
eering uit dit bedrijf aan de gemeente van 25000
'jchten die uitkeering teruggebracht te. zien tot
Het is niet de bedoeling, de gewone winstuitkeering van
40.000.— met 25.000.te verhoogen. Zooals wij reeds
bovendien dat de gemeente Alkmaar haar verplichtingen na-
komt en dat de weg in een goeden staat van onderhoud ver-
keert. Weliswaar is de weg smal, maar ook de wegen in de
Langedijker gemeenten zijn niet breeder. Met het oog op het
doorgaand verkeer was verbreeding naar de meenmg van
dit lid derhalve niet urgent.
Andere leden waren van oordeel, dat de uitgave voor de
verbetering van den Twuyverweg te zwaar is voor de finan-
cien van de gemeente. Weer anderen meenden, dat in elk
in den aanbiedingsbrief tc ktnnen gaven, waren wij in staat geval niet tot uitvoering mag worden overgegaan,
25.000.te putten uit de winst van het bedrijf over 1924.
Daarom maakten wij o.a. van dit middel gebruik om de
begrooting sluitend te krijgen. Dit is echter een toevallige
omstandigheid, waarmede, zooals U uit de bedrijfsbegroo-
ting voor 1926 zal blijken (waarop het gewone bedrag van
40.000.— is uitgetrokken) bij de bedrijfsgestie geen reke-
ning wordt en mag worden gehouden. Wij zijn dan ook niet
voornemens, deze door toevallige omstandigheden mogelijk
gebleken wijze van dekking der gemeentelijke uitgaven als
een normale te beschouwen.
wanneer
de andere belanghebbende gemeenten niet flink bijdragen.
Enkele leden zouden ook dan nog bezwaar tegen de uitvoe
ring hebben.
Ten opzichte van den aanleg van een voetpad op den wes-
telijken benn van den Kennemerstraatweg tot den voorma-
ligen tol vroegen enkele leden, of het niet gewenscht zou
zijn tot gedeeltelijken aanleg over te gaan.
Volgnr. 446. Uitkeering van het Grondbedrijf.
jde leden hadden bezwaar tegen de rente-uitkeering
Soo door
dit bedrijf en meenden, dat dit niet anders
ie dan een verschuiven van de lasten naar de toe-
W leden kon zich met deze rente-uitkeering evenals
'xtra-winstuitkeering uit het electriciteitsbedrijf wel
■a.
Ten aanzien van dit bezwaar verwijzen wij naar hetgeen
elders in deze Memorie en in den aanbiedingsbrief omtrent
hetzelfde onderwerp is gezegd.
Meerdere leden maakten bezwaar tegen het aanbrengen
van een verhoogd tegelvoetpad tusschen Varnebroek en
brug oude Zandersloot en meenden, dat de weg daardoor
minder voor het verkeer geschikt zou worden en dat de Eg
ging van de brug ten opzichte van den rijweg ongunstiger
zou worden.
Een lid daarentegen achtte den aanleg wel noodzakelijk.
Het Rijk heeft het verzoek om op zijn grond een trottoir
te mogen aanieggen, niet ingewilligd. Zal die aanleg tot
stand komen, dan is het noodzakelijk, dat de eigenaren der
perceelen aan de Westzijde van den weg de voortuintjes,
voor zoover noodig, aan de gemeente afstaan Het denk-
beeld, om alvast tot gedeeltelijken aanleg over te gaan, is
ook door ons besproken. De mogelijkheid hiervan wordt
thans door den Directeur van Gemeentewerken onderzocht.
Het hier geopperde bezwaar deelen wij niet De aanleg
van een trottoir schijnt ons, integendeel, in verband met de
voorgestelde verbreeding der bestrating van den Kennemer-
singel en de regeling van het rijverkeer gewenscht. De Eg
ging van de brug vormt daarvoor geen beletsel
1
Volgnr. 466. Uitkeering van het Slachthnisbedrijf.
Is bij de vorige volgnrs. hadden meerdere leden be-
gen de winstuitkeering van dit bedrijf ad 3000
toelichting wordt verwezen naar de „A!gemeene
vingen". Een lid kon zich ook met deze uitkeering
:n.
De noodzakelijkheid om, althans voor 1926, deze winstuit
keering te vorderen, is elders in de stukken reeds uiteenge-
zet.
Volgnr. 540. Kosten van vernieuwing walmuren.
Volgnr. 498. Uitkeering aan het Plantsoenbedrijf.
d was van oordeel, dat de hiervoor uitgetrokken
st worden verhoogd met de bedragen, die in werk-
ing voor dit bedrijf worden uitgegeven.
I
Het hier vermelde oordeel komt ons niet juist voor, aan-
gezien de Gemeentebegrooting zelf reeds posten bevat, waar-
uit de uitgaven voor werkverschaffing geput zullen kunnen
worden. Met behulp van die posten kunnen de uitgaven van
het Plantsoenbedrijf voor werkverschaffing in 1926, waar-
omtrent thans nog geen bepaalde ramingen kunnen worden
gemaakt, bij eene suppletoire bedrijfsbegrooting worden ge-
regeld.
Meerdere leden spraken als hunne meening uit dat de
vernieuwing van den walmuur aan het Luttik Oudorp ur
gent moet worden geacht. De vernieuwing van den muur
aan de Oudegracht achtten deze leden echter minder nood
zakelijk. Een der leden kon zich dan ook met dezen post niet
vereenigen. Andere leden achtten een nader onderzoek van
B. en W. gewenscht. Nog vroeg een der leden, gezien de
lengte van pl.m. 30 M. van den muur aan het Luttik
Oudorp en die van pl.m. 200 M. van dien aan de Oude
gracht waarom de begroote kosten zoo'n enorm verschil
maken.
De muur aan de Oudegracht tusschen Brillesteeg en
Ruitersteeg verzakt. Neemt de verzakking toe, dan zal het
noodig zijn uit dezen post te putten voor de onvermijdelijkr
vernieuwing.
Het verschil in kosten, waarop in het verslag wordt g
doeld, houdt verband met den omvang van het werk. De
muur aan de Oudegracht kan Echter worden gefundeerd
dan die aan het Luttik Oudorp, omdat van het Luttik
Oudorp in veel grootere mate door de scheepvaart wordt ge-
bruik gemaakt dan van de Oudegracht. De constructie deT
muren moet met dit verschil rekening houden.
Vo'gnr. 541. Kosten van verbouwing en uitbreiding van gemeentewerken.
Volgnr, 516. Voorschotten aan ambtenaren.
sen der leden werd de opmerking gemaakt dat, nu
rtallessen zijn opgeheven, voor den Directeur geen
::hot meer behoeft te worden geraamd.
De normaallessen zijn nog niet opgeheven. Er is nog een
klasse, die opgeleid wordt voor het examen 1926. In den
•"op van 1926 zal derhalve het onderwijs worden geeindigd.
1
Volgnr. 523. Onvoorziene uitgaven.
Vele leden waren van oordeel, dat voorloopig door bij-
trekking van een perceel voldoende ruimte voor dezen dienst
is verkregen, zoodat van verbouwing en uitbreiding in 1926
in elk geval geen sprake behoeft te zijn.
Een der leden wilde dezen post liever geheel schrappen.
:den achtten een bedrag van 25.886.96 voor on-
uitgaven op het totaal der begrooting onvoldoen-
r waar in dit bedrag 10000 is begrepen voor de
chaffing. Deze leden meenden dat minstens
diende te worden uitgetrokken.
Wanneer met het oog op de financieele positie der gemeen
te in 1926, het doen van nieuwe gewone uitgaven zooveel
mogelijk wordt beperkt en daarnaast het overschrijden van
uitgaafposten streng wordt tegengegaan, behoeft er naar
onze meening geen vrees te bestaan, dat de dienst niet be-
hoorlijk zou kunnen worden gefinancierd.
Een voorstel, betreffende de huisvesting der politie is
behandeling en zal U te zijner tijd worden voorgelegd.
Volgnr. 526. Kosten verbouw stadhnis, enz,
d verklaarde zich tegen dezen post. Deze post hangt ten nauwste samen met de verplaatsing
van het politiebureau, waarop volgnummer 527 betrekking
heeft. De verbouwing van het Stadhuis zal derhalve eerst
aan de orde komen, nadat omtrent het politiebureau eene
beslissing is gevallen.
i Volgnr. 527. Verbouw van de voormalige le en 5e Gemeenteschool tot politiebureau.
cden achtten het hiervoor uitgetrokken bedrag ad.
te hoog en meenden, dat op de inrichting heel wat
fen vereenvoudigd en bezuinigd.
werd door een Ed de vraag gesteld, of de plaats
'politiebureau aan de Nieuwesloot, met het oog op
Ten van den dienst, wel gunstig is te achten.
Volgnr. 528 cn 532. Terugontvangst en voorschot van den erfpachtscanon voor het
Centraal Ziekenhuis.
lere leden hadden bezwaar het bedrag ad 11000
buitengewone uitgaven te rangschikken en roeen-
iit bedrag behoort onder de gewone uitgaven Deze
ikten er ook hunne verwondering over uit, dat een
t van 11000 wordt geraamd van een instelling
ri bestaat.
leden hadden geen bezwaar het bedrag ad 11000
ngewone uitgave te beschouwen.
De ingebruikneming van de in het gebouw aanwezig^
vroeger verhuurde, woning heeft inderdaad eenige verrui-
ming teweeggebracht Toch mag hierin niet meer dan een
noodmaatregel worden gezien. De indeeling van het gebouw
is zeer gebrekkig. Er bestaat geen voldoende overzicht, de
communicatie is slecht, de teekenkamer te klein en voor het
archief is geen bergruimte. In deze gebreken, die storend op
den gang van het bedrijf werken, dient op den duur te wor
den voorzien. Ofschoon wij een voorstel daartoe voorloonig
hebben opgeschort, dient met de mogelijkheid van de indie-
ning daarvan naar onze meening wel rekening te, worden
gehouden. Met het oog hiercp komt schrapping van den
post ons niet gewenscht voor.
Volgnr. 542. Kosten van vernieuwing en verbreeding bruggen.
Voor onze meening ter zake verwijzen wij naar hetgeen
de aanbiedingsbrief dienaangaande op biz. 6 veimeldt.
ere leden zouden gaarne worden ingelicht, 6f er,
it, welk bedrag aan Dr. Wortman is uitbetaald voor
es inzake de ziekenhuisplannen. Tevens zouden de-
willen vernemen, wie het crediet voor de uitbeta-
rvan alsmede voor het maken en verder uitwerken
etreffende plannen heeft verleend en tot wejjt be-
Aan Dr. Wortman is als honorarium, verschotten enz.
voor zijn advies inzake de ziekenhuisplannen in totaal
7200.uitbetaald.
Tot dekking der kosten van voorbereiding van die plan
nen heeft de Raad bij besluit van 2 Mei 1923, overeenkom-
stig ons voorstel, opgenomen in bijlage nr. 82 van dat jaar,
een blanco-crediet verleend. In het bedrag, bij Raadsbesluit
van 9 Juli j.l. te onzer beschikking gesteld, zijn de uitgaven
betreffende de uitwerking der plannen begrepen. De minder-
heid wenscht crop t« wijzen, dat dit besluit nog niet is goed-
gekeurd.
Naar de meening van enkele leden is de vernieuwing van
de Willemsbrug zoowel als van de Rootorenbrug nog niet
urgent, omdat zij voor het groote verkeer niet behoeven te
dienen. Deze leden waren van oordeel, dat bij een limitee-
ring van de asbelasting en omlegging van het groote ver
keer over Friesche brug, Kanaalkade, Paardenmarkt en
Singels de vernieuwing kon worden uitgesteld, totdat de
financieele toestand der gemeente een dergelijke groote uit
gave zou wettigen.
Door een Ed werd de vraag gesteld, of met het oog op het
geringe scheepvaartverkeer niet kon worden volstaan met
een gemetselde brug. Een ander Ed meende, dat verbree
ding van de Rootorenbrug met het oog op het doorgaand
verkeer niet noodig is.
Nog een ander Ed kon zich niet met de uitgetrokken be
dragen vereenigen en meende, dat de oplossing voorloopig
in andere richting moet worden gezocht.
Naar dit Ed meende te weten, zouden de bruggen naar
het oordeel van den Directeur van Gemeentewerken voor
loopig nog wel mee kunnen, wanneer voldoende aandacht
w^erd geschonken aan de asbelasting van vrachtauto's en de
hand werd gehouden aan de desbetreffende voorschriften.
Weer een ander Ed kon zich met uitstel vereenigen, in-
dien mocht blijken, dat inderdaad door maatregelen als vo-
renbedoeld een beboorlijke oplossing is te verkrijgen.
Een Ed was daarentegen van oordeel, dat de vernieuwing
van beide bruggen noodzakelijk moet worden geacht
Een der leden zou in verband met dezen post nog
gaarne vernemen, hoe B. en W denken over het dempen
van het Verdronkenoord, terwijl tenslotte een lid zich niet
met de weergegeven meeningen kon vereenigen en meende,
dat bezuiniging mogelijk zou zijn; door bij den Accijnstoren
een vaste brug aan te brengen.
Ons in bijlage nr. 34 van dit jaar opgenomen voorstel tot
vernieuwing van de Willemsbrug en de Rootorenbrug is
krachtens Uw besluit van 30 April j.l. naar de Financieele
Commissie om advies gezonden. Naar aanleiding van de
door die Commissie gemaakte opmerkingen hebben wij het
voorstel in nadere overweging genomen. Wij nemen ons
voor deze zaak binnenkort afzonderlijk weder aan de orde te
stellen en zullen daarbij tevens ons oordeel omtrent Je ne
vensvermelde vragen en in zich ten te kennen geven.
i l
ill
in
t r