AlKmaarsche Couran Scii&akrabriek. Insctirijvlng ?oor tien dienstpDcH!. Het ondergrsntisctie svndicaat. mmA, I m M j Kantooragenda's. Zakagenda's. MaandkalendBrs. Wsekkalenders. fiimiiii Hontferd Zeven en Twintigste Jaargang. Zaterdag 12 December. I WEET QIJ DIT WEL? IBM fcEULLlilOJi. No. 293 1925 DE BURGEMEESTER van ALKMAAR enakt bekend dat in JANUARI a.s. voor den diensiplicht moeten worden ingeschreven personen, die gebcren zijn in 1907. Voor It aangifte ter inschrijving zal in het BIJZONDER gelegenheid worden gegeven ter GEMEENTESECRETARIE voor hen wier gesiachtsnamen aanvangen met de letters: A—C op DINSDAG 5 Januari 1926. D—G op WOENSDAG 6 Januari 1926. H—J op DONDERDAG 7 Januari 1926. ,K—L op VRIJDAG 8 Januari 1926. |M—Q op ZATERDAG 9 Januari 1926. R—U op MAANDAG 11 Januari 1926. V—Z op DINSDAG 12 Januari 1926. TELKENS DES MORGENS VAN 10 UUR (TOT DES MIDDAGS HALF eeN. VOOR SCHQLIEREN ZAL BOVENDIEN GELEGENHEID WORDEN GEGEVEN OP WOENSDAG, 6 JANUARI 1926, DES NA- MIDDAGS VAN 3-4% UUR. Bij de inscnrijving gelieve men me. te brengen het trouwboekje der oitders oi an- dere Eamilie-papicren: zij, die in aanmerking komen voor vrijstdling wegens broeder- dienst, leggen tevens over alle stukken be- treifende den dienst hunner oudere breeders Omtrent deze inschrijving en omtrent de inschrijving, die in sommige gevailen binnen een anderen termijn moet plaais hebben, gel- den de volgende bepalingen van de Dienst- plichtwet en van het Dienstplichtbesluit, Wie wel en vvie niet ingeschreven moeten Worden. Art. 6 der wet 1. Bchoudens de bepalmg van het tweede lid wordt voor den dienst- plicht ingeschreven: a. de Nederlander, die op 1 Januari van het jaar, waarin hij 19 jaar oud wordt, in Europa woonplaats heeft oi wiens wettige vertegenwoordiger op genoemd tijdstip in Europa woonplaats heeft b. de niet-Nederlander, die op genoemd tijdstip ingezetene is. 2. Voor den dienstplicht worden niet inge schreven de ingezetene, niet-Nederlander, die blijkt te behooren tot een Staat, waar de Ne- derlandere niet aan verplichten krijgsdienst zijn onderworpen oi waar ten aanzien van den dienstplicht het teginsel van wederkee- righeid is aangenomen. la .vclke gemeente de inschrijving meet geschieden. Art. S van het besluit. 1. De inschrijving voor den dienstplicht geschiedt: a. indien de wettige vertegenwoordiger in Nederland woonplaats heeit, in de gemetea- ir, v '.arm deze woonplaats is gelegen;_ D. indien de in te schrrven persoon in Ne derland woonplaats heeit, in de gemeente waarin deze woonplaats is gelegen, tenzij hij een wettigen vertegenwoordiger heeit, die in een andere gemeente in Nederland woon plaats heeit; c. indien noch de in te schrijven persoon, noch zijn wettige vertegenwoordiger in Ne- deriana woonplaats heeit: te Amsterdam, zoo de in te schrijven per soon oi is diens woonplaats buiien Euro pa gelegen zijn v/ettige vertegenwoordi ger woonplaats heeft in Duitschland of Zwitserland te Rotterdam, zoo de in te schrijven per soon of is diens woonplaats buiten Europa gelegen zijn wettige vertegenwoordiger woonplaats heeft in Belgie, Frankrijk of Gr. Brittannie en lerland; te 's-Gravenhage, zoo de in te schrijven persoon of is diens woonplaats buiten Europa gelegen zijn wettige vertegen woordiger woonplaats heeft in een ander deel van Europa. 2. Voor de toepassing van het vorig lid wordt in aanmerking genomen de woon plaats, die de ingevolge art. 6 der wet in te schrijven persoon of "zijn wettige vertegen woordiger had op 1 Januari van het jaar, waarin eersibedoelde persoon 19 jaar oud wordt, of de woonplaats, die de ingevolge art. 7 der wet in te schrijven persoon of zijn wettige vertegenwoordiger had op den dag, waarop het in dat artikel bepaalde van toe- passing is geworden. Aangifte ter inschrijving. Art. 8 der wet 1. Behcudens.de hierorrier vermelde uitzonderingen geschiedt de in schrijving voor den dienstplicht op aan- gifte bij den burgemeester der hierboven J L. FRANK UN B LR(x ALKMAAR. VerWUde gemeente. 2. De aangifte gesettlfdt defSir 36H in te schrijven persoon zel! of bij verhindering door zijn wettigen vertegenwoordiger; zij kan geschieden door tusschenkomst .van een daartoe schriftelijk gemachtigde, 3. De aangifte geschiedt: a. voor zooveel betreft de ingevolge art. 6 in te schrijven personen, in de maand Januari van het jaar, waarin zij 19 jaar oud worden; b. voor zooveel betreft de ingevolge art. 7 in te schrijven personen (zie hierna), binnen dertig dagen na den flag, waarop het in dat artikel bepaalde op hen van toepassing is geworden. Art. 9 van het besluit. 1. Zonder aangifte wordt voor den dienstplicht ingeschreven hij, die: a. is opgenomen in een krankzinnigen-, idioten-, doofstommen- of blindengesticht, een rijksopvoedingsgesticht, een tuchtschool, een gevangenis of een rijkswerkinrichting; b. ingevolge art. 39 van het Wetboek van Strafrecht ter beschlkking. van de Regeering is gesteld en niet in een rijksopvoedingsge sticht is opgenomen; c. als vrijwilliger behoort tot de lajid- macht, de zeemacht of de overzeesche weer- macht, uitgezonderd den vrijwilligen land- storm. j Inschrijving v6or den gewonen tijd. Art. 14 van het besluit. 1. Hij, die een jaar eerder wenscht te worden ingeschreven dan naar zijn leeftijd zou moeten geschieden, vraagt daartoe met opgaaf van redenen toe- stemming bij een verzoekschrift, dat hij aan den Minister van Oorlog zendt voor 10 Ja nuari van het jaar, waarin hij 18 jaar oud wordt. Hij legt daarbij over een bewijs van instemming van zijn wettigen vertegenwoor diger. De Minister stelt den belanghebbende in de gelegenheid een onderzoek te onder- gaan ter zake van lichamelijke geschilctheid en lichamelijke geoefendheid, een en ander voor zoovcr niet bij het verzoekschrift ver- idaringen zijn overgelegd, waaruit de ge- schiktheid en de mate van geoefendheid vol- cloende blijken. Inschrijving na den gewonen tijd. Art. 7 der wet 1. Vcor den dienstplicht .wordt ook of wordt opnieuw ingeschreven voor zoover hij niet reeds ingevolge axt. 6 is ngeschreven "a. de Nederlander, die na 1 Januari van het jaar, waarin hij 19 jaar cud wordt, en voor 1 Januari van het jaar, waarin hij 25 jaar oud wordt, zijn woonplaats in Europa heeft gevestigd of wiens wettige vertegen woordiger in dat tijdvak zijn woonplaats in Europa heeft gevestigd; b. hij, die in bedoeld tijdvak Nederlander of opnieuw Nederlander is' geworden, indien hij of zijn wettige vertegenwoordiger in Eu ropa woonplaats heeft; c. de niet-Nederlander, die in bedoeld tijdvak ingezetene of opnieuw ingezetene is geworden d. de incezefene nlet-Nedertnnder, die in bedoeld tijdvak ophoudt te behooren tot een •eld in art. 6, tweede lid (zie hiervoor). 2. Met b:trekking tot het bepaalde onder c. geldt art. 6 tweede lid. Strafbepalingen. Art. 46 der wet. 1Met hechtenis van ten hoogste veerticn dagen of geldboete van ten hoogste honderd vijftig gulden wordt ge- straft: a. hij, die niet voidest aan een o. a. inge volge art. 8, tweede lid, cp hem rustende verplichting b. de voor den dienstplicht in te schrijven of ingeschreven persoon en zijn wettige ver tegenwoordiger, die de in verb and met deze wet van hem gevraagde opgaven niet of niet naar waarheid verstrekt; c. diegene der bestuurders van krankzin nigen-, idioten-, doofstommen- of blindenge- stichien, rijkscpvoedingsgestichten, tucht- scholen, gevangenissen of rijkswerkinrichtin- gen, die niet vokioet aan een ingevolge art 8, tweede lid, op de bestuurders rustende ver plichting of die niet overeenikomstig door Ons te geven vcorschriften opgaven verstrelct ter inschrijving voor den dienstplicht van in die restichten opgenomen personen. 2. Met gevangenisstraf van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste zeshonderd gulden wordt gestraft hij, die op- zettelijk een der in het eerste lid bedoekle feiten phegt. Opmerking omtrent vrijstelling. Bij de aangifte ter inschrijving bestaat ge legenheid orn op te geven de reden van vrij- s-Hlinn- die de in t» schrijven nereoon moedelijk zal kunnen doen gelcfen. Betcekenis van de uitdrukking „wettige vertegenwoordiger". Waar in de Diensfplichtwet of in Dienstplichtbesluit wordt gebezigd de Worn SiSTonSH verStaan tfegeen, die de ouderlijke macht, de voogdij of de curateele nitoefent Bij twijfel omtrent de gemeente waar men zich ter inschrijving moet aanmelden, wende men zich persoonlijk tijdig tot de afdeeling Militaire Zaken ter gemeente-secretaxie om in- lichtingen. Alkmaar, 4 December 1925. De Burgemeester voornoemd, WENDELAAR. Oelijktijdig namen zijn politieke idealen, in het bij zonder onder den persoonlijken mvloed Lenin, een concreten vorm aan Als lid BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar roepen sollicitanten op naar de betrekkingen van Onderwijzer en Onderwijzeres in de lichamelijke oefening, bij het openbaar uitgebreid lager onderwijs. Aantal lesuren per week waarschijnlijk respectievelijk 5 en Bezit akte M. O. strckt tot aaoeveling. De jaarwedde bedraagt per wekelijksch lesuur per jaar /90.—120.— (zes twee- jaarlijksche verhoogingen van 5.—). Bij o-emis der akte M. O. wcrdt de jaarwedde ver- minderd met 10.per wekelijksch lesuut per jaar. Diensttijd als vakonderwijzer of leeraar in gymnastiCk of lichamelijke oefe ning aan andere onderwijsinrichtingen telt mede voor periodieke verhooging. Pensioen- bijdrage SJ4 pet- Geen bezoek dan na oprocping. Stukken in te zenden voor 31 December 1925 aan het Gemeentebestuur. Alkmaar, 11 Dec. 1925, Burgemeester en Wethouders voornoemd, WENDELAAR, Burgemeester A. KOELMA, Secretaris. Aan het tournooi van Moskou namen op Aljechin, Tarrasch en Max Euwe ongeveer alle grootmeesters deel. Aljechin geeft onder 't opschrift: „Zij, die van Capablanca win- nen" een initerressante beschrijving van twee, tot nog toe onbek.ende Russische deelnemers n.l. Genewski en Werlinski. Wij laten haar in baar geheel hier volgen Qnafhankelijk van de algemeene reffulta- ten van den grooten strijd te Moskou, resul- taten, die een weini gonverwacht komen en waarvan de cogsequenties waarschijimlijk van het grootfete belang zullen blijken te zijn voor' de sportieve ontwikketing van het schaakspel in de eerstkomende jaren, heeft dit tournooi der schaakwereld (zoowel het groote publiek als de kenners) reeds verschil- Tende groote verrassingen opgeleyerd en een opschudding in zekere schaakkringen ver- oorzaakt. Twee jongelui, waarvan de namen. om zoo te zeggen, een jaar g^leden onhekend waren, hebben het durven bestaan, het quasi on- kwetsbare kuras van den \wereldkampioen aan te vallen en op verschillende plaatsen te doorhoren. Welke mys-terieuse reden an hebben deze daad van" maiesteitsschennis mogelijk ge- maakt? Hadden deze jeugdige, stoutmoedige mannen geperfecticnmeerde wapenen tot hun- ne beschikking, die tot op hedon onhekend ge- bleven waren? Of vertoonde de v/apenrus- ting van den karrpioen misschi-en onzichtbaar kleine breuken, waar bijzonder fcekwame te- genstanders hun aanval op hebben gericht? Of zijn deze nederlagen ten slotte slechts het spel van het bloote toeval, waaruit men geen enkele consequentie mag frekken? Z;edaar ongeveer de vragen, die elk beoefenaar der schakkunst op het oogenblik stelt. Naar onze meening bevat elk van_ckze ver- onderstellingen een deeltje waarheid, maar .men kan 'slechts een oiplossing viinden door het geheel te overzien. Laat ons eerst deze „homini novi" beschou- wen en tevens de wapenen. die zij meevoerden naar den grooten strijd te Moskou Beiden ziin Russen van ongeveer den zelfd-en leef tijd' (30-35 iaar), van dezelfde schaakgenera- tie, die in de eerste jaren na den oorlog op- groeide. Maar afgescheiden hiervan, hoe geheel vergchill-end is de een van den ander! van--- va de communistische (toen bolsjewistische) partij keerde hij in het begin van den oorlog naar Rusland terug. om in het leger dienst te ncmen, en zoodoendie het aantal vaandngs, die ten behoeve van het ministerie van Oorlog in grooten getale aangenomen werden en van de revolutionnaire partijen 0'pdracht kregen het defaitisme te propageeren, te versterken. Het is dus zeer natuurlijk, dat hij bij de opkomst van he bolsjewisme tot een van de belangrijkste posten der generale directie van de militaire instractie benoemd werd Maar nimmer vergeet hij gedurende zijn bewogen carriere zijn geliefkoosde kunst, en zelfs tracht hij in de eerste jaren van het bolsjefisme zijn politieken invloed in dienst te stellen van het schaakspel. Het is vooraf aan hem te danken, dat gedurende de perio- de, die ovorafging aan het in staatsbeheer cfvernemen van het schaakspel door den be- kenden Krylenko, en de overbrenging van dit spel in'een nieuw leger van het proletariat, de schaakkunst in Rusland in de jaern 1917 —1922 beoefend werd uit liefde voor het spel zelf. De tweede naarn, „Genewski", is een par- tijnaam, die niets anders beteekent dan „van Geneve". De broeder van Iljin, indertijd commissaris van de vloot, heeft den krijgs- naam Raskolnikoff aangenomen, naar den held van Dostoj wski's roman. Het is minder voor zichzelf, dat hij in een tournooi te Moskou strijdt, dan wel voor de idee van het schaakspel in dienst van het proletariaat. En zijn overwinning tegen den wereldkampioen zelfs indien ze een toeval- lige is verheugt de directeuren in dienst van de Sovjet stellig meer dan de waarschijn- lijke en verdiende tricmf van Bogoljubow, die. ook al is hij kampioen van de Sovjet, toch niet een der hunnen is. Wat de schaak- kracht van Iljin Genewski betreft, deze is voelgens ons oordeel ongeveer ge'ijk aan die van een nationdlen meester uit West-Europa Hij is een harde werker, met weinig talent voor combineeren. n 1 ADVERTEERT IN D E I i ALKMflflRSGHE COURflNTI I Is Iljin Genewski dus een van hen, dien de bolsjewistische revolutie in staat stelde_ het maximum van hun persoonlijke en politieke eerzucht te rea'iseeren, zoo heeft ook de an dere overwinnaar van Capablanca (Wer linski) zich niet over het regime te beklagen. en dit om de eenvoudige reden, dat hij er niets bij te verliezen had, want voor en na bleef hij het echte type van den kleinen kof- fiehuisspeler. Maar, terwijl bij de meerderheid dit soort van professionalisine de consequentie is van een waren hartstocht, d:e zich meester maakt van de beste jaren van hun leven en hen te- rugbrengt tot dit treurige en weinig lucratie- ve metier, kan Werlinski werkelijk geen spijt hebben het gekozen te hebben, want noch psysiek (de arme jongen is bijna volslagen doof en eenigszins misvormd), noch geeste- lijk (cen meer dan primitieve ontwikkeling) kon hij geen hoogere aspiraties stellen, en zoo moet hij znij gave voor het schaakspel als een ware we'daad van de Voorzienigheid beschouwen. Daarbij bezit hij een zekere dierlijke sluw- heid, zooals men ze dikwijls bij primitieve wezens aantreft, en een geestelijk uithou- dingsvermogen, ontwikkeld door omtberingen van allerlei aard. Het is niet moeilijk in te zien, in hoeverre de ontwikkeling van het schaakspel door de verhou'dingen, welke het in de Sovjetrepu- bliek heeft aangenomen, gunstig kon zijn voor iemand, die slechts voor en door haar leeft. Zonder groot talent, maar begaafd met tactische capaciteiten en een ongeevenaarde routine, bereikte hij aanvankelijk eenige plaatsdijke successen. Daarop werd hij op kosten van den Staat naar een al-Russisch congres afgevaardigd, en ten slotte verkreeg hij, na een „succes d'estime", met een weinig geluk den post van schaakinstructeud van het bewuste en souvereine proletariaat, een post, welke door den Staat in het leven was geroe- En nu de pantsering van den wereldkam pioen! Begint ze niet werkelijk door te lange rust te roesten, zooals reeds eenige van zijn teleurgestelde bewonderaars beginnen te be- weren? Een feit is het. dat Capablanca nog nimmer tot aan dit tournooi met zoo weinig belangstelling gedebuteerd heeft. Nog nim mer stond hij, als hij wit had, een van zijn tegenstanders op zulk een gemakke'ijke ma- nier toe remise te bereiken, als hier bijv. Lasker, Rubinstein, Grunfeld e.a. verkregen. En, om te besluiten, nog nimmer speelde hij een opening als die tegen Werlinski. En niettemin raden wij alien aan, die in «het besliste falen van den wereldkampioen een bewijs van zijn nedergang willem zien, dat groote publiek, dat steeds meedoogenloos klaar staat om neer te halen, hetgeen het een oogenblik van te voren aanbad, nog geen de- finitief oordeel uit te spreken. Een bewijs? Neen, eenvoudig een alarmee- rend symptoom. Maar, als men zich reken- schap gegeven heeft van het gevaar, waarte- gen het symptoom waarschuwt, zoo is het voor een gezond organisme slechts een kwes- tie van wilslcracht om het te bestrijden en te overwinnen. Voor wie de geheele schaakcarriere van Capablanca gcvolgd heeft, valt het moeilijk er aan te twijfelen, dat hij bij een volgende gelegenheid der schaakwereld een nieuw staaltje zal tooren van zijn waren vorm Een vorm die hem zoo vele bewonderaars bezorg- de en die de legends van zijn onkwetsbaar- heid schiep. Oplossing van eindspel no. 80. Stand der stukken: Wit (Schoumoff) Kgl Da4 Tfl Tdl p. a2, b5, c3, e4, g2 en h2. Zwart (Kolisch) Kc8 Dh5 TdS Tg8 p. b6 c7 e6 e5 f4 en h7. Zwart speelt en wint. 1Tg2f Kg2 (gedwongen) 2. Khl, 3. Td2 en zwart wint. Goede opl. ontvangen van den heer de fioer. Eindspel no. 83. Wit: Bird. Pa3 Pb8 De2 ver- het uit- werk- drukking „wettige vertegenwoordiger", Iljin Genewski is het type van den harts- tochtelijken amateur! En, hij bleef steeds amateur. Want op geen moment van zijn leven heeft hij aan de liefde voor het schaak spel datgene ten offer gebracht, wat hij als het belangrijkste in zijn leven beschouwde oamelijk zijn idealen en zijn politieke we zaamheid. Deze werkzaamheid begon al zeer vroeg, als gymnasiast te Petersburg, waar hij met vele ziiner kameraden betrokken werd in de beruchte zaak van de Wytmer-school. Hij werd van dit etab'issement verwijderd en ge- noodzaakt naar Zwitserland uit te wijken om zijn studien te voltooien. Het was ,precies ge- zegd, te Geneve dat hij voor het schaakspel een> groote liefde begon te koesteren en daar- na en niet zonder succes, aan verschillende Zwitsersche tournooien deelnam. Door Mrs. C. N. Williamson. Nederla.nd.sche vertaling van Ada van Arkel 8, Ze trachtte nu niet ianger dapper te zijn. Koud en bevend sprong ze uit bed en liep, bibberend op haar bloote voeten de torenka- mer binnen. Daar kon ze in het maanlicht dat door de beide vensters waarvan de gordijnen open ge- bleven waren, binnen stroomde, de voorwer- pen zien, die haar al bekend en vertrouwd waren geworden. Ze waren in zekeren zin een geruststelling, daar ze aan het gewone dage- lijksche leven heiinnerden. „Nonsens nonsens nonsens!" her- haalde ze boos half luid, blij het geluid van haar eigen stem te hooren. „Het is niets. Wat zou het kunnen zijn, behalve een droom? O, waarom kan ik die nare lamp nu niet aan- krijgen?" Spoedig scheen de rozige schijn door de dunne zijde van de kap, maar nog niet tevre- den stak ze de kaarsen ook aan. Het licht was als een vriend. Ze kon nu denken, zichzelf vragen doen en verstandig beantwoorden. Wat had de huislioudster haar gezegd? Dat ze des nacht alleen in den toren zou zijn. In een kamer gelijkvlcers werkte de timmer- man overdag; in de kamer daarbovem wer den meubels en bagage opgeborgen. Dan kwam haar eigen kamer en wat kwam dan? Juffrouw Ritchie's uitlegging was niet verder gegaan, maar Sheila had gezien, dat de pas herstelde wenteltrap buiten haar kamer op- hield. Verder was hij afgesloten met steenen ,en dus konden er geen geluiden, geen voetstap en geen getig van hakjes zijn geweest. Ze moest dat hebben gedroomd. Bovendien, zeifs als de trap die naar de verdieping boven de hare voerde niet versperd was, waren de mu- ren toch veel te dik, dan dat geluiden zoo als zij zich verbeeldde gehoord te hebben tot haar kamer konden doordringen; en in ieder geval was die alcoof waar haar bed stond geen plek waar menschen die de trap opgin- gen voorbij kwamen. Maar als er dan toch eens werkelijk geesten bestonden? Nee, ze wilde haar gedachten niet dien kant op laten gaan. Als ze dat deed, als ze eenmaal begon met toe te geven aan die on- zin zou er tevens een eind komen aan de rust en het genoegen in dtezen torenkamer, waar ze zoo verlangend naar had uitgezien. Ze zou verstandig zijn, maar het was niet noodig naar bed terng te gaan, voor ze slaap kreeg. Ze zou maar zenuwachtiger worden als ze daar lag en rich allerlei malle dingen in- beeldde. Deze eene nacht zou ze zich maar eens de weelde permitteeren om op te blijven zitten en te lezen, en morgen zou ze misschen -r- een heel eenvoudige verklaring vinden voor het papier vasthoudende. Het geteekende ge- de geluiden, die nu zoo spookachtig leken. Ze zou op onderzoek uitgaan en haar omge- ving door en door verkennen, voor er weer een nacht aanbrak. Ze' nam het deeltje van Scott, dat ze was beginnen te lezen bij haar diner, maar als om te bewijzen, dat ze haar zenuwen nog niet meester was, schrikte ze zoo op het geluid' van een wegvluchtende rat achter het beschot, dat het boelc op den grond viel. Het lag open met de rug naar boven gekeerd en een vier- kant stukje wit papier viel uit de gele muf ruikende bladen. Sheila raapte het op en zag, dat het toch niet leeg was. Op de zijde die op den grond gelegen had, had iemand het gezicht van een jongen geteekend. De potloodlijnen waren verbleekt, het papier had de kleur van oud ivoor en de kraag en das met een paar lijnen aangegeven, waren van een eigenaardig mo del Maar het gelaat was opvallend knap en zoo karakteristiek, dat Sheila overtuigd was, dat het schetsje als gelijkenis een succes moest zijn geweest. In een hoekje stonden initialen en een datum, maar zij waren of met opzet, of bij toeval onleesbaar geworden en Sheila hield het papier dicht bij het licht zonder het te kunnen ontcijferen. Plotseling, terwijl ze de flauwe letters bestudeerde scheen er iets van boven te vallen, langs haar oogen iets vlugs en kleins, waar het licht een gloed als een robijn uit sloeg, en tegelijkertijd spat- te de robijn in een roode vlek uiteen op de teekening. Met een gil sprong Sheila op, machinaal pen. Welk een carriere voor een Werlinski! Het tournooi van Moskou beloofde hem, in geval hii succes had, nieuwe materieele voordee'.en. Waarom dus niet het onmogelijke gedaan om van deze misschien eenige kans partij te trek- ken. En zoo openibaarden zich als de gevaarlijk- ste van alle Russische tegenstanders van den wereldkampioen de eenige communist van het tournooi en de kleine koffiehuisspeler, die bij na analfabeet is. De een werd niet gedreven door persoon'ij- ke eerzucht, maar handelde zuiver en uitslui- tend voor de zaak. De ander werd door zijn „misere" opgejaagd, die zelfs in het schaak spel, den zwakste de kra~htcn van een Her cules kan verleenen, en hem voor een oogen blik in £en held kan omtooveren. Ziedaar de bewapeniing der tegenstanders! zicht van den jongen was rood gekleurd; er was een roode natte veeg op haar duim en vinger en terwijl ze er vol afschuw naar keek, verstard van schrik, viel er weer een robijn- roode vlek langs haar oogen. Hooofdstuk III. Een geheim. te middernacht. Onmiddellijk schoten de woorden van de huishoudster bij het meisje te binnen. De bel! De bel waarmee ze den nachtportier kon roe- pen waar was die? O, ze wist het al en even vlug als de gedachte bij haar opkwam, zweefde haar vinger boven de electrische knop. Nog een seconde en de angstroep zou zijn uitgezonden langs de draad; maar iets scheen haar hand terug te houden. „Nee", riep ze half luid, „ik doe het niet," en met groote zelfbeheersching keerde zij den bel den rug toe, den bel, die hulp en menschelijk ge- zelschap beteekende, zoodra ze dat wenschte. „Waarschijnlijk hebben ze dezelfde soort moeilijkheden hier al eerder met hun seereta- ressen gehad," dacht het mflsje. „Mijnheer Mc Kinnon vertelde me, dat degene die zij hier uit de buurt hadden het werk niet aan kon, maar ik vond, dat hij er vreemd uitzag toen hij dat zei en misschien za( er meer ach ter. Misschien verwachten ze, dat ik druk'e zal maken, al kom ik niet uit de buurt en ver- onderstellen ze, dat ik niets van de historic van dezen toren heb gehoord. Misschien wist dat andere meisje het al vcoruit. Maar het doet er niet oe, ik wil geen lawaai maken! Ik WMt. iWie mm WM Zwart speelt en wint. Oplossing probleem No. 84 van J. v. Ben kel, Heeswijk. Wit: Khl Dal Ph3 Lh7 en h8 pi b5, c3 en d3. Zwart: Kd5 Lbl pi b4, c5, c6, d6, e6, f5, g5-- 2. Jl, Kh2 1. 1. 1. 1. 1. "b3 c4 cb5 e5 g4 L. onv. c4 mat. Dd4 mat. Da8 mat. Lg8 mat. Tf4 mat. Dhl mat. Het is duidelijk, dat Kh2 gedeeltelijk een tempozet, gedeeltelijk een ontruimingszet (voor de Dame) is. heb er op gebluft, dat ik moedig was, en ik zal het uithouden, al zou het me cooden Hel kan ook best zijn, dat de een of ander mt vannacht een leelijke poets heeft willen spe- len. Dan zullen ze er geen pleizier van heb ben! Ik ben van plan hier in de kamer te blij ven al moet ik den heelen nacht wakker blij ven en ik zal overdag mijn werk dcen, iederer dag, totdat, wie het ook" is, er genoeg var kriigt." Dit flink besluit goot nieuwe meed in Shei la's verkilde aderen, alsof ze zware wijn hac gedronken. Inplaats van de verwarring ir haar geest, ontstaan door den schrik, te vol tooien, zooals het een paar seconden tevorer had dreigen te doen, had het vallen van dc roode druppels van de zoldering het weri van de vreemde geluiden achter de muur te- niet gedaan. Het meisje was nu zelfs be- daard genoeg om de schade die aan het por- tret, dat zij in het oude deel van Scott hac gevonden, was toegebracht te betreuren. Zel trachtte het te herstellen door er een strooir water over te gieten, terwijl de vlek nog versch en nat was. Ondanks haar pogingef bleef de vlek echter, maar het felle rood was veranderd in zacht rose, zoodat het scheen ol het glimlachende gelaat van den jongen met een teere vleeschkleur was getint. De potlood lijnen, reeds te,roren zoo vaag, waren dit nog meer geworden door het water, maar tocfi waren zij niet uitgewischt en Sheila was daax blij om. (Wordt vervoigd.) 6- ,- I Een zaak, die geregeld adverteert. zal meer beKend raken en meernieuwe klanten kriigen, dan een zaak, die niet adverteert en al- leen maar steunt op vroegere connec- ties en ouden Wilt ge in Alkmaar en omstreken steeds meer bekend yorden, meer de aandacht trekken, dan kunnen we U slechts dien eenen goeden raad geven: a b c it Zwart: Tschigorin. 2. 2. 2. 2. 2

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1925 | | pagina 5