AlKmaarsche Couran
Scii&akrabriek.
Insctirijvlng ?oor tien dienstpDcH!.
Het ondergrsntisctie svndicaat.
mmA,
I m M j
Kantooragenda's. Zakagenda's.
MaandkalendBrs. Wsekkalenders.
fiimiiii
Hontferd Zeven en Twintigste Jaargang.
Zaterdag 12 December.
I WEET QIJ DIT WEL?
IBM
fcEULLlilOJi.
No. 293 1925
DE BURGEMEESTER van ALKMAAR
enakt bekend dat in JANUARI a.s. voor den
diensiplicht moeten worden ingeschreven
personen, die gebcren zijn in 1907.
Voor It aangifte ter inschrijving zal in het
BIJZONDER gelegenheid worden gegeven
ter GEMEENTESECRETARIE voor hen
wier gesiachtsnamen aanvangen met de
letters:
A—C op DINSDAG 5 Januari 1926.
D—G op WOENSDAG 6 Januari 1926.
H—J op DONDERDAG 7 Januari 1926.
,K—L op VRIJDAG 8 Januari 1926.
|M—Q op ZATERDAG 9 Januari 1926.
R—U op MAANDAG 11 Januari 1926.
V—Z op DINSDAG 12 Januari 1926.
TELKENS DES MORGENS VAN 10 UUR
(TOT DES MIDDAGS HALF eeN.
VOOR SCHQLIEREN ZAL BOVENDIEN
GELEGENHEID WORDEN GEGEVEN OP
WOENSDAG, 6 JANUARI 1926, DES NA-
MIDDAGS VAN 3-4% UUR.
Bij de inscnrijving gelieve men me. te
brengen het trouwboekje der oitders oi an-
dere Eamilie-papicren: zij, die in aanmerking
komen voor vrijstdling wegens broeder-
dienst, leggen tevens over alle stukken be-
treifende den dienst hunner oudere breeders
Omtrent deze inschrijving en omtrent de
inschrijving, die in sommige gevailen binnen
een anderen termijn moet plaais hebben, gel-
den de volgende bepalingen van de Dienst-
plichtwet en van het Dienstplichtbesluit,
Wie wel en vvie niet ingeschreven moeten
Worden.
Art. 6 der wet 1. Bchoudens de bepalmg
van het tweede lid wordt voor den dienst-
plicht ingeschreven:
a. de Nederlander, die op 1 Januari van
het jaar, waarin hij 19 jaar oud wordt, in
Europa woonplaats heeft oi wiens wettige
vertegenwoordiger op genoemd tijdstip in
Europa woonplaats heeft
b. de niet-Nederlander, die op genoemd
tijdstip ingezetene is.
2. Voor den dienstplicht worden niet inge
schreven de ingezetene, niet-Nederlander, die
blijkt te behooren tot een Staat, waar de Ne-
derlandere niet aan verplichten krijgsdienst
zijn onderworpen oi waar ten aanzien van
den dienstplicht het teginsel van wederkee-
righeid is aangenomen.
la .vclke gemeente de inschrijving meet
geschieden.
Art. S van het besluit. 1. De inschrijving
voor den dienstplicht geschiedt:
a. indien de wettige vertegenwoordiger in
Nederland woonplaats heeit, in de gemetea-
ir, v '.arm deze woonplaats is gelegen;_
D. indien de in te schrrven persoon in Ne
derland woonplaats heeit, in de gemeente
waarin deze woonplaats is gelegen, tenzij hij
een wettigen vertegenwoordiger heeit, die in
een andere gemeente in Nederland woon
plaats heeit;
c. indien noch de in te schrijven persoon,
noch zijn wettige vertegenwoordiger in Ne-
deriana woonplaats heeit:
te Amsterdam, zoo de in te schrijven per
soon oi is diens woonplaats buiien Euro
pa gelegen zijn v/ettige vertegenwoordi
ger woonplaats heeft in Duitschland of
Zwitserland
te Rotterdam, zoo de in te schrijven per
soon of is diens woonplaats buiten Europa
gelegen zijn wettige vertegenwoordiger
woonplaats heeft in Belgie, Frankrijk of Gr.
Brittannie en lerland;
te 's-Gravenhage, zoo de in te schrijven
persoon of is diens woonplaats buiten
Europa gelegen zijn wettige vertegen
woordiger woonplaats heeft in een ander
deel van Europa.
2. Voor de toepassing van het vorig lid
wordt in aanmerking genomen de woon
plaats, die de ingevolge art. 6 der wet in te
schrijven persoon of "zijn wettige vertegen
woordiger had op 1 Januari van het jaar,
waarin eersibedoelde persoon 19 jaar oud
wordt, of de woonplaats, die de ingevolge
art. 7 der wet in te schrijven persoon of zijn
wettige vertegenwoordiger had op den dag,
waarop het in dat artikel bepaalde van toe-
passing is geworden.
Aangifte ter inschrijving.
Art. 8 der wet 1. Behcudens.de hierorrier
vermelde uitzonderingen geschiedt de in
schrijving voor den dienstplicht op aan-
gifte bij den burgemeester der hierboven J
L. FRANK UN B LR(x ALKMAAR.
VerWUde gemeente.
2. De aangifte gesettlfdt defSir 36H in te
schrijven persoon zel! of bij verhindering
door zijn wettigen vertegenwoordiger; zij
kan geschieden door tusschenkomst .van een
daartoe schriftelijk gemachtigde,
3. De aangifte geschiedt:
a. voor zooveel betreft de ingevolge art.
6 in te schrijven personen, in de maand
Januari van het jaar, waarin zij 19 jaar oud
worden;
b. voor zooveel betreft de ingevolge art.
7 in te schrijven personen (zie hierna), binnen
dertig dagen na den flag, waarop het in dat
artikel bepaalde op hen van toepassing is
geworden.
Art. 9 van het besluit. 1. Zonder aangifte
wordt voor den dienstplicht ingeschreven hij,
die:
a. is opgenomen in een krankzinnigen-,
idioten-, doofstommen- of blindengesticht, een
rijksopvoedingsgesticht, een tuchtschool, een
gevangenis of een rijkswerkinrichting;
b. ingevolge art. 39 van het Wetboek van
Strafrecht ter beschlkking. van de Regeering
is gesteld en niet in een rijksopvoedingsge
sticht is opgenomen;
c. als vrijwilliger behoort tot de lajid-
macht, de zeemacht of de overzeesche weer-
macht, uitgezonderd den vrijwilligen land-
storm. j
Inschrijving v6or den gewonen tijd.
Art. 14 van het besluit. 1. Hij, die een jaar
eerder wenscht te worden ingeschreven dan
naar zijn leeftijd zou moeten geschieden,
vraagt daartoe met opgaaf van redenen toe-
stemming bij een verzoekschrift, dat hij aan
den Minister van Oorlog zendt voor 10 Ja
nuari van het jaar, waarin hij 18 jaar oud
wordt. Hij legt daarbij over een bewijs van
instemming van zijn wettigen vertegenwoor
diger. De Minister stelt den belanghebbende
in de gelegenheid een onderzoek te onder-
gaan ter zake van lichamelijke geschilctheid
en lichamelijke geoefendheid, een en ander
voor zoovcr niet bij het verzoekschrift ver-
idaringen zijn overgelegd, waaruit de ge-
schiktheid en de mate van geoefendheid vol-
cloende blijken.
Inschrijving na den gewonen tijd.
Art. 7 der wet 1. Vcor den dienstplicht
.wordt ook of wordt opnieuw ingeschreven
voor zoover hij niet reeds ingevolge axt. 6 is
ngeschreven
"a. de Nederlander, die na 1 Januari van
het jaar, waarin hij 19 jaar cud wordt, en
voor 1 Januari van het jaar, waarin hij 25
jaar oud wordt, zijn woonplaats in Europa
heeft gevestigd of wiens wettige vertegen
woordiger in dat tijdvak zijn woonplaats in
Europa heeft gevestigd;
b. hij, die in bedoeld tijdvak Nederlander
of opnieuw Nederlander is' geworden, indien
hij of zijn wettige vertegenwoordiger in Eu
ropa woonplaats heeft;
c. de niet-Nederlander, die in bedoeld
tijdvak ingezetene of opnieuw ingezetene is
geworden
d. de incezefene nlet-Nedertnnder, die in
bedoeld tijdvak ophoudt te behooren tot een
•eld in art. 6, tweede lid
(zie hiervoor).
2. Met b:trekking tot het bepaalde onder
c. geldt art. 6 tweede lid.
Strafbepalingen.
Art. 46 der wet. 1Met hechtenis van ten
hoogste veerticn dagen of geldboete van ten
hoogste honderd vijftig gulden wordt ge-
straft:
a. hij, die niet voidest aan een o. a. inge
volge art. 8, tweede lid, cp hem rustende
verplichting
b. de voor den dienstplicht in te schrijven
of ingeschreven persoon en zijn wettige ver
tegenwoordiger, die de in verb and met deze
wet van hem gevraagde opgaven niet of niet
naar waarheid verstrekt;
c. diegene der bestuurders van krankzin
nigen-, idioten-, doofstommen- of blindenge-
stichien, rijkscpvoedingsgestichten, tucht-
scholen, gevangenissen of rijkswerkinrichtin-
gen, die niet vokioet aan een ingevolge art
8, tweede lid, op de bestuurders rustende ver
plichting of die niet overeenikomstig door Ons
te geven vcorschriften opgaven verstrelct ter
inschrijving voor den dienstplicht van in die
restichten opgenomen personen.
2. Met gevangenisstraf van ten hoogste
twee maanden of geldboete van ten hoogste
zeshonderd gulden wordt gestraft hij, die op-
zettelijk een der in het eerste lid bedoekle
feiten phegt.
Opmerking omtrent vrijstelling.
Bij de aangifte ter inschrijving bestaat ge
legenheid orn op te geven de reden van vrij-
s-Hlinn- die de in t» schrijven nereoon
moedelijk zal kunnen doen gelcfen.
Betcekenis van de uitdrukking
„wettige vertegenwoordiger".
Waar in de Diensfplichtwet of in
Dienstplichtbesluit wordt gebezigd de
Worn SiSTonSH verStaan tfegeen, die de
ouderlijke macht, de voogdij of de curateele
nitoefent
Bij twijfel omtrent de gemeente waar men
zich ter inschrijving moet aanmelden, wende
men zich persoonlijk tijdig tot de afdeeling
Militaire Zaken ter gemeente-secretaxie om in-
lichtingen.
Alkmaar, 4 December 1925.
De Burgemeester voornoemd,
WENDELAAR.
Oelijktijdig namen zijn politieke idealen, in
het bij zonder onder den persoonlijken mvloed
Lenin, een concreten vorm aan Als lid
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van Alkmaar roepen sollicitanten op naar de
betrekkingen van
Onderwijzer en Onderwijzeres
in de lichamelijke oefening, bij het openbaar
uitgebreid lager onderwijs. Aantal lesuren
per week waarschijnlijk respectievelijk 5 en
Bezit akte M. O. strckt tot aaoeveling.
De jaarwedde bedraagt per wekelijksch
lesuur per jaar /90.—120.— (zes twee-
jaarlijksche verhoogingen van 5.—). Bij
o-emis der akte M. O. wcrdt de jaarwedde ver-
minderd met 10.per wekelijksch lesuut
per jaar. Diensttijd als vakonderwijzer of
leeraar in gymnastiCk of lichamelijke oefe
ning aan andere onderwijsinrichtingen telt
mede voor periodieke verhooging. Pensioen-
bijdrage SJ4 pet-
Geen bezoek dan na oprocping.
Stukken in te zenden voor 31 December
1925 aan het Gemeentebestuur.
Alkmaar, 11 Dec. 1925,
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
WENDELAAR, Burgemeester
A. KOELMA, Secretaris.
Aan het tournooi van Moskou namen op
Aljechin, Tarrasch en Max Euwe ongeveer
alle grootmeesters deel. Aljechin geeft onder
't opschrift: „Zij, die van Capablanca win-
nen" een initerressante beschrijving van twee,
tot nog toe onbek.ende Russische deelnemers
n.l. Genewski en Werlinski. Wij laten haar in
baar geheel hier volgen
Qnafhankelijk van de algemeene reffulta-
ten van den grooten strijd te Moskou, resul-
taten, die een weini gonverwacht komen en
waarvan de cogsequenties waarschijimlijk van
het grootfete belang zullen blijken te zijn
voor' de sportieve ontwikketing van het
schaakspel in de eerstkomende jaren, heeft
dit tournooi der schaakwereld (zoowel het
groote publiek als de kenners) reeds verschil-
Tende groote verrassingen opgeleyerd en een
opschudding in zekere schaakkringen ver-
oorzaakt.
Twee jongelui, waarvan de namen. om zoo
te zeggen, een jaar g^leden onhekend waren,
hebben het durven bestaan, het quasi on-
kwetsbare kuras van den \wereldkampioen
aan te vallen en op verschillende plaatsen te
doorhoren.
Welke mys-terieuse reden an hebben deze
daad van" maiesteitsschennis mogelijk ge-
maakt? Hadden deze jeugdige, stoutmoedige
mannen geperfecticnmeerde wapenen tot hun-
ne beschikking, die tot op hedon onhekend ge-
bleven waren? Of vertoonde de v/apenrus-
ting van den karrpioen misschi-en onzichtbaar
kleine breuken, waar bijzonder fcekwame te-
genstanders hun aanval op hebben gericht?
Of zijn deze nederlagen ten slotte slechts het
spel van het bloote toeval, waaruit men geen
enkele consequentie mag frekken? Z;edaar
ongeveer de vragen, die elk beoefenaar der
schakkunst op het oogenblik stelt.
Naar onze meening bevat elk van_ckze ver-
onderstellingen een deeltje waarheid, maar
.men kan 'slechts een oiplossing viinden door
het geheel te overzien.
Laat ons eerst deze „homini novi" beschou-
wen en tevens de wapenen. die zij meevoerden
naar den grooten strijd te Moskou Beiden
ziin Russen van ongeveer den zelfd-en leef
tijd' (30-35 iaar), van dezelfde schaakgenera-
tie, die in de eerste jaren na den oorlog op-
groeide. Maar afgescheiden hiervan, hoe
geheel vergchill-end is de een van den ander!
van---
va de communistische (toen bolsjewistische)
partij keerde hij in het begin van den oorlog
naar Rusland terug. om in het leger dienst te
ncmen, en zoodoendie het aantal vaandngs,
die ten behoeve van het ministerie van Oorlog
in grooten getale aangenomen werden en van
de revolutionnaire partijen 0'pdracht kregen
het defaitisme te propageeren, te versterken.
Het is dus zeer natuurlijk, dat hij bij de
opkomst van he bolsjewisme tot een van de
belangrijkste posten der generale directie van
de militaire instractie benoemd werd
Maar nimmer vergeet hij gedurende zijn
bewogen carriere zijn geliefkoosde kunst, en
zelfs tracht hij in de eerste jaren van het
bolsjefisme zijn politieken invloed in dienst
te stellen van het schaakspel. Het is vooraf
aan hem te danken, dat gedurende de perio-
de, die ovorafging aan het in staatsbeheer
cfvernemen van het schaakspel door den be-
kenden Krylenko, en de overbrenging van dit
spel in'een nieuw leger van het proletariat,
de schaakkunst in Rusland in de jaern 1917
—1922 beoefend werd uit liefde voor het spel
zelf.
De tweede naarn, „Genewski", is een par-
tijnaam, die niets anders beteekent dan „van
Geneve". De broeder van Iljin, indertijd
commissaris van de vloot, heeft den krijgs-
naam Raskolnikoff aangenomen, naar den
held van Dostoj wski's roman.
Het is minder voor zichzelf, dat hij in een
tournooi te Moskou strijdt, dan wel voor de
idee van het schaakspel in dienst van het
proletariaat. En zijn overwinning tegen den
wereldkampioen zelfs indien ze een toeval-
lige is verheugt de directeuren in dienst
van de Sovjet stellig meer dan de waarschijn-
lijke en verdiende tricmf van Bogoljubow,
die. ook al is hij kampioen van de Sovjet,
toch niet een der hunnen is. Wat de schaak-
kracht van Iljin Genewski betreft, deze is
voelgens ons oordeel ongeveer ge'ijk aan die
van een nationdlen meester uit West-Europa
Hij is een harde werker, met weinig talent
voor combineeren.
n
1 ADVERTEERT IN D E I
i ALKMflflRSGHE COURflNTI I
Is Iljin Genewski dus een van hen, dien de
bolsjewistische revolutie in staat stelde_ het
maximum van hun persoonlijke en politieke
eerzucht te rea'iseeren, zoo heeft ook de an
dere overwinnaar van Capablanca (Wer
linski) zich niet over het regime te beklagen.
en dit om de eenvoudige reden, dat hij er
niets bij te verliezen had, want voor en na
bleef hij het echte type van den kleinen kof-
fiehuisspeler.
Maar, terwijl bij de meerderheid dit soort
van professionalisine de consequentie is van
een waren hartstocht, d:e zich meester maakt
van de beste jaren van hun leven en hen te-
rugbrengt tot dit treurige en weinig lucratie-
ve metier, kan Werlinski werkelijk geen spijt
hebben het gekozen te hebben, want noch
psysiek (de arme jongen is bijna volslagen
doof en eenigszins misvormd), noch geeste-
lijk (cen meer dan primitieve ontwikkeling)
kon hij geen hoogere aspiraties stellen, en
zoo moet hij znij gave voor het schaakspel
als een ware we'daad van de Voorzienigheid
beschouwen.
Daarbij bezit hij een zekere dierlijke sluw-
heid, zooals men ze dikwijls bij primitieve
wezens aantreft, en een geestelijk uithou-
dingsvermogen, ontwikkeld door omtberingen
van allerlei aard.
Het is niet moeilijk in te zien, in hoeverre
de ontwikkeling van het schaakspel door de
verhou'dingen, welke het in de Sovjetrepu-
bliek heeft aangenomen, gunstig kon zijn
voor iemand, die slechts voor en door haar
leeft. Zonder groot talent, maar begaafd met
tactische capaciteiten en een ongeevenaarde
routine, bereikte hij aanvankelijk eenige
plaatsdijke successen. Daarop werd hij op
kosten van den Staat naar een al-Russisch
congres afgevaardigd, en ten slotte verkreeg
hij, na een „succes d'estime", met een weinig
geluk den post van schaakinstructeud van het
bewuste en souvereine proletariaat, een post,
welke door den Staat in het leven was geroe-
En nu de pantsering van den wereldkam
pioen! Begint ze niet werkelijk door te lange
rust te roesten, zooals reeds eenige van zijn
teleurgestelde bewonderaars beginnen te be-
weren? Een feit is het. dat Capablanca nog
nimmer tot aan dit tournooi met zoo weinig
belangstelling gedebuteerd heeft. Nog nim
mer stond hij, als hij wit had, een van zijn
tegenstanders op zulk een gemakke'ijke ma-
nier toe remise te bereiken, als hier bijv.
Lasker, Rubinstein, Grunfeld e.a. verkregen.
En, om te besluiten, nog nimmer speelde hij
een opening als die tegen Werlinski.
En niettemin raden wij alien aan, die in
«het besliste falen van den wereldkampioen
een bewijs van zijn nedergang willem zien,
dat groote publiek, dat steeds meedoogenloos
klaar staat om neer te halen, hetgeen het een
oogenblik van te voren aanbad, nog geen de-
finitief oordeel uit te spreken.
Een bewijs? Neen, eenvoudig een alarmee-
rend symptoom. Maar, als men zich reken-
schap gegeven heeft van het gevaar, waarte-
gen het symptoom waarschuwt, zoo is het
voor een gezond organisme slechts een kwes-
tie van wilslcracht om het te bestrijden en te
overwinnen.
Voor wie de geheele schaakcarriere van
Capablanca gcvolgd heeft, valt het moeilijk
er aan te twijfelen, dat hij bij een volgende
gelegenheid der schaakwereld een nieuw
staaltje zal tooren van zijn waren vorm Een
vorm die hem zoo vele bewonderaars bezorg-
de en die de legends van zijn onkwetsbaar-
heid schiep.
Oplossing van eindspel no. 80.
Stand der stukken:
Wit (Schoumoff) Kgl Da4 Tfl Tdl
p. a2, b5, c3, e4, g2 en h2.
Zwart (Kolisch) Kc8 Dh5 TdS Tg8
p. b6 c7 e6 e5 f4 en h7.
Zwart speelt en wint.
1Tg2f Kg2 (gedwongen) 2.
Khl, 3. Td2 en zwart wint.
Goede opl. ontvangen van den heer
de fioer.
Eindspel no. 83.
Wit: Bird.
Pa3
Pb8
De2
ver-
het
uit-
werk-
drukking „wettige vertegenwoordiger",
Iljin Genewski is het type van den harts-
tochtelijken amateur! En, hij bleef steeds
amateur. Want op geen moment van zijn
leven heeft hij aan de liefde voor het schaak
spel datgene ten offer gebracht, wat hij als
het belangrijkste in zijn leven beschouwde
oamelijk zijn idealen en zijn politieke we
zaamheid.
Deze werkzaamheid begon al zeer vroeg,
als gymnasiast te Petersburg, waar hij met
vele ziiner kameraden betrokken werd in de
beruchte zaak van de Wytmer-school. Hij
werd van dit etab'issement verwijderd en ge-
noodzaakt naar Zwitserland uit te wijken om
zijn studien te voltooien. Het was ,precies ge-
zegd, te Geneve dat hij voor het schaakspel
een> groote liefde begon te koesteren en daar-
na en niet zonder succes, aan verschillende
Zwitsersche tournooien deelnam.
Door Mrs. C. N. Williamson.
Nederla.nd.sche vertaling van Ada van Arkel
8,
Ze trachtte nu niet ianger dapper te zijn.
Koud en bevend sprong ze uit bed en liep,
bibberend op haar bloote voeten de torenka-
mer binnen.
Daar kon ze in het maanlicht dat door de
beide vensters waarvan de gordijnen open ge-
bleven waren, binnen stroomde, de voorwer-
pen zien, die haar al bekend en vertrouwd
waren geworden. Ze waren in zekeren zin een
geruststelling, daar ze aan het gewone dage-
lijksche leven heiinnerden.
„Nonsens nonsens nonsens!" her-
haalde ze boos half luid, blij het geluid van
haar eigen stem te hooren. „Het is niets. Wat
zou het kunnen zijn, behalve een droom? O,
waarom kan ik die nare lamp nu niet aan-
krijgen?"
Spoedig scheen de rozige schijn door de
dunne zijde van de kap, maar nog niet tevre-
den stak ze de kaarsen ook aan. Het licht was
als een vriend. Ze kon nu denken, zichzelf
vragen doen en verstandig beantwoorden.
Wat had de huislioudster haar gezegd?
Dat ze des nacht alleen in den toren zou zijn.
In een kamer gelijkvlcers werkte de timmer-
man overdag; in de kamer daarbovem wer
den meubels en bagage opgeborgen. Dan
kwam haar eigen kamer en wat kwam dan?
Juffrouw Ritchie's uitlegging was niet verder
gegaan, maar Sheila had gezien, dat de pas
herstelde wenteltrap buiten haar kamer op-
hield. Verder was hij afgesloten met steenen
,en dus konden er geen geluiden, geen voetstap
en geen getig van hakjes zijn geweest. Ze
moest dat hebben gedroomd. Bovendien, zeifs
als de trap die naar de verdieping boven de
hare voerde niet versperd was, waren de mu-
ren toch veel te dik, dan dat geluiden zoo
als zij zich verbeeldde gehoord te hebben tot
haar kamer konden doordringen; en in ieder
geval was die alcoof waar haar bed stond
geen plek waar menschen die de trap opgin-
gen voorbij kwamen. Maar als er dan
toch eens werkelijk geesten bestonden?
Nee, ze wilde haar gedachten niet dien
kant op laten gaan. Als ze dat deed, als ze
eenmaal begon met toe te geven aan die on-
zin zou er tevens een eind komen aan de rust
en het genoegen in dtezen torenkamer, waar
ze zoo verlangend naar had uitgezien. Ze
zou verstandig zijn, maar het was niet noodig
naar bed terng te gaan, voor ze slaap kreeg.
Ze zou maar zenuwachtiger worden als ze
daar lag en rich allerlei malle dingen in-
beeldde. Deze eene nacht zou ze zich maar
eens de weelde permitteeren om op te blijven
zitten en te lezen, en morgen zou ze misschen -r-
een heel eenvoudige verklaring vinden voor het papier vasthoudende. Het geteekende ge-
de geluiden, die nu zoo spookachtig leken.
Ze zou op onderzoek uitgaan en haar omge-
ving door en door verkennen, voor er weer
een nacht aanbrak.
Ze' nam het deeltje van Scott, dat ze was
beginnen te lezen bij haar diner, maar als om
te bewijzen, dat ze haar zenuwen nog niet
meester was, schrikte ze zoo op het geluid'
van een wegvluchtende rat achter het beschot,
dat het boelc op den grond viel. Het lag open
met de rug naar boven gekeerd en een vier-
kant stukje wit papier viel uit de gele muf
ruikende bladen.
Sheila raapte het op en zag, dat het toch
niet leeg was. Op de zijde die op den grond
gelegen had, had iemand het gezicht van een
jongen geteekend. De potloodlijnen waren
verbleekt, het papier had de kleur van oud
ivoor en de kraag en das met een paar lijnen
aangegeven, waren van een eigenaardig mo
del Maar het gelaat was opvallend knap en
zoo karakteristiek, dat Sheila overtuigd was,
dat het schetsje als gelijkenis een succes moest
zijn geweest. In een hoekje stonden initialen
en een datum, maar zij waren of met opzet,
of bij toeval onleesbaar geworden en Sheila
hield het papier dicht bij het licht zonder
het te kunnen ontcijferen. Plotseling, terwijl
ze de flauwe letters bestudeerde scheen er
iets van boven te vallen, langs haar oogen
iets vlugs en kleins, waar het licht een gloed
als een robijn uit sloeg, en tegelijkertijd spat-
te de robijn in een roode vlek uiteen op de
teekening.
Met een gil sprong Sheila op, machinaal
pen.
Welk een carriere voor een Werlinski! Het
tournooi van Moskou beloofde hem, in geval
hii succes had, nieuwe materieele voordee'.en.
Waarom dus niet het onmogelijke gedaan om
van deze misschien eenige kans partij te trek-
ken.
En zoo openibaarden zich als de gevaarlijk-
ste van alle Russische tegenstanders van den
wereldkampioen de eenige communist van het
tournooi en de kleine koffiehuisspeler, die bij
na analfabeet is.
De een werd niet gedreven door persoon'ij-
ke eerzucht, maar handelde zuiver en uitslui-
tend voor de zaak. De ander werd door zijn
„misere" opgejaagd, die zelfs in het schaak
spel, den zwakste de kra~htcn van een Her
cules kan verleenen, en hem voor een oogen
blik in £en held kan omtooveren. Ziedaar de
bewapeniing der tegenstanders!
zicht van den jongen was rood gekleurd; er
was een roode natte veeg op haar duim en
vinger en terwijl ze er vol afschuw naar keek,
verstard van schrik, viel er weer een robijn-
roode vlek langs haar oogen.
Hooofdstuk III.
Een geheim. te middernacht.
Onmiddellijk schoten de woorden van de
huishoudster bij het meisje te binnen. De bel!
De bel waarmee ze den nachtportier kon roe-
pen waar was die? O, ze wist het al en
even vlug als de gedachte bij haar opkwam,
zweefde haar vinger boven de electrische
knop.
Nog een seconde en de angstroep zou zijn
uitgezonden langs de draad; maar iets
scheen haar hand terug te houden. „Nee",
riep ze half luid, „ik doe het niet," en met
groote zelfbeheersching keerde zij den bel den
rug toe, den bel, die hulp en menschelijk ge-
zelschap beteekende, zoodra ze dat wenschte.
„Waarschijnlijk hebben ze dezelfde soort
moeilijkheden hier al eerder met hun seereta-
ressen gehad," dacht het mflsje. „Mijnheer
Mc Kinnon vertelde me, dat degene die zij
hier uit de buurt hadden het werk niet aan
kon, maar ik vond, dat hij er vreemd uitzag
toen hij dat zei en misschien za( er meer ach
ter. Misschien verwachten ze, dat ik druk'e
zal maken, al kom ik niet uit de buurt en ver-
onderstellen ze, dat ik niets van de historic
van dezen toren heb gehoord. Misschien wist
dat andere meisje het al vcoruit. Maar het
doet er niet oe, ik wil geen lawaai maken! Ik
WMt. iWie
mm WM
Zwart speelt en wint.
Oplossing probleem No. 84 van J. v. Ben
kel, Heeswijk.
Wit: Khl Dal Ph3 Lh7 en h8 pi b5, c3
en d3.
Zwart: Kd5 Lbl pi b4, c5, c6, d6, e6, f5,
g5-- 2.
Jl, Kh2
1.
1.
1.
1.
1.
"b3
c4
cb5
e5
g4
L.
onv.
c4 mat.
Dd4 mat.
Da8 mat.
Lg8 mat.
Tf4 mat.
Dhl mat.
Het is duidelijk, dat Kh2 gedeeltelijk een
tempozet, gedeeltelijk een ontruimingszet
(voor de Dame) is.
heb er op gebluft, dat ik moedig was, en ik
zal het uithouden, al zou het me cooden Hel
kan ook best zijn, dat de een of ander mt
vannacht een leelijke poets heeft willen spe-
len. Dan zullen ze er geen pleizier van heb
ben! Ik ben van plan hier in de kamer te blij
ven al moet ik den heelen nacht wakker blij
ven en ik zal overdag mijn werk dcen, iederer
dag, totdat, wie het ook" is, er genoeg var
kriigt."
Dit flink besluit goot nieuwe meed in Shei
la's verkilde aderen, alsof ze zware wijn hac
gedronken. Inplaats van de verwarring ir
haar geest, ontstaan door den schrik, te vol
tooien, zooals het een paar seconden tevorer
had dreigen te doen, had het vallen van dc
roode druppels van de zoldering het weri
van de vreemde geluiden achter de muur te-
niet gedaan. Het meisje was nu zelfs be-
daard genoeg om de schade die aan het por-
tret, dat zij in het oude deel van Scott hac
gevonden, was toegebracht te betreuren. Zel
trachtte het te herstellen door er een strooir
water over te gieten, terwijl de vlek nog
versch en nat was. Ondanks haar pogingef
bleef de vlek echter, maar het felle rood was
veranderd in zacht rose, zoodat het scheen ol
het glimlachende gelaat van den jongen met
een teere vleeschkleur was getint. De potlood
lijnen, reeds te,roren zoo vaag, waren dit nog
meer geworden door het water, maar tocfi
waren zij niet uitgewischt en Sheila was daax
blij om.
(Wordt vervoigd.)
6- ,-
I Een zaak, die geregeld adverteert. zal
meer beKend raken en meernieuwe
klanten kriigen, dan een zaak,
die niet adverteert en al-
leen maar steunt op
vroegere connec-
ties en ouden
Wilt ge
in Alkmaar
en omstreken
steeds meer bekend
yorden, meer de aandacht
trekken, dan kunnen we U
slechts dien eenen goeden raad geven:
a b c it
Zwart: Tschigorin.
2.
2.
2.
2.
2